Maatschappijleer:
Prinsjesdag Theorie en woordenlijst
Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar 2011-2012 Murmellius2014 www.compudo.nl/murmellius2014
Don van Baar, Murmelliusgymnasium, www.compudo.nl/murmellius2014
Maatschappijleer
Prinsjesdag
Theorie
Prinsjesdag verloopt elk jaar hetzelfde, het is een traditie. In de gouden koets rijdt de koningin naar de Ridderzaal aan het Binnenhof. In de Ridderzaal zitten dan onder anderen alle ministers en staatssecretarissen en de leden van de Eerste en de Tweede Kamer. De koningin leest de Troonrede voor. Dit is een samenvatting van de plannen van de regering voor het komende jaar. De tekst van de Troonrede wordt strikt geheim gehouden totdat de koningin hem voorleest. Na het voorlezen gaat de koningin weer terug naar het paleis waar ze met haar familie op het balkon de mensen toezwaait. De koningin leest de troonrede voor omdat dit in de grondwet vastgelegd is. De troonrede wordt in hoofdzaak geschreven door de ministers. Met ‘Leden van de Staten-Generaal’ worden de leden van de Eerste en Tweede Kamer bedoeld. Portefeuillehouders
Maxime Verhagen Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Hans Hillen
Uri Rosenthal
Minister van Defensie
Minister van Buitenlandse Zaken
Mark Rutte
Marja van Bijsterveldt
Jan Kees de Jager
Minister van Algemene Zaken
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Minister van Financiën
Liesbeth Spies Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Edith Schippers Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
2
Don van Baar, Murmelliusgymnasium, www.compudo.nl/murmellius2014
Gerd Leers
Ivo Opstelten
Henk Kamp
Minister van Immigratie en Asiel
Minister van Veiligheid en Justitie
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Melanie Schultz van Haegen Minister van Infrastructuur en Milieu
De portefeuille betekent in de politiek ‘de taken die een minister heeft’. Een minderheidskabinet is een kabinet dat gevormd wordt door één of meerdere politieke partijen die gezamenlijk geen meerderheid van het tenminste de helft plus één van het totaal aantal zetels in het parlement hebben. Het kabinet wordt gesteund door een gedoogpartner in de Tweede Kamer, van dit kabinet is dit PVV. De Minister van Financiën (Jan Kees de Jager) komt met het beroemde koffertje naar de Tweede Kamer om het complete overzicht van de plannen aan te bieden. In het koffertje zitten de Rijksbegroting en de Miljoenennota. In de Rijksbegroting staat gedetailleerd beschreven wat de overheid het komende jaar aan geld denkt uit te geven en te ontvangen. De Miljoenennota is de toelichting hierop van de minister van Financiën. Het geheimhouden van de Miljoenennota en de Rijksbegroting tot het moment dat de minister ze heeft gebracht, heet ‘embargo’. De meeste inkomsten leveren omzetbelasting en loonbelasting. Aardgasbaten en winst uit bedrijven waar de overheid (voor een deel) eigenaar van is, zoals de KLM en KPN, zijn ontvangsten die geen belasting zijn. Fractievoorzitters
Alexander Pechtold D66
André Rouvoet ChristenUnie
Emile Roemer
Jolande Sap
Geert Wilders
SP
GroenLinks
PVV
3
Don van Baar, Murmelliusgymnasium, www.compudo.nl/murmellius2014
Diederik Samsom
Kees van der Staaij
Marianne Thieme
PvdA
SGP
PvdD
Sybrand van Haersma Buma CDA
Stef Blok VVD
De partijen in de coalitie zijn: VVD, CDA, in de oppositie zitten: D66, CU, SP, GroenLinks, PvdA, SGP en de PvdA. De gedoogpartner is PVV. VVD, CDA en PVV hebben traditioneel een strengere begrotingsdiscipline, ze willen ‘het huishoudboekje op orde hebben’. SP en de PvdA zijn minder streng, ze willen het geld verdelen. De begroting is gemaakt door de regering. De regeringspartijen staan dan ook in principe achter de plannen. De oppositiepartijen stellen vaak een tegenbegroting voor. Een tegenbegroting bestaat uit een aantal wijzigingsvoorstellen op de plannen van het kabinet. Deze wijzigingen worden in september en oktober in het parlement met het kabinet besproken. Het CPB rekent op verzoek van de partijen de begrotingen en tegenbegrotingen door, zodat niet allemaal wijzigingen worden voorgesteld die niet haalbaar zijn. De oppositiepartijen willen kiezers overtuigen met hun tegenbegroting. Als de stemmers de tegenbegroting beter vinden, zullen ze bij de volgende verkiezingen toch na gaan denken om misschien op een oppositiepartij te stemmen.
Maatschappijleer
Prinsjesdag
Woordenlijst
accijns
Belasting op verbruiksartikelen, zoals benzine, tabakswaren, alcohol en frisdranken. De accijns zit al in de verkoopprijs. Algemene Beschouwingen De vergaderingen na Prinsjesdag van de regering met de Tweede Kamer en de Eerste Kamer waarin over de plannen van de regering wordt gedebatteerd. begroting Overzicht van de bedragen die de regering het komende (begrotings)jaar denkt binnen te krijgen en uit te geven. begrotingscyclus cyclus van drie jaar: eerst de voorbereiding van de begroting, dan Prinsjesdag, begin van het begrotingsjaar op 1 januari, de voorjaarsnota, het einde van het begrotingsjaar op 31 december en uiteindelijke de Verantwoordingsdag. belastingen Geld dat rechtspersonen (burgers, bedrijven, organisaties) moeten betalen aan de staat. departement Ministerie demissionair kabinet Aftredend kabinet die lopende zaken waarneemt totdat er een nieuw kabinet gevormd is.
4
Don van Baar, Murmelliusgymnasium, www.compudo.nl/murmellius2014
financieringstekort fractie inflatie kabinet koopkracht koppeling lastenverlichting loonkosten Miljoenennota
ministers ministerie najaarsnota Nationaal Inkomen Overheid Paleis Noordeinde parlement premier programmaminister regeerakkoord regering Rijksbegroting
staatslening staatsschuld staatssecretaris
Wat de regering tekort komt om haar plannen uit te kunnen voeren (uitgaven – inkomsten); wordt vaak uitgedrukt in een percentage van het nationaal inkomen. deel van de volksvertegenwoordigers van een politieke partij in resp. de Tweede of de Eerste Kamer, de Provinciale Staten of de Gemeenteraad. Percentage dag aangeeft hoeveel het leven duurder is geworden door prijsstijgingen. Ministers en staatssecretarissen Wat mensen met hun loon te besteden hebben De uitkeringen en ambtenarensalarissen gelijk op laten gaan met de ontwikkelingen van de lonen in de bedrijven. Minder belastingen en lagere sociale premies. De kosten die een werkgever maakt voor iemand die bij hem werkt; niet alleen het brutoloon maar ook de premies die de werkgever voor de sociale verzekeringen moet betalen. het stuk dat het Ministerie van Financiën maakt over de financiële toestand van het land. Wordt samen met de Rijksbegroting aan de Tweede Kamer aangeboden. Geeft een vooruitblik van 4 jaar en een terugblik van 10 jaar. Degenen die verantwoordelijk zijn voor het bestuur v/h land. Organisatie van de rijksoverheid waar het beleid van de regering wordt uitgevoerd. Ook het gebouw van een ministerie wordt ministerie genoemd. De najaarsnota verschijnt uiterlijk 1 december. Net als in de voorjaarsnota staan hierin de afwijkingen van de begroting en voorstellen voor aanpassing. wat burgers en bedrijven samen verdienen (excl. uitkeringen). Het hoogste gezag op een bepaald grondgebied. Sinds 1984 het werkpaleis van de koningin. Zie Staten-Generaal. Minister-president, tevens minister van Algemene Zaken. Minister met portefeuille, maar zonder ministerie. De plannen die de partijen zijn overeengekomen toen zij de regering vormden. De koningin en de ministers. de schatting van de inkomsten en uitgaven van de overheid voor het komende jaar. Elk ministerie heeft een eigen hoofdstuk hierin. Deze hoofdstukken worden achtereenvolgens in het parlement besproken in de maanden na de Troonrede. Geld dat de overheid leent van burgers, bedrijven en banken om de kosten van de begroting te kunnen betalen. Alle nog niet afgeloste leningen van de overheid. Soort onderminister die de minister op een bepaald werkterrein ondersteunt.
5
Don van Baar, Murmelliusgymnasium, www.compudo.nl/murmellius2014
Staten-Generaal Troonrede
Verantwoordingsdag Voorjaarsnota
De Nederlandse volksvertegenwoordiging, het parlement, bestaat uit twee Kamers die worden aangeduid als de StatenGeneraal. De redevoering die door het kabinet is opgesteld en die voorgelezen wordt door de koningin. Hierin wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste kabinetsplannen voor het komende jaar. Derde woensdag in mei, waarop de regering verantwoording aflegt. Hierbij worden de financiële jaarverslagen vergeleken met de begroting van anderhalf jaar daarvoor. Het rapport dat de regering uiterlijk 1 juni publiceert waarin ze aangeeft of alles wel loopt volgens de plannen in de begroting die op Prinsjesdag bekend werden gemaakt.
Het kan zijn dat er wat foutjes in zitten. Foutje ontdekt? Laat het mij alsjeblieft weten door een mail te sturen naar
[email protected]! Dan verander ik het. Dankjewel!
6