Belgisch-Nederlands genootschap voor wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis Gewina – Descartes Centre for the History and Philosophy of the Sciences and the Humanities – Commissie Geschiedschrijving UvA SYMPOSIUM
Theologie, waarheidsliefde en religiekritiek Over geloof en wetenschap aan de Nederlandse universiteiten sedert 1815
13 december 2013 Kanunnikenzaal Faculty Club Helios Achter de Dom 7a 3512 JN Utrecht
1
In 1876 dacht de wetgever het te hebben geregeld. Voortaan werd het theologisch onderwijs gesplitst in een godsdienstwetenschappelijk deel, dat door de universiteit werd verzorgd, en een dogmatisch deel dat aan de kerkgenootschappen werd overgelaten. Bovendien was niet meer de morele vorming van studenten, maar nog slechts hun wetenschappelijke vorming de taak van de universiteiten. Toch is de scheiding tussen geloof en wetenschap in Nederland nooit onomstreden geweest. Van meet af aan was duidelijk dat de wet van 1876 sommigen veel te ver ging. Voor de gereformeerden, en later ook voor het katholieke episcopaat was zij aanleiding tot het stichten van eigen, ‘bijzondere’ universiteiten, in respectievelijk Amsterdam en Nijmegen. Anderen vonden dat de wet niet ver genoeg ging. De Amsterdamse gemeenteraad weigerde in 1893 nog langer leerstoelen voor hervormd theologisch onderwijs aan haar gemeentelijke universiteit te bekostigen, toen de Nederlandse Hervormde Kerk hiervoor geen geld beschikbaar stelde. Menigeen wilde zelfs van de hele theologische faculteit af. Zo ver kwam het toen niet. Kort na de Tweede Wereldoorlog woei de wind uit een andere hoek. Toen was het idee dat hoogleraren juist weer een taak moesten krijgen in de morele vorming van studenten, ook aan de openbare universiteiten. In Amsterdam werd in 1946 de theologische faculteit zelfs opnieuw bemand met hoogleraren die zowel de godsdienstwetenschappen als de dogmatische vakken doceerden. Van een scheiding tussen geloof en wetenschap wilde men toen opeens niet meer weten. Inmiddels is echter de theologie van de meeste openbare universiteiten verdwenen, al staat niet vast of dit alleen het gevolg is van de ontkerkelijking in Nederland, of dat dit ook samenhangt met een andere visie op het universitaire onderwijs. Dat de soms moeizame relatie tussen geloof en wetenschap niet tot het verleden behoort, mag blijken uit het debat dat zich nog niet zo heel lang geleden in de pers ontspon over evolutie en Intelligent Design, waarin naast hoogleraren en andere docenten ook minister Maria van der Hoeven van Onderwijs zich mengde. De scheiding tussen openbare en bijzondere universiteiten had de spanning tussen geloof en wetenschap ook al niet verminderd. Wat waren aan de bijzondere universiteiten de criteria waaraan hoogleraren moesten voldoen? Ook hier veranderden de opvattingen over de verhouding tussen geloof en wetenschap in de loop der tijd. Het ideaal van de opleiding van katholieke dan wel calvinistische artsen hield lang stand, maar in de natuurwetenschappen of in de economie was al geen sprake meer van een eigen wetenschapsopvatting. Dit proces voltrok zich lang vóór wat wel wordt gezien als de secularisatie van de bijzondere universiteiten. Dit roept de vraag op wat aan deze universiteiten dan de rol en de plaats van de religie was of werd. Behalve voor universiteiten en faculteiten was en is de verhouding tussen geloof en wetenschap ook een vraagstuk waarmee individuele wetenschapsbeoefenaren (kunnen) worstelen. Welke vorm werd hieraan in de negentiende eeuw gegeven? En hoe staat het er tegenwoordig mee? Een heel andere vraag is of de overheid voor zichzelf een taak zag in de bewaking van de scheiding tussen geloof en wetenschap of in de bewaking van een zeker religieus evenwicht tussen de universiteiten. Deze en vergelijkbare vragen komen aan de orde tijdens het symposium ‘Theologie, waarheidsliefde en religiekritiek. Over geloof en wetenschap aan de Nederlandse universiteiten sedert 1815’. Deelname aan dit tiende symposium in de reeks Universiteit & Samenleving is kosteloos. Met het oog op de catering verzoeken wij deelnemers zich op te geven bij een van de organisatoren: prof. dr. Leen Dorsman (Universiteit Utrecht), e-mail:
[email protected], of dr. Péjé Knegtmans (Universiteit van Amsterdam), e-mail:
[email protected].
2
Symposium Theologie, waarheidsliefde en religiekritiek. Over geloof en wetenschap aan de Nederlandse universiteiten sedert 1815
Ochtendprogramma Ontvangst vanaf 10.00 uur 10.30 uur
Opening door de voorzitter, Leen Dorsman
10.45 uur
Herman Paul: Waarheidsliefde. Een negentiende-eeuwse constellatie van geloof en wetenschap
11.15 uur
Wouter Marchand: De rijksstudiebeurzen en de religieuze homogeniteit van de universiteiten in Nederland, 1815-1945
11.45 uur
Jan Brabers: ‘Vóór alles de echt wetenschappelijke methode’? Kwesties rond de benoeming van de hoogleraren theologie aan de Roomsch Katholieke Universiteit te Nijmegen in oprichting, 1919-1923
12.15 uur
Vragen en debat
12.30 uur
Lunchpauze
Tijdens de lunchpauze vindt de huishoudelijke vergadering plaats van het genootschap Gewina
3
Middagprogramma
13.30 uur
Ab Flipse: ‘VU tussen twee vuren.’ De Vrije Universiteit als christelijke universiteit, 1968-1980
14.00 uur
Rik Peels: Theologie als verantwoord spreken over God
14.30 uur
Pauze
15.00 uur
Sijbolt Noorda: Kat in een vreemd pakhuis of kind aan huis? De positie van de theologie aan de Nederlandse universiteiten sinds 1980
15.30 uur
Floris van den Berg: Religiekritiek op de universiteit. Academisch atheïsme in Nederland
16.00 uur
Slotdebat
16.30 uur
Presentatie van de bundel De menselijke maat in de wetenschap. De geleerden(auto)biografie als bron voor de wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis, de negende congresbundel en de elfde titel in de reeks Universiteit & Samenleving
4
Over de sprekers Dr. Floris van den Berg doceert filosofie aan de Universiteit Utrecht. Hij publiceerde onder andere Filosofie voor een betere wereld (Antwerpen, Amsterdam 2009) en Hoe komen wij van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox (Antwerpen, Amsterdam 2009). Dr. Jan Brabers studeerde geschiedenis in Utrecht, Nijmegen, Florence en Londen en promoveerde op een proefschrift over de geschiedenis van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit Nijmegen. Sinds 2002 is hij universiteitshistoricus aan die universiteit. Hij publiceert over alle denkbare facetten van de universiteitsgeschiedenis: van studentenonlusten tot de academische infrastructuur, van faculteitsgeschiedenissen tot het katholieke gehalte van onderwijs en onderzoek. Momenteel werkt hij aan een biografie van de historicus L.J. Rogier. Prof. dr. Leen Dorsman is hoogleraar universiteitsgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij is verbonden aan het Utrechtse Departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis, waar hij naast de universiteitsgeschiedenis de historiografie en de theorie van de geschiedenis doceert. Hij publiceerde onder meer G.W. Kernkamp (1864–1943). Historicus en democraat, redigeerde Beroep op de wetenschap. Utrechtse geleerden tussen universiteit en samenleving 1850–1940 en bezorgde met Wim Berkelaar en Pieter van Hees: Pieter Geyl, Ik die zo weinig in mijn verleden leef. Autobiografie 1887–1940. Met P.J. Knegtmans is hij uitgever van de reeks Universiteit & Samenleving. Drs. Ab Flipse is onlangs benoemd tot universiteitshistoricus van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij publiceert over de geschiedenis van de VU en over de relatie geloof-natuurwetenschap. Binnenkort hoopt hij te promoveren op ‘Christelijke wetenschap. Nederlandse rooms-katholieken en gereformeerden over de natuurwetenschap, 1880-1940’. Recent publiceerde hij onder meer ‘“Natuuronderzoekers dagen de kerk uit.” Natuurwetenschappers, theologen en de kerken in de jaren vijftig’, Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme (2013) en ‘“Geen weelde, maar een offer”. Vrije Universiteit, achterban en de natuurwetenschappen, 1880-1955’, in: Universiteit, publiek en politiek. Het aanzien van de Nederlandse universiteiten 1800-2010 (Hilversum 2012). Wouter Marchand MA studeerde geschiedenis in Groningen. Momenteel is hij als promovendus verbonden aan de vakgroep Economische en Sociale Geschiedenis aldaar. Hij verricht promotieonderzoek naar de geschiedenis van studiefinanciering in Nederland (1815-2015), in het bijzonder naar de relatie tussen studiebeurzen en sociale mobiliteit. Een case study over de onderwijzersopleiding verschijnt binnenkort in Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis. Samen met Pieter Slaman en Ruben Schalk bereidt hij een boek voor onder de voorlopige titel Studiefinanciering als spiegel van de tijd, te verschijnen in 2015. Dr. Sijbolt Noorda studeerde in Amsterdam, Utrecht en New York. Sinds 1978 was hij universiteitsbestuurder, eerst aan de Vrije Universiteit, vervolgens aan de Universiteit van Amsterdam. Van 2006 tot 2012 was hij voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU). Tevens vervult hij bestuursfuncties bij verscheidene openbare instellingen in Nederland en elders in Europa. Hij is voorzitter van de redactie van de Academische Boekengids en van de Canon van de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs.
5
Prof. dr. Herman Paul is universitair docent historiografie en geschiedfilosofie aan de Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar secularisatiestudies aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn Leidse onderzoek richt zich op de persona van negentiende-eeuwse geesteswetenschappers. Hierover publiceerde hij onlangs ‘The Scholarly Self: Ideals of Intellectual Virtue in Nineteenth-Century Leiden’, in: Rens Bod e.a. (red.), The Making of the Humanities 2 (2012). Andere recente publicaties zijn Het moeras van de geschiedenis. Nederlandse debatten over historisme (2012) en Hayden White. The Historical Imagination (2011). Dr. Rik Peels is postdoctoraal onderzoeker aan de faculteit Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit. Hij studeerde theologie en wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, de Theologische Universiteit Apeldoorn, de University of Notre Dame (IN, VS) en Merton College in Oxford. Hij promoveerde in 2012 in Utrecht op Believing Responsibly. Intellectual Obligations and Doxastic Excuses, een studie over ethics of belief. Onlangs publiceerde hij met Stefan Paas God bewijzen. Argumenten voor en tegen geloven.
6