Thematisch ambtsbericht Xinjiang Maart 2011
Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid Afdeling Asiel, Hervestiging en Terugkeer
Den Haag
Inhoudsopgave
Pagina
1
Inleiding
3
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3
Algemene informatie Regio en volk Ligging en klimaat Bestuurlijke indeling Bevolking Taal Godsdienst Geschiedenis Economie Algemeen Instroom Han-Chinezen Steunprogramma voor Xinjiang
4 4 4 5 5 6 7 7 8 8 9 10
3
Politieke ontwikkelingen
11
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Mensenrechten Algemeen Etnische geweld juli 2009 Vrijheid van godsdienst Vrijheid van meningsuiting Internet Rechtsgang Bewegingsvrijheid
15 15 15 17 21 22 23 24
5 5.1 5.2
Onafhankelijkheidstreven Algemeen Terrorisme(bestrijding)
27 27 30
6
Vluchtelingen
33
7
Terugkeer
33
8
Geraadpleegde bronnen
39
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
1
maart 2011
Inleiding In dit thematisch ambtsbericht wordt de situatie in Xinjiang1 beschreven voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Xinjiang en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen asielzoekers afkomstig uit Xinjiang. Dit thematisch ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in China, waarin onder meer over de situatie in Xinjiang wordt gerapporteerd. Op 29 juni 2010 is laatstelijk een algemeen ambtsbericht over de situatie in China uitgebracht. In dat algemeen ambtsbericht werd in paragraaf 3.5.2 aandacht besteed aan de situatie in Xinjiang. Dit thematisch ambtsbericht, dat dient ter aanvulling en actualisering van paragraaf 3.5.2 van het algemeen ambtsbericht China van 29 juni 2010, beslaat de periode van juli 2010 tot en met februari 2011. Dit thematisch ambtsbericht is gebaseerd op informatie uit openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, (niet)gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. In dit ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek gebied. Deze beschrijving wordt in hoofdstuk twee voorafgegaan door een beknopt overzicht van de geschiedenis van Xinjiang. Ook zijn korte passages over geografie, bevolking en economie inzake Xinjiang opgenomen. In hoofdstuk vier wordt een geactualiseerde schets van de mensenrechtensituatie in Xinjiang gegeven, gevolgd door geactualiseerde beschrijvingen met betrekking tot onafhankelijkheidsstreven, vluchtelingen en terugkeer.
1
Sinkiang of Xinjiang is een verbastering van het Mandarijnse Xīnjiāng, dat nieuwe grens betekent. Het is een redelijk recente benaming die voor het eerst werd gebruikt in de Qingdynastie (in 1884 om precies te zijn). Dit betekent volgens de Chinese overlevering overigens niet dat het gebied voorheen niet tot het Chinese Rijk behoorde. Dit zou reeds sinds de 3e eeuw v. Chr. het geval zijn, maar het gebied werd toen aangeduid als Xiyu (Westelijke Regio). Zowel in Perzische als Arabische kronieken wordt gesproken over Oost-Turkestan, wat er op duidt dat Turkestan verdeeld was. De regio staat ook bekend als Chinees-Turkestan. De naam Chinees- Turkestan werd lange tijd gebruikt om het gebied te onderscheiden van RussischTurkestan.
3
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
2
Algemene informatie
2.1
Regio en volk
2.1.1
Ligging en klimaat
maart 2011
Xinjiang2 (Xinjiang Uyghur Autonomous Region) is een autonome regio in het noordwesten van de Volksrepubliek China. Het is de grootste administratieve eenheid van China en grenst in het noorden aan Rusland, in het westen aan Afghanistan, India, Kazachstan, Kirgizië, Pakistan en Tadzjikistan, in het zuiden aan Tibet (Tibet Autonomous Region) en het Indiase Leh District, in het zuidoosten aan de provincies Qinghai en Gansu, en in het oosten aan Mongolië.3 Xinjiang bestaat uit twee bekkens die door het Tianshangebergte van elkaar worden gescheiden. Het noordelijke bekken wordt ook wel Dzungarije genoemd en is een steppegebied. Hier ligt ook de hoofdstad Urumqi. Het grotere zuidelijke deel wordt langs de randen gevormd door hoge gebergten, waaronder het Tianshangebergte (het ‘Hemelgebergte’). Daartussen ligt het Tarimbekken, dat voor een groot deel wordt ingenomen door een onherbergzame woestijn, de Taklamakan (‘de plaats waaruit niet teruggekeerd wordt’).4 Langs de rand van de Taklamakan liggen vele oases, gevoed door rivieren, zoals de Tarim, die in het omliggende bergland ontspringen. In deze oases is geïrrigeerde landbouw mogelijk. De belangrijkste rivieren zijn in het noordelijke bekken de Orongo, de Irtysj en de Ili en in het zuidelijke bekken de Tarim (met bronrivieren), die in het oosten in zoutmoerassen (Lop Nur) uitmondt. Het klimaat is continentaal met extreme temperaturen in zomer en winter.5 De belangrijkste steden van Xinjiang liggen bijna allemaal langs de zijderoute,6 zoals Aksu, Altay, Fukang, Kumul (Hami), Hotan, Karamay, Kashgar, Korla,
2
3
4
5
6
De regio is ook wel bekend onder de benaming Oost-Turkestan, Uyghuristan/Uyghurstan (in het Oeigoers: Shergiy Türkistan of Uyghuriye). Oost-Turkestan en Uyghuristan zijn geen officiële aanduidingen, en worden vooral gebruikt door personen en groeperingen die Xinjiang liever niet als deel van China zien. http://www.unescap.org (geraadpleegd op 6 juli 2010); The Uyghurs, strangers in their own land, Gardner Bovingdon, Columbia University Press, New York (2010). Xinjiang, het verre westen van China (islamitische invloeden langs de zijderoute), Corné Hanssen, China Nu 2007-3. http://www.unescap.org (geraadpleegd op 6 juli 2010); The Uyghurs, strangers in their own land, Gardner Bovingdon, Columbia University Press, New York (2010); Uyghurs as indigenous people, Uyghur Human Rights Project (10 mei 2009). De zijderoute of zijdeweg was een netwerk van karavaanroutes door Centraal-Azië, waarlangs gedurende vele eeuwen handel werd gedreven tussen China en het oosten van Azië aan de ene kant en het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied aan de andere kant.
4
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Kuqa, Miquan, Shihezi, Turpan, Urumqi (hoofdstad), Yarkand (Shache) en Ghulia (Yining).7 2.1.2
Bestuurlijke indeling Xinjiang is administratief verdeeld in twee stadsprefecturen (Urumqi en Karamay), zeven prefecturen (Turpan, Kumul, Hotan, Aksu, Kashgar, Qoqek (Tacheng) en Altay) en vijf autonome prefecturen voor Mongolische, Kirgizische, Kazachse en Hui-minderheden (Kizilsu, Börtala, Bayin’gholin, Sanji en Ili).8 Daaronder komen nog 62 agglomeraties en zes autonome nationaliteitsagglomeraties, elf subdistricten en twintig steden op districtsniveau.
2.1.3
Bevolking Xinjiang heeft een oppervlakte van 1.660.000 vierkante kilometer (ongeveer 1/6 van de totale oppervlakte van de Volksrepubliek China; zo groot als Iran of WestEuropa) en telt volgens de volkstelling van 2000 19,6 miljoen inwoners, vooral Oeigoeren (47%) en Han-Chinezen (41%).9 Daarnaast wonen er onder meer Kazachen (7%) en Hui (5%)10 en een heel klein aantal Kirgiezen (0,9%), Mongoliërs (0,8%) en Tataren (0,02%).11 Oeigoeren zijn etnisch verwant aan Turkse volkeren. Zij wonen al eeuwen in Xinjiang en daaraan grenzende gebieden onder diverse heerschappijen. Volgens het Xinjiang Statistical Yearbook 2010 maakten Oeigoeren in 2009 13% van de bevolking van de stad Urumqi uit, tegen 73% Han-Chinezen (en 14% andere minderheden). Volgens dezelfde cijfers was de verhouding Oeigoeren – Han-Chinezen in de stad Kashgar 82% tegen 17% en in de stad Hotan 88% tegen 12%. Door de grote instroom van Han-Chinezen is de stad Urumqi in hoge mate ‘verchineest’. De Oeigoerse gemeenschap is met name geconcentreerd in het zuidoosten van de stad. Oeigoeren en Han-Chinezen lijken een gesegregeerd bestaan te leiden, met eigen wijken, winkels en scholen. In de Oeigoerse wijk komt men weinig Han-Chinezen tegen. Ook in andere steden leven Oeigoerse en Han-Chinese gemeenschappen gescheiden. 7
8
9
10
11
Bij enkele plaatsnamen zijn de Oeigoerse en Chinese aanduidingen verschillend. In die gevallen is de Oeigoerse variant voorop gezet en de Chinese variant tussen haken erachter. The Uyghurs, strangers in their own land, Gardner Bovingdon, Columbia University Press, New York (2010). In 1949 maakten Han-Chinezen nog maar 5,5% van de totale bevolking van Xinjiang uit. Volgens de volkstelling uit 2000 maken Oeigoeren 12,8% uit van de bevolking van de hoofdstad Urumqi, vergeleken met 75,3% Han-Chinezen. De Hui, moslims die voornamelijk Mandarijn spreken, vormen 8% van de bevolking in de hoofdstad Urumqi. Turken van de Adriatische zee tot aan de Chinese muur, Klaas van der Tempel, Internationale Spectator, jaargang 64 nr.1 (januari 2010).
5
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Kazachen zijn Turkse nomaden van wie er velen na de Russische Revolutie in 1917 naar China vluchtten. Meer dan een miljoen van hen wonen in Xinjiang. Zij leiden over het algemeen nog steeds een nomadenbestaan. Zij leven vooral in de noordelijke vlakte van Xinjiang, die een natuurlijke eenheid vormt met Kazachstan aan de andere kant van de grens. Er zijn ongeveer 5.000 Chinese Tataren in Xinjiang. Zij wonen voornamelijk in de steden Altay, Changji, Ili, Urumqi en Qoqek (Tacheng). Er zijn ongeveer 12.000 Oezbeken in Xinjiang. Zij zijn vooral boeren en nomaden. Er zijn ongeveer 145.000 Kirgiziërs in Xinjiang. Zij wonen voornamelijk in het zuidwesten van Xinjiang in de Kizilsu Kirghiz Autonomous Prefecture. De bevolkingsdichtheid in Xinjiang is laag: 12 inwoners per vierkante kilometer. Het geboortecijfer is 19,66 en het sterftecijfer 6,55 per duizend inwoners. De levensverwachting is gemiddeld 62 jaar.12 2.1.4
Taal
Vanuit cultureel en linguïstisch oogpunt hebben Oeigoeren een sterkere band met volkeren uit Centraal-Aziatische landen dan met Han-Chinezen. De Oeigoerse taal is verwant aan het Turks. In de Xinjiang Uyghur Autonomous Region van China zijn het Mandarijn (Putonghua) en het Oeigoers de officiële talen. Veel Oeigoeren, ook op gevorderde leeftijd, zijn in enige mate tweetalig. Aanduidingen in Oeigoerse winkels zijn vaker (hoewel lang niet altijd) tweetalig dan in Chinese winkels (vrijwel nooit). Officiële aanduidingen, mededelingen en bewegwijzering zijn vrijwel altijd tweetalig. Het Chinees wordt (evenals in de rest van Mainland China) in vereenvoudigde karakters geschreven, en voor Oeigoers wordt het Arabische alfabet gebruikt met enkele toevoegingen.13 De officiële documenten – zoals onder meer identiteitskaarten en hukou-boekjes – zijn zowel in Chinese karakters als het Oeigoerse schrift opgesteld. De officiële spreektaal in het onderwijs en bij de overheid in Xinjiang is het Mandarijn.14 Oeigoeren en Han-Chinezen gaan over het algemeen tot en met de middelbare school naar gescheiden scholen. De reden hiervoor lijkt de taal te zijn, waarin het onderwijs wordt gegeven. Lager onderwijs aan Oeigoeren is voornamelijk in het Oeigoers, al leren de kinderen op school ook wel wat Mandarijn (en Engels). Op de middelbare school krijgt men of les in het Oeigoers of tweetalig (Oeigoers/Mandarijn) onderwijs. Deze laatste variant zou vooral geschikt zijn voor leerlingen die naar de universiteit willen, waar het onderwijs 12 13
14
http://www.unescap.org (geraadpleegd op 6 juli 2010). Zie ook ‘Uyghur’ or ‘Uighur’, Even the English spelling of this ethnic group’s name causes controversy, Radio Free Asia (10 september 2010). China tries to lift Uyghur language barrier, Financial Times (5 juli 2010).
6
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
geheel in het Mandarijn plaatsvindt. De keuze voor tweetalig onderwijs lijkt echter niet geheel vrijwillig. Op basis van hun schoolresultaten en hun beheersing van het Mandarijn worden leerlingen ingedeeld in Oeigoerse dan wel tweetalige klassen. Tweetalig onderwijs houdt in dat bepaalde vakken in het Oeigoers worden gegeven, en andere vakken in het Mandarijn. Het is niet bekend welke vakken binnen het tweetalig onderwijs in het Mandarijn dan wel in het Oeigoers worden gegeven. Daarnaast wordt er door regionaal verspreide minderheden Kazachs, Tadjieks en Kirgizisch gesproken. Voor de meeste Turkse talen (nb: het Tadjieks is geen Turkse maar een Indo-Europese taal verwant aan het Perzisch/Farsi) geldt overigens dat ze grotendeels onderling verstaanbaar zijn, zij het vaak met enige moeite.
2.1.5
Godsdienst
De islam is de overheersende Oeigoerse godsdienst sinds de tiende eeuw, daarvoor waren Oeigoeren voornamelijk boeddhisten. De identiteit van de Oeigoeren is niet zozeer gebaseerd op de islam, maar komt voort uit de etniciteit en geschiedenis van het Oeigoerse volk.
2.2
Geschiedenis Tijdens de Han-dynastie (206 v. chr. tot 220 n. chr.) was het zuiden van Xinjiang een Chinees protectoraat. Aan het einde van de Tang-dynastie (628-907) grepen Turkse stammen diverse keren de macht en verkregen zo ook diverse keren een onafhankelijk feodaal vorstendom (kanaat).15 In de 13e eeuw werd het gebied veroverd door de Mongoolse leider Dzjengis Khan en in de 18e eeuw door de Mongools sprekende Kalmukken. Rond de 15e eeuw was de islam er de belangrijkste godsdienst geworden. Tijdens de Qing-dynastie (1644-1911) kwam Xinjiang weer grotendeels onder centraal bestuur te staan toen de Mantsjoes er de
15
Zo zouden Turkstalige Oeigoeren de volgende kanaten in het gebied hebben gesticht: OrhunKanaat (745-840, hoofdstad Karabalgasun); Kansu-Kanaat (thans provincie Gansu in China) (870-1036); Idikut-Kanaat (dat grote delen van het huidige Xinjiang omvatte) (850-1275, hoofdstad Ordubalik); Kanaat van de Karachaniden (gesticht door de Karlukken en Oeigoeren) (870-1212, hoofdstad Kashgar); Saidia-Kanaat (1514-1678, hoofdstad Yarkand); verschillende onafhankelijke regio’s onder leiding van Hodja’s na de eerste MantsjoeChinese invallen in Xinjiang; Koninkrijk Kashgarië (onder leiding van de krijgsheer Yakub Beg) (1866-1877, hoofdstad Turfan/Turpan); Eerste Republiek Oost-Turkestan (gevolg van een volksopstand tegen de Chinese overheid) (12 november 1933-1934); Tweede Republiek Oost-Turkestan (gesteund door de voormalige Sovjet-Unie) (12 november 1944-20 oktober 1949). (Encyclopædia Britannica, Eleventh Edition; The Uyghurs, strangers in their own land, Gardner Bovingdon, Columbia University Press, New York (2010).
7
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Westmongoliërs versloegen. Omdat het gebied ver verwijderd lag van de hoofdstad Peking, was de invloed van het centrale bestuur tamelijk beperkt en lag de echte macht vaak bij lokale krijgsheren. Van 1875-1880 was het gebied door een islamitische opstand tijdelijk weer aan het centrale gezag onttrokken. In 1884 werd het gebied een provincie van het Qing-keizerrijk en kreeg het voor het eerst de naam Xinjiang (New Territory/Nieuw Land).16 Op 20 oktober 1949 (enkele weken na de oprichting van de Volksrepubliek China) werd het gebied opgenomen in de Volksrepubliek China. In 1955 werd het een autonome regio (met de status van provincie). Kleinere administratieve eenheden werden geschapen voor Kirgiezen, Kazachen, Mongoliërs en andere bevolkingsgroepen. Tevens vond vanaf 1949 een sterke migratie van HanChinezen naar Xinjiang plaats.
2.3
Economie
2.3.1
Algemeen
Door het droge klimaat is meer dan 90 procent van het landbouwareaal aangewezen op irrigatie. De belangrijkste landbouwproducten zijn tarwe, maïs en rijst. Daarnaast wordt katoen en zijde geproduceerd. Ook de veehouderij is er van belang. Xinjiang is een van de rijkste mijnbouwgebieden van China: aardolie (onder meer nabij Karamay, dat ‘zwarte aarde’ betekent in het Oeigoers), steenkool en uraanerts worden er gedolven. Daarnaast komen ijzererts, koper, zink, lood, wolfraam, molybdeen en andere mineralen voor. Na 1949 is de industrialisatie sterk toegenomen, zodat er thans onder meer staal-, non-ferro-, (petro)chemische, machine-, cement-, textiel- en levensmiddelenindustrie aanwezig is. Behalve over enige oude karavaanwegen die inmiddels zijn geasfalteerd, beschikt het gebied ook over steeds meer en steeds betere nieuwe autowegen, die voornamelijk langs de randen van de bekkens gesitueerd zijn, zoals autosnelwegen 312, 314 en 315. Daarnaast wordt het spoornetwerk nog altijd uitgebreid en zijn er geregelde luchtverbindingen tussen de grote plaatsen, met de rest van China en ook naar internationale bestemmingen (onder andere Urumqi Diwopu
16
Encyclopædia Britannica, Eleventh Edition, Beijing; The Uyghurs, strangers in their own land, Gardner Bovingdon, Columbia University Press, New York (2010); Uyghurs as indigenous people, Uyghur Human Rights Project (10 mei 2009).
8
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
International Airport). Het zoutmoeras van Lop Nur werd sinds 1964 gebruikt voor het uitvoeren van kernproeven.17 2.3.2
Instroom Han-Chinezen Er is sinds 1949 een grote instroom van Han-Chinezen in Xinjiang.18 Het aantal Han-Chinezen is nu rond de 40 procent (7,2 miljoen).19 In de regionale hoofdstad Urumqi is 73 procent van de inwoners Han-Chinees. Oeigoeren maken er nog 13 procent van de bevolking uit. Grote aantallen militairen en Han-Chinese arbeiders, die tijdelijk in Xinjiang gestationeerd zijn, zijn niet meegeteld in deze cijfers. Oeigoeren vrezen op den duur een etnische minderheid te worden in hun eigen regio. Om de economie van het westen van China te versterken, investeert de Chinese overheid sinds enkele jaren flink in Xinjiang. Grote infrastructurele projecten in Xinjiang worden vaak uitgevoerd door Han-Chinese bedrijven, die voornamelijk Han-Chinezen in dienst nemen.20 Oeigoeren voelen zich hierdoor achtergesteld.21 Oeigoeren die zich buiten Xinjiang vestigen, hebben veel moeite om werk te vinden. Veel van de protesten van deze in het buitenland bevindende Oeigoerse organisaties zijn gericht tegen het bevoordelen van de Han-bevolking in Xinjiang.22 Veel Oeigoeren vrezen dat het Oeigoers van ondergeschikt belang wordt in het dagelijkse werk in Xinjiang.23 Oeigoeren die goed zijn opgeleid en zich uitstekend
17
18 19
20
21 22
23
Encyclopædia Britannica, Eleventh Edition; The Uyghurs, strangers in their own land, Columbia University Press, New York (2010). Zie ook paragraaf 2.1.3 van dit thematiisch ambtsbericht. US Department of State, 2009 Human Rights Report: China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) (11 maart 2010). Zie ook A report of violations of the Convention for the elimination of racial discrimination (CERD) by the People’s Republic of China against the Uyghur people, World Uyghur Congress (1 juni 2009); Separate and unequal: the status of development in East Turkestan, Uyghur Human Rights Project (28 september 2009). Ibidem. China: President should ease tension by acknowledging grievances, Human Rights Watch (8 juli 2009); World Directory of Minorities and Indigenous Peoples – China: Overview (oktober 2009); Die Chinezen hier, het zijn net sprinkhanen, Volkskrant (23 augustus 2010); Uyghurs as indigenous people, Uyghur Human Rights Project (10 mei 2009); Separate and unequal: the status of development in East Turkestan, Uyghur Human Rights Project (28 september 2009). Uyghur language under attack: the myth of ‘bilingual’ education in the People’s Republic of China, Uyghur Human Rights Project (24 juli 2007); A report of violations of the Convention for the elimination of racial discrimination (CERD) by the People’s Republic of China against the Uyghur people, World Uyghur Congress (1 juni 2009).
9
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
kunnen uitdrukken in het Mandarijn, ondervinden geregeld problemen bij het vinden van werk op de arbeidsmarkt.24 2.3.3
Steunprogramma voor Xinjiang Mede naar aanleiding van de onlusten in 2009 25 kondigden de Chinese autoriteiten in mei 2010 aan het sociaal-economische beleid ten aanzien van Xinjiang een nieuwe impuls te willen geven. Een sprongsgewijze economische ontwikkeling (met meer investeringen en meer infrastructuur) leek de beste manier om de sociale onrust die volgens de Chinese overheid uit de achtergebleven economische ontwikkeling van Xinjiang voortvloeide, een halt toe te roepen.26 Negentien welvarende provincies en steden elders in China zijn ‘gekoppeld’ aan meer dan tachtig agglomeraties, districten en steden in Xinjiang teneinde financiële hulp en kennis op het gebied van energie, toerisme, staalverwerking, moderne landbouw, bescherming van milieu en recycling te bieden.27 In 2011 zal meer dan 10 miljard yuan (US$ 1,51 miljard) in Xinjiang worden geïnvesteerd. Van dit totale bedrag zal de stad Peking de komende vijf jaar 7,2 miljard yuan investeren in de ontwikkeling van de regio Hotan en daarnaast een landbouwbedrijf van het Xinjiang Production and Construction Corps ondersteunen.28 De nadruk van de economische bijstand ligt op sociale basisstructuren als huisvesting en openbare voorzieningen in het algemeen en in 24
25
26
27 28
Mededelingen als Uyghurs Need Not Apply of Han Chinese Only in advertenties waarin werk wordt aangeboden, komen regelmatig voor; Chinese intensifies its official push to eliminate the Uyghur language from instruction, press release Uyghur American Association (15 november 2010). Op 5 juli 2009 demonstreerden Oeigoeren in Urumqi uit protest tegen geruchten over onlusten in de Chinese provincie Guangdong in juni 2009. Daar werden in de stad Shaoguan twee Oeigoerse werknemers van een speelgoedfabriek gedood en raakten tientallen anderen gewond door een Chinese meute, nadat een lokale website Oeigoeren had beschuldigd van de verkrachting van twee Han-Chinese meisjes. Achteraf bleek dit verhaal niet op waarheid te berusten. De aanvankelijk vreedzame demonstratie in Urumqi sloeg om in een plundertocht door de stad. Daarbij waren Han-Chinezen en hun bezittingen het doelwit. Vervolgens gingen gewapende groepen Han-Chinezen de straat op om zich te wreken. De rellen duurden drie dagen, waarbij veel doden en gewonden vielen (zie ook paragraaf 3.5.2 van het algemeen ambtsbericht China van 29 juni 2010). More on China outlines strategic plans for Xinjiang’s ‘leapfrog development’, Xinhua (20 mei 2010); Massive aid program for Xinjiang, China Daily/Xinhua/South China Morning Post (5 mei 2010); Strife-hit Xinjiang set for economic boom – concern remains over social and ethnic problems, despite huge financial programme, South China Morning Post (22 mei 2010); Massive boost for West China, China Daily (7 juli 2010); Authorities renew push to develop poor west, South China Morning Post (8 juli 2010); Xinjiang Uighur Autonomous Region: China’s central government announces economic road map for Xinjiang province, Global Insight, Country Intelligence-Analysis (21 mei 2010); Reuters (20 mei 2010). Xinjiang at centre of fact-finding missions, South China Morning Post (18 mei 2010). Beijing sets out 10-year strategy to end poverty in Xinjiang, South China Morning Post (21 mei 2010).
10
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
het bijzonder op de ontwikkeling van het zuiden van Xinjiang, het armste gedeelte van de regio, waar het merendeel van de Oeigoeren woonachtig is.29 Daarnaast kondigde China’s State Administration for Industry and Commerce (SAIC) een initiatief aan om buitenlandse investeringen aan te trekken voor iedere sector van de economie in Xinjiang, met name fabrieken, landbouw, technologie en diensten.30 In haar streven de economische groei in Xinjiang aan te jagen, heeft de Chinese centrale overheid besloten dat de oasestad Kashgar in het westen van Xinjiang het centrum zal worden van een geplande speciale economische zone naar het voorbeeld van de in 1979 in het leven geroepen speciale economische zone Shenzhen aan de grens met Hongkong.31 In mei 2010 vond in Peking onder voorzitterschap van president Hu Jintao de Central Work Conference on Xinjiang plaats. Deze conferentie waar een nieuwe sociaal-economische koers inzake Xinjiang werd besproken, werd bijgewoond door alle leden van het Politbureau, verschillende ministers en regionale partijleiders. In opvolging van deze conferentie beloofde de Chinese president dat in 2015 het bruto product in Xinjiang in de buurt zal komen van het gemiddelde Chinese bruto nationale product. Oeigoeren vrezen dat de plannen van de Chinese autoriteiten voor een snellere sociaal-economische ontwikkeling van Xinjiang slechts Han-Chinese migranten ten goede zullen komen en de instroom van HanChinese migranten zal vergroten.32
3
Politieke ontwikkelingen Tijdens zijn eerste ontmoetingen begin mei 2010 met vertegenwoordigers van de Xinjiang Regional Military Area, de Regional Armed Police Force, het Production and Construction Corps en de Regional Chinese People’s Political Consultative 29
30
31 32
Beijing sets out 10-year strategy to end poverty in Xinjiang , South China Morning Post (21 mei 2010); Anti-poverty drive is winning, but there’s a long way to go, South China Morning Post (12 juli 2010). Op 24 juli 2010 kondigden de autoriteiten in Xinjiang aan dat vanaf 1 juni 2010 de maandelijkse ondersteuning voor stedelijke ingezetenen met een laag inkomen wordt verhoogd met 30 yuan ($4,4 ) tot 185 yuan per persoon. Hiervan kunnen zo’n 645.000 personen profiteren. Tegelijkertijd zal de maandelijkse subsidie voor de 1,3 miljoen ingezetenen op het platteland met een laag inkomen verhoogd worden van 65 yuan tot 75 yuan. Om in Xinjiang in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie dient het maandelijkse inkomen in de stad beneden de 138 yuan te liggen, en op het platteland beneden de 70 yuan. (Xinhua (26 juli 2010) http://myinsight.ihsglobalinsight.com (geraadpleegd op 6 juli 2010); Xinjiang Uyghur Autonomous Region: Ambitious plan to attrack FDI launched in China’s Xinjiang, Global Insight, Country Intelligence-Analysis (28 juni 2010). http://chinadigitaltimes.net. Muslim leader urges sensitivity in Xinjiang, AFP (22 juni 2010); Die Chinezen hier, het zijn net sprinkhanen, Volkskrant (23 augustus 2010); Beijing sets out 10-year strategy to end poverty in Xinjiang, South China Morning Post (21 mei 2010); Tensions linger a year after bloody clashes, South China Morning Post (5 juli 2010).
11
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Conference benadrukte de nieuwbenoemde partijsecretaris van Xinjiang, Zhang Chunxian,33 dat ‘the battle against separatist forces in Xinjiang is severe, complex and intense, while the basis for maintaining stability remains fragile.’ Hij riep zijn toehoorders op: ‘Please make an all-out effort in preventing and combating various separatist and sabotage activities, particularly those in relation to the ‘three forces’ of terrorism, separatism and extremism.34 Op 5 juli 2010, precies een jaar na de rellen van juli 2009,35 patrouilleerden Chinese veiligheidstroepen,36 bestaande uit gewapende politie en antioproereenheden, in formatie door de straten van Urumqi.37 Daarbij werden vooral gebieden in de stad doorkruist waar veel Oeigoeren wonen. Tegelijkertijd werd in de periode van 20 juni tot en met 20 juli 2010 door politie en veiligheidsdiensten in Urumqi een uitgebreide campagne gehouden waarbij gecontroleerd werd op het bezit van wapens, munitie, explosieven en drugs.38 Daaraan voorafgaand werden nog massale anti-oproeroefeningen gehouden, waarbij meer dan 1.000 man politie, anti-terreureenheden, special forces en paramilitaire politie betrokken waren.39 Ook werd gedurende de periode van 14 juni tot en met 14 augustus 2010 in Urumqi huis-aan-huis gecontroleerd of bewoners hetzij een hukou40 dan wel een residential certificate of temporary resident certificate (in het Chinees:
33
34
35
36
37
38
39 40
Zhang Chunxian volgde in mei 2010 Wang Lequan op als partijsecretaris van Xinjiang. Zie ook Beijing seeks a fresh start in Xinjiang, www.atimes.com (17 mei 2010); China: New leaders but Xinjiang will simmer, Oxford Analytica (11 mei 2010); China: China replaces hardline Xinjiang party chief, Global Insight, Country Intelligence-Analysis (26 april 2010). Xinjiang’s dovish leader shows his claws, South China Morning Post (11 mei 2010); China: Uyghur held, boss vows crackdown, Radio Free Asia (10 mei 2010). Zie ook paragraaf 3.5.2 van het algemeen ambtsbericht van 29 juni 2010. Zie ook We pikken hun meiden in, zeggen ze, Amnesty International, Wordt Vervolgd, nr. 7/8 (juli/augustus 2010); After the disturbances in Urumqi – persecution of Uyghurs in China continues, Uyghur Human Rights Project, report nr. 62 (mei 2010); A year on from Xinjiang riots, ethnic divisions are ‘greater than ever’, guardian.co.uk (5 juli 2010); Xinjiang riots: one year on, Uyghur and Han fears still run deep – security forces boost in China’s north-west region as economic stress divides ethnic groups, guardian.co.uk (5 juli 2010). Naast Han-Chinese veiligheidstroepen zijn er ook zogeheten Oeigoerse Joint Defence Forces in Xinjiang actief. Er bestaat onder de Oeigoeren veel rancune jegens deze ‘overlopers’ die als taak hebben hun Oeigoerse medeburgers in de gaten te houden en de veiligheidsdiensten te informeren als zij onraad bespeuren. China: Ethnic tensions remain high one year on from riots in China’s Xinjiang, Global Insight, Country Intelligence-Analysis (5 juli 2010); Show of force on anniversary of bloodshed, AP (5 juli 2010); Urumqi ‘tense’ around anniversary, Radio Free Asia (7 juli 2010); Uyghur students sent home, Radio Free Asia (14 juni 2010). Zhongguo Tongxun She (ZTS), een in Hongkong gevestigd nieuwsagentschap (17 juni 2010); www. Google.com (21 juni 2010). AFP (11 juni 2010); South China Morning Post (SCMP) (12 juni 2010). Zie ook paragraaf 3.3.5 van het algemeen ambtsbericht China van 29 juni 2010.
12
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
zanzhuzheng)41 hadden.42 Personen die volgens de autoriteiten niets te zoeken hadden in Xinjiang, werd verzocht de regio te verlaten. De actie leek zich voornamelijk op non-permanent residents te richten. Als gevolg van een zogenaamde strike hard campaign van november 2009 zijn in december 2009 volgens een bron 94 personen opgepakt. Over de etniciteit is niets bekend. Het vermoeden bestaat dat de meesten van hen nog vastzitten. Over een eventuele vrijlating is niets bekend. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn volgens een bron nog steeds van kracht. Meer dan 130.000 soldaten die in verband met de onlusten van juli 2009 vanuit andere provincies naar Xinjiang werden aangevoerd, zijn vanwege veiligheidsredenen nog ter plekke aanwezig. Overal waar Oeigoerse leefgemeenschappen zijn, is de aanwezigheid van Chinees veiligheids- en politiepersoneel voelbaar. Telefoongesprekken worden volgens een bron geregeld afgeluisterd, met name de gesprekken met Oeigoeren die zich in het buitenland ophouden. Op het platteland, in de steden, toegangswegen tot steden, en overal waar concentraties van Oeigoeren zich ophouden zijn controleposten te vinden, met name in het zuiden van Xinjiang, en in de steden Kashgar, Hotan, Aksu, Korla, Turpan, Ghulja (Yining) en Urumqi. Deze worden bemand door Chinees militair/burgerlijk veiligheidspersoneel met volledige bewapening. Er zijn aanwijzingen dat aan de hand van video-opnamen gemaakt tijdens de onlusten in juli 2009 nog altijd Oeigoeren worden opgepakt.43 Aan de hand van deze video-opnamen zouden volgens een bron de Chinese autoriteiten een lijst van ‘criminal suspects for arrest’ hebben opgesteld, beschikbaar voor het gehele 41
42
43
Het gaat hierbij om een document dat men bij het lokale politiebureau krijgt wanneer men tijdelijk (in verband met bezoek, werk, medische behandeling en dergelijke) in een andere plaats verblijft dan waar men volgens de hukou woont. Buitenlanders moeten zich altijd bij het lokale politiebureau registreren (als men in een hotel verblijft, regelt het hotel dit). Voor Chinese burgers varieert de regelgeving. Met name in grote steden (waaronder Urumqi, maar ook Peking, Shanghai, enzovoort) moet men zich registreren. Het kan dan gaan om een verblijf van (zeer) tijdelijke aard, bijvoorbeeld een aantal dagen logeren bij familie. In de praktijk houdt lang niet iedereen zich aan deze registratieplicht. Dat is anders voor bijvoorbeeld migrantenarbeiders in de grote stad,die met een residential certificate kunnen aantonen dat zij er legaal verblijven, wat van belang is voor het zoeken naar werk, het regelen van accommodatie, het opzetten van een onderneming, enzovoorts). In de hukou staat de permanente verblijfplaats vermeld, en in een residential certificate de tijdelijke verblijfplaats (en het is tevens een bewijs dat men bekend is bij de lokale politie). South China Morning Post (14 juni 2010); Uyghur students sent home, Radio Free Asia (14 juni 2010); Hukou blitz in lead-up to Xinjiang anniversary, South China Morning Post (14 juni 2010). China: New details on arrests, Radio Free Asia (26 mei 2010).
13
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Chinese veiligheidsapparaat.44 Overal in Xinjiang zouden volgens een bron arrestatiebevelen zijn uitgevaardigd, met name in Urumqi en andere steden in het zuiden van Xinjiang zoals Kashgar en Hotan, om personen die op deze lijst zouden voorkomen en die zich schuil houden of op de vlucht zijn, aan te houden. Iedereen die op de video-opnamen voorkomt, zou volgens een bron in principe verdacht zijn. Huizen zouden worden doorzocht en familieleden van gezochte Oeigoeren zouden volgens een bron worden lastiggevallen, mishandeld, onder druk gezet om informatie te verstrekken of in sommige gevallen als medeplichtige meegenomen voor verder verhoor. Het is niet duidelijk wat er vervolgens met hen gebeurt. Of er in verband met de onlusten in juli 2009 in de periode waarop dit ambtsbericht betrekking heeft, nog nieuwe arrestatiebevelen zijn uitgevaardigd, is niet bekend. Er zijn geen aanwijzingen dat Xinjiang de komende tijd voor toeristen of andere reizigers gesloten zal zijn. Sinds de onlusten van 2009 is er meer cameratoezicht in Xinjiang.45 Van officiële zijde werd gemeld dat in Urumqi door de gehele stad 40.000 bewakingscamera’s waren opgesteld,46 met name in Oeigoerse wijken en langs de doorgaande wegen. Ze zijn onder andere gericht op in- en uitritten van zijstraten en steegjes, op warenhuizen en moskeeën. In Urumqi zouden in meer dan 3.000 bussen surveillancecamera’s en GPS-systemen zijn geplaatst. Ook taxi’s lijken standaard uitgerust met een camera. Ondanks de voortdurende spanning tussen Oeigoeren en Han-Chinezen, waren er in juli 2010 geen tekenen van onrust in de stad.47 De straten bleven rustiger dan gewoonlijk. Waarnemers merkten op dat de chaos van een jaar eerder in Xinjiang plaats had gemaakt voor de vrees om negatief de aandacht van de Chinese autoriteiten op zich te vestigen.48 Indien men na de rellen van juli 2009 gezien werd te praten met (buitenlandse) journalisten zou dit volgens een bron hebben kunnen leiden tot ondervraging,
44
45
46
47 48
Er zou een lijst van vijftien meest gezochte personen openbaar zijn gemaakt. Deze informatie kon niet worden bevestigd. Cameratoezicht wordt ook elders in China toegepast. In de stad Peking zouden er zo’n 400.000 camera’s zijn. Washington Post (2 juli 2010). Volgens de autoriteiten zullen dit er eind 2010 60.000 zijn (In Restive Chinese area, cameras keep watch, The New York Times (2 augustus 2010); Tight surveillance in Xinjiang as riot anniversary nears, China Daily (3 juli 2010). Hatred ‘simmers’ in Urumqi, Radio Free Asia (8 juli 2010). One year later, China’s crackdown after Uyghur riots haunts a homeland, www.washingtonpost..com (14 juni 2010).
14
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
ondertoezichtstelling of soms hechtenis voor onbepaalde tijd.49 Later in 2010 zou het op dit punt volgens een andere bron wat meer ontspannen zijn geworden.
4
Mensenrechten
4.1
Algemeen Vooral sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de VS treden de Chinese autoriteiten hard op tegen separatisten en Oeigoeren die de staatsveiligheid in gevaar zouden brengen met illegale (religieuze) activiteiten. Met name moslims ondervinden ernstige beperkingen ten aanzien van het belijden van hun godsdienst. Dit is een gevolg van een beleid waarbij bezorgdheid inzake separatisme, religieus extremisme en terrorisme tevens leidt tot verscherpt toezicht op vreedzame uitingen van politieke meningsvorming en godsdienstbeleving.50
4.2
Etnisch geweld juli 2009 Het etnische geweld brak op 5 juli 2009 uit toen enkele duizenden Oeigoeren vreedzaam demonstreerden in de hoofdstad Urumqi.51 De uitbarsting volgde op jaren van oplopende spanningen met Han-Chinezen die de afgelopen decennia, daartoe aangespoord door financiële premies van de Chinese overheid, met miljoenen naar Xinjiang waren geëmigreerd. Oeigoeren voelen zich door de komst van zoveel Han-Chinezen bedreigd in hun bestaan. Zij voelen zich economisch achtergesteld en klagen dat hun culturele en religieuze identiteit verloren gaat.52
49
50
51
52
One year later, China’s crackdown after Uyghur rionts haunts a homeland, www.washingtonpost.com (14 juni 2010). International Religious Freedom Report 2010-China (includes Tibet, Hong Kong, Macau), US Department of State (17 november 2010); 2009 Human Rights Report: China (includes Tibet, Hong Kong, and Macau), US Department of State (11 maart 2010); zie ook Persecution of Uyghurs in the era of the ‘war on terror’, Uyghur Human Rights Project (16 oktober 2007). Bij een soortgelijke demonstratie in de stad Ghulja (Yining) kwamen op 5 februari 1997 tientallen mensen om het leven of raakten gewond toen veiligheidstroepen het vuur openden op Oeigoerse betogers. Dezen demonstreerden tegen de sluiting van onafhankelijke religieuze scholen, het verbieden van meshreps (een traditionele vorm van gezellig bij elkaar komen), de sluiting van een plaatselijke Oeigoerse voetbalbond en hoge werkloosheidscijfers onder Oeigoeren. (Stop human rights violations against Uighurs in China, Amnesty International (5 februari 2010)). Susanne Kamerling, Onrust in China: over onbeminde en ontevreden minderheden, Internationale Spectator, juli/augustus 2010, jaargang 64 nr. 7/8; Urumtschi – eine geteilte Stadt, Frankfurter Allgemeine (6 juni 2010); Amnesty International Report 2010 – China,
15
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
In een rapport getiteld ‘Justice, justice’: The July 2009 Protests in Xinjiang, China53 over de etnische onlusten die begin juli 2009 in Xinjiang aan bijna tweehonderd mensen het leven kostten,54 stelde Amnesty International dat Chinese veiligheidstroepen excessief geweld hebben gebruikt tegen de Oeigoerse minderheid. Op basis van getuigenissen van Oeigoeren die na de onlusten uit China waren gevlucht, plaatste Amnesty International vraagtekens bij de officiële Chinese lezing van de onlusten.55 Volgens China waren de Oeigoeren verantwoordelijk voor het geweld en waren de meeste doden Han-Chinezen.56 Uit het rapport rijst een beeld op van zeer gewelddadig optreden door Chinese veiligheidstroepen (en door Han-Chinezen die daags na de aanvankelijke rellen ‘revanche’ gingen nemen, waarbij veiligheidstroepen zich afzijdig hielden), van massa-arrestaties, verdwijningen en martelingen in de nasleep van de onlusten.57 Amnesty International dringt bij China aan op een onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen.58 In oktober 2009 verklaarde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een rapport dat tientallen Oeigoeren waren verdwenen na hun arrestatie tijdens de onlusten.59 Volgens deze organisatie waren 43 mannen en jongens, die door de politie in de stad Urumqi werden aangehouden, verdwenen en dat aantal was volgens Human Rights Watch het topje van de ijsberg. Een duizendtal mensen zou zijn opgepakt, waarvan mogelijk honderden op gewelddadige wijze zijn meegenomen. Volgens officiële Chinese cijfers werden ten minste 198 personen veroordeeld in processen die volgens Amnesty International niet voldeden aan internationaal daartoe aanvaarde standaarden met betrekking tot procesvoering en bewijs. Negen mensen werden ter dood gebracht en ten minste zesentwintig personen werden ter dood veroordeeld.
53
54 55
56
57
58
59
Amnesty International (28 mei 2010); 2009 Human Rights Report: China (includes Tibet, Hong Kong, and Macau), US Department of State (11 maart 2010). Amnesty International, Index: ASA 17/027/2010 van 2 juli 2010; Uyghur professor battles for his people, South China Morning Post (31 mei 2010). Zie ook paragraaf 3.5.2 van het algemeen ambtsbericht China van 29 juni 2010. Tot eenzelfde conclusie komt het Uyghur Human Rights Project in het rapport Can anyone hear us?- Voices from the 2009 unrest in Urumqi (1 juli 2010). Volgens de Chinese autoriteiten kwamen 197 personen om het leven, van wie 156 personen omschreven werden als onschuldige personen, onder wie 134 etnische Han-Chinezen, 11 Hui, 10 Oeigoeren en 1 Mantsjoe. Zie ook het rapport Can anyone hear us? – Voices from the 2009 unrest in Urumqi, Uyghur Human Rights Project (1 juli 2010). New testimonies reinforce call for China to investigate Xinjiang riots, Amnesty International (2 juli 2010). We are afraid to even look for them – Enforced disappearances in the wake of Xinjiang’s protests, Human Rights Watch (New York, 20 oktober 2009).
16
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
In 2009 zijn verschillende Oeigoeren naar aanleiding van de onlusten van juli 2009 ter dood veroordeeld; sommigen zijn daadwerkelijk geëxecuteerd. Over de rechtszaken is weinig tot geen informatie naar buiten gebracht. Op 23 februari 2011 keurde het Chinese Hooggerechtshof het doodvonnis goed tegen vier Oeigoeren60 die tussen augustus en november 2011 verschillende terroristische aanslagen zouden hebben gepleegd. Twee andere Oeigoeren61 kregen een voorwaardelijke doodstraf, die in de praktijk bij goed gedrag in levenslange gevangenisstraf zou kunnen worden omgezet.62 In december 2009 vroeg mevrouw Gay Mc Dougall de Chinese regering om in haar hoedanigheid van United Nations Independent Expert on Minority Issues een officieel bezoek te mogen brengen aan China, met inbegrip van Xinjiang.63 De Chinese regering heeft tot op heden niet officieel gereageerd op het verzoek van de VN. In oktober 2010 heeft VN Secretaris-Generaal Ban Ki-Moon een bezoek aan China gebracht.64 Tijdens dit bezoek heeft de SG VN Xinjiang niet bezocht.
4.3
Vrijheid van godsdienst Moslims De uitoefening door de overwegend islamitische bevolking van haar religie en culturele gebruiken wordt door de Chinese overheid in Xinjiang binnen strakke kaders getolereerd.65 De autoriteiten hebben een aantal religieuze activiteiten 60 61 62
63
64
65
Turhun Turdi, Abdulla Tunyaz, Ahunniyaz Nur en Abdukerim Abdurahman. Yasin Kadeer en Ahmet Kurban. AFP (23 februari 2011); Doodvonnis tegen Oeigoeren goedgekeurd, Trouw (24 februari 2011). Persbericht Office of the High Commissioner on Human Rights (OHCHR) (22 december 2009). De Special Rapporteur on the Right to Education heeft in 2003 en de Special Rapporteur on Torture in 2005 een bezoek aan China gebracht. De Special Rapporteur on Torture heeft toen de regio Xinjiang bezocht. Een bezoek van de Special Rapporteur on Human Rights and Extreme Poverty, alsmede een bezoek van de Special Rapporteur on Freedom of Religion aan China zijn goedgekeurd, maar er zijn nog geen data voor deze bezoeken bekend. Openstaande verzoeken van andere VN Special Rapporteurs waarbij nog geen antwoord van Chinese zijde is ontvangen, betreffen de verzoeken van de Special Rapporteur on the Right to Food uit 2008, van de Special Rapporteur for Human Rights Defenders uit 2008 en 2010, van de Special Rapporteur on Adequate Housing uit 2008, van de Special Rapporteur on Health uit 2008, van de Special Rapporteur on Extrajudicial, Summary and Arbitrary Executions uit 2005 en van de Special Rapporteur on Toxic Waste uit 2005. China: Muslims face new curbs, Radio Free Asia (26 mei 2010); Amnesty International Report 2010 – China, Amnesty International (28 mei 2010); World Report 2010, Human Rights Watch (20 januari 2010); Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010); Police raid Quran group, Radio Free Asia (8 juni 2010).
17
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
verboden, waaronder het openen van particuliere scholen om religieuze teksten te bestuderen, het houden van huwelijksplechtigheden op traditionele wijze, het aanmoedigen van studenten om godsdienstoefeningen bij te wonen, het inzamelen van religieuze belasting of schenking, het drukken en verspreiden van religieuze ‘propaganda’ en bekeringsactiviteiten.66 Volgens de State Administration for Religious Affairs (SARA) zijn er in Xinjiang meer dan 18.000 moskeeën.67 De toegang tot moskeeën kan van overheidswege worden beperkt, waardoor individuele partijleden, overheidsdienaren en minderjarigen68 uit moskeeën kunnen worden geweerd.69 Imams die in China een preekvergunning willen krijgen, worden door de lokale Islamic Association getest op onder andere vaderlandslievendheid, trouw aan het socialistische systeem en het leiderschap van de Communistische Partij van China, gehoorzaamheid aan de wet, en het actief bijdragen aan nationale eenheid, etnische verbroedering en maatschappelijke stabiliteit. Imams en andere religieuze leiders worden door lokaal veiligheidspersoneel in de gaten gehouden. Imams verbonden aan moskeeën dienen maandelijks overleg te hebben met functionarissen van het Religious Affairs Bureau en het Public Security Bureau, waarbij ze advies krijgen over de inhoud van hun preken in de moskee.70 Indien men dit nalaat, kan dit tot ontslag of hechtenis van de desbetreffende imam leiden.71 Bekend is dat in het verleden inspecties hebben plaatsgevonden van moskeeën en religieuze ontmoetingsplaatsen teneinde illegale schriftlezingen te voorkomen. Ook werd geïnfiltreerd in religieuze groeperingen. Een moskee in de buurt van de stad Aksu werd in 2009 verwoest vanwege illegale herstelwerkzaamheden en betrokkenheid bij illegale religieuze activiteiten. Teneinde verdere verspreiding van illegale religieuze scholen tegen te gaan, vonden er ‘s avonds en ‘s nachts
66
67
68
69
70
71
International Religious Freedom Report 2010-China (includes Tibet,Hong Kong, Macau), US Department of State (17 november 2010); After the disturbances in Urumqi – persecution of Uyghurs in China continues, Uyghur Human Rights Project, report nr. 62 (mei 2010). International Religious Freedom Report 2010-China (includes Tibet, Hong Kong, Macau), US Department of State (17 november 2010). Er bestaat geen wetgeving die minderjarigen verbiedt een moskee (of een gebedshuis van een andere religie) te bezoeken. Het is in China verboden mensen te bekeren. Minderjarigen (waarbij de leeftijdsgrens op achttien jaar ligt) zijn voor de wet niet beslissingsbevoegd. In de praktijk kan het voorkomen dat mensen onder de achttien jaar geweerd kunnen worden. Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010); After the disturbances in Urumqi – persecution of Uyghur in China continues, Uyghur Human Rights Project, report nr. 62 (mei 2010). Over een maximumduur voor preken in moskeeën of in gebedshuizen van andere religies) is geen informatie bekend. Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010).
18
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
geregeld invallen plaats door veiligheidspersoneel. Als gevolg hiervan werden zeven scholen gesloten en werden 39 mensen aangehouden.72 Op 24 juli 2010 hield, tot grote woede van de plaatselijke bevolking, een plaatselijke afdeling van de Communist Party of China (CPC) een partijpolitieke bijeenkomst in een moskee in de stad Kashgar. Vijfendertig imams moesten bij die gelegenheid deelnemen aan een wedstrijd in het houden van redevoeringen met als thema Love the country, promote the homeland.73 Alle pelgrimstochten naar Mekka worden gecontroleerd door de aan de overheid gelieerde Patriotic Islamic Association.74 Pelgrims kunnen alleen in door de autoriteiten georganiseerde groepen naar Mekka reizen. Hierdoor moeten sommigen soms meerdere jaren wachten. Hoewel er in het straatbeeld veel religieuze kleding te zien is, met name in het zuiden van Xinjiang, is er sprake van een ontmoedigingscampagne tegen geïmporteerde, niet van oorsprong75 Oeigoerse religieuze kleding van Oeigoerse vrouwen.76 Via luidsprekers en in flyers wordt uitgelegd dat dit soort kleding Arabisch is en niets met de Oeigoerse cultuur van doen heeft. Plaatjes van Oeigoerse vrouwen in mantelpak dienen als voorbeeld van de moderne Oeigoerse vrouw. Het dragen van geïmporteerde religieuze kleding is niet wenselijk voor vrouwen die een overheidsfunctie bekleden. Volgens een Oeigoerse bron buiten China kunnen zelfs mannen hun baan verliezen, als hun vrouw niet juist gekleed gaat.77 Deze informatie kon niet via andere onafhankelijke bronnen worden bevestigd. De Chinese autoriteiten staan volgens een bron niet toe dat Oeigoeren uit eigener beweging religieuze scholen in Arabische landen bezoeken. Oeigoeren die dit toch hebben gedaan en aldaar religieus onderwijs hebben genoten, zouden volgens diezelfde bron in de jaren negentig van de vorige eeuw bij terugkeer in China daarvoor streng bestraft, gevangen gezet en in enkele gevallen zelfs geëxecuteerd zijn. Volgens diezelfde bron zou China enkele loyale Oeigoeren naar islamitische scholen in het Midden-Oosten voor onderwijs hebben gestuurd. Na terugkeer 72
73 74
75
76 77
Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010). Politics intrude in mosque, Radio Free Asia (3 augustus 2010). Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010). Zoals de karakteristieke, specifiek rond het gezicht gesloten hoofddoek met daarbij vaak de lange, het gehele lichaam bedekkende pij, zoals die bijvoorbeeld vaak in streng islamitische gemeenschappen in het Midden-Oosten, Iran en Pakistan wordt gedragen. Ban on ‘religious’ clothing, Radio Free Asia (24 september 2010). Ban on ‘religious’ clothing, Radio Free Asia (24 september 2010).
19
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
zouden zij belangrijke functies bij moskeeën en islamitische organisaties in China hebben gekregen. Bij de plaatselijke bevolking zouden deze ‘communistische mullahs’ worden gewantrouwd. Christenen Het aantal christenen woonachtig in Xinjiang is onbekend. Er is in Xinjiang net als in de rest van China sprake van tolerantie ten opzichte van religieuze activiteiten van officieel geregistreerde kerken.78 Katholieken en protestanten die onafhankelijk van deze twee staatskerken hun geloof wensen te belijden, overtreden de wet. De mogelijkheid tot godsdienstbeoefening van nietgeregistreerde kerken is afhankelijk van de opstelling van de lokale autoriteiten. De plaatselijke politie en functionarissen van het Religious Affairs Bureau kregen in 2007 de opdracht christenen in Xinjiang goed in de gaten te houden en te waken voor buitenlandse infiltratie en sabotage.79 In mei 2007 werden als gevolg hiervan 30 leiders van huiskerken aangehouden op verdenking van contact met buitenlandse religieuze leiders. De arrestanten werden mishandeld en geslagen alvorens weer te worden vrijgelaten.80 In april 2008 werden 46 christenen aangehouden tijdens een eredienst in een huiskerk. Zij moesten een boete betalen, handboeken inzake godsdienstig beleid van de overheid bestuderen en kregen 15 dagen administratieve detentie opgelegd.81 Ook thans staat in Xinjiang evenals in de rest van China de positie van leden van christelijke ondergrondse huiskerken onder druk. Omstreeks kerstmis 2009 zouden onder andere in Xinjiang christenen zijn opgepakt wegens deelname aan illegale bijeenkomsten. Volgens informatie afkomstig van de ngo China Aid Association is huiskerkleider Alimjan Yimit (Alimujiang Yimiti in het Chinees) in Xinjiang in juli 2009 veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf wegens het doorgeven van staatsgeheimen aan buitenlandse organisaties. Volgens het in Washington gevestigde evangelische dagblad Christian Post hebben de autoriteiten in Xinjiang hem begin 2010 overgebracht van een gevangenis in Kashgar naar een gevangenis in de hoofdstad Urumqi.82 Ook mochten op 20 april 2010 zijn familieleden hem voor het eerst 78
79
80
81
82
De door de Chinese overheid erkende christelijke kerken zijn de Chinese Catholic Patriotic Association en de protestantse Three-Self Patriotic Movement/Chinese Christian Council. Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010). Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010). Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010). `www.christianpost.com.
20
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
sinds zijn arrestatie in januari 2008 bezoeken. Zijn vrouw Gulnur (Gulinuer in het Chinees) en andere familieleden mogen hem een keer per maand bezoeken. Alimjan en Gulnur gingen voor in een huiskerk voor etnische Oeigoeren, voordat Alimjan werd gearresteerd. Hoewel de eerste beschuldigingen tegen Alimjan luidden het aanzetten tot separatisme en het lekken van staatsgeheimen, bleek de werkelijke aanklacht verband te houden met het feit dat hij gesproken had met bezoekende christenen uit de VS.83 Het Kashgar Intermediate Court bevond hem op 27 oktober 2009 schuldig aan het lekken van staatsgeheimen en veroordeelde hem tot 15 jaar gevangenisstraf. In hoger beroep bevestigde het People’s High Court van Xinjiang op 16 maart 2010 het oorspronkelijke vonnis. Advocaten die Alimjan juridisch hebben bijgestaan, zijn voornemens zijn zaak in beroep voor te leggen aan het Beijing Supreme Court. Van twee advocaten uit zijn verdedigingsteam werd echter de vergunning die zij nodig hebben voor het uitoefenen van hun beroep, niet verlengd.
4.4
Vrijheid van meningsuiting Met name na de onlusten van juli 2009 staan volgens een bron vrijheid van meningsuiting en persvrijheid in Xinjiang ernstig onder druk. Iedere vorm van kritiek vanuit de bevolking op de Chinese autoriteiten blijft omwille van de eigen veiligheid achterwege. Gesprekken met buitenlandse journalisten worden door de bevolking gemeden. Het is in geheel China (dus ook voor Oeigoeren) niet toegestaan, volgens een Oeigoerse bron buiten China, te spreken over de onlusten van juli 2009 en de nasleep ervan, en over alles wat schade kan toebrengen aan de eendracht tussen de verschillende etnische bevolkingsgroepen van China. Deze laatste informatie kon niet via andere onafhankelijke bronnen worden bevestigd. Op 23 juli 2010 werd de Oeigoerse journalist Hairat (ook bekend als Hailaite of Gheyret) Niyaz84 door een rechtbank in Urumqi vanwege staatsgevaarlijke activiteiten tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld.85 Hairat, beheerder van de website Uygurbiz en journalist bij de Xinjiang Economic Daily, was in oktober 2009 gearresteerd, omdat hij volgens de politie te veel interviews zou hebben 83
84
85
Alimjan was werkzaam voor twee buitenlandse bedrijven. Deze werden in september 2007 gesloten en Alimjan werd beschuldigd dat hij deze bedrijven gebruikte als dekmantel om het christendom onder de Oeigoeren te verspreiden. Naast journalist is Hairat Niyaz ook beheerder van Uyghurbiz, een website die ervan werd beschuldigd de onlusten van juli 2009 te hebben uitgelokt. China sentences Uyghur journalist to 15-year prison term, Amnesty International (23 juli 2010); Boss of Uyghur website faces trial on state security count, South China Morning Post (23 juli 2010); Reuters (23 juli 2010)/Uyghur Human Rights Project (http://www.uhrp.org) (23 juli 2010).
21
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
gegeven. Daarin zou hij nader zijn ingegaan op toenemende klachten bij de uitvoering van het tweetalig onderwijsbeleid. Ook zou hij een toenemende lokale onvrede hebben vertolkt tegen tewerkstellingsinitiatieven van de Chinese overheid, waarbij jonge Oeigoeren, voornamelijk vrouwen, naar fabrieken in stedelijke gebieden in het oosten van China werden gestuurd om daar te werken.86 Tijdens zijn proces werd hem het recht ontzegd te worden vertegenwoordigd door een advocaat van eigen keuze. Slechts één familielid, zijn vrouw, mocht het proces waarin Hairat Niyaz stelde geen enkele wet te hebben overtreden, maar slechts zijn plicht als burger en journalist te hebben gedaan - bijwonen.87 In Hongkong kunnen Oeigoeren vrijuit handelen en demonstreren. Er is voor zover bekend geen Oeigoerse organisatie actief in Hongkong. 4.5
Internet Het internet wordt door de lokale bevolking van Xinjiang steeds meer gebruikt om nieuws te verspreiden en gesprekken aan te gaan. De Chinese autoriteiten proberen ook in Xinjiang het gebruik van internet te controleren en beheersbaar te maken door de verspreiding van nieuwsberichten te kanaliseren, en onwelgevallige publicaties tegen te gaan en internetsites te sluiten.88 In de nasleep van de eerder genoemde onlusten, waarbij nieuwe media - en met name social network sites een katalyserende rol zouden hebben gespeeld, werd het internet in Xinjiang platgelegd. Pas in mei 2010 werd in Xinjiang het internet weer grotendeels opengesteld, zij het met de gebruikelijke Chinese beperkingen.89 Zo zijn websites als Twitter, Facebook en YouTube in heel China nog altijd geblokkeerd. De meeste websites in het Mandarijn zijn thans weer toegankelijk in Xinjiang.90 Dit is niet het geval met websites in het Oeigoers. Slechts ‘onschuldige’ websites met informatie over films, lokale autoriteiten, etc. zijn toegankelijk. Het merendeel van de populaire websites in het Oeigoers (zoals Uyghurbiz, Diyarim.com, Salkin, Shabnem en Orkhum) zijn (nog) niet toegankelijk, omdat zij door de autoriteiten zijn geblokkeerd of gesloten.91
86
87
88
89 90 91
Zie ook Deception, pressure and threats: the transfer of young Uyghur women to eastern China, Uyghur Human Rights Project (8 februari 2008). China sentences Uighur journalist to 15-year prison term, Amnesty International (23 juli 2010). Amnesty International Report 2010 – China, Amnesty International (28 mei 2010); World Report 2010, Human RightsWatch (20 januari 2010). Xinjiang plugs back into the online world, htttp://www.chinadaily.com (17 mei 2010). http://www.peacehall.com/news/gb/china/2010/07/201007111352.shtml (Chineestalig). http://www.peacehal.com/news/gb/china/2010/07/201007111352.shtml (Chineestalig); China: Xinjiang online, controls remain, Radio Free Asia (19 mei 2010).
22
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Net als in heel China moeten alle bezoekers van internetcafés in Xinjiang, voordat zij een computer mogen gebruiken, vooraf hun identiteitsbewijs laten zien en naam en adres laten registreren. Volgens een Oeigoerse organisatie buiten China moeten eigenaars van internetcafés aan de autoriteiten doorgeven wanneer bezoekers verboden websites bezoeken of verdachte berichten doorgeven op internet. Volgens diezelfde Oeigoerse organisatie weigeren sommige Chinese internetcafés sinds juli 2009 Oeigoeren de toegang. Dilshat Perhat, Nureli en Nijat Azat, websitebeheerders van de Oeigoerstalige internetsites Diyarim, Salkin en Shabnam, werden eind juli 2010 in Urumqi veroordeeld tot respectievelijk vijf, drie en tien jaar gevangenisstraf op beschuldiging van het in gevaar brengen van de nationale veiligheid. Zij behoren, evenals de in paragraaf 4.4 vermelde Hairat Niyaz, tot een groep Oeigoerse journalisten, bloggers, en websitebeheerders, die in verband met de onlusten van juli 2009 zijn aangehouden.92 Op 1 april 2010 werd websitebeheerster Gulmire Imin achter gesloten deuren tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld op beschuldiging van het onthullen van staatsgeheimen, het zonder toestemming organiseren van een demonstratie en separatisme. Nadat zij een aantal gedichten op verschillende Oeigoerse websites had geplaatst, werd Gulmire Imin gevraagd beheerder van de Oeigoerse website Salkin te worden. Op 14 juli 2009 werd zij gearresteerd. Haar familie ontving geen enkel officieel document over haar arrestatie.93 4.6
Rechtsgang Volgens mensenrechtenorganisaties vinden er oneerlijke processen in Xinjiang plaats.94 Vonnissen van rechtbanken worden volgens hen beïnvloed door politieke machinaties. Aangeklaagden worden vaak niet in staat gesteld de hulp van een advocaat naar eigen keuze in te roepen, maar krijgen er een aangewezen door de desbetreffende rechtbank. Toegang van familie en advocaten tot de aangeklaagde is vaak summier. Familie krijgt vaak onvoldoende informatie over het tijdstip van het voorkomen van de zaak van hun familielid. Hen wordt vaak de toegang tot de rechtszaal ontzegd. Bekentenissen verkregen door gebruik van foltering worden nog steeds gebruikt als bewijs voor de rechter.
92 93
94
AFP/Radio Free Asia (29 juli 2010); Reuters (30 juli 2010). Uyghur Human Rights Project (http://www.uhrp.org) (23 juli 2010); Uyghur web moderator gets life, Radio Free Asia (8 augustus 2010). Amnesty International Report 2010 – China, Amnesty International (28 mei 2010); World Report 2010, Human Rights Watch (20 januari 2010); Zie ook A report of violations of the Convention for the elimination of racial discrimination (CERD) by the People’s Republic of China against the Uyghur people, World Uyghur Congress (1juni 2009).
23
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
In verband met de demonstraties en de daaropvolgende onlusten in Urumqi in juli 2009 werd de 18-jarige Noor-Ul-Islam Sherbaz op 13 april 2010 door het Aksu Intermediate People’s Court tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.95 De rechtszitting duurde een half uur. Betrokkene, die voor de rechtbank werd vertegenwoordigd door een door de rechtbank aangewezen advocaat, is tegen dit vonnis in beroep gegaan. Alleen zijn moeder mocht tijdens de rechtszaak aanwezig zijn. De rechtbank achtte hem op grond van videobeelden schuldig aan moord en het uitlokken van een incident (artikelen 232 en 293 wetboek van Strafrecht). Hij werd sinds 27 juli 2009 incommunicado vastgehouden. De politie had zijn familie verteld dat hij was gearresteerd vanwege zijn vermoedelijke deelname aan demonstraties in Urumqi op 5 juli 2009 en omdat een jongen van zijn postuur werd verdacht van het gooien van stenen. Volgens Amnesty International is zijn proces oneerlijk verlopen. Zijn bekentenis is vermoedelijk als gevolg van marteling verkregen.96 Over de omstandigheden in gevangenissen en re-education through labour (RTL)heropvoedingskampen in Xinjiang is niets bekend, maar er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat deze verschillen van de situatie elders in het land. 4.7
Bewegingsvrijheid Actuele, betrouwbare gegevens uit verschillende bronnen bleken in de praktijk moeilijk te vinden. De informatie in deze paragraaf is voor een belangrijk deel afkomstig van een Oeigoerse organisatie buiten China en kon niet via andere onafhankelijke bronnen worden bevestigd. Reizen binnen Xinjiang In Xinjiang dient men buitenshuis in het bezit te zijn van een geldige nationale identiteitskaart, die - indien daarom wordt gevraagd door de autoriteiten - getoond moet worden. Dit geldt voor Oeigoeren en Han-Chinezen. Bij het instappen in het openbaar vervoer of het bezoeken van winkels kunnen Oeigoeren en hun bagage extra worden gecontroleerd. Indien er een incident plaatsvindt, worden alle ter plekke aanwezige Oeigoeren door de politie gecontroleerd. Han-Chinezen zouden veelal ongestoord hun weg kunnen vervolgen. Bij reizen binnen Xinjiang (zoals ook daarbuiten) dient men in het bezit te zijn van een geldige nationale identiteitskaart en/of paspoort, die getoond moet(en) worden indien daarom door de autoriteiten wordt gevraagd. Dit geldt voor Oeigoeren en Han-Chinezen. Op lange afstandsbussen in Xinjiang zouden met name Oeigoeren 95
96
China: Life sentence for 18-year-old, unfair trial, Amnesty International, 336/09 Index: ASA 17/017/2010 (23 april 2010). China: Life sentence for 18-year-old, unfair trial, Amnesty International, 336/09 Index: ASA 17/017/2010 (23 april 2010).
24
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
gecontroleerd worden door de veiligheidsdiensten. Dit gebeurt ook bij talloze controleposten op de wegen, met name in het zuiden van Xinjiang, en op treinstations en vliegvelden. Voor reizen binnen Xinjiang hebben Oeigoeren geen toestemming nodig van de autoriteiten, tenzij men gevangen zou hebben gezeten als ‘contra-revolutionair’ of ‘separatist’ of indien men reist voor religieuze redenen. Sinds de onlusten van juli 2009 zouden de autoriteiten (arme) Oeigoerse boeren in het zuiden hebben verboden om naar het noorden, met name naar Urumqi, te reizen op zoek naar werk en huisvesting. Reizen buiten Xinjiang Voor reizen buiten Xinjiang maar binnen China hebben Oeigoeren geen toestemming van de autoriteiten nodig, mits men bij het aanschaffen van tickets voor de trein of het vliegtuig voldoende legitieme redenen heeft om te reizen. HanChinezen ondervinden nauwelijks beperkingen bij het reizen binnen of buiten Xinjiang. Reizen buiten China Oeigoeren ondervinden vaker problemen met het verkrijgen van paspoorten dan Han-Chinezen, waardoor de mogelijkheid naar het buitenland te reizen beperkt wordt.97 De weigering om uit te laten reizen kan zich ook manifesteren op het moment dat iemand zich met alle benodigde reisdocumenten bij de paspoortcontrole op het vliegveld meldt. Een uitzondering op de regel dat het voor Oeigoeren uit Xinjiang moeilijk is om een paspoort te krijgen, geldt voor Oeigoerse studenten, die studeren buiten Xinjiang in het oosten van China en die in het bezit zijn van een hukou (huishoudregistratieboekje) die tijdelijk geregistreerd is in het oosten van China. Sinds 5 juli 2009 schijnt de overheid naar het lijkt zonder opgaaf van reden de uitgifte van paspoorten aan Oeigoeren afkomstig uit Xinjiang verder te beperken.98 Veel jonge Oeigoeren afkomstig uit Xinjiang, die waren toegelaten tot
97
98
International Religious Freedom Report 2010-China (includes Tibet, Hong Kong, Macau), US Department of State (17 november 2010); ‘No passports’ for Uyghurs, Authorities curtail travel for ethnic minorities in northwest China, Radio Free Asia (10 september 2010). Ingevolge artikel 13 van de Passport Law the passport issuing authority shall refuse to issue a passport if the applicant: (1) does not possess the nationality of the People’s Republic of China; (2) cannot prove his identity; (3) practices fraud in the course of application; (4) is punished for a crime and is serving a sentence; (5) is not allowed to leave the country because of an unsettled civil case, as is notified by a people’ court; (6) is a defendant in a criminal case or a criminal suspect; or (7) is a person who the relevant competent department of the State Council believes will undermine national security or cause major losses to the interests of the State.
25
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
buitenlandse universiteiten, of zakenmensen moesten van hun plannen om naar het buitenland te reizen afzien, omdat de autoriteiten weigerden hen een paspoort te verstrekken.99 Om diezelfde reden moesten veel Oeigoerse moslims uit Xinjiang een bedevaart naar Mekka opgeven. In verband met een bijeenkomst van een internationaal panel inzake de Turkse cultuur in april 2010 in Izmir (Turkije) aan de Ege universiteit hadden de organisatoren vier academici uit Urumqi en zes uit Peking uitgenodigd. Slechts vier academici van de Central University for Nationalities in Peking kregen van de Chinese autoriteiten toestemming de bijeenkomst bij te wonen. De overigen, onder wie de Oeigoerse econoom Ilham Tohti die colleges verzorgt aan de eerdergenoemde universiteit in Peking, kregen niet de benodigde toestemming. 100 Er zijn berichten dat de autoriteiten paspoorten die al aan Oeigoeren waren verstrekt, weer hebben ingenomen. In de praktijk werden veel paspoorten die aan Oeigoeren waren verstrekt, al sinds 2006 ingenomen. Veel Oeigoeren die in het buitenland verblijven, durven niet naar China terug te keren uit vrees voor een confiscatie van hun paspoort. Fraude (en omkoping) bij het verkrijgen van een paspoort, een identiteitskaart of een visum kan niet worden uitgesloten, hoewel daarover geen concrete informatie voorhanden is. De ervaring leert dat Chinezen (waaronder ook Oeigoeren) die (ver)vals(t)e documenten gebruiken, in beginsel uitreizen met de juiste documenten. Pas nadat men China heeft verlaten komen de (ver)vals(t)e documenten ‘tevoorschijn’, die men ofwel bij vertrek reeds bij zich droeg, ofwel krijgt aangereikt op het eerstvolgende transitpunt. Han-Chinezen ondervinden daarentegen naar verluidt nauwelijks tot geen problemen bij het aanvragen van een paspoort.101 Binnen twee tot vier weken worden zij in het bezit van een rechtsgeldig paspoort gesteld.102
99
100 101
102
De Chinese overheid kan zich daarbij baseren op artikel 8 van de Law on the Control of the Exit and Entry of Citizens: ‘persons whose exit from the country, in the opinion of the competent department….[would] be harmful to state security or cause a major loss to national interest’ may be banned from leaving the country. China: Uyghur barred from travel, Radio Free Asia (19 april 2010). A report of violations of the Convention for the elimination of racial discrimination (CERD) by the People’s Republic of China against the Uyghur people, World Uyghur Congress (1 juni 2009). Na overlegging van de in artikel 6 van de Passport Law genoemde bescheiden (When applying for an ordinary passport, a citizen shall submit his own identity card, residence booklet, recent bare-headed full-face photos and materials related to the reasons for the application)
26
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
5
Onafhankelijkheidstreven
5.1
Algemeen
maart 2011
Diverse groeperingen spannen zich in voor een onafhankelijk Xinjiang, dat OostTurkestan zou moeten heten.103 Een kleine minderheid van de Oeigoeren grijpt naar geweld om het onafhankelijkheidstreven kracht bij te zetten. Er zijn echter voor zover bekend geen groepen of organisaties in Xinjiang actief, die zich inzetten voor een onafhankelijk Xinjiang, maar mogelijk wel in de grensgebieden met Afghanistan, Pakistan en Tadzjikistan. Het is voor Oeigoeren nauwelijks mogelijk een dergelijke groep of organisatie in Xinjiang op te zetten. In december 2001 werden in een US Congressional Research Service document een aantal gewapende groeperingen genoemd die vermoedelijk actief waren in de grensgebieden met Afghanistan, Pakistan en Tadzjikistan, zoals het United Revolutionary Front of Eastern Turkestan, de Organisation for the Liberation of Uighurstan, de Wolves of Lop Nor, de Xinjiang Liberation Organization, de Uighurs Liberation Organization, het Home of East Turkestan Youth, en de Free Turkestan Movement. In januari 2002 beschuldigden de Chinese autoriteiten diverse groeperingen van gewelddadigheden in de grensgebieden, waaronder de East Turkestan Islamic Movement (ETIM), de East Turkestan Liberation Organization (ETLO), de Islamic Reformist Party ‘Shock Brigade’, de East Turkestan Islamic Party, de East Turkestan Opposition Party, de East Turkestan Islamic Party of Allah, de Uyghur Liberation Organization, de Islamic Holy Warriors en het East Turkestan International Committee. Op 15 december 2003 gaf het Chinese Ministry of Public Security voor het eerst de namen vrij van elf gezochte Oeigoerse terroristen.104 Bij die gelegenheid werden ook formeel voor het eerst vier Oeigoerse organisaties aangemerkt als zijnde ‘terroristisch,’ 105, namelijk: * de East Turkestan Islamic Movement (ETIM). Volgens Chinese zijde is de ETIM (in de jaren tachtig van de vorige eeuw opgericht door Hasan Mahsum) verbonden met Al-Qaida en de internationale mujahedin beweging. In augustus
103 104
105
De in deze paragraaf vermelde lijst(en) met groeperingen/organisaties is niet uitputtend. Hasan Mahsum, Muhanmetemin Hazret, Dolkun Isa, Abdujelil Karakash, Abdukadir Yapuquan, Abdumijit Muhammatkelim, Abdula Kariaji, Ablimit Tursun, Huadaberdi Hasherbik, Yasin Muhammat en Atahan Abuduhani. www.globalsecurity.org/military; Persecution of Uyghurs in the era of the ‘war on terror’, Uyghur Human Rights Project (16 oktober 2007);.
27
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
2002 werd de ETIM aan de Amerikaanse lijst van internationale terroristische organisaties toegevoegd. In april 2007 werd de ETIM vervolgens opgenomen in de lijst van VS-Groups of Concern.106 Vanaf september 2002 staat ETIM tevens op de VN-lijst van terroristische organisaties.107 In oktober 2008 bracht het officiële Chinese nieuwsagentschap Xinhua een lijst uit van vermoedelijke ETIM-leiders en de tegen hen ingebrachte beschuldigingen: - Memetiming Memeti (alias Memetiming Aximu, Abuduhake, Memetiming Qekeman, Muhelisi, Saifuding, Abdul Haq) beschuldigd van onder andere het uitvoeren van terroristische activiteiten; - Emeti Yakuf (alias Aibu Abudureheman, Saifula), beschuldigd van onder andere het verzamelen van fondsen voor de ETIM; - Memetituersun Yiming (alias Abuduaini), beschuldigd van onder andere het verzamelen van fondsen voor de ETIM; - Memetituersun Abuduhalike (alias Metusun Abuduhalike, Ansarui, Naijimuding), beschuldigd van onder andere het verzamelen van fondsen voor de ETIM; - Xiamisidingaihemaiti Abudumijiti (alias Saiyide) beschuldigd van onder andere het verzamelen van fondsen voor de ETIM; - Yakuf Memeti (alias Abudujilili Aimaiti, Abudula, Punjab) beschuldigd van onder andere het uitvoeren van terroristische activiteiten; en - Tuersun Toheti (alias Mubaixier, Nurula) beschuldigd van onder andere het uitvoeren van terroristische activiteiten; - Aikemilai Wumaierjiang, beschuldigd van onder andere het langs illegale weg verlaten van China. In 2008 stelde een in Washington gevestigde onderzoeksgroep inzake terrorisme de ETIM gelijk met de Turkestan Islamic Party (TIP) die eind jaren negentig van de vorige eeuw en begin 2000 ook wel bekend stond als de East Turkestan Islamic Party. In april 2009 stelde de US Treasury dat Memetiming Memeti (zie hierboven) Hasan Mahsum als leider van de TIP was opgevolgd en dat hij tevens lid was van de shura council van Al-Qaida. Begin mei 2010 maakten Chinese veiligheidsdiensten bekend dat in het bergachtige grensgebied tussen China en Pakistan ETIM-leider Abdul Haq (ook wel bekend onder de naam Memetiming Memeti) bij schermutselingen met het Pakistaanse leger om het leven was gekomen.108 Volgens China had hij in 2003 het leiderschap van de ETIM overgenomen nadat de oprichter, Hasan Mahsun, in oktober 2003 was doodgeschoten. Deze laatste behoorde volgens de Pakistaanse legerwoordvoerder
106
107 108
Persecution of Uyghurs in the era of the ‘war on terror’, Uyghur Human Rights Project (16 oktober 2007). Country reports on Terrorism 2008 – China, US Department of State (30 april 2009). Uyghur leader killed in Pakistan, Reuters (7 mei 2010).
28
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
tot een van de acht personen die om het leven kwamen, toen Pakistaanse soldaten een mogelijk Al-Qaida bolwerk in Zuid-Waziristan bestormden.109 * de East Turkestan Liberation Organization (ETLO), ook wel bekend onder de afkorting SHAT (Shärqiy Türkistan Azatliq Täshkilati), werd opgericht in Turkije in l996 door Mehmet Emin Hazret; * het East Turkestan Information Center (ETIC), opgericht in München in 1996 met een kantoor in Washington, DC; * het World Uyghur Youth Congress (WUYC), opgericht in München in 1996. In 2004 fuseerde de WUYC met het East Turkestan National Congress om het World Uyghur Congress (WUC) in Washington, DC, te vormen, teneinde de activiteiten te bundelen gericht op een onafhankelijk Xinjiang.110 Rebiya Kadeer,111 voorzitster van het WUC, 112 die in ballingschap in de VS leeft, werd ervan beschuldigd achter de ongeregeldheden van juli 2009 te zitten. Mensenrechtenorganisaties in westerse landen zien in haar een prominente mensenrechtenverdediger. In september 2009 werd zij uitgenodigd de mensenrechtencommissie van het Europees Parlement toe te spreken. Onduidelijk is hoe ver de invloed van mevrouw Kadeer in Xinjiang daadwerkelijk strekt.
109 110 111
112
Uyghur leader killed in Pakistan, Reuters (7 mei 2010). www.globalsecurity.org/military. Rebiya Kadeer klom eind jaren negentig van de vorige eeuw in een islamitische omgeving op van wasvrouw tot één van de rijkste mensen van China. Als eigenaresse van een textielimperium kreeg zij een plaats aangeboden in de Chinese People’s Political Consultative Conference (CPPCC). Met het vertrek van haar man, de intellectueel Sadik Rouzi, in 1996 naar de VS, veranderde haar positie. Na een kritische speech werd zij in 1999 ontheven uit haar functies, zakendoen werd bemoeilijkt en uiteindelijk werd zij op beschuldiging van het bedreigen van de staatsveiligheid gevangen gezet, terwijl zij onderweg was naar een ontmoeting met Amerikaanse Congresleden. Na een vervroegde vrijlating in 2005 wegens goed gedrag en de belofte nooit meer de integriteit van China in twijfel te trekken, herenigde zij zich met haar gezin in Washington. Vrijwel onmiddellijk daarna begon haar kritiek op de Chinese regering, vanaf 2006 in de hoedanigheid van voorzitster van de Uyghur-American Organisation en de koepelorganisatie World Uyghur Congress (WUC). Zie ook After her rise in China and expulsion, an Uyghur becomes the face of her people, The New York Times (9 juli 2009); Volkskrant (10 juli 2009). Erkin Alptekin was voorzitter van het WUC van 2004 tot 2006. Hij is de zoon van Isa Yusuf Alptekin (1901-1995), een van de oprichters van de onafhankelijke Oost-Turkestaanse Republiek. Ook de symboliek: een lichtblauwe vlag met halve maan en ster, heeft het WUC aan de kortdurende Republiek ontleend.
29
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
5.2
maart 2011
Terrorisme(bestrijding) China voert een actief beleid tegen de Drie Kwaden (separatisme, terrorisme en religieus extremisme), waarbij nauwelijks onderscheid wordt gemaakt tussen vreedzame uitingen van protest enerzijds en gewelddadige anderzijds.113 Indien een Oeigoer spreekt over Oost-Turkestan in plaats van Xinjiang, een Oeigoerse vlag uitsteekt of klaagt over het Chinese taalbeleid, zou hij volgens een Oeigoerse organisatie buiten China als separatist kunnen worden opgepakt. De Chinese autoriteiten behandelen separatistische activiteiten en terrorisme op gelijke wijze.114 Wie zich hiermee bezighoudt, loopt risico vervolgd en gemarteld te worden.115 Artikel 113 van de Criminal Law van 1 juli 1979, zoals herzien op 1 augustus 1997, bepaalt: (W)hoever commits any of the crimes of endangering national security as mentioned above in this Chapter, with the exception of those provided for in paragraph 2 of Article 103 and in Articles 105, 107 and 109, if the crime causes particularly grave harm to the State and the people or if the circumstances are especially serious, may be sentenced to death. Lid 2 van artikel 103 gaat over de beschuldiging van inciting splittism; artikel 105 verwijst naar subversion of state power; artikel 107 gaat over een splittist organization or individual, armed rebellion, or subversive organization or individual; en artikel 109 gaat over state functionaries who defect to another country and in doing so, endanger the state security. Misdrijven als splittism (eerste lid van artikel 103) en elk misdrijf inzake endangering state security gedaan in collusion with any organ, organization or individual outside the territory of China (artikel 102) zouden misdrijven kunnen vormen die met de doodstraf zouden kunnen worden bestraft. Ingevolge de amendementen uit 2005 op de Criminal Law uit 1997: [W]hoever provides funds to any terrorist organization or individual who engages in terrorism, shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not more than five years, criminal detention, public surveillance or deprivation of political rights, and shall be fined; if the circumstances are serious, he shall be sentenced to fixedterm imprisonment of not less than five years, and he shall also be fined or his property shall be confiscated. Omdat de termen terrorism, terrorist organization
113
114
115
US Department of State, 2009 Human Rights Report: China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) (11 maart 2010). US Department of State, 2009 Human Rights Report: China (includes Tibet, Hongkong and Macau) (11 maart 2010); Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010). Annual Report 2010, United States Commission on International Religious Freedom (mei 2010).
30
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
of terrorist crime in de wet niet nader worden gedefinieerd, blijft onduidelijk welk gedrag precies verboden is. Waarnemers betwijfelen Chinese claims om met name de ETIC en de ETLO te verbinden met (internationaal) terrorisme. Volgens hen zouden veel ‘acts of terrorism’ kunnen worden aangemerkt als gewone misdaden, berovingen en moord en/of doodslag, waaraan om politieke redenen het etiket van ‘terrorisme’ wordt gehecht.116 Er zijn geen gevallen bekend waarbij een Oeigoer die door de autoriteiten vanwege separatisme wordt gezocht, door corruptie uit handen van die autoriteiten is gebleven. Of Chinese functionarissen dit risico zouden willen aangaan, kan worden betwijfeld, maar kan niet worden uitgesloten. Door een Oeigoerse separatist in bescherming te nemen, zou men gebrandmerkt kunnen worden als verrader van het Chinese volk en regering. Mensenrechtenorganisaties beschuldigen China ervan maatregelen om terrorisme te bestrijden te gebruiken als voorwendsel om Oeigoeren te onderdrukken.117 Op 24 juni 2010 deelden de Chinese autoriteiten mee een groep terroristen te hebben opgepakt die van plan zou zijn tussen juli en oktober 2009 gerichte aanvallen uit te voeren in de steden Kashgar, Hotan en Aksu in het zuiden van Xinjiang.118 Daarbij zouden wapens, munitie en explosieven in beslag zijn genomen.119 De groep werd door de Chinese autoriteiten verantwoordelijk gehouden voor een aanslag in de stad Kashgar waar in augustus 2008 zestien leden van de Chinese grenswacht werden gedood, en voor een aanslag in de stad Kuqa, eveneens in augustus 2008, waarbij tien doden vielen.120 De groep werd door de Chinese autoriteiten verdacht van betrokkenheid met de ETIM.121
116 117
118
119
120 121
www.globalsecurity.org/military. Country Reports on Terrorism 2008, US Department of State (30 april 2009); Why terrorism bypasses China’s far west, Colin Mackerras, www.atimes.com (2004). http://myinsight.ihsglobalinsight.com (geraadpleegd 6 juli 2010); Reuters/Global Times/Xinhua (24 juni 2010); China arrests ‘hardcore’ of Xinjiang terror group – Chinese authorities claim arrested include ringleaders behind deadly attacks in far-western province ahead of Beijing Olympics, guardian.co.uk (24 juni 2010). Xinjiang authorities admit it’s an uphill battle against violence and sabotage – Grim official outlook on terror threat, South China Morning Post (21 augustus 2010). Zie ook paragraaf 3.5.2 van het algemeen ambtsbericht China van maart 2009. Volgens sommige anti-terrorismedeskundigen waren de arrestanten lid van de Turkestan Islamic Party (TIP) die banden zou onderhouden met Al-Qaida, waarachter de Eastern Turkestan Islamic Movement (ETIM) schuil zou gaan. (http://opinion.globaltimes.cn/observer/2010-07/550808.html)
31
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Een bomaanslag in de buurt van de stad Aksu in Xinjiang kostte op 19 augustus 2010 aan zeven mensen het leven.122 Veertien mensen raakten gewond toen op een brug nabij een druk kruispunt enkele kilometers buiten de stad in het district Yiganqi een voertuig explodeerde. De aanslag zou gericht zijn tegen de veiligheidstroepen in de stad. De politie arresteerde de hoofdverdachte die gewond raakte bij de aanslag. Deze was met een driewieler en explosieven op leden van de (geüniformeerde hulp) politie ingereden.123 Volgens diverse mediaberichten zou er sprake zijn van zes daders, waarvan er twee bij de aanslag zijn omgekomen. Of de slachtoffers Han-Chinezen waren, is onbekend. De autoriteiten stelden na de aanslag een uitgaansverbod in, terwijl extra leger- en politie-eenheden in de stad en omgeving op straat verschenen.124 In verband met deze aanslag zijn een paar dagen later nog enkele personen aangehouden.125 Over hun lot is niets bekend. Politie en Justitie hebben op 26 augustus 2010 beloningen variërend van 10.000 yuan (€ 1.100) tot 100.000 yuan uitgeloofd voor tips inzake het illegaal vervaardigen van, handel in, opslag en bezit van vuurwapens, munitie, explosieven en gevaarlijke chemicaliën, alsmede gewelddadige misdrijven, teneinde snel, nauwkeurig en resoluut te kunnen optreden tegen gewelddadige misdrijven die in verband met terrorisme gebracht zouden kunnen worden. Verdachten die zichzelf aangeven, kunnen in aanmerking komen voor strafvermindering of strafkwijtschelding.126 Samenwerking met centraal-Aziatische republieken In het kader van de Shanghai Cooperation Organization (SCO)127 neemt China actief deel aan militaire anti-terreuroefeningen. De meest recente anti-terreuroefening ging op 9 september 2010 in de omgeving van de stad Almaty in het zuiden van Kazachstan van start. Daaraan namen 5.000 militairen deel. Het is de
122
123
124
125 126 127
Reuters (19 augustus 2010); Trouw/Volkskrant (20 augustus 2010); China: Bombing in China’s restive Xinjiang kills seven, Global Insight, Country Intelligence-Analysis (20 augustus 2010). Volgens het Aksu Municipal Police Department waren leden van deze hulppolitie op hun dagelijkse patrouille van een uur bezig Oeigoerse mannen met een baard en Oeigoerse vrouwen met traditionele hoofdbedekking te controleren. Daarbij werd hun identiteit nagegaan. Bij verzet moesten zij mee naar het hoofdbureau van politie voor ondervraging (China: Slain patrolmen ‘checked’ Uyghurs, Radio Free Asia (19 augustus 2010). Reuters (19 augustus 2010; Trouw/Volkskrant (20 augustus 2010); More arrests in Aksu blast, Radio Free Asia (23 augustus 2010). Reuters (25 augustus 2010). China Daily (28 augustus 2010). De Shanghai Cooperation Organisation is een intergouvernementele organisatie die op 14 juni 2001 door China, Rusland, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en Oezbekistan werd opgericht. De organisatie beoogt samenwerking tussen de lidstaten inzake wederzijdse veiligheidsvraagstukken te bevorderen en te versterken.
32
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
zevende gezamenlijke anti-terreuroefening door de lidstaten van de SCO sinds 2002.128 China houdt de politieke situatie in buurland Kirgizië, waar naar schatting 50.000 tot 250.000 Oeigoeren woonachtig zijn, nauwgezet in de gaten.129 China is met name bevreesd dat de instabiliteit in Kirgizië zal overslaan naar Xinjiang en radicale elementen binnen de Oeigoerse gemeenschap in dit gebied zal aanzetten tot verzet.130 In Kazachstan wonen 350.000 Oeigoeren. De huidige Kazachstaanse premier, Massimov, behoort tot de Oeigoerse minderheid in zijn land.131
6
Vluchtelingen Volgens een Oeigoerse organisatie buiten China zouden in verband met de onlusten in juli 2009 in Xinjiang ten minste driehonderd Oeigoeren China zijn ontvlucht. Sommigen van hen zouden illegaal de grens zijn overgestoken met buurlanden van China in Centraal-Azië, die in het verleden Oeigoeren naar China hebben teruggestuurd. Anderen die de beschikking hadden over meer financiële middelen, zouden in contact zijn getreden met criminele bendes en mensensmokkelaars om voor veel geld vliegtickets en visa voor het buitenland te bemachtigen.
7
Terugkeer Actuele, betrouwbare gegevens uit verschillende bronnen bleken in de praktijk moeilijk te vinden. De informatie in deze paragraaf is voor een belangrijk deel afkomstig van een Oeigoerse organisatie buiten China en kon niet via andere onafhankelijke bronnen worden bevestigd. Algemeen Het komt voor dat Oeigoeren bij het uitreizen of inreizen van China worden ondervraagd en gefouilleerd. Man en vrouw worden daarbij afzonderlijk gefouilleerd en ondervraagd door verschillende functionarissen. Hun afzonderlijk 128
129
130
131
China’s Xinjiang continues to face threats of terrorism, Xinhua (11 september 2010); Central Asia: Xinjiang serves as bridgehead for China, Oxford Analytica (2 september 2010). In april 2010 waren er in Kirgizië demonstraties naar aanleiding van de arrestatie van oppositieleiders, onder wie voormalig presidentskandidaat Almazbek Atambajev, en pogingen van de zittende regering om de vrijheid van meningsuiting te beknotten en de media in hun werk te belemmeren. Op 7 april 2010 vielen honderden doden bij bloedige onlusten, waarna de oppositie, onder leiding van Roza Otienbajeva, de macht greep. De verdreven president Koermanbek Bakiyev vluchtte naar buurland Kazachstan. Implications of Kyrgyzstan revolt on China’s Xinjiang policy, Jamestown Foundation (3 september 2010); Central Asia: Xinjiang serves as bridgehead for China, Oxford Analytica (2 september 2010). Turken van de Adriatische zee tot aan de Chinese muur, Klaas van der Tempel, Internationale Spectator, jaargang 64, nr. 1 (januari 2010).
33
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
relaas wordt vervolgens vergeleken aan de hand van tijdens de ondervragingen gemaakte video-opnamen. Mocht het relaas van man en vrouw afwijkend zijn, dan worden beiden in hechtenis gesteld en verhinderd om China te verlaten. Eenzelfde procedure vindt plaats bij ouders en hun kinderen. Procedure uitreis Bij uitreis controleert een douanier het paspoort van de Oeigoer in kwestie. In voorkomend geval kan van Oeigoeren nog geëist worden dat zij een verklaring ondertekenen dat zij zich in het buitenland niet met activiteiten zullen bezighouden, gericht tegen de Volksrepubliek China in het algemeen. Dit gebeurt niet alleen op het vliegveld, maar ook al bij de paspoortaanvraag. Vervolgens worden betrokkenen met hun paspoort verwezen naar een andere ruimte, waar functionarissen de bagage doorzoeken. Daarbij worden vragen gesteld, zoals bijvoorbeeld over het doel van de reis, persoonlijke achtergrond, justitiële antecedenten en deelname aan anti-regeringsactiviteiten. Wanneer daarbij niets belastends wordt gevonden en er verder geen redenen zijn de persoon in kwestie langer vast te houden, dan is deze vrij zijn/haar weg te vervolgen. In het tegenovergestelde geval zal verdere ondervraging plaatsvinden. Procedure inreis Bij inreis controleert een douanier het paspoort van de Oeigoer in kwestie. Vervolgens worden betrokkenen met hun paspoort verwezen naar een andere ruimte, waar functionarissen de bagage doorzoeken. Daarbij worden vragen gesteld, zoals bijvoorbeeld over het doel van de reis, persoonlijke achtergrond, deelname aan activiteiten in het buitenland tegen China, wel of geen verzoek om asiel, deelname aan of ondersteuning van separatistische of democratiseringsorganisaties in het buitenland. Wanneer daarbij niets belastends wordt gevonden en er verder geen redenen zijn de persoon in kwestie langer vast te houden, dan is deze vrij zijn/haar weg te vervolgen. In het tegenovergestelde geval zal verdere ondervraging plaatsvinden. In de Chinese strafwetgeving is geen wetsartikel specifiek van toepassing op het vragen van asiel in het buitenland.132 Volgens artikel 322 van de Criminal Law: (W)hoever, in violation of the laws or regulations on administration of the national border (frontier), illegally crosses the national border (frontier), if the circumstances are serious, shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not more than one year, criminal detention or public surveillance and shall also be fined. Amnesty International merkte in dit verband echter nog op dat met betrekking tot Oeigoeren bij terugkeer naar China door de Chinese autoriteiten in ten minste enkele bij Amnesty International bekende gevallen het vragen van asiel in het buitenland werd beschouwd als disloyalty to the motherland; dit leidde tot 132
Zie ook www.lawinfochina.com
34
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
argwaan en onwelvoeglijk gedrag uitlopend op mishandeling. De Chinese autoriteiten zijn in dit verband volgens Amnesty International met name argwanend met betrekking tot Oeigoeren waarvan ze weten dat die in het buitenland asiel hebben gevraagd, in het bijzonder in Europa en Noord-Amerika, waar Oeigoerse (mensenrechten)activisten werkzaam zijn. Registratie Iedere Chinese burger wordt geregistreerd bij in- en uitreis. Daarbij worden de plaats van uiteindelijke bestemming in het buitenland, alsmede de datum van terugkeer naar China opgenomen. Deze registratie vindt plaats bij het lokale Foreign Affairs Office van het Public Security Bureau, belast met de uitgifte van paspoorten. Daarnaast dienen Oeigoeren gegevens met betrekking tot hun buitenlandse reis door te geven aan hun werkgever en aan het lokale politie district in hun woonplaats. Teneinde een paspoort te kunnen uitgeven dient het Foreign Affairs Office te beschikken over de wettige redenen voor vertrek. Indien deze redenen voor vertrek akkoord zijn bevonden, zal het Foreign Affairs Office het paspoort uitgeven. Bij uitreis moet men volgens een Oeigoerse organisatie buiten China een uitreiskaart kunnen overleggen. Zonder deze kaart zou uitreis niet mogelijk zijn. Of bij uitreis inderdaad (nog) een uitreiskaart moet worden overgelegd, kon niet bij andere onafhankelijke bronnen worden bevestigd. Op een door het Foreign Affairs Office van het Public Security Bureau uitgegeven uitreiskaart staan de redenen voor de uitreis vermeld, alsmede de tijdsperiode. Uit enkele bronnen komt naar voren dat er sprake zou zijn van garantstelling of een borg om terugkeer naar China te garanderen. In tegenstelling tot HanChinezen moeten Oeigoeren tevens personen opgeven als borg die een beëdigde verklaring moeten afgeven, waarin wordt gegarandeerd dat de naar het buitenland vertrekkende Oeigoer op het nader vastgestelde tijdstip naar China zal terugkeren. Anders zullen de voor hen borg staande personen worden gestraft. Ook moet een persoon die garant staat voor de naar het buitenland vertrekkende Oeigoer een aanzienlijk bedrag aan geld overleggen aan het Foreign Affairs Office. Dit bedrag zal worden geconfisqueerd, indien de naar het buitenland vertrekkende Oeigoer niet (meer) terugkeert naar China. In dit laatste geval kan de borg staande persoon ook zijn werk verliezen. Ook is het mogelijk dat de borg staande persoon zal worden aangehouden en in hechtenis wordt genomen indien de naar het buitenland vertrekkende Oeigoer daar politiek actief wordt tegen de Volksrepubliek China. Intimidatie achterblijvende familieleden Indien Oeigoeren niet (meer) naar China terugkeren op het van te voren vastgestelde tijdstip zou volgens een Oeigoerse organisatie buiten China hun familie bezoek krijgen van functionarissen, meestal van de plaatselijke afdeling 35
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
van het National Security Bureau. Daarbij zou de familie worden gevraagd waarom hun familieleden niet op tijd zijn teruggekeerd uit het buitenland, wat zij daar hebben uitgevoerd, en of zij in het buitenland al dan niet betrokken zijn bij protesten of activiteiten gericht tegen de Volksrepubliek China. Met name de ouders zouden onder druk worden gezet om hun zoon/dochter te gelasten naar China terug te keren. Mocht naar verloop van tijd evenwel blijken dat hun niet teruggekeerde familieleden in het buitenland niet politiek actief zijn, dan houdt het intimiderende bezoek van leden van het National Security Bureau aan hun familie in China veelal geleidelijk aan op. Indien hun niet teruggekeerde familieleden daarentegen in het buitenland wel politiek actief zijn, deelnemen aan protestacties en betrokken raken bij Oeigoerse organisaties in het buitenland, dan zouden hun familieleden, met name de ouders, worden gestraft door de autoriteiten. De ouders zouden daarbij onder druk worden gezet om hun zoon/dochter te gelasten hun politiek activisme te staken in het belang van hun in China achtergebleven familieleden. Mocht hun zoon/dochter desondanks het politiek activisme voortzetten, dan zouden de autoriteiten in China het werk of het pensioen van hun ouders kunnen beëindigen. De autoriteiten zouden hun bezittingen of landerijen kunnen confisqueren, indien de ouders boer/landarbeider zijn. In het uiterste geval zouden familieleden, met name broers en/of zusters, gevangen kunnen worden gezet, teneinde hun familieleden in het buitenland te dwingen hun politieke activiteiten te stoppen. Toezicht op Oeigoerse activiteiten in het buitenland – verzoeken om uitlevering China houdt volgens een Oeigoerse organisatie buiten China de activiteiten van Oeigoerse politieke activisten in het buitenland nauwlettend in de gaten. Ieder aspect van Oeigoers politiek activisme heeft Chinese aandacht. China tracht de financiële steun aan Oeigoerse organisaties van niet-politiek actieve Oeigoeren in het buitenland in kaart te brengen. Naast het afluisteren van telefoongesprekken en het volgen van websites maakt China volgens een Oeigoerse organisatie buiten China gebruik van informanten om op de hoogte te blijven van Oeigoers politiek activisme in het buitenland. De Chinese veiligheidsdiensten zijn volgens een Oeigoerse organisatie buiten China, in het buitenland actief betrokken bij de opsporing en repatriëring van Oeigoerse vluchtelingen en activisten.133 133
Zo werd op 8 maart 2010 in Stockholm de genaturaliseerde Zweedse Oeigoer Babur Maihesuti schuldig bevonden aan aggravated illegal espionage activity en tot zestien maanden gevangenisstraf veroordeeld. Hij had in de periode januari 2008 tot juni 2009 informatie aan een journalist/diplomaat (die in werkelijkheid een Chinese inlichtingenfunctionaris bleek te zijn) doorgegeven over de gezondheid, reisactiviteiten en politieke gezindheid van andere Oeigoeren in Zweden. (Sweden: Uyghur sentenced for spying, Radio Free Asia (9 maart 2010).
36
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
China legt geregeld verzoeken bij de omringende landen neer om Chinese Oeigoeren die zich op hun grondgebied bevinden terug te sturen. Het gaat dan met name om Oeigoeren die volgens de Chinese autoriteiten verdacht worden van separatistische activiteiten. Deze landen, waaronder Nepal, Pakistan (waar zich in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw zo’n 1.000 Oeigoerse gezinnen uit China hebben gevestigd)134 en Afghanistan, hebben grote belangen bij goede betrekkingen, rust in de grensregio en open grenzen met China, met name gezien de handelsrelaties. Zij zouden meewerken aan het overdragen van Oeigoeren aan China. Tientallen Oeigoeren zouden inmiddels zijn uitgezet. Hieronder bevinden zich ook personen die door UNHCR erkend waren als vluchteling. In december 2009 stuurde Cambodja een groep van 20 Chinese Oeigoeren135 die het land illegaal waren binnengekomen, gedwongen terug.136 Ook Birma/Myanmar stuurde eind januari 2010 zeventien Oeigoeren en een Han- Chinees terug naar China.137 Over hun lot en verblijfplaats is niets bekend.138 In maart 2010 stuurde Laos zeven Oeigoeren (Memet Eli Rozi, zijn vrouw Gulbahar Sadiq en hun vijf kinderen) naar China terug. Vrouw en kinderen werden door de Chinese autoriteiten naar hun plaats van herkomst Ghulia (Yining) gestuurd. Over het lot en verblijfplaats van haar man is niets bekend.139 Het is niet bekend of Kazachstan, Kirgizië en Tadzjikistan op verzoek van China in 2010 Oeigoeren aan China hebben overgedragen. Ook is het niet bekend of Kazachstan, Kirgizië en Tadzjikistan etnische Oeigoeren met de Kazachstaanse, Kirgizische of Tadzjiekse nationaliteit aan China overdragen, mocht China daarom verzoeken. In 2010 zijn – evenmin als in de jaren daarvoor – door Oezbekistan geen Oeigoeren aan China overgedragen. In de afgelopen jaren heeft Oezbekistan geen verzoeken tot uitlevering van Oeigoeren van China ontvangen. Eventuele 134
135
136
137
138 139
Pakistan Uyghurs in hiding, Radio Free Asia (6 april 2010); zie ook Uyghurs – precariously caught between two powers (China – Pakistan), NBC News (11 november 2010). Het betrof Abdugheni Abdulkadir met gezin, Abulkadir Shahida, Abulkadir Bilal, Abulkadir Maymuna, Abdulgheni Halil, Abdullah Kasim, Ali Ahmat, Ali Nur, Amat Eli, Ebrayim Mamut, Hazirtieli Umar, Islam Urayim, Kuban Kanwul, Mahmut Bilal, Mamat Ali, Mohammed Musa, Mutallip Mamut, Omar Mohammed, Tuniyazi Aikaebaier Jiang en Turik Muhamed. http://myinsight.ihsglobalinsight.com (geraadpleegd 6 juli 2010); China must reveal fate of Uyghur asylum-seekers, Amnesty International (23 december 2010); China: Account for ‘disappeared’ Uyghurs – One year after forced return, no word on their fate, Human Rights Watch (17 december 2010). After the disturbances in Urumqi – persecution of Uyghurs in China continues, Uyghur Human Rights Project, report nr. 62 (mei 2010). China pressed to account for Uyghurs’fate, The New York Times (19 december 2010). Laos deports seven Uyghurs, Radio Free Asia (15 december 2010).
37
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
toekomstige verzoeken van China tot uitlevering van Chinese staatsburgers (van welke etnische achtergrond dan ook) kan Oezbekistan uitsluitend honoreren, indien er een in kracht van gewijsde getreden vonnis van een Chinese rechtbank kan worden overlegd. Oezbekistan levert geen eigen staatsburgers uit. Dit geldt ook voor Oezbeekse staatsburgers van Oeigoerse afkomst. Er leven in Oezbekistan tussen de 200.000 en 300.000 Oeigoeren, die goed in de maatschappij zijn geïntegreerd. Of Turkmenistan op verzoek van China in 2010 Oeigoeren aan China heeft overgedragen, dan wel etnische Oeigoeren met de Turkmeense nationaliteit aan China overdraagt, mocht China daarom verzoeken, is niet bekend. Turkije heeft in 2010 geen in Turkije verblijvende Oeigoeren aan China overgedragen. Naar aanleiding van de onlusten in juli 2009 in Xinjiang heeft de Turkse overheid het voor in Turkije verblijfhoudende Oeigoeren eenvoudiger gemaakt om de Turkse nationaliteit aan te vragen.140 Volgens de Turkse grondwet levert Turkije geen eigen onderdanen uit. Internationale mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International en Human Rights Watch roepen op geen Oeigoeren naar China terug te sturen, die door de Chinese autoriteiten verdacht worden van betrokkenheid bij proonafhankelijkheidsgroepen of activiteiten die worden beschouwd als terrorisme, religieus extremisme of separatisme.141 De vrees bestaat dat teruggestuurde Oeigoeren die hiervan worden verdacht, eenmaal terug in China mishandeling, foltering en wellicht de doodstraf te wachten staat.142 140
141
142
Turkije ziet de Oeigoeren als een etnisch Turks volk en werpt zich vanwege deze etnische verwantschap op als beschermheer. In 2009 gebruikte de Turkse minister-president Erdoğan het woord ‘genocide’ in een veroordeling met betrekking tot de acties van de Chinese overheid tegen de Oeigoeren. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen heeft Turkije zijn nationale wetgeving met betrekking tot Oeigoeren aangepast. China: Account for Uyghur refugees forcibly repatriated to China, Human Rights Watch (28 januari 2010). In 1999 leverde Kazachstan de Oeigoerse politieke activisten Kasim Mahpir, Ilyas Zordun en Zulfikar Memet uit aan China. Kort na hun terugkomst in China werden zij geëxecuteerd. Kazachstan leverde op 10 mei 2006 de Oeigoerse activisten Yusuf Kadir en Abdulkadir Sidik aan China uit, waar zij incommunicado gedetineerd zijn. Op 8 februari 2007 werd Ismail Semed, een Oeigoer die uit Pakistan gedwongen naar China werd teruggestuurd, geëexecuteerd op beschuldiging van separatisme en terrorisme. Pakistan leverde in 2007 Muhammed Tohti aan China uit, een door UNHCR erkend vluchteling, die op hervestiging in Zweden wachtte. In juli 2007 werd zakenman Osman Alihan door Pakistan aan China uitgeleverd. In 2003 werd Shaheer Ali geëxecuteerd op beschuldiging van terrorisme, na in 2002 door Nepal te zijn uitgewezen. Er bestaat bewijs van mishandeling/foltering van Hussein Celil, een Oeigoerse vluchteling die de Canadese nationaliteit had gekregen en die op verzoek van China in juni 2006 door Oezbekistan naar China was uitgewezen. De Chinese autoriteiten erkenden zijn Canadese staatsburgerschap niet en stonden niet toe dat Canadese
38
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
8
maart 2011
Geraadpleegde bronnen Agence France Press (AFP) Amnesty International (www.amnesty.org) - We pikken hun meiden in, zeggen ze, Wordt Vervolgd, nr. 7/8 (juli/augustus 2010) - Justice, justice, the July 2009 protests in Xinjiang, China (2 juli 2010) - New testimonies reinforce call for China to investigate Xinjiang riots (2 juli 2010) - Amnesty International Report 2010 – China (28 mei 2010) Bovingdon, Gardner, The Uyghurs, strangers in their own land, Colombia University Press, New York (2010) Central Intelligence Agency (CIA) (www.cia.gov) - The World Fact Book - China (20 juli 2010) China Daily Encyclopedia Britannica Europa World (www.europaworld.com) - The People’s Republic of China (augustus 2009) Financieel Dagblad Foreign & Commonwealth Office - Annual report on human rights 2008 – The Peoples’ Republic of China (26 maart 2009) - Travel advice by country – China (Londen, 22 juli 2010) - Country information – China (27 januari 2009) - Country profile – China (Londen, 1 april 2008) Frankfurter Allgemeine
diplomaten hem in de gevangenis bezochten of zijn proces bijwoonden. In april 2007 werd hij op beschuldiging van terrorisme tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.(China: Account for Uyghur refugees forcibly repatriated to China, Human RightsWatch (28 januari 2010). Zie ook China must reveal fate of Uyghur asylum-seekers, Amnesty International (23 december 2009) en Persecution of Uyghurs in the era of the ‘war on terror’ Uyghur Human Rights Project (16 oktober 2007).
39
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Freedom House - Freedom of the Press 2008 – Country Reports: China (29 april 2008) - Freedom in the World 2009 – China (16 juli 2009) - Freedom in the World 2009 – Tibet (China) (16 juli 2009) - The worst of the worst 2009 – Tibet (China) (3 juni 2009) - Undermining democracy – 21st century authoritarians (juni 2009) - Freedom on the net – China (1 april 2009) Global Insight - China: Bombing in China’s restive Xinjiang kills seven (20 augustus 2010) - China: Ethnic tensions remain high one year on from riots in China’s Xinjiang (5 juli 2010) - Xinjiang Uyghur Autonomous Region: Ambitious plan to attrack FDI launched in China’s Xinjiang (28 juni 2010) - Xinjiang Uyghur Autonomous Regon: China’s central government announces economic road map for Xinjiang province (21 mei 2010) - China: China replaces hardline Xinjiang party chief (26 april 2010) Global Times Hanssen, Corné, Xinjiang, het verre westen van China (islamitische invloeden langs de zijderoute), China Nu 2007 - 3 Human Rights Watch (www.hrw.org) - China: President should ease tension by acknowledge grievances (8 juli 2010) - China: Account for Uyghur refugees forcibly repatriated to China (28 januari 2010) - World Report – China – Events of 2009 (20 januari 2010) ‘We are afraid to even look for them’ – Enforced disappearances in the wake of Xinjiang’s protests (New York, 20 oktober 2009) - China: Account for ‘disappeared’ Uyghurs – One year after forced return, no word on their fate (17 december 2010) International Federation for Human Rights (FIDH) - China: FIDH calls for an independent and impartial investigation in Xinjiang (10 juli 2009) - Observatory for the protection of human rights defenders annual report 2009 – China (18 juni 2009) Jamestown Foundation - Implication of Kyrgyzstan revolt on China’s Xinjiang policy (3 september 2010)
40
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
Kamerling, Susanne - Onrust in China: over onbeminde en ontevreden minderheden, Internationale Spectator, jaargang 64 nr. 7/8, juli/augustus 2010 Ministerie van Buitenlandse Zaken (www.minbuza.nl) - Algemeen ambtsbericht China van 29 juni 2010 Minorities Rights Group International - State of the World’s Minorities and Indigenous Peoples 2010 – China (1 juli 2010) NBC News The New York Times NRC Handelsblad Oxford Analytica - Central Asia: Xinjiang serves as bridgehead for China (2 september 2010) - China: New leaders but Xinjiang will simmer (11 mei 2010) Radio Free Asia Reporters Without Borders (www.rsf.org) Reuters South China Morning Post (SCMP) Tempel, Klaas van der - Turken van de Adriatische zee tot aan de Chinese muur, Internationale Spectator, jaargang 64, nr. 1, (januari 2010) Uyghur Human Rights Project (UHRP) - Can anyone hear us? – Voices from the 2009 unrest in Urumchi (1 juli 2010) - After the disturbances in Urumqi – persecution of Uyghurs in China continues, Human Rights Report nr. 62 of the Society for Threatened Peoples (mei 2010) - Separate and unequal: the status of development in East Turkestan (28 september 2009) - Save Kashgar’s old town – treasure of the Silk Road in danger – China’s authorities ordered destruction, Human Rights Report nr. 60 (juli 2009) - Uyghurs as indigenous people (10 mei 2009) 41
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
-
maart 2011
Deception, pressure and threats: the transfer of young Uyghur women to Eastern China (8 februari 2008) Persecution of Uyghurs in the era of the ‘war on terror’ (16 oktober 2007) Uyghur language under attack: the myth of ‘bilingual’ education in the People’s Republic of China (24 juli 2007)
United Kingdom Home Office (www.homeoffice.gov.uk) - Country of Origin Information Report - China (8 januari 2010) United States Commission on International Religious Freedom (USCIRF) (www.uscirf.gov) - Annual Report 2010 (mei 2010) United States Committee for Refugees and Immigrants (www.refugees.org)
United States Department of State (www.state.gov) - 2009 Human Rights Report: China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) (11 maart 2010) - Background note: China (Washington, 30 oktober 2009) - International Religious Freedom report 2010: China (includes Tibet, Hong Kong, Macau) (17 november 2010) - Country reports on terrorism – China (Washington, 30 april 2009) Uyghur American Association - A family held hostage to human rights (12 oktober 2010) World Uyghur Congress - Report of violations on the Convention for the elimination of racial discrimination (CERD) by the People’s Republic of China against the Uyghur people, submitted to the United Nations Committee on the elimination of racial discrimination on violations by the People’s Republic of China against the Uyghur people in East Turkistan (a.k.a. Xinjiang Uyghur Autonomous Region) (1 juni 2009) Xinhua Xinjiang Statistical Yearbook 2010
42
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
WEBSITES Algemeen - http://my insight.ihsglobalinsight.com - http://www/unescap.org - http://china.globaltimes.cn - www.chinadaily.com - www.christianpost.com - http://opinion.globaltimes.cn/observer/2010-07/550808.html - http://news.yahoo.com/s/afp/20100711 - http://www.rfa.org - www.guardian.co.uk - www.atimes.com - http://www.peacehall.com/news/gb/china/2010/07/201007111352.shtml - www.lawinfochina.com - www.globalsecurity.org/military/world Officiële Chinese websites - www.xinjiang.gov.cn - www.xju.edu.cn - www.xzqh.org Websites van (dissidente) belangengroepen - www.uyghurnews.com - www.taklamakan.org - www.uhrp.org - http://uygur.org - www.uyghurinfo.com - www.uyghuramerican.org - www.caccp.org
43
Thematisch ambtsbericht Xinjiang
maart 2011
.
44