Jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
.MAGAZINE
INFRASTRUCTURELE NETWERKEN IN EUROPA
THEMANUMMER: HERSTEL EN WEDEROPBOUW NA EEN ONTWRICHTENDE RAMP
NEW ORLEANS NA KATRINA. DE COMPLEXE WEDEROPBOUW WIE DOET WAT? OVER VEILIGHEIDSREGIO’S, LANDELIJKE OVERHEDEN EN DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET BEDRIJFSLEVEN EVACUEREN IS NIET ALTIJD DE BESTE OPTIE. DE NOODZAAK VAN EEN NIEUWE RISICOBENADERING
Inhoudsopgave
2
5
De fase na de ramp Henk Visée
9
De complexe wederopbouw van New Orleans Piet Dircke
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
29 De grootste ramp is angst Geert Teisman
30 Sociale netwerken beschermen technische netwerken Annemarie Zielstra
14 Het gebied weer leefbaar maken Sybe Schaap
31 De stroom mag nooit stilvallen Vincent Lagendijk
16 Data delen onder hoge tijdsdruk Maarten van der Vlist en H enk Scholten
34 Energie in evenwicht houden Machiel Mulder
19 De crisis duiden – een taak voor de overheid Williët Brouwer
35 De financiële infrastructuur Mark Vos
21 Telecom en energie gaan voor Hellen van Dongen
36 Evacueren in groepsverband Magda Rooze
23 De overheid oefent vooral met zichzelf Interview met drie netwerkbeheerders
37 Herstel is een kwestie van houding Interview met Jan van Belzen
25 Verleiden tot samenwerking Peter Bos
38 Publieke waarden beter in balans Henk Visée
26 Windmolen bij het eigen bedrijventerrein Jos de Lange
39 Korte berichten
Colofon HubHolland.Magazine wordt ondersteund door stichting Next Generation
Omslagillustratie: Hendrikje Kühne en Beat Klein, uit de
Infrastructures, het ministerie van Economische Zaken en Rijkswaterstaat.
serie Fragmente von Sehnsucht. Joanne Dijkman van galerie g i s t schrijft over hun werk: ‘Kühne en Klein willen zowel een illusie als een desillusie creëren met hun kleurrijke en inventieve collages. De geromantiseerde beelden worden ontmanteld en ontdaan van hun oorspronkelijke samenhang – zowel vorm als restvorm dienen als het materiaal. Ze arrangeren deze fragmenten op een ogenschijnlijk toevallige wijze, maar schijn bedriegt. Alle verschillende fragmenten bezitten een eigen perspectief en schaal,
Gastredacteur: Henk Visée
maar de som der delen vormt een nieuwe horizon. Deze
Redactie: Erwin Bleumink, Paulien Herder, Lena Shafir, Joost van der
samengestelde horizon vormt de referentielijn, waarmee
Vleuten, Maarten van der Vlist
een impressie van een landschap wordt gecreëerd. Dit
Hoofdredacteur: Judith Schueler
fictieve landschap heeft vorm gekregen door de optelsom
Eindredacteur: Roy van de Graaf
van verlangens. Het bestaat louter uit een geconstrueerde
Ontwerp: www.shafir-etcetera.com
droomwerkelijkheid, waar geen mens ooit een voet heeft
Ondersteuning: Hilda Verwest-Sinnema
gezet.’
Drukwerk: DeltaHage bv
Met dank aan galerie g i s t in Amsterdam.
Redactioneel
P
ersoonlijk denk ik liever niet aan de rampen die mij zouden kunnen treffen. Bij het horen van het nieuws denk ik vaak: wie gaat er dan ook op een vulkaan wonen? Of: dat heb je met een overheid die niets om mensenlevens geeft. Soms komt het nieuws dichterbij door een persoonlijk relaas en vraag ik me benauwd af of ik het leven weer zou kunnen oppakken na het verlies van dierbaren en of ik zou terugkeren naar de rampplek. Zijn er dan ook weer voorzieningen die dat mogelijk maken?
onderzoekswereld gevraagd om na te denken over het thema herstel van infrastructuren na een ramp. H oe kwetsbaar zijn de sterk vervlochten N ederlandse infrastructuren? En stel dat ons iets overkomt, hoe herstellen onze infrastructuren zich? In dit themanummer kunt u de reflecties en handelingsperspectieven van de verschillende auteurs lezen en de beelden bekijken die ons aan het denken zouden moeten zetten.
We geloven graag dat een overstroming zoals bijvoorbeeld in New Orleans ons niet kan gebeuren. Toch dienen er rampenplannen klaar te liggen – voor het geval dat… Overheden, bedrijfsleven en burgers spreken elkaar in toenemende mate aan op de noodzaak om voorbereid te zijn. New Orleans, maar ook de wateroverlast in Dresden en Engeland, zetten de dreiging van het water op de kaart (al is dat natuurlijk niet de enige bedreiging). Dat is een belangrijke stap. M aar meestal denken we daarmee nog niet na over het herstel na een ramp.
Veel dank ben ik verschuldigd aan H enk Visée, projectleider Nafase van de Taskforce Management Overstromingen. Als gastredacteur van dit magazine wist hij de juiste vragen te stellen en de juiste mensen te vinden. Dat maakt dit magazine zeer lezenswaardig. Er komen verschillende perspectieven aan bod, zodat u zich een beeld kunt vormen bij de uitdagingen waar Nederland voor staat. Daarnaast krijgt u ideeën aangereikt over hoe uw organisatie een bijdrage kan leveren aan minder kwetsbare en veerkrachtiger infrastructuren als basis voor de Nederlandse samenleving en economie.
HubHolland wil prikkelen en agenderen. Daarom hebben we mensen uit de overheid, het bedrijfsleven en de
Judith Schueler Hoofdredacteur HubHolland.Magazine
Abonneer u kosteloos op HubHolland.Magazine
Nieuwe uitgever voor HubHolland Het volgende nummer van HubHolland.Magazine zal een breed palet van Nederlandse knooppunten voor het voetlicht brengen. Samen geven ze een beeld van wat er zoal gebeurt in de Hollandse hubs. Gastredacteur is Jasper van Alten van het KIVI NIRIA. De verschijning staat gepland voor november 2009.
I
n het vorige HubHolland.Magazine – juni 2008, de allereerste editie – riepen we serieuze partijen op om het magazine en
de website voort te zetten. De Stichting Toekomstbeeld der Techniek rondde het project af en wilde graag het stokje doorgeven. De Stichting Next Generation Infrastructures, Rijkswaterstaat en het ministerie van Economische Zaken hebben gehoor gege-
Wilt u het HubHolland.Magazine twee keer per jaar ontvangen en zit u nog niet in ons bestand? Stuur een e-mail met uw naam, de naam van uw organisatie en de adresgegevens aan:
[email protected]
ven aan de oproep. Dankzij hen ligt er nu een nieuw magazine voor u. Het blad zal twee keer per jaar uitkomen en gericht blijven op prikkelende vraagstukken rond infrastructuur.
3
4
Advertorial
4 hubholland magazine
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
5
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
De fase na de ramp
V
an een werkelijk ontwrichtende ramp maken we ons liever geen voorstelling – en al helemaal niet van het herstel en de wederopbouw na zo’n ramp. Toch zijn er veel dingen die we nu al kunnen doen, opdat het leven straks zo snel mogelijk zijn normale gang herneemt.
Een dergelijke overstroming leidt tot ontwrichting van de maatschappij en het duurt lang voor het normale leven zijn gang herneemt. In de kustgebieden kan het wegpompen alleen al vele maanden duren, al is het maar door schaarste aan pompcapaciteit. Geëvacueerden zullen in dergelijke gevallen langer dan een jaar hun woning uit moeten en elders opvang vinden. Of ze zullen hun Henk Visée heil elders zoeken en niet terugkeren. Over het belang van vitale infrastructuren bij Nu al nadenken over herstel na een ramp, dat calamiteiten en rampen is veel duidelijk is niet iets waarvan iedereen op voorhand de geworden. We moeten dan denken aan drinkurgentie inziet. Mensen staan pas stil bij calawatervoorziening, energievoorziening, telemiteiten wanneer deze zich voordoen. communicatie, waterinfrastructuur en dergeKoninginnedag 2009, Mexicaanse griep… lijke. Het niet meer functioneren daarvan Over rampen wordt vrij traditioneel gedacht: vormt een grote schabranden, overstromingen, aardbedepost en de snelheid vingen, kabelbreuk, etc. Sinds een Juist door ons een waarmee deze infraaantal jaren echter ook: terroristibeeld te vormen van structuren weer kunsche aanslagen, cybercrime en de gevolgen van het niet meer levede nafase kunnen we nen worden gebruikt, bepaalt in hoge mate ren van gas. Rampen in Nederland tot optimalisaties de hersteltijd van de zijn veelal calamiteiten die – los samenleving. van de individuele tragedie – komen in eerdere Ook van de mogelijkeigenlijk niet tot ontwrichting leifasen van de keten. heden en onmogelijkden. We hebben ons dan ook heden van evacuatie hebben we ons inmidbekwaamd in op de persoon gerichte nazorg. dels een beeld gevormd, zonder dat alle proVan de fase na een ontwrichtende ramp hebblemen zijn getackeld. Maar over de fase ben we weinig beeld. New Orleans heeft ons daarna doen we vrij laconiek. H et zal ons wel daar zeer bewust van gemaakt, maar het blijf t niet overkomen. En indien dat toch zo mocht letterlijk en figuurlijk ver van ons bed. zijn, tja, wat kunnen we dan nog doen? Met de instelling door het kabinet van de Kennelijk zit er een grens aan ons voorstelTaskforce Management Overstromingen lingsvermogen. (TMO) kwamen de rampscenario’s dichterbij. Toch heeft de TMO het nadenken over herstel Doel was om ons voor te bereiden op het en wederopbouw na een ramp sterk gestimudaadwerkelijk optreden van een overstroleerd. Een van de vijf topprioriteiten uit het ming. In bijna het gehele land hebben tal van deelrapport ‘Nafasestrategie voor organisaties in november 2008 onder de Overstromingen’ luidde: ‘Geef een impuls naam Waterproef een ‘ergst denkbare overaan het proces “herstel en wederopbouw na stroming’ geoefend. een overstroming”.’
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
IMPULS AAN HET PROCES
E
en van de vijf topprioriteiten uit het deelrapport ‘Nafasestrategie voor Overstromingen’, dat onderdeel is van de rapportage van de Taskforce Management Overstromingen, luidde: Geef een impuls aan het proces ‘herstel en wederopbouw na een overstroming’. - Breng structuur aan in de relaties tussen het rijk, de veiligheidsregio’s en vitale sectoren en betrek daarbij het zogenoemde eenloketmodel. Bevorder het maken van eenduidige afspraken over het afwikkelen van crises waar grote infrastructurele systemen bij zijn betrokken. - Stimuleer de totstandkoming van een ‘broedplaats’ voor transdisciplinair onderzoek (in samenwerking met overheid, marktpartijen en wetenschap) op het gebied van herstel van grootschalige infrastructurele systemen.
hubholland magazine 5
6
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
In de vraag hoe we ons zo adequaat als mogelijk kunnen ontworstelen aan de onvoorstelbare misère die samenhangt met de ontwrichting na een ramp, lag ook de directe aanleiding voor dit themanummer. Verschillende auteurs geven samen een verhelderend beeld hoe we die vraag kunnen benaderen. 1. Veiligheidsketen wordt veiligheidscirkel Om herstel na een ramp te kunnen plaatsen hebben we het begrip ‘veiligheidsketen’ nodig. Bij hulpverlening en incidentmanagement – denk aan brandweer Bij een nieuwe risicobenademaar ook bijring worden bepaalde kwetsvoorbeeld business continuity bare voorzieningen, zoals management – ziekenhuizen, verzorgingszijn een aantal huizen en gevangenissen, opeenvolgende fasen te onderoverstromingbestendig scheiden: progemaakt. Daardoor blijft veel actie, preparamenskracht beschikbaar voor tie, preventie, repressie en andere activiteiten. nazorg. De repressie gaat over de activiteiten ten tijde van de ramp met als oogmerk de mensen in veiligheid te brengen en de oorzaak van de ramp weg te nemen. De activiteiten die vallen onder nazorg, hebben als focus om weer te kunnen functioneren. Waar het begrip nazorg bij een calamiteit toereikend is, is het dat bij een ontwrichtende ramp niet. Juist door het uitvallen van vitale infrastructuren en de daarmee samenhangende keteneffecten, inclusief alle schade en maatschappelijke ontwrichting, is de term nafase beter passend. Tot de nafase horen
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
daarom de gebruikelijke processen binnen de nazorg, plus de processen van herstel en wederopbouw. De auteurs in dit magazine betogen nu dat de veiligheidsketen moet worden gesloten. Juist door ons een beeld te vormen van de nafase kunnen we tot optimalisaties komen in eerdere fasen van de keten. Veel maatregelen om onnodige schade in de herstelfase te voorkomen, kunnen alleen maar proactief worden genomen. De oproep om de lineaire veiligheidsketen in te ruilen voor een cirkel is overigens niet nieuw, wel de saillante voorbeelden waarmee meerdere auteurs dit idee onderbouwen.
2. Naast vitale infrastructuur ook vitale voorzieningen Het niet meer functioneren van vitale infrastructuren draagt bij aan de schade en de duur van de nafase. Het herstel van deze infrastructuur is een voorwaarde voor wederopbouw. Maar dit besef heeft een gelimiteerde reikwijdte als we ‘vitaal’ beperken tot vitaal voor de nationale veiligheid en infrastructuur beperken tot fysieke en statische infrastructuur. De ervaringen in New Orleans bevestigen het belang van vitale infrastructuren, maar laten zien dat het bij wederopbouw om veel meer gaat. Mensen gaan alleen terug als er sociale voorzieningen zijn en werkgelegenheid. Huizen en technische infrastructuur zijn noodzakelijk maar niet voldoende. Vitale voorzieningen zijn de drager van de wederopbouw. De vraag is hoe de veerkracht van de samenleving het meest doelmatig kan worden gefaciliteerd. Piet Dircke noemt in zijn artikel over New Orleans een aantal voorbeelden van voor wederopbouw vitale voorzieningen.
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
3. Zo kort mogelijke hersteltijd Met het oog op wederopbouw is de snelheid van herstel zeer belangrijk. Diverse auteurs noemen het tijdsaspect als een relevante factor in de veerkracht van mensen, bedrijven en samenleving.
4. Een blijfstrategie Naast een strategie die uitgaat van evacuatie – van zoveel mogelijk mensen, dieren en goederen, in zo kort mogelijke tijd – is ook het ontwerpen van een ‘blijfstrategie’ gewenst. Piet Dircke pleit ervoor om na te gaan of vitale voorzieningen kunnen blijven functioneren. Daar zouden we dan bij de ruimtelijke inrichting al rekening mee moeten houden. Hij pleit zelfs voor een andere risicobenadering. Dit is een interessante gedachte. Bepaalde voorzieningen, zoals ziekenhuizen, verzorgingshuizen en gevangenissen, vragen om veel aandacht en menskracht ten tijde van evacuatie. Wanneer dergelijke plekken overstromingbestendig zouden zijn, blijft veel menskracht beschikbaar voor andere activiteiten. Wanneer we deze voorzieningen bovendien extra capaciteit meegeven, kunnen ze onder voorwaarden een veilige plek zijn voor anderen. En wellicht kunnen ze een spilfunctie vervullen tijdens de wederopbouw. In een nieuwe risicobenadering kan het interessant zijn te zoeken naar die vitale voorzieningen die kwetsbaar zijn ten tijde van evacuatie en kansrijk ten tijde van wederopbouw. Een evacuatiestrategie zou daarop moeten inspelen door dergelijke locaties bij voorkeur niet te ontruimen.
5. Herstel als publieke waarde Wanneer we de nafase bij een ramp blijven benaderen vanuit de ‘sense of urgency’, komt
er pas beweging bij een echte ramp of een verslechterd investeringsklimaat. Daarom is het beter herstel en wederopbouw te zien als een publieke waarde, in lijn met de terminologie in het recente WRR-rapport ‘Sturen op infrastructuren’. Alles wat valt onder de lange termijn is daar een zogeheten ‘type II publieke waarde’.
6. Samenwerking tussen marktpartijen en overheden Marktpartijen en overheden hebben elkaar nodig. Het bereiken van eenduidige afspraken vooraf is een noodzakelijke investering om onder gemankeerde omstandigheden te kunnen optimaliseren. Waar we ons voorafgaand aan een ramp altijd richten op de vraag naar taakverdeling en verantwoordelijkheden en de vraag wie de regie op zich zou moeten nemen, kan het wel eens zo zijn dat we ons na een ramp vooral moeten afvragen hoe we de ander bij zijn activiteiten kunnen faciliteren.
Edam 1916, ten tijde van de grote overstroming. De koeien zijn ondergebracht in de kerk, die met vooruitziende blik op een verhoging is gebouwd. Met dank aan A.P. van Ginkel.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
7
8
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
In dit magazine wordt vanuit diverse overheden opgeroepen om herstel en wederopbouw serieus te nemen en zich erop voor te bereiden. Toch is er niet een consistent beeld over rollen en verantwoordelijkheden, noch tussen overheden onderling noch tussen overheid en markt. De dominante gedachte en ook het organisatiemodel is dat de infrastructuur eigendom is van de overheid, maar dat de exploitatie in concessie wordt uitgegeven. De handel op het net is vrij voor marktpartijen. M aar in werkelijkheid is er een uitermate divers beeld. Z o geldt voor weg- en waterinfrastructuur dat de exploitatie publiek Het kan wel eens zo zijn is, waar deze op dat we ons na een ramp andere terreinen vooral moeten afvragen hoe veelal in concessie is uitgegeven. De we de ander bij zijn actividiversiteit aan rollen en rolopvattinteiten kunnen faciliteren. gen bij overheden en de mogelijkheden van de markt zijn relevant voor de snelheid van herstel. In verschillende bijdragen wordt veel verwacht van de markt. Toch zouden we rampen die zich hebben voorgedaan eens moeten bezien op het functioneren van de markt. De komende jaren zal er veel moeten worden geïnvesteerd in vertrouwen en samenwerking, al is het maar omdat de landelijk opererende bedrijven hebben aangegeven niet met 25 veiligheidsregio’s afzonderlijk om de tafel te willen zitten. Jos de Lange laat in zijn bijdrage zien dat het voor bedrijven zinvol is zich gezamenlijk te bezinnen op calamiteiten en rampen. Dat is bevorderlijk voor veerkracht en herstel. Door te ontwerpen vanuit kwetsbaarheid en veerkracht, met daarbij de lange termijn in gedachten, ontstaan andere gebouwen, infrastructuur en vluchtroutes. Dat geldt op alle schaalniveaus – voor verschillende vitale infrastructuren in toenemende mate zelfs op Europees niveau.
8 hubholland magazine
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
In het nadenken over rollen en instrumenten zou zijn te onderzoeken hoe de verschillende inspecties een rol kunnen spelen bij ontwikkelingen op het gebied van herstel en wederopbouw. Daarnaast is het zinnig verschillende bestaande instrumenten te evalueren op hun bruikbaarheid op dit beleidsterrein. 7. Broedplaatsen voor transdisciplinair onderzoek Om onze verbeelding van herstel en wederopbouw na een ramp te voeden en aan de verantwoordelijke actoren perspectief te bieden, is er behoefte aan een of meer broedplaatsen voor transdisciplinair onderzoek. Belangrijk is dat we willen leren van de lessen uit de geschiedenis, zowel in ons eigen land als daarbuiten. Overheden moeten verder gaan dan intentionele teksten, experimenteren met regionale initiatieven en investeren in publiek-private samenwerking. Veel nieuwe inzichten lijken ervoor te pleiten om herstel en wederopbouw te beschouwen als een nieuw vakgebied. Een aantrekkelijke gedachte, op voorwaarde dat we waken voor een geïsoleerde ontwikkeling. Dat zou niet sporen met de pleidooien om de veiligheidsketen om te vormen tot een veiligheidscirkel en in alle daarin aangeschakelde arena’s tot optimalisaties te komen. Met dit themanummer hebben we een vervolg willen geven aan een van de aanbevelingen uit de TMO-rapportage. De vraag is wie de discussie blijft voeden, wie anderen uitdaagt, wie eenmaal ontwikkelde inzichten verspreidt, wie de verbeelding vertaalt in onderzoeksvragen, waar de ambassadeur is voor dit nieuwe vakgebied – kortom, waar de broedplaatsen zijn van waaruit expertise, inspiratie en nieuwe concepten hun weg naar de praktijk kunnen vinden. Drs. Henk Visée is gastredacteur van dit HubHolland.Magazine.
9
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
De complexe wederopbouw van New Orleans
N
ew Orleans is de eerste stad in de westerse wereld die te maken heeft gehad met een ontwrichtende ramp. Wat komt er kijken bij wederopbouw? En kun je infrastructuur zo inrichten dat deze sneller te herstellen valt? Over het belang van sociale voorzieningen.
Maar dat is niet voldoende verklaring. Ook de zachtere vitale voorzieningen, zoals kerken, buurthuizen, scholen en ziekenhuizen, blijken bij het herstel van een leefgemeenschap een cruciale rol te spelen. Arcadis, waarvan ik programmadirecteur Water ben, is betrokken bij het herstel en de verbetering van de hoogwaterbescherming in New Orleans. Op basis van deze ervaring Piet Dircke schreef Arcadis eind 2007 het rapport ‘Vulnerable Sites Lessons Learned New Na de orkaan Katrina in 2005 bleek dat N ew Orleans’. Daarin gaan we vooral in op de Orleans, net als de rest van de wereld, nog sociale voorzieningen. nauwelijks bezig was geweest met de vraag: We kregen positieve reacties, onder meer van wat te doen na een ramp? H oe kun je herstel Ed Link, directeur van IPET. Zijn organisatie, bespoedigen en wat kun je nu al doen om de Interagency Performance Evaluation Task straks het herstel te bevorderen? Welke infraForce, voerde in opdracht van het US Army structuur en voorzieningen zijn daarbij van Corps of Engineers een zeer omvangrijke en belang? vernieuwende risicoanalyse uit van de ramp Eigenlijk wordt nu in New Orleans voor het en de consequenties voor eerst de kennis ontwikgetroffen gebied. Doel keld die hiervoor nodig is Blijkbaar speelt naast de het was om beter te begrijpen en worden tal van maatmate van verwoesting door welke oorzaken er regelen getroffen in het kader van het nu gaande ook de tijd dat mensen welke schade was ontstaan. Link schreef over ‘building back better’. verdreven zijn een rol onze studie: Opvallend daarbij is dat het herstel niet overal bij het herstel. ‘I find this lessons-learned even snel gaat. Sommige study on vulnerable sites extremely intereststadsdelen, zoals het French Quarter, het ing and inspiring. Until now, estimates of the Garden District, het Business District en de consequences of floods have been looked at wijk Lakeview, herstellen voorspoedig. In only from the points of view of economic andere stadsdelen verloopt de wederopbouw losses and loss of life. B ut maybe we’re not bijzonder traag. Natuurlijk speelt daarbij mee counting everything we should. We have to dat sommige stadsdelen minder zwaar getrofget away from relying solely on cost benef it fen zijn dan andere; sommige wijken zijn ratios. The post event period af ter Katrina has ook economisch veerkrachtiger, zoals het taught us that there may be more important Business District.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Ir. Piet Dircke is programmadirecteur Water bij Arcadis Nederland, lector Stad en Water aan de Hogeschool Rotterdam en bestuursvoorzitter van de stichting Flood Control. Hij is nauw betrokken bij de projecten van Arcadis voor het herstel van de waterkeringen in New Orleans na Katrina.
hubholland magazine 9
10
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
factors to consider in gaining a true understanding of a community’s ability to recover. Why does one community recover quickly and another slowly, or not at all? Certainly there are a number of vulnerable sites that play an important role in the ability to recover.’
Zachte voorzieningen Wellicht spelen sociale voorzieningen dus een belangrijkere rol bij het herstel van lokale gemeenschappen dan voorheen gedacht. Meestal is dat de Voor de hand liggende derde stap bij herstel vraag is of de gevangenis na een ramp. De eerste stap is gericht op overstromingsbestendig het begaanbaar en bewoonbaar maken gemaakt zou moeten van het gebied. De worden. Gezien de risico’s tweede stap is het herbij evacuatie van gevange- stellen van instituties, zoals bestuur, gezondnen wordt dit wel heidszorg en openbare orde. Dat is allemaal overwogen. een kwestie van vitale infrastructuur: nutsvoorzieningen, wegen, communicatie en dergelijke. Voor het herstel van een lokale gemeenschap, de derde stap, zijn die zaken ook van belang.
De straten van New Orleans staan blank na de orkaan Katrina.
10 hubholland magazine
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Maar daar spelen wellicht ook zachtere voorzieningen een rol, zoals kerken en scholen. Als dat zo is, dan zouden we daar bij het preventieve beleid al rekening mee kunnen houden. Hieronder geef ik enkele ervaringen weer met vitale, maar veelal ook moeilijk te evacueren voorzieningen in New Orleans. Daarbij ligt de nadruk op de ervaringen tijdens en kort na de overstroming. Waar mogelijk ga ik ook in op de herstelperiode daarna.
Religieuze gemeenschappen Kerken blijken in het relatief religieuze N ew Orleans een belangrijke rol te spelen bij het herstel van de lokale gemeenschap. Opmerkelijk is het herstel van de zwaar getroffen en laaggelegen Vietnamese gemeenschap in New Orleans East. Deze christelijke gemeenschap, geleid door pastoor Vien van de Mary Queen of Vietnam Catholic Church, herstelde snel en volledig. Bij deze sterk familiegeoriënteerde gemeenschap stond samenwerking met en zelfredzaamheid van de gemeenschap centraal. H et herstel is zelfs zo voorspoedig verlopen dat het een recent Nederlands-Amerikaans initiatief van stedenbouwers, watermanagers en landschapsarchitecten, genaamd ‘The Dutch
Herstelwerkzaamheden in New Orleans.
11
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Dialogues’, inspireerde om een ‘Little Vietnam’ als pijler onder het herstel van geheel New Orleans East voor te stellen. Het eveneens verwoeste, zwarte en traditionele Lower Ninth Ward kreeg veel externe aandacht en hulp maar toont nu pas tekenen van herstel. Probleem hier is vooral dat mensen nu al jarenlang uit hun wijk zijn verdreven, wat herstel bemoeilijkt. Een van de bekendste initiatieven is de ‘Make it right movement’ van acteur Bratt Pitt, waarbij onder meer de Nederlandse architect Winnie Maas is betrokken. Daarbij worden nieuwe modelhuizen ontworpen die bestand moeten zijn tegen overstromingen en die dus op zeer hoge poten staan. Ook St. Bernard Parish worstelt met de terugkeer van zijn bewoners, ondanks het feit dat de scholen alweer functioneren en een sterke lokale industrie voor inkomsten zorgt. Blijkbaar speelt naast de mate van verwoesting ook de tijd dat mensen verdreven zijn een rol bij het herstel.
Ziekenhuizen De situatie tijdens Katrina was vooral nijpend in ziekenhuizen waar elektriciteit, communicatie, water en riolering waren uitgevallen en waar geen bevoorrading meer was van medicijnen, bloed, linnen and voedsel. Volgens de Louisiana Hospital Association (LHA) verbleven gedurende de storm 1749 patiënten in elf overstroomde ziekenhuizen. In Charity Hospital, dat meer dan een meter onder water stond, werden ernstig zieken in kritieke toestand de trappen op en af gedragen (de intensive care is op de twaalfde verdieping). Het personeel
ontwierp ventilatoren, zodat patiënten in de bloedhitte enigszins konden ademen. Plastic emmers dienden als toilet, dokters maakten hun ronde met behulp van een zaklamp. De noodhulp verkaste van de begane grond naar de eerste verdieping. De lijkkamer in de kelder was overvol en ontoegankelijk en daarom werden lijken in de trapportalen opgestapeld. Bij gebrek aan voedsel at het personeel sondevoeding. Na enkele dagen ellende was evacuatie
Er is weinig aanleiding voor families om hun woning weer op te bouwen in een gebied waar medische voorzieningen, scholen, en overige gemeenschappelijke voorzieningen ontbreken. niet meer uit te stellen. Na Katrina worden ziekenhuizen nu veelal uitgerust met een speciale stroomvoorziening, communicatieapparatuur en hooggelegen noodaggregaten en noodapparatuur, evenals met voedsel, water en medicijnvoorraden voor patiënten, personeel en hun families. De gebouwen worden verbeterd en beter bestand gemaakt tegen wind en water, met bijvoorbeeld ramen die bestand zijn tegen een categorie-vijf-orkaan. De meeste ziekenhuizen zullen bij een volgende evacuatie doordraaien, doch wellicht de deuren sluiten voor nieuwe patiënten zodat ze geen toevluchtsoord worden. Ook is besloten om een enorm (vijf-
tien blokken groot) veteranenziekenhuis te bouwen op een hoger gelegen locatie dan voorheen.
Bejaardentehuizen Bejaardentehuizen lijken misschien niet cruciaal voor het herstel van een gemeenschap maar ze spelen natuurlijk toch een belangrijke rol in het sociale leven. Bovendien leggen ze een groot beslag op de hulpverlening door de kwetsbaarheid van de bewoners. Bij Katrina verliep dit proces dramatisch: 140 bewoners (een significant deel van het totale aantal slachtoffers) stierven in de tehuizen. Veel geëvacueerden stierven door stress, uitdroging of uitputting of werden lange tijd van hun families gescheiden. Salvador Mangano en zijn vrouw Mabel, eigenaren van het bejaardentehuis St. Rita’s, werden aangeklaagd (maar vrijgesproken) van dood door schuld nadat 35 van hun bewoners waren verdronken. Veel slachtoffers waren bedlegerig en zaten als ratten in de val tijdens de overstroming. Anderen ontkwamen door een miraculeus toeval: ze dreven naar de veiligheid en overleefden enkel omdat de matrassen waarop zij in bed lagen om hygiënische redenen met plastic waren omhuld. Belangrijkste vraag na Katrina: moet je bejaardentehuizen en andere vergelijkbare voorzieningen nu wel of niet evacueren? Dienen dit soort voorzieningen beter beschermd te worden tegen overstromingen? Misschien hoeft dat niet. De ervaring met orkaan Gustav in september 2008, waarbij geen enkel dodelijk slachtoffer is gevallen, heeft immers geleerd dat evacuatie van zieke, zwakke en zelfs
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 11
12
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
bedlegerige bejaarden zonder al te grote risico’s mogelijk is – mits goed voorbereid en ordentelijk uitgevoerd.
Gevangenissen Gevangenissen zijn belangrijk voor de openbare orde, zeker in New Orleans, dat de hoogste misdaadcijfers van de VS kent – ook na Katrina. Vlak na de orkaan overstroomde de Orleans Parish Prison, met daarin 7600 gevangenen. De gevangenen op de benedenste verdieping zaten dagenlang zonder voedsel of water opgesloten Bij de totale ontwrichting terwijl het water in hun cellen steeg. Velen stonvan een gemeenschap, den tot aan hun nek in het rioolvervuilde water. waarbij alle vitale voorNa hun bevrijding werzieningen waren verdwe- den de gevangenen bijnen, trad er vrijwel geen eengedreven op een nabijgelegen viaduct. herstel op. Het beeld van honderden gevangenen die dagenlang onbeschermd in de volle zon zaten, bewaakt door slechts twee gewapende
bewakers, ging de hele wereld over. Daarna werden de gevangenen vervoerd naar de Hunt Correctional Facility in St. Gabriel, Louisiana, waar ze drie dagen in het open veld moesten verblijven. Vervolgens werden ze willekeurig verdeeld over meer dan 35 gevangenissen, zowel zware criminelen als mensen met een onbetaalde parkeerbekeuring, waarna eigenlijk niemand meer wist wie wie was, wie waar zat en wie hoelang zitten moest. De administratie was ook grotendeels verloren gegaan. De inspanning die hulpverleners en bewakers moesten plegen was enorm, de risico ’s voor de veiligheid waren groot en de omstandigheden voor de gevangenen dramatisch. Gevangenen zonder bewegingsvrijheid vormen een bijzondere categorie bij evacuaties. Voor de hand liggende vraag na Katrina was natuurlijk of de gevangenis overstromingsbestendig gemaakt zou moeten worden, zodat niemand meer geëvacueerd hoeft te worden. Aangezien de huidige gevangenis hier niet aan voldoet zou dit een behoorlijke investering zijn, waarbij tevens voorzieningen voor het gevangenispersoneel en hun families moeten worden getroffen. Toch wordt dit wel overwogen, gezien de enorme inspanningen en risico’s die evacuatie van een gevangenis met zich meebrengt, en gelet op het feit dat alternatieve gevangeniscapaciteit vaak niet beschikbaar is.
Blijven of evacueren? De aanwezigheid van sociale voorzieningen zoals gezondheidszorg en scholing, de beschikbaarheid van huizen en het vermogen van de buurt om te herstellen zijn essentieel voor de wederopbouw van een leefgemeenschap. Het verlies van de sociale voorzieningen maakt wederopbouw aanzienlijk moeilijker, zelfs als er relatief snel weer behuizing Een voorbeeld van ‘building back better’: pompstations zijn op hoge, dikke poten geplaatst, zodat ze bij een eventuele volgende orkaan niet meer kunnen overstromen.
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
beschikbaar is. Er is immers weinig aanleiding voor families om hun woning weer op te bouwen in een gebied waar medische voorzieningen, scholen, en overige gemeenschappelijke voorzieningen ontbreken. De robuustheid en het beschermingsniveau van de infrastructuur die deze voorzieningen ondersteunt is daarom van groot belang. Ook belangrijk is proactief handelen en preventie, geïntegreerd met een nieuwe blik op risicomanagement en uitgekiende evacuatiestrategieën. Bij deze nieuwe benadering horen ook niet-structurele maatregelen, zoals bouwvoorschriften of het herontwerpen van gebouwen of stadsdelen. Blijven of evacueren is een zeer wezenlijke keuze. Veel vitale voorzieningen zoals ziekenhuizen en gevangenissen blijken kwetsbaar tijdens een ramp. Ook blijkt evacueren van deze voorzieningen vaak veel risico’s met zich mee te brengen en is het beslag op hulpverlening groot. Daarom zou vaak beter kunnen worden ingezet op blijven, hoewel dat tegen de algemene evacuatienorm indruist. Dan is het natuurlijk wel nodig om de kwets-
baarheid te verminderen: door de aanleg van waterkeringen, versterking van de gebouwen of verplaatsing naar veiligere locaties.
Naar een nieuwe risicobenadering IPET-directeur Ed Link stelt dat het herstelvermogen van een gemeenschap van fundamenteel belang is, zowel vanuit sociaal als economisch perspectief. IPET heeft de schadeniveaus in verschillende wijken grondig onderzocht door te kijken naar duur en diepte van de overstroming. Maar daar viel lang niet alles uit af te leiden. H et bleek dat bij de totale ontDe meeste ziekenhuizen wrichting van een gemeenzullen bij een volgende schap, waarbij alle vitale voorzieningen waren verdwe- evacuatie doordraaien. nen, er vrijwel geen herstel optrad. Naast het benoemen en beschermen van deze vitale voorzieningen lijkt het vooral van belang om de te herstellen gemeenschap te zien als een systeem, een sociaal systeem waarbij de verschillende elementen met elkaar samenhangen. Dit inzicht kan leiden tot een nieuwe risicobenadering. Wellicht hebben de voorzieningen die essentieel zijn voor herstel, een hoger beschermingsniveau nodig dan andere – door bijvoorbeeld ringdijken of ophogingen. Zo ontstaan tevens veilige toevluchtoorden, waar scholen, ziekenhuizen, energiecentrales en woonruimten kunnen worden geclusterd. Daar kan personeel worden gehuisvest dat tijdens de ramp onmisbaar is, zoals artsen en agenten. Nadeel is evenwel dat andere mensen dan wellicht minder geneigd zijn om te evacueren: in geval van nood kunnen ze altijd nog naar een dergelijk toevluchtsoord.
Straatmuzikanten, French Quarter.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 13
13
14
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Het gebied weer leefbaar maken Dr. Sybe Schaap is voorzitter van de Unie van Waterschappen, dijkgraaf van het Waterschap Groot Salland en lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal.
D
e waterschappen spelen, samen met Rijkswaterstaat, een centrale rol bij risicobeheersing – niet alleen op het gebied van preventie en evacuatie, ook bij het herstel na een ramp. Vijf cruciale aandachtspunten voor de waterschappen.
Sybe Schaap
Na een grote overstroming blijken de mogelijkheden tot herstel en wederopbouw aanzienlijk te verschillen tussen eenvoudige leefomgevingen en complexe. Vergelijk het zuidwesten van Nederland in 1953 of de tsunami in Atjeh eens met de hurricane in N ew Orleans. Een eenvoudige leefomgeving blijkt relatief gemakkelijk te herstellen. Enkele jaren na de ramp zijn de meeste sporen uitgewist en is het leven op hoofdlijnen hervat. Bij complexere omgevingen is de wederopbouw Het dichten van de een stuk moeilijker – en waterkeringen moet soms zelfs onmogelijk. onmiddellijk gebeuren, Er moet niet alleen veel hersteld worden, het direct gevolgd door vele zit ook verweven in herstel van de bemaling. gecompliceerde structuren, terwijl bovendien de voorwaarden voor herstel kwetsbaar zijn. Het risico bestaat vervolgens dat mensen wegtrekken. Als grote aantallen burgers een regio langdurig moeten verlaten, zal de neiging groot zijn om helemaal niet meer terug te keren. Dit geldt niet alleen voor burgers, maar ook voor bedrijven en dan vooral voor bedrijven die niet strategisch gebonden zijn aan de overstroomde regio. Dit zal het verschil blijken te zijn tussen de ramp in laag N ederland
14 hubholland magazine
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
in 1953 en een grootschalige ramp in de huidige tijd. Het langdurig evacueren van grote aantallen mensen kan een nadelig psychologisch effect hebben op de wederopbouw. De waterbeheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat) hebben hierin een sleutelpositie. Risicobeheersing vraagt van de waterschappen daarom niet alleen een actieve rol op het gebied van preventie en evacuatie voorafgaand aan een ramp, maar ook in het herstel na de ramp. De voorbereiding hierop hoort bij de reguliere taak van de waterschappen. Hieronder benoem ik vijf cruciale aandachtspunten. 1. Allereerst moeten we ons afvragen wie het beste waarvoor verantwoordelijkheid kan dragen. Waterstaatkundig vraagt het herstel na een ramp een hechte samenwerking van de waterschappen (als regionale autoriteit met gebiedskennis), Rijkswaterstaat, Defensie en de in te zetten aannemerij. N iet alleen moeten de onderscheiden verantwoordelijkheden in kaart worden gebracht, ook moet duidelijk zijn waar (in fysieke zin) commandostructuren moeten zijn gevestigd. Het overstroomde gebied zal immers geëvacueerd zijn en de infrastructuur aldaar is niet meer bruikbaar. Om aan herstel te kunnen werken zullen de waterbeheerders over heldere bevoegdheden moeten beschikken. Wellicht moet een en ander nu al wettelijk worden vastgelegd. 2. Een tweede punt betreft het dichten van de waterkeringen. Dat moet onmiddellijk gebeuren na een ramp, direct gevolgd door herstel van de bemaling en de waterstaatkundige inrichting van het gebied. Deze absolute prioriteit vereist een eenvoudige bestuurlijke
15
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
structuur van rijk en waterschappen. Essentieel is dat er grondstoffen beschikbaar zijn (zand, klei, stenen) en bouwmaterieel (via de inschakeling van defensie en aannemers). Verder moet de energievoorziening op orde zijn (in ieder geval aggregaten en brandstof). Het moet voor de ramp al duidelijk zijn hoe dit georganiseerd gaat worden en hoe de bevoegdheden zijn verdeeld.
gebiedsinrichting aan te passen of nutsvoorzieningen veiliger te maken. Dit geldt niet alleen de fysieke inrichting van de regio, maar ook de bestuurlijke. Wellicht is het zinnig omwille van eff iciency een kleinschalige bestuurlijke infrastructuur te doorbreken: het eerste dat in dit verband van belang is, is het organiseren van een trefzekere doorzettingskracht.
3. Na het droogmalen moet de fysieke infrastructuur van het gebied zo snel mogelijk bruikbaar worden gemaakt: het opruimen van omgewaaide bomen en andere hinderlijke objecten, het aanpakken van gevaarlijke vervuiling, initieel onderhoud en dergelijke. En er moet een begin worden gemaakt met het repatriëren van mensen die voor de wederopbouw nodig zijn. Daarvoor moeten de bestuurlijke structuren weer functioneren, dus ook binnen de regio. Er moet een evenwicht zijn tussen een sterk hiërarchische aanpak (top-down vanuit het rijk) en de nodige flexibele en creatieve ruimte bottom-up, vanuit de getroffen regio. Omwille van de noodzakelijke mobiliteit moeten de transportfuncties zo snel mogelijk worden hersteld. Zodra een gebied weer bewoond wordt doen zich de problemen voor van de drinkwatervoorziening en het transport en zuiveren van het afvalwater. Deze functies komen slechts langzaam weer op gang; er zal improvisatietalent nodig zijn.
5. Zodra het gebied veilig en bereikbaar is en de eerste activiteiten mogelijk worden, moet er een activerend psychologisch klimaat worden bevorderd: het kan weer, we gaan er tegenaan, we kunnen en willen de uitdaging aan. Het is belangrijk dat niet alleen bestuurders dit uitstralen, ook het bedrijfsleven. M en wil zich weer in het gebied vestigen, men brengt weer activiteiten op gang. Daarbij mag er zich Waterschappen moeten nu beslist geen terugslag al helpen nadenken hoe voordoen, zoals New Orleans meemaakte na de een niet-optimale inrichvolgende hurricane. Dat ting kan worden omgezet de tweede ramp maar net uitbleef blijkt in psycholo- in een verbeterde. gische zin desastreus. Van de waterschappen mag verwacht worden dat ze het geslaagde herstel van de waterstaatkundige infrastructuur uitstralen: het gebied is weer veilig, de infrastructuur draait weer.
4. Waar fysieke vernietiging heeft plaatsgevonden en volledige herbouw nodig is, moet van de gelegenheid een winstpunt worden gemaakt, een kans: herbouw op een wijze die voormalige knelpunten wegneemt. Waterschappen moeten nu al helpen nadenken hoe een niet-optimale inrichting kan worden omgezet in een verbeterde, bijvoorbeeld door bouwwerken te verplaatsen, de
De waterschappen hebben een bij uitstek vitale taak in het herstel van de waterstaatkundige veiligheid, dus het leefbaar maken van het gebied. Het samenspel van preventie en herstel maakt het nodig nog eens na te denken over de positie van de waterschappen in de veiligheidsregio’s: wellicht is een volledig bestuurlijke deelname wenselijk.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 15
16
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Data delen onder hoge tijdsdruk Dr.ir. Maarten van der Vlist is adviseur strategie bij Rijkswaterstaat. Hij was projectleider van het Warroom-project. Prof.dr. Henk Scholten is hoogleraar ruimtelijke informatica aan de Vrije Universiteit Amsterdam en ceo van Geodan BV.
16 hubholland magazine
V
oor een goed evacuatieadvies is het nodig informatie over het verloop van de overstroming te koppelen aan actuele gegevens over de beschikbare capaciteit op verschillende vluchtroutes – onder hoge tijdsdruk. Rijkswaterstaat draaide proef in het zogeheten Warroom-project.
Maarten van der Vlist en Henk Scholten
waarin preventie de primaire pijler is, aangevuld met duurzame ruimtelijke inrichting (denk aan infrastructuur) en rampenbeheersing. De Taskforce Management Overstromingen is ingesteld om de rampenbeheersing in geval van overstroming op orde te brengen. In november 2008 is een grote oefening gehouden, Waterproef, rond een ondergelopen oostelijk Flevoland.
Nederland wil een aantrekkelijke vestigingsNetcentrische architectuur plaats blijven voor bedrijven. Daarom moet Informatievoorziening is essentieel. Een goed ons land ‘klimaat-proof ’ zijn, en wel zodanig evacuatieadvies kan alleen gebaseerd zijn op dat Nederland de best beschermde delta is het koppelen van informatie over het verloop van de wereld. van de overstroming aan informatie over de Dat is geen overbodige luxe. De overstroming beschikbare capaciteit van (vaar)weg en spoor. van New Orleans in 2005 laat zien dat de Snelheid, combineren van informatiestromen wederopbouw veel tijd en een gedeeld beeld van vraagt en dat bedrijven Zijn er hoogtes in de de feitelijke situatie zijn aarzelen om terug te van cruciaal belang. buurt waar mensen keren. De blijdschap Daarom heeft in augustus 2008 dat Rijkswaterstaat het zogehetijdelijk hun toevlucht de hurricane Ike de ten Warroom-project kunnen nemen? Tijdens stad heeft gespaard is gedaan. Het doel was te relatief. Konden in de oefening werd duide- onderzoeken of het uitwis2005 nog ruim een selen en koppelen van verlijk dat we niet zo naar miljoen mensen worschillende informatiebronden geëvacueerd, nu nen bijdraagt aan effectieve, gebieden kijken. was het aanbod van geïntegreerde en tijdige evacués niet meer dan een kwart miljoen. advisering – op basis van netcentrische ITVele mensen zijn nog niet teruggekeerd. En infrastructuur. het is de vraag of bedrijven zitten te wachten De essentie van netcentrisch werken, onder op een jaarlijkse evacuatie van hun personeel meer ontwikkeld ten behoeve van de oorlogsen materieel. voering en ook gebruikt bij internet, is dat Dat klimaatbestendigheid meer vergt dan het informatie en hiërarchie van elkaar losgekopop orde brengen van de waterkeringen en het peld worden. Informatie wordt snel tussen geven van ruimte voor de rivieren, wordt in experts uitgewisseld, gecombineerd en verhet Ontwerp Nationaal Waterplan onderwerkt tot een gedeeld beeld en situatierapport. streept. Er wordt ingezet op een meerlaagsDat gebeurt allemaal ten behoeve van de veiligheid. Dat is de centrale benadering, besluitvorming over bijvoorbeeld evacuatie en
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
de te volgen strategie. Maar de voortgang van de informatie-uitwisseling is niet afhankelijk van de besluitvormingsprocedures. Daar is in geval van nood ook geen tijd voor. De rol van experts is daarmee van doorslaggevende betekenis. In de warroom, voorgezeten door de plaatsvervangend directeur-generaal van Rijkswaterstaat, zaten topexperts die in hun dagelijkse werk verantwoordelijk zijn voor zaken als weeralarm en incidentmanagement op de (vaar)weg en het spoor. In de ondersteunende eenheden, die onderling uiteraard ook verbonden waren, zaten hun collega’s, die informatie bij elkaar haalden, al dan niet op verzoek van de leden van de warroom. Overigens weten deze topexperts exact de grens tussen hun verantwoordelijkheid en die van personen die uiteindelijk de beslissing nemen.
Verticaal evacueren De oefening heeft laten zien dat Nederland niet is ingericht op overstromingen, noch
Kaartbeeld van oostelijk Flevoland gebruikt bij de overstromingsoefening. Op de kaart is informatie over de overstroming geïntegreerd met informatie over de locatie van binnenvaartschepen, die kunnen helpen het gat in de dijk te dichten.
proactief, noch in geval van evacuatie. M et name dat laatste is nieuw. De ruimtelijke inrichting van gebieden kan ook vanuit het perspectief van evacuatie en van herstel worden bekeken. Waar kunnen mensen heen? Kunnen ze verticaal evacueren, zijn er hoogtes in de buurt waar ze (tijdelijk) hun toevlucht kunnen nemen? Tijdens de oefening werd duidelijk dat we niet zo naar gebieden kijken. We weten dus ook niet of er veilige plekken zijn. Dat geldt ook voor herstel: hoe snel zijn gebouwen, infrastructuur en landerijen weer te gebruiken? De warroom en met name de oefening over de overstroming van oostelijk Flevoland hebben verder duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is een gat in een waterkering zo snel mogelijk te dichten. Dat scheelt niet alleen slachtoffers, het bevordert ook in sterke mate het herstel na een overstroming. Alle pogingen om het water te vertragen dan wel te stoppen, betekenen: minder kans op dodelijke slachtoffers, minder economische schade
De rode markering geeft gebouwen aan waarvan het bovenste deel droog blijft bij een maximale overstroming. Deze plekken zijn daarom geschikt voor verticale evacuatie.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
INCIDENTMANAGEMENT IS VAN ALLEDAG
I
ncidentmanagement is een activiteit die bij diverse netbeheerders, zoals Rijkswaterstaat en Prorail, 24 uur per dag en 7 dagen per week plaatsvindt. Deze expertise is van cruciaal belang voor de incidenten die dagelijks plaatsvinden, maar ook voor grotere rampen zoals een overstroming. Het incidentmanagement bij netbeheerders is derhalve de basis van hun bijdrage aan de rampenbestrijding, inclusief de ontwikkelde routines voor het opschalen van verantwoordelijkheden. Het werken met netcentrische systemen en geoinformatie zal daarop moeten aansluiten. Het moet geen afzonderlijke activiteit worden, maar onderdeel van de alledaagse praktijk.
17
18
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
en minder herstelactiviteit. Voor elke meter water in de polder is een goede maand nodig om die eruit te pompen. Een ondergelopen oostelijk Flevoland kost al gauw een half jaar pompen. Daarna is pas herstel Honderdduizend men- mogelijk van de huizen, de infrastructuur en de sen moeten al gauw een sociale verbanden. Honderdduizend mensen jaar elders worden moeten al gauw een jaar gehuisvest. elders worden gehuisvest. Kinderen moeten elders naar school, ouders moeten elders werken. De ontwrichting kent derhalve vele gedaanten.
Advertentie
18 hubholland magazin magazine
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Interoperabiliteit Een rampenbeheersing die op orde is vraagt een juiste geo-ICT-infrastructuur. Netcentrisch werken veronderstelt het delen van data en de interoperabiliteit van systemen. Ook zal netcentrisch werken effectief verankerd moeten worden in de primaire processen van onder meer infrabeheerders en hulpverleningsdiensten. We hebben in dit project aangetoond dat de visie hiervoor aanwezig is. De komende periode zal moeten worden gebruikt om deze infra structuur ook op zijn plaats te krijgen.
19
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
De crisis duiden – een taak voor de overheid
I
nfrastructuur speelt een hoofdrol bij onze veiligheid. Het ministerie van BZK betrekt daarom vitale infrastructuren bij de Nationale Risicobeoordeling. Ook het bedrijfsleven speelt daarin een rol. ‘De belangrijkste opgave voor de overheid is om de effecten van de crisis op de samenleving te duiden.’
Williët Brouwer Binnen de rijksoverheid is het gezamenlijk voorbereiden op een maatschappelijke ontwrichting steeds nadrukkelijker aan de orde. De Nationale Risicobeoordeling laat zien dat er diverse dreigingen zijn die tot ontwrichting van onze maatschappij kunnen leiden. Bijvoorbeeld overstromingen vanuit zee, een grieppandemie, langdurige elektriciteitsuitval, grootschalige ICT-uitval, sociale onrust of terrorisme. Binnen die dreigingen zijn vitale infrastructuren van groot belang, als leverancier van essentiële diensten, zoals: drinkwater, elektriciteit, gas, ICT en telecom. Als er een maatschappij-ontwrichtende crisis ontstaat heeft de overheid een crisisbesluitvormingsstructuur paraat. Daarmee is snel te zien wat de feiten zijn, wat de media rapporteren en over welke dilemma’s ministers een besluit moeten nemen. De meeste dilemma’s zullen gaan over schaarste: hebben we voldoende middelen om iedereen te evacueren? Hebben we voldoende opvang, voedsel en drinkwater voor iedereen? Om hier maatregelen voor te nemen bestaat een uitgebreid stelsel van noodwetgeving. Belangrijk zijn vragen over de uitval van vitale infrastructuur en de duur van die uitval. Ook
nazorg en wederopbouw vormen onderdeel van de crisisrespons van de overheid. H et denWilliët Brouwer is ken in maatschappij-ontwrichtingen heeft de programmamanager aandacht hiervoor vergroot. Bescherming Vitale Van groot belang bij de crisisrespons van de Infrastructuur in de direcoverheid is dus dat de effecten van een crisis tie Nationale Veiligheid op de maatschappij – op burgers, bedrijven en van het ministerie van overheden – bekend zijn. Dit is de belangrijkBinnenlandse Zaken en ste opgave tijdens crises: de effecten van bijKoninkrijksrelaties. Ze voorbeeld een grieppandemie of een overstroschrijft dit verhaal op ming op verschillende sectoren van de maatpersoonlijke titel. schappij bezien en vooral bepalen waar de nood het ergst is en welke schaarstevragen voorliggen. Via de netwerken van de departementen en lokale overheden, de netwerken met het bedrijfsleven en via de media wordt deze informa- Bedrijven willen tijdens tie in beeld gebracht. Op schaarste niet zelf beslissen grond daarvan wordt een wie wel of niet geleverd pakket van maatregelen ingericht dat situationeel krijgt. Men wil dat de overbepaald is.
Bedrijfsleven als partner
heid hiervoor verantwoordelijkheid neemt.
Vitale infrastructuren zijn veelal in private handen. De kennis over welke diensten bij welke dreiging nog leverbaar zijn, zit daar en niet bij de overheid. Ook de technische lay-out van infrastructuren bepaalt veelal wie nog wel beleverd wordt en wie niet. Die kennis zit eveneens niet bij de overheid. In het beleid rond nationale veiligheid vormt het bedrijfsleven daarom een partner waarmee de overheid samenwerkt. De continuïteit van dienstverlening is de zaak van de bedrijven zelf. De overheid moet ze daarbij ondersteunen, bijvoorbeeld door dreigingen kenbaar te
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 19
20
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
maken. Tijdens crisisomstandigheden wordt de crisisstructuur van de overheid verbonden met die van het bedrijfsleven. Hierover zijn afspraken gemaakt met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. De vragen rond schaarste zijn al met elkaar gedeeld in verschillende verbanden. Steeds duidelijker wordt dat bedrijven tijdens schaarste niet zelf willen beslissen wie wel of niet geleverd krijgt. Men wil dat de overheid hiervoor verantwoordelijkheid neemt. Dat past bij de crisisrespons van de overheid, maar het is alleen mogelijk met een intensieve publiek-private samenwerking, in verschillende werkverbanden.
Palet aan mogelijke crises Veel energie is erin gestoken om de onderlinge afhankelijkheden, bijvoorbeeld bij een grieppandemie of stroomuitval, zichtbaar te maken. Dit gaat vooral om de vraag naar de continuïteit tijdens crises, dus de vraag: wat doet het nog van de vitale infrastructuur? Andere belangrijke vragen zijn: hoe lang duurt het om de vitale diensten weer te kunnen leveren, wat heb je daarvoor nodig en hebben we daar bij de planvorming voldoende rekening mee gehouden? Maar de antwoorden daarop zijn er nog niet, vooral omdat het palet aan
mogelijke crises zo groot is. Van de beheerders van vitale infrastructuren wordt verwacht dat zij verantwoordelijkheid nemen voor continuïteit. Daar hoort bij de voorbereiding op de belangrijkste dreigingen die de overheid voorziet, waaronder het in kaart brengen van de belangrijkste onderdelen van de eigen processen. En ook de kennis bezitten over mogelijke uitval door de dreigingen en de hersteltijd. Kortom, aandacht voor business continuity management. Zoals gezegd: de belangrijkste opgave voor de overheid is om de effecten van de crisis op de samenleving te duiden. Als het lukt om goede samenwerkingsverbanden in te richten tussen het bedrijfsleven en de overheid, op strategisch en tactisch niveau, dan is een basisvoorwaarde aanwezig voor het genereren van antwoorden over herstel en wederopbouw. Veel voorbereiding is vastgesteld in crisisplannen, specifiek per crisis, met bijbehorende specifieke dilemma’s. Dit kan overigens nog beter. Ook wordt er uitgebreid geoefend. Bij dit alles weten we een ding zeker: de crisis die we moeten beheersen is anders dan de crises waarop we geoefend hebben. De maatregelen die dan nodig zullen zijn, komen voort uit de beoordeling van effecten op de maatschappij. Zij zijn straks situationeel bepaald.
APACHE IN HOOGSPANNINGSMAST Technici werken in februari 2008 op grote hoogte aan het herstel van de hoogspanningsleidingen die in december 2007 door de botsing met een Apache gevechtshelikopter waren gebroken. Als gevolg van de kabelbreuk zaten vijftigduizend mensen twee dagen zonder stroom en werd het scheepvaartverkeer op de W aal stilgelegd. Scholen en winkels bleven dicht en de melkveehouderijen in het gebied lagen stil omdat de melkmachines niet functioneerden. De stroomvoorziening in het gebied bestond volgens Continuon uit twee circuits waarvan een als back-up kan fungeren. De Apache verwoestte echter beide circuits. De gezamenlijke hulpdiensten lieten anderhalve dag na de botsing met de Apache weten de herstelwerkzaamheden te optimistisch te hebben ingeschat. Foto Goos van der Veen / Hollandse Hoogte. HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
21
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Telecom en energie gaan voor
V
eel vitale diensten zijn de afgelopen jaren geprivatiseerd. Heeft dat gevolgen als straks de stroom uitvalt of de brandweer onbereikbaar is? ‘De belangen van bedrijven en overheid lopen parallel als het gaat om continuïteit en herstel.’
Hellen van Dongen
‘het gewoon doet’. De belangen van bedrijven en overheid lopen parallel als het gaat om continuïteit en herstel van diensten en voorzieningen. Dat was ook zichtbaar na 9-11 in N ew York. De energie- en telecombedrijven (respectievelijk Con Edison en Verizon) werkten rond de klok om hun netwerken weer aan de praat te krijgen. Pas daarna maakten ze zich druk over de schade aan hun eigen gebouwen. Z o legden ze de basis voor verder herstel.
Hellen van Dongen is plv. directeur Telecommarkt bij het ministerie van Economische Zaken.
De overheid heeft vooral na 11 september 2001 veel gedaan om diensten die vitaal zijn voor economie en samenleving veilig te maken én te houden. Denk aan het spoor, Als de stroom het maar doet… drinkwater, post, gas en elektra. M aar tegelijk Stel, telefoon of elektriciteit valt voor langere is een aantal vitale diensten tijd uit, bijvoorbeeld Marktpartijen hebben er als elektriciteitsvoorzienindoor een grootschagen en telecommunicatie in alle belang bij om zo snel lige overstroming. de afgelopen jaren geprivaDan is er vast meer mogelijk na een ramp de tiseerd. Economische mis: gebrekkige Zaken houdt daar nog dienstverlening aan hun voedseltoevoer, versteeds toezicht op, maar vuild drinkwater, klanten weer op peil te verder zijn het toch echt alle scholen gesloten marktwerking, winstdoelen ga zo maar door. krijgen. stelling en concurrerend Wat heeft dan priorivermogen die de klok slaan. De grote vraag is teit? Eerst zorgen dat de telefoon het weer wat die bedrijven doen als het mis gaat. M oet doet, omdat je die nodig hebt voor het herstel de overheid dan zwaar optreden, of bekomvan de rest? Of toch eerst het drinkwater, meren ze zichzelf om crisissituaties waarbij omdat er anders misschien slachtoffers vallen? ‘hun’ voorzieningen zijn uitgevallen? Het centrale probleem hier is dat van de Het eenvoudige antwoord is: ja, want anders schaarste. Bij rampen ontstaat een veelheid had de overheid ze nooit naar de markt aan ‘schaarsten’: schaarste aan hulpverlegebracht. ningscapaciteit en logistieke middelen bijMarktwerking werkt, ook in tijden van crisis. voorbeeld, maar ook schaarste in besluitvorAlle partijen hebben er alle belang bij om zo mingscapaciteit. Er moeten prioriteiten worsnel mogelijk na een ramp de dienstverlening den gesteld die er vervolgens toe leiden dat aan hun klanten weer op peil te krijgen. Dat als eerste die partijen aan de slag gaan die de heeft alles te maken met klantenbinding en voorzieningen kunnen herstellen waar de beperking van omzetverlies. Bovendien zulbevolking het meest behoefte aan heeft. len klanten eisen dat de telefoon of de stroom
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 21
22
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Kip en ei DE TWAALF ONDERDELEN VAN DE VITALE NEDERLANDSE INFRASTRUCTUUR Vitale infrastructuur is infrastructuur waarvan de verstoring leidt tot ernstige economische schade en waarbij ook slachtoffers kunnen vallen. Het gaat om de volgende sectoren: 1. Energie 2. Telecommunicatie en ICT 3. Drinkwatervoorziening 4. Voedsel 5. G ezondheid 6. F inancieel 7. Keren en beheren van oppervlaktewater 8. Openbare orde en veiligheid 9. Rechtsorde 10. Openbaar bestuur 11. T ransport 12. Chemische en nucleaire industrie Bron: Bescherming vitale infrastructuur (2005).
22 hubholland magazine
overheden en landelijk opererende infrastrucHet is nog niet makkelijk om zo’n herstelprotuurleveranciers over hoe te handelen bij cedure te ontwerpen: iedere ramp creëert zijn calamiteiten. Uiteindelijk zal het herstel eigen unieke mix van schaarsten, en vraagt namelijk ‘plaatselijk’ moeten gebeuren, in dus om een eigen recept. En er zijn heel veel samenwerking met lokale partijen en overhepartijen bij betrokken. Bovendien zijn vitale den. Technisch complexe problemen en de voorzieningen meer dan ooit met elkaar verbenodigde levering en installatie van materiaweven. Een probleem in de ene sector leidt len moeten in een lokale context worden snel tot problemen bij andere sectoren. opgelost. De centrale overheid kan helpen In het programma Nationale Veiligheid is bijdoor heldere keuzes te maken in de prioritevoorbeeld een scenario ring bij het herstel. uitgewerkt waarbij alle Na een grote ramp hebben De ‘veiligheidsregio’ is telecommunicatie- en nog in een pril stadium. energie- en telecombedrij- Vooral als het gaat om ICT-voorzieningen voor langere tijd buiten ven alle recht om vooraan ICT en internet blijkt gebruik waren. Een van moeilijk om te te staan in de strijd om de het de (niet al te verrassende) bepalen wat waar fout conclusies was dat bijna schaarse hulp van de over- gaat en wie dus wat zou alle andere vitale sectoren moeten gaan doen. ICT heid bij het herstel. ook werden getroffen: van zit immers ‘overal in’. de gezondheidszorg tot Daarnaast moedigt EZ het onderwijs. Van alles ging fout. En dat riep partijen aan om te bekijken hoe ze zich het de vraag op: waar moet je beginnen? Eerst beste kunnen wapenen tegen de uitval van maar eens voedsel en onderdak, of toch maar energie en ICT. Een vitaal bedrijf is voorbeelektrische stroom en telecommunicatie? Het reid op een langere uitval van haar ICT-voorzijn bestuurlijke dilemma’s die moeilijk voorzieningen. En de overheid houdt in tijden af kunnen worden opgelost. van crisis en herstel een stevige taak als het Vast staat wel dat energie en telecommunicagaat om (de coördinatie van) de communicatie gezamenlijk het motorblok van de tie met de burger. Nederlandse samenleving vormen. Zonder Verder is het ministerie van EZ bezig met het telecom en stroom werkt er niet zoveel meer opstellen van responsplannen voor zowel in Nederland. Dus na een grote ramp hebben energie als telecommunicatie en ICT. Doel is energiebedrijven en grote telecombedrijven dat deze sectoren én de verschillende overalle recht en reden om vooraan te staan in de heidspartijen zich goed voorbereiden op een strijd om de schaarse hulp van de overheid grote verstoring van energie of ICT. Daarbij bij het herstel. Maar wat doet de overheid zoeken we natuurlijk zoveel mogelijk aansluidan? Enkele voorbeelden. ting bij de bestaande business continuityplannen van die bedrijven. Kevin A. Woolsey vatte het mooi samen: ‘The Onhaalbaar en onbetaalbaar essence of wise living is anticipating the Om vooraf zo goed mogelijk te anticiperen op unanticipated and expecting the unexpected.’ wat er achteraf moet gebeuren, neemt EZ Dat is precies wat overheid en markt hier onder meer actief deel aan het initiatief van samen moeten doen. de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Daar worden afspraken gemaakt tussen plaatselijke
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
23
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
De overheid oefent vooral met zichzelf
V
itale netwerken zijn tegenwoordig vaak in handen van het bedrijfsleven. Hoeveel aandacht hebben deze bedrijven voor onderlinge afhankelijkheden en herstel na een ramp? ‘Het zou mooi zijn als we als bedrijfsleven te maken krijgen met één overheidsinstantie waarmee we zaken kunnen doen.’
scenario’s en deze vervolgens uit te voeren. Die ervaring doen we dagelijks op in ons werk – bij incidenten, maar ook tijdens grootschalige evenementen als Koninginnedag.’ Reinder Woldring van de Gasunie benadrukt vooral de technische redundantie en robuustheid van het gasnetwerk. Daardoor is gaslevering in veel gevallen zelfs na calamiteiten mogelijk. ‘Mocht er sprake zijn van uitval, Interview met drie netwerkbeheerders dan is het gasnetwerk relatief snel te herstellen. Als dat toch niet toereikend is, dan kunNiet alle netbeheerders hebben gedetailleerde nen bepaalde grootverbruikers, zoals elektriherstelplannen klaarliggen voor de ‘nafase’ citeitscentrales en de van calamiteiten, blijkt Hoogovens, overschakeuit gesprekken met drie ‘Op basis van onze len op andere brandstofnetwerkbeheerders. ‘Je expertise zijn wij in staat fen. Daardoor blijft de moet je afvragen of het levering aan kleinveruitwerken van plannen om snel na te denken bruikers intact.’ voor nafasen voor alle over robuuste “fall-back” Een probleem bij ramdenkbare calamiteiten wel nuttig is’, zegt John scenario’s en deze vervol- pen is vaak dat infrastructuren onderling van Leeuwen van KPN. gens uit te voeren.’ van elkaar afhankelijk ‘Veel belangrijker is dat je zijn. Valt de ene voorzieals organisatie werkt aan ning uit, dan bestaat het risico dat ook een veerkracht en weerbaarheid en dat dit vermoander netwerk niet meer functioneert. gen zich “tussen de oren” van je medewerHupkes denkt dat de risico’s die uit deze kers bevindt.’ onderlinge afhankelijkheid voortvloeien wel KPN heeft wel een strategische leidraad opgemeevallen. ‘We zijn als spoorsector, afgezien steld voor de grootste calamiteitenrisico’s die van de energievoorziening, redelijk autode overheid heeft geïdentificeerd. ‘Daardoor noom en hebben een goed beeld van de weten medewerkers wat zij in zo’n geval afhankelijkheden van andere vitale infrastrucmoeten doen. Bij een pandemie bijvoorbeeld turen.’ Ook Woldring (Gasunie) kent de kiezen we ervoor om alle energie te steken in kwetsbare plekken: elektriciteit en ICT. instandhouding van het netwerk: puur het John van Leeuwen zegt dat er – naast de systeem “in de lucht” houden.’ bekende afhankelijkheid van elektriciteit – Ook Prorail vertrouwt primair op haar vermoonvoldoende zicht bestaat op de onderlinge gen om met incidenten en calamiteiten om te afhankelijkheden tussen vitale infrastructugaan, en benadrukt dat iedere situatie uniek ren. Lopend onderzoek bevestigt volgens hem is. ‘Als wij geconfronteerd worden met een het beeld dat de verknooptheid tussen vitale calamiteit’, zegt manager Philip Hupkes, ‘zijn infrastructuren een realiteit is. wij op basis van onze expertise in staat om snel na te denken over robuuste “fall-back”
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
John van Leeuwen is business continuity manager bij KPN Group. Philip Hupkes is manager bij de Calamiteitenorganisatie van Prorail. Reinder Woldring is corporate security advisor bij de Gasunie. Dr. Mark de Bruijne is universitair docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management aan de Technische Universiteit Delft. Zijn onderzoek richt zich op vraagstukken rondom het management van betrouwbaarheid in kritieke infrastructuren en de gevolgen van institutionele fragmentatie.
hubholland magazine 23
24
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
De rekening voor herstel op lange termijn Als netwerkbeheerder in een sector waarin sprake is van hevige concurrentie, is KPN van mening dat de overheid een leidende rol heeft bij onderlinge afhankelijkheden en herstel op lange termijn. ‘Ten aanzien van de directe instandhouding is het bedrijfsleven aan zet’, zegt Van Leeuwen. ‘Dat is logisch en die verantwoordelijkheid nemen we graag. Maar bij herstel op lange termijn en afhankelijkheden tussen vitale infrastructuren gaat het om maatschappelijke belangen. Het is primair de overheid die deze belangen dient te borgen. W ij werken nu al volop aan samenwerking met andere vitale sectoren en overheden en zullen dit naar verwachting ook blijven doen. Mochten preventieve maatregelen nodig zijn om in het maatschappelijk belang herstelvermogen te garanderen, dan zal de overheid deze kosten voor haar rekening moeten nemen. Bij dit soort scenario’s praten we over grootschalige calamiteiten en potentieel enorme regionale of zelfs (inter)nationale maatschappelijke ontwrichting.’ In de voorbereiding op calamiteiten vormen oefeningen een belangrijk middel om de vaardigheden op peil te brengen en te testen, menen de netwerkbeheerders. ‘Wij promoten oefenen als geen ander’, zegt Woldring van de Gasunie. ‘Van lokaal tot nationaal en waar nodig internationaal. Ook de overheid doet de laatste jaren veel op het terrein van vitale infrastructuren. Dat waarderen we zeer.’ Hupkes van Prorail: ‘Dergelijke oefeningen laten ons onze plaats in het grotere geheel zien. Daar staan we
24 hubholland magazine
niet altijd bij stil omdat het zwaartepunt van onze aandacht ligt bij het dagelijks afhandelen van incidenten. Dit jaar oefenen we een pandemie. Daar verheug ik me nu al op. W at doe je als dertig procent van je personeel niet komt opdagen?’ De ervaringen van de infrastructuurbeheerders met de meest recente oefening, Waterproef 2008, zijn wisselend. Prorail was tevreden over de oefening en de wijze waarop het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) van het ministerie van VenW over sectorgrenzen
‘Dit jaar oefenen we een pandemie. Daar verheug ik me nu al op. Wat doe je als dertig procent van je personeel niet komt opdagen?’ heen de nafase coördineerde, maar vond de terugkoppeling in de richting van netwerkbeheerders voor verbetering vatbaar. Volgens de andere twee heren zijn bij Waterproef andere kansen onbenut gelaten. Van Leeuwen: ‘In onze optiek heeft de overheid tijdens Waterproef toch vooral met zichzelf geoefend. Het viel ons op dat de meeste betrokkenen er maar vanuit gaan dat telecommunicatie en ICT altijd werken. Dat is bij een overstroming toch echt niet zo. Juist dan zal de overheid ons keihard nodig hebben. Zij beseft nog onvoldoende in hoeverre zij zelf ook afhankelijk is van vitale sectoren, maar vooral dat het bedrijfsleven ook veel te bieden heeft op het gebied
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
van expertise en materiële ondersteuning.’
Procedures per regio Gevraagd naar de belangrijkste tekortkoming zijn de netbeheerders eensgezind: de organisatorische ‘fragmentatie’ in de rampenbestrijdingsketen aan overheidszijde. Hupkes geeft aan dat deze fragmentatie niet alleen tijdens de nafase van grote rampen een rol speelt, ook nu al. ‘Bij veel incidenten zijn vertegenwoordigers van verschillende organisaties ter plaatse: hulpdiensten, onderzoekers en dergelijke. Maar in elk van de 25 veiligheidsregio’s bestaan net weer andere procedures voor de afhandeling van incidenten. Dat creëert onduidelijkheid over wie waarvoor verantwoordelijk is, terwijl in het kader van herstel het spoor zo snel mogelijk moet worden vrijgegeven. Wij missen een gremium waarin we deze ervaringen op nationaal niveau kunnen bespreken.’ Woldring is het daarmee eens: ‘Ook wij zijn voorstander van de mogelijkheid om bepaalde onderdelen van het crisisbeheersingssysteem op landelijk niveau te centraliseren. Wij hebben dit als vitale infrastructuurbeheerders bij minister Ter Horst ter sprake gebracht en zij is daar heel ontvankelijk voor.’ Van Leeuwen beaamt dat deze fragmentatie ook op het terrein van vitale infrastructuren bestaat: ‘Het zou mooi zijn als we als bedrijfsleven te maken krijgen met één overheidsinstantie waarmee we zaken kunnen doen – tijdens reguliere beleidsafstemming, maar ook tijdens een crisis. H et is belangrijk dat je elkaar kent, zodat je bij een crisis op elkaar kunt bouwen en vertrouwen.’ – Mark de Bruijne.
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Verleiden tot samenwerking Peter L.J. Bos
P
artnerschappen in crisismanagement ontstaan niet vanzelf. Je moet eraan werken en er wat voor over hebben. Zonder investering komen ze niet van de grond, ook niet zonder de ander ruimte te gunnen. Samenwerken omwille van betere hulpverlening en slagvaardiger crisismanagement is boven discussie verheven, zo lijkt het. M aar vaak is de praktijk anders. Ooit zag ik professionele hulpverlenende partijen strijden om de macht – ondanks het vluchtelingenleed op dat moment. Noodhulp en herstel zijn gepolitiseerd, waar ook ter wereld. Dus enig realiteitsbesef is gewenst. In feite handelt geen enkele partij volstrekt altruïstisch, zelfs de overheid niet. Om er wat van te maken zijn er maar twee spelregels. Ga aan de slag en probeer de ander te verleiden. Natuurlijk moet de overheid het initiatief nemen. Wie anders moet
zich primair zorgen maken om het welbevinden van de bevolking? Wie anders is aan zet om een samenleving te helpen herstellen uit een ontwrichte situatie? Laat de overheden dat doen zonder op zoek te gaan naar de meest elegante en allesomvattende ordening van crisispartnerschappen. Die komt er nooit. M aar bied de partijen die willen een samenwerkingsplatform en een bijdrageloket, in aantrekkelijke schaalgrootte. Ga aan de slag en probeer te verleiden. P er slot van rekening doet het er niet toe dat de best mogelijke hulp tot stand is gekomen via een onvolkomen partnerschapsysteem. Toch mogen niet-overheden niet stilzittend toekijken. Ook bij hen ligt een verantwoordelijkheid om mensen te helpen en een ontwrichte samenleving te herstellen als dat nodig is. Dat geldt zeker voor de ‘vitale partners’. Liever geen brevet, dan per se één loket.
25
Dr. Peter L.J. Bos is algemeen directeur van de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, die onlangs een convenant heeft getekend met twee drinkwaterleidingbedrijven, als ‘werkend voorbeeld’ van publiek-private samenwerking op regioniveau. Hij is tevens kerndocent voor de module Partners in veiligheid aan de leergang Master of Crisis and Disaster Management (MCDm) van de Academie voor crisisbeheersing in Arnhem.
WATEROVERLAST FEBRUARI 1995 Ondergelopen A2 ter hoogte van Vught. Het was de tweede keer in korte tijd dat Nederland te maken kreeg met hoog water. Na de overstromingen van december 1993 traden in februari 1995 Maas, Rijn en W aal buiten hun oevers. In Midden-Nederland werd een grote evacuatie op touw gezet om bewoners in veiligheid te brengen. In de daaropvolgende maanden bleek dat de samenwerking tussen betrokken crisiscentra gebrekkig was. Ook zou informatie over de toestand van de vele kilometers dijken onvoldoende en te laat beschikbaar zijn gekomen. De trage bestuurlijke besluitvorming rond dijkverzwaring in de jaren voor de wateroverlast kreeg veel kritiek te verduren. Foto Gerlo Beernink /
Hollandse Hoogte.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 25
26
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Windmolen bij het eigen bedrijventerrein Mr.drs. Jos de Lange RC RSE is als expert op het gebied van integrale veiligheid onder meer werkzaam bij het Information Sharing and Analysis Centre (ISAC) in Bodegraven.
26 hubholland magazine
D
e overheid richt zich bij herstelmaatregelen op de grootste gemene deler. Daarom moeten bedrijven zelf nadenken welke voorzorgsmaatregelen ze kunnen treffen. Samenwerken met andere bedrijven kan daarbij veel opleveren.
langere termijn renderen, en dus ook in de herstelfase van nut zijn. Onlangs was ik zijdelings betrokken bij de aanschaf van twee draaibanken van zo’n half miljoen euro per stuk door een machinefabriek annex scheepswerf. Daarover vallen in relatie met uitval en crisis twee dingen te zeggen. Komt zo’n machine stil te staan, dan is Jos de Lange dat een kostbaar verlies aan draaiuren. Staatie onder water dan is het apparaat waarAls je denkt dat er in jouw polder een overschijnlijk voorgoed verloren, of het herstel stroming kan plaatsvinden, moet je daar dus kost een vermogen. Dan hebben we er in de geen huizen bouwen. Dat zegt althans Ben herstelfase ook niets aan. Ale, hoogleraar crisisbeheersing en rampenEen voor de hand liggende preventiemaatrebestrijding. Maar soms is er geen alternatief. gel is om de machine op een hoger gelegen Daarom houden allerlei overheden zich bezig verdieping te plaatsen. Of met het herstel van infraals dat niet mogelijk is, op structuur en energievoor- Het is niet waarschijnziening na een ramp. lijk dat één ramp beide een talud. En zorg dan gelijk dat het talud aanDe overheid richt zich locaties treft, mits de sluiting geeft op een nabijdaarbij op de grootste gemene deler en zit niet afstand groot genoeg is. gelegen dijk of een hooggelegen snelweg, zodat je met alle mogelijk denkbaletterlijk manoeuvreerre organisaties om de ruimte hebt. Is continuïteit op de huidige tafel. Als ondernemer moet je dus zelf bepalocatie niet mogelijk, dan is het mooi als er len welke maatregelen je wilt treffen. H et infrastructuur beschikbaar is naar de nieuwe kost in alle gevallen geld, het gaat er alleen locatie. Het is dan verstandig om ruim van om op welk moment je je verlies neemt, en tevoren bij de lokale en regionale overheid te hoe je die kosten het meest kunt beperken. informeren wat ze hebben geregeld. En als ze Ga er maar van uit dat maatregelen achteraf dat (nog) niet hebben gedaan, hen te bewehet duurst zijn. De huidige bankencrisis geef t gen dat alsnog te doen. aan dat het voor veel ondernemingen – en zelfs de banken – niet of nauwelijks mogelijk is om een juiste inschatting te maken van de Tweede locatie beperkt risico risico’s die ze lopen. Als je dat wel kunt, ben Er is nog een voor de hand liggende maatreje vaak te laat. Wat kun je als organisatie gel. Voor computerserverparken is het bijna doen om beter om te gaan met die risico ’s? wet dat zogenaamde ‘uitwijk’ is geregeld. Valt Kijk dan vooral naar oplossingen die ook op de stroom uit en er is geen reserve-aggregaat,
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
27
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
of komt de boel onder water te staan, dan is de continuïteit van de informatievoorziening met een druk op de knop veilig gesteld. Zelfs particulieren zijn al gedwongen om na te denken over uitwijk, bijvoorbeeld door persoonlijke gegevens en foto’s veilig te stellen op internet. Maar hoe doe je dat met machines? Of met een heel bedrijf ? De klassieke organisatietheorie geeft een oplossing. Wanneer organisaties te groot worden, wordt de productie vaak gesplitst over geografisch gespreide divisies. Wordt de markt te divers, dan vindt diversif icatie plaats: het produceren van verschillende producten voor verschillende groepen afnemers. De productie kan dan geografisch worden gespreid, dicht bij de afnemer. Natuurlijk heeft niet elke organisatie de middelen om elders een tweede productielocatie in te richten. Dan kun je nadenken over samenwerking met een branchegenoot op een andere locatie: divisionering. Het is niet waar-
schijnlijk dat één ramp beide locaties treft, mits de afstand groot genoeg is. De branchegenoten kunnen afspreken (en zelfs voorbereiden) dat ze uitwijklocaties creëren op elkaars werf. Is snel herstel op de huidige locatie niet mogelijk, dan kan de productie (tijdelijk) voortgang vinden op de andere werf. Zou je dat vlak na de ramp nog moeten regelen, dan gaat dat waarschijnlijk niet lukken.
Wanneer organisaties zich bundelen wordt het voor de overheid makkelijker afspraken met ze te maken. Je kunt de zaken ook anders organiseren, bijvoorbeeld door innovatief te denken. Is uitwijk noodzakelijk maar is er (nog) geen infrastructuur voorhanden, dan kun je besluiten om nieuwe machines op een caisson of
betonnen drijflichaam te monteren. Eventueel kun je het drijflichaam verzinken in de bedrijfsvloer. Komt de boel vervolgens onder water te staan, dan is de infrastructuur om de boel af te voeren direct voorhanden.
Ark van Noach Dergelijke oplossingen vragen om adaptief en innovatief vermogen van ondernemingen. Allereerst in de organisatie zelf. Veel moderne organisaties hebben een zogenaamde risicomanager, die zich meestal bezighoudt met financiële risico’s. Discontinuïteit en verstoring van bedrijfsprocessen vallen vaak onder business continuity management (BCM). De vier ‘crisisresponsfasen’ zijn goed bekend bij BCM’ers: voorbereiding, preventie, reactief handelen en nazorg. Maar herstel komt in hun vocabulaire meestal niet voor. Dat kan veranderen door aanvullende opleiding, uitwisseling van nieuwe inzichten en het ontwikkelen van een brede visie op het omgaan met risico. Toen Noach in zijn eentje aan de Ark bouwde, reageerde zijn omgeving op zijn zachtst gezegd nogal lacherig. Maar de Ark was niet gericht op reactief handelen en nazorg, nee, het ging Noach met name om het herstel. Alles was erop gericht om de wereld opnieuw tot bloei te brengen. Zelfs de bloembollen gingen mee. Het is niet onverstandig om zelf aan een Ark te beginnen, maar laat je buren niet lachen. Betrek ze bij het project. Dat leidt niet alleen tot schaalvoordelen, samen kun je ook beter afspraken maken met lokale en regionale overheden.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 27
28
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Want in hoeverre mogen afzonderlijke organisaties verwachten dat overheden in alle beslommeringen van nazorg en herstel oog hebben voor hun belangen? Wanneer organisaties zich bundelen en aantonen dat zij een waardig gesprekspartner zijn, ontstaat een winwinsituatie. Niet alleen ziet de overheid het collectief eerder staan, het wordt ook eenvoudiger voor al die overheden om zaken met u en uw collega’s te coördineren. Dat was ook mijn ervaring bij het Veiligheidsinitiatief Haagse Binnenstad. Daarbij ging het vooral om crisisrespons en nazorg. Onze organisatie was geen gesprekspartner, maar de bundeling van bedrijven wel. Uit dat initiatief valt nog een les te trekken. Sommige overheden gaan er in het geval van een crisis vanuit dat burgers zichzelf organiseren – er
hoeft dus niets te worden geregeld! Misschien denken sommige overheden dat ook van bedrijven. Wanneer je als organisatie de inschatting maakt dat de overheid weliswaar goede bedoelingen heeft, maar na een ramp zeker niet direct en overal aanwezig zal zijn, dan moet je daar rekening mee houden. Dat geldt ook voor de herstelfase. Een reden te meer om de zaken onderling te regelen en voor te bereiden – op het eigen bedrijventerrein, in de eigen polder, in de eigen regio.
Service level agreement Ter afsluiting nog een voorbeeld over de koppeling tussen de eigen organisatie en de zogenaamde vitale sectoren. Op dat gebied kun je veel dingen niet zelf regelen. Goede wegen, spoorwegverbindingen – daarvoor ben je
afhankelijk van anderen. Maar op andere gebieden is veel mogelijk. Bijvoorbeeld op het vlak van energie. Overal in het land worden windmolens geplaatst. In het kader van herstel zouden clusters van bedrijven een beroep kunnen doen op de capaciteit van een of meer van die windmolens. Zorg dat er een windmolen bij het eigen bedrijventerrein wordt geplaatst. Is er geen landelijke aanvoer van elektriciteit, dan is de lokale voorziening in ieder geval gewaarborgd. Ook hier geldt: samen sta je sterker. Energiebedrijven zijn monopolisten, net als overheden. Had Noach in deze tijd geleefd, dan had hij zeker een service level agreement afgesloten voor continuïteit van de energievoorziening in de herstelfase.
DIJKDOORBRAAK WILNIS Op 26 augustus 2003 bezweek de kade langs de Ringvaart van de Polder Groot-Mijdrecht in het Utrechtse Wilnis. De ringvaart viel bijna droog en in de straten kwam een halve meter water te staan. Ruim vijftienhonderd bewoners werden geëvacueerd. Volgens een rapport van GeoDelft zou de droogte in de voorafgaande maanden gezorgd hebben voor ‘gewichtsafname, krimp en deformatie’ van de kade. De bewoners klaagden dat de hulpverlening traag op gang was gekomen. Veel waterschappen riepen na de doorbraak in Wilnis dat de veendijken in hun gebied veilig waren maar die uitspraken bleken niet te kunnen worden onderbouwd met betrouwbare gegevens.
Foto TU Delft, Civiele techniek.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
29
De grootste ramp is angst Geert Teisman
E
De overheid heeft een belangrijke rol. Obama en crisis vormt vaak een kantelpunt in illustreert dat door aan de ene kant burgers duihet leven van mensen. In een crisis delijk te maken dat ze het zelf moeten doen – leren mensen zichzelf kennen en ook en het ook zelf kunnen – en door aan de andewie hun vrienden zijn en wat echt belangrijk re kant acties te ontwikkelen die het geslonken is. In dat opzicht beschouwen nogal wat vertrouwen in de banken herstellen. De redmensen een crisis achteraf als een nieuw dingsactie van Bos genereerde een op dat begin. Helaas is dat niet altijd het geval. moment meer dan nuttig nationaal sentiment: Andere mensen komen er nooit meer bovenwe redden niet alleen onze eigen spaarcentjes, op en raken soms zelfs in een neerwaartse maar slaagden er ook in iets terug te krijgen spiraal. wat we hadden verloren. Dit spanningsvolle van crisis lijkt ook van Verder moet de overheid zortoepassing op groepen, Het vermogen om vergen dat de logistiek zo snel organisaties, regio’s, landen en zelfs continenten. trouwen te ontwikkelen mogelijk wordt hersteld. De van mensen Het grootste gevaar van en te behouden is het weerbaarheid neemt toe als ze zien dat er een ramp lijkt de angst allerbelangrijkste bij perspectief is, dat het herstel in die deze oproept en de volle gang is. ontreddering. Juist daareen crisis. Angst verlamt een samendoor wordt bij een ramp leving. Denk aan de obsessie met terrorisme: of crisis vooral aan impactvermindering door het vechten ertegen ontstaat juist meer gedacht en aan het herstel van de schade. Dat terrorisme. Effectiever is het om het gevaar is logisch, maar het is lang niet altijd de reacreëel te benoemen, te aanvaarden en vervolgens tie met de meeste meerwaarde. Een crisis kan te bezien hoe we hiermee slim kunnen ook de urgentie creëren om vooruitgang te omgaan. Dit zal mensen tot allerlei creatieve boeken. plannen aanzetten. Het vermogen om vertrouIk voel me gesterkt in deze gedachte als ik wen te ontwikkelen en te behouden is het allerkijk naar de onverwachte bijeffecten van de belangrijkste bij een crisis. De toverformule kredietcrisis. Naast alle ellende en inkomvoor herstel is dus: stenverlies van velen valt er ook een enorme versnelling waar te nemen in de transitie van Veerkracht = individuele veerkracht + sociale de automobielindustrie naar meer duurzame samenhang + de beschikbaarheid van reserveauto’s. middelen + zingevend vermogen van de overInteressant is dus of er een wederopbouw heid + vermogen van overheden om schade aan mogelijk is die leidt tot betere voorzieningen logistieke systemen te herstellen. dan voorheen. Wie moet daarvoor de verantwoordelijkheid nemen?
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Prof.dr.ing. Geert Teisman is hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en wetenschappelijk directeur van de stichting Leven met Water.
hubholland magazine 29
30
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Sociale netwerken beschermen technische netwerken Annemarie Zielstra
D
e bescherming van de vitale infrastructuur is een zaak van vele partijen. Het is belangrijk dat die partijen elkaar kennen, vertrouwen en weten te vinden. Met het Informatieknooppunt Cybercrime is een permanent platform tot stand gekomen waar publieke en private partijen elkaar structureel ontmoeten. Een vertrouwde omgeving waar ze gevoelige informatie op het terrein van cybercrime en ICT-security kunnen uitwisselen. Het uitgangspunt bij dit informatieknooppunt is dat de bedrijven zelf de goede maatregelen zullen treffen. Ze moeten alleen de juiste informatie hebben en op basis daarvan een goede risico-inschatting kunnen maken. De overheid vervult in deze publiek-private
samenwerking een faciliterende, stimulerende en aanjagende rol. Zo ontstaat een context die de private sector in staat stelt veel alerter en sneller dan voorheen in te spelen op problemen en ontwikkelingen. In deze nieuwe situatie kunnen bedrijfsleven en overheid gezamenlijk vastgestelde doelstellingen bereiken door middel van zelfregulering. De overheid kan daarbij slimmer, slanker en slagvaardiger worden, zonder dat dit ten koste gaat van de gestelde doelen. De overheid neemt geen kennis of taken over, maar voegt waarde toe. Vertrouwen is de leidraad in het proces van halen en brengen van informatie. Voor het beschermen van de ICT-infrastructuur vertrouwen we te veel op louter technische maatregelen. Die zijn ook belangrijk, maar niet de kern van
Annemarie Zielstra is programmamanager Nationale Infrastructuur ter bestrijding van Cybercrime (NICC).
de oplossing. Die zit namelijk bij de mens. Sociale netwerken zijn van belang voor de bescherming van technische netwerken en voor het vertrouwen om de relevante informatie te delen. Op basis van die gedachte functioneert de Nationale Infrastructuur ter bestrijding van Cybercrime. Binnen deze infrastructuur werken inmiddels honderden mensen samen aan een veilige cyberspace.
DE BIJLMERRAMP Op 4 oktober 1992 stortte een Boeing 747-vrachtvliegtuig van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al op de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg in de Amsterdamse Bijlmermeer. De ramp kostte 43 mensen het leven. Het duurde tot 22 april 1999 voordat een parlementaire enquêtecommissie haar bevindingen over de ramp presenteerde. Daarnaast vonden er zeven andere onderzoeken plaats naar onder meer kwesties als schuldvraag, gezondheidsklachten bij om-wonenden en bestuurlijk onvermogen in reactie op de ramp. In de samenleving was na alle onderzoeken nog steeds veel onbegrip en wantrouwen aanwezig met betrekking tot de precieze lading van het vliegtuig en de daarmee mogelijk samenhangende gezondheidsproblemen. Foto Michael Kooren / Hollandse Hoogte.
31
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
De stroom mag nooit stilvallen
E
lektriciteit is dermate cruciaal voor het functioneren van onze maatschappij dat storingen onacceptabel zijn. Toch komen ze voor, regelmatig zelfs. Netwerkbeheerders zouden meer op internationaal niveau moeten samenwerken.
Vincent Lagendijk Het gevaar van een stroomstoring hangt in de lucht. Letterlijk. In november 2005 zorgde hevige sneeuwval voor onderbrekingen in de elektriciteitsvoorziening in diverse delen van het land, en verreweg het langst in Haaksbergen. Maar stroomstoringen vinden niet alleen lokaal plaats. In november 2006 zaten Brabantse consumenten circa tien minuten zonder stroom. De oorzaak lag vierhonderd kilometer verderop in Duitsland. Het uitschakelen van een transmissielijn over de rivier de Ems veroorzaakte een kettingreactie, waardoor tien miljoen huishoudens in Europa tijdelijk verstoken bleven van elektriciteit. Voor beide gevallen geldt dat elektriciteit zo cruciaal is dat verstoringen politiek en sociaal onacceptabel zijn. Indien toch onderbroken, dan dient het herstel zo spoedig mogelijk te zijn. Deze herstelmaatregelen zijn vooral Europees bepaald, en met name proactief.
spoedde om de gebroken kabel te repareren, werden noodaggregaten ingezet voor onmisDr. Vincent Lagendijk bare voorzieningen. promoveerde aan de Toenmalig minister Brinkhorst vond de duur Technische Universiteit van de storing onacceptabel en eiste een Eindhoven op het proefonderzoek. Dit werd uitgevoerd door de schrift Electrifying Dienst Toezicht Energie (DTe), tegenwoordig Europe, over de conde Energiekamer, de toezichthouder op structie van elektriciteitsmarktwerking in de energiesector. De kosten netwerken in Europa. van het aansluiten van uitloopgebieden op de ringstructuur werden door de DTe geraamd op zo’n negentig miljoen euro op jaarbasis, terwijl de jaarlijks geschatte baten tussen de drie en vier miljoen euro lagen. H et instellen van een 24-uursgarantie, waarbinnen de elektriciteitsvoorziening hersteld moet zijn, was daarmee financieel onhaalbaar. Het instellen van een De DTe stelde eveneens 24-uursgarantie, waarbinnen dat het N-1 criterium, de elektriciteitsvoorziening een Europees gehanteerd veiligheidsprincihersteld moet zijn, was pe, geen aanpassing financieel onhaalbaar. behoefde. N-1 stelt dat een lokaal incident in de elektriciteitsvoorziening de rest van het systeem niet in gevaar mag brengen. H oe vervelend ook voor de getroffenen, het N-1 principe werd ook in Haaksbergen gewaarborgd.
Een versnipperd systeem Uitloopgebied De storing in Haaksbergen was langdurig. Terwijl een huishouden jaarlijks gemiddeld dertig minuten zonder stroom zit, duurde deze storing zo’n vijftig uur. Dit komt omdat Haaksbergen zich in een zogenaamde ‘uitloper’ van de ringstructuur bevindt. Dat wil zeggen dat slechts één transportlijn het dorp voorziet van stroom. Terwijl Essent zich
Dit N-1 principe werd ingesteld door de Union for the Co-ordination of Transmission of Electricity (UCTE), verantwoordelijk voor de veiligheidsmaatregelen in continentaal Europa sinds de jaren vijftig. De gedachte erachter is dat een korte onderbreking voor een beperkte groep consumenten te prefereren valt boven een totale black-out, vooral omdat dit het herstel van de netwerkintegri teit
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 31
32
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
vereenvoudigt. Dat was het geval bij de Europese storing in 2006, waar de stroomuitval in Noord-Brabant en andere delen van Europa een bewuste strategie was van netwerkbeheerders om de stroomvoorziening elders op peil te houden. Totaal waren zo’n vijftien miljoen huishoudens getroffen door een tijdelijke onderbreking. Ook deze storing leidde tot politieke beroering en diverse rapporten. De storing werd aangegrepen om te pleiten voor een meer gecentraliseerde Europese netwerkcoördinatie. Andris Piebalgs, Europees Commissaris voor Energie, bepleitte een groepering van netwerkbeheerders onder de EU-paraplu. Het rapport van UCTE gaf hier
een zekere rechtvaardiging aan. UCTE stelde dat zowel nationale netwerkbeheerders als de UCTE geen real-time overzicht hadden van de omvang van
Er bestaat geen centraal orgaan dat de netwerkintegriteit bewaakt; netwerkbeheerders communiceren onderling. het incident, hetgeen het herstel sterk bemoeilijkte. Er bestaat geen centraal orgaan dat de netwerkintegriteit bewaakt, maar
netwerkbeheerders communiceren onderling. Pas enkele dagen later was de omvang van de problematiek duidelijk voor de netwerkbeheerders, en werd duidelijk dat een grootschalige en langdurige stroomuitval voorkomen was. Een andere belangrijke conclusie van het UCTE-rapport was dat netwerkbeheerders meer op internationaal niveau stroomstoringscenario’s moesten oefenen om hun responstijd te verbeteren.
Europese coördinatie Opvallend genoeg maakten redelijk geïsoleerde black-outs in Nederlandse ‘uitloopgebieden’ meer – politieke – tongen los dan de grote verstoring in november 2006. Toen was de politieke reactie vrij lauw. Een aantal Tweede Kamerleden stelde vragen, maar toenmalig minister Wijn verwees naar de rapporten en maatregelen van zowel de UCTE als de Europese Commissie. Daarmee leek de kous af. Toch is dat niet verwonderlijk. Beslissingen over leveringszekerheid en herstelprocedures verschuiven steeds meer naar hogere Europese beleidsniveaus. De toekomst lijkt een nog meer Europees gereguleerd en wellicht centraal gecoördineerd toezicht op het Europese netwerk. De EU heeft de storing in 2006 aangegrepen om een ontwikkeling richting één centrale spil in te zetten, die het netwerk in real-time observeert. Hiermee hoopte men het aantal incidenten terug te dringen, maar met name ook het herstel na een verstoring te versnellen.
Het Nederlandse elektriciteitsnetwerk, beheerd door Tennet.
32 hubholland magazine
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
De vraag is of dit voldoende is. H et Internationale Energie Agentschap heeft gewezen op de veranderde rol van elektriciteitsnetwerken. Waar voorheen de voornaamste rol van internationale verbindingen het verbeteren van de bedrijfszekerheid van de aangesloten netten was, faciliteren grensoverschrijdende lijnen nu vooral handelsstromen in het kader van de interne markt voor energie. Daarom zal ook de capaciteit van het zwaarder belaste netwerk uitgebreid moeten worden. In het geheel zullen deze proactieve maatregelen helpen de schade als gevolg van een storing te verminderen en hersteltijden te bekorten, en sterk bijdragen aan het beter functioneren van het elektriciteitsnet als geheel.
AFGESCHAKELD VERMOGEN NA STORING IN DUITSLAND Op 4 november 2006 schakelden de Duitse netwerkbeheerders een transmissielijn over de rivier de Ems uit om een cruiseschip te laten passeren. Dat ging niet helemaal goed, waarna er een risico op oververhitting ontstond. Om de stroomvoorziening elders op peil te houden schakelden de netwerkbeheerders vervolgens grote delen van Europa af van stroom. Land
Afgeschakeld vermogen
Nederland België Frankrijk Portugal Spanje Italië Zwitserland Duitsland Oostenrijk Slovenië Kroatië
340 MW 800 MW 6.460 MW 1.101 MW 2.107 MW 2.129 MW 7 MW 3.255 MW 424 MW 113 MW 199 MW
Bron: UCTE-statistieken.
BOMAANSLAG MADRID In de ochtend van 11 maart 2004 explodeerden bij het Madrileense station Atocha aan boord van vier forensentreinen in totaal tien explosieven. 191 mensen werden gedood en ruim vijftienhonderd mensen raakten gewond, waarvan velen ernstig. Op 31 oktober 2007 werden vier verdachten schuldig bevonden. De mannen hadden allemaal banden met AlQaeda. Behalve de angst voor aanslagen in het openbaar vervoer die in het Westen ontstond, leidden de aanslagen ook tot een politiek steekspel tussen de grootste Spaanse partijen. Beiden beschuldigden de ander ervan de bomaanslagen te misbruiken voor electoraal gewin. Die onrust leidde in heel Spanje tot protesten. In veel landen werd na de aanslagen het terreuralarm verhoogd. Foto Jon Santa
Cruz / Camera Press / Hollandse Hoogte.
Percentage van totaal
(in megawatt)
3% 8% 12% 19% 10% 8% 0,1% 2,5% (in het westen 11,8%) 2,2% (in het westen 18%) 8% 5,3% (in het westen 14%)
33
34
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Energie in evenwicht houden Dr. Machiel Mulder is hoofdeconoom van de Energiekamer, een onderdeel van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Naar aanleiding van de recente gascrisis, waarbij Rusland de levering aan onder meer Oekraïne stil legde, schreef hij een verhaal over geopolitieke risico’s. Lees zijn artikel op www.hubholland.eu.
D
e traditionele overcapaciteit in energienetwerken is de afgelopen jaren afgenomen zonder dat dit heeft geleid tot meer storingen. Meer overcapaciteit wensen of meer bescherming tegen externe crises, is kostbaar en leidt tot een verslechterde concurrentiepositie.
storingen. Het maken van kosten om de overcapaciteit weer te vergroten zonder dat dit leidt tot verbeterde leveringszekerheid staat op gespannen voet met het principe van doelmatigheidsregulering. Deze kosten mogen daarom niet leiden tot hogere tarieven voor de netgebruikers.
Machiel Mulder
Principes zijn niet veranderd
Anders dan bij de meeste andere infrastructuren gaat het bij energie om twee soorten crisissituaties. Crises die direct te maken hebben met de benutting van de infrastructuur zelf en crises die van buiten komen. De eerste groep van crises bestaat uit al die gebeurtenissen die de stabiliteit van netten bedreigen. Zoals bekend moeten energienetwerken permanent in evenwicht zijn. Deze conditie geldt bij elektriciteit nog sterker dan bij gas, omdat onevenwichtigheden daar tijdelijk op te vangen zijn Uiteindelijk gaat het om door gas op te slaan of de politieke afweging van uit opslagen te onttrekken. Maar ook dan kan de voordelen van extra er een verstoring optrekwaliteit tegen de moge- den, zoals onlangs bleek met de Ruslandlijke (concurrentie)nade- Oekraïne-gascrisis. Energienetwerken zijn len van hogere kosten. zo opgezet dat ze behoorlijk extreme vraag- en aanbodpieken kunnen faciliteren. Door de introductie van marktwerking is aan dit principe niets veranderd. Netwerkbedrijven worden weliswaar geprikkeld om zo doelmatig mogelijk te opereren, maar met inachtneming van de eis om de netten te allen tijde stabiel te houden. In de afgelopen jaren is de overcapaciteit in de netten door de doelmatigheidsregulering afgenomen, zonder dat dit leidde tot meer
34 hubholland magazine
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
De tweede groep van crises bestaat uit externe gebeurtenissen die het functioneren van de infrastructuren bedreigen. Daarbij valt te denken aan extreme stormen waardoor hoogspanningsmasten breken. Om de energievoorziening tegen dit soort risico’s te behoeden, geldt bij elektriciteit het N-1 of N-2 principe, wat zegt dat ook bij een storing van 1 of 2 componenten, de voorziening ongehinderd moet kunnen doorgaan. De introductie van marktwerking heeft ook aan deze principes niets veranderd. De regulering van netten heeft als doel om de doelmatigheid te vergroten met inachtneming van de kwaliteitsnormen. Mocht de Nederlandse maatschappij (de Tweede Kamer) echter vinden dat we (nog) sterkere kwaliteitsnormen moeten introduceren, zoals N-3, dan hangt daar uiteraard een prijskaartje aan. Vanuit het doelmatigheidstoezicht bezien moeten die kosten in dat geval als efficiënt worden beschouwd, wat betekent dat ze mogen worden terugverdiend via hogere tarieven. Als andere landen minder strenge kwaliteitseisen hanteren, dan kan dat uiteraard nadelig zijn voor de concurrentiepositie. Uiteindelijk gaat het dus om de politieke afweging van de voordelen van extra kwaliteit in de energievoorziening tegen de mogelijke (concurrentie)nadelen van hogere kosten voor energiegebruikers.
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
35
De financiële infrastructuur
G
eld is essentieel voor herstel en wederopbouw na een ramp. Daarom is het van groot belang dat de financiële infrastructuur goed functioneert. De schade-expert speelt hierin een centrale rol.
Mark Vos In de eerste vluchten na een orkaan in het Caribische gebied zitten grote aantallen schade-experts, die namens de verzekeringswereld worden ingevlogen. Zij zoeken een veilig onderkomen, stellen satellietverbindingen op en gaan aan het werk. Schades zijn veelal verzekerd, werkgelegenheid is niet echt aangetast en hypotheken kunnen gewoon worden afgelost. Schade als gevolg van watersnood is lastiger. Herstel en wederopbouw verlopen veel trager. Zelfs nu, twee jaar na de overstroming in Engeland, kunnen sommige mensen nog steeds niet in hun oude huis wonen. De meesten keerden overigens wel terug, ook al moesten ze in een caravan, op straat of in de tuin verblijven. De schadeexperts verbleven vele maanden in hotels buiten de evacuatiezone. Bij Katrina (New Orleans) – waar zowel sprake was van een hurricane als van een overstroming – werd alles nog grootschaliger. Zo werden er circa duizend schade-experts naar het gebied gedirigeerd. Belangrijke constatering is dat vele gedupeerden na een evacuatie niet terugkeren. De invloed daarvan is nog steeds te zien: het puin ligt nog in sommige tuinen en op bedrijfsterreinen. De stad New
Orleans is momenteel bezig met onteigening van deze locaties.
Schadevergoedingsmodellen Als wij deze ervaring op N ederland projecteren dan kunnen we terugkijken op twee vergelijkbare gebeurtenissen. Ten eerste de dijkdoorbraak in 1953, waarna overstroming vanwege het cumulatierisico niet meer verzekerbaar werd. Ten tweede de rivieroverstromingen in 1993 en 1995, waarbij noodfondsen een bijdrage leverden. In Nederland is men bij rampen in hoge mate op zichzelf aangewezen,
In Nederland is men bij rampen in hoge mate op zichzelf aangewezen. ondanks bijdragen op grond van de Wet tegemoetkoming schaden bij rampen en zware ongevallen (WTS). De overheid kan als tegemoetkoming slechts een bijdrage in de nood leveren. Bovendien is het werken met individuele schade-expertiseberekeningen vaak niet mogelijk – als de f inanciële fondsen überhaupt al toereikend zijn. Dat betekent dat men is aangewezen op schadevergoedingsmodellen. Het zou zinnig zijn dergelijke modellen nu reeds te maken voor bijvoorbeeld een wateropslaggebied. Mocht daar straks een ramp plaatsvinden, dan kan de schade-expert snel de uit te keren bedragen vaststellen. Dat kan onderdeel zijn van een breder financieel plan, waarbij ook het omgaan met de hypotheekproble-
Ing. Mark Vos is technisch-commercieel directeur van Crawford & Company, Continental Europe, Middle East & Africa. Als schade-expert was hij betrokken bij de overstromingen van juni 2007 in Engeland.
matiek een aandachtspunt is. Hypotheeklasten zijn een belangrijke belemmering bij het herstellen van financiële mogelijkheden. Na een evacuatie en verlies van werk heef t men veelal niet de reserve om een extra huurhuis te betalen. Bovendien zal de waarde van de achtergelaten woning sterk dalen en bij het uitblijven van hypotheekbetaling zal deze uiteindelijk aan de bank vervallen. Bedrijven zullen hun faillissement aanvragen, zoals dit ook bij de recente overstroming in Engeland is gebeurd. Uiteraard is de schade-expert een belangrijke betrokkene bij een dergelijk financieel plan. Hij speelt een rol tijdens de gehele duur van herstel en wederopbouw.
Emigratie naar buurlanden Ook met onze buurlanden moeten we tijdig afspraken maken. Hoe groter de ramp en hoe langer de periode waarin terugkeer onmogelijk is, des te meer moet men er rekening mee houden dat burgers en bedrijven niet terugkeren. Gezien de ervaringen na Katrina zou emigratie naar naburige EU-landen kunnen ontstaan. De problemen in de Nederlandse delta moeten derhalve met onze buren worden gedeeld, met het oog op tijdelijke en permanente opvang.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 35
36
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Evacueren in groepsverband
E
vacuaties kunnen grote gevolgen hebben voor de geestelijke gezondheid. Daarom is het belangrijk om mensen zo kort mogelijk te evacueren, het liefst in groepsverband. Meer onderzoek naar de psychosociale gevolgen is hard nodig.
Magda Rooze Naast het aantal dodelijke slachtoffers en ernstig gewonden is verlies van huis en haard een van de verschrikkelijke gevolgen van een ramp. In Italië zijn in april van dit jaar 28 duizend mensen dakloos geworden, waarvan achttienduizend in tenten of auto’s verblijven en tienduizend in hotels. Ook na de orkaan Katrina in N ew Orleans in 2005 werden grote aantallen mensen gedwongen te evacueren: meer dan een miljoen in totaal. Van de oorspronkelijke bevolking keerde tot op heden nog niet de helf t terug. In Enschede werd door de vuurwerkramp in 2000 een hele wijk weggevaagd. Twaalfhonderd bewoners verloren hun huis en werden gedwongen lange tijd elders te wonen. Dergelijke evacuaties hebben grote gevolgen voor de geestelijke gezondheid. Uit een samenvatting van de literatuur hierover blijkt dat de gevolgen in dertig procent van de gevallen ernstig tot zeer ernstig zijn. Bepalende factoren zijn onder meer: verwondingen, de ervaring van angst of paniek, het verliezen van contacten met dierbaren, het verlies van eigendom en het verhuisd zijn op zich. Veel systematisch onderzoek is er tot
36 hubholland magazine
op heden niet gedaan, maar een duidelijke bevinding is wel dat evacuatie leidt tot een sterke verhoging van stressklachten, angst, depressie, slaapproblemen en vijandige gevoelens. Evacuatie verstoort sociale netwerken en belemmert mensen in hun dagelijkse routine. Ze ontberen de sociale infrastructuur die ze gewend zijn, voelen zich verloren en aangetast in hun
Degenen die het verst verwijderd waren geweest van familie en vrienden, vertoonden het hoogste niveau van stressklachten. identiteit en missen de controle over hun eigen leven. Bovendien zijn de condities waarin ze verkeren vaak slechter dan ze gewend zijn.
Veerkracht bevorderen Uit onderzoek na de aardbeving in de buurt van Napels in 1983 bleek dat een evacuatie het beste zo kort mogelijk kan duren en zo veel mogelijk in sociaal verband dient plaats te vinden. Mensen die permanent waren geëvacueerd, hadden meer stressklachten dan degenen die na een aantal jaren terugkeerden. De mensen die uiteindelijk terugkeerden hadden dezelfde klachten als diegenen die niet geëvacueerd waren geweest. Daarbij was ook opvallend dat diegenen die het verst verwijderd waren geweest van familie en vrienden het hoogste
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Drs. Magda Rooze MBA is directeur van Impact, het landelijk kennis- en adviescentrum voor psychosociale zorg na rampen.
niveau van stressklachten vertoonden. Er is vrijwel geen literatuur beschikbaar over hoe we de negatieve gevolgen van evacuatie kunnen beperken. Toch is het van groot belang dat we ons bezig gaan houden met de bescherming van de verplaatste populatie, mede met het oog op wederopbouw en de gevolgen voor de gezondheid van mensen. Welke preventieve maatregelen zijn denkbaar? Hoe kunnen we veerkracht en ‘empowerment’ bevorderen, zodat mensen een krachtige partner kunnen zijn bij het herstel en de wederopbouw? Potentiële interventies zouden kunnen zijn: het verplaatsen van mensen per buurt of mensen invloed geven bij de keuze van de nieuwe bestemming. Z e kunnen dan bijvoorbeeld naar een nabije locatie of naar een gebied dat cultureel lijkt op de woonplaats en goede economische mogelijkheden biedt. Allemaal interessante opties, maar we hebben meer evidentie nodig om de juiste besluiten te kunnen nemen en daadwerkelijk ‘gezonde’ evacuatiescenario’s te ontwikkelen. Het doel van evacuatie is mensen te beschermen. Die bescherming dient zich ook uit te strekken tot en met de nafase, mede met het oog op wederopbouw.
37
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Herstel is een kwestie van houding
I
n Duitsland bestaan geavanceerde informatie- en hulpsystemen die snelle bestrijding van calamiteiten mogelijk maken. Des te sneller is herstel aan de orde. ‘Het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid gaat verder dan pr .’
Interview met Jan van Belzen Behalve burgemeester van de gemeente Barendrecht is Jan van Belzen vooral een onvermoeibaar voorvechter van veiliger transportroutes. Zo is hij voorzitter van de werkgroep Incidentmanagement Transport Gevaarlijke Stoffen, van de commissie Tunnelveiligheid en het Platform Transportveiligheid.
Zou het Platform Transportveiligheid niet moeten worden getrokken door de gezamenlijke veiligheidsregio’s? ‘In de ogen van het Veiligheidsberaad, het overkoepelend orgaan van de veiligheidsregio’s, moet nog aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. Maar daar moeten we niet op willen wachten. Binnen het Platform komt aandacht voor transport per rail, over de weg, over water en per buisleiding. Rond de zomer moet het Platform operationeel worden.’
Binnen Railplan is vooral aandacht besteed aan het voorkomen en het eenduidig aanpakken van incidenten. Zijn we inmiddels niet op een volgend station aangekomen? ‘Railplan was een noodzakelijk traject, dat we met velen succesvol hebben afgelegd. Maar ik ben met u eens: er ligt nog een groot aantal uitdagingen op ons te wachten. Naast voorkomen en bestrijden moeten we ons bijvoorbeeld afvragen wat
calamiteiten betekenen voor het functioneren van de transportassen. Ik ben ook voorzitter van de commissie Tunnelveiligheid. Als ik op me laat inwerken wat het betekent als een tunnel voor langere tijd verloren gaat – daar moeten we snel mee aan de slag.’ ‘In feite komen we dan terecht op het terrein van de reconstructies. Als voorzitter van de werkgroep Incidentmanagement transport gevaarlijke stoffen ben ik recent op werkbezoek geweest bij Basf in Duitsland en daar in aanraking gekomen met TUIS. Dat staat voor “TransportUnfall-Informations- und Hilfeleistungssystem”. We beraden ons nu op de vraag wat dergelijke systemen voor de Nederlandse situatie kunnen betekenen. Wat mij er vooral in aanspreekt is het besef dat hoe sneller een calamiteit wordt bestreden, des te sneller is herstel aan de orde. En dat is niet alleen voor het bedrijf maar ook voor de maatschappij gunstig. Basf investeert in specialistisch materieel en zet dat in bij bepaalde calamiteiten om deze sneller te beteugelen, waardoor er geen onnodige schade optreedt. Ze investeren in materieel dat ook wordt uitgeleend.’
Krijgt het bedrijf daarvoor betaald door de overheid? ‘Als ze materieel uitlenen krijgen ze daarvoor betaald, al dan niet door een verzekeraar. Maar ze krijgen niet betaald voor het investeren als zodanig. Voor zover wij hebben kunnen nagaan is het initiatief terug te voeren tot het hebben en nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Schade moet worden beperkt en calamiteiten leggen beslag op capaciteit die dan niet elders inzetbaar is. Daarom
Drs. Jan van Belzen is voorzitter van de werkgroep Incidentmanagement Transport Gevaarlijke Stoffen, van de commissie Tunnelveiligheid en het Platform Transportveiligheid. Hij is tevens burgemeester van de gemeente Barendrecht.
investeert het bedrijf daarin. Natuurlijk levert het ook een bepaalde zichtbaarheid op die samenhangt met het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Je kunt het pr noemen, maar het gaat verder. Wel ben ik van mening dat de
‘Schade moet worden beperkt en calamiteiten leggen beslag op capaciteit. Daarom investeert Basf in efficiënte oplossingen.’ overheid randvoorwaarden moet realiseren waarin dergelijke initiatieven kunnen gedijen. Dat hoeft niet per se via een financiële prikkel te zijn. Het is een uitdaging om na te denken hoe bedrijven dergelijke maatschappelijke meerwaarde kunnen realiseren.’
Beperkt het zich tot technische oplossingsrichtingen? ‘Zeker niet. Ook bestuurders moeten dit gaan begrijpen. Nu realiseren nog weinigen zich dat snelle reconstructie gebaat is bij het beperken van schade en dus bij snelheid van handelen. Het is een kwestie van houding, eerder dan van techniek.’ – Henk Visée.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
hubholland magazine 37
38
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
Publieke waarden beter in balans
D
e noodzaak om nu al maatregelen te treffen voor het herstel na een ontwrichtende ramp staat in Nederland nog onvoldoende op de kaart. Daarom is het goed die discussie in een andere context te voeren, binnen een breed perspectief op maatschappelijke waarden. Daarbij komt de terminologie die de WRR recent heeft geïntroduceerd goed van pas. Herstel als type II waarde.
Henk Visée De afgelopen twee decennia hebben de meeste Nederlandse infrastructuren ingrijpende veranderingen ondergaan die samenhangen met verschillende vormen van regimeverandering: liberalisering, privatisering, splitsing, commercialisering en internationalisering. Het eigendom en het beheer van deze infrastructuren en dienstverlening zijn overgegaan van een publiek monopolie naar een situatie waarin meerdere publieke en private partijen het eigendom en de verantwoordelijkheid delen op grond van uiteenlopende institutionele arrangementen. De WRR heeft hier in 2008 een behartigenswaardig rapport over geschreven: Sturen op infrastructuren. Een investeringsopdracht. Volgens dat rapport zijn in het huidig institutioneel arrangement de kortetermijnwaarden, gericht op de individuele consument, bevoordeeld. Er is met andere woorden veel aandacht voor de markt en voor het behalen van concurrentievoordeel – in de terminologie van de WRR: type I publieke waarden.
38 hubholland magazine
Dat gaat ten koste van de langetermijnwaarden, die het individu overstijgen – de type II publieke waarden. Daaronder vallen onder meer innovatie, onderhoud, beschikbaarheid op lange termijn en duurzaamheid. De WRR pleit daarom voor een strategische heroriëntatie, waaronder het ontwerpen van institutionele arrangementen en het invoeren van allerlei checks and balances. Daardoor kunnen beide typen waarden meer in balans komen.
Arena’s verbinden Het is een interessante manier van denken, die ook goed bruikbaar is voor het herstel en de wederopbouw na een ontwrichtende ramp – een
Ook op het gebied van herstel zou dit tot een verfrissende aanpak kunnen leiden, die verder gaat dan de vraag wie waarvoor verantwoordelijk is. onderwerp dat buiten het WRR-rapport viel. De sense of urgency om daar nu al maatregelen voor te treffen wordt nog onvoldoende gevoeld. En misschien zal het ook nooit lukken om die urgentie voldoende op de kaart te zetten. De benadering via publieke waarden biedt daarom een zinnig alternatief, een andere manier om de maatschappelijke discussie tijdig op gang te krijgen.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Drs. Henk Visée is directeur van 42morrow strategische advisering en gastredacteur van dit HubHolland.Magazine.
De vraag daarbij is wel hoe we op de raakvlakken van infrastructuur en veiligheid gaan komen tot een gemeenschappelijke visie op de herstelstrategie na calamiteiten. De besluitvorming vindt immers versplinterd plaats, op diverse niveaus in meerdere arena’s. Dat geldt temeer sinds de geschetste regimeverandering, zowel bij het bedrijfsleven als de overheid. De komst van 25 veiligheidsregio’s is daarbij voor landelijk opererende bedrijven een complicerende factor. Zij doen mede daarom een klemmende oproep om te komen tot eenduidige afspraken over het afwikkelen van crises waarbij grote infrastructurele systemen zijn betrokken. De WRR beveelt aan om nieuwe verbindingen te creëren tussen de arena’s, waarbij de rol van de overheid niet zou moeten zijn gericht op het herstellen van de top-downbenadering of op de coördinatie van processen. De rol voor de overheid zou moeten liggen in het tot stand brengen van een horizontaal gestructureerde dialoog tussen de betrokken partijen en tussen de verschillende arena’s, om bruggen te slaan tussen concurrerende belangen.
Verfrissende aanpak Ook op het gebied van herstel zou dit tot een verfrissende aanpak kunnen leiden, die verder gaat dan de vraag
39
Themanummer: Herstel en wederopbouw na een ontwrichtende ramp
wie waarvoor verantwoordelijk is. De rijksoverheid kan de expertise die in de verschillende groepen wordt voortgebracht, effectief gebruiken voor nationaal infrastructuurbeleid. Maar de gezaghebbende faciliterende regie zal niet gebaseerd kunnen zijn op positie of belang. De door de WRR bedoelde nieuwe verbinding die tussen de arena’s tot stand moet komen vraagt om een netwerksturing die vooral gebaseerd is op inzicht in pro-
cessen en mogelijk zelfs op onafhankelijkheid. Wanneer partijen zich daarna binden aan de uitkomsten, is daarmee tevens een belangrijke stap gezet op weg naar eenduidige afspraken over het afwikkelen van crises waar grote infrastructurele systemen bij zijn betrokken. Gelet op de benodigde investeringen is een betrokkenheid nodig van alle relevante partijen. Ook die discussie zou onderdeel kunnen zijn van een
debat over ‘type II publieke waarden’. Gelet op de onderlinge afhankelijkheden tussen infrastructuren is de discussie per definitie sectoroverstijgend. Bovendien is de vroegtijdige betrokkenheid van de NMa en Brussel onvermijdelijk, om boven concurrerende belangen uit te stijgen. M aar er is geen enkele reden om niet sectorgewijs of regionaal alvast te starten met het ontwikkelen en uitwisselen van ‘good practices’, al dan niet vastgelegd in convenanten.
Serious fun
Essaybundel over de toegevoegde waarde van Nederland – als hub
H
et Innovatieplatform heeft in 2008 aangegeven hoe Nederland onderwerp wordt van een mondiale economie. De hypothese is dat samenwerking en verbinding daarin een belangrijke rol spelen. In vijf essays geven wetenschappers hun visie op de oorzaken, kenmerken en effecten van onze op samenwerking en transactie georiënteerde economie. Naast fysieke knooppunten, zoals de Rotterdamse haven, Schiphol en de AMS-IX internethub, besteedt de bundel ook aandacht aan de economische clusters zoals de brainport in ZuidOost Brabant en Greenport in Wageningen. Een voorproefje: Frank den Butter en Margot Weijnen geven aan hoe Nederland een specifieke plaats heeft in de Europese economie door de fysieke kenmerken van het knooppunt Nederland en de vaardigheid transacties af te sluiten. Verder beschrijft Jan Luiten van Zanden de relatie tussen de historische voorkeur voor overleg en samenwerking en het bestuursmodel dat in Nederlandse concerns wordt toegepast. Ook bespreekt hij de (mogelijke) invloeden hiervan op de dominantie van incrementele innovatie en de moeite met radicale innovatie. Wilfred Dolfsma en Femke ten Velden bieden inzicht in de factoren die op microniveau samenwerking en innovatie bevorderen. Martijn Lampert verschaft inzicht in de kansen voor samenwerking en innovatie tussen verschillende ‘mentality’ milieus.
I
n het vorige HubHolland.Magazine constateerden we dat internationale standaarden een cruciale rol spelen in de ontwikkeling van infrastructuren. Nederland scoort echter laag in scholing en training om mensen het besef bij te brengen dat standaarden strategisch zijn en dat de totstandkoming een gecompliceerd spel is. Met het simulatiespel dat Tineke Egyedi (TU Delft), Arjan Widlak en Jorrit de Jong (United Knowledge) ontwikkelden, is dat wellicht verleden tijd. Het spel combineert cruciale leermomenten met het plezier om samen te werken aan een (fictieve) internationale standaard. Het spel is door experts en nieuwkomers getest in Nederland en Japan. Alle deelnemers waren zeer te spreken over het realiteitsgehalte van het spel. Wie kunnen het spelen? Eigenlijk iedereen. Studenten kunnen leren over de conflicterende belangen die kunnen optreden bij standaardisatieprocessen. Nieuwkomers in de standaardisatiewereld kunnen door het spel zien wat doorgaans niet in formele handboeken staat. En beleidsmakers ondervinden in korte tijd met welke voetangels en klemmen van standaardisatiebeleid ze te maken kunnen krijgen. Wil je het spel spelen? Neem dan contact op met Arjan Widlak:
[email protected].
De essaybundel ‘Connecting Global Ambitions: samenwerken en innovatie’ verschijnt medio 2009.
HubHolland.Magazine, jaargang 2, nr. 1 – juni 2009
Internationale deelnemers in actie met het standaardenspel in Japan, voorjaar 2009.
hubholland magazine 39
Hup Holland Hub RDM-campus Rotterdam KIVI NIRIA Jaarcongres 26 november 2009 KIVI NIRIA stelt voor 2009 ‘Hup Holland Hub’ als technisch maatschappelijk thema centraal en organiseert haar jaarcongres rondom dit thema.
H
et thema verwijst naar Nederland als verzameling van knooppunten met een grote verscheidenheid aan infrastructuren. Een hub wordt hierbij gezien als een belangrijk centrum voor commerciële activiteiten, waarbij vele bedrijven, kennisinstellingen en overheden zijn betrokken, met diverse spin-offs naar de directe omgeving. Met het thema concentreert KIVI NIRIA zich op internationaal succesvolle hub-posities – posities die stammen uit het verleden of die Nederland recent heeft weten te ontwikkelen. Denk daarbij aan: • • • • • • •
internetexchange en surfnet deltatechnologie olie- en gastechnologie (o.a. de gasrotonde) het Agrocluster Schiphol; Rotterdam automotive hub; watertechnologie vrede en veiligheid
Meer informatie: Hub.kiviniria.net,
[email protected] Bron illustratie: www.acn.nl