Contactblad erapeuticum Aquamarijn nr. 38, december 2011
Aquatinten
Beste Lezer, Vorig jaar rond deze tijd opende Aquatinten met een somber bericht: Aquamarijn zou haar blad verliezen. De voltallige redactie van Aquatinten moest, om uiteenlopende redenen, afscheid nemen. Inmiddels zijn vier hele seizoenen verstreken, en zie: het blad van Aquamarijn is terug! Graag stel ik de nieuwe redactie aan u voor. Corrie Evenhuis, Eric Boekel en Tonja van Manen zijn de nieuwe eindredacteurs. Hilleguus Bos, Karin Huijgens en Jan Kuiper schrijven mee als deelnemers van Aquamarijn. Hannie Bakker en Gerard Rotteveel zijn betrokken vanuit de praktijk. Ester Verheul verzorgt de vormgeving. Ikzelf zit de redactievergaderingen voor. Voor de zomer zijn we van start gegaan, en nu presenteren we u, met trots, ons eerste nummer. Dit nummer gaat over Voeding. Tijdens de
THEMA: VOEDING
vergaderingen werd al snel duidelijk: voeding is een heel breed thema. Naast de aardappel op ons bord, is er voeding voor de ziel. Wat doet voeding met je, en wat doe jij met je voeding? Hoe zorg je dat je goed gevoed blijft? En waar komt onze voeding eigenlijk vandaan? Zijn calorievrije zoetstoffen en light-vetten vernieuwingen waar we blij mee kunnen zijn? De voedingsdeskundige die het therapeuticum is komen versterken, stelt zich voor. De prachtige vormgeving is voeding voor de zintuigen. Het thema Voeding belichten we van veel kanten. Hopelijk zit er iets van uw smaak tussen! Niet alles blijft bij het oude. Aquatinten zal eens in de negen maanden verschijnen (in plaats van elk halaar). Dit biedt twee voordelen. Ten eerste is de werkdruk voor de redactie zo minder hoog, en dat maakt het makkelijker om redactieleden te vinden en houden. Ten tweede verschijnt het blad nu steeds in een andere tijd van het jaar. Zo kan Aquatinten aansluiten bij wisselende feestdagen en seizoenen.
We hebben de smaak te pakken, en maken plannen voor het komend nummer. Dat nummer krijgt het thema omgevingsinvloeden. Hebt u ervaringen of ideeën hierover die u op papier wilt zetten? Heeft u tips, suggesties of opmerkingen aan aanleiding van dit nummer? Uw inbreng is van harte welkom, en kunt u mailen aan
[email protected], of afgeven op het secretariaat. Hopelijk is uw nieuwsgierigheid gewekt en wordt die alleen maar groter bij het lezen van deze Aquatinten! Namens de redactie, Eveline Maris
INHOUDSOPGAVE
De redactie, van links naar rechts, en van boven naar beneden: Hilleguus Bos, onja van Manen , Corrie Evenhuis, Hannie Bakker, Jan Kuiper, Eveline Maris, EsterVerheul Gerard Rotteveel. Afwezig op de foto zijn Eric Boekel en Karin Huijgens
Weten we wat we eten? Gesprek met Boerin Anna Voeding voor je levenskrachten Voeding als ontwikkelingsweg Het voeden door indrukken Bewoners Insula Dei eten nu (biologische) streekproducten De aarde doet het groeien Voedingsbaden Even voorstellen Uit de bibliotheek Lezersbijdrage Uit het bestuur
pag. 1 pag. 7 pag. 13 pag. 15 pag. 23 pag. 25 pag. 28 pag. 31 pag. 34 pag. 42 pag. 43 pag. 51
Weten we wat we eten? Tijdens mijn zoektocht naar de medische misvattingen in de afgelopen jaren was voeding een belangrijk item. Ik ben dan ook blij dat dit themanummer over voeding gaat. Erg enthousiast was ik over de boeken van de Franse psychiater en schrijver David Servan-Schreiber: ‘Uw brein als medicijn’ en ‘Antikanker’. In deze boeken heeft voeding een belangrijke plaats. Servan-Schreiber legt hierin voor de leek heel helder uit dat de hedendaagse voeding ziekteverwekkend is. Dat komt onder andere door het hoge aantal ontstekingsfactoren in veel voedingsbestanddelen die regelmatig onderdeel zijn van het dagelijkse voedingspakket (zie de vorige Aquatinten). Ik heb deze boeken het afgelopen jaar in het spreekuur veel aangeraden in het spreekuur. Helaas hoorde ik na de zomervakantie dat Servan-Schreiber eind juli uiteindelijk is overleden. Begin jaren negentig had hij een hersentumor met een prognose van nog enkele maanden.
Door aan de slag te gaan met de vraag ‘wat kan ik er zelf aan doen?’ heeft hij uiteindelijk nog 20 jaar geleefd. Zijn boeken zijn ook een gevolg van deze zoektocht. Ik hoop dat ze velen tot inspiratie mogen zijn om meer grip te krijgen op het eigen ziekteproces.
Glutamaat en aspartaam niet zo onschuldig als we vaak denken Bij het lezen over de kwaliteit van de westerse voeding en over de vraag waarom er zoveel chronische ziekten zijn in het westen, kwam ik ook regelmatig het woord excitotoxinen tegen, een begrip waarvan ik nog nooit had gehoord. Het bleek te gaan over stoffen als monosodium glutamaat (MSG) en aspartaam. De eerste is een smaakversterker, die in heel veel kant-en-klare voeding en snacks zit; de laatste wordt als calo-
riearme zoetstof (bijv. in light-producten) gebruikt. Glutamaat en aspartaam zijn stoffen die op natuurlijke wijze als neurotransmitters in het lichaam voorkomen. Neurotransmitters zijn stoffen die boodschappen doorgeven van zenuwcel naar zenuwcel. Glutamaat en aspartaam zorgen er voor dat de zenuwcel wordt geactiveerd. Vandaar ‘excito’ in het woord excitotoxinen. Het gaat hier om een heel delicaat evenwicht. We hebben deze stoffen hard nodig voor een gezond functioneren van de hersenen, maar een teveel blijkt in experimenteel onderzoek bij dieren de zenuwcellen te laten afsterven. Zoals vaker in de farmaceutische- en voedingsindustrie gebeurt, wordt veelal gedacht dat als bepaalde stoffen op natuurlijke wijze in ons lichaam voorkomen, dat extra gebruik hiervan in voeding of medicamenten/vaccinaties geen kwaad kan. Zodoende is men in de vorige
eeuw deze stoffen in grote hoeveelheden in de menselijke voeding gaan toepassen. Pas veel later kwam wetenschappelijk onderzoek over het effect hiervan op gang. Uit het allereerste onderzoek naar verbeteringen voor cellen in het netvlies (retina) bleek juist dat deze cellen afstierven bij toediening van een extra dosis glutamaat. Uit verder onderzoek bleek dat ook andere delen van de hersen werden beschadigd. In celkweken bleek dat bij toediening van hoge doseringen glutamaat de cellen in een soort overactiviteit kwamen en maar bleven ‘vuren’. Uiteindelijk kwamen ze in een uitputtingstoestand en stierven de cellen in enkele uren af. Bij lage doseringen speelt bovengenoemd proces zich in enkele dagen af in plaats van enkele uren. Hersencircuits aangetast Naarmate er meer bekend werd over neurotransmitters, bleek dat stoffen als glutamaat en aspartaam voornamelijk in bepaalde circuits in de hersenen werkzaam
zijn. Uit dieronderzoek blijkt dat bij extra toevoeging van deze stoffen juist deze circuits worden aangetast. Bij toediening van extra doses glutamaat aan zwangere muizen en ratten bleek dat ook hun nakomelingen schade aan de hersencellen hadden. Ook bleek dat baby/jonge muizen en ratten vanwege en onrijpe brein gevoeliger zijn voor schade dan volwassen dieren. Op grond van deze onderzoeken is al in 1969 in Amerika glutamaat in babyvoeding verboden. Er zijn echter nooit adviezen gekomen aan zwangere vrouwen en ouders om deze stoffen in de voeding te vermijden. De mens blijkt bovendien glutamaat veel sneller dan dieren in de bloedbaan op te nemen. Als verhoudingsgewijs eenzelfde dosis glutamaat aan een muis en aan een mens wordt gegeven, verhoogt de bloedspiegel bij de muis viervoudig en bij de mens twintigvoudig. In pathologisch onderzoek bij mensen die o.a. ziektes als Parkinson, Alzheimer en Huntington hadden, zijn
vooral de gebieden van de glutamaat-circuits aangedaan. Het is lastig om een direct verband met excitotoxinen in de voeding en deze ziektes aan te tonen, aangezien het jaren kan duren eer je effecten van schade bij mensen kunt aantonen. Er moet immers vaak een zeer groot deel van de hersencellen zijn uitgevallen, eer je het effect van schade merkt. Bij dementie is bijvoorbeeld zeventig tot tachtig procent van de hersencellen uitgevallen eer je dementie gaat merken. De voedingsindustrie heeft het voor elkaar gekregen dat MSG onder allerlei benamingen vermeld kan worden, waardoor de consument geen idee meer heeft dat het er in zit. Het E-nummer voor MSG is 621. De volgende namen bevatten altijd MSG: plantaardig gehydrogeneerde oliën en vetten, gehydrogeneerde eiwitten, gelatine, calcium- of natriumcaseïnaat, toegevoegde gist, gistextract, sommige maïsoliën, monokalium glutamaat. Namen die vaak bedoeld zijn om MSG te verbergen: moutaroma’s, natuurlijke aroma’s, natuurlijke aroma’s
van varken of kip, specerijen extracten, eiwitten uit tarwe, overige kruiden of specerijen, maltodextrine, sojasaus, karamelaroma en dit is nog niet de hele lijst.
diepvries en blik. Een ander probleem van MSG als smaakversterker is, dat het maakt dat je ervan blijft eten, dat je een hele zak chips leeg eet in plaats van dat je stopt na een schaaltje. Zo draagt het mede bij aan de overgewicht-epidemie.
Bijsluiters lezen Je moet echt bijsluiters lezen en weten waar het om gaat om enig idee te hebben. Helaas zit de voedingsindustrie ook volop in de biologische producten. Ook in de natuurvoedingswinkel moet je de bijsluiters lezen. In de supermarkt is MSG aan duizenden producten toegevoegd: pakjes soep (eigenlijk alle poederproducten), chips, kant-en-klare maaltijden, dieetproducten (omdat ze nergens naar smaken zonder suiker en vet); eigenlijk vrijwel alle kanten-klare voeding zoals
In deze wereld van evidence-based (‘bewezen werking’) komen we er steeds meer achter dat door de industrie gesponsord wetenschappelijk onderzoek gemanipuleerd wordt naar gewenste uitkomsten. Daardoor wordt de mens steeds meer aangesproken om zijn gezonde verstand te gebruiken in plaats van voornamelijk af te gaan op of het al dan niet bewezen is. Als we weten dat in dieronderzoek extra dosis van glutamaat hersenschade aanricht in juist die delen van de hersenen waar vergelijkbare schade bij de mens gevonden wordt bij ziektes als
Parkinson en Alzheimer, is het dan niet denkbaar dat bij aanleg voor deze ziektes het gebruik van deze stoffen uitlokkend kunnen zijn en verergering van deze ziektes kunnen bewerkstelligen? Zeker waar er steeds meer aanwijzingen komen dat leefstijl een grote invloed heeft op het ontstaan van deze ziektes? Waar kinderen vrijwel dagelijks chips en light frisdranken eten en drinken, betekent het dat ze vrijwel continue extra doses van deze stoffen in hun bloed krijgen. Het eten van één kant-en-klaarmaaltijd en één light frisdrank betekent voor de mens al een hoge dosis van glutamaat en aspartaam. De hierboven aangehaalde onderzoeken gaan veelal over glutamaat. Voor aspartaam geldt in wezen dezelfde problematiek in andere hersen circuits. Waar het mij in deze om gaat is, net als indertijd rondom de Mexicaanse griep vaccinatie, de geïnformeerde lezer beter zijn keuzes kan maken.
Vitaminen Nog kort iets over vitaminen, daar komen ook op het spreekuur steeds vaker vragen over. Door het gebruik van pesticiden worden in de grond ook de micro organismen gedood die ervoor moeten zorgen dat de plant zijn vitaminen en mineralen op kan nemen. Ook bij intensieve landbouw verschraalt de grond en bevat deze steeds minder vitaminen en mineralen, waardoor bij reguliere voeding de kans groot is dat je te weinig vitaminen en mineralen binnenkrijgt, ook als je vers eet. Biologische voeding bevat bewezen meer voedingsstoffen. Ik krijg vaak de vraag of het goed is om supplementen te gebruiken. Bij het kopen van supplementen is het belangrijk om je te realiseren dat wereldwijd de voedingsen farmaceutische industrie 95 procent van de vitaminen en mineralen supplementen produceert. Je mag er al ‘van natuurlijke oorsprong’ opzetten als één be-
standdeel op natuurlijke bodem is gekweekt. Dit betekent dat in het algemeen een supplement synthetisch is in weerwil van wat er op staat. Synthetische vitaminen worden in veel mindere mate opgenomen dan natuurlijke vitaminen. Bij langdurig gebruik gaat het immuunsysteem zich bovendien weren tegen onnatuurlijke producten. Vitaminen fungeren met elkaar en met mineralen/sporenelementen in een matrixverband. Als je een stootdosis inneemt van een vitamine of mineraal, kan dit het functioneren van de matrix verstoren. Verder is het zo dat groente en fruit nog steeds niet volledig geanalyseerd zijn. Er zijn nog talloze stoffen waarvan we niet weten wat het is.
ten maakt is New Chapter. Op een biologisch dynamische boerderij in Puerto Rico worden de planten verbouwd en daaruit worden de supplementen gemaakt. In Arnhem is dit merk verkrijgbaar in de gezondheidswinkel in de Weverstraat. Voor het beste vitamineshot koop je een sapmachine en maak je verse sappen met biologische groente en fruit (direct opdrinken anders oxideert het snel). Literatuur: Corinne Gouget: Wat zit er in uw eten? R. Blaylock: Eexcitotoxins, the taste that kills B. Clement: Supplementen onder de loep Barbera Bischot
De enige wezenlijke vitamine- en mineralensupplementen zijn van gedroogde voeding gemaakt, zodat je ook die stoffen hebt waar we niet mee bekend zijn en je de natuurlijke verhoudingen van de diverse stoffen met elkaar hebt. Een merk wat op deze manier supplemen-
Boerin Anna van Oostwaard over de Biologisch dynamische boerderij “De Horsterhof” Interview door Jan Kuiper
Waar kun je voor het thema voeding beter zijn dan op de boerderij? Aquatinten was in de zomer op bezoek bij Anna van Oostwaard. Zij is boerin en oprichter van biologisch dynamische boerderij “De Horsterhof” in Duiven. Ruim 200 huishoudens en de regio halen hier wekelijks groente, fruit en zuivel. De boerderij bestaat al bijna 30 jaar en laat zich inspireren door de antroposofie. Wat betekent dit in praktijk? Wat maakt het verschil tussen biologisch en biologisch dynamisch? Wat hebben wij nodig, als het om voeding gaat? En waar liggen de grenzen van je mogelijkheden als boerin? We ontmoeten Anna op een mooie zomerse middag op haar landgoed. Samen met Gerard Rotteveel consulta-
tief antroposofisch arts van het erapeuticum Aquamarijn, zijn we bij haar uitgenodigd voor een interview. We worden door haar hartelijk ontvangen en krijgen eerst een uitgebreide rondleiding over haar landgoed, door de boerderij en de winkel. Wat meteen opvalt is de enorme veelzijdigheid. In totaal 6 hectare landgoed: 2 hectare voor tuinbouw met ik schat wel 30 verschillende soorten groenten en fruit, en 4 hectare weiland. Buiten lopen 5 koeien, op stal liggen 2 varkens en een kale. Midden achter de boerderij een kas, fruit-
bomen en ruimte voor kruiden. Achter de kassen bijenkorven en kleurrijke bloemenvelden aan de randen van de landbouwgrond. Vanmiddag helpen een aantal vrienden en familie mee met de oogst van kapucijners. Het werk op de biologisch-dynamische boerderij is intensiever dan op reguliere en grootschaligere bedrijven. “Je moet veel wieden, en je hebt veel ziektes dus je moet meer sorteren bij de oogst.” Binnen laat Anna ons de winkel zien: “Een aantal klanten halen hun groente en zuivel hier op, ik vind het fijn te weten wie mijn klanten zijn”.. Na de rondleiding vinden we achter de fruitbomen tijd om – onder het genot van pruimen en thee – wat langer stil te staan bij het leven op deze boerderij. Gerard en Anna kennen elkaar al langer, ik ontmoet haar voor het eerst. Anna gaat in op mijn vraag over het verschil tussen bi-
ologische en biologisch dynamische landbouw. Biologische landbouw houdt zich aan een aantal vastgestelde criteria, wat betreft een beperking op kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Biologisch dynamische boeren gaan veel verder. De visie komt voort uit het antroposofisch mens- en wereldbeeld, en stelt hoge eisen aan het bedrijf als geheel en de harmonie daarin. “Ik neem heel veel verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van mijn producten, omdat het om voeding gaat. Dat komt ook door het systeem van de abonnementen, dat ervoor zorgt dat je min of meer rechtstreekse afzet hebt, dat je weet wie je klanten zijn, ook al ken je niet iedereen persoonlijk.” Verantwoordelijkheid bepaalt de richting. Dat uit zich bijvoorbeeld in de verbinding met de seizoenen, waarvoor gekozen wordt: “We hebben geen tomaten en komkommers in de winter. De supermarkt heeft altijd alles. Ik vraag me af of dat wel zo goed is.” “Als ik met de seizoenen mee-eet en ik krijg mijn eerste
krop sla, dan ben ik erg gelukkig. Ik kijk dagen uit naar de eerste komkommer, en dat is dan zes weken en dan is het afgelopen. In de winter eet ik geen komkommer meer.” Over de supermarkt gesproken: ondanks mijn eigen idealen zie ik mezelf vaak handelen als een – in mijn ogen – slechte consument. Ik koop wat het goedkoopst is of er lekker uitziet en besteed weinig geld aan gezonde en duurzame producten. Ik neem me voor dit beter te doen, maar in de waan van de dag laat ik me vaak leiden door de prijs. Ik weet dat dit anders kan. Tijdgebrek en beperkt budget gebruik ik als argument, al sta ik hier niet eens achter. Hoe houd ik, met een kleine beurs en als het om voeding gaat, beter contact met wat ik werkelijk wil? Anna: “Ik ken meerdere mensen, die gewoon echt van heel kleine inkomens leven en zeggen: maar deze keuze maak ik, want dit is heel belangrijk in mijn leven. Je maakt altijd keuzes. Alleen met eten hebben we ineens het idee dat het goedkoop moet zijn. Dat schijnt typisch
Nederlands te zijn.” Daarbij kun je ook afvragen of de uiteindelijke keuze die je maakt voor duurzame producten wel duurder is. “Ik heb een pleegdochter in Australië die mij zei: ‘Ik heb nu besloten dat ik niet meer gangbare kleding koop. Ik wil alleen nog biologisch verbouwde katoen, en fatsoenlijke kwaliteit, òf ik doe het tweedehands.’ Dat is een keuze. En toen dacht ik: wat heeft die daar goed over nagedacht. Het hoeft dus helemaal niet duurder te zijn.” Kwaliteit is af te meten aan de waarden en normen die je kiest. De waarden die op de biologisch dynamische boerderij gekozen worden wijken af van wat gangbaar is. Bijvoorbeeld omdat er anders wordt omgegaan met ziekten en plagen: “De boeren gebruiken zoveel kunstmest, en zijn zo gericht op bemesting, dat je daardoor veel ziektes krijgt. Gewassen worden opgejaagd naar overproductie en
daardoor worden ze zwak. Automatisch hoort daarbij een enorm schema bestrijdingsmiddelen. Dus wat zeggen wij als biologische boeren: die planten moeten hun eigenheid ontwikkelen, dus je moet ze niet opjagen. Je kunt ze veel aanreiken, maar daar moeten ze wel een beetje moeite voor doen. Net zo goed als dat de klanten moeite moeten doen. De planten moeten hun wortels kunnen laten uitgroeien in de grond, en niet bovenin gevoed worden door steeds weer een hapje eten. Ze moeten het zelf zoeken. Daar worden ze sterk en groot van. Als je dat een klein beetje in evenwicht hebt, dan heb je minder last van ziekte.” Het is eigenlijk vergelijkbaar met onze huisartsenpraktijk: daar staat niet de ziekte of dat ene orgaan centraal, maar de mens als geheel, zo gaat het hier niet om dat ene nuttige stoe, maar de groente of het dier als geheel. De koe die zelfs in de winter nog kan genieten van de zon, omdat de stal zo gebouwd is. “Wat voedt ons?
Sla doet iets anders dan bijvoorbeeld bloemkool. Voeding is eigenlijk een soort ‘vorm- en lichtkracht’. Om ons met die krachten te voeden hebben wij veel groenten en granen nodig. Daar wil ik aan werken. Dat is iets waar ik mij als boer verantwoordelijk voor voel. Het gaat niet om die calorieën of vitamines. Het gaat om: is dat wezen van die sla aanwezig. Het gaat om de levenskrachten. Ik wil dat een krop sla een krop sla wordt met al z’n ins en outs. Met al z’n mogelijkheden. ” Een essentiële waarde is passie. Dat uit zich al in kleine dingen. Bijvoorbeeld in de keuze voor kleine velden. Omdat je het leuk vindt om onkruid te wieden terwijl je de horizon van het veld dat je af wilt maken kunt zien. En omdat het mooi is om elke dag die variatie te kunnen voelen. Of een grasspriet van de grond. Dat je weet dat je daar zonder gevaar op kunt kauwen. Bloemenvelden. Omdat ze mooi zijn. Of een nieuw gewas. “Elk jaar wil ik iets nieuws hebben. Iets anders. Als iets nieuws wat weer spannend is.
Wat je niet kent of moet volgen. Al is het maar een kruidje in de kruidentuin. Het grappige is dat Mattias [één van de opvolgers - JK] dat ook heeft… ” Binnen liet Anna ons ook de ruimte zien waar de melk verzameld en verwerkt wordt, tot o.a. kaas en boter. Zuivelverwerking is één van de oude passies van Anna. Gerard sprak Anna eerder over de smaak van de yoghurt die hij krijgt. De yoghurt van Anna smaakt niet steeds hetzelfde. Anna legde toen een relatie tussen de smaak en de wei waar de koeien gegraasd hadden. Dit voorbeeld geeft aan hoe het werkt op deze boerderij als organisme. De kwaliteit van het product dat we afnemen wordt bepaald door alle aspecten van dat organisme. Hoe zo’n weiland er ligt. Hoe de koeien zijn. Hoe de stemming van de boerin of de werknemers is. De yoghurt smaakt daardoor ook steeds weer anders. Dat maakt het bijzonder. “Het is een levend product. Ik vind het heel leuk om zuivel te doen, omdat het altijd anders is. Het ambachte-
lijke vraagt iets van mijn creativiteit en mijn kennis, dat vind ik leuk!” De boerin en de werknemers hebben vertrouwen in het bedrijf als organisme, omdat ze daar een wezenlijk onderdeel van zijn. Dat is één van de belangrijkste waarden waardoor een boerderij als deze kan slagen in deze tijd. Er bestaat op “De Horsterhof” een samenspel tussen mensen, planten en dieren, productie en afval. Bijna al het afval wordt hergebruikt, als veevoer of voor bemesting, plant en dier komen tot hun recht en de participatie van klanten is groot. Anna gebruikt daarom voor klant liever een ander woord: “Je wordt deelnemer. Je kunt op jouw manier een verbinding aangaan met het bedrijf.” Dat zou bijvoorbeeld kunnen door een keer een middag met je kinderen te
komen meehelpen met het oogsten van kapucijners of het samenstellen van de groentepakketten. Veel mensen krijgen er energie van als ze hier even zijn geweest, zeggen ze. Ik besluit deelnemer te worden en bestel een groentenabonnement. Ik wil graag investeren in deze boerderij en deze voeding. De eerste komkommer die ik proef vind ik zoeter en smakelijker dan ik gewend ben. Voor meer informatie: www.horsterhof.nl Jan Kuiper
Voeding voor je levenskrachten. Om te kunnen groeien en tot lopen, spreken en denken te komen heeft het jonge kind veel kracht nodig. Deze zogenaamde levenskracht of etherkracht brengt het zelf mee als het geboren wordt maar voor de verzorging ervan is het afhankelijk van de mensen om hem heen. Door een goede verzorging kan het kind groeien en zich ontwikkelen. Deze etherkrachten moeten daarom vooral in de eerste zeven jaar goed verzorgd worden. Wanneer je met kleine kinderen werkt of als ouder/verzorger en je zorgt overdag voor een ritmisch dagverloop en een warme aandachtige omgeving dan ben je de hele dag door etherkrachten aan het schenken. Het kind hoeft zijn eigen krachten dan nog niet te verbruiken maar groeit op jouw krachten. Door goed waar te nemen en te begeleiden zorg je ervoor dat het kind niet al zijn levenskracht te snel verbruikt of inzet
voor dingen die niet bij de leeftijd passen of nodig zijn. Je geeft het kind de kans om zijn krachten bij zichzelf te houden en niet te verspillen. Je moet echter ook zorgen dat je zelf genoeg levenskracht overhoudt en dat je niet alles schenkt want anders heb je op een gegeven moment niets meer te schenken. Jouw etherkrachten moeten ook verzorgd en gevoed worden. Dit is niet altijd gemakkelijk want waar komen je levenskrachten vandaan en hoe vul je ze weer aan als ze op dreigen te raken? Hoeveel geef je zonder dat je het gevoel hebt niets over te houden voor jezelf? Het is denk ik belangrijk om te kijken wat bij jouw als individu past, waar krijg jij (levens)energie van? En hoe zorg je ervoor dat je voorraad levenskracht op tijd aangevuld wordt en niet uitgeput raakt?
Ik merk altijd de disbalans wanneer ik ‘s avonds niets meer doe. Dan denk ik : “lekker zitten en niets doen” maar ik rust er niet van uit en krijg er ook geen energie van. Inmiddels weet ik dat ik beter iets kan gaan doen om weer energie te krijgen. Bijvoorbeeld werken in de tuin. Daar kan ik me verbinden met de natuur, de plek waar rust en ritme zo belangrijk zijn. In alle rust werken zonder iets te hoeven zeggen , zonder dat er een beroep op mij wordt gedaan geeft mij energie. Een andere manier om weer bij te tanken is het maken van muziek en dan vooral met andere mensen samen. Het gaat voor mij om de verbinding en het genieten van de muziek.
Zo zal het voor iedereen iets anders zijn dat voedt en het zal niet altijd makkelijk zijn om daar achter te komen en rekening mee te houden . Tijd voor jezelf nemen is denk ik belangrijk en in die tijd iets doen wat je echt graag doet en waarmee je je kunt verbinden dan ben je al een heel eind op weg.
Hilleguus Bos, moeder en gastouder
Voeding als ontwikkelingsweg Om iets te zeggen over voeding, om iets te weten te komen over de werkzaamheid van de verschillende voedingsproducten, die we bijna als vanzelfsprekend iedere dag tot ons nemen, zullen we ons niet alleen moeten richten op de “Schijf van Vijf”. Wij laten ons gauw leiden door alles in de voeding wat zich uitdrukt in getal en gewicht van de verschillende substanties. en dan niet te vergeten het aantal calorieën. We zullen echter ook altijd de onzichtbare werkzaamheid vanuit de verhoudingen, die mineraal en plant en dier in de natuur laten zien, in onze beschouwingen moeten betrekken. “Van de zon, door de aarde voor de mens Opdat de mens zon worde voor de aarde”
Er zijn een paar heel basale elementen in de voeding, die een grote rol spelen, al vanaf het begin van de zwangerschap tot op oudere leeftijd. Ik denk, dat vanuit het antroposofisch mensbeeld hierin wat meer duidelijkheid zou kunnen ontstaan. Je kunt niet spreken over een antroposofische voedingsleer, maar vanuit het antroposofisch mens- en wereldbeeld kun je wel gaan begrijpen, waarom voeding zo’n belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van de mens. Als we vanuit die invalshoek gaan kijken naar voeding, dan komen we geen geboden of verboden tegen of diëten, waarin je opgelegd krijgt wat je wel en niet moet eten, wat wel en niet goed voor je is. Voeding vraagt om inzicht in wat voeding met je doet, maar ook wat voeding je kan leren, wat je er aan en door kunt ontwikkelen. Daar gaat het om als je serieus wil kijken naar voeding. Als arts kijk je samen met iemand naar hoe voeding er uit ziet: waar je de nadruk op legt of belangrijk vindt in jouw voeding of juist niet; voeding is immers heel persoonlijk. In de regel maken we er juist iets heel alge-
meens van, door bijvoorbeeld te zeggen wat goed is voor kinderen en ook voor andere leeftijdsgroepen of hoeveel eiwitten je nodig hebt per dag, en dat geldt dan voor iedereen. Je kunt alles in tabellen vastleggen. Gaandeweg leer je in je leven te voelen, wat goed voor je is en wat niet. De rol van de ouders en leerkrachten is hierin ook erg belangrijk. De leerkracht zou meer inzicht moeten hebben in de zich ontwikkelende, menselijke organisatie, om te kunnen weten, wat het kind nodig heeft aan voeding. Niet alleen de organische voedingssubstanties, maar ook wat het kind nodig heeft aan leerstof en hoe het kind die leerstof aangereikt zou moeten krijgen om het ook zo goed mogelijk te kunnen verteren. Voeding is in wezen ook een leerweg. De insteek van de ouders is belangrijk, het is van groot belang hoe zij naar voeding kijken, er zelf mee omgaan, en of ze het bewust ervaren. Moeders zijn vaak bang, dat het kind niet genoeg krijgt. Het kind geeft feilloos aan, hoeveel het nodig heeft, maar wil je dat als ouder
ook leren zien en serieus nemen? Dat zie je bijv. bij borstvoeding: als het kind niet genoeg krijgt, geeft het dat aan en dan moet je er wel iets mee. Borstvoeding is een heel universele voeding, waar alles in zit. Het kleine kind is nog helemaal één met zijn fysieke lichaam, zit nog helemaal verweven in en met zijn fysieke organisatie. Een kind proeft en smaakt met zijn hele lijf, het is één groot zintuigwezen. Op een gegeven moment “vraagt” het kind om bijvoeding, je maakt dan het kind vertrouwd met het feit, dat het ook andere dingen kan leren kennen en ervaren in de natuur. Je begint dan vaak met het aanbieden van fruit- en groentehapjes, die je niet opdringt natuurlijk, omdat het toch zo goed is, maar voorzichtig aftastend en uitnodigend aanbiedt. Zo kan het kind zich gaan leren verhouden tot die voedingsstof. Je kunt groentes op verschillende manieren aanbieden, het liefst vers bereid. De bedoeling is, dat het kind steeds meer onderscheid gaat ervaren in de aangeboden voeding, een allereerste begin van het differentiëren en op een gegeven moment leert het kind
ook zelf kiezen. Je moet een kind leren, vertrouwd te raken met een gedifferentieerd aanbod van voedingssubstanties, een appel is iets anders dan een peer, de ene groente is weer heel anders dan de andere. Als ouders merk je dan, dat een kind zo zijn eigen smaak ontwikkelt in de loop der jaren. Het proeven en de smaak en ook andere zintuigkwaliteiten trekken zich na de zuigelingenfase geleidelijk aan terug uit de totaliteit van het zintuigwezen naar “het hoofd”.Het hoofd ontwikkelt zich geleidelijk aan een centrale orgaansysteem, waarin zich de meeste zintuigen en zintuigindrukken concentreren en van waar uit zich de zenuw- zintuigmens verder ontplooit, zich geleidelijk aan vrij maakt, zich emancipeert uit de verwevenheid van het totale organisme. Nu is dan ook het moment aangebroken, waarop het kind niet langer met z’n hele lijf eet, maar er begint iets te ontstaan van een eigen verhouding tot de buitenwereld. Het kind begint zich nu ook op ziele niveau uiteen
te zetten met de voeding. Het kind gaat keuzes maken, vindt bepaalde voeding heel lekker en andere voeding helemaal niet. Nu is het moment ook aangebroken om het kind echt te leren eten. Het is ook erg belangrijk op deze leerweg van de voeding, dat kinderen al van heel jongs af aan ( dat begint eigenlijk al met het geven van bijvoeding) leren, dat ze niet altijd krijgen, wat ze graag willen of wat ze het lekkerst vinden. Ouders zijn daar gemakkelijk manipuleerbaar in en als kinderen dan iets ouder zijn, dan wordt het eten het moment, waarop je je ouders flink de kast op kunt jagen. Belangrijk is ook om te vragen naar wie de borstvoeding heeft gestopt, de moeder of het kind? De moeder heeft vaak duidelijke, maatschappelijke redenen, waarom ze zou willen stoppen met de borstvoeding. Zo kunnen zich situaties voordoen waarin de moeder aangeeft, dat ze de voeding eigenlijk niet meer kan geven, zoals ze dat graag zou willen. Meestal als ze weer aan het werk moet
en niet meer de rust heeft, die nodig is om de borstvoeding met aandacht te geven, dan is het heel begrijpelijk als ze ermee stopt. Ook het kind kan aangeven, dat het met de borstvoeding wil stoppen, bijv. als het eraan toe is, om de wijde wereld te gaan verkennen. Als je als moeder dat geleidelijk en met aandacht begeleidt, dan levert het bijna nooit problemen op en zal het kind met graagte eten “wat de pot schaft”.
levenskrachten (bijvoorbeeld afkomstig van plant of dier) kan opnemen. Het levenslichaam moet zich eerst uiteenzetten met al datgene wat van buiten komt, het volledig ontdoen van de eigenheid van het wezen, waarvan de voedingsstof wordt opgenomen, ze moet die eigenheid overwinnen om het vervolgens zich ook weer eigen te kunnen maken. Dit proces speelt zich af in de vertering.
Het plantenrijk is de belangrijkste bron van voedsel voor de mens. De plant maakt die voedingssubstantie uit minerale stoffen, die onder invloed van licht, warmte, lucht en water omgevormd worden tot levende substanties. De belangrijkste voedingsstoffen zijn de eiwitten, vetten, koolhydraten en de zouten (kiezelzuuren kalkzouten). Dierlijke voedselproducten als vlees en zuivel zijn in wezen omgewerkte plantensubstanties. De mens heeft een eigen geïndividualiseerd levenslichaam (etherlichaam), dat niet zonder meer vreemde
Het lichaam zelf moet leren, hoe het met die verschillende voedingssubstanties om kan gaan. Basisvoedingsmiddelen zoals groente, fruit, melk en melkproducten bevatten in verhouding veel essentiële voedingsstoffen met een hoge voedingskwaliteit en relatief weinig calorieën. Met dierlijke vetten doet het lichaam in eerste instantie niets. Ze worden niet in het spijsverteringskanaal omgevormd, maar min of meer direct in het lichaam opgeslagen als een soort reservebuffer. De vetten uit groente en fruit en granen daarentegen komen wel in de spijs-
verteringsorganen en worden daar allemaal volledig afgebroken. Uit wat er dan overblijft bouwt het organisme dan zijn eigen vetten weer op. De kwaliteit van deze vetten is heel anders, dan de vetten, die je kant en klaar uit de dierenwereld krijgt. De dierlijke vetten worden voor het merendeel opgeslagen en daar kun je op oudere leeftijd ziek van worden. De vetten spelen een heel belangrijke rol in de ontwikkeling van de midden-organisatie (tussen hoofd- en stofwisselingsorganisatie), daar waar de ademhaling, het hart en de bloedcirculatie het meest werkzaam zijn vanuit een ademend ritme. Daar waar het centrum ligt van alle ritmische processen. Juist daar moet een door de mens zelf opgebouwde vetsubstantie aanwezig zijn om de warmte te creëren, die wezenlijk is voor een gezonde ontwikkeling van het basale ritme van de levensprocessen. Bovendien zit de feitelijke voedingskwaliteit veel meer in het ontwikkelen van die krachten, die de opgenomen vetsubstanties moeten vernietigen om daarna de eigen vetten hieruit te kunnen opbouwen.
Heel veel mensen zijn bang voor vet, kijk maar naar de vele light-producten in de supermarkt. Ze horen immers steeds, dat je er dik van wordt. Daarom vragen de meeste mensen ook om halfvolle melkproducten, maar ze vragen zich nooit af hoe melk halfvol wordt gemaakt. Verder ligt de supermarkt vol met melkproducten, bijv. kaas enz., die vetarm zijn. Maar van volle melk, die de koe produceert, daar word je niet dik van. De koe produceert geen vetarme en halfvolle producten, die dus ook niet die voedingswaarde hebben van producten die bereid zijn uit de volle melk. Toch geven de meeste mensen de voorkeur aan die halfvolle en vetarme melkproducten uit angst voor het vet. De eiwitten in de voeding hebben we nodig als dragers van en als bouwstoffen voor de levenskrachten. De eiwitten vormen de bron van de bouwstoffen, waaruit onze stofwisselingsorganen worden opge-
bouwd. Ook hier is het weer van groot belang, dat we die eiwitten opnemen uit plantaardige voedingsmiddelen, vooral uit de granen. Die eiwitten worden ook direct in maag en darmen bewerkt langs de weg van de volledige afbraak en een daarop volgende opbouw van de geheel eigen eiwitstructuren. Vroeger kreeg je vaak te horen, dat je vooral goed eiwitten moest gebruiken en dan het liefst de dierlijke eiwitten, de kant-en-klaar pakketjes, die het dier voor ons heeft voorbereid. Die eiwitten worden echter ook weer gewoon opgeslagen en als je er teveel van gebruikt, dan ontwikkel je kiemen van ziek worden en op latere leeftijd bijv. de “aderverkalking”. Maar bij de eiwitten, die afkomstig zijn uit de plantenwereld, is er weer werk aan de winkel. Er moet hard gewerkt worden aan de totale afbraak, gevolgd door de wederopbouw van dat wat eigen is. Daardoor wordt het hele organisme gevitaliseerd. De koolhydraten zijn in grote lijnen de basis-
voeding voor de hersenen. Ook de vormkwaliteiten van het menselijk lichaam worden heel sterk aangezet door de koolhydraten. Maar die koolhydraten moet de mens tot zich nemen door middel van graanvoeding, groentes en vooral ook weer fruit. Uitzondering hierop vormt de aardappel, die weinig echte voedingskwaliteit heeft. Daar waar de eiwitten de draagsubstantie zijn voor het leven, hebben we voor het structuur- en vormgeven aan dit leven ook rijkelijk kiezelzuur nodig. De silicaten verzorgen de vormkwaliteit, wat heel duidelijk zichtbaar wordt bij een tekort aan deze voedingsstof bijv. brokkelige nagels, haar dat niet zit en meerdere huidproblemen. Maar bij aandacht voor graanvoeding zullen we meer dan voldoende kiezel tot ons kunnen nemen. Dierlijke voedingssubstanties die we in ons opnemen dragen in zich ook negatieve aspecten, die hun uitwerking vooral kunnen hebben in het zenuwzintuig gebied. Met vleesvoeding nemen we ook altijd de eigenheid van
dat dier mee in ons op en met die eigenheid zullen we ons uiteen moeten zetten en liefst deze eigenheid ook overwinnen. Dat lukt meestal niet, zeker bij gewoontegetrouwe vleeseters. Met uitzondering van de melkproducten werkt dierlijke voeding in het algemeen op het zenuwzintuig systeem en activerend op het astraallichaam (het ziele lichaam, daar waar we ons ervaren in ons denken, voelen en in onze wilsprocessen). In het algemeen maakt dierlijke voeding ons lui, we consumeren min of meer kant en klaar bereide producten. Een grote uitzondering hierop is de melkvoeding, die een veel universeler karakter heeft. Melk is in die zin eigenlijk pure levenssubstantie, een soort nectar. Je kunt dat natuurlijk heel goed vergelijken met de borstvoeding. Daarom hebben melkproducten altijd een helende en harmoniserende werking op en door het hele lichaam. Plantaardige voeding zet ons aan het werk. We moeten er hard aan werken om die substanties af te breken en
vervolgens weer naar eigen model op te bouwen. Daarvoor worden afbraakkrachten, omvormingskrachten en opbouwkrachten in ons aangesproken. Plantaardige voeding voedt ons echt in de ware zin van het woord en haar werkzaamheid richt zich vooral op het levenslichaam. Daarom geeft het ons ook zoveel energie. Dankzij de plantenwereld, die wij in onze voeding tot ons nemen, is de mens in staat om zich te ontwikkelen vanuit het onbewuste beleven van de grote kosmische verhoudingen die onze kosmische voeding verzorgen. De maaltijd met aandacht verzorgen vraagt ook steeds weer om je bewust te zijn van deze grote kosmische verhoudingen. Kinderen leren voeding dan ook meer van binnenuit kennen als een geschenk.
De volgende tafelspreuk kan hierbij erg behulpzaam zijn: In uw vruchten Moeder Aarde Rust het zonlicht, dat ons sterkt, Laat rijpend in ons vruchtbaar worden De Geest, die levenscheppend werkt. Gerard Rotteveel
Het voeden door indrukken. Deze Aquatinten gaat over het thema “Voeding”. Ik vind het leuk om wat te vertellen over hoe ik mij met indrukken voed. Iedereen kent vast wel dat gevoel: je hoort zo’n mooi stukje muziek dat je hart een beetje op-springt. Ik had dat van de week nog bij het nummer “Can’t stop loving you” van Phil Collins. Wat gebeurt er dan met je? Eigenlijk hoor je zoiets moois, dat je in je ziel wordt geraakt.Doordat het luisteren naar deze mooie muziek je zo’n fijn gevoel geeft, word je op een positieve manier “gevoed”. En als ik op een positieve manier “gevoed” ben, zie ik alles veel zonniger in. Problemen die ik die verdere dag tegenkom zijn makkelijker op te lossen voor mijn gevoel, omdat ik even heerlijk heb kunnen genieten. Wat mij ook heel erg kan “voeden” is een gesprek met iemand die jou helemaal begrijpt.
Je brengt bijv. een onderwerp ter sprake en die ander weet meteen wat je bedoelt. Vervolgens ontstaat er een fijne sfeer en een uitwisseling van bijv. ervaringen en/of gevoelens. Je voelt jedoor elkaar helemaal begrepen en na afloop vervolg je blij je weg. Het kan zijn doordat ik mij daarna fijn voel, anderen mijn blije stemming ook voelen en ook een beetje blijheid/lichtheid in het bestaan ervaren. Een paar weken geleden zat ik naar een programma over Eerste Hulp Bij Opvoeden te kijken, op een commerciële zender. De Nanny ging op bezoek bij een gezin met drie jongetjes in de leeftijd van ongeveer 4, 6 en 8 jaar. De kinderen waren erg agressief naar elkaar toe en “beschoten” elkaar voortdurend met speelgoedpistooltjes. Wat bleek? De kinderen keken naar videogames voor vanaf 10 jaar en ouder, waarin veel geweld voorkwam. De Nanny zei dat dit echt niet kon tegen de ouders. De kinderen werden “gevoed” met geweldfilms die zeker niet voor
hen bestemd waren. Maar ja, voor wie zijn geweldfilms dan wel bestemd? Ik maak mij daar echt zorgen over. Ikzelf kan daar niet tegen, tegen geweldfilms, ik “voed” mij daar liever niet mee, deze films roepen gevoelens en gedachten bij mij op die ik liever niet heb. En ik vrees dat als kinderen, pubers of labiele volwassenen heel veel naar gewelddadige films kijken, zij gaan denken dat dit geweld “normaal” is. Ik hoop dat mensen beseffen dat het belangrijk is waar je je mee “voedt”. Karin Huijgens
Bewoners Insula Dei eten nu (biologische) streekproducten Woonzorgcentrum gooit roer om met maaltijden De tafels in het restaurant van het Arnhemse woonzorgcentrum Insula De zijn keurig gedekt. Kleurige papieren placemats geven er een vrolijk tintje aan. Vanaf kwart voor twaalf druppelen de bewoners binnen. Een half uur later is het een drukte van belang. De soep wordt opgediend en de warme maaltijd gaat beginnen. Niet zomaar een maaltijd, maar een met voornamelijk streekproducten en zoveel mogelijk biologische ingrediënten. De bewoners eten het met smaak. Tot enkele maanden geleden ging het er heel anders aan toe in het Arnhemse woonzorgcentrum Insula Dei en het daaraan gelieerde Huize Kohlmann. “Oneerbiedig gezegd kregen we traditionele, opgewarmde diepgevroren eten dat op een bord werd gekwakt. Je
kreeg alle gangen in één keer op een dienblad. De meeste bewoners waren binnen een half uur klaar met eten. Bovendien moest je je maaltijdwensen altijd al voor minstens een week invullen,” vertelt Henk Goudappel, de 81-jarige voorzitter van de cliëntenraad. “Zo gaat het helaas in de meeste zorgcentra en hier was het niet anders.” De aanzet voor de radicaal andere manier van omgaan met voeding kwam van Wim Combé, hoofd voeding bij Insula Dei en Huize Kohlmann. Hij was al jaren geïnteresseerd in duurzaam koken met streekproducten en wist van een soortgelijk project in de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Afgelopen zomer stopte de keuken van Insula Dei met de daaraan uitbestede maaltijden van een ander woonzorgcentrum. Dat was een mooi moment om een omslag
te maken. Combé’s collega van de Sint Maartenskliniek hielp hem om in Insula Dei die omslag te realiseren. Het centrum betrekt nu streekproducten van Oregional, de bewoners hebben meer keuze, de maaltijden worden per gang uitgeserveerd en er is veel meer aandacht voor de aankleding en ambiance. Uniek onderzoek Uniek aan het voedingsproject is dat het Louis Bolk Instituut uit Driebergen de effecten onderzoekt bij de bewoners, niet alleen op lichamelijk gebied, maar ook voor wat betreft het medicijngebruik, de smaakbeleving en het welbevinden. Daarvoor is eerst een nulmeting gehouden, waarbij van de 180 deelnemers gewicht en spiermassa zijn gemeten. Ook vulden de bewoners vragenlijsten in over hun eet- en drinkpatroon en het medicijngebruik. In december en juni worden de volgende metingen gehouden. De animo voor het bijzondere voedingsproject bij de be-
woners is groot. Van Insula Dei doen 140 van de 210 bewoners mee aan het Bolk-onderzoek; van Huize Kohlmann 40 van de 68. “De meeste bewoners zijn heel enthousiast. Ze vinden het eten veel beter smaken, nemen er meer de tijd voor en eten ook aanzienlijk meer en gevarieerder. De bewoners eten nu meer dan was begroot. Dat lijkt me een goed teken,” stelt Goudappel lachend vast. De broodmaaltijden werden tot 1 juli met trolleys naar de appartementen gebracht en daar uitgedeeld. Nu gaan de meeste bewoners zelf naar een nieuw ingerichte winkel in het zorgcentrum om de benodigdheden in te kopen. Wie het gezellig vind om samen te ontbijten kan in het restaurant naar het ontbijtbuffet. “Zo komen bewoners letterlijk meer in beweging. Het bevordert bovendien de zelfredzaamheid en autonomie van de bewoners. De keuze in de winkel is nu meest nog gangbaar, maar er zullen steeds meer streekproducten bijkomen”, legt Goudappel uit.
Eerste stap Zijn ideaal is dat de bewoners niet in een ‘zorgfabriek’ leven, maar op een plek waar ze hun eigenheid kwijt kunnen en dat er ook rekening wordt gehouden met de eigenaardigheden van de oudere mens. “Iedereen die hier zit, heeft zijn of haar eigen verhaal, eigen achtergrond, eigen leefpatroon, idealen en overtuigingen. Volgens mij is het heel belangrijk om ook op dat niveau met elkaar in gesprek te gaan en van elkaar te leren. Wat mij betreft is de aandacht voor de betekenis en de waarde van de voeding hier een eerste stap.”
De nieuwe directeur van Insula Dei/Huize Kohlmann, Barbara Versteegen ondersteunt dit van harte. “We besteden steeds meer aandacht aan de belevingswerelden van onze bewonersgroepen en aan de verschillende leefstijlen. We willen dat ook ondersteunen met bijvoorbeeld culturele activiteiten en door gesprekbijeenkomsten en dergelijke te houden. Het is heel belangrijk oog te hebben voor de achtergronden en interesses van bewoners in een woonzorgcentrum.” Eric Boekel
De aarde doet het groeien. Wanneer ik met de kindjes in mijn gastouderopvang aan tafel ga, steken we eerst een kaarsje aan voor de zon , de maan en de fonkelende sterren. Vervolgens zingen we samen onze tafelspreuk De aarde doet het groeien, de zonne doet het bloeien. Rijp wordt het door de regen, drievoudig draagt het zegen. Dan wensen we elkaar eet smakelijk! Voor ons is deze spreuk wel heel toepasselijk omdat veel van wat we eten uit eigen tuin komt en we het hele proces van zaaien/planten tot voeding mee hebben kunnen beleven.
We hebben gezaaid, water gegeven, onkruid gewied , groei en rijping meegemaakt, geoogst en nu gaan we er heerlijk van smullen en voelen we ons voldaan. Iedere dag gaan we naar onze moestuin tegen een heuvel in Park Klarenbeek. De tuin is omsloten door heggen en fruitstruiken , er zijn hutjes , een appelboom en een plekje om te zitten en te eten. Ook is er een schuurtje waar we kunnen zitten als het regent en waar we onze spulletjes op kunnen bergen en groenten bewaren. Er staan regentonnen waar water uit gehaald kan worden voor de plantjes en waar blaadjes en handen gewassen kunnen worden. Het is er heerlijk rustig , je hoort de wind, de insecten en je ruikt de aarde,b loemen en kruiden. Alle zintuigen komen hier aan bod, hier kun je de natuur echt beleven en komen voeding en opvoeding mooi samen. In de natuur verloopt alles
volgens een vast , herkenbaar ritme. Alles op zijn tijd en alle tijd. We werken in de tuin en ieder vindt wel een klusje dat gedaan moet worden, helpt mee of gaat lekker spelen. We kijken of alles goed groeit en of er al iets te oogsten valt en doen wat gedaan moet worden . Elke keer nemen we wel iets mee om thuis bij de maaltijd te eten. Het leukst is het om appeltjes te rapen van onze boom . Appelmoes lusten ze allemaal en soms maken we toverappeltjes, bootjes of verzamelen de pitjes om weer een nieuw boompje te zaaien. Zodra ik het hek van het slot haal stapt Merel van drie doelbewust naar de schuur om laarzen of klompjes aan te doen. Ze pakt een emmertje en stapt tussen de frambozenstruiken om te kijken of er nog mooie donkerrode frambozen hangen. Ze proeft niet maar doet ze allemaal in het emmertje om er strakjes thuis van te eten. Job van twee en een half hobbelt achter haar aan en gaat
lekker in het zand zitten bij de frambozen en laat elke rijpe framboos in zijn mond verdwijnen. Nú is het lekker. Onze verlegen Tije van net twee blijft bij mij in de buurt. We gaan worteltjes oogsten . Zelf vindt hij ze alleen gekookt heel lekker maar hij weet dat Merel graag op een rauwe wortel knabbelt dus brengt hij er één naar haar toe. Ze maakt hem schoon in het water en is verrukt van de prachtige kleur oranje die er tevoorschijn komt. Het loof gaat mee naar huis want dat vinden konijnen lekker. Merel ontdekt ook nog een paar laatste aardbeien en die worden wèl meteen geproefd. Ze zijn helemaal warm en zoet van de zon. Er worden ook allerlei papjes gemaakt met geurende blaadjes van de munt en citroenmelisse. Voor we weer naar huis gaan geven we nog wat plantjes water met water geschept uit de regenton en er worden bloemen geplukt. Een bosje voor op tafel en bloemen om mee naar huis te nemen zodat papa en mama ook kunnen ruiken hoe
het in de tuin ruikt. De hele ochtend heeft baby Jasmijn in de kinderwagen buiten liggen slapen en tevreden rond liggen kijken .Af en toe werd ze bezocht door een van de andere kindjes die haar wat liet zien. Over een tijdje stapt ze ook rond in de tuin en helpt mee. uis helpen de kinderen die dat willen mee met eten maken. Vooral het wassen , snijden en mooi opmaken van een schaal of bord vinden ze erg leuk. Als we dan eenmaal aan tafel zitten eten ze meestal met smaak. Ze lusten natuurlijk niet alles maar kleine beetjes echt goede voeding kunnen genoeg zijn. Meestal hebben ze flinke trek na een paar uur buiten zijn en ze proeven overal van “ze hebben het tenslotte zelf gemaakt.” Van alles wat we oogsten en niet direct opeten maken we wel iets. Zo zijn de goudsbloemen voor in de olie, de lavendel voor geurkussentjes tussen de wollen lappen en het fruit wordt ingemaakt of gedroogd.
Wat is het lekker om midden in de winter een pot jam van onze eigen aardbeien open te maken of aan je palmpaastak een gedroogd appelringetje van onze eigen boom te rijgen. Ook voor Sint Maarten liggen er altijd genoeg pompoenen en knollen in de schuur.
Het samen eten in alle rust is voor ons een mooie afsluiting na een ochtend in de tuin. Voeden en gevoed worden. We danken Moeder Aarde voor haar gulle gaven en blazen het zon, maan en sterrenkaarsje uit. Hilleguus Bos
Het hele jaar is er wel wat te beleven in de tuin en de kinderen vinden het fijn om er heen te gaan. Ze zijn natuurlijk nog te klein om alles bewust te begrijpen of te verwoorden en dat hoeft ook helemaal niet maar ze beleven hier dat aarde , water , licht en warmte (van de zon) nodig zijn opdat wij gevoed kunnen worden. Ze zien en ervaren dat wortels en bieten in de grond groeien en appels aan de boom. Dat spinazie blaadjes zijn dat als het koud is je niets uit de grond krijgt en dat aardbeien die in de zon gegroeid zijn ècht de allerlekkerste aardbeien zijn. Deze ervaringen voegen echt iets toe aan de voeding.
Het Voedingsbad Mijn dochter en ik staan in de badkamer. Zij mag weer in haar prinsessenbad. Een plechtig moment. Gele (citroen)sterren drijven op het badwater en daar verschijnen langzaam de witte wolken als ik behoedzaam de melk aan het water toevoeg. We zijn er stil van. Zo mooi ziet het eruit. Het voedingsbad is één van de substantiebaden, die we
geven bij de uitwendige therapie. De substanties die aan het badwater worden toegevoegd zijn een citroen, een halve liter volle melk, een ei en soms een klein beetje honing. (In een minder plechtige bui, noemt mijn dochter dit bad ook wel het pannenkoekenbad). Het bad ondersteunt de opbouwkrachten van ons lichaam. Het wordt gegeven aan mensen en kinderen die verzwakt zijn na ziekte of een crisismoment in hun leven. Maar ook voor kinderen die niet voldoende groeien of blijven kwakkelen na de winter, kan het voedingsbad heilzaam zijn.. Wanneer ik in de praktijk mensen het voedingsbad voorstel en de substanties noem, zie ik regelmatig wenkbrauwen omhoog gaan. Het idee om in een bad gevuld met melk, ei en citroen te stappen, roept verbazing op. Om de werking van het voedingsbad te begrijpen, wil ik twee dingen vertellen. In de uitwendige therapie bieden we het medicijn (in dit geval voedingsmiddelen) via de huid aan. We gaan er in
de uitwendige therapie vanuit, dat de huid een zintuigorgaan is. De huid heeft het vermogen om waar te nemen. Dit is niet zo’n wakkere waarneming als we met onze oren of ogen doen, maar een meer dromerig en algemener waarnemen. Denk daarbij aan hoe een baby waarneemt. Als een baby iets groter en wakkerder wordt, gaat de baby wat hij waarneemt nabootsen. Als ik een baby vasthoud, zie ik dat het kindje lang naar mijn gezicht kijkt en mij vervolgens nadoet. Dat is hoe kleine kinderen leren; ze bootsen na wat zij waarnemen. Zo kunnen we begrijpen wat de huid doet met het medicament dat wordt aangebracht. De huid neemt het waar en bootst het wezenlijke gebaar van de aangebrachte substantie na. Het wezenlijke gebaar van een substantie, een plant of een metaal laat zich zien als je een plant fenomenologisch onderzoekt. Je onderzoekt daarbij vier aspecten. Als eerste kijk je daarbij naar de feiten: hoe ziet het blad van de plant eruit, welke kleur hebben de vruchten,
waar verschijnt het blad aan de stengel? Enzovoort. De tweede stap is dat je de plant volgt in de tijd, van het ontkiemen van het zaad, de groei van de stengel, het blad en de bloemen tot en met het nieuwe zaad dat wordt gevormd. De derde stap is dat je benoemt wat de plant bij jou oproept. Als je deze drie stappen hebt gedaan, heb je je verbonden met de plant en dan volgt de vierde stap, waarin de plant kan gaan antwoorden en iets kan laten zien van zijn wezenlijke kwaliteit; iets waarin hij goed is. Een kwaliteit waarin de plant ons tot voorbeeld kan zijn en dat wij via onze huid kunnen nabootsen. In het voedingsbad doen we een citroen, melk, een ei en soms wat honing. Wanneer we zoeken naar het wezenlijke gebaar van de citroen, dan zien we iets bijzonders. De citroenboom behoudt het gehele jaar zijn blad. Bloesems en vruchten zijn tegelijkertijd aanwezig. Het hele jaar door hangt er rijp fruit aan de boom. Bij het bloeien is hij heel groots. Met zijn takken dijt hij uit in zijn om-
geving. De bloesem verspreidt een sterke geur. Dit wordt veroorzaakt door de etherische olie. De geur heeft een grote reikwijdte. In Griekenland naderde ik eens een citroenenboomgaard. Al op grote afstand kwam de bedwelmende geur mij tegemoet. In de boom hangt de citroen. Een grote groengele vrucht. Die doet eigenlijk het tegenovergestelde van het uitdijen. Want wat gebeurt er als je een hap neemt van de citroen? Je gezicht wordt een grimas. De citroen trekt samen en geeft daarmee vormkracht. Het wezenlijke gebaar van de citroen is dat hij laat zien hoe je het midden vindt en het evenwicht houdt tussen het uitdijen en aanwezig zijn in de buitenwereld en het samentrekkende, het op jezelf zijn. Melk is een voedingsmiddel wat weinig verteringskracht vraagt. Het is de eerste voeding die een baby krijgt, voor het vaste voeding krijgt. Ik vind het zelf een mooi beeld hoe (moeder)melk een baby helpt om steeds aardser te worden. Denk aan de kalk in melk, wat een verhardende kwaliteit heeft voor
onze botten. Melk is de eerste zes maanden van ons leven toereikend voor ons hele organisme. We hebben niets anders nodig. Pas als het kind wakker wordt voor de wereld om hem heen, heeft het ook vaste voeding nodig. Doordat het kind zich uitéén zet met zijn voeding, ontwikkelt het zijn zintuigen. Het ei dat we ook in het bad doen draagt nieuw leven in zich; het geeft levenskiemkracht. Het ei is het elementaire begin; het draagt iets nieuws in zich. Het is nog in wording. De honing, die we niet standaard in het bad doen, wordt ons gegeven door het bijenvolk. De bij vliegt uit en neemt het stuifmeel van de plant mee aan zijn pootjes terug naar de bijenkast.
Daar wordt het omgevormd tot honing. Stuifmeel kun je vergelijken met etherische olie uit de plant. Het heeft zich losgemaakt van de plant en is daarmee een bijzondere substantie, die onze warmte wekt. Honing laat ons de oerwarmte beleven. Dit wordt misschien ook begrijpelijk als je je bedenkt, dat bijen met elkaar in de kast voor een constante temperatuur zorgen. Deze temperatuur is identiek aan onze lichaamstemperatuur. Zo worden we via deze voedingsmiddelen aangesproken in ons hele organisme. Het wekt ons enthousiasme voor het leven.
delijk te maken van de werking van het voedingsbad. Zodat dit bad minder verbazing oproept, maar we met dezelfde verwondering kunnen kijken als mijn dochter, als het water zich vermengt met het ei, de melk en de citroen.
In het bad worden de substanties opgelost. Dit is anders dan bij de inwrijvingen, waar de olie wordt aangebracht op de huid. In het bad maken we gebruik van de oplossende kwaliteit van het water. De patiënt wordt uitgenodigd om de substantie waar te nemen, in beweging te komen en iets in zichzelf te veranderen.
Hierbij wil ik mij graag voorstellen als de nieuwe beheerder van de bibliotheek in het erapeuticum Aquamarijn.
Ik hoop dat het mij met dit verhaal is gelukt om iets dui-
Anita Janssen, verpleegkundige (06-40363265)
Even voorstellen Beste lezers en lezeressen van Aquatinten,
Ik ben Karin Huijgens en ik ben 43 jaar . Toen ik al enkele redactievergaderingen van Aquatinten had meegemaakt, hoorde ik dat er in het erapeuticum Aquamarijn een vrijwillig(st)er werd gezocht voor de bi-
bliotheek en aangezien ik een leuke vrijwilligersbaan zocht, meldde ik mij bij Gerard Rotteveel en Liesbeth Hermelijn. Op dinsdag 14 juni jl. ben ik begonnen en ik vind het heel leuk om de bibliotheek nieuw leven in te blazen. Zelf houd ik ook erg van lezen en als ik even wil zitten, pak ik soms een “Gezichtspunten” over een onderwerp dat me interesseert. (“Gezichtspunten” zijn brochures die worden uitgegeven door het “Centrum Sociale Gezondheidszorg”). Als u ook over een bepaald onderwerp meer wilt weten: u bent van harte welkom in de bibliotheek. U vindt er boeken over allerlei onderwerpen. U kunt er vrij veel vinden aan GA-boeken met lezingen en voordrachten van Rudolf Steiner, (GA-boeken zijn “Gesamtausgabe”boeken). Maar u kunt er ook boeken en andere bijdragen vinden
van auteurs, mensen die werkzaam zijn in de verschillende antroposofische werkvelden, zoals: onderwijs, kunst, gezondheidszorg, heilpedagogiek en de land- en tuinbouw. Regelmatig wordt de bibliotheek ook aangevuld met boeken of publicaties, die tijdens het spreekuur van de artsen of in een behandeltraject bij therapeuten worden geadviseerd om ze eens te lezen. Verder vindt u in de bibliotheek ook een mooie collectie kaarten. Ik vind vooral de sfeer in het erapeuticum fijn en het is er over het algemeen heel rustig, zodat ik als ik bijv. met administratie bezig ben, goed over iets kan nadenken en dat terwijl het erapeuticum vrij dicht bij het drukke centrum ligt. Ik hoop dat u het ook leuk vindt om eens een kijkje te komen nemen in de bibliotheek. Tot ziens, Karin Huijgens.
Even voorstellen Ik ben Veronika Dietrich, werkzaam als Natuurvoedingskundige. In 2011 kwam ik in contact met het erapeuticum Aquamarijn in Arnhem. Ik ontmoette een actief en geëngageerd team van medisch kundige mensen, die de waarde van samenwerken kennen en mij een warm welkom gaven. Als kind was de boerderij in de buurt van mijn ouderlijk huis een lievelingsplek geworden voor mij. Ik had het geluk daar nog te mogen meemaken dat de verse melk werd verwerkt tot boter, kwark en yoghurt. Ik zag de boerin met haar handen een grote hoeveelheid deeg kneden voor het zuurdesembrood. In de stenen oven knetterde het brandende hout, waarin de broden na het rijzen werden gebakken. Ik herinner mij de prachtige bloemen in de moestuin, waarin ik van de aardbeien, de doperwten en het dillegroen mocht snoepen. Dat zijn belevenissen die diepe indruk op mij maakten en die mij inspireerden om nog veel meer met voeding bezig te zijn.
Ik volgde de landbouwopleiding en ging in de melkverwerking. Inmiddels werk ik al jaren in de natuurvoedingshandel en heb daarin veel kennis en ervaring met levensmiddelen en natuurgeneeskundige preparaten opgedaan. Door middel van een in 2006 afgeronde studie, heb ik me verdiept in de voedingsleer en voedingstherapie. Zo heb ik de wegen van de voeding bewandeld: van het verbouwen in de land- en tuinbouw, naar het verwerken, de handel, de voedingskunde en voedingstherapie. Patiënten kunnen mij in mijn eigen praktijk als natuurvoedingskundige consulteren of in het Kindertherapeuticum Zeist, waar ik met artsen en andere therapeuten samenwerk. Voeding hoort bij het dagelijks leven van iedereen. Het speelt een centrale rol in ons leven. Het is dus ook de moeite waard om je telkens weer met dit thema bezig te houden. In principe doen wij dit allemaal, meer of minder bewust. Het gevoel van honger en trek kennen we allemaal, evenals de behoefte om iets lekkers te willen eten of heel weinig, omdat wij ons niet goed voelen.
Soms willen wij iets heel voedzaams eten, bijvoorbeeld voor of na een intense inspanning. Aspecten die duidelijk maken dat wij met eten een levensbehoefte bevredigen. Honger en dorst zijn signalen die het lichaam ons geeft. Trek, zin in iets lekkers, snoepen en smullen, maar ook afkeer en misselijkheid zijn gevoelens die aandacht van ons vragen. Vanuit deze levensbehoefte, gestuurd vanuit honger, dorst en trek kiezen wij dagelijks uit een enorme variatie aan levensmiddelen. Er zijn echter meer aspecten, die de keuze bepalen: de sla moet vers zijn, de wortelen smaakvol, het broodje het liefst nog warm en het vlees en ei van gezonde dieren afkomstig. Iedereen heeft een lijst vol kwaliteitskenmerken, die ook een rol spelen bij de keuze tijdens het boodschappen doen. Onze zintuigen helpen te beoordelen wat kwalitatief goed is. Het is te zien of de bladeren van sla knapperig en vers zijn, het is te proeven of een wortel smakelijk is en het is te voelen of een broodje vers uit de oven komt. Het is niet al-
tijd bekend of te proeven, hoeveel levensmiddelen technisch en chemisch bewerkt zijn en in welke mate dit het geval is. Rijst wordt wit geslepen, zo dat het waardevolle zilvervliesje van de rijstkorrel verloren gaat. Brood wordt met broodverbeteraar gebakken wat overbodig is en intussen staan er al 16 verschillende E-nummers voor broodverbeteraars op de lijst van het voedingscentrum zoals E220 Zwaveldioxide. Melk wordt op een hoge temperatuur verhit, waardoor eiwitten denatureren en vitale stoffen verloren gaan. Het ontstaan van zogenaamde transvetten tijdens het chemische harden van oliën, welke schadelijke effecten hebben op hart- en bloedvaten, is intussen meer bekend. Met een goede kwaliteit levensmiddelen willen wij meestal niet alleen de smaakbeleving garanderen, maar ook voor onze gezondheid zorgen. Onze voeding bestaat uit levensmiddelen, de middelen om te kunnen leven:
, , ,
Bron van energie Bron van gezondheid Bron van ons leven.
Het is intussen nauwkeurig onderzocht wat de energiebronnen zijn in de voeding. De hoeveelheid energie wordt uitgedrukt in kilocalorieën of kilojoule. De energieleverende bestanddelen in de voeding zijn de eiwitten, vetten en koolhydraten. Op bijna ieder verpakking wordt dit aangegeven. Koolhydraten worden gebruikt als brandstof, eiwitten voornamelijk als bouwstoffen, vetten voor beide doeleinden. Intussen is bekend dat ook andere stoffen uit de voeding in heel kleine hoeveelheden belangrijk zijn voor onze gezondheid, zoals vitamines, mineralen, enzymen en andere microvoedingsstoffen. Alleen door middel van een volwaardige en gevarieerde voeding kunnen wij ervoor zorgen dat ons lichaam goed verzorgd wordt met deze essentiële voedingsstoffen. Is een volwaardig en gevarieerd voedingspatroon alles wat ons gezond houdt via de voeding? Het is niet gega-
randeerd dat een ieder de stoffen die via zijn vertering binnen komen ook opneemt. Ook zijn er steeds meer intoleranties en allergieën tegen levensmiddelen die een gevarieerde voeding kunnen belemmeren. Ofschoon wij tegenwoordig steeds meer over geneeskunde weten zijn volgens de statistieken steeds meer mensen ernstig ziek. Het aantal patiënten met chronische welvaartziektes, zoals hart- en vaatziektes, suikerziekte (diabetes), overgewicht (obesitas), reumatische aandoeningen, darmfunctiestoornissen en kanker stijgt enorm en de klachten komen op steeds jongere leeftijd voor. Een voedingsdeskundige kan nauwkeurig berekenen welke levensmiddelen u nodig heeft, aangepast aan eventuele tekorten en/of intoleranties en de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. Het is belangrijk dat het lichaam alle stoffen binnen krijgt die het nodig heeft voor een goed functioneren van de verteringsorganen, het afweersysteem en uw gezond-
heid in het algemeen. Wij worden graag in verleiding gebracht een slecht voedingsgedrag met een voedingssupplement weer goed te maken. Supplementen bevatten extra veel voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen die het lichaam in zijn behoefte kunnen voorzien. In het bovenstaande is echter duidelijk gemaakt dat voedingssupplementen geen vervanging kunnen zijn voor een volwaardige en gevarieerde voeding. Op wonderbaarlijke wijze kunnen wij door voeding groeien en ons gezond houden. Niets van wat wij uit onze voeding opnemen behoudt zijn oorspronkelijke karakter. De stoffen vragen om activiteit, verteringsactiviteit, maar maken ook activiteit mogelijk. In ons lijf vindt voortdurend afbraak- en opbouw plaats. Deze processen in evenwicht te houden is de kunst van onze gezond-
heid (salutogeneze = ontstaan van gezondheid). In onze vertering ondervinden en overwinnen wij de weerstand van de vreemde stoffen, die via de voeding in ons binnenkomen. Op analoge wijze verteren wij alle zintuigindrukken. Dat geeft ons kracht, maakt ons in lichamelijke en psychische zin weerbaar en belastbaar. Wij onderscheiden ons individueel niet alleen in de smaakbeleving, maar ook in de manier hoe wij verteren. Zo kan rauwkost voor de één een lekker hapje vooraf zijn, bij de ander therapeutisch werken en bij weer een ander voor buikpijn zorgen. Er is verschil of wij bladgroente, wortelgroente of vruchten eten. Ook kunnen wij ontdekken dat een warme thee, of een warm soepje, weldadig kan zijn. Het stimuleren van het warmteproces in ons lichaam door bepaalde voedingsmiddelen, kan onderdeel van een behandelingsplan zijn. Zo hebben klachten van velerlei aard ook indirect met onze voeding, met onze levensmiddelen te maken. Hoe kiezen wij? Hoe nemen wij op? Hoe bre-
ken wij af en hoe bouwen wij op? Duidelijk is dat niet alleen de verteringsorganen nodig zijn om een goede vertering mogelijk te maken. Het komt erop aan hoe wij als mens, in zijn totaliteit, in de wereld staan. Hoe wij ons integreren als deel in een geheel en hieraan individueel vorm proberen te geven. Wij dragen liefdevolle zorg voor onze persoonlijkheid, die op die manier dienstbaar aan de mensheid kan zijn. Praktisch: U kunt bij mij terecht met algemene vragen over voeding voor u zelf en voor uw kind, maar ook met klachten: allergieën, onder- of overgewicht, hypoglycemie, Candida Albicans, hart- en vaatziekten, hoofdpijn, stress, reuma, diabetes, etc. Soms is de oorzaak van uw klachten nog niet duidelijk, toch kan ik helpen op weg naar een goede diagnose. Zo kunnen wij bv. voedselintoleranties uitzoeken en een aangepast dieet toepassen. Bent u op zoek naar een eetpatroon, dat met
uw werkzaamheden overdag beter te combineren is? Zijn de smaakvoorkeuren van uw kinderen een belemmering voor een volwaardige maaltijd voor u als volwassene? Wilt u weten of uzelf of uw kind voldoende, volwaardig en gezond eet? Bent u zwanger of geeft u borstvoeding en wilt u ook via goede voeding goed voor uzelf en uw kind zorgen? Een gezond voedingspatroon werkt preventief. Op latere leeftijd kunnen lichamelijke klachten ontstaan, die mede hun oorzaak hebben in slechte gewoontes van vroeger. Wilt uw leren koken met natuurvoeding of vegetarisch eten? Dit zijn voorbeelden uit mijn praktijk. Is uw vraagstelling wat anders, vraag het gerust, of ga in overleg met uw huisarts. Via telefoon of e-mail kunt u met mij contact opnemen, waarin ik uw hulpvraag inventariseer en een afspraak ga plannen. Voor de eerste afspraak graag het inschrijfformulier ingevuld meenemen.
Telefonisch ben ik bereikbaar onder 0652233808, woensdags van 8:00 to 9:00 uur en donderdags van 20:00 tot 21:00 uur. Verder kunt u altijd inspreken op mijn mailbox of mailen naar:
[email protected]. Veronika Dietrich. 2 gezellige avonden in het erapeuticum Aquamarijn over: “Lekker eten bij gezondheid en ziekte” Wat en waarom eten wij eigenlijk? U bent van harte welkom in februari om te luisteren, te proeven en in gesprek te komen, mail voor de data naar:
[email protected] Bij minimaal 8 aanmeldingen kan het doorgaan. Kosten: € 25,00 pp voor 2 avonden
Uit de bibliotheek Na een periode van inwerken van 4 tot 6 weken en een daarop volgende heerlijke vakantie, hebben we nu weer de draad opgepakt met de bibliotheek. De bibliotheek is geopend op elke dinsdag van 10:00 – 13:00 uur en op elke donderdag van 13:00 – 16:00 uur. (Met uitzondering van de vakanties). Als u wat meer wil weten over een bepaald onderwerp, bijv. een onderwerp dat ter sprake is gekomen bij de (huis)arts of therapeut dan is er vast wel iets over te vinden in de bibliotheek.
door de samenvoeging van andere antroposofische bibliotheken. Deze bibliotheek is al 15 à 16 jaar gevestigd in het erapeuticum Aquamarijn. Ik hoop dat u net zo enthousiast over de leuke en informatieve collectie aan boeken en folders in de bibliotheek wordt als ik. Als deze Aquatinten uitkomt, is het aanbod van (kunst)kaarten die u kunt kopen, ook vergroot. Met vriendelijke groeten uit de bibliotheek, Karin Huijgens
Het lidmaatschap van de bibliotheek kost van 1 januari 2012 tot 31 december 2012: € 12,50. Bij deze verwijs ik u ook voor verdere informatie over de bibliotheek naar de website van erapeuticum Aquamarijn: www.aquamarijn.nl De bibliotheek bestaat al zo’n 30 à 40 jaar en is ontstaan
Lezersbijdrage DE KIP OF HET EI? Als ik het universum zou moeten uitvinden, dan liet ik voeding weg. Om nu te zeggen dat voeding paniek veroorzaakt gaat wat te ver, maar over geen onderwerp lijken meer boeken geschreven dan over wat wij eten. Dat roept de vraag op ,of er hier nog iets zinnig te zeggen valt. Dat is er: het vertrekpunt dat iedereen een eigen wisselwerking heeft met voedsel – voedsel doet dingen met ons, en wij doen dingen met voedsel. Dat wordt al duidelijk bij alcoholische drank: één liter gedestilleerd kan in een half uur 5000 jaar beschavingserfenis wegvagen, maar anders gedoseerd kunnen we het gebruiken om vrolijk te worden, ons vrijer voelen of onze maag te legen. Een graankorrel heeft de kracht in zich om uit te groeien tot een nieuwe plant, terwijl een kilo meel in de bodem
inert blijft; de groeikracht is door het malen vernietigd. Dat bewijst dat bewerken, of beschadigen, van voedsel invloed heeft als de samenhang verbroken wordt. Toch, bewerken hoeft niet slecht te zijn; Engels onderzoek heeft uitgewezen dat de mate van verhitting de verteerbaarheid bepaalt. Voedsel dat goed gaar is stelt het lichaam in staat beduidend meer stoffen te onttrekken dan rauw voedsel. Bovendien is onze maag tijdens de evolutie aan verhit voedsel gewend geraakt. Om te weten hoe of wat te eten zouden we naar onze, wat natuurlijker levende soortgenoten, de zoogdieren, moeten kijken. Dan vallen een paar zaken direct op. Dieren drinken veel minder, sommige dieren moeten hun voedsel na ontlasting nogmaals eten om er voldoende stoffen uit te halen, en dieren kennen geen vaste etenstijd – in de natuur vreet je als er voedsel is – nergens hangt 100 gram rookvlees aan een boom, en koelkasten staan er ook niet. Zoals over de meeste zaken bestaat ook over de hoeveelheid vocht die wij dagelijks nodig hebben groot ver-
schil van mening. Door de American Medical Association is ooit eens de nodige hoeveelheid vocht per dag vastgesteld op 8 glazen. Maar hoe groot zijn die glazen, en in veel van wat wij eten zit al vocht. Mijn ervaring met adviezen van natuurgeneeskundigen helpen mij ook niet verder, want die zijn tegenstrijdig. De ervaring leert mij dat matig drinken beter is dan slempen, want dat is een wezenlijk aspect: luisteren naar het eigen lijf. Zo moeten we pas eten als de maag knort, en dan kleine porties nemen. De dagelijkse drie maaltijden is een aanpassing aan de industriële maatschappij. Eigenlijk moet onze maag steeds op de rand van honger verkeren. Een oude balans is door de ontwikkeling verstoord: investering versus rendement. Vóór de industriële revolutie, die feitelijk pas zijn beslag kreeg in de jaren ’50, waren de mensen het hele jaar bezig de winter door te komen. Dat vrat dus energie. De winter met zijn nasleep was niet zelden door gebrek de grote scheidsrechter. Bij voldoende voedselaanbod is het lichaam ‘s winters
ongeveer 1 kilo zwaarder. Dat gewicht moet op peil gehouden worden – nu met alle verwarmingsluxe lijkt dat niet noodzakelijk. Daarmee zijn we op het punt gekomen waarvoor veel boeken geschreven zijn: wat is mijn ideale gewicht, maar nog gewichtiger, hoe houd ik dat gewicht op peil? Daarvoor is van alles bedacht. Feitelijk is dat onnodig, want het investeringsproces (zwaar werk) zorgde gemiddeld genomen voor een redelijke balans – een BMI (Body Mass Index) kende men vroeger niet, zodat het lichaam zoveel mogelijk deed wat het moest doen: reserves opbouwen voor schrale tijden. De mensen waren dan ook dikker, wat als een teken van welvaart gold. Er is vastgesteld, dat mensen die op de top van hun ideale gewicht zitten, gezonder zijn dan mensen, die daar beduidend onder zitten. Niemand maakte zich vroeger zorgen om zoiets als cholesterol, want elk lichaam bepaalt de eigen spiegel. Roken is niet goedkoop, maar wel een effectief vermageringsmiddel (het lichaam kan zich herstellen van 15 sigaretten per dag als er een
uur tijd tussen het roken zit) omdat het hongergevoel wordt onderdrukt. Om afgeslankt de zomer in te kunnen was er aan het einde van de winter vaak voedselschaarste of zelfs hongersnood, een situatie die geritualiseerd is in het vasten. Dat rituele karakter is een nadeel, want met de secularisering is ook het vasten bij het grofvuil gezet, terwijl het een wezenlijk onderdeel van het natuurlijke voedingspatroon is. Tegenwoordig is er het hele jaar door voldoende voedsel dat niet-seizoensgebonden wordt aangeboden, maar ons lichaam luistert nog steeds naar de natuur. Wát we moeten eten wordt door drie factoren bepaald: het seizoen, ons bloed, en de levensfase. De eerste factor is eigenlijk vanzelfsprekend. De derde factor is ook vanzelfsprekend: een babylijf vraagt ander voedsel dan een bejaarde. De tweede factor is de lastige: kennis heeft op zich geen waarde, die wordt bepaald door wat wij ermee doen: gebruiken of verwerpen.
Alle concepten over voeding hebben één aspect gemeen; hoe verschillend ze ook zijn, ze doen net alsof wij bloedeloos zijn. Het Bloedgroepdieet is de uitzondering. Voeding en bloed, voeding om stoffen te leveren, bloed om deze stoffen af te leveren. Cruciaal is wat voor voedselstoffen door welk soort bloed worden getransporteerd . Dit verband komt tot uidrukking door het ontstaan van bloedgroepen. De meeste mensen hebben maar één bloedgroep, maar sommige mensen (de kleinste groep) hebben er twee: A en B. De kennis - in boekvorm - over de relatie bloed en voedsel is zo’n 13 jaar oud, en sinds 2008 is er de kennis over voeding en de relatie met ons genenpakket. Net zoals bij het Antikankerdieet wordt hierbij voedsel als medicijn gebruikt, en wel om de chemische constitutie te manipuleren. Door specifieke voeding worden foute genen gedeactiveerd en goede genen geactiveerd. Het oordeel over gezond of ongezond hangt dus niet af van het voedsel, maar van de eter. Hoe ziet die eter er uit? Bloedgroep 0, A, B of AB, of welk genotype? Jager,
Verzamelaar, Leraar, Verkenner, Krijger of Nomade? Het is een ingewikkelde materie, en er zijn dan ook een aantal metingen van het lichaam nodig om het genotype vast te stellen. Door intensieve bestudering heb ik geconstateerd, dat bloedgroep 0 genotypisch de Jager of Verzamelaar toestaat, van de andere bloedgroepen weet ik de genetische relatie nog niet. Er is vastgesteld ,dat elk genotype een genetische mentale ‘vingerafdruk’ vertegenwoordigt. Zo is dat voor mijn genotype Verzamelaar: gehecht aan huis, mensen en eten maken ze tot geliefde partners, zorgzaam en vergevingsgezind, laconiek, maar uiterst principieel, vasthoudende verdedigers van gerechtigheid, intellectueel avontuurlijk en een grote mentale veerkracht. De genotypische bron is honger, dus tijdens het leven in de baarmoeder blootstaan aan stress of gebrek. De theorie is mooi, maar nu de praktijk. Klopt dit allemaal? In alle nuchterheid moet ik vaststellen, dat dit het geval is. Ondanks de verschijnselen van slijtage door ouderdom voel ik mij vitaal en opgewekt – ik ben gees-
CURSUSSEN EN OPROEPEN
telijk niet uit balans te brengen. Dit artikel is niet de plaats om diep in te gaan op het Bloedgroepdieet en Genotypedieet, ook al wegens kopijrechten. Iedereen die interesse in eigen gezondheid heeft en zich er verantwoordelijk voor voelt, kan ik de aanschaf van zeker het Bloedgroepdieetboek aanbevelen. Het Genotypeboek heeft mij ook inzicht gegeven in de mentaliteit van andere genotypes, en ik beschouw dit als een grote verrijking. In het artikel is niet één keer de antroposofie ter sprake gekomen, maar dat ligt aan de versheid van de nieuwste informatie. Van Peter D’Adamo en zijn groep zijn meer boeken verschenen; over allergie en voor ouderen, maar de basis is zijn ‘Het bloedgroepdieet’ en ‘Leven volgens je genen’. Van dat laatste boek geef ik de gegevens: ISBN 078 90 325 1121 0 Wouter Lentjes
Training sociale weerbaarheid voor kinderen De training sociale weerbaarheid gericht op ervarend leren door spelen, interactief bewegen en kunstzinnige activiteiten. Dit gebeurt in groepjes van maximaal acht kinderen (leeftijd 6-9 en 9-12 jaar). De training wordt verzorgd door Anneke Jansen (fysiotherapeute, orthopedagoge) en Saskia Koopman (kunstzinnig therapeute). Aantal sessies: vier keer van 10.00 - 11.30 uur Start bij voldoende aanmelding (minimaal vier ouder/kind-combinaties) Aanmelding kan via Anneke Jansen, tel. 026 - 3511190
Ouderschaps-cursus WAT KOM JE TEGEN IN DE ONTMOETING MET JE KIND? GRENZEN BOOSHEID NIET LUISTEREN ANGST WAT ZEGT DIT OVER JE KIND WAT ZEGT DIT OVER JEZELF Een OUDERSCHAPSCURSUS waarin we onderzoeken welk thema er speelt in de opvoedsituatie. Hoe plaats je dit in het perspectief van jouw eigen levensloop en ontwikkeling ? Gewerkt wordt met bewegingsvormen, eenvoudig tekenen, huiswerkvragen, oefenopdrachten en gesprek. Max. 12 deelnemers
4 dinsdagavonden, van 19.30 – 21.30 u. Start bij voldoende aanmeldingen. erapeuticum Aquamarijn Kosten: € 88,Anneke Jansen (orthopedagoge) 026-3511190 Hannie Bakker (biogr.Consulent):
[email protected] Spelenderwijs opvoeden: opvoedingsvragen? De training spelenderwijs opvoeden heeft als uitgangspunt interactief spelen en bewegen met uw kind. U krijgt tevens enkele basishandgrepen uit de ritmische massage aangeleerd om uw kind te masseren. In deze cursus leert u de grenzen van u en uw kind af te tasten, wat onherroepelijk een verandering in de opvoedrelatie met uw kind kan teweegbrengen. De training wordt verzorgd door Anneke Jansen (fysiotherapeute, orthopedagoge).
Op zoek naar de rode draad in je leven ´Op zoek naar de rode draad in je leven` is een onderzoeksroute van zeven bijeenkomsten. Hierin zoeken we naar de thematiek die verscholen ligt in de belangrijkste wendingen van jouw leven. Een leven is geen rechte weg. Het is vol dynamiek: ontluiken, groeien, bloeien, rijpen en weer afsterven. Elke fase biedt zo zijn eigen specifieke ontwikkelingsmogelijkheid. Je krijgt meer inzicht in de betekenis van de keerpunten en leert ze herkennen als jouw ´rode draad´. Aantal deelnemers: 6 tot 10 Data: 7 woensdagavonden, vanaf 1 febr. Tijd: van 19.30 – 21.30 u. Kosten: € 275,Inlichtingen en opgave: 06 - 34196678 (Annelieke Hekman) en
[email protected] (Hannie Bakker) Zanggroepen op het therapeuticum Aquamarijn Heb je plezier in het zingen met anderen, wil je je stem
ontdekken en oude muziek leren kennen? Kom dan meedoen met de zanggroep Stemwerk. De groep zingt op dinsdagavond van 17.30 uur tot 19.00 uur. Canons, meerstemmige melodieën en ritmeoefeningen wisselen elkaar af. Periode: van september 2011 tot eind april 2012 Start: 13 september 2011, invoegen op een later moment is mogelijk De zanggroep Gregoriaans zingt op woensdagochtend van 10.00 uur tot 11.30 uur. Het repertoire bestaat uit eenstemmige sacrale melodieën. Periode: Van september 2011 tot eind april 2012 Start: 14 september 2011, invoegen op een later moment is mogelijk Informatie bij: Annette Sander, tel: 0317 - 428641 Email:
[email protected] Kosten: € 130,00 ( september t/m december)
Overwinteren met euritmie In een kleine groep (maximaal zeven deelnemers) doen wij ‘overwinteren met euritmie’ oefeningen die de (lichamelijke) weerstand versterken. Ervaring is niet nodig. Tijd: 7 bijeenkomsten op dinsdagen: 10, 17 en 24 en 31 jan.,7,14 en 21 febr. 2012 van 16.00 tot 17.00 uur. Plaats: euritmieruimte begane grond erapeuticum Aquamarijn, De Wetstraat 10, 6814 AP Arnhem. Kosten: € 75, contant te voldoen bij de eerste keer Inlichtingen en aanmelden: voor 3 januari 2012 Andrea Wellenstein, 026 - 4422838 of via:
[email protected] Achtergrondinformatie over euritmietherapie: www.euritmietherapie.nl De cursus gaat door bij voldoende deelname.
Cursus Zieken thuis In het voorjaar van 2012 willen wij weer een cursus huisapotheek en zieken thuis houden. De cursus beslaat een middag en avond. Huisarts Barbera Bischot, zal ’s middags voorlichting geven over de huisapotheek, zelfzorgmedicatie en ondersteunende zorg bij zieken. Er is veel ruimte voor vragen stellen. Bijvoorbeeld over koorts, antibiotica etc. Het avondprogramma wordt verzorgd door Anita Janssen en Rina Vlijm, verpleegkundigen in het therapeuticum. Deelnemers kijken hoe zij zelf het zieke kind kunnen ondersteunen vanuit de uitwendige therapie. Je kunt hierbij denken aan kompressen met ui, wikkels met citroen of kamille en een voetinwrijving met lavendel. De inhoud van de cursus kunnen we aanpassen aan de wensen van de deelnemers. De cursus wordt gehouden bij voldoende belangstelling (minimaal tien personen). U kunt zich opgeven en zodra er voldoende belangstellenden zijn, organiseren wij de
cursus en prikken een datum. Voor aanmelding en informatie kunt u contact opnemen met: Rina Vlijm tel: 06-18661147, e-mail:
[email protected] Anita Janssen tel: 06-40363265, e-mail:
[email protected] Kortdurende gesprekshulp Linda Pothaar, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, via Indigo voor de huisartsen-waarneemgroep werkzaam op Aquamarijn, Maximaal 8 gesprekken. Aanmelden bij Pro Persona ( voormalige Gelderse Roos ) met een verwijzing van de huisarts.
Bericht uit het Bestuur Het erapeuticum wordt door twee Stichtingen bestuurd: De stichting Beheer erapeuticum Aquamarijn, die de panden aan de Wetstraat beheert. En de Stichting Ontwikkeling erapeuticum Aquamarijn die waakt over de inhoudelijke kant, over het aanbieden van antroposofische geneeskunst, door artsen en therapeuten. Sinds een jaar gaat de meeste aandacht van het bestuur van de “Stichting ontwikkeling” naar het ondersteunen van het team van artsen en therapeuten bij het onderzoek naar de mogelijkheid van een verhuizing naar een ander pand in de nabije toekomst. De financiële consequenties moeten onderzocht en de praktische gevolgen onder ogen gezien. Het behouden van en inhoud geven aan onze antroposofische identiteit en het verlenen van goede zorg aan de patiënten heeft de bijzondere aandacht van het bestuur.
Het gaat om deelname in een te vestigen gezondheidscentrum met andere huisartsen en een apotheek in een zgn. HOED (Huisartsen Onder Een Dak) constructie in een schoolgebouw uit de 19e eeuw in de wijk Klarendal. Sinds een aantal maanden worden artsen en therapeuten ook extern begeleid met als doel te werken aan een betere onderlinge samenwerking. Intern was er ook in het bestuur veel beweging: Paul Sanders (voorzitter) heeft in het voorjaar zijn taak neergelegd, een nieuwe baan vraagt nu al zijn aandacht. Annelieke Hekman (secretaris) heeft een periode van 3 jaar afgerond en verlengt deze niet. Beide willen we hierbij heel hartelijk danken voor hun betrokken inzet, geduld en interesse voor de ontwikkelingen in Aquamarijn. Zij hebben beiden aanzetten tot verandering gegeven, maar de vruchten nog niet helemaal kunnen zien rijpen. Het huidige bestuur bestaat nu uit Hans van Tol (voorzitter) en namens de artsen en therapeuten
Liesbeth Hermelijn en Andrea Wellenstein. En de penningmeester dan? Die is nog niet genoemd, want sinds Jan Grondman, en zijn steun op de achtergrond Henneke Grondman, afscheid heeft genomen van het bestuur is deze functie nog steeds vacant! Er is voor de voortgang van ons erapeuticum daarom dringend behoefte aan mensen die in het bestuur zitting willen nemen. Heeft u interesse of wilt u reageren dan kunt u contact opnemen met Hans van Tol, via e-mail :
[email protected] of telefoon: 026-3794980 Andrea Wellenstein, namens het bestuur van Stichting Ontwikkeling erapeuticum Aquamarijn.
Het Therapiefonds Op een zonnige herfstochtend sprak ik met Winnie Penninga en Diny Teunissen, die beiden jarenlang het therapie-fonds van Aquamarijn hebben beheerd. Ze dragen het werk nu over aan andere vrijwilligers en hun vertrek is aanleiding voor dit gesprek. Wat is het erapie-fonds? “Het is een fonds, gevuld uit de eigen bijdrage van de patiënten. Het is een fonds voor patiënten van Aquamarijn, die therapie nodig hebben en dat, om verschillende redenen, niet zelf kunnen betalen. Hun zorgverzekeraar dekt de kosten niet, of slechts gedeeltelijk, en de rekening is hoog. Ook mensen, die tijdelijk krap zitten, bv. hoge gezondheidskosten of plotselinge werkloosheid, kunnen een beroep doen op een betalingsregeling, bv. een lening, die in verschillende termijnen terugbetaald kan worden, afhankelijk van de mogelijkheden. Soms is er de mogelijkheid van een schenking .
Hoe verloopt de aanvraag? “Uit het gesprek met de arts blijkt, dat therapie nodig is. De patiënt kan dan aangeven, dat de betaling van deze therapie een probleem zal zijn en de arts wijst op de mogelijkheden van het therapie-fonds. Bij de assistentes aan de balie kan hij/zij een aanvraagformulier halen, dit invullen en opsturen. Daarna volgt er een gesprek, waarbij verschillende zaken aan de orde kunnen komen, dat is bij elke patiënt weer anders. Soms volgt er een advies over budgettering of wordt er doorverwezen naar andere instanties, we zijn allebei werkzaam in de sociale sector, dus we kennen de mogelijkheden. Zijn er andere mogelijkheden voor financiering? Er wordt gesproken over een schenking of een lening en het termijn van afbetaling. Uiteraard is dit gesprek vertrouwelijk, er komt geen verslag van in het dossier”. Om hoeveel aanvragen per jaar gaat het? “Gemiddeld zo’n 10 per jaar. Elke aanvraag vraagt een paar uur van je tijd, inclusief het gesprek met de patiënt
en overleg met elkaar, je doet het met z’n tweeën. Dit vinden we belangrijk, soms is de aanvraag complex en dan is het fijn, dat je met elkaar kan overleggen. Twee keer per jaar spreken we de ervaringen door met vertegenwoordigers van de artsen en therapeuten van Aquamarijn”. Jullie stoppen met dit werk, zijn er al opvolgers? “Daar wordt op dit moment hard naar gezocht. We zoeken mensen, die ook inzicht hebben in de sociale kaart van Arnhem. Als mensen na het lezen van dit stukje denken: dat is wat voor mij, ik wil daar aan meewerken zo’n 20 uur per jaar,dan kunnen ze een mail of een brief sturen naar Gerard Rotteveel :
[email protected] / de Wetstraat10 6814 AP Arnhem”. Corrie Evenhuis, redactie-lid Aquatinten.