Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013
Bijlage bij thema Hinder – Gemeenten
GOEDE VOORBEELDEN ONDERSCHEIDINGSNIVEAU THEMA HINDER Samenwerkingsovereenkomst 2008- 2013
Thema Hinder SO 2008-2013: Goede Voorbeelden
Inleiding Omdat een voorbeeld soms veel meer zegt dan een hele uitleg, hebben we in dit document enkele “goede voorbeelden” verzameld van het thema hinder op het onderscheidingsniveau. Vooral het onderdeel actieve sensibilisatie lichten we uitvoerig toe. Voor elk hinderthema geven we enkele mogelijkheden om aan de slag te gaan. De lijstjes zijn uiteraard niet limitatief en zijn vooral bedoeld als inspiratiebron. Voor de onderdelen “Opstellen van een handhavingsbeleid rond hinder die niet gerelateerd is aan als hinderlijk ingedeelde inrichtingen” en “Opstellen en bijhouden van een hinderinventaris” zijn nog aparte handleidingen voorzien. Deze zijn te downloaden op www.samenwerkingsovereenkomst.be , waar u ook enkele Frequently Asked Questions, of veel gestelde vragen, terugvindt.
Heeftt u nog vragen over de uitwerking van het thema hinder? Neem gerust contact op met de themaverantwoordelijken. •
Sofie De Coster. (E-mail)
[email protected] of (tel) 02 553 11 27.
•
Annemie Wynands. (E-mail)
[email protected] of (tel) 05 553 14 93.
Bijlage HI gem 13 – Voorbeelden onderscheidingsniveau – pagina 1/8
Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013
1
Doorlichting van de hinderklachten
1.1 Analyseren en rapporteren van hinderklachten Milieuklachten die ingevoerd werden in MKROS, kunnen met deze toepassing ook geanalyseerd worden. Hiertoe staat in MKROS een rapporteringstool ter beschikking, waarmee Excel-bestanden bestaande uit frequentietabellen en grafieken gegenereerd kunnen worden. De gebruiker kiest zelf in functie waarvan hij of zij wenst te rapporteren (bvb in functie van aard hinder, tijdstip melding, enz.). Zo wordt in één oogopslag duidelijk: •
Hoe de hinderklachten evolueerden doorheen de jaren Aantal milieuklachten in Herentals, geregistreerd via MKROS, per jaar van melding
250
200
150
9% 35%
Aantal klachten
28% 24% 100
4% 0%
50
0 Jaar 2001
Jaar 2002
Jaar 2003 Jaar 2004 jaar van melding
Jaar 2005
Jaar 2006
Figuur 1: Aantal gemelde milieuklachten per jaartal in stad Herentals (uittreksel MKROS) •
Welke hindertype het vaakst voorkomt in een bepaald jaar. Aantal klachten in Herentals per compartiment
1% 250
27%
0%
200
6%
150 Aantal klachten
34% 100
32% 50
0 Bodem
Fauna en flora
Geluid
Licht compartiment
Lucht
Varia
Water
Figuur 2: Klachten per compartiment in stad Herentals (uittreksel MKROS)
Bijlage HI gem 13 – Voorbeelden onderscheidingsniveau – pagina 2/8
Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 •
Van welke aard de klachten zijn, binnen een bepaald compartiment.
Aantal klachten per aard 8 7 6 5 Aantal klachten 4 3 2 1
An Be Bo dr de uw ijf re of -e fa n br sl El ie oo D ec k oe p ac tro -h tiv et ni -z sc ite el h it fa ve ct rs i v te Ke ite rk it rm te La i m s, de uz br n ie H ad en ui k er sd lo ij, ss i e m r(e en uz M n) va ie uz n k fe ie v k ra st va iv ch al n tw ca ag fé en of (s re ) st au ra nt O ve rig Sp e Sp e Sp el el en pl or ei tv de n el ki d n of de sp re Ze or n ts lfs t a ta d St nd iu ra m ig at e ve be rk ro ee ep r sa ct iv ite it
0
aard
Figuur 3: Gesignaleerde problemen binnen compartiment geluid in stad Herentals (uittreksel MKROS)
De keuze van de te rapporteren parameters is uiteraard functie van de lokale situatie (wat is opvallend? Welke knelpunten zijn er? Zijn er evoluties op te merken?) Hiervoor kan geen algemene richtlijn worden gegeven. De Excel-bestanden kunnen dienen als basis van de analyse van de klachten. Uiteraard zijn cijfers op zich niet zo veelzeggend. Een korte toelichting bij de tabellen of grafieken wordt ook gevraagd.
1.2 Analyse van de opvolging van hinderklachten De analyse van de opvolging van hinderklachten houdt in dat de gemeente haar aanpak in de behandeling van klachten m.b.t. milieuhinder evalueert (zelfevaluatie), eventuele knelpunten bij de behandeling detecteert en voorstellen voor verbetering formuleert. De analyse moet resulteren in een toelichting over de wijze waarop, en het succes waarmee hinderklachten worden behandeld. Rapporteren hierover kan tekstueel, eventueel aangevuld met tabellen/grafieken (bv. binnen rapporteringsmodule van MKROS de rapportage van de geregistreerde meldingen in functie van laatste stap in de opvolging). Enkele voorbeelden •
De milieudienst is onderbemand. Niet elke klacht kan nader onderzocht worden.
•
De meeste milieuklachten komen terecht bij de politie. Er bestaat een samenwerkingsverband tussen milieudienst en politie. Vanuit de politie worden de klachten echter niet doorgestuurd zoals overeengekomen. Bijlage HI gem 13 – Voorbeelden onderscheidingsniveau – pagina 3/8
Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013
2
Actieve sensibilisatie
2.1 Geluidshinder De gemeente kan een uiteenzetting of workshop organiseren over maatregelen die verenigingen moeten nemen bij de organisatie van een fuif, evenement,… Hierbij kan bijvoorbeeld voor sensibilisatie naar jeugdverenigingen samengewerkt worden met de jeugddienst. Aansluitend kunnen (jeugd)verenigingen verder gesensibiliseerd worden over het verantwoord omspringen met geluid tijdens fuiven en evenementen m.b.v. een speciale website, een fuifgids, fuifcharter, brochure,… Tijdens de workshop kunnen deze instrumenten voorgesteld worden. Tijdens het evenement zelf kan ook een infostand of infomobiel geïnstalleerd worden. Toelichting naar het bredere publiek over de geluidshinder bij evenementen kan gebeuren via een artikel op de website of het gemeentelijke infoblad (passieve sensibilisatie) Tijdens de zomermaanden wordt nog al eens geluidshinder ondervonden van nachtcafés. Bezoekers zoeken afkoeling buiten, de deuren staan open,… en ook de buren liggen wakker. Samen met en gericht naar de uitbaters van deze nachtcafés kan een campagne georganiseerd worden om het nachtlawaai tegen te gaan. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld samenkomsten organiseren waarbij de aspecten van geluidshinder aan bod komen, concrete maatregelen besproken worden met de uitbaters, een folder/brochure/campagnemateriaal wordt verspreid die de bezoekers moet stimuleren het stil te houden op straat,…. Folders of flyers die zich richten tot de bezoekers van de nachtcafés kunnen op strategische punten (jeugddienst, gemeentehuis,… verspreid worden. (passieve sensibilisatie) Het organiseren van een uiteenzetting, vergadering,… voor handelaars over koelinstallaties, verluchting,… en hoe zij geluidshinder voor omwonenden kunnen voorkomen of beperken. Handelaars kunnen uitgenodigd worden met een brief, melding in de infokrant,… Ook inwoners die hinder ondervinden van handelaars in hun omgeving kunnen uitgenodigd worden. Zo kan in overleg met de handelaars een oplossing gezocht worden die voor alle partijen haalbaar is.. Verder kan de gemeente er geluidsarme systemen voorstellen en promoten. Ook (bouw)technische aanpassingen kunnen geluidsoverlast (in grote mate) verhelpen. De gemeent kan zo ook iemand uitnodigen die enkele van die maatregelen toelicht. Als afsluiter kan een brochure of folder die de belangrijkste informatie samenvat, bezorgd worden aan alle handelaars. Ook burenlawaai vormt vaak een bron van ergernis. De gemeente kan dan kiezen om te sensibiliseren over het gebruik van lawaaierige toestellen en machines voor privé-doeleinden (grasmaaiers en kettingzagen). Zo kan een campagne opgezet worden die het gebruik van geluidsarme elektrische hakselaars, grasmachines, mulchmaaiers en ander tuinmateriaal promoot. De gemeente kan een bijeenkomst organiseren waar de geluidsarme toestellen worden voorgesteld. Hierbij kan ook getracht worden het geluidsverschil proefondervindelijk te laten ervaren door lawaaierige toestellen naast de geluidsarme te plaatsen. Met de communicatie over deze bijeenkomst (op website, gemeentelijk infoblad, …) kunnen ook steeds enkele praktische tips meegegeven worden (passieve sensibilisatie) Wanneer in de gemeente geluidshinder ondervonden wordt door lokaal gebonden activiteiten zoals het gebruik van vogelschrikkanonnen, het racen met quads op publieke domeinen,… kan de gemeente ingrijpen. Zo kan bv. een verbod op het gebruik van vogelschrikkanonnen opgenomen worden in het politiereglement, een toegangsverbod voor voertuigen ingevoerd worden op het domein,… De inwoners of specifieke doelgroepen kunnen op de hoogte gebracht worden van deze wijziging in regelgeving op een bijeenkomst. De gemeente kan het ook over een andere boeg gooien en met een doelgroepgerichte campagne het gebruik van afschrikballonnen en andere alternatieven voor vogelschrikkanonnen promoten. Het organiseren van een wandeling in stiltegebieden in de gemeente met als doelstellingen het beleven van stilte en het bewust worden van de noodzaak aan stilte. Met bv. Gedichten, teksten over stilte of de tegenpool lawaai. Verder kunnen infobrieven en folders verspreid worden over een stiltegebied in de gemeente waar de geluidshinder vrijwillig beperkt wordt en nieuwe geluidsbronnen worden vermeden.
Bijlage HI gem 13 – Voorbeelden onderscheidingsniveau – pagina 4/8
Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Ook het organiseren van een (ervaringsgerichte) tentoonstelling over geluidshinder is een mogelijkheid. Tijdens de tentoonstelling kan het verschil tussen lawaai en stilte ervaren worden. Hierbij hoort ook de bekendmaking van de tentoonstelling naar de burgers (via de gemeentelijke communicatiekanalen). Bij de bouwaanvraag kan de gemeente de aanvragers (particulieren of bedrijven) informeren over bouwtechnische maatregelen die men kan nemen om geluidshinder te voorkomen. Zo kunnen ze gericht een brochure verspreiden met een handleiding over akoestisch comfort bij nieuwbouw en renovatie.
2.2 Geurhinder Composteren wordt meer en meer gepromoot als alternatief voor het deponeren van keukenresten in de restafvalzak. Maar niet alles kan gecomposteerd worden. Verkeerd composteren geeft niet zelden geurhinder. Wanneer hierover meldingen komen, kan de gemeente in dat kader overwegen sessies “Beter composteren” aan te bieden. Want: Een goed opgezette composthoop stinkt niet… (Kijk bv. eens bij het aanbod van www.velt.be.) Een andere veel voorkomende oorzaak van geurhinder is stoken. Men verbrandt op een verkeerde manier of stookt zaken op die niet mogen. De gemeente kan een bijeenkomst organiseren (bij voorkeur in de wintermaanden) over hoe men best of beter kan stoken. Een sensibiliserend artikel in het infoblad, een uitnodiging voor de bijeenkomst en de verspreiding van campagnemateriaal (Bv. De brochure Slimmer stoken), kunnen ook deel uit maken van de actie. De gemeente kan ook kiezen om campagne te voeren om sluikstoken tegen te gaan. Enerzijds kan naar de sluikstokers zelf gesensibiliseerd worden, door contact op te nemen en te informeren over wat kan en wat niet kan. Anderzijds is het ook aangewezen zich tot alle inwoners te richten. Het is immers niet altijd te achterhalen wanneer iemand afval verbrandt in de kachel of in de tuin. De gemeente kan een tentoonstelling of informatiemoment organiseren waarin duidelijk wordt welke schadelijke invloed het verbranden van afval heeft op mens en milieu. Uiteraard is het ook belangrijk de nadruk te leggen op de alternatieven. Een infosessie op het containerpark (welk afval kan men kwijt?) of een reportage in de infokrant/op de stadsTV kan al heel wat toekomstige vieze geurtjes vermijden.
2.3 Lichthinder Acties in het kader van de Nacht van de Duisternis: de gemeente dooft de klemtoonverlichting op gebouwen en monumenten, de straatverlichting in enkele straten wordt gedoofd, handelaars worden aangespoord om reclameverlichting te doven, burgers worden aangespoord hun tuinverlichting te doven, er wordt een infostand opgezet rond lichthinder en over nachtdieren, er wordt de mogelijkheid geboden om sterren te kijken via telescopen. De actie wordt bekend gemaakt in het gemeentelijke infoblad en/of de website van de gemeente. Opzetten van een campagne naar de handelaars en bedrijven toe. Aansporen om (reclame)verlichting te doven na een bepaald uur, de verlichting te dimmen tot een bepaalde intensiteit, informeren over de wijze van verlichting, promoten van naderingslampen in plaats van constante verlichting,… Sensibilisatiecampagne rond lichtvervuiling. Het organiseren van een tentoonstelling, een “duistere” wandeling, een infoavond over oorzaken, gevolgen, oplossingen en het aanreiken van tips.
Bijlage HI gem 13 – Voorbeelden onderscheidingsniveau – pagina 5/8
Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013
2.4 Stofhinder Bepaalde activiteiten kunnen stofhinder veroorzaken: bepaalde industriële activiteiten, maar ook bouwwerven. Wanneer zich zulk probleem voordoet op het grondgebied, kan de gemeente een vergadering beleggen met inwoners en bv. de bedrijven die stofhinder veroorzaken. Hierbij kunnen beide standpunten aan bod komen. Verder kan uitleg gegeven worden over de regelgeving en maatregelen. Daarnaast kan een brochure met concrete tips afgeleverd worden samen met bv. de bouwvergunning. Actie rond fijn stof kan ook, in zoverre dat de nadruk ligt op het voorkomen van fijn stof door beter te verbranden. Het gaat dan over tips om beter (slimmer) te stoken, sluikstoken,… Ook kunnen bepaalde lokale maatregelen (bv. Het invoeren van een verbod om tijdens mistig weer hout te verbranden) toegelicht worden in verband met verbranden. (De meeste acties kunnen m.a.w. dan ook ingedeeld worden als rookhinder en/of geurhinder) Intermezzo Fijn Stof Steeds meer worden we geconfronteerd met de problematiek van het fijn stof. Al enkele gemeenten vestigden de aandacht op dit thema met een artikel, folder of informatiestand. Binnen de samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 wordt dit thema als dusdanig niet opgenomen bij het thema hinder. De fijn stof problematiek is immers bovenlokaal te situeren, terwijl het thema hinder vooral een antwoord wil bieden op de lokaal waarneembare milieuhinder. De belangrijkste factoren die invloed hebben op de concentratie van fijn stof op lokaal niveau zijn verbranding en verkeer. Deze thema’s worden wél behandeld en ondersteund vanuit de samenwerkingsovereenkomst. Aan verbranding kan immers geurhinder en rookhinder gekoppeld worden. Luchtkwaliteit en verkeer worden al behandeld onder het thema mobiliteit, en acties hierover horen dan ook thuis bij het thema mobiliteit. Concreet wil dit dus zeggen dat algemene sensibilisatie (wat is fijn stof, welke gezondheidsrisico’s zijn er, van waar komt fijn stof, welke concentraties worden gemeten,.. ) binnen de SO als dusdanig, niet in aanmerking komt. Pas wanneer het zeer concreet over lokale maatregelen gaat op vlak van verbranding, die een impact hebben op de fijn stof concentratie, kan de actie goedgekeurd worden binnen het thema hinder van de SO 2008-2013. Wanneer het gaat over een actie rond fijn stof met een duidelijke link met verbranding zoals tips om beter te stoken, sluikstoken, sensibilisatie over maatregelen om bij bepaalde weersomstandigheden houtverbranding te verbieden,…. kan die actie wel ingediend worden onder het thema hinder. Opmerking: Het hoeft uiteraard niet alleen over verbranding te gaan. Wanneer je spreekt over fijn stof, is verkeer daar ook onlosmakelijk mee verbonden. Sensibilisatie waarin tips gegeven worden die het fijn stof dat ontstaat door wegverkeer terugdringen, kan ook overwogen worden dit als een sensibilisatie voor het thema mobiliteit in te dienen. Het is echter niet de bedoeling dat dezelfde sensibilisatie bij het thema hinder én het thema mobiliteit ingediend wordt.
2.5 Rookhinder Veel gemeenten spelen in op de campagne van het Vlaamse Gewest i.v.m. verbranden van afval (in open lucht, in tonnen en tuinoventjes). De burgers worden bewust gemaakt van de problematiek van het sluikstoken. Hierbij wordt naast informatie over wetgeving, de nadruk gelegd op zowel milieuhinder (aantasting van de luchtkwaliteit, geurhinder, …) als het gezondheidsaspect (dioxinevorming). Dit gebeurt door een affichecampagne, folders en publicatie van een artikel in het gemeentelijke infoblad, het onmiddellijk opvolgen van klachten rond sluikstoken. Ook de politie kan worden ingeschakeld en bij overtredingen brochures overhandigen. Zie acties “geurhinder” In de winter kan aandacht gevestigd worden op het belang van een goed onderhouden verwarmingsinstallatie en goede stookomstandigheden (vochtigheidsgraad, luchttoevoer, afstemming vermogen op warmtebehoefte). Hierbij kan ook gewezen worden op milieuaandachtspunten bij aankoop van een kachel of een haard. Zie acties “geurhinder” De gemeente informeert de burgers dat met allesbrander wordt bedoeld dat hierin zowel kolen als hout kunnen worden gestookt, maar geen afval of andere brandbare materialen. De gemeente sensibiliseert hierbij over de schadelijke rookgasontwikkeling die hiermee gepaard kan gaan. Zie acties “geurhinder”
Bijlage HI gem 13 – Voorbeelden onderscheidingsniveau – pagina 6/8
Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013
3 Opstellen van een handhavingsbeleid rond hinder die niet gerelateerd is aan als hinderlijk ingedeelde inrichtingen Zie ook Handleiding voor het opstellen van een handhavingsprogramma milieuhinder. De meeste handhavingprogramma's worden tot nog toe opgesteld naar aanleiding van klachten. Thema’s waarrond een handhavingsprogramma kan opgesteld worden zijn o.a.: uitrijden en onderrijden van mest, stookinstallaties in de tuinbouw, controles van brom- en motorfietsen en elektronisch versterkte muziek, het gebruik van klemtoonverlichting en lichtreclames,… Een voorbeeld van planmatig(er) handhaven zien we al in de grotere steden.
Bv. Gent. Preventieve aanpak van de hindercafés (online MJP 2008 Gent) -
Samenwerkingsverband milieudienst, politie, horecacoach en bestuur
-
maandelijks overleg over (mogelijke) problemen
-
in knelpuntzones gebeuren periodieke geluidscontroles
-
Bij klachten worden de melders na een tijdje opnieuw gecontacteerd om te informeren naar de huidige toestand
Een voorbeeld van een inspectieprogramma, in dit geval van spuitcabines (Naam en adres werden weggelaten.
Enkele voorbeelden uit Nederland •
De gemeente Hulst (www.gemeentehulst.nl
•
De gemeente Westerveld (www.gemeentewesterveld.nl)
•
Andere handhavingsprogramma’s op www.lim-info.nl of www.handhavingsbeleid.nl.
Bijlage HI gem 13 – Voorbeelden onderscheidingsniveau – pagina 7/8
Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013
4
Opstellen en bijhouden van een hinderinventaris
Zie ook: “Handleiding voor inventarisatie van hinderbronnen en opmaak van een actieplan Een hinderinventaris is méér dan een opsomming van de klachten: alle gekende en vermoede milieuhinder van het grondgebied wordt in rekening gebracht.
Bijlage HI gem 13 – Voorbeelden onderscheidingsniveau – pagina 8/8