The voice of talent
Rapportage over de eerste peiling van het onderzoek Culturele talentontwikkeling
September 2012 Margreet Windhorst Peter van der Zant
Samenvatting en conclusies Dit is de rapportage over de uitkomsten van de eerste peiling van het landelijk onderzoek naar talentontwikkeling. Bureau ART voert dit onderzoek uit in opdracht van het Fonds voor Cultuurparticipatie, de provincie Drenthe en gemeenten Almere, Den Haag, Enschede, Utrecht en Zaanstad. Aan het onderzoek nemen ca. 430 jongeren van 12 – 18 jaar deel die in een twintigtal projecten hun talenten verder proberen te ontwikkelen. De projecten zijn zeer uitlopend van aard en richten zich op verschillende disciplines, zoals muziek, dans, toneel, hiphop of multimedia. Deze jongeren vullen gedurende een periode van anderhalf jaar drie maal een vragenlijst in: de eerste keer in de periode december 2011 tot juni 2012 (in verband met de planning van de verschillende projecten was het startmoment wisselend), de tweede keer in oktober 2012 en de derde keer in februari 2013. Zo kan de ontwikkeling van talenten op het niveau van individuele jongeren gedurende anderhalf jaar worden gemeten. Deze rapportage heeft betrekking op jongeren die deelnemen aan: theatergroep Alba, het Jeugdorkest Nederland, theatergroep NiznO, theatergroep NEST, de Faust Theaterschool, Hiphop centrum AIGHT, NAXT/ Muziekschool Twente, Spin da Ring, UCEE Station, MEET TV, Master Habek, STRAAT, Prinses Christina Concours, Compaen, Video Virus, de Kunstbende en ICO Assen/ de Keienbende. Van de 429 jonge talenten vulden er 326 de vragenlijst in, een respons van 76%. Van de 326 respondenten bleken er 31 niet aan de leeftijdseis (12-18 jaar) te voldoen. Deze jongeren zijn niet in de analyse meegenomen, maar hun antwoorden zullen wel worden verwerkt in de rapportages die Bureau ART per deelnemende instelling opstelt. De eerste peiling had vooral betrekking op de uitgangssituatie van de jongeren: de opleiding die ze volgen, de manier waarop ze in aanraking met het project zijn gekomen, de invloed van ouders, docenten en vrienden op hun talentontwikkeling en hun verwachtingen ten aanzien van de toekomst. Uit het onderzoek komt het volgende beeld naar voren.
Achtergrondkenmerken
Ruim tweederde (69%) is geboren in de periode 1993 tot en met 1996 (dus 15 - 18 jaar oud). Aan de eerste peiling deden bijna twee maal zoveel meisjes als jongens mee (63% vs. 37%). Van alle deelnemers aan het onderzoek zit 95% nog op school. Ruim de helft (57%) van de deelnemers volgt havo/ vwo/ gymnasium. Veertig van de 50 leerlingen die vmbo volgen komen van één project, nl. vmbo Compaen in Zaandam. Het niveau van het onderwijs hangt sterk samen met het project. Van de leden van het Jeugdorkest Nederland volgt bijna driekwart een vwo/ gymnasium opleiding. De leden van het Almeers Jeugd Symfonie Orkest volgen vrijwel allen havo of vwo. Theatergroepen NiznO, NES, de Faust Theaterschool kennen wat betreft de schoolopleiding een meer gemengde samenstelling. Dat geldt ook voor Spin da Ring, AIGHT en UCEE Station. Van de deelnemers die havo of vwo volgen heeft 76% al een profiel gekozen. Bijna de helft heeft voor het profiel Cultuur en maatschappij gekozen. Dat is een hoog percentage in vergelijking met de gemiddelde havo/ vwo-leerling. In vergelijking met alle leerlingen in de bovenbouw van havo/ vwo volgen de jonge cultuurtalenten ook relatief meer een maatschappijprofiel en minder een natuurprofiel.
The voice of talent 1
Pagina 2
Bijna alle deelnemers die vmbo volgen hebben al een leerweg gekozen, verreweg de meeste (90%) de theoretische leerweg. Deelnemers die een mbo- of hbo-opleiding volgen, hebben in 81% van de gevallen voor een kunstzinnige of creatieve opleiding gekozen.
De ouders van de jonge talenten
De meeste ouders van de jonge talenten hebben hoger onderwijs (hbo of universiteit) als hoogste opleiding gevolgd. Van de moeders heeft 56% hoger onderwijs gevolgd, van de vaders 59%. Ook hier zijn er grote verschillen tussen de projecten: bij het Jeugdorkest Nederland en het Almeers Jeugd Symfonie Orkest heeft meer dan 75% van de ouders hoger onderwijs gevolgd. 22% van de deelnemers heeft een vader en/of moeder die in een ander land dan Nederland is geboren. Het betreft vooral ouders uit westerse landen. Enkele malen worden Suriname, de (voormalige) Antillen of de Kaapverdische eiland genoemd, drie deelnemers hebben een vader of moeder die in Marokko of Turkije is geboren.
Vrijetijdsbesteding
De deelnemers besteden hun vrije tijd vooral aan huiswerk maken/ studeren, thuis computeren/ televisiekijken e.d. en ‘zelf iets kunstzinnigs of creatiefs doen’. Gemiddeld besteden deelnemers 11,1 uur per week aan hun kunstzinnige of creatieve activiteiten. De jonge talenten gaan in hun vrije tijd vooral vaak naar bioscoop/ filmhuis en klassieke muziek. Er zijn (niet verbazingwekkend) grote verschillen tussen de projecten: leden van het Jeugdorkest gaan gemiddeld vaker naar klassieke muziek, deelnemers aan Spin da Ring en AIGHT naar ‘urban, hiphop en rap’. Vergelijken we dit met de gemiddelde jongere van 12 – 19 jaar in Nederland, dan blijkt dat de jonge talenten veel vaker naar culturele voorstellingen gaan dan andere jongeren. Gevraagd naar actieve cultuurparticipatie, blijken de jonge talenten naast de discipline die ze in het kader van het talentontwikkelingsproject beoefenen (muziek maken, toneel spelen, dansen e.d.) vaak ook nog activiteiten in andere kunstdisciplines te ontplooien. Gemiddeld beoefenen de jonge talenten 2,2 disciplines; dat is meer dan de gemiddelde jongere in dezelfde leeftijdsklasse.
Talentontwikkeling
Gemiddeld zijn de deelnemers met de discipline die ze in het talentontwikkelingsproject beoefenen al 7,2 jaar bezig (variërend van 1 jaar tot 14 jaar). Gemiddeld besteden deelnemer 10,5 uur per week aan deze activiteit (variërend van 1 uur per week tot 45 uur per week). Tweederde van de jonge talenten (67%) vindt zich al ‘tamelijk goed’ in deze discipline. 87% van de deelnemers treedt wel eens op voor een publiek of exposeert wel eens; de meeste van deze deelnemers hebben dat meer dan 5 maal gedaan in 2011. 68% van de deelnemers was voor deze activiteit in de afgelopen twaalf maanden (of een deel daarvan) lid van een vereniging, orkest, club, band of gezelschap.
The voice of talent 1
Pagina 3
De meeste deelnemers (84%) hebben in de afgelopen twaalf maanden (of een deel daarvan) deelgenomen aan lessen, oefeningen, repetities en/of cursussen onder leiding van een docent of een professional; 58% deed dat bij een instelling (kunstencentrum, muziekschool, hiphopcentrum e.d.), 29% bij een particuliere docent. Bijna de helft (41%) kreeg individueel les, 34% in een groep(je) en 25% zowel individueel als in een groep(je). Het spreekt vanzelf dat jonge talenten op het gebied van toneel en dans vooral in groepjes lessen hebben gevolgd; de jonge talenten in de muziek hebben vooral individuele lessen gevolgd.
Belemmeringen en stimulansen
De belangrijkste belemmering voor verdere ontwikkeling van talenten is het gebrek aan tijd; 38% van de jonge talenten noemt dit als belemmering. Ook geeft 23% aan dat het teveel geld kost. Van alle jonge talenten geeft 31% aan dat zij nergens door worden belemmerd in hun talentontwikkeling. Ouders en docenten/ begeleiders buiten de school vormen de belangrijkste steun bij de kunstzinnige/ creatieve activiteiten. De jonge talenten oordelen over het algemeen positief over de rol van hun ouders. Zo vinden ze vrijwel zonder uitzondering dat hun ouders trots zijn dat zij iets kunstzinnigs of creatiefs doen. Slechts een kleine groep jonge talenten geeft aan dat hun ouders niet meebetalen aan de kunstzinnige/ creatieve activiteiten of niet helpen met vervoer. 42% van de ouders gaat (volgens de jonge talenten) 6 keer of vaker naar een voorstelling, concert, museum of tentoonstelling. Een meerderheid van de jonge talenten (55%) geeft aan, dat vader en/ of moeder zelf iets kunstzinnigs of creatiefs doen; dat is iets vaker dan de doorsnee burger.
Deelname aan het talentontwikkelingsproject
De helft van de jonge talenten is in 2010 of 2011 gestart met het talentontwikkelingsproject. Iets minder dan de helft had al eerder aan een dergelijk project deelgenomen (m.n. andere – jeugd – orkesten). Het zijn vooral de ouders en docenten van kunstencentra/ muziekscholen/ theaterscholen die de jonge talenten hebben aangemoedigd om te gaan deelnemen. De belangrijkste reden om aan het project deel te nemen is dat men zich verder wil ontwikkelen. Ook is het voor de helft van de deelnemers heel belangrijk, dat men later een kunstzinnig of creatief beroep wil gaan uitoefenen. Motieven zoals het later beroemd willen worden of later internationaal willen doorbreken spelen slechts bij een kleine groep een belangrijke rol. De meeste jonge talenten zijn het er over eens, dat zij veel leren in het project waaraan zij deelnemen en dat de contacten met de andere deelnemers goed zijn.
The voice of talent 1
Pagina 4
Toekomstplannen
De meeste deelnemers weten wel zo’n beetje wat ze later willen worden; tweederde van hen denkt aan iets op kunstzinnig of creatief gebied. Van de deelnemers die (zeker of wel zo’n beetje) weten wat ze later willen worden, denkt tweederde (68%) aan iets op kunstzinnig of creatief gebied. Meer dan driekwart van de deelnemers (77%) weet al welke opleiding ze na de huidige school willen gaan volgen; van hen gaat bijna tweederde een opleiding op kunstzinnig of creatief gebied volgen.
The voice of talent 1
Pagina 5
Inhoudsopgave
blz. Samenvatting en conclusies
2
1.
Inleiding
7
2.
De onderzoeksopzet
8
3.
De achtergrondkenmerken van de deelnemers
11
4.
De vrijetijdsbesteding van de deelnemers
16
5.
De culturele activiteit van de deelnemers
19
6.
De belemmeringen en stimulansen
22
7.
Deelname aan het talentontwikkelingsproject
27
2.1 Het talentencohort 2.2 Opzet van de peiling 2.3 De vragenlijst
3.1 Leeftijd 3.2 Schoolopleiding van de deelnemers 3.3 De schoolopleiding en herkomst van de ouders
4.1 Vrijetijdsbesteding 4.2 Receptieve cultuurparticipatie 4.3 Actieve cultuurparticipatie
5.1 Tijdsbesteding aan culturele activiteit 5.2 Optreden voor publiek 5.3 Lidmaatschap van vereniging of orkest en deelname aan cursussen
6.1 Belemmeringen voor verdere ontwikkeling 6.2 De steun van ouders, docenten en peergroup 6.3 De rol van de ouders
7.1 7.2 7.3 7.4
Deelname aan het project Motivatie om deel te nemen Ervaringen tot nu toe Toekomstplannen
Bijlage: Vragenlijst peiling 1
The voice of talent 1
Pagina 6
1.
Inleiding
In opdracht van het Fonds voor Cultuurparticipatie, de provincie Drenthe en gemeenten Almere, Den Haag, Enschede, Utrecht en Zaanstad voert Bureau ART een onderzoek uit naar de effecten van deelname aan projecten gericht op talentontwikkeling in de kunsten. Aan het onderzoek nemen ca. 430 jongeren van 12 – 18 jaar deel die in een twintigtal projecten hun talenten verder proberen te ontwikkelen. De projecten zijn zeer uitlopend van aard en richten zich op verschillende disciplines, zoals muziek, dans, toneel, hiphop of multimedia. Alle projecten die meedoen aan het onderzoek worden medegefinancierd door het Fonds voor Cultuurparticipatie en/of door Drenthe, Almere, Den Haag, Enschede, Utrecht of Zaanstad. De centrale vraagstelling voor het onderzoek is: Wat zijn over een periode van anderhalf jaar de effecten van talentontwikkelingsprojecten in de culturele sector op de deelnemers: hun persoonlijke ontwikkeling, hun culturele loopbaan, hun schoolkeuze en eventueel hun deelname aan de samenleving in ruimere zin (participatie, arbeid). De leeftijdsafbakening van 12 – 18 jaar is gekozen, omdat in deze levensfase jongeren cruciale beslissingen nemen ten aanzien van opleiding en/ of loopbaan, die van grote invloed zijn op hun verdere leven. Het onderzoek bestaat uit drie peilingen, gespreid over anderhalf jaar. De eerste peiling is startte in december 2011 en eindigde in juni 2012 (dit in verband met de uiteenlopende startdata van de diverse activiteiten). De twee volgende peilingen vinden plaats in oktober 2012 en februari 2013. Bij elke peiling wordt aan de jongeren gevraagd een vragenlijst in te vullen. Zo kan de ontwikkeling van talenten op het niveau van individuele jongeren gedurende anderhalf jaar worden gemeten. Het onderzoek moet bijdragen aan de ontwikkeling van evidence-based cultuurparticipatiebeleid, dat ondermeer kan leiden tot weloverwogen keuzes in het (landelijke, regionale of lokale) beleid bij ondersteuning van talentontwikkeling. Dit is de rapportage over de eerste peiling. In hoofdstuk 2 gaan we eerst nader in op de opzet van het onderzoek. In hoofdstuk 3 beschrijven we de achtergrondkenmerken van de deelnemers. Hoofdstuk 4 gaat in op de vrijetijdsbesteding van de deelnemers. In hoofdstuk 5 kijken we op welke manier de deelnemers hun talenten proberen te ontwikkelen. Hoofdstuk 6 beschrijft welke belemmeringen de jongeren ervaren bij hun talentontwikkeling, maar ook welke stimulansen zij ondervinden. In hoofdstuk 7 gaan we in op de verwachtingen die jongeren hebben van de projecten waaraan zij deelnemen en hun eerste indrukken tot nu toe. In de bijlage treft de lezer de vragenlijst aan die voor de eerste peiling is gebruikt.
The voice of talent 1
Pagina 7
2.
De opzet van het onderzoek
Hoofdstuk 2 is gewijd aan de opzet van het onderzoek. Eerst gaan we in op de groep talenten die wordt onderzocht (par. 2.1). Daarna beschrijven we de feitelijke deelname aan het onderzoek en maatregelen die werden genomen om de respons op de vragenlijst te verhogen (par. 2.2).
2.1 Talentencohort TOCO
In het landelijk onderzoek Talentontwikkeling wordt een groep van ca. 430 jonge talenten in de kunsten gedurende anderhalf jaar gevolgd. Deze ca. 430 jonge talenten nemen deel aan 19 projecten die worden gefinancierd door het Fonds voor Cultuurparticipatie en/of de provincie Drenthe, de gemeenten Almere, Den Haag, Enschede, Utrecht of Zaanstad: 1. Jeugdorkest Nederland 2. Prinses Christina Concours 3. De Kunstbende 4. MEET TV 5. Video Virus (Powered by New Arts) 6. ICO Assen/ De Keienbende (Drenthe) 7. Theatergroep NizNo (Drenthe) 8. Theatergroep Alba (Den Haag) 9. Hiphopcentrum AIGHT (Den Haag) 10. Theatergroep NEST (Zaanstad) 11. Vmbo-school Compaen (Zaanstad) 12. De Faust Theaterschool (Almere) 13. Muziektalentklas De Kunstlinie (Almere) 14. Almeers Jeugd Symfonie Orkest 15. Spin da Ring (Enschede) 16. NAXT (Enschede) 17. UCEE Station (Utrecht en andere steden) 18. Master Habek (Utrecht) 19. STRAAT (Utrecht) Deze projecten/ activiteiten zijn alle gericht op talentontwikkeling, maar variëren onderling sterk, zowel in aard (orkesten en theatergroepen, maar ook concoursen en wedstrijden zoals het Prinses Christina Concours en de Kunstbende), omvang (van een jeugdorkest met meer dan zestig leden tot lokale ‘urban’ projecten met een beperkte groep jongeren), kunstdiscipline (muziek, theater, ‘urban’) als doelgroep.
The voice of talent 1
Pagina 8
Voor de afbakening van de doelgroep van het onderzoek hanteerden de opdrachtgevers twee criteria: 1. Voor wat betreft het ambitieniveau een keuze voor jonge talenten op niveau 2 die (willen) doorstromen naar (de onderkant van) niveau 3 van de talentontwikkelingspiramide die door Bureau ART in de eerste fase van het onderzoek naar talentontwikkeling was gehanteerd (en daarmee een keuze voor buitenschoolse talentontwikkeling). De afbakening in ambitieniveaus voorkomt dat het onderzoek mank gaat aan de begripsvervaging waarvan in het veld sprake is; veel projecten gericht op actieve cultuurparticipatie op niveau 1 van de talentontwikkelingspiramide worden, met name in de grote steden, voorzien van het etiket ‘talentontwikkeling’. 2. Voor wat betreft de doelgroep een keuze voor jongeren, in eerste instantie in de leeftijdscategorie 12 tot 16 jaar, omdat juist op deze leeftijd jongeren belangrijke keuzes maken inzake (vervolg)opleidingen en loopbaan. In gesprekken met begeleiders van de projecten bleek echter al gauw, dat deze afbakening niet aansloot bij de praktijk van talentontwikkeling. Daarom werden in overleg met de opdrachtgevers de leeftijdsgrenzen uiteindelijk bepaald op minimaal 12 en maximaal 18 jaar oud. De ca. 430 jongeren die aan deze criteria voldoen vormen voor de duur van het onderzoek het Talentencohort TOCO (= Talent Ontwikkelings COhort). Dit TOCO wordt in de periode 2011 – 2013 op drie momenten bevraagd: - December 2011 tot juni 2012 (afhankelijk van planning project/ activiteit) - Oktober 2012 - Februari 2013. De deelnemers aan het TOCO werden door de begeleiders van de diverse projecten per brief en per mail gevraagd om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Daarna worden zij op de drie peilmomenten bevraagd, ook als hun deelname aan het project eerder is afgerond. In de drie peilingen ligt steeds een verschillend accent. De eerste peiling heeft vooral betrekking op de uitgangssituatie van de jongeren: de opleiding die ze volgen, de manier waarop ze in aanraking met het project zijn gekomen en de invloed van ouders, docenten en vrienden op hun talentontwikkeling. In de tweede peiling wordt nader ingegaan op de ervaringen met het project waaraan men deelneemt. Bij de derde peiling zullen in de vragenlijst extra vragen worden gesteld over de toekomstverwachtingen, de mogelijke kansen en belemmeringen voor verdere ontwikkeling en vooral wat deelname heeft betekend aan de eigen (talent)ontwikkeling. De derde peiling wordt aangevuld met (groeps)gesprekken met een deel van de 430 jonge talenten.
The voice of talent 1
Pagina 9
2.2 De deelname aan het onderzoek Op voorhand werd vermoed, dat de respons van de jonge talenten zou kunnen tegenvallen, onder andere vanwege de lengte van de vragenlijst en het (bij sommigen) ontbreken van ervaring met het invullen van enquêtes. Ook het verzenden van een link naar een vragenlijst via de mail kan door jongeren als ouderwets worden ervaren, gewend als zij zijn met sociale media als Twitter, Facebook en MSN. Omdat een vragenlijst nu eenmaal niet via Twitter of een sms-bericht kan worden afgenomen, werden de volgende maatregelen genomen om de respons te verhogen: - Elk project werd persoonlijk door de onderzoekers bezocht. Aan de begeleiders van elk project werd toegezegd dat zij na afloop van het onderzoek in 2013 een rapportage op maat krijgen over de deelnemers van hun eigen project. Deze rapportage kan worden gebruikt voor de interne evaluatie van het project en eventueel als onderdeel fungeren van de verantwoording aan de (huidige of potentiële) financiers van het project. Zo werd het voor elk project van belang, dat zoveel mogelijk deelnemers de vragenlijsten invullen. - In enkele gevallen (o.a. Master Habek, Alba en Spin da Ring) werden ook jongeren in het onderzoek meegenomen die ouder dan 18 jaar waren. Dit geschiedde op verzoek van de projecten, omdat ofwel het ondoenlijk was de deelnemersgroep te splitsen in een groep 18- en een groep 18+, ofwel omdat men wilde dat de rapportage van Bureau ART op alle deelnemers van het project betrekking zou hebben en niet slechts op een (groot) deel. De 18+’ers werden uit de analyses voor het landelijk onderzoek verwijderd, maar zullen in de rapportages op maat voor de projecten wel worden meegenomen. - In overleg met vertegenwoordigers van de projecten werd er soms voor gekozen de vragenlijst schriftelijk tijdens een groepsbijeenkomst of iets dergelijks af te nemen. Dit gebeurde o.a. bij Compaen, de Keienbende en Master Habek. Zo kon op eenvoudige wijze medewerking van een grotere groep deelnemers worden verkregen. - De deelnemers ontvingen niet alleen een mail met een link naar de vragenlijst, maar na twee weken ook nog een herinneringsmail. - Van een aantal projecten werden ook de 06-nummers van de deelnemers verkregen. Deze deelnemers kregen op de avond van de verzending van de mails een smsbericht, met het verzoek in de mailbox te kijken. - Aan de begeleiders van de projecten werd gevraagd hun deelnemers te stimuleren de vragenlijst in te vullen. Wanneer na enkele weken de respons uit een bepaald project achterbleef, werden de betreffende begeleiders nogmaals verzocht hun deelnemers te wijzen op het belang van het invullen van de vragenlijst. Een en ander resulteerde een zeer goede respons van 76%. Tijdens de analyse van de uitkomsten bleek, dat 31 jongeren niet aan de leeftijdseis voldeden (m.n. omdat ze ouder dan 18 jaar waren). Deze jongeren zijn, conform de afspraak met de opdrachtgevers, uit de analyse gehaald (maar zullen wel worden meegenomen in de deelrapportages per project). Daardoor hebben de analyses in de komende hoofdstukken helaas geen betrekking op de respondenten van Master Habek en STRAAT (deze bleken allen ouder dan 18 jaar), op slechts 1 respondent van MEET, op 1 van Alba en 5 van UCEE Station.
The voice of talent 1
Pagina 10
3.
De achtergrondkenmerken van de deelnemers
In dit hoofdstuk gaan we in op de achtergrondkenmerken van de deelnemers: leeftijd en geslacht van de deelnemers (par. 3.1), de schoolopleiding van de deelnemers (par. 3.2) en de schoolopleiding en herkomst van de ouders (par. 3.3).
3.1 Leeftijd en geslacht Ruim tweederde (69%) is geboren in de periode 1993 tot en met 1996 (dus 15 - 18 jaar oud).
Grafiek 3.1: Geboortejaar deelnemers onderzoek
14% 8%
1991 10% 22%
1992 1993 1994
5% 2% 3% 5%
1995 1996 1997 1998 1999 2000
19% 14%
Aan het onderzoek deden bijna twee maal zoveel meisjes als jongens mee (grafiek 3).
Grafiek 3.2: Verdeling jongens - meisjes
37% jongens meisjes 63%
The voice of talent 1
Pagina 11
3.2 Schoolopleiding van de deelnemers Van alle deelnemers aan het onderzoek zit 95% nog op school. Ruim de helft (57%) van de deelnemers volgt havo/ vwo/ gymnasium. Veertig van de 50 leerlingen die vmbo volgen komen van één project, nl. vmbo Compaen in Zaandam.
Grafiek 3.3: Wat voor onderwijs volg je nu? ander onderwijs hbo vwo/ gymnasium havo mbo/ roc vmbo praktijkonderwijs voortgezet speciaal onderwijs 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Bij ‘ander onderwijs’ wordt genoemd: - basisonderwijs - havo/ vwo - wetenschappelijk onderwijs/ universiteit - vooropleiding conservatorium. Zoals was te verwachten hangt het niveau van het onderwijs sterk samen met het project waar men aan deelneemt. Van de leden van het Jeugdorkest Nederland volgt bijna driekwart een vwo/ gymnasium opleiding. De leden van het Almeers Jeugd Symfonie Orkest volgen vrijwel allen havo of vwo. Theatergroepen NiznO, NEST en de Faust Theaterschool kennen wat betreft de schoolopleiding een meer gemengde samenstelling. Dat geldt ook voor Spin da Ring, AIGHT en UCEE Station.
The voice of talent 1
Pagina 12
Van de deelnemers die havo of vwo volgen heeft 76% al een profiel gekozen. Bijna de helft (44%) heeft voor het profiel Cultuur en maatschappij gekozen. Dat is een hoog percentage in vergelijking met de gemiddelde havo/ vwo-leerling; in het schooljaar 2010/ 11 volgde 12% van alle vwo-leerlingen en 17% van alle havoleerlingen het profiel Cultuur en maatschappij. In vergelijking met alle leerlingen in de bovenbouw van havo/ vwo volgen de jonge cultuurtalenten ook relatief meer een maatschappijprofiel en minder een natuurprofiel.
Grafiek 3.4: Keuze profiel in havo/ vwo
18% Natuur en techniek
44%
Natuur en gezondheid Economie en maatschappij 20%
Cultuur en maatschappij
18%
Bijna alle (91%) deelnemers die vmbo volgen hebben al een leerweg gekozen, verreweg de meeste (90%) de theoretische leerweg.
Grafiek 3.5: Keuze leerweg in het vmbo
0%
10%
0% Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg Theoretische leerweg
90%
Deelnemers die een mbo- of hbo-opleiding volgen, hebben in 81% van de gevallen voor een kunstzinnige of creatieve opleiding gekozen. Genoemd worden: - Academie Beeldende Kunst Maastricht - Artiest Muziek - Audiovisuele productie - Conservatorium - Docent Theater - Kunst, Cultuur en Amusement - Klassiek slagwerk - Media design - Theatrale performance - Mediamanagement - Grafisch vormgever - Fashion Design.
The voice of talent 1
Pagina 13
Van alle jonge talenten geeft 59% aan dat op hun school extra veel aandacht aan cultuur wordt besteed; 12% zegt dat niet te weten.
Grafiek 3.6: Wordt er op jouw school extra veel aandacht aan cultuur besteed? 12%
ja nee 29%
59%
weet niet/ nvt
3.3 Schoolopleiding en herkomst van de ouders De meeste ouders van de jonge talenten hebben hoger onderwijs (hbo of universiteit) als hoogste opleiding gevolgd. Van de moeders heeft 56% hoger onderwijs gevolgd, van de vaders 59%. Ook hier zijn er grote verschillen tussen de projecten: bij het Jeugdorkest Nederland en het Almeers Jeugd Symfonie Orkest heeft meer dan 75% van de ouders hoger onderwijs gevolgd.
Grafiek 3.6: Wat is de hoogste vorm van onderwijs die jouw moeder en vader hebben gevolgd? 100% 80%
56%59%
60% 40% 20%
11%12%
0% weet niet/ nvt
0% 1%
5% 4%
alleen basisschool
vmbo
17%13%
8% 7%
3% 5%
mbo/ roc
havo
vwo
moeder
The voice of talent 1
hoger onderwijs (hbo/ universiteit)
vader
Pagina 14
22% van de deelnemers heeft een vader en/of moeder die in een ander land dan Nederland zijn geboren. Genoemd worden: - Argentinië - Aruba - België (2x) - Bonaire - Bosnië - Brazilië - Cabo Verde - Curaçao (2x) - Duitsland (3x) - Engeland - Frankrijk - Hongkong - Italië (2x) - Indonesië (3x) - Japan - Kaapverdische eilanden - Kirgizië - Kroatië - Libanon - Marokko - Polen - Portugal - Somalië - Spanje - Suriname (2x) - Turkije (2x) - Zweden.
The voice of talent 1
Pagina 15
4. De vrijetijdsbesteding van de deelnemers In dit hoofdstuk gaan we in op de vrijetijdsbesteding van de deelnemers. We kijken eerst waaraan de deelnemers in het algemeen hun vrije tijd besteden (par. 4.1). Daarna kijken gericht naar hun receptieve cultuurparticipatie (par. 4.2) en hun actieve cultuurparticipatie (par. 4.3).
4.1 Vrijetijdsbesteding
De deelnemers besteden hun vrije tijd vooral aan huiswerk maken/ studeren en thuis computeren, televisiekijken e.d. en ‘zelf iets kunstzinnigs of creatiefs doen’.
Grafiek 4.1: Vrijetijdsbesteding deelnemers thuis computeren, televisiekijken, lezen en dergelijke uitgaan sporten zelf iets kunstzinnigs of creatiefs doen huiswerk maken/ studeren andere vrijetijdsbestedingen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100 %
Bij ‘andere vrijetijdsbestedingen’ worden o.a. genoemd: - Winkelen - Afspreken met vrienden - Dansen - Fotograferen - Scouting - Vrijwilligerswerk (helpen op feesten en koken) - Skateboarden - Poker - Koken, bakken - Werken. Ook worden bij ‘andere vrijetijdsbestedingen’ zaken genoemd als ‘muziek maken’, ‘viool spelen’, ‘componeren’, ‘in een koor zingen’ en ‘zoveel mogelijk trompet studeren’; deze zijn echter gehercodeerd naar ‘zelf iets kunstzinnigs of creatiefs doen’ (blijkbaar wordt muziek maken en zingen door veel jongeren niet als een kunstzinnige of creatieve activiteit gezien). Gemiddeld besteden deelnemers 11,1 uur per week uur aan hun kunstzinnige of creatieve activiteiten.
The voice of talent 1
Pagina 16
4.2 Receptieve cultuurparticipatie De jonge talenten gaan vooral vaak naar bioscoop/ filmhuis en klassieke muziek. Ook bij deze vraag zijn er verschillen tussen de projecten: leden van het Jeugdorkest gaan gemiddeld vaker naar klassieke muziek, deelnemers aan Spin da Ring en AIGHT naar ‘urban, hiphop en rap’.
Tabel 4.2: Hoe vaak ben jij het afgelopen jaar in je vrije tijd (dus niet met school) naar de volgende culturele voorstellingen en instellingen geweest? geen enkele keer
1x per jaar
2-3x per jaar
2-11x per jaar
Toneel/ theater/ cabaret
28%
28%
24%
14%
6%
Dans
44%
31%
15%
7%
3%
Klassieke muziek/ opera
52%
13%
10%
15%
9%
Pop, blues, rock, jazz, wereldmuziek e.d.
40%
25%
18%
13%
4%
Urban, hiphop, rap
71%
15%
7%
4%
3%
Musical
51%
30%
16%
1%
2%
Dancefeest, houseparty, technofeest e.d.
47%
19%
14%
13%
8%
4%
6%
30%
45%
15%
Kunstgalerie/ kunstbeurs
54%
29%
13%
4%
0%
Museum/ tentoonstelling
20%
28%
32%
19%
1%
Bioscoop/ filmhuis
1 keer per maand of vaker
In het AVO-onderzoek (Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek) van het SCP in 20071 wordt inzicht gegeven in het gebruik van culturele voorzieningen door inwoners van Nederland. Van de jongeren in de leeftijdscategorie 12 – 19 jaar blijkt volgens dit onderzoek 36% minimaal 1x per jaar naar theater te gaan, 6% naar ballet, 13% naar cabaret, 7% naar uitvoeringen van klassieke muziek, 37% naar popconcerten, 24% naar kunstmusea, 21% naar een kunstgalerie en 58% naar een feest met optredens. Hoewel vergelijking van de uitkomsten van het AVO-onderzoek lastig is omdat de disciplines enigszins anders worden ingedeeld, kan worden gesteld dat de jonge talenten in het talentontwikkelingsonderzoek veel vaker naar culturele voorstellingen gaan dan andere jongeren.
1
SCP, Cultuurbewonderaars en cultuurbeoefenaars, Den Haag, 2009
The voice of talent 1
Pagina 17
4.3 Actieve cultuurparticipatie
Gevraagd naar actieve cultuurparticipatie, dan blijken de jonge talenten naast de discipline die ze in het kader van het talentontwikkelingsproject beoefenen (muziek maken, toneel spelen, dansen e.d.) vaak ook nog activiteiten in andere kunstdisciplines te ontplooien. Gemiddeld beoefenen de jonge talenten 2,2 disciplines.
Grafiek 4.3: Wat heb je de afgelopen twaalf maanden zelf aan kunstzinnige of creatieve dingen gedaan? muziek maken (muziekinstrument bespelen, zingen, rappen)
toneelspelen (theater en performance)
dansen (ballet, moderne dans, streetdance, breakdance e.d.) beeldende kunst maken (schilderen, tekenen, beeldhouwen, sieraden maken e.d.)
films en/of animaties maken
schrijven (gedichten, romans, verhalen, rapteksten schrijven e.d.)
anders
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100 %
Bij ‘anders’ worden genoemd: - Componeren - Decor bouwen - Jongleren - Fotograferen - Kleding maken - Mode - Musical - Kleding en stiletto’s ontwerpen - Textiel - Ontwerpen tatoeages. Uit het AVO-onderzoek2 blijkt dat 9% van de jongeren in de leeftijd van 12 – 19 jaar toneel als kunstdiscipline beoefent, 13% urban (streetdance, breakdance, hiphop, rap), 35% muziek, 16% schrijven, 23% multimedia en 31% beeldende kunst. Vergelijken deze uitkomsten weer met de jonge talenten dan blijkt dat zij niet alleen vaker dan doorsnee jongeren een kunstdiscipline beoefenen (hetgeen niet verwonderlijk is, omdat zij immers meedoen aan het onderzoek omdat ze een vorm van kunst beoefenen), maar ook vaker meerdere kunstdisciplines beoefenen. 2
SCP, Cultuurbewonderaars en cultuurbeoefenaars, Den Haag, 2009
The voice of talent 1
Pagina 18
5.
De talentontwikkeling van de deelnemers
In dit hoofdstuk kijken we meer specifiek naar de activiteiten van de deelnemers gericht op de ontwikkeling van hun talenten. Waar in hoofdstuk 4 nog sprake was van meerdere kunstzinnige/ creatieve activiteiten bij de deelnemers, zoomen we nu in op de activiteit waarin de deelnemer zich wil bekwamen door deel te nemen aan één van de talentontwikkelingsprojecten. In paragraaf 5.1 gaan we in op de tijdsbesteding aan deze activiteit. Daarna beschrijven we de mate waarin deelnemers nu al voor publiek optreden (par. 5.2). Paragraaf 5.3 gaat in op het lidmaatschap van vereniging of orkest en op de deelname aan cursussen en repetities van muziekscholen, lokale kunstencentra of particulieren.
5.1 Tijdsbesteding aan activiteit De belangrijkste kunstzinnige/ creatieve activiteit van de jonge talenten is vaak muziek.
Grafiek 5.1: Belangrijkste kunstzinnige/ creatieve activiteit? muziek maken (muziekinstrument bespelen, zingen, rappen)
toneelspelen (theater en performance)
dansen (ballet, moderne dans, streetdance, breakdance e.d. beeldende kunst maken (schilderen, tekenen, beeldhouwen, sieraden maken e.d.)
films en/of animaties maken
schrijven (gedichten, romans, verhalen, rapteksten schrijven e.d.)
anders
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100 %
Gemiddeld zijn de deelnemers met hun kunstzinnige/ creatieve activiteit al 7,2 jaar bezig (variërend van 1 jaar tot 14 jaar). Het meest genoemde antwoord is 10 jaar. Gemiddeld besteden deelnemer 10,5 uur per week aan deze activiteit (variërend van 1 uur per week tot 45 uur per week). Het meest genoemde antwoord is 7 uur per week.
The voice of talent 1
Pagina 19
Tweederde van de jonge talenten (67%) vindt zich al ‘tamelijk goed’ in deze discipline, 28% ‘heel goed’.
Grafiek 5.2: Hoe goed vind je jezelf hierin? 5%
28%
67%
nog niet zo goed
tamelijk goed
heel goed
5.2 Optreden voor publiek 87% van de deelnemers treedt wel eens op voor een publiek of exposeert wel eens. De meeste van deze deelnemers (64%) hebben dat meer dan 5 maal gedaan in 2011.
Grafiek 5.3: Hoe vaak heb je opgetreden of geëxposeerd in 2011? 6%
8% 9%
9%
64%
5%
1x
The voice of talent 1
2x
3x
4x
5x
> 5x
Pagina 20
5.3 Lidmaatschap van vereniging of orkest en deelname aan cursussen 68% van de deelnemers was voor deze activiteit in de afgelopen twaalf maanden (of een deel daarvan) lid van een vereniging, orkest, club, band of gezelschap. De meeste deelnemers (84%) hebben voor deze activiteit in de afgelopen twaalf maanden (of een deel daarvan) deelgenomen aan lessen, oefeningen, repetities en/of cursussen onder leiding van een docent of een professional; 58% deed dat bij een instelling (kunstencentrum, muziekschool, hiphopcentrum e.d.), 29% bij een particuliere docent.
Grafiek 5.4: Deelname aan lessen, oefeningen, repetities en/of cursussen 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ja, bij een instelling (kunstencentrum, muziekschool, hiphopcentrum e.d.)
ja, bij een particuliere docent
nee
anders
Bij ‘anders’ worden genoemd: - cursussen in het buitenland - vrije training in hiphopcentrum - lessen op conservatorium - stage - les gehad van DJ - cursussen in het buitenland. Minder dan de helft (41%) kreeg individueel les, 34% in een groep(je) en 25% zowel individueel als in een groep(je) (grafiek 5.5).
Grafiek 5.5: Aard van lessen 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% individueel
in een groepje
allebei
Het spreekt vanzelf dat jonge talenten op het gebied van toneel en dans vooral in groepjes lessen hebben gevolgd; de jonge talenten in de muziek hebben vooral individuele lessen gevolgd. The voice of talent 1
Pagina 21
6.
De belemmeringen en stimulansen
In dit hoofdstuk bespreken we de belemmeringen en ondersteuning die de jonge talenten in de praktijk ervaren. In paragraaf 6.1 beschrijven we eerst de belemmeringen die de jonge talenten ervaren om zich verder te ontwikkelen. In paragraaf 6.2 gaan we in op de steun van ouders, docenten en vrienden en in paragraaf 6.3 specifiek op de rol van de ouders.
6.1 Belemmeringen voor verdere ontwikkeling De belangrijkste belemmering voor verdere ontwikkeling van talenten is het gebrek aan tijd; 38% van de jonge talenten noemt dit als belemmering. Ook geeft 23% aan dat het teveel geld kost. Van alle jonge talenten geeft 31% aan dat zij nergens door worden belemmerd in hun talentontwikkeling.
Grafiek 6.1: Welke zaken belemmeren jou om je verder te ontwikkelen? 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% te weinig te weinig te weinig mogelijkheden mogelijkheden mogelijkheden in de buurt om in de buurt om om ergens op lessen te te oefenen te treden volgen
kost te veel geld
heb te weinig tijd
nog een andere belemmering
Ik word nergens door belemmerd
Bij ‘anders’ worden vooral de combinatie met school en de slechte toekomstverwachtingen in de cultuursector genoemd, o.a.: - Bezuinigingen op cultuur - Deze economie - School/ combinatie met school - School neemt teveel tijd in beslag - Te weinig toekomst voor een muzikant - Zorgen dat er te weinig banen zijn voor de toekomst - We worden het gebouw uitgezet. Maar ook: - De muziek mag thuis helaas niet op volume van mijn ouders - Ik voel me soms onzeker - Dat iedereen een mening over jouw aanpak heeft en dat daardoor af en toe vervelende situaties ontstaan.
The voice of talent 1
Pagina 22
6.2 De steun van ouders, docenten en vrienden In de vragenlijst werd ook gevraagd in welke mate ouders, docenten of vrienden de kunstzinnige of creatieve activiteiten van de deelnemers steunen en stimuleren. In onderstaande grafiek (grafiek 18) zijn de antwoorden opgeteld (0 = helemaal niet, +1 = een beetje en +2 = veel) en gedeeld door het aantal respondenten dat de vraag invulde. Uit de antwoorden blijkt dat ouders en docenten/ begeleiders buiten de school de belangrijkste steun vormen bij de kunstzinnige/ creatieve activiteiten.
Grafiek 6.2: Mate van steun bij kunstzinnige of creatieve activiteiten
Mijn ouders
Docent/leerkracht op school
Docent(en)/ begeleider(s) waar ik buiten school (in de vrije tijd) les van krijg
Vriend(en)/ vriendin(nen)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
1,8
Anderen die genoemd worden als steun zijn met name andere familieleden, zoals broers, zussen, ooms, opa’s of oma’s.
The voice of talent 1
Pagina 23
2
6.3 De rol van de ouders De jonge talenten oordelen over het algemeen positief over de rol van hun ouders. Zo vinden ze vrijwel allen (94%) dat hun ouders trots zijn dat zij iets kunstzinnigs of creatiefs doen. Slechts een kleine groep jonge talenten geeft aan dat hun ouders niet meebetalen aan de kunstzinnige/ creatieve activiteiten of niet helpen met vervoer.
Grafiek 6.3: Scores op stellingen over rol van de ouders Mijn ouders zijn er trots op dat ik iets kunstzinnigs of creatiefs doe
Mijn ouders hebben belangstelling voor wat ik op kunstzinnig of creatief gebied doe
Mijn ouders moedigen mij aan om door te gaan met mijn kunstzinnige of creatieve activiteiten
Mijn ouders vinden het belangrijk dat ik mijn best doe in mijn kunstzinnige of creatieve activiteiten
Mijn ouders helpen mij met vervoer naar plaatsen waar ik voor mijn kunstzinnige activiteiten moet zijn
Mijn ouders vinden het belangrijk hoe begeleiders of docenten mijn kunstzinnige of creatieve prestaties beoordelen
Mijn ouders betalen mee aan mijn kunstzinnige activiteiten
Mijn ouders vinden dat ik meer aan school en minder aan kunstzinnige of creatieve activiteiten moet doen
volstrekt niet mee eens
The voice of talent 1
niet mee eens
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100 % neutraal/ weet niet mee eens helemaal mee eens
Pagina 24
42% van de ouders gaat (volgens de jonge talenten) 6 keer of vaker naar een voorstelling, concert, museum of tentoonstelling.
Grafiek 6.4: Hoe vaak zijn je vader of moeder de afgelopen twaalf maanden in naar voorstelling (theater, dans), een concert, een museum of tentoonstelling geweest? 8%
4% 16%
42%
30%
weet niet/ nvt
geen enkele keer
1-2 keer
3-5 keer
6 keer of vaker
Een meerderheid van de jonge talenten (55%) geeft aan, dat vader en/ of moeder zelf iets kunstzinnigs of creatiefs doen; bij 45% van de jonge talenten doen beide ouders niets kunstzinnigs of creatiefs.
Grafiek 6.5: Doen je ouders zelf iets kunstzinnigs of creatiefs?
23% 45%
19% 13%
ja, mijn vader en mijn moeder
ja, mijn moeder
ja, mijn vader
nee
Uit het AVO-onderzoek 2007 blijkt dat 49% van de bevolking kunst beoefent in de vrije tijd. Dat betekent dat de ouders van de jonge talenten iets vaker zelf kunst beoefenen in hun vrije tijd dan andere burgers.
The voice of talent 1
Pagina 25
Van de vaders die actief kunst beoefenen, maken de meeste (69%) muziek. Ook tweederde (58%) van de moeders die actief kunst beoefenen maakt muziek, maar moeders maken vaker (ook) beeldende kunst.
Grafiek 6.6: Wat doet jouw vader en jouw moeder? muziek maken
toneelspelen (theater en performance)
dansen (ballet, moderne dans)
beeldende kunst maken (schilderen, tekenen, beeldhouwen, sieraden maken e.d.)
films en/of animaties maken
schrijven (gedichten, romans, verhalen e.d.)
0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% vaders
The voice of talent 1
moeders
Pagina 26
7.
Deelname aan het talentontwikkelingsproject
In dit hoofdstuk gaan we nader in op de deelname aan het talentontwikkelingsproject. In paragraaf 7.1 kijken we onder andere naar het aantal jaren dat men al deelneemt aan het project. Paragraaf 7.2 handelt over de motivatie om deel te nemen, terwijl paragraaf 7.3 de ervaringen tot nu toe beschrijft. Paragraaf 7.4 gaat in op de toekomstplannen van de jonge talenten.
7.1 Deelname aan het project De helft (31% + 19%= 50%) van de jonge talenten is in 2010 of 2011 gestart met het talentontwikkelingsproject.
Grafiek 7.1: Jaar waarin men is gestart met deelname aan talentontwikkelingsproject 2012
2011
2010
2009
2008
al eerder 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Iets minder dan de helft (40%) had al eerder aan een dergelijk project deelgenomen.
Grafiek 7.2: Had je al eerder aan zoiets deelgenomen?
40% ja 60%
nee
Genoemd worden vooral allerlei (jeugd)orkesten en verder dansscholen en balletscholen.
The voice of talent 1
Pagina 27
Het zijn vooral de ouders en docenten van kunstencentra/ muziekscholen/ theaterscholen die de jonge talenten hebben aangemoedigd om te gaan deelnemen.
Grafiek 7.3: Wie hebben jou aangemoedigd om te gaan deelnemen? Een docent op school Iemand op het kunstencentrum/ muziekschool/ theaterschool Mijn ouders
Een van mijn vrienden
Anderen
Niemand heeft mij aangemoedigd 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Bij ‘anderen’ worden genoemd: - de dirigent - mijn zus - broer - mijn band - mijn tante - opa - orkestmanager - vrienden van mijn ouders - particuliere docent - zakelijk leider JON - dansgroep.
The voice of talent 1
Pagina 28
7.2 Motivatie om deel te nemen De belangrijkste reden om aan het project deel te nemen is dat men zich verder wil ontwikkelen. Ook is het voor de helft van de deelnemers heel belangrijk, dat men later een kunstzinnig of creatief beroep wil gaan uitoefenen. Motieven zoals het later beroemd willen worden of later internationaal willen doorbreken spelen slechts bij een kleine groep een belangrijke rol.
Grafiek 7.4: Scores op redenen om aan het project mee te doen Ik wil ontdekken of het iets voor mij is.
Ik wil me verder ontwikkelen
Ik wil vaker aan het publiek laten zien wat ik kan.
Ik wil later prijzen op festivals e.d. winnen
Ik wil later een kunstzinnig of creatief beroep uitoefenen
Ik wil later beroemd worden
Ik wil later internationaal doorbreken
0% niet belangrijk
10%
20%
een beetje belangrijk
30%
40%
50%
tamelijk belangrijk
60%
70%
heel belangrijk
80%
90%
100%
weet niet
Andere redenen zijn vooral: - Voor de gezelligheid - Omdat het leuk is - Om te genieten - Het jurycommentaar - De kick die je krijgt van het meemaken.
The voice of talent 1
Pagina 29
7.3 Ervaringen tot nu toe De meeste jonge talenten zijn het er over eens, dat zij veel leren in het project waaraan zij deelnemen en dat de contacten met de andere deelnemers goed zijn.
Grafiek 7.5: Scores op stellingen over ervaringen met project tot nu toe Je leert er veel
Je krijgt goede adviezen van docenten/ begeleiders
Het kost je heel veel tijd
Je leert veel van de andere deelnemers
Je wordt minder onzeker bij optredens/ exposities Je wordt je meer bewust van wat je wilt gaan doen op kunstzinnig of creatief gebied Je krijgt veel ruimte om je verder te ontwikkelen
Je moet hard werken om mee te kunnen komen
De docenten/ begeleiders weten je enthousiast te maken
Er is genoeg ruimte voor eigen inbreng
Het niveau sluit goed aan op wat je al kunt
De contacten met de andere deelnemers zijn meestal goed
Je leert hier dingen die je nergens anders zou kunnen leren
De sociale contacten die je opdoet zijn erg belangrijk
Je neemt ook gewoon voor de gezelligheid deel
volstrekt niet mee eens
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100 % niet mee eens deel mee eens, deels niet mee eens
mee eens
helemaal mee eens
The voice of talent 1
weet niet/ n.v.t.
Pagina 30
7.4 Toekomstplannen De meeste deelnemers weten (zeker of wel zo’n beetje) wat ze later willen worden.
Grafiek 7.6: Heb je al een idee wat je later wilt worden? 16% 42%
42%
ja, zeker
ja, wel zo'n beetje
nee, geen idee
Van de deelnemers die (zeker of wel zo’n beetje) weten wat ze later willen worden, denkt tweederde (68%) aan iets op kunstzinnig of creatief gebied. Meer dan driekwart van de deelnemers (77%) weet al welke opleiding ze na de huidige school willen gaan volgen.
Grafiek 7.7: Weet je al of je na je huidige school een volgende opleiding gaat doen?
21%
2%
77%
ja
nee, dat weet ik nog niet
ik ga hierna niet meer naar school
Van degenen die weten welke opleiding ze gaan volgen, gaat bijna tweederde (62%) een opleiding op kunstzinnig of creatief gebied volgen, 38% een andere opleiding (dus niet kunstzinnig of creatief).
The voice of talent 1
Pagina 31
In de meeste gevallen gaat het om een hbo-opleiding of een universitaire studie.
Grafiek 7.8: Niveau opleiding die deelnemers willen gaan volgen? 8%
8%
5%
26%
53%
mbo
The voice of talent 1
hbo
universiteit
weet nog niet
anders
Pagina 32
BIJLAGE: VRAGENLIJST LANDELIJK ONDERZOEK TALENTONTWIKKELING
1. Volgens onze gegevens doe jij mee of heb je meegedaan aan een van de onderstaande projecten of programma’s. Welk is of was dat? 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Theatergroep NizNo in Assen Theatergroep NEST in Zaanstad Theatergroep Alba Den Haag Hiphopcentrum AIGHT in Den Haag Het Prinses Christina Concours De Kunstbende Jeugdorkest Nederland Spin da Ring in Enschede UCEE in Utrecht STRAAT Utrecht Master Habek Utrecht NAXT Video Virus Meet TV De Faust Theaterschool Almere Muziektalentklas De Kunstlinie Almere Een ander project, nl.
Later komen er meer vragen over het project/ programma. Nu eerst een aantal vragen over wie je bent en wat je nog meer doet. 2. Ik ben
0 een meisje
3. In welke gemeente woon je?
0 een jongen ………………………………………………………..….
4. Ik ben geboren in:
0 1991 0 1992 0 1993 0 1994 0 1995 0 1996 0 1997 0 1998 0 1999 0 2000 0 een ander jaar, nl.
5. Zit je op school? 0 ja
0 nee
Indien ja: wat voor onderwijs volg je? 0 0 0 0
speciaal voortgezet onderwijs vmbo havo vwo
0 0 0 0
praktijkonderwijs middelbaar beroepsonderwijs (mbo, ROC) hoger beroepsonderwijs ander onderwijs, namelijk ….
Bij havo en vwo: heb je al een profiel gekozen? 0 ja
0 nee
Zo ja, welk profiel?
0 0 0 0
Natuur en techniek Natuur en gezondheid Economie en maatschappij Cultuur en maatschappij
Bij vmbo: heb je al een leerweg gekozen? 0 ja
The voice of talent 1
0 nee
Pagina 33
Zo ja, welke leerweg?
0 0 0 0
Basisberoepsgerichte leerweg (BB) Kaderberoepsgerichte leerweg (KB) Gemengde leerweg (GL) Theoretische leerweg (TL)
Bij mbo: wat voor opleiding doe je?
0 een kunstzinnige of creatieve opleiding, namelijk ……………….………. 0 een andere opleiding, namelijk ……………………………..
Bij hbo: wat voor opleiding doe je?
0 een kunstzinnige of creatieve opleiding, namelijk ……………….………. 0 een andere opleiding, namelijk ……………………………..
9. Wordt er op jouw school extra veel aandacht aan cultuur besteed? 0 ja
0 nee
0 weet niet/ niet van toepassing
10. Welke dingen doe je in je vrije tijd? 0 0 0 0 0 0
huiswerk maken/ studeren zelf iets kunstzinnigs of creatiefs doen sporten uitgaan thuis computeren, televisiekijken, lezen en dergelijke (ook) andere vrijetijdsactiviteit(en), namelijk …………………………………………………
11. Hoeveel uur per week besteed je aan jouw kunstzinnige of creatieve activiteiten? … uur per week
12. Hoe vaak ben jij het afgelopen jaar in je vrije tijd (dus niet met school) naar de volgende culturele voorstellingen en instellingen geweest? geen enkele keer
1x per jaar
2-3x per jaar
4-11x per jaar
1 keer per maand of vaker
Toneel/ theater/ cabaret Dans Klassieke muziek/ opera Pop, blues, rock, jazz, wereldmuziek e.d. Urban, hiphop, rap Musical Dancefeest, houseparty, technofeest e.d. Bioscoop/ filmhuis Kunstgalerie/ kunstbeurs Museum/ tentoonstelling
The voice of talent 1
Pagina 34
13. Wat heb je de afgelopen twaalf maanden (of een deel daarvan) zelf aan kunstzinnige of creatieve dingen gedaan? Het gaat hier dus niet om het bijwonen van concerten, naar de film of naar een tentoonstelling, maar om dingen waar je actief mee bezig bent: je mag meerdere antwoorden aanklikken. 0 0 0 0 0 0 0
muziek maken (muziekinstrument bespelen, zingen, rappen) toneelspelen (theater en performance) dansen (ballet, moderne dans, streetdance, breakdance e.d.) beeldende kunst maken (schilderen, tekenen, beeldhouwen, sieraden maken e.d.) films en/of animaties maken schrijven (gedichten, romans, verhalen, rapteksten schrijven e.d.) anders, namelijk ……………………………………………..
(Alleen bij meerdere antwoorden): Welk van de activiteiten die je net hebt aangeklikt is voor jou het belangrijkst? (één antwoord aanklikken) De volgende vragen gaan over deze activiteit 14. Hoe goed vind je jezelf hierin? 0 heel goed
0 tamelijk goed
0 nog niet zo goed
15. Hoeveel jaar ben je hier al mee bezig? .. jaar
16. Hoeveel uur per week besteed je er gemiddeld aan? … uur per week
17. Treed jij wel eens op voor een publiek of exposeer je wel eens? 0 ja
0 nee
Zo ja, hoe vaak heb je dat in 2011 gedaan? 0 1x
0 2x
0 3x
0 4x
0 5x
0 meer dan 5 maal
18. Was je voor deze activiteit in de afgelopen 12 maanden (of een deel daarvan) lid van een vereniging, orkest, club, band of gezelschap? 0 ja
0 nee
0 anders, nl.
19. Heb je voor deze activiteit in de afgelopen 12 maanden (of een deel daarvan) deelgenomen aan lessen, oefeningen, repetities en/of cursussen onder leiding van een docent of een professional? 0 0 0 0
ja, bij een instelling (kunstencentrum, muziekschool, hiphopcentrum e.d.) ja, bij een particuliere docent nee anders, namelijk ………………………….
Zo ja, kreeg of krijg je individueel les of in een (kleine) groep? 0 individueel 0 in een groep(je) 0 allebei
The voice of talent 1
Pagina 35
20. Wie steunen en stimuleren jou bij je kunstzinnige of creatieve activiteiten? helemaal niet
een beetje
veel
niet van toepassing
Mijn ouders Docent/leerkracht op school Docent(en)/ begeleider(s) waar ik buiten school (in de vrije tijd) les van krijg Vriend(en)/ vriendin(nen) Iemand anders/ anderen, namelijk ….
21. Zijn er zaken die jou belemmeren om je verder te ontwikkelen op dit gebied? (je mag meerdere antwoorden aanklikken) 0 0 0 0 0 0 0
Er zijn te weinig mogelijkheden bij mij in de buurt om lessen te volgen Er zijn te weinig mogelijkheden om in de buurt te oefenen Er zijn te weinig mogelijkheden om ergens op te treden Het kost teveel geld Ik heb te weinig tijd Nog een andere belemmering, namelijk Ik word nergens door belemmerd
22. Geef aan in hoeverre je het eens of niet eens bent met onderstaande uitspraken over je ouders (moeder en/of vader) : Nee, volstrekt niet mee eens
Nee, niet mee eens
Neutraal/ weet niet
Ja, mee eens
Ja, helemaal mee eens
Mijn ouders zijn er trots op dat ik iets kunstzinnigs of creatiefs doe Mijn ouders hebben belangstelling voor wat ik op kunstzinnig of creatief gebied doe Mijn ouders moedigen mij aan om door te gaan met mijn kunstzinnige of creatieve activiteiten Mijn ouders vinden het belangrijk dat ik mijn best doe in mijn kunstzinnige of creatieve activiteiten Mijn ouders helpen mij met vervoer naar plaatsen waar ik voor mijn kunstzinnige activiteiten moet zijn Mijn ouders vinden het belangrijk hoe begeleiders of docenten mijn kunstzinnige of creatieve prestaties beoordelen Mijn ouders betalen mee aan mijn kunstzinnige activiteiten Mijn ouders vinden dat ik meer aan school en minder aan kunstzinnige of creatieve activiteiten moet doen
The voice of talent 1
Pagina 36
23. Hoe vaak zijn je vader of moeder de afgelopen twaalf maanden naar een voorstelling (theater, dans), een concert, een museum of een tentoonstelling geweest? 0 6 keer of vaker
0 3 tot 5 keer
0 1 of 2 keer
0 geen enkele keer
0 weet ik niet
24. Doen je ouders zelf iets kunstzinnigs of creatiefs? 0 0 0 0
nee ja, mijn vader ja, mijn moeder ja mijn vader en mijn moeder
Bij ‘ja, mijn vader’:
24.1 Wat doet jouw vader? (je mag meerdere antwoorden aanklikken) 0 0 0 0 0 0 0
muziek maken (muziekinstrument bespelen, zingen) toneelspelen (theater en performance) dansen (ballet, moderne dans e.d.) beeldende kunst maken (schilderen, tekenen, beeldhouwen, sieraden maken e.d.) films en/of animaties maken schrijven (gedichten, romans, verhalen e.d.) anders, namelijk ……………………………………………..
Bij ‘ja, mijn moeder’:
24.2 Wat doet of deed jouw moeder? (je mag meerdere antwoorden aanklikken) 0 0 0 0 0 0 0
muziek maken (muziekinstrument bespelen, zingen) toneelspelen (theater en performance) dansen (ballet, moderne dans e.d.) beeldende kunst maken (schilderen, tekenen, beeldhouwen, sieraden maken e.d.) films en/of animaties maken schrijven (gedichten, romans, verhalen e.d.) anders, namelijk ……………………………………………………………
25. Wat is de hoogste opleiding die moeder en vader hebben gevolgd? Moeder: Vader: 0 0 0 0 0 0 0
alleen basisschool vmbo mbo havo vwo hoger onderwijs (hbo/ universiteit) weet niet/ n.v.t.
0 0 0 0 0 0 0
alleen basisschool vmbo mbo havo vwo hoger onderwijs (hbo/ universiteit) weet niet/ n.v.t.
26. Is jouw moeder en/ of jouw vader in een andere land dan Nederland geboren? 0 Ja , namelijk ……………………………………………………….. 0 Nee, mijn vader en moeder zijn in Nederland geboren
The voice of talent 1
Pagina 37
De volgende vragen gaan over het project waar je aan meedoet of aan hebt meegedaan. (hier wordt project van vraag 1 zichtbaar)
28. Wanneer ben je hiermee gestart? 0 2011
0 2010
0 2009
0 2008
0 al eerder, nl.
29. Had je al eerder aan zoiets deelgenomen? 0 ja
0 nee
Zo ja, wat was dat voor project? …………………………………………………………………….. 30. Wie hebben jou aangemoedigd om te gaan deelnemen (je mag meerdere antwoorden aanklikken) 0 0 0 0 0 0
Een docent op school Iemand op het kunstencentrum/ muziekschool/ theaterschool waar ik les had Mijn ouders Een van mijn vrienden Anderen, namelijk: …………………………………….. Niemand heeft mij aangemoedigd
31. Hieronder een aantal redenen om aan het project mee te doen. Kun je bij elke reden aangeven hoe belangrijk of onbelangrijk die is? niet belangrijk
een beetje belangrijk
tamelijk belangrijk
heel belangrijk
weet niet
Ik wil ontdekken of het iets voor mij is. Ik wil me verder ontwikkelen Ik wil vaker aan het publiek laten zien wat ik kan. Ik wil later prijzen op festivals e.d. winnen Ik wil later een kunstzinnig of creatief beroep uitoefenen Ik wil later beroemd worden Ik wil later internationaal doorbreken
31.1 Was er nog een andere belangrijke reden om mee te doen, die in dit rijtje niet staat vermeld? 0 ja
0 nee
Bij ja: Nog een andere belangrijke reden voor mij was: …………………………………………………………………………………………………………………..
The voice of talent 1
Pagina 38
32. Kun je aangeven wat je ervaringen tot nu toe zijn met het project? (Als je nog te kort deelneemt om een oordeel te geven, dan vul je gewoon ‘weet nog niet’ in) volstrekt niet mee eens
niet mee eens
deels eens, deels niet mee eens
mee eens
helemaal mee eens
weet (nog) niet/ niet van toepassing
Je leert er veel Je krijgt goede adviezen van docenten/ begeleiders Het kost je heel veel tijd. Je leert veel van de andere deelnemers Je wordt minder onzeker bij optredens/ exposities Je wordt je meer bewust van wat je wilt gaan doen op kunstzinnig of creatief gebied Je krijgt veel ruimte om je verder te ontwikkelen Je moet hard werken om mee te kunnen komen De docenten/ begeleiders weten je enthousiast te maken Er is genoeg ruimte voor eigen inbreng Het niveau sluit goed aan op wat je al kunt. De contacten met de andere cursisten zijn meestal goed. Je leert hier dingen die je nergens anders zou kunnen leren De sociale contacten die je opdoet zijn erg belangrijk Je neemt ook gewoon voor de gezelligheid deel.
The voice of talent 1
Pagina 39
33. Heb je al een idee wat je later wilt worden? 0 ja, zeker 0 ja, wel zo’n beetje 0 nee, geen idee
Zo ja, is dat iets op kunstzinnig of creatief gebied of iets anders? 0 iets op kunstzinnig of creatief gebied 0 iets anders, namelijk ……………………………………………………………….
34. En weet je al of je na je huidige school een volgende opleiding gaat doen? 0 ja
0 nee, dat weet ik (nog) niet
0 ik ga hierna niet meer naar school
Zo ja, is dat een opleiding op kunstzinnig of creatief gebied? 0 ja, een kunstzinnige of creatieve opleiding 0 nee, een andere opleiding (niet kunstzinnig of creatief)
Is dat een mbo-opleiding, een hbo-opleiding of een universitaire studie? 0 0 0 0
middelbaar beroepsonderwijs hoger beroepsonderwijs universiteit weet ik (nog) niet
The voice of talent 1
Pagina 40