The Devil’s Advocate De negatieve weergave van advocaten in film
Essay Kunst en Recht (2008-2009) Naam: K.E.A. de Beer Studentnummer: 0251607 Datum: 27 mei 2009
Inhoudsopgave
Pagina
1.
Inleiding
3
2.
De weergave van advocaten in film
3
3.
Het imago van advocaten
4
4.
Oorzaken van het negatieve imago advocaten
5
5.
De invloed van de werkelijkheid op film
7
6.
De invloed van film op de werkelijkheid
8
7.
Consequenties
9
8.
The End
10
9.
Literatuurlijst
11
2
1. Inleiding Wat hebben Liar Liar, The Firm, Primal Fear, The Rainmaker, Michael Clayton en The Devil’s Advocate met elkaar gemeen? Het zijn allemaal films van de afgelopen jaren waarin de advocatuur negatief wordt weergegeven. Advocaten worden in films afgebeeld als geldwolven, slechte ouders, criminelen en zelfs als de duivel. In films van voor de jaren zeventig werden advocaten nog als helden afgebeeld. Advocaten kwamen in films over als strijders voor een nobele zaak. Een goed voorbeeld hiervan is de door Gregory Peck gespeelde Atticus Finch in To Kill a Mocking Bird uit 1962. Atticus wordt aangesteld om een zwarte man te verdedigen die onterecht wordt beschuldigd van het verkrachten van een blank meisje. Ondanks protesten vanuit de blanke gemeenschap voert Atticus zijn taak meer dan goed uit. Hij blijft daarnaast in zijn privé-leven als persoon volledig overeind staan. Atticus is een keurige man, hij is geliefd in zijn buurt, hij is een ideale werkgever en een ideale vader voor zijn moederloze kinderen. Een advocaat als Atticus Finch is na de jaren zeventig bijna niet meer op het witte doek verschenen. Na de jaren zeventig wordt de advocaat (en met name advocaten bij grote advocatenkantoren 1 ) steeds negatiever afgespiegeld. Het negatieve imago van advocaten heerst niet alleen in film. In werkelijkheid is het imago van advocaten met name in de Verenigde Staten zeer negatief. In mijn essay beschrijf ik de relatie tussen het imago van advocaten in film en het imago van advocaten in realiteit. Ik geef eerst weer op welke wijze advocaten negatief worden afgebeeld in films van de afgelopen jaren. Daarna behandel ik een aantal onderzoeken naar de publieke opinie over advocaten en de oorzaken van het negatieve imago. Vervolgens bespreek ik de wisselwerking tussen de beeldvorming in film en realiteit. Tot slot behandel ik de consequenties van een frequent negatieve weergave van advocaten in film. Het essay is hoofdzakelijk gebaseerd op onderzoek en films uit de Verenigde Staten. In de Verenigde Staten worden immers veel meer films geproduceerd dan in Nederland. Bovendien is in de Verenigde Staten veel onderzoek gedaan naar dit onderwerp. De onderzoeken zijn volgens mij ook relevant voor in Nederland. Veel van de Amerikaanse films bereiken de bioscopen en televisies in Nederland. In de slotparagraaf ga ik hier nader op in. 2. De weergave van advocaten in film Advocaten in films van de afgelopen jaren worden op verschillende manieren negatief weergegeven. Een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de advocaat in zijn privéleven en de advocaat als beroepsbeoefenaar. Op het witte doek komen advocaten in hun privé-leven slecht over. De advocaat in films beschikt over negatieve karaktereigenschappen. Bovendien hebben advocaten in film vaak een miserabel persoonlijk leven. In films wordt naar mijn mening een verband gesuggereerd tussen het uitoefenen van het beroep en het miserabele persoonlijk leven. De eigenschappen die bij een advocaat in film vaak terugkomen zijn onder meer; arrogant, onbeschoft, onpersoonlijk en egocentrisch. Het personage Martin Vail (Richard Gere) uit Primal Fear voldoet bijvoorbeeld aan deze eigenschappen. Advocaten in film trachten in hun privé-leven ook regelmatig hun eigen ‘verkeerde’ gedrag goed te praten.
1
M. Asimow, ‘Embodiment of evil; Law firms in the movies’, UCLA Law Review, Volume 48, No. 6, (August 2001), p. 1370-1373.
3
Nog een aspect dat opvalt aan advocaten in film is dat zij aan een vorm van verslaving lijden. George Clooney in Michael Clayton is gokverslaafd, Paul Newman in The Verdict is alcoholist en Sean Penn in Carlito’s way is verslaafd aan cocaïne. Advocaten hebben in films over het algemeen een miserabel persoonlijk leven. In films wordt gesuggereerd dat de hoge werkdruk in de advocatuur de oorzaak is. De personages zijn zelden een goede echtgenoot en/of ouder. Een verband wordt gelegd tussen de zware werktijden van een advocaat en de korte tijd die daardoor over blijft voor een persoonlijk leven. Het beeld van de echtgenote die om negen uur met koud eten zit te wachten op haar overwerkende man komt dan ook veel voor. Tom Cruise in The Firm spendeert bijna al zijn tijd op kantoor terwijl zijn huwelijk uit elkaar valt. Een aspect dat ook regelmatig voorkomt is ontrouw binnen het huwelijk. Een personage gaat bijvoorbeeld vreemd met een collega of cliënt met wie veel wordt samengewerkt. Het ouderschap en de advocatuur lijken op het witte doek ook moeilijk te combineren. Advocaten lijken meer tijd te hebben voor hun cliënten dan voor hun kinderen. Jim Carrey mist in Liar Liar ondanks vele beloftes de verjaardag van zijn zoontje. Dit geldt overigens niet alleen voor mannen. Ook Julia Roberts laat haar vriend in Erin Brockovich voortdurend op haar kinderen passen zodat zij aan het werk kan. De advocaat in de uitoefening van zijn beroep wordt tevens negatief afgeschilderd. In films worden twee uitersten gebruikt: de op geld beluste advocaat bij een groot bekend advocatenkantoor en de jonge, startende, incompetente advocaat. Grote advocatenkantoren worden in film bijna altijd negatief afgeschilderd. De advocatenkantoren en de daar werkzame advocaten komen onpersoonlijk over. Het advocatenkantoor is een onderneming waar geld moet worden verdiend. Het kantoor en de medewerkers hebben daar veel voor over. Advocaten moeten hun zaken ten koste van alles winnen. Het feit dat af en toe een ethische grens wordt overschreden doet niet terzake. Advocaten in films hebben bijvoorbeeld: gebruik gemaakt van valse getuigenissen (Liar Liar), nauwe contacten met de onderwereld en maken zich zelfs schuldig aan criminele activiteiten (The Firm). De tegenpool van de advocaat bij een groot kantoor is de jonge startende advocaat. Matt Damon in The Rainmaker is hiervan een goed voorbeeld. De jonge advocaat heeft geen ervaring in de rechtszaal. Tijdens de rechtszaak wordt hij voortdurend gecorrigeerd door een sympathieke rechter. De advocaat gaat bovendien met een collega naar het ziekenhuis om nieuwe cliënten te werven. Een ander goed voorbeeld van het zogenaamde “ambulance chasing” is The Sweet Hereafer. Het publiek ervaart dergelijke werving over het algemeen niet als ethisch verantwoord. Beginnende advocaten komen in films amateuristisch en onervaren over en handelen niet altijd in het belang van hun cliënten. Een bekend verschijnsel dat niet perse eigen is aan één van de typen advocaten als hierboven beschreven is disloyaliteit aan de cliënt. Een advocaat distantieert zich van een duistere cliënt of verliest expres zijn zaak (bijvoorbeeld in Cape Fear en Sleepers). Het publiek juicht deze vorm van handelen van de advocaat hoogstwaarschijnlijk toe. Disloyaliteit aan de cliënt kwalificeert echter niet als een goede beroepsuitoefening. 3. Het imago van advocaten In de Verenigde Staten en in Nederland is onderzoek gedaan naar het imago van advocaten. Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat het aanzien van advocaten enorm is gedaald de afgelopen dertig jaar. De advocatuur werd voorheen gezien als een prestigieuze doch
4
betrouwbare beroepsgroep. Uit het onderzoek blijkt echter dat de laatste jaren advocaten steeds minder worden vertrouwd. 2 In Nederland is onder meer uitgebreid onderzoek gedaan in opdracht van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOVA). 3 Het onderzoek betreft het imago van de advocatuur in Nederland. In het voorwoord van het onderzoek blijkt dat de NOVA vermoedt dat het imago van advocaten veelal eenzijdig is en niet positief. Het imago zou mede totstandkomen door de wijze waarop advocaten in films en tv-series worden afgeschilderd. 4 Uit het onderzoek blijkt dat het beeld van advocaten niet heel eenzijdig is maar ook weer niet positief. De ondervraagden associëren advocaten over het algemeen met het strafrecht. Dit geldt volgens mij overigens niet alleen voor advocaten maar voor de associatie met het recht in algemeenheid. Één van de kritiekpunten is dat advocaten zware criminelen buiten de gevangenis houden. Een tweede punt van kritiek zijn de tarieven die advocaten hanteren. De tarieven worden bestempeld als zeer hoog. Dit leidt bij een deel van de ondervraagden tot negatieve beschrijvingen als geldwolven en geldbelust. De ondervraagden maken zich bovendien zorgen om de integriteit en onafhankelijkheid van advocaten. De advocatuur zou niet transparant genoeg zijn. Bij de negatieve beschrijvingen van advocaten worden onder meer genoemd; geldbelust, het helpen van criminelen, arrogant, onbetrouwbaar, glad, onpersoonlijk en het hebben van weinig tijd voor de cliënt. De percentages bij de negatieve beschrijvingen vallen mijns inziens mee in vergelijking met de resultaten uit de Verenigde Staten. Het opvallende is dat de ondervraagden die zelf ervaringen hebben met de advocatuur beschrijvingen als duur, gemakzuchtig en onpersoonlijk gebruiken. De ondervraagden zonder eigen ervaring gebruiken beschrijvingen als geldbelust, het helpen van criminelen en onbetrouwbaar. 5 Deze negatieve eigenschappen zijn terug te zien bij advocaten in films. Het lijkt mij aannemelijk dat deze categorie ondervraagden zijn opinie onder meer baseert op de beeldvorming die wordt gecreëerd door films. De negatieve beschrijvingen van de advocatuur komen immers grotendeels overeen met de negatieve weergave van advocaten in films. 4. Oorzaken van het negatieve imago advocaten Over de oorzaken van het negatieve imago van advocaten wordt veel gespeculeerd. Volgens mij bestaan een aantal negatieve vooroordelen over advocaten. Mensen associëren een aantal negatieve eigenschappen met advocaten. Uit het onderzoek voor de NOVA kwamen onder meer naar voren; duur, geldwolven, arrogant, afstandelijk en associaties met de onderwereld. De ondervraagden hadden ook positieve beschrijvingen van advocaten. Het verschil is mijn inziens dat de negatieve beschrijvingen veel meer worden benadrukt en bevestigd. De advocatuur is veel meer aanwezig in de samenleving dan veertig jaar geleden. De burger wordt door middel van eigen ervaring, media, film, televisie en ervaring van derden steeds meer geconfronteerd met advocaten. 2
M. Asimow, ‘Bad lawyers in the movies’, Nova Law Review, Volume 24, N.2/2000, p. 535-539. In maart 2009 is overigens ook onderzoek gedaan TROS Radar. Een deel van de resultaten komt overeen met het onderzoek in opdracht van de NOVA. Het onderzoek van de NOVA is echter uitgebreider. De onderzoeksresultaten van de TROS Rader zijn te raadplegen via; http://www.trosradar.nl/index.php?id=306&tx_ttnews[backPid]=296&tx_ttnews[tt_news]=25230. 4 Blauw Research, ‘Het imago van de advocaat – Een onderzoek naar het imago van de advocatuur in Nederland – voor de Nederlandse Orde van Advocaten’, juni 2006, p. 4. 5 Blauw Research, ‘Het imago van de advocaat – Een onderzoek naar het imago van de advocatuur in Nederland – voor de Nederlandse Orde van Advocaten’, juni 2006, p. 4-5, 20-21. 3
5
De afgelopen decennia heeft zowel in de Verenigde Staten als in Nederland juridisering van de samenleving plaatsgevonden. Binnen de samenleving wordt steeds meer gereguleerd. Door de regulering wordt ook meer geprocedeerd. Het aantal advocaten is hierdoor aanzienlijk gestegen. In Nederland is in de periode van 1996 tot 2000 het aantal advocaten met ruim zestig procent toegenomen tot een aantal van veertienduizend. 6 Mensen komen zelf veel sneller in aanraking met een advocaat dan veertig jaar geleden. Dit heeft mede te maken met de huidige problemen in de maatschappij. Veel van de problemen worden middels juridische procedures afgewikkeld waar een advocaat bij betrokken is. De advocaat is bijvoorbeeld betrokken bij het strafrecht (criminaliteit), bij echtscheidingen, arbeidsconflicten en vorderingen van schadevergoedingen op grond van wanprestatie. Mensen bevinden zich reeds in een negatieve situatie wanneer zij in aanraking komen met een advocaat. De negatieve associatie met de advocaat komt dan snel tot stand. Mensen interpreteren bepaalde eigenschappen als een bevestiging van hun negatieve vooroordelen. Een veel gehoorde klacht betreft de hoge tarieven die advocaten hanteren. De tarieven zouden niet in verhouding staan tot de prestatie. Hoge tarieven leiden tot kwalificaties als geldwolf of geldbelust. Zakelijkheid en het bewaren van enige afstand tot de cliënt wordt opgevat als onpersoonlijkheid en een gebrek aan interesse. De advocaat is tevens meer terug te zien in de media, film en televisie in vergelijking met veertig jaar geleden. Advocaten komen mijn inziens nagenoeg altijd negatief in beeld in de media. De vrijspraak van een crimineel wordt vaak toegeschreven aan de advocaat. Leuzen als ‘de advocaat heeft weer een crimineel buiten de gevangenis weten te houden’ volgen. Hieruit vloeit de sterke associatie van de advocatuur met de onderwereld voort. Fouten van advocaten worden in de media breed uitgemeten. Positieve prestaties van advocaten komen in de media nauwelijks aan bod. Interviews met advocaten in praatprogramma’s laten niet altijd een positieve indruk achter. Het verdedigen van een standpunt tot in het uiterste wordt als betweterig en arrogant beschouwd. Bepaalde advocaten worden zelfs beschuldigd van het te veel opzoeken van de media. In de Verenigde Staten komt de advocaat nog veel meer voor in de media dan in Nederland. Processen worden in de Verenigde Staten behandeld als belangrijke sportevenementen. Een voorbeeld hiervan is het proces van O.J. Simpson dat uitgebreid in het nieuws is behandeld. Naderhand is veel kritiek geleverd op het optreden van advocaat Johnnie Cochran. Film en televisie dragen ook bij aan het negatieve imago van advocaten. De advocaat komt veel voor in televisieseries en film. In Duitsland is onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van de advocaat op de televisie. Als de kijker zou willen kan een groot gedeelte van de dag alleen maar worden gekeken naar series en/of films met in de hoofdrol een advocaat. 7 In televisieseries en films wordt het negatieve imago van advocaten bevestigd. Ervaringen van vrienden, familie en kennissen dragen ook bij aan de bevestiging van het imago van advocaten. Mijn inziens wordt veelal gezocht naar bevestiging van de vooroordelen. Mensen hebben wel degelijk positieve ervaringen met advocaten. Echter door de continue bevestiging van het negatieve imago in onder meer films en de media worden deze ervaringen gezien als uitzondering op de regel.
6 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/financiele-zakelijke-diensten/publicaties/artikelen/archief/2007/20072195-wm.htm 7 S. Machura and S. Ulbrich, ‘Law in Film: Globalizing the Hollywood Courtroom Drama’, Journal of Law and Society, Volume 28, nr. 1, march 2001, p. 120.
6
5. De invloed van de werkelijkheid op film Uit onderzoek uit de Verenigde Staten en Nederland blijkt dat het imago van advocaten negatief is. Het is echter niet vanzelfsprekend dat advocaten in film eveneens een slecht imago hebben. Waarom worden advocaten in film negatief weergegeven? Films weerspiegelen vaak de problematiek, publieke opinie en interesses van de tijd waarin zij zijn gemaakt. De kans dat films worden gemaakt over onderwerpen die op dat moment geen rol spelen in een samenleving leven is zeer klein. Mensen gaan films kijken over onderwerpen waarin zij zijn geïnteresseerd. De laatste decennia bestaan bijvoorbeeld zorgen omtrent de klimaatveranderingen op de wereld. Deze zorgen zijn terug te zien op het witte doek. Films als Twister, The Day after Tomorrow en An Inconvenient Truth behoren tot het huidige aanbod uit Hollywood. Hetzelfde proces vindt mijn inziens plaats met betrekking tot het recht en de advocatuur. Het recht is altijd al een interessant onderwerp voor de filmindustrie geweest. Een juridische procedure is een goed uitgangspunt voor een verhaal. Dit geldt met name voor dramatische verhalen maar ook voor komedies. Daarnaast is de rechtszaal een ideale setting voor de strijd tussen protagonist en antagonist. 8 Hierboven gaf ik reeds aan dat sprake is van een vergaande juridisering van de samenleving. Het recht speelt een steeds grotere rol in de maatschappij. Steeds meer burgers komen zelf in aanraking met het recht en de advocatuur. Mensen raken hierdoor meer geïnteresseerd in het recht. De toename aan interesse in het recht heeft effect op het gebruik van recht in televisieprogramma’s, literatuur en film. ‘Legal thrillers’ van bijvoorbeeld John Grisham worden de afgelopen twintig jaar zeer goed verkocht. Het recht vindt ook veel vaker zijn weg naar het witte doek. Advocaten zijn hierdoor ook steeds vaker in films te zien. In de meeste films wordt de heersende publieke opinie over een onderwerp weergegeven. Gezien het feit dat de advocatuur in de werkelijkheid over een negatief imago beschikt wordt de advocaat in film negatief weergegeven. Het publiek heeft een negatief beeld van de advocatuur. Dit beeld verwachten zij terug te zien op het witte doek. Wanneer in films een uiterst positief beeld van advocaten zou worden geschetst zou dit voor veel kijkers niet overeenkomen met de werkelijkheid. De verwachtingen van kijkers mogen niet volledig teleur worden gesteld. Kijkers willen films zien waarin herkenbare situaties voorkomen. Het is de taak van de makers van de film om een film te maken waaruit kijkers conclusies kunnen trekken met betrekking tot hun eigen leven, ervaringen en opvattingen. 9 In Amerika waar de opinie over advocaten nog negatiever is dan in Nederland worden dan ook bewust scripts geschreven waarin advocaten negatief worden weergegeven. Het zijn deze scripts die worden uitgekozen door producenten aangezien mensen voor deze films naar de bioscoop komen. 10 Het negatieve imago van advocaten wordt mijn inziens ook gebruikt om het entertainmentgehalte van films te creëren. In veel films vindt vaak een strijd plaats tussen goed en kwaad. Gezien het negatieve imago van de advocatuur is het een logische keuze om de advocaat of het advocatenkantoor als het kwaad weer te geven. De bekende voorbeelden hiervan zijn de advocatenkantoren zijn The Firm en The Devil’s Advocate. Zelfs als in een film ook een ‘goede’ advocaat rondloopt blijft de negatieve weergave van advocaten 8
S. Greenfield and G. Osborn, ‘Where cultures collide: The characterization of law and lawyers in film’, International Journal of the Sociology of Law, Volume 23, 1995, p. 109. 9 S. Machura and S. Ulbrich, ‘Law in Film: Globalizing the Hollywood Courtroom Drama’, Journal of Law and Society, Volume 28, nr. 1, march 2001, p. 131. 10 M. Asimow, ‘Bad lawyers in the movies’, Nova Law Review, Volume 24, N.2/2000, p. 548.
7
overheersen. Bovendien komt een advocaat in films zelden zowel beroepsmatig als in zijn privé-leven positief over. Een advocaat is of beroepsmatig of in zijn persoonlijk leven succesvol maar niet allebei. In films wordt zelden de ‘exacte’ werkelijkheid weergegeven. In het algemeen is sprake van enige overdrijving. Desondanks schemert mijn inziens het werkelijke negatieve imago van advocaten door in films. De negatieve publieke opinie over advocaten heeft invloed op de weergave van advocaten in films. 6. De invloed van film op de werkelijkheid Niet alleen wordt film door de werkelijkheid beïnvloedt, film beïnvloedt ook de werkelijkheid. De invloed van film en televisie op beeldvorming is op eigen ervaringen na erg groot. De impact van beeld in vergelijking met bijvoorbeeld literatuur is zeer krachtig en blijvend. Bepaalde beelden maken zo’n indruk dat die de rest van het leven niet meer worden vergeten. Mensen ontvangen dagelijks allerlei beelden via film en televisie. Deze beelden dragen bij aan de beeld- en opinievorming over bepaalde onderwerpen. In onderzoek uit de Verenigde Staten wordt het voorbeeld gebruikt van de beeldvorming over de oorlog in Vietnam. Wanneer men bij jongere generaties nagaat waar zij hun beeldvorming op baseren komt men snel uit bij films als Platoon, Born on the Fourth of July en Apocalypse Now. 11 Een belangrijke theorie aangaande het effect van televisie op beeldvorming is de cultivatietheorie. Hoewel de cultivatietheorie televisie betreft lijkt mij dat een vergelijkend uitgangspunt voor film geldt. De cultivatie-theorie stelt dat de blootstelling aan een terugkerend patroon van beelden, bepaalde basisveronderstellingen over sociale feiten, normen en waarden cultiveert bij kijkers. De blootstelling beïnvloedt de opvattingen van kijkers over de werkelijkheid. In België is bijvoorbeeld een onderzoek gedaan naar het effect van de weergave van reanimatie in fictieve medische series. Uit het onderzoek blijkt dat kijkers het slagingspercentage van reanimatie hoger inschatten dan het in werkelijkheid is. Zij baseren dit op het aantal succesvolle reanimaties dat in televisieseries wordt getoond. Het gevolg hiervan is dat mensen hun keuze om wel of niet te worden gereanimeerd deels baseren op het beeld dat wordt gecreëerd in fictieve televisieseries. 12 Hetzelfde proces vindt mijn inziens plaats bij de negatieve weergave van advocaten in film. Wanneer advocaten voortdurend negatief in beeld worden gebracht in film gaan kijkers dit beeld voor werkelijkheid aanzien. Kijkers gaan de negatieve weergave van de karaktereigenschappen en het beroepsmatig gedrag van de advocaat in film als realiteit beschouwen. De invloed van het beeld is nog sterker wanneer mensen niet over relevante persoonlijke ervaringen beschikken. Indien men als jurist naar advocaten in films kijkt valt meteen op dat een verschil bestaat met de juridische werkelijkheid. Uiteraard wordt enige kern van waarheid weergegeven met betrekking tot de juridische wereld maar deze is over het algemeen overdreven en gedramatiseerd. Het doel van film is dan ook niet perse de realiteit weer te geven maar het entertainen van kijkers. Dit brengt met zich mee dat bepaalde beroepen zeer stereotype en irrealistisch worden neergezet. Iemand die niet dagelijks te maken heeft met advocaten zal minder goed kunnen beoordelen of de weergave van advocaten in film verschilt van de werkelijkheid. Zij gaan geloven dat de negatieve weergave van advocaten film een afspiegeling is van de realiteit. Een ander voorbeeld van foutieve beeldvorming door film 11
M. Asimow, ‘Bad lawyers in the movies’, Nova Law Review, Volume 24, N.2/2000, p. 551. K. Damiaans, ‘Analyse van medische hulpverlening in fictieseries. - Inhoudsanalyse van 'Spoed' en empirisch onderzoek’, Katholieke Universiteit Leuven, 2002-2003, § 1.4. 12
8
betreft juryrechtspraak. Doordat in films (en televisieseries) uit de Verenigde Staten juryrechtspraak wordt laten zien zijn mensen in Nederland in de waan dat in Nederland sprake is van juryrechtspraak. Zelfs wanneer sprake is van eigen ervaring corrigeert de ervaring niet perse het beeld dat is gevormd door film. Wanneer bijvoorbeeld een positieve ervaring met een advocaat heeft plaatsgevonden wordt dit gezien als een uitzondering op de regel. Tegelijkertijd moet niet worden vergeten dat films wel een hoog realiteitsgehalte hebben. Televisieseries en films over advocaten komen hoewel zij het recht en de beroepsgroep niet altijd correct weergeven wel reëel over. Twee aspecten dragen bij aan de geloofwaardigheid van film. 13 Ten eerste wordt de geloofwaardigheid dat men te maken heeft met de realiteit versterkt door het continu herhalen van bepaalde scènes en gebeurtenissen. Hierboven is reeds het voorbeeld van het tonen van juryrechtspraak in films genoemd. Hoe vaker een gebeurtenis wordt getoond des te sneller kijkers de gebeurtenis voor realiteit aanhouden. Een tweede aspect is dat producenten veel doen aan het creëren van het realiteitsgehalte in films. Bij het maken van films en televisieseries over advocaten worden voortdurend advocaten geraadpleegd. De kans dat kijkers de beelden voor werkelijkheid aanzien wordt hiermee verhoogd. Indien kijkers de weergave van advocaten in films voor realiteit houden zullen zij een negatief oordeel over advocaten op na gaan houden. De voortdurende negatieve weergave van advocaten in film leidt derhalve tot een daadwerkelijk negatief imago van advocaten. 7. Consequenties In Nederland is geen onderzoek gedaan dat specifiek gericht is op de invloed van de negatieve weergave van advocaten in film op de werkelijke publieke opinie. In de Verenigde Staten is wel onderzoek gedaan naar de effecten van de negatieve weergave van advocaten in film. De negatieve weergave in film leidt tot een nog slechter imago van advocaten in de Verenigde Staten. Het beeld dat van advocaten wordt geschetst komt echter niet overeen met de werkelijkheid. Veel advocaten voeren hun werkzaamheden goed uit en leiden een goed persoonlijk leven. Het zijn echter wel de advocaten die in de dagelijkse werkelijkheid functioneren die last ondervinden van het negatieve imago dat in films wordt geschetst. Mijn inziens mogen de effecten van de negatieve weergave niet te makkelijk worden gerelativeerd. De negatieve weergave van advocaten in film leidt tot een permanente demonisering van een beroepsgroep. Met name voor advocaten en juristen zelf is dit hoogst ergerlijk. Advocaten in de Verenigde Staten moeten zichzelf continu verdedigen wanneer zij voor de zoveelste keer worden beoordeeld als geldwolf of ambulance chaser. Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat sommige advocaten hierdoor hun werk devalueren en minder bevrediging uit hun werk halen. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat voortdurend wantrouwen van de advocaat door de cliënt leidt tot hogere advocaatkosten. Cliënten willen van alle handelingen in hun zaak documentatie en bevestiging zien. Telefoongesprekken, afspraken met de tegenpartij en afspraken met de griffier moeten worden gedocumenteerd. Dergelijke documentatie leidt tot hogere kosten voor de cliënt. Niet alleen ontvangt de cliënt een hogere factuur, een relatie tussen cliënt en advocaat gebaseerd op wantrouwen werkt niet effectief en efficiënt. De meest kwalijke consequentie ligt in het feit dat de Verenigde Staten juryrechtspraak kent. Het negatieve imago van advocaten kan het gevolg hebben dat juryleden bij voorbaat ervan uitgaan dat advocaten hen trachten te misleiden. Wanneer juryleden bij voorbaat niet 13
K. Damiaans, ‘Analyse van medische hulpverlening in fictieseries. - Inhoudsanalyse van 'Spoed' en empirisch onderzoek’, Katholieke Universiteit Leuven, 2002-2003, § 1.6.
9
aannemen wat advocaten betogen kan juryrechtspraak niet goed functioneren. Dit kan onder meer leiden tot de weigering van jurydienst. Bovendien kan de situatie ontstaan dat juryleden hun oordeel niet meer vellen op basis van het bewijs maar op persoonlijke voorkeur. Indien juryleden wantrouwend staan tegenover het optreden van advocaten kiezen zij wellicht voor de advocaat die nog het meest sympathiek overkomt. Een dergelijke gang van zaken is met name zeer kwalijk in strafrechtzaken. Het verdedigen van een verdachte die alle schijn tegen heeft wordt dan bijna onmogelijk gemaakt. 14 8. The End In de Verenigde Staten is veel meer onderzoek gedaan naar het imago van advocaten, de relatie met de weergave van advocaten in film en de consequenties. Hoewel het imago van advocaten in Nederland minder negatief is dan in de Verenigde Staten denk ik dat onderzoek naar deze onderwerpen wel degelijk nuttig kan zijn. Films uit de Verenigde Staten bereiken Nederland immers ook. Bovendien worden ook in Nederlandse films advocaten niet altijd positief weergegeven. Een mooi voorbeeld hiervan vormt ‘Advocaatje leef je nog?’ van Jeroen Berkvens over strafpleiter Paul Bovens. Bovens stopte als advocaat nadat een aanslag was gepleegd op zijn kantoor in Utrecht. De documentairemaker volgt Bovens in het leven nadat hij is gestopt met werken. Bovens overdenkt zijn leven in de advocatuur. In de documentaire passeren diverse negatieve vooroordelen de revue. Bijvoorbeeld: de hoge tarieven, de associatie met de onderwereld, het ten kosten van alles en iedereen winnen van de zaak, het buiten de gevangenis houden van criminelen, het dure huis en de dure auto en het statige kantoor. Het is een uitermate gestileerde documentaire, waarbij geen stijlmiddel wordt geschuwd om Bovens op een bepaalde manier neer te zetten. Een mooi voorbeeld vormt het moment dat Bovens vertelt over het horen van getuigen (tevens slachtoffers) die volledig worden doorgezaagd en als ‘wrak’ worden achtergelaten. Het is onduidelijk in hoeverre hij nog achter deze handelingen staat. Op het moment van vertellen ziet de kijker slechts het silhouette van Bovens in een donkere kamer alsof hij zelf een verdachte is. Ondanks dat het verhaal van Bovens oprecht overkomt vraag ik mij af wat voor beeld de kijker overhoudt aan de advocatuur. Ik neig eerlijk gezegd toch naar een negatieve indruk. Mijn inziens heeft de negatieve weergave van advocaten in film ook invloed op de publieke opinie in Nederland. Uit het onderzoek in opdracht voor de NOVA blijkt dat ook in Nederland de advocaat niet over een positief imago beschikt. Een aanzienlijk deel van de ondervraagden had echter geen persoonlijke ervaring met een advocaat. Het is naar mijn mening aannemelijk dat een deel van deze ondervraagden zijn mening onder mee op films heeft gebaseerd. De weergave van advocaten in film heeft invloed op de werkelijke opinie over advocaten. Daarnaast wordt het negatieve imago van advocaten ook in Nederland voortdurend bevestigd in de media. Indien in Nederland het imago van de advocatuur verslechtert betekent dit dat de bepaalde consequenties die in de Verenigde Staten plaatsvinden zich ook in Nederland voor kunnen gaan doen. Met name de voortdurende demonisering van een beroepsgroep en het verstoren van de relatie tussen advocaat en cliënt lijken mij geen wenselijke ontwikkelingen. Daarnaast kan men zich afvragen of de negatieve weergave überhaupt wenselijk is? Grotendeels is dit imago natuurlijk onterecht. Veel advocaten werken hard voor hun cliënten, werken tegen normale tarieven, overschrijden geen ethische grenzen en hebben een goed persoonlijk leven. Is de permanente demonisering van een beroepsgroep überhaupt rechtvaardig? Naar mijn mening zou onderzoek in Nederland naar het imago van advocaten, de relatie met de negatieve weergave van advocaten in film en de consequenties hiervan interessant en nuttig zijn. 14
M. Asimow, ‘Bad lawyers in the movies’, Nova Law Review, Volume 24, N.2/2000, p. 540-541.
10
9. Literatuurlijst Aangehaalde literatuur Greenfield and Osborn 1995 S. Greenfield and G. Osborn, ‘Where cultures collide: The characterization of law and lawyers in film’, International Journal of the Sociology of Law, Volume 23, 1995. Asimow 2000 M. Asimow, ‘Bad lawyers in the movies’, Nova Law Review, Volume 24, N.2/2000. Asimow 2001 M. Asimow, ‘Embodiment of evil; Law firms in the movies’, UCLA Law Review, Volume 48, No. 6, (August 2001). Machura and Ulbrich 2001 S. Machura and S. Ulbrich, ‘Law in Film: Globalizing the Hollywood Courtroom Drama’, Journal of Law and Society, Volume 28, nr. 1, march 2001. Damiaans 2003 K. Damiaans, ‘Analyse van medische hulpverlening in fictieseries - Inhoudsanalyse van 'Spoed' en empirisch onderzoek’, Katholieke Universiteit Leuven, 2002-2003. Geraadpleegde literatuur Asimow 1996 M. Asimow, ‘When Lawyers were heroes’, University of San Francisco Law Review, Volume 30, Number 4 (1996). Berets 1998 R. Berets, ‘Lawyers in Film: 1996’, Legal Studies Forum, Volume 22, Number 1/2/3 (1998). Verstraten 2008 P. Verstraten, ‘Kernthema’s in de Filmwetenschap’, Amsterdam: Boom Onderwijs 2008. Onderzoek Blauw Research 2006 Blauw Research, ‘Het imago van de advocaat – Een onderzoek naar het imago van de advocatuur in Nederland – voor de Nederlandse Orde van Advocaten’, juni 2006.
11