TETANUS Weerspiegeling van de inenting Wie beefde er niet bij het schrikbeeld van tetanus na een letsel, een prik van een rozenstruik of een brandwonde? Sedert er een vaccin bestaat, hamerde de overheid de angst er bij ons sterk in, waarbij een erg somber beeld van de ziekte werd gegeven en we overtuigd werden dat alleen inenting redding zou brengen. Heel weinigen onder ons nemen de tijd om met gezond verstand na te denken over de werkelijke feiten. Nu haar boek over dit thema opnieuw wordt uitgegeven, brengt Françoise Joët een broodnodige invalshoek, en daarbij stelt ze de drie vragen waar de inentingsreligie het moeilijk mee heeft en die alle aanhangers ervan zouden moeten bezighouden. ARTIKEL NR.57
Door Françoise Joët
De werkelijke feiten kunnen in drie punten samengevat worden: Tetanus is een niet-besmettelijke ziekte. Iemand kan zijn buur niet besmetten, er kunnen zich geen epidemieën voordoen. Dit kan ons niet onberoerd laten. Waarom massaal een hele bevolking inenten terwijl de ziekte geen gevaar inhoudt voor de volksgezondheid? Tetanus is een ziekte die niet immuun maakt. Bij iemand die net van tetanus is genezen, zijn geen antitetanuslichaampjes te vinden. Dit kan ons niet onberoerd laten. Hoe kan een vaccin nu immuun maken, als de ziekte zelf dat niet kan? Tetanus is een zeldzame ziekte. In deze categorie deelt de WGO ze in. Ze treft alleen oudere mensen; kinderen in geïndustrialiseerde landen worden er niet door getroffen. Dit kan ons niet onberoerd laten. Waarom alle kinderen op heel jonge leeftijd inenten tegen een ziekte die hen niet bedreigt? Een beetje immuniteitsleer om deze dingen toe te lichten De tetanusbacil of de bacil van Nicolaïer zit in het darmkanaal van heel wat dieren die ze uitscheiden via hun ontlasting. Zo komt ze in de grond terecht, waar ze kiemcel wordt om zich langdurig te kunnen handhaven in de bodem. Het is geweten dat deze bacil moet gedijen in een volledig anaerobe atmosfeer, dus zonder zuurstof, om te kunnen kiemen en een Clostridium tetanii te worden, de kiem die verantwoordelijk is voor de ziekte. Dit is een strikt ANAEROOB ORGANISME: is er een zuurstofmolecule in de buurt, dan sterft het af. Maar opgelet: niet de bacil zelf die is gevaarlijk voor de mens, maar de toxine die ze verspreidt als ze zich op een anaerobe plaats bevindt, bijvoorbeeld bij een kneuswond met afgestorven vlees, zonder bloedvaten en met diepe groeven, net waar geen zuurstof komt bij gebrek aan bloed en lymfe. Deze toxine, die zich verschanst op een anaerobe plek, richt zich op de zenuwuiteinden in de wonde en gaat zo naar het centrale zenuwstelsel, beschut tegen de bloedsomloop, en het is daar dat ze schade gaat aanrichten in de synapsen door het bevel tot spierontspanning te blokkeren. Zonder in technische details te treden met betrekking tot de aangewende mechanismen als de toxine doordringt in het zenuwstelsel, springt er toch één ding in het oog: op de weg die de tetanustoxine aflegt, zijn er geen antilichaampjes te vinden, omdat die enkel in het bloed en de lymfe zitten. In het natuurlijke ziekteverloop worden toxine en afweerstelsel dus niet met elkaar geconfronteerd. Hoe kan er dan beweerd worden dat een vaccin dat
antilichaampjes aanmaakt, in staat is voor immuniteit te zorgen en mensen dus te beschermen tegen tetanus?
Het klopt niet als er beweerd wordt dat het vaccin immuun maakt. Dit is echt medisch bedrog. Een kijkje op de voorgeschiedenis van inenting tegen tetanus In 1923 slaagde een veearts van het Institut Pasteur te Parijs, Gaston RAMON, erin, het tetanustoxine af te zwakken. Drie jaar later kondigde hij aan dat er een vaccin op basis van een anatoxine (bacterieel toxine voor immunisering) op punt was gesteld. In 1924 begon een andere veearts, Pierre DESCOMBEY, dit toe te passen op dieren. In 1926 lanceerden RAMON en zijn collega Christian ZOELLER een gecombineerd vaccin difterie/tetanus voor de mens. Wat deden die onderzoekers? Om te bewijzen dat het verkregen anatoxine beschermde tegen tetanus, moesten er in vitro- maar ook in vivoexperimenten gebeuren. Nu is het zo dat EEN ENKEL in vivo-experiment voldoende werd geacht om rond te bazuinen dat het vaccin efficiënt was. Waaruit bestond dat experiment? Gaston RAMON diende konijnen een hoge dosis tetanustoxine toe, en daarna spoot hij hen een dosis tetanusanatoxine in: de konijnen overleefden het. Haastig leidde hij daaruit af dat het vaccin bescherming bood. Maar bij dit experiment, “experimentele tetanus” genaamd, hield RAMON geen rekening met de ontwikkeling van de natuurlijke ziekte en met het feit dat de toxine niet in het bloed zit (anaeroob milieu). Toen hij de toxine inspoot, stuurde hij deze rond in het bloed waar ze inderdaad antilichaampjes tegenkwam die aangemaakt waren door de anatoxine. Tijdens de tetanusziekte blijft de toxine in de anaerobe wonde zitten, waarna ze in de zenuwbanen wordt gestuwd, waar geen antilichaampjes kunnen geraken. Het moge duidelijk zijn dat dit experiment niets te maken heeft met de echte ziekte, zodat we kunnen stellen dat het vaccin geen enkele rol speelt, niet als preventie en ook niet voor genezing. De anatoxine gaat het afweersysteem een hoeveelheid antilichaampjes doen aanmaken die de mens geenszins zullen beschermen tegen de tetanusziekte. Dus klopt het niet als er gezegd wordt dat het vaccin immuun maakt. Bijgevolg hebben we hier met bedrog op grote schaal te maken. Toch heeft niemand op die ongerijmdheden gewezen en werd het vaccin grootschalig geproduceerd om vandaag overal te worden toegepast. Het wordt als dusdanig toegediend, vooral bij volwassenen, maar het zit ook stelselmatig in meervoudige vaccins bedoeld voor kinderen, waarbij het gecombineerd wordt met difterie, polio, kinkhoest, haemophilus, hepatitis B, met name in het vaccin INFANRIX quinta of hexa van de laboratoria Glaxo, of PENTAVAC of HEXAVAC van de laboratoria Sanofi. Tetanusvaccinatie en de gevolgen ervan Mocht het vaccin vrede nemen met een rol als placebo, dan was er nauwelijks iets aan de hand, al moet je vooral niet denken dat, als het geen bescherming biedt, het ook geen schadelijke gevolgen heeft. Wel integendeel. Dit is geen alledaags vaccin, wat trouwens geldt voor elk vaccin. De bijwerkingen van anatoxine, die opgesomd staan in de internationale medische literatuur, zijn ontelbaar; hier kunnen we er onmogelijk een volledige lijst van geven, dus zullen we er de vaakst voorkomende van aanhalen. Het antitetanusvaccin kan een atypische vorm van tetanus geven. De in Finland opgetekende vaststellingen leveren hiervan het bewijs: “Tussen 1969 en 1985 werden 106 gevallen van tetanus aangegeven in Finland; 66% van de mensen waren ingeënt. Al degenen die tenminste de eerste drie inspuitingen hadden gekregen, kregen een lichtere vorm van tetanus waarvan de diagnose moeilijk te stellen was. Een patiënt die 10 jaar
voordien was ingeënt, is overleden.” Alle vaccins, met inbegrip van tetanusanatoxine, kunnen verbasterde vormen veroorzaken van de ziekte die ze verondersteld zijn te voorkomen, met misleidende symptomen en waarvan de pathologische toestand moeilijk te beschrijven is. Meestal beschouwen de artsen die pathologieën als een tegenslag zonder erg na de inenting en kijken ze er verder niet naar om. Toch zijn de gemaskeerde ziektevormen vaak onrustwekkender. Ze geven aan dat er aantasting is, en wijzen op een prognose van iets ernstigs. De studie van ELLEN BOLTE in de Verenigde Staten toont aan dat kinderen die regelmatig een routinevaccin te verwerken kregen, waaronder het antitetanusvaccin, een “subaccute” tetanus kunnen opdoen die de darm enorm kan verstoren (waarbij die met name doorlaatbaarder wordt) en ook gedragsstoornissen en stereotiepe gedragingen, leerachterstand, net zoals we zien bij autisten. We weten dus nog lang niet alles over de vele vormen van schade die het vaccin kan aanrichten. Bij klinische observatie zijn ongewenste effecten helemaal niet zo zeldzaam, zodanig zelfs dat een set documenten waarin de opeenvolgende gevolgen van de inenting tegen tetanus worden beschreven werd samengebracht in een gegevensbank die in België wordt bewaard (Belgian University System) en waarover Dr. Robert MENDELSOHN het heeft in zijn tijdschrift People’s doctor van november 1984. Er staan talrijke artikels in waarin de ontelbare problemen bij inenting tegen tetanus overlopen worden. Uiteraard, en zoals bij elk vaccin, is de schade niet in te schatten, en deze doet zich op korte, middellange of lange termijn voor, waarbij de intensiteit verschilt naargelang de toestand van de patiënt. Helaas is de geneesmiddelenbewaking erg gebrekkig, vermits naar schatting 1 tot 10% van de artsen melding maken van bijwerkingen van vaccins, zodat de schade die toegeschreven kan worden aan het antitetanusvaccin volslagen onbekend is bij het grote publiek. Er werden reacties opgetekend zoals overgevoeligheid, anafylactische schok (heel zware allergie die tot de dood kan leiden), aantastingen van de zenuwen (encefalopathie, myelopathie, neuropathie, enz.). Gevallen zoals mutliple sclerose (MS), amyotrofe laterale sclerose (AlS), het syndroom van Guillain Barré, het syndroom van Landry, verlamming, epilepsie, enz. werden al gelinkt aan het vaccin. Deze stoornissen tonen aan dat het brein het eerste mikpunt is van het vaccin, dat in allerhande manieren onomkeerbare verstoringen gaat veroorzaken. Deze lijst wordt verder aangevuld met hartcomplicaties, huidproblemen, gewrichtspijnen, spijsverteringsstoornissen, enz. Dit zonder de bepalende rol te vergeten van het aluminiumadjuvans dat in alle huidige vaccins voorkomt, en in een nieuwe ziekte: “macrophagic myofasciitis” (ontsteking van spier- en bindweefsel door macrofagen). Deze ziekte, in 1993 ontdekt door Dr. COQUET van het CHU in Bordeaux, werd vervolgens bestudeerd door het team van Prof. GHERARDI in het Hospitaal van Créteil in Frankrijk. Een aantal studies van deze groep die gepubliceerd werden, bewezen zo dat de uitzaaiing van aluminiumkristallen in het brein neurologische stoornissen veroorzaakte met een bijzondere pathologie die zich uit in chronische vermoeidheid en spierpijnen die een ware handicap vormden. Verder dient hier nog een bijzonder kenmerk van het antitetanusvaccin belicht te worden, dat aan het licht kwam bij een experiment in Wenen (Oostenrijk) in 1984: het afweersysteem wordt erdoor verzwakt. Een gewone herhalingsinenting tegen tetanus kan de verhouding tussen lymfocyten CD4 en CD8 (beiden betrokken bij AIDS) verstoren, ongeveer op dag 14 na de inspuiting. Dit is dus een kritiek ogenblik, want de persoon wordt kwetsbaar. Door de inenting wordt het organisme dus voor min of meer lange tijd minder resistent (vergelijkbaar met de toestand van AIDS-lijders), en dit in
mindere of meerdere mate naargelang het individu. Verdere experimenten zijn allicht nodig om deze vaststellingen uit te diepen, en ze te extrapoleren naar andere vaccins. Wat moeten we denken van het antitetanusserum? In de jaren 1920-’30, toen Prof. RAMON onderzoek deed in het Institut Pasteur, werd “immuun gemaakt” paardenserum gebruikt om te genezen, maar ook om de ziekte te voorkomen. De arme dieren werden onophoudelijk ingespoten om een overvloed aan antilichamen te bekomen, tot de paarden uiteindelijk stierven aan tetanus! Het onttrokken serum werd nauwelijks gezuiverd, en het zorgde voor enorm veel ernstige ongevallen. Het raakte in onbruik in de jaren ’70, toen het vervangen werd door menselijke gammaglobulines. Maar jaren aan een stuk werd bij de minste kwetsuur stelselmatig antitetanusserum toegediend, wat in 20 tot 30% van de gevallen schade aanrichtte. De serumziekte trad al op van in het begin: het ging om een hevige reactie op het serum, en deze kan iemand op tijd van 9 dagen te gronde richten door een aantal organen gelijktijdig aan te tasten. Ze is te vergelijken met een auto-immuunziekte, zoals lupus bijvoorbeeld. Laat dit duidelijk zijn: van serumtherapie werd nooit het bewijs geleverd dat ze efficiënt was, maar ze gaf daarentegen wel blijk van hoe giftig ze was. En toch wordt ze vandaag nog toegepast op kwetsuren die als ernstig gezien worden. Over de vele vormen van microben Tetanus is als ziekte weinig bekend. Ze heeft niet van zich laten spreken omdat er sinds begin 20ste eeuw een vaccin voor bestaat dat globaal genomen beschouwd wordt als de enige bescherming tegen de ziekte, en dat bovendien doorgaat als “ongevaarlijk”. “Als er al een vaccin moet gemaakt worden, dan is het wel dat tegen tetanus”, klinkt het bij de meesten van het medisch korps. Het was pas onlangs dat enkele specialisten zich over die ziekte zijn gaan buigen om de mechanismen ervan wat beter te leren kennen. Toch hadden geleerden zoals Antoine BECHAMP (tijdsgenoot van PASTEUR) in het verleden al verklaringen gedaan die de aandacht waard zijn, want ze gaan in tegen de kiemtheorie van de Pasteuraanhangers. Deze verdedigden drie axioma’s: In de cel zitten geen kiemen. Die komen van buitenaf. Bij elke kiem hoort een ziekte. Antilichamen maken antigenen onschadelijk en beschermen. Vandaag weten we dat die beweringen niet kloppen en achterhaald zijn. BECHAMP van zijn kant verdedigde het feit dat microben vele vormen aannemen, namelijk dat microorganismen kunnen aangemaakt worden door onze eigen cellen die voortdurend instaan voor de levenscyclus. Die gedaanteverandering zou ontstaan als er sprake is van onevenwicht. Dit concept van de vele vormen van microben werd overgenomen door Prof. Jules TISSOT in het begin van de 20ste eeuw. Deze laatste veronderstelde dat de tetanusbacil, Clostridium tetanii, zou ontstaan door omvorming van de collibacil (Escherichia coli) die overvloedig in de darmen van mens en zoogdier zit, wat van tetanus een endogene ziekte zou maken. Deze collibacil kan, als die zit in een milieu zonder zuurstof, bijvoorbeeld in door het organisme ontbonden cellen, met name als er teveel aan natrium chloride is en een tekort aan magnesium, verschillende vormen aannemen en giftig worden, wat zij normaal niet doet. Daarom kunnen mensen met ernstige brandwonden tetanus oplopen. De ontdekkingen van Prof. Tissot zijn de moeite waard om te bevestigen aan de hand van experimenten met de moderne onderzoeksmiddelen zodat deze theorie in haar geheel wordt aanvaard.
Tetanus kan voorkomen worden, en er zijn echt efficiënte natuurlijke behandelingen voorhanden. Sinds de 19de eeuw legden tal van wetenschappers, bij het bestuderen van de mens, mee de hoeksteen die we kennen als de veelvormigheid van microben, en we kunnen ons voorstellen dat de theorieën van Pasteur weldra afgedaan hebben, en de gegrondheid van vaccins dus moet herbekeken worden.
24 Dosissen aluminium Zo goed als alle vaccins bevatten aluminium hydroxide. Naargelang de vaccins die in staat zijn, tetanus te binden, kan de hoeveelheid van dit toxisch adjuvans gaan van 200 g tot 1250 g. Houdt men zich aan de inentingstiming, dan krijgt een kind minimum 24 antigeenstoten voor de leeftijd van 2 jaar, en wordt dit zijn hele leven lang vernieuwd, dan kunnen de dosissen aluminium aanzienlijk zijn. Omdat dit metaal niet in ons lichaam voorkomt, kan het ons organisme alleen maar zwaar verstoren. Hoe bescherm je je tegen tetanus en hoe verzorg je die? Eén ding moeten we onthouden: je sterft niet stelselmatig van tetanus. Slechts 30% van de aangegeven gevallen sterven vandaag de dag. Dit vooral dankzij de aanwezige middelen tot reanimatie in hospitalen. Wel kan je tetanus vermijden, en zijn er echt werkzame natuurlijke behandelingen. Zoals al gezegd, kan tetanus zich alleen maar ontwikkelen als er tetanussporen opgesloten zitten in een anaeroob gebied van het organisme. Om te vermijden dat een besmette wonde tot tetanus leidt, moet je eerst en vooral de wonde zuiveren – in medische kringen zeggen ze ‘maatregelen nemen en openleggen’ – met water en zeep. Ook moet al wat vreemd is aan de wonde en erin vastzit, eruit en moet het dode vlees weg. Het belangrijkste is dat men de wonde doet bloeden, dus openmaken en drukken zodat het bloed, en dus de zuurstof, rondgaat. Om nog extrazuurstof aan te trekken, wordt aanbevolen om zuurstofwater aan te brengen, zoals dat vroeger op geschaafde knieën werd aangebracht: het schuimt en zo wordt de vuiligheid verwijderd. Tot slot wordt best een antiseptisch middel aangebracht om de ettervormende kiemen uit te schakelen (deze doen infecties met pus ontstaan) die er mogelijk zitten en die het ziekmakend vermogen van de tetanusbacil kunnen versterken. De wonde niet afdekken alvorens ze helemaal zuiver is zodat ze even in contact komt met zuurstof in de lucht, en dit in een steriele omgeving. Wordt tetanus vastgesteld, dan kunnen verschillende homeopathiebehandelingen worden aanbevolen, evenals een grote hoeveelheid vitamine C. Maar het onfeilbare middel is magnesium chloride. Dit product werd met succes gebruikt door Dr. Auguste NEVEU in de jaren 1930, zowel op de mens als op dieren, en dit bij tetanus, difterie, en polio. Hiervoor verwijs ik naar het artikel in Néosanté nr.27, waarin uitgelegd wordt hoe dit uitzonderlijke geneesmiddel ter zijde werd geschoven ten voordele van vaccins. Bij tetanus wordt magnesium chloride in de bloedbaan ingespoten (20g/liter), waardoor de spieren snel ontspannen en kunnen bewegen. Tetanus bij pasgeborenen Tetanus bij pasgeborenen is een plaag in landen waar er nauwelijks sprake is van een kiemvrije omgeving bij de geboorte. De navelstreng doorknippen moet gebeuren in een anaerobe omgeving die gevaar loopt als kiemen, zoals tetanussporen, zich bevinden op de plaats waar geknipt wordt, vooral als er besmette instrumenten worden gebruikt en als de navel afgedekt wordt met twijfelachtige samenstellingen. Tetanus bij pasgeborenen komt al lang niet meer voor in geïndustrialiseerde landen, maar hij woedt
nog in een twintigtal landen waar geen sprake is van hygiëne. China slaagde erin, het aantal sterftegevallen van pasgeborenen door tetanus met 90% te verminderen dankzij de strategie van de “3 P’s”: propere handen, propere navelstreng, propere bevallingstafel. Maar spijtig genoeg promootten overheden wereldwijd niet het aanleren van hygiëne, maar vaccinatiecampagnes. “Gevaccineerde moeders beschermen hun kinderen en voorkomen zo tetanus als ze pas geboren zijn”, klinkt het luidkeels bij de UNICEF-ambassadrices die meewerken aan de propaganda. Helaas biedt het vaccin, zoals we gezien hebben, geen bescherming aan de moeder noch aan het kind. Zolang hygiënische omstandigheden niet in acht worden genomen, zal tetanus bij pasgeborenen verwoestingen blijven aanrichten in landen van de derde wereld. Conclusie Tetanus werd ‘verheven’ tot een vreselijke en overal aanwezige ziekte, waardoor de vaccins producerende farmaceutische industrie over een permanente melkkoe beschikt. Nu hebben we kunnen aantonen dat de werkelijkheid er helemaal anders uit zag, en dat vaccinatie, die opgelegd wordt aan alle kinderen over de hele wereld, allesbehalve een oplossing biedt om de ziekte te voorkomen. Tetanus is voor alles een hygiëneprobleem, waarbij vaccinatie totaal geen bescherming biedt. Het lijkt werkelijk ongelooflijk dat een dergelijk nutteloos vaccin tot vandaag aan de man kon gebracht worden, en dat zoveel artsen zich zo lang hebben laten misbruiken. Sommige dogma’s zijn hardnekkig, en vaccinatie tegen tetanus is een van de meest onwrikbare. Toch brengen de bijwerkingen van dit vaccin en de bewustwording van zij die het gebruiken deze burcht aan het wankelen, en hopelijk krijgen burgers objectieve informatie, en bijgevolg het recht om ervoor te kiezen, zichzelf en hun kinderen, al dan niet te laten vaccineren. Uit: Néosanté nr. 29 van december 2013 Auteur: Françoise Joët (van de vereniging ‘Liberté Information Santé) www.neosante.eu