TERECHT03 SCHUIVENDE PANELEN IN DE ZORG mei 2014
INHOUD Voorwoord 3 Column 5 De nieuwe wet klachten en geschillen 7 De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 9 Jurisprudentie 11 Wetsvoorstel zorg en dwang 12 Compliance 15 Colofon 16 Bronnen 16 Disclaimer 17
2
VOORWOORD SCHUIVENDE PANELEN IN DE ZORG Omdat de maatschappij verandert en er andere eisen worden gesteld aan de gezondheidszorg, komt er nieuwe wetgeving. De wetgever reageert op de burger die zelfstandig wil blijven wonen en mee wil beslissen over ingrepen die zijn gezondheid en welzijn aangaan. Het plafond, van wat financieel mogelijk is, is bereikt. Meer dan € 80 miljard per jaar is er niet en komt er niet. Er is ontwikkeling in het recht rondom de (langdurige) zorg. Het lijkt er op dat het ‘oog van de orkaan der veranderingen’ op 1 januari 2015 over ons land trekt. Mogelijk is het dan heel even stil, maar daarvoor en daarna zal het hard waaien. In deze E-zine passeert een aantal wetten de revue, zoals de nieuwe klachtwet en de aankomende wet zorg en dwang.
In het vorige E-zine stond het gestrande wetvoorstel Wcz (Wet cliëntenrechten zorg) centraal. Toen, in maart 2013, was duidelijk dat het voorstel zou worden opgeknipt in vijf stukken, waaronder het onderdeel ‘klachten/ geschillen’ en het onderdeel ‘kwaliteit’. Op 4 juli 2013 is de wetstekst van de Wet kwaliteit, klachten en geschillenzorg door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft op 18 februari 2014 het voorlopig verslag uitgebracht en wacht op een Memorie van antwoord. Er is nog veel onduidelijk in het wetsvoorstel. Toch lijkt het erop dat de wet in de zomer of kort na de zomer van kracht zal gaan. In deze E-zine meer over de wet en de impact van deze wet.
Staatssecretaris Van Rijn heeft op 14 januari 2014 de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning naar de Tweede Kamer gestuurd. Met deze nieuwe wet krijgen gemeenten meer verantwoordelijkheden voor het organiseren van passende ondersteuning aan huis voor mensen die niet op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving. De wet wil het mogelijk maken dat mensen langer thuis blijven wonen en participeren in de samenleving. Gemeenten krijgen € 3,9 miljard om hun nieuwe verantwoordelijkheden vorm te geven. De nieuwe Wmo zal per 1 januari 2015 in werking moeten treden. Een belangrijk, niet voor iedereen bekend, uitgangspunt is dat er binnen deze wet geen recht meer is op zorg, maar dat er sprake is van een compensatiebeginsel.
3
Wat is dat en wat betekent dat voor de leveranciers van zorg? De Wmo maakt deel uit van een samenhangend systeem van nieuwe en vernieuwde wetten. Daarin zal de Wlz (Wet landurige zorg) de huidige AWBZ vervangen. Alleen de zwaarste, langdurige zorg wordt dan nog vergoed vanuit de Wlz. Met deze wet moet de kwaliteit van leven voor hen die veel zorg nodig hebben (zoals ouderen en gehandicapten) gegarandeerd blijven. Verschillende organisaties (cliëntenorganisaties, zorgaanbieders en betrokken overheden) hebben in september 2013 de staatssecretaris geadviseerd over de ontwerpversie van de Wlz. Het wetsvoorstel is daarop aangepast. De Raad van Advies heeft een advies uitgebracht over het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is op 10 maart 2014 naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze E-zine wordt kort ingezoomd op de gevolgen voor de instellingen. Bovenop de grote veranderingen die hierboven zijn genoemd, lijkt het er op dat de Wet zorg en dwang ook op 1 januari 2015 van kracht zal gaan. Als dat het geval is dan heeft deze wet misschien nog wel de meeste consequenties voor de dagelijkse praktijk van de zorgorganisaties. Daarom aandacht in deze E-zine voor deze wet, met een handig stappenplan. Tot slot zet deze E-zine het licht op compliance. Dit is de mate waarin en de wijze waarop een zorgorganisatie werkt in overeenstemming met de vigerende wetgeving.
4
COLUMN Mr. Drs. Rembrandt Zuijderhoudt
Het leek erop dat na twintig jaar de sectoren ‘pg en vg’ eindelijk van de Wet Bopz ‘verlost’ zouden zijn. Die werd in 1994 ingevoerd en in een laat stadium werden de genoemde sectoren er onder gebracht. Er is al meteen weerstand geweest tegen de Bopz, vooral omdat die teveel gericht is op de psychiatrische ziekenhuizen, en te ‘medisch’ georiënteerd wordt gevonden. Na een moeizame parlementaire behandeling werd tenslotte in 2013 de Wet Zorg en Dwang door de Tweede Kamer aangenomen. Maar de hoop dat daarna een snel akkoord door de Eerste Kamer zou komen, gevolgd door spoedige invoering, lijkt niet uit te komen. De Eerste Kamer heeft besloten de Wet Zorg en Dwang even te laten liggen, om die gelijk met de Wet Verplichte GGZ te behandelen, die (ook) de Wet Bopz moet opvolgen, en wel voor de psychiatrie. Die wet moet nog uitgebreid door de Tweede Kamer behandeld worden, en het valt niet te verwachten dat de door de Minister van VWS beoogde invoering per 1 januari 2015 gehaald gaat worden.
WAAROM AL DEZE VERTRAGING EN WAT IS ER NU ZO MOEILIJK? Hoewel de sectoren pg/vg, als men luistert naar de branche-organisaties, blij zijn met de Wet Zorg en Dwang, is van diverse zijden betoogd dat het twijfelachtig is of de Bopz wel twee aparte wetten nodig heeft als opvolger. En áls dat al een goed idee zou zijn, dan zouden die twee wetten tenminste naadloos op elkaar moeten aansluiten. In dit laatste ziet de Minister geen probleem: er is behoorlijk ‘geharmoniseerd’ meent zij. Maar daarvan zijn deskundigen geheel niet overtuigd - integendeel. Ja, er zijn (deels) gelijke uitgangspunten, zoals: patiëntvolgende regelingen, die vrijwillige zorg centraal stellen en procedures verplichten ter voorkoming of beperking van dwang. En ook sommige termen (bijvoorbeeld: accomodatie, zorgverantwoordelijke, zorgverlener) stemmen overeen. Maar de betekenis verschilt steeds een beetje - of heel veel. En alleen al de definitie van ‘zorg’ loopt sterk uiteen als men de Wet Zorg en
5
dwang en de Wet Verplichte GGZ vergelijkt. Is dat erg? Ja,beslist. Want in ingewikkelde situaties, bijvoorbeeld waarin mensen zowel last hebben van een verstandelijke beperking als van een psychiatrische stoornis, moet het volstrekt helder zijn onder welke wet zij vallen. Als de wetten dan slecht op elkaar aansluiten komt er gedoe en is het met de rechtsbescherming slecht gesteld. Vanuit dat perspectief valt te begrijpen dat de Eerste Kamer beide wetten samen, in samenhang, wil bekijken. Daarbij lijkt het ook geen voordeel dat de behandeling van de Wet Zorg en Dwang in de Tweede Kamer zo’n moeizaam beloop heeft gehad. Er was een reeks opeenvolgende Nota’s van Wijziging nodig om tenslotte groen licht te krijgen. Het ging tenslotte vooral om de vraag of bepaalde (mogelijk) ingrijpende interventies - zoals het geven van gedragsbeïnvloedende medicatie - per definitie als onvrijwillig zouden worden aangemerkt, dus ook als de betrokkene zelf ermee instemt, om daarmee
maximale rechtsbescherming te garanderen. Het uiteindelijke resultaat is een moeizaam compromis waarvan maar moet blijken of het praktisch en werkbaar is - en of het wel de boogde rechtsbescherming oplevert. Er was in de behandeling in het parlement de nodige vrees voor onnodige bureaucratie en juridisering. Nu kon de wetgever het ook nauwelijks goed doen: óf de wetgever tracht allerlei situaties waarin (mogelijk) dwang optreedt ook buiten de zorginstellingen - tot onvrijwillige zorg in de thuissituatie aan toe - te regelen met als verwijt dat alles gejuridiseerd wordt en bureaucratisch geregeld - óf de wetgever laat dat na met als verwijt dat buiten het bereik van de zorginstellingen er zonder rechtsbescherming dwang kan worden toegepast. Het is al met al een lastig proces, en wellicht zullen we over een paar jaar moeten bekennen dat het niet alleen vertragend heeft gewerkt maar vooral wijs was van de Eerste Kamer dat er nog eens een proces van herbezinnning over deze twee wetten in samenhang is gegaan.
6
DE NIEUWE WET KLACHTEN EN GESCHILLEN De Wet klachten en geschillen (Wkkgz) zal de Wet klachtrecht cliënten zorgsector en de Kwaliteitswet zorginstellingen gaan vervangen. Elke zorgaanbieder zal op basis van de Wkkgz gehouden zijn ‘goede zorg’ te leveren. De zorgaanbieder moet over een klachten regeling beschikken en dient zich aan te sluiten bij een geschilleninstantie. Goede zorg is in de Wkkgz de verantwoordelijkheid van het bestuur. Van het bestuur wordt verwacht dat er verantwoorde zorg wordt geboden en dat er aantoonbaar een veilige zorgrelatie is. Zorgaanbieders houden zich aan de richtlijnen en protocollen die het Kwaliteitsinstituut gaat opnemen in een openbaar register. Iedere zorgaanbieder krijgt de vrijheid een klachtenregeling te maken die rekening houdt met de aard van de zorg en de categorie van cliënten. Het hebben van een klachtencommissie is niet verplicht. Maar er is wel de wettelijke verplichting een klachtenfunctionaris aan te wijzen. Daarnaast dient de zorgaanbieder binnen zes weken (uiterlijk tien weken) met een oordeel over de klacht te komen en te laten weten welke maatregelen genomen worden. De inbrenger van de klacht kan ‘in beroep gaan’ bij een externe geschilleninstantie die bindend kan adviseren. Ook kan de geschilleninstantie een
vergoeding voor geleden schade toekennen tot een maximum van € 25.000,-. De Wkkgz zal onder het toezicht vallen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De uitdaging voor zorginstellingen is om hun
klachtenprocedure zo in te richten dat zij voldoen aan de regels van de nieuwe wet en wegblijven bij een claim. Goede ‘claimvoorkomende communicatie’ is hierbij één van de onderdelen. 7
DE UITDAGING
Zorginstellingen hebben de uitdaging zich aan te passen aan de (nieuwe) regels voor kwaliteit, klachten en geschillen. Dit betekent concreet: • Aansluiting zoeken bij een externe geschilleninstantie. • Aanstellen van een klachtenfunctionaris. • Een goede en snelle klachtenafhandeling.
DE WKKGZ IS NIET ONOMSTREDEN
De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) heeft vraagtekens gezet bij de nieuwe wet, vooral bij de verplichte klachtenfunctionaris in plaats van de klachtencommissie. De belangenorganisatie van artsen pleit in Medisch Contact (augustus 2013) voor het behouden van de klachtencommissie.
wet klachtenrecht cliënten ten zorgsector
kwaliteitswet zorginstellingen wet klachten en geschillen (wkkgz)
Joost Visser: “De KNMG ziet de verplichte klachtenfunctionaris als winst, maar verzet zich tegen het afschaffen van de wettelijk verplichte klachtencommissies. “Het klachtrecht heeft twee functies.” legt adviseur gezondheidsrecht Hilde van der Meer uit. “Het geeft de klager genoegdoening en helpt de instelling om de kwaliteit te verbeteren. En daarin hebben de commissies veel meerwaarde. Ze functioneren niet altijd even goed, maar nu wordt het kind met het badwater weggegooid, je kunt het probleem ook oplossen door strengere eisen aan de commissies te stellen.” Het wetsvoorstel spreekt letterlijk van een ‘effectieve en laagdrempelige regeling’, maar daarover heeft Van der Meer haar twijfels: “De afhandeling van forse schadeclaims vergt een formeel juridische benadering. Maar die van immateriële klachten is juist gebaat bij laagdrempeligheid, bij het gesprek tussen de patiënt en de arts. Dat te vermengen in één procedure geeft het risico dat de afhandeling van immateriële klachten veel formeler wordt. En als een arts begrip toont voor de klacht, kan daar vanaf nu een prijskaartje aan komen te hangen.”
8
DE NIEUWE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Op 14 januari 2014 is het wetsvoorstel voor de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) naar de Tweede Kamer gestuurd. De wet bevat een aantal veranderingen ten opzichte van de oorspronkelijke plannen. Vanaf 1 januari 2015 krijgen ruim een half miljoen mensen hun zorg niet meer uit de AWBZ maar vanuit andere wetten: de Wmo, Zorgverzekeringswet (Zvw) of Jeugdwet. Nieuw in de wet is het begrip ‘maatwerkcompensatie’: een verwijzing naar het compensatiebeginsel uit de vorige Wmo. Dit betekent dat mensen zich ook kunnen blijven beroepen op eerdere gerechtelijke uitspraken over het compensatiebeginsel. Ook nieuw is dat de wijkverpleegkundige onderdeel wordt van het wijkteam. De persoonlijke verzorging gaat over naar de Zvw, tenzij de persoonlijke verzorging gekoppeld is aan begeleiding. In dat geval worden de gemeenten via de Wmo verantwoordelijk.
AWBZ wmo
zvw
jeugdwet
OVERGANGSPERIODE
De gemeenten krijgen 200 miljoen als tegemoetkoming in de overgangskosten. Er wordt nog steeds bezuinigd op de taken die overgaan naar de gemeente en de huishoudelijke hulp. De Raad van State benadrukt het belang van een goede inrichting van de verzorging binnen de zorgverzekering en waarschuwt voor premie-effecten en een hoger eigen risico. Ten aanzien van het tempo van de invoering is de Raad kritisch. De wet legt een nadrukkelijke verbinding met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en stuurt op het tot stand komen van integrale oplossingen voor mensen. Van gemeenten wordt verwacht dat zij op lokaal niveau bijdragen aan de realisatie van de inclusieve samenleving. Voor diegenen die hun beperkingen niet zelf of in hun eigen netwerk kunnen oplossen, bieden de gemeenten ondersteuning. Deze ondersteuning heeft als doel de beperking te compenseren en iemand weer in staat te stellen zichzelf te redden en te participeren in de samenleving. Dit heet de ‘compensatieplicht’. Gemeenten hebben een compensatieplicht naar hun burgers. Maar gemeenten gaan in eerste instantie uit van de eigen kracht van burgers en van het compensatiebeginsel. 9
HET COMPENSATIEBEGINSEL NADER VERKLAARD
Het uitgangspunt is dat iedereen zichzelf kan redden: zelfstandig of met hulp van de eigen omgeving. Iedereen is zelf verantwoordelijk om mee te kunnen doen en waar nodig, oplossingen te zoeken. Pas wanneer dit echt niet lukt, biedt een gemeente ondersteuning. Het gaat om ondersteuning bij: • het voeren van een huishouden; • het lopen of verplaatsen in en om de woning; • het vervoer in en rond de gemeente; • het mogelijk maken van ontmoetingen met andere mensen en meedoen aan activiteiten. De verwachting is dat elke gemeente in de tweede helft van 2014 afspraken gaat maken met zorginstellingen over de zorg en begeleiding.
Voorbeeld: Mevrouw Groot is 73 jaar. Zij heeft veel pijn in haar knieën en gaat hierdoor steeds minder vaak even de deur uit. Er zijn nu dagen dat mevrouw Groot geen mens spreekt. Een behulpzame buurvrouw neemt wel eens een boodschapje voor haar mee. Mevrouw Groot zou graag weer eens een bezoekje brengen aan de markt, daar is zij al zo lang niet meer geweest. Zij besluit haar probleem voor te leggen aan ROGplus. Samen met een medewerker van ROGplus bekijkt mevrouw Groot welke oplossingen er zijn. Ze krijgt de tip eens bij Seniorenwelzijn langs te gaan om daar het aanbod van activiteiten te bekijken. Vanuit de Wmo komt ze in aanmerking voor een pas voor de Regiotaxi. Als mevrouw bij Seniorenwelzijn langs gaat blijkt dat er wekelijks een uitstapje gemaakt wordt naar de markt van Vlaardingen, geassisteerd door vrijwilligers. Zo kan mevrouw Groot zelf wat boodschappen uitzoeken en spreekt ze ook weer eens wat mensen. Met de Regiotaxi bezoekt ze nu regelmatig een oude kennis in Rotterdam.
DE IMPACT VAN NIEUWE WMO VOOR ZORGORGANISATIES
Dit betekent: • Aansluiten bij de eigen kracht van cliënten. • Terughoudend zijn in het leveren van zorg. • Elke gemeente kan de wijze van indiceren zelf bepalen. • De gemeente moet via een verordening aangeven hoe alles rond de Wmo geregeld gaat worden. • De gemeente is vrij om al dan niet alles in eigen beheer te nemen, of delen uit te besteden aan bestaande aanbieders.
10
JURISPRUDENTIE ZORG EN DWANG
Een veel gestelde vraag is of verplicht douchen valt onder onvrijwillige zorg. Dit is een interessante vraag omdat het vaststellen van het ernstige nadeel en het afwegingskader hier duidelijk in beeld komen. In het artikel in de bijlage kunt u lezen hoe ter zake deskundige juristen tegen deze vraag aankijken, zowel vanuit de wet BOPZ als vanuit de wet zorg en dwang.
JURISPRUDENTIE FINANCIËLE UITBUITING
Binnen het kader van de meldcode die van toepassing is op ouderenmishandeling is financiële uitbuiting de meest voorkomende en de meest lastig aan te pakken vorm. Het kan zijn dat een oudere mevrouw een veel jongere vriend heeft met een mooie grote, nieuwe auto. Als zij daar niet onder lijdt kan niemand er iets van vinden of zeggen. Als er wel sprake is van (stil) lijden kan het goed zijn om de meldcode te hanteren. De Hoge Raad heeft enige tijd geleden een dergelijke casus gekregen en een bijzondere uitspraak gedaan.
JURISPRUDENTIE
11
WETSVOORSTEL ZORG EN DWANG Een veel voorkomende situatie: een verzorgende trekt steunkousen aan bij een licht dementerende oudere. Wanneer de verzorgende het huis verlaat, doet zij de achterdeur op slot. In een ander voorbeeld gebeurt dit bij een echtpaar waarvan de man dementerend is en regelmatig wegloopt en verdwaalt. Beide voorbeelden illustreren vormen van vrijheidsbeperking in thuissituaties. Echter, in de huidige wetgeving is het niet toegestaan vrijheid beperkende maatregelen toe te passen in de thuissituatie. Door de wens om langer thuis te blijven wonen, is er steeds vaker sprake van onveilige situaties bij ouderen met een aandoening, bijvoorbeeld dementie. Verzorgenden voelen vaker de noodzaak om vrijheid beperkende maatregelen toe te passen. Dit is alleen toegestaan in een intramurale setting met een BOPZ-status. Dit gaat in de toekomst veranderen door de komst van de nieuwe Wet zorg en dwang.
DOELGROEPEN IN RELATIE TOT DE WET ZORG EN DWANG
Het wetsvoorstel zorg en dwang is gericht op mensen met dementie en mensen met verstandelijke beperkingen. De kern van de wet is ‘Nee, tenzij’. Het uitgangspunt is dat dwangmaatregelen niet thuis horen in de zorg voor ouderen en gehandicapten. Gevaarlijke situaties moeten altijd met vrijwillige zorg worden opgelost, ook bij ernstig probleemgedrag. Het wetsvoorstel geldt niet alleen voor instellingen, maar bijvoorbeeld ook in de thuissituatie en in kleinschalige woonvormen. Het wetsvoorstel zorg en dwang introduceert een stappenplan dat is gericht op het voorkomen van dwang. Zorgverleners moeten dit stappenplan doorlopen als er geen overeenstemming is met een cliënt over het leveren van vrijwillige zorg.
REIKWIJDTE VAN DE WET
Op dit moment valt de zorgverlening en dwangbehandeling voor mensen met dementie of een verstandelijke beperking nog onder de Wet Bopz. Maar die wet is veel meer gericht op behandelingen in een psychiatrisch ziekenhuis, waardoor hij onvoldoende past bij de zorg voor deze specifieke doelgroepen. De Wet zorg en dwang sluit qua termen en procedures beter aan bij die doelgroepen, waardoor ook mensen die hun wil niet meer kunnen uiten, beschermd worden. “Wie zwijgt, stemt toe” kan nooit het uitgangspunt in de langdurige zorg zijn. Voor de zorgverlener wordt er een helder wettelijk kader gecreëerd.
12
DE FUNCTIE VAN HET STAPPENPLAN Het wetsvoorstel zorg en dwang regelt dat cliënten alleen zorg krijgen die in het zorgplan is opgenomen en waar de cliënt mee instemt. Maatregelen waar de cliënt niet mee instemt of waar hij zich tegen verzet, kunnen niet in het zorgplan worden opgenomen. Bij ernstig probleemgedrag moeten de zorgverleners een stappenplan doorlopen waardoor de situatie van de cliënt goed wordt geanalyseerd, alle alternatieven voor vrijwillige zorg worden bekeken en beoordeeld wordt op welk moment externe deskundigheid wordt ingeschakeld.
Als onvrijwillige zorg echt de enige manier is om ‘ernstig nadeel’ te voorkomen, regelt de wet dat in de situatie waarin die geboden wordt verantwoord toezicht op de cliënt moet worden gehouden. Er kan geen sprake van zijn dat een cliënt in zijn vrijheid wordt beperkt en vervolgens alleen wordt gelaten.
OOK TOEDIENEN VAN MEDICATIE KAN VRIJHEIDSBEPERKING ZIJN Beperkingen van de bewegingsvrijheid zijn volgens de nieuwe wet zo ingrijpend dat ze altijd onder dwang vallen. Dit geldt voor alle vormen,
zoals fixatie en medicatie, als die vanwege het sufmakend effect wordt gegeven (bijvoorbeeld haloperidol) en andere maatregelen die de bewegingsvrijheid beperken. Dus als de vrijheid om te bewegen leidt tot ernstig nadeel, moeten zorgverleners altijd het stappenplan doorlopen om een oplossing te vinden waarmee de cliënt zich vrij kan blijven bewegen. Ook als de cliënt en/of de vertegenwoordiger zelf geen bezwaar heeft tegen de vrijheid beperkende maatregelen (zoals fixatie of sufmakende medicatie). Zo waarborgt de wet dat zorgverleners altijd zorgvuldig blijven kijken naar andere mogelijkheden om de situatie van de cliënt te verbeteren. Wanneer een arts gedragsbeïnvloedende medicatie voorschrijft volgens de geldende professionele richtlijnen om een psychische stoornis te behandelen, is er niet automatisch sprake van onvrijwillige zorg. Wanneer de cliënt instemt (of de vertegenwoordiger stemt in en de cliënt verzet zich niet), dan is het stappenplan niet vereist. Is er echter geen instemming en/of verzet de cliënt zich, dan moet het stappenplan van de WZD wel gevolgd worden.
13
OPNAME ZONDER INSTEMMING
Nee, tenzij...
De nieuwe wet regelt ook de opname van mensen met dementie of verstandelijke beperkingen in een zorginstelling als zij daar zelf niet over kunnen beslissen (opname zonder instemming, zonder verzet) of als zij zelf weigeren terwijl een opname wel noodzakelijk is (gedwongen opname via een inbewaringstelling of een rechterlijke machtiging). In het onderdeel Behandeling van het wetsvoorstel Zorg en dwang vindt u informatie over de voortgang. De impact op uw organisatie: Wat kunnen zorgorganisaties nu al doen in het kader van de wet zorg en dwang? • Een paragraaf opnemen in het jaarplan 2015 (aanpassingen in de organisatie, scholingsplan). • Organisatie voorbereiden op de veranderingen (communicatie). • Kijken naar de film van Vilans.
Standpunt van Actiz over het wetsvoorstel: ActiZ vindt dat het wetsvoorstel de term ‘ongewenste zorg’ heel breed uitlegt. Van onvrijwillige zorg is zelfs sprake als het gaat om zorg waar een wilsbekwame cliënt zelf om vraagt. Bijvoorbeeld als een oudere het prettig vindt om te slapen met een bedhek omhoog, staat niets hem in de weg om hiervoor te kiezen. Maar als hij in zorg is, dus als hij onder dit wetsvoorstel zou vallen, dan mag een bedhek niet meer, ook niet als de cliënt er zelf om vraagt. ActiZ vindt ook dat de bepaling uit het wetsvoorstel, die gewenste zorg tot onvrijwillige zorg bestempeld, geschrapt moet worden. Actiz wil dat fixatie (Zweedse band), afzondering en gedwongen medicatie verboden wordt. Actiz vindt dat andere hulpmiddelen om de veiligheid van cliënten te borgen, zoals bewegingssensoren, wel gebruikt kunnen worden.
Sommige inhoudelijke onderdelen van de nieuwe wet, zoals het volgen van een gestructureerd stappenplan bij probleemgedrag, zijn nu al de norm geworden waaraan de geboden zorg moet voldoen.
14
COMPLIANCE
Zorgorganisaties hebben ‘compliance’ op de agenda gezet. De reden is dat de veranderende wetgeving hier om vraagt. Compliance (dit is de mate waarin en de wijze waarop een zorgorganisatie werkt in overeenstemming met de vigerende wetgeving) is een proces dat voortdurend aandacht behoeft. Het moet zijn ingebed in de bedrijfsprocessen van de instellingen en dient van tijd tot tijd te worden bijgesteld. De praktische uitvoering van een goed compliance beleid in de zorg blijft lastig. In geval van non-compliance wordt er meestal een onderzoek gedaan naar een incident en, zo nodig, interne regels herzien om herhaling te voorkomen. Ook disciplinerende maatregelen tegen de betrokken partij of verantwoordelijke persoon kunnen aan de orde zijn. Er zijn instellingen die een proactief beleid voeren als het gaat om compliance. Deze organisaties zien in dat compliance in de huidige tijd niet meer exclusief op de tafel van de bestuurder kan liggen, maar dat er meer effect is als de medewerkers op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving en in de geest van de wet denken en handelen.
Compliance geldt ook voor de regels ten aanzien van mededinging. Op dit terrein is Actiz actief. Deze koepelorganisatie heeft een speciale toolkit ontwikkeld. Waar zorgaanbieders moeten samenwerken met gemeenten en andere zorgaanbieders, ziet de NMa vooral de risico’s en nadelen van die samenwerking. Daarnaast waren de regels op het gebied van mededinging niet echt helder. In een aantal gevallen leidde dit tot hoge boetes voor thuiszorgorganisaties. De branche heeft in de afgelopen jaren naar manieren gezocht om hiermee om te gaan. Na boetes in de thuiszorg is ActiZ met NMa aan de slag gegaan om een compliance–programma op te zetten. Het compliance-programma houdt in dat zorgorganisaties de mededingingsregels toepassen en dit borgen in hun bedrijfsvoering, bijvoorbeeld door dit te beleggen bij een speciaal aangewezen medewerker.
DE IMPACT OP UW ORGANISATIE Wat kunnen zorgorganisaties doen om compliance te bevorderen?
• Compliance in de agenda opnemen en een paragraaf opnemen in het beleidsplan. • Medewerkers scholen. • Een compliance-officer aanstellen.
15
COLOFON
BRONNEN
ADVIES
DE NIEUWE WET KLACHTEN EN GESCHILLEN
Sven Gutker de Geus
Joost Visser: Medisch Contact Robert Helle, Jurist en specialist ouderengeneeskunde
COLUMN
Mr. Drs. Rembrandt Zuijderhoudt, psychiater/ psychotherapeut en gezondheidsjurist (Zuijderhoudt Consultancy). Voorts lid van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in den Haag.
THE COMPETENCE GROUP Peter Bosman MSc Manager Educational Services
DE NIEUWE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Voorbeeld: www.rogplus.nl
WETSVOORSTEL ZORG EN DWANG informatiepunt dwang in de zorg www.zorgvoorbeter.nl www.actiz.nl
COMPLIANCE
www.actiz.nl www.verenigingzorgcompliance.nl
Sandra Hermanns BA Instructional designer Drs. Ad Willem Mansoer Business Consultant Carlijn Moed - van Gulick MSc Educatief consultant
16
DISCLAIMER The Competence Group B.V. (hierna: ‘TCG’) spant zich in om de informatie in deze E-zine zo volledig en nauwkeurig mogelijk te laten zijn. TCG aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor schade op welke manier dan ook ontstaan door gebruik, onvolledigheid of onjuistheid van de aangeboden informatie in deze E-zine. Aldus kan aan de informatie geen rechten worden ontleend. De in de E-zine opgenomen werkwijzen en procedures zijn algemeen geldend in zorginstellingen, maar raadpleeg altijd eerst de protocollen en richtlijnen van de instelling waar u werkzaam bent en volg deze bij het uitvoeren van de handelingen. De verstrekte informatie kan op ieder moment, zonder verdere aankondiging, worden gewijzigd. U ontvangt daarvan geen automatisch bericht. Wijzigingen en typefouten voorbehouden. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
17