SINT-NIKLAAS
1
Uit respect voor de opengestelde monumenten en hun eigenaars of beheerders vragen we je om er niet te roken, te eten of te drinken en de aanwijzingen ter plaatse te volgen.
Tenzij anders vermeld zijn de opengestelde monumenten of sites vrij toegankelijk van 10u tot 18u.
2
Muziek, woord en beeld ................................................................................................. 4 Open monumentendag 2013, een vooruitblik ............................................................... 5 Academie- en schouwburgsite Casino
.................................................................................... 6
........................................................................................................................ 12
Huis Janssens
......................................................................................................... 18
Voormalige kunstenaarswoning Onze-Lieve-Vrouwekerk
............................................................................... 23
............................................................................................ 25
Kerkhof Tereken ............................................................................................................ 27 De Elisabethwijk, een sociale, literaire en architecturale wandeling ........................... 28
3
M UZIEK , WOORD EN BEELD De 24e editie van de Open Monumentendag staat helemaal in het teken van cultuur. Iedereen participeert aan cultuur. Sommigen vaak, anderen minder. Film, concerten, boeken, opera, fanfares, theater, dans, schilderijen of sculpturen,.. het aanbod en de verscheidenheid zijn enorm. Iedereen vindt wel iets naar zijn gading, als toeschouwer, uitvoerder of bedenker. Cultuur is van alle tijden en is één van de belangrijkste kenmerken van ons mens zijn. Sinds mensenheugenis zoekt de mens naar mogelijkheden om zijn wereld te vatten in muziek, beeld of woord. Sinds de 19e eeuw, met zijn grote maatschappelijke veranderingen, explodeert in onze contreien het cultuuraanbod in al zijn vormen voor alle lagen van de bevolking. De vele vormen van cultuur lieten ook hun sporen na in onze gebouwde omgeving. Monumentale gebouwen zoals theaters en concertzalen tekenen tot op de dag van vandaag ons stedelijke landschap. Academies, bibliotheken en musea verrezen in heel wat dorpen en steden. En ook in de publieke ruimte was cultuur steeds zichtbaarder aanwezig, met o.a. de oprichting van kiosken en standbeelden. Ook in Sint-Niklaas kwam de cultuurbeleving vanaf de 19e eeuw tot volle bloei. De geschiedenis van de academies gaat reeds terug tot 1813. Ook de schouwburg en de Casino hebben hun wortels in de omwentelingen van de 19e eeuw. De kerken hadden reeds lange tijd een rol in de kunstverspreiding, kunst met een boodschap weliswaar. En dat er belangrijke schrijvers hun wortels hebben in Sint-Niklaas is al langer duidelijk. Tijdens de Open Monumentendag kan je op ontdekkingstocht gaan langs enkele pareltjes uit dit cultuurlandschap. We wensen jullie een schitterende en inspirerende dag.
Lokaal Comité Open Monumentendag Sint-Niklaas
4
O PEN MONUMENTENDAG 2013, EEN VOORUITBLIK In 2013 is Open Monumentendag alweer aan zijn 25e editie toe. Het wordt een bijzondere editie, zonder jaarthema, met een terugblik op de voorbije edities van Open Monumentendag. Een soort Best Of in de ruime betekenis van het woord. In Sint-Niklaas laten we het woord aan jullie, onze bezoekers. Als lokaal comité willen we graag een programma samenstellen met monumenten of sites die jullie willen zien. Wil je je mening kwijt over onderstaande vragen, laat het ons dan weten. Zo werken we samen aan een boeiend programma. Wil je graag meewerken aan Open Monumentendag? Frisse ideeën en een helpende hand zijn steeds welkom.
1. Welk monument/site/landschap vind jij bepalend voor Sint-Niklaas/Belsele/ Nieuwkerken/Sinaai? 2. Welk gebouw dat opengesteld werd tijdens één van de vorige edities zou je graag nog eens bezoeken? 3. Welk gebouw of welke site kwam in het verleden nog niet aan bod maar is absoluut een bezoekje waard?
Antwoorden via e-mail (
[email protected]) of per brief (stadhuis/dienst cultuur, Grote Markt 1, 9100 Sint-Niklaas).
5
A CADEMIE - EN SCHOUWBURGSITE
R.V AN B RITSOMSTRAAT 21
E EN CENTRALE SITE VOOR KUNSTONDERWIJS EN PODIUMKUNSTEN Patty De Meester (m.m.v. Marc Steels)
rondleidingen om 10u, 11u, 14u, 15u en 16u
De geschiedenis van het kunstenonderwijs in Sint-Niklaas gaat terug tot 1813. De eerste steen van de huidige academie- en schouwburgsite werd gelegd in 1868. Ondertussen herbergt ze de kunstacademie, muziekacademie en schouwburg.
Het hele binnengebied tussen de spoorweg in het noorden, de Hofstraat in het westen, de Grote Markt in het zuiden en de Anker- en Truweelstraat in het oosten wordt in de tweede helft van de negentiende eeuw planmatig aangelegd en verkaveld. De eerste straten in dit nieuwe kwartier zijn de Stationsstraat, Casinostraat en de Brouwerstraat (huidige Richard Van Britsomstraat). In 1861 wordt de Boonhemstraat aangelegd en in 1889 doorgetrokken tot de Hofstraat. Het stadsbestuur kiest dit in ontwikkeling zijnde stadsdeel uit voor de inplanting van een nieuwe academie. De académie de dessin, d’architecture, de peinture et de sculpture, opgericht in 1813 onder impuls van Pieter-Benedict De Maere en Pieter De Bruyne en in 1818 heropend, is tot dan gehuisvest in diverse lokalen aan de achterzijde van het Landhuis op de Grote Markt. Deze oude academiegebouwen worden in 1871 openbaar verkocht in drie loten. De gemeenteraad beslist op 18 juni 1868 om de nieuwe academie te bouwen op de hoek van de Brouwerstraat en een nieuw te openen straat in het verlengde van de Collegedreef (in sommige dossiers de Academiestraat genoemd). Deze gronden zijn grotendeels eigendom van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen en grenzen aan de terreinen van het vroegere Recollettenklooster, die terug in handen van het Klein Seminarie zijn gekomen. Om een lange onteigeningsprocedure te vermijden onderhandelt het stadsbestuur met beide eigenaars over een ruil van gronden.
6
E IGEN STADSFEESTZAAL Edmond Serrure, stadsbouwmeester sedert 1860 en leraar bouwkunde aan de academie, krijgt de opdracht de plannen voor de nieuwbouw te ontwerpen. Hij tekent een gebouw van twee bouwlagen met een voorgevel van drie traveeën en centrale toegang aan de Brouwerstraat en een zijgevel van 11 traveeën breed. In de voorgevel worden de jaartallen 1818 en 1869 als mijlpalen aangebracht, samen met verwijzingen naar de schilderkunst (Rubens, Van Dyck). Dat Serrure de klassieke bouwkunst en het neoclassicisme prefereert, blijkt uit de symmetrische opgebouwde gevelontwerpen en de verwijzingen naar inspirerende klassieke bouwmeesters (Vitruvius, Vignola, Palladio). In 1874 geeft Serrure zelf het handboek ‘Klassieke leergang van de bouwkunst’ uit.
De gelijkvloerse verdieping van het nieuwe academiegebouw omvat een ruime inkomhal en leslokalen, een traphal naar de eerste verdieping en een gang naar de binnenkoer. De grote zaal op de eerste verdieping heeft een dubbele functie, als lokaal voor de lessen bouwkunde en als feest- en tentoonstellingszaal. Rechts van dit gebouw ligt een binnenkoer met vooraan een portierswoning en achteraan een traphal en bijgebouw. In april 1871 wordt de nieuwe academie in gebruik genomen. Het stadsbestuur beslist op 15 september van dat jaar echter om ‘de grote zaal van het eerste verdiep der nieuwe Academie te behouden voor ene receptiezaal voor gelegendheden van grote plechtigheden, in plaats van ze te laten dienen voor de klassen bouwkunst […]’ Op die manier verzekert het stadsbestuur zich van een eigen 7
stadsfeestzaal, na jarenlange discussies met het bestuur van de in 1852 opgerichte Casino over het ter beschikking stellen van hun zaal voor stedelijke initiatieven (liberalen versus katholieken). In 1873 maakt het stadsbestuur kredieten vrij voor de bouw van klassen bouwkunst en een ‘modelzaal’ voor de berging van plaasteren modellen. Voor deze eerste uitbreiding worden aan de achterzijde van de academie gronden van de Burgerlijke Godshuizen aangekocht. De academielokalen moeten ook dienst doen als tijdelijk onderkomen voor de stedelijke administratie, nadat het stadhuis op 26 februari 1874 is afgebrand.
U ITBREIDING MET NIJVERHEIDSSCHOOL In 1887 wordt binnen de academie een theoretische leergang weefkunde ingericht. Om plaats te bieden aan deze nieuwe afdeling koopt de stad in mei 1888 het braakliggende terrein tussen de portierswoning (rechts van het academiegebouw) en het huis op de hoek van de Brouwerstraat en Boonhemstraat. Deze grond is eigendom van Aloïs Van Raemdonck, leraar aan het Klein Seminarie. Stadsarchitect Edmond Serrure voorziet op het gelijkvloers lokalen voor weefkunde en op de verdieping een klas voor decoratieschilderen, allemaal toegankelijk vanuit het hoofdgebouw. In 1898 – na het ontslag van Edmond Serrure in 1895 – werkt August
Waterschoot, aangesteld als toezichter van stadswerken, de uitbreiding langs de Brouwerstraat verder uit. Hij voorziet een nieuwe toegangspoort met traphal, een tweede verdieping en een doorgang naar het meisjesweeshuis.
8
Het nieuwe reglement van de Academie voor Schone Kunsten en Nijverheidsschool wordt in 1892 goedgekeurd. Voor verdere uitbreiding verwerft de stad in 1907 via openbare verkoop de woning op de hoek van de Brouwerstraat en Boonhemstraat. August Waterschoot, in 1903 tot stadsbouwmeester benoemd, krijgt de opdracht een bouwdossier op te maken. Op de plaats van twee vroegere woonhuizen komt een nieuwbouw van twee verdiepingen. Op het gelijkvloers zijn drie klassen, een traphal en toegangspoort via de Boonhemstraat; de eerste verdieping is bestemd voor een extra klas bouwkunde en een klas mechanica; op de tweede verdieping worden lessen hout- en marmerschilderen en schrijn- en meubeltekenen gegeven. De straatkant krijgt op de tweede verdieping een blinde gevel.
V AN FEESTZAAL NAAR SCHOUWBURG Herhaaldelijk staan aanpassingen aan de feestzaal op de agenda van de gemeenteraad. Sedert de ingebruikname in 1878 van het nieuwe neogotische stadhuis met ruime feestzaal, wordt de academiezaal vooral gebruikt als (theater)zaal voor de verenigingen. Een vlottere toegankelijkheid en betere evacuatie dringen zich op. In 1898 voert stadsarchitect August Waterschoot enkele aanpassingen uit, zoals het vernieuwen van het halfronde gebogen plafond, het aanbrengen van een metalen balkon aan de zijgevel en het vervangen van vier ramen door buitendeuren naar het balkon. In de zaal komt een galerij met vast zitmeubilair. De gelijkvloerse ramen in de voorgevel worden vervangen door deuren in dezelfde stijl als de centrale toegangsdeur. In de inkomruimte worden twee nieuwe trappen aangebracht en achteraan de koer wordt een traphal bijgebouwd. In 1905 wordt de zaal uitgerust met 306 tweedehandse ‘klikstoelen’, afkomstig van toneelzaal ‘Gambrinus’. In 1912 richt het stadsbestuur een commissie op om de noden op het vlak van inrichting (theateruitrusting, comfort, verwarming, verlichting) en brandveiligheid van de theaterzaal op te volgen. Academiedirecteur Jozef Horenbant en stadsarchitect Waterschoot werken concrete verbeterings- en vergrootingswerken aan de stadsfeestzaal uit. Deze plannen gedateerd op 24 december 1912, zijn wegens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet uitgevoerd maar vormen wel de basis voor de ingrijpende aanpassingen die Waterschoot in 1933 realiseert. De theaterzaal wordt omgebouwd tot een moderne stadsschouwburg. Voor de vormgeving van de zaal en de nieuwe traphal kiest Waterschoot voor de op dat moment zeer populaire art deco-stijl. Door het gebruik van gewapend beton in de zaal wordt de brandveiligheid aanzienlijk verbeterd. De ramen in de zijgevel worden dichtgemetseld en de gevel krijgt een nieuwe cementbezetting.
9
N AOORLOGSE UITBREIDING EN RENOVATIE In 1958 neemt de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten haar intrek in nieuwe ruime lokalen aan de Boonhemstraat. De leergangen van de Nijverheidsschool, sedert 1932 een zelfstandige instelling met een eigen bestuur, worden samengebracht in de bestaande gebouwen langs de Richard Van Britsomstraat (vroegere Brouwerstraat). In 1966 wordt deze opleiding omgevormd tot Stedelijke Technische Leergangen. Na het opheffen van deze leergangen in 1980 kan de academie ook die lokalen in gebruik nemen. Het in verval geraakte gebouw van de vroegere nijverheidsschool wordt in verschillende fasen grondig gerenoveerd en aangepast. Een nieuwbouw met schuine beglazing maakt de verbinding tussen het hoekgebouw aan de Van Britsomstraat en de hoofdingang van de academie in de Boonhemstraat. Op 4 oktober 1996 wordt de vernieuwde stadsschouwburg in gebruik genomen. Bij deze zeer ingrijpende verbouwing blijven de neoclassicistische vooren zijgevel, de inkomhal in art deco-stijl, de trappenhal, het balkon en de gaanderij op de verdieping behouden. De dakstructuur en het vloeroppervlak zijn volledig uitgebroken en heropgebouwd. De scène met achterliggende dienstgebouwen is afgebroken en op die plaats verrijst een moderne theatertoren met gloednieuwe accommodatie. De zaal met een capaciteit van 560 bezoekers is ingericht volgens de eigentijdse theaternormen. Waar de vroegere conciërgewoning heeft gestaan, zijn nu het loket 10
voor ticketverkoop en de administratieve diensten gevestigd. De oude cafetaria is omgevormd tot een sfeervolle foyer, met directe verbinding naar de trappenhal van de academie.
T HUISHAVEN VOOR MUZIEKONDERWIJS Het muziekonderwijs verschijnt pas in de jaren 1960 op deze site. Na de oprichting van de stadsmuziekschool in 1882 in lokalen in het stadhuis, moet deze instelling het decennialang stellen met onaangepaste huisvesting en verschillende verhuizingen. In 1960 verhuist de muziekschool van de vroegere kantoren van de dienst Arbeidsbemiddeling in de Plezantstraat naar het oude gebouw van de Rijksmiddelbare meisjesschool in de Hofstraat. In 1965 kan de muziekschool ook het aanpalende gebouw van het vroegere weeshuis van de Zusters Jozefienen in gebruik nemen. Deze gronden behoren oorspronkelijk toe aan de Commissie van Burgerlijke Godshuizen, die in 1806 het vroegere Spinhuis heeft aangekocht voor de opvang van wezen en ouderlingen. De zorg is sedertdien toevertrouwd aan de Zusters van de Heilige Jozef, voorheen de Zusters van het Spinhuis. Sinds de vestiging van deze Spinnersen op een perceel in de Hofstraat, in de achttiende eeuw in pacht gekregen van de baron van Boonhem, hebben de zusters Jozefienen deze gronden tussen de Hofstraat en de Richard Van Britsomstraat mee uitgebouwd tot een zorg- en onderwijssite. Door de voortdurende expansie van de academies heeft ook het stadsbestuur vroegere gronden van de Burgerlijke Godshuizen verworven. Vanaf 1968 worden plannen uitgetekend voor dit binnengebied tussen de Hofstraat, Boonhemstraat en Richard Van Britsomstraat. Verouderde gebouwen aan de achterzijde langs de Hofstraat worden gesloopt. De academie voor schone kunsten kan beschikken over de vroegere speelplaats van de meisjesschool. Langsheen de Hofstraat wordt in 1981 een gloednieuwe infrastructuur in gebruik genomen, die de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans eindelijk een volwaardig onderdak biedt.
Je kan de site op eigen houtje bezoeken, maar het wordt nog interessanter als je je aansluit bij één van de gidsen. De rondleidingen starten om 10u, 11u, 14u, 15u en 16u aan de ingang van de stadsschouwburg (R. Van Britsomstraat 21)
11
C ASINO
S TATIONSSTRAAT 104
Doorlopend toegankelijk. Concert van de Casino Blue Band om 16u in de kiosk. De Casino behoort onmiskenbaar tot het waardevolle en opmerkelijke patrimonium van Sint-Niklaas. Zijn monumentale ritmische gevel in neoromaanse stijl domineert het straatbeeld van de Stationsstraat. Het gebouw neemt sinds de 19e eeuw een belangrijke plaats in in het culturele leven van de stad.
EEN NIEUWE CULTUURTEMPEL IN DE STAD
In 1820 ontstaat de ‘académie de musique et de declamation’ uit de fusie van SintNiklase muziekmaatschappij Sint-Cecilia en de aloude rederijkerskamer De Goudbloem. De Academie wordt bestuurd door een groep notabelen met o.a. de toenmalige burgemeester Boëyé, de schepenen Pierre Van Remoortere-Dhaens en Antoine Gerard Van der Meyden. De nieuwe Academie legt de lat hoog en onder leiding van Jacob Bender groeit de harmonie uit tot één van de beste instrumentale ensembles van het land. Elk jaar organiseren ze concerten en muziekfeesten.
12
De expansieve groei van de vereniging en de nood aan een meer aangepaste, vaste infrastructuur leiden tot de oprichting van een particuliere vennootschap die de muziek- én de tuincultuur hoog in het vaandel voert, het Casino. De vennootschap start met een kapitaal van 40.000 frank, verdeeld in 800 aandelen van 50 frank. Na een geanimeerde gemeenteraad stemt het stadsbestuur in met de aankoop van 100 aandelen, aan een jaarlijkse interest van 3%. Met dit startkapitaal verwerft de vennootschap gronden in de chique, pas aangelegde Stationsstraat. Architect Jean De Somme-Servais tekent de plannen voor het nieuwe gebouw met een zaal voor muziekfeesten en tentoonstellingen, met een aansluitend wandelpark. In de zomer van 1853 wordt de feestzaal van het Casino plechtig in gebruik genomen, waardoor de harmonie voor het eerst een eigen locatie heeft. Decennia lang vinden in de zaal (klassieke) concerten, feesten, banketten en bals plaats. De modieuze en degelijk ingerichte accommodatie van het gebouw en de betoverende charme van de romantische lusttuin vallen bijzonder in de smaak bij de tijdgenoten. Een hoogtepunt vormt ongetwijfeld de plechtige ontvangst van het vorstenpaar in de zomer van 1865.
In 1919 wordt de Casino volledig verbouwd door de Sint-Niklase zakenman Desiré De Fonteyne om er een bioscoop in onder te brengen: de zaal wordt verdeeld in een benedenzaal, een balkon en verschillende loges aan de zijkanten. In totaal kunnen 459 toeschouwers terecht in deze nieuwe Cinema Casino. In 1949 brandt het gebouw echter gedeeltelijk af. De nieuwe eigenaar, André Gaudaen, renoveert het gebouw zorgvuldig en Cinema Casino was net op tijd klaar voor de gouden cinemajaren van weleer. Uiteindelijk sluit Cinema Casino in 1969 de deuren. Sindsdien bevond zich op de benedenverdieping een eetgelegenheid en betrokken verscheidene handelszaken het 13
pand. In de fraaie concertzaal werd een tussenvloer aangebracht en werden er verschillende compartimenten gerealiseerd. De grootste ruimte fungeerde de laatste jaren als repetitieruimte. Het gebouw kwam echter in belangrijke mate leeg te staan en het gebouw ging zienderogen achteruit.
E EN NIEUWE TOEKOMST De voormalige concertorganisatie De Spiegel (nu De Casino) zag doorheen het verval de mogelijkheden van dit monumentale gebouw. De Spiegel vzw bouwde sinds haar oprichting in 1996 een intensieve concertwerking uit in de foyer van de stadsschouwburg, maar ook op andere locaties. De beperkingen van de foyer stonden een gezonde groei echter in de weg en de publiekscapaciteit was er ruim onvoldoende. Ook structureel uitwijken naar alternatieve locaties was onmogelijk wegens het nijpend gebrek aan aangepaste concertaccommodatie. Een grootschalig renovatieproject van de Casino in het hart van de stadskern bracht soelaas. De Casino werd met groot respect voor het verleden gerenoveerd, onder leiding van architect Luc Bultereys. De grote concertzaal op de eerste verdieping, met zijn langgerekte rondbogige vensters en groots tongewelf, werd gerestaureerd. Om aan de huidige normen van publieke veiligheid en comfort te voldoen werd het gebouw aan de parkzijde aanzienlijk uitgebreid. Een intensieve fondsenwerving en talrijke inhoudelijke partnerships met de meest uiteenlopende regionale en nationale instanties gingen aan de grondige verbouwing vooraf. Er werden campagnes opgezet (Breek de Stilte, …), evenementen georganiseerd (Cava for Casino), onderhandelingen gevoerd met de overheden (Vlaamse Gemeenschap, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen en Stadsbestuur SintNiklaas) en samenwerkingsverbanden gesmeed met scholen, sociale partners, … Tal van vrijwilligers staken de handen uit de mouwen om het gebouw grondig te strippen.
14
De verbouwingswerkzaamheden namen een aanvang in augustus 2009 (na openbare aanbesteding), liepen wegens onvoorziene bouwtechnische en financiële omstandigheden diverse vertragingen op en werden uiteindelijk opgeleverd in juni
2011. Op de valreep voor een wervelend eerste cultuurseizoen…! DE KIOSK IN HET CASINOPARK
In het park richtte architect de Somme – Servais ook een théâtre d’harmonies op. Volgens een gevelsteen werd ze gebouwd in 1868. De muziekkiosken vinden hun oorsprong in de Chinese tuincultuur waar paviljoentjes een essentiële rol speelden in het tuinconcept. Dankzij de zijdehandel werden de ‘Chinese’ paviljoentjes ook –via de Bosporus- in het westen geïntroduceerd. Het woord ‘kiosk’ is trouwens afkomstig van het Turkse woord kioshk, wat ‘tuinpaviljoen’ betekent. Vanaf de 17e eeuw duiken de constructies op in de Engelse tuinstijl en van daaruit veroverden ze nadien ook het vasteland. Aanvankelijk hadden deze kiosken niets te maken met muziek. Het waren rust- of meditatieplekjes. Tot in de 18e eeuw was het concert- en muziekleven nog volledig in handen van de adel, de clerus en de hoge burgerij. Pas op het einde van de 18e eeuw, met zijn revolutionaire maatschappelijke omwentelingen, vond er ook een democratisering van de muziekopvoeringen plaats. Talrijke parken werden ingericht voor ‘volks vermaak’, en wanneer ook het aantal muziekverenigingen sterk toeneemt, breekt de muziekkiosk definitief door.
15
Weinig kiosken hebben echter de tand des tijd doorstaan. Heel vaak moesten ze op de dorpspleinen verdwijnen voor koning auto. In Sint-Niklaas werden er twee bewaard: de kiosk in het stadspark (die tot 1966 op de Grote Markt stond) en de kiosk in het Casinopark. Beide worden op geregelde tijdstippen nog steeds gebruikt voor concerten.
De Casino Blue Band brengt ook tijdens de Open Monumentendag leven in de kiosk. De Casino Blue Band is een constant wijzigende huisband met een niet alledaags en vooral optimistisch repertoire. Componist/muzikant Michiel De Malsche tekent voor de muzikale regie en stelt verrassende ensembles van regionaal verankerde muzikanten samen. De band concerteert in de kiosk om 16u. Ideaal moment om op het terras bij een drankje te verpozen en te genieten van onze ‘monumenten in werking’.
16
17
H UIS J ANSSENS
Z AMANSTRAAT 49
Doorlopend toegankelijk. In het huis en de aanpalende bibliotheek: activiteiten georganiseerd door KOKW.
Deze voormalige woning werd gebouwd in 1878 in opdracht van Alfons Janssens, dichter, kunstliefhebber en de jongste zoon van een rijke textielfamilie. In 1909 werd het gebouw omgevormd tot museum, een functie die het nog steeds heeft. Het herbergt de collectie van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas.
A LFONS J ANSSENS (1841-1906) Alfons Janssens (1841-1906) is het op één na jongste kind in het gezin Janssens – De Decker. Zoals de rest van de familie is hij diepgelovig, Vlaamsgezind en sociaalvoelend. Hij heeft een meer artistiek temperament en is vaak sterk emotioneel betrokken bij diverse gebeurtenissen. Als jongste zoon heeft hij aanvankelijk wellicht
18
ook wat minder verantwoordelijkheden in het familiebedrijf. Begin 1868 reist hij vol idealisme naar Rome om er zich als zoeaaf aan te sluiten bij het pauselijke leger. De Kerkelijke Staat wordt dan immers bedreigd door Garibaldi die de eenmaking van Italië nastreeft. Wanneer het pauselijke leger in 1870 na amper 5 uur effectieve strijd op bevel van Pius IX capituleert, keert Alfons diep teleurgesteld terug naar huis. Tot aan zijn dood in 1906 beschouwt hij Italië als een bezetter van de Pauselijke Staten, en weigert hij consequent beslissingen te nemen die de legitimiteit van Italië impliciet zouden erkennen. Na zijn terugkeer in België engageert Alfons zich in talrijke katholieke verenigingen en organisaties. Meer en meer raakt hij verbonden met een radicaal katholiek flamingantisme. Het behoud en de versterking van de Vlaamse volkstaal moesten de perverse en revolutionaire invloeden tegenhouden die zouden meekomen met de Franse taal (i.c. het socialisme). Het Vlaams werd beschouwd als een onmisbare factor om de maatschappij op het rechte spoor te houden, de beste garantie voor het behoud van het christelijk karakter van de Vlaamse volksmassa. Ook Janssens’ gedichten dienen in deze context bekeken te worden. Al heel jong voelt Alfons Janssens zich aangetrokken tot literatuur en muziek. Zijn vroegste gedicht dat hij de moeite waard vond om te publiceren, schreef hij op 17jarige leeftijd. Zijn familiekring had een grote waardering voor kunst in het algemeen en zijn dichterschap werd er ongetwijfeld gestimuleerd en serieus genomen. In 1885 ontmoet hij Guido Gezelle, die zich in een intense briefwisseling ontpopt tot zijn meester. Hij introduceert hem ook in de christelijk geïnspireerde literaire wereld, en 19
onder zijn impuls (en met zijn hulp) publiceert Alfons in 1887 zijn eerste bundel “Gedichten”. Alfons wordt, op aanbeveling van Gezelle, ook lid van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde, in 1888 als briefwisselend lid, in 1898 als volwaardig lid. Vandaag is zijn poëzie gedateerd en moeilijk leesbaar, maar in die periode viel hij niet uit de toon – althans niet in bepaalde kringen. Zijn poëzie had een dienende functie en moest de maatschappij op het rechte spoor houden. Zijn stichtende gedichten werden dan wel in eigen kring geapprecieerd, maar tegen het eind van de 19e eeuw werd zijn “rijmelarij” meer en meer bekritiseerd, ook in katholieke, vrij conservatieve tijdschriften zoals de Warande. Vermeldenswaardig is ook nog zijn publicatie “Verstrooide Perels” uit 1899. In dit boek verzamelde hij een 500-tal gedichtjes afkomstig van zijn verzameling “suffragekens”, volkse devotieprentjes. Deze prentjes omvatten een godsdienstig tafereel met daaronder een gebed in gedichtvorm. Volgens Janssens vormden ze een schakel tussen de middeleeuwse geestelijke literatuur en de religieuze poëzie van dichters zoals Gezelle. In de kapel van het huis stelt de KOKW enkele van dergelijke pareltjes tentoon. Via zijn oudere broers Theodoor en Louis krijgt hij toegang tot de politieke arena. In 1885 wordt hij gemeenteraadslid, in 1892 volksvertegenwoordiger. Op dat moment zet hij ook een punt achter zijn fabrikantenloopbaan. Met enige opluchting, want zijn hart ligt meer bij de kunst en bij Vlaamse cultuur.
H UIS J ANSSENS Wanneer Alfons Janssens in 1876 een stuk grond koopt van de heer Cardo is de Zamanstraat nog maar kort daarvoor aangelegd als verbinding tussen de Regentiestraat en de Ankerstraat. Janssens koopt er de grootste partij grond, gelegen in de as van de Dr.Verdurmenstraat, de verbinding met de prestigieuze Stationsstraat. Architect Pieter Van Kerkhove, die kort voordien ook het Sint-Niklase stadhuis ontwierp, bouwt er voor Alfons Janssens een ruime herenwoning. Hij opteert daarbij, enigszins merkwaardig, niet voor de christelijke stijl bij uitstek, de neogotiek, maar wel voor de meer burgerlijke neorenaissance. Op de eerste verdieping realiseert hij een huiskapel die wel een neogotische vormgeving kreeg.
20
De woning wordt in 1909, enkele jaren na de dood van Alfons Janssens, verkocht aan de stad, met de uitdrukkelijke voorwaarde om het gebouw in te zetten voor kunst en wetenschap. Het gebouw wordt omgevormd tot museum voor de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas. Bij de stichting van de kring in 1861 had het stadsbestuur een ruime zaal ter beschikking gesteld in het stadhuis. De collectie kon gelukkig grotendeels gered worden bij de grote brand in 1874. Ook in het nieuwe neogotische stadhuis werd een museumzaal ingericht. In 1895 reeds verhuisden de steeds aangroeiende collecties naar de Cipierage omdat de museumzaal in het stadhuis te klein geworden was, maar ook dat gebouw was al snel te klein. Het Huis Janssens moest hier een duurzame oplossing bieden voor de collectie van de Kring. Naast het huis werd een nieuw gebouw opgetrokken dat dienst zou doen als museum voor Schone Kunsten. Bij het 50-jarig jubileum van de Kring werd het nieuwe museum in de Zamanstraat ingewijd in aanwezigheid van verschillende hoogwaardigheidsbekleders en een 250-tal congresgangers van het 22e Geschied- en Oudheidkundig Congres, dat in Mechelen gehouden werd. De oorspronkelijke indeling en een groot deel van de vaste interieuraankleding werd vrij intact bewaard waardoor het nog steeds de sfeer van weleer uitademt. Het gebouw huisvest nog steeds de KOKW en geeft ons een beeld van de sfeer van een vroeg 20e eeuw museum.
21
T OEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN Momenteel wordt de restauratie van het Huis Janssens voorbereid. Het gebouw behoudt zijn museale functie. Op de zolderverdiepingen krijgt de KOKW bijkomende werkruimte. Hierbij wordt de opzet van de oorspronkelijke woning, inclusief zijn aankleding, maximaal behouden en waar nodig gereconstrueerd. Het oude tentoonstellingsmeubilair van de KOKW wordt geïntegreerd in de nieuwe opstelling, waarbij gezocht wordt naar een evenwicht tussen behoud van de vroeg-20e eeuwse museumsfeer en hedendaagse normen. Het dossier voor de buitenzijde werd reeds in 2011 ingediend bij de Vlaamse overheid. Het dossier voor de binnenrestauratie volgt wellicht nog in 2012. Deze werken kunnen pas uitgevoerd worden nadat de restauratiepremie is toegekend. Ondertussen zal het gebouw dit najaar reeds een nieuwe verwarmingsinstallatie krijgen.
Activiteiten Op de open monumentendag van 9 september 2012 zet de KOKW opnieuw de deuren van het huis Janssens open. Iedereen is welkom tussen 10 en 18 uur. Je krijgt er een terugblik op het huishouden en interieur van de familie Alfons Janssens – De Schrijver of je kan er nog eens rondwandelen in het vroegere museum en jeugdherinneringen bovenhalen. Kaderend in het thema van de Open Monumentendag “Muziek,Woord en Beeld “ zetten we ook een heel bescheiden stukje van het verzamelde erfgoed van de KOKW in de kijker . In de Vlaamse zaal stellen we enkele documenten ten toon rond het thema “Woord” en worden om 11u, om 14u en om 16u een aantal gedichten voorgedragen van en over Fons Janssens. Voor het thema “Muziek” hebben we een aantal partituren en muziekinstrumenten bovengehaald en in de traphal opgesteld en voor het thema “Beeld “ selecteerden we enkele pareltjes van devotieprentjes uit de 17de, 18de en 19de eeuw die we u dan heel toepasselijk in de kapel van het huis Janssens kunnen tonen. Naast het huis Janssens kan u ook in de leeszaal van de KOKW terecht waar we u uitnodigen om mee te genieten van de schitterende DVD die in het kader van het Mercator gemaakt werd en hier doorlopend zal te bekijken zijn.
22
V OORMALIGE KUNSTENAARSWONING
A POSTELSTRAAT 20
Een gedeelte van de woning is vrij toegankelijk. Rondleiding om 10u30, 11u30, 14u, 15u en 16u. Doorlopend brocanteriemarkt en kunstverkoop.
Dit herenhuis uit de 2e helft van de 19e eeuw straalt een sobere klasse uit in het straatbeeld van de Apostelstraat. Het huis heeft een monumentale hal en salons en een indrukwekkende stadstuin. De voorbije decennia werd het gebouw bewoond door Jan Buytaert, die er zijn stempel op drukte. Jan Buytaert (1939 2011) was kunstenaar, docent, verzamelaar en gepassioneerd door ons waardevolle erfgoed. Hij volgde lessen bij het Weense enfant terrible Oskar Kokoschka die zijn academische opleiding door elkaar schudde. Gekoppeld aan de interesse in de verfijnde cultuur van het Verre Oosten, ontwikkelde hij een complex oeuvre dat hij slecht mondjesmaat naar buiten bracht. Vanuit zijn zolderraam in de zijgevel maakte hij talrijke stadsgezichten. Zijn huis was gevuld met een schitterende collectie met werk van binnen- en buitenlandse kunstenaars. Jan Buytaert overleed in 2011 op 72-jarige leeftijd. Hij liet zijn woning met de collectie en de twee aanpalende rijwoningen na aan een op te richten stichting, op voorwaarde dat zijn woning een kunstencentrum zou worden. Daarmee deed hij zijn verschillende passies alle eer aan: de instandhouding van zijn 19e eeuwse woning was
23
verzekerd en er werd een nieuwe impuls gegeven voor een creatieve ‘boost’ in SintNiklaas en het Waasland. De “Stichting Jan Buytaert” was al snel een feit. Het gebouw wordt geenszins een permanent museum. Er komen ruimtes voor lezingen en workshops, tijdelijke tentoonstellingen, een bibliotheek en bureaus. Eén van de aanpalende woningen wenst men te verbouwen tot residentie om ook buitenlandse kunstenaars en gasten te ontvangen. Het huis wordt kortom opnieuw een bruisende plek … De renovatie zal nog heel wat tijd in beslag nemen, maar in de zomer van 2013 hoopt men alvast de eerste activiteiten te kunnen lanceren.
Een gedeelte van de woning is vrij toegankelijk. Om veiligheidsredenen zijn o.a. de zolders alleen toegankelijk onder begeleiding van een gids: start om 10u30, 11u30, 14u, 15u en 16u. Tijdens de Open Monumentendag organiseert de Stichting Jan Buytaert doorlopend een brocanteriemarkt en kunstverkoop op de site. Deze verkoop is één van de acties om voldoende geld in te zamelen voor de renovatie en inrichting van het gebouw. Ook in restaurant Eigenwijs, Ankerstraat 2, Sint-Niklaas worden tijdens de openingsuren nog steeds werken uit de verzameling Buytaert te koop aangeboden met hetzelfde doel. Sympathisanten kunnen op deze manier steeds een steentje bijdragen tot het project.
24
O NZE -L IEVE -V ROUWEKERK
OLV- PLEIN
Toegankelijk van 12u tot 18u!!
Gedurende eeuwen kwam de gewone mens alleen in de kerkgebouwen in contact met de zogenaamde cultuur met de grote c. Zowel muziek, woord als beeld vinden we terug in vrijwel elke kerk. Deze religieuze kunst moest de vaak ongeletterde gelovigen doordringen van Gods boodschap en hen aanzetten tot een christelijk leven. Ze had dus, in al haar schoonheid, een zeer sterke dienende rol. De OnzeLieve-Vrouw kerk is een prachtig voorbeeld om de kunstverspreiding via de kerken te illustreren.
De kerk van Onze Lieve Vrouw van Bijstand der Christenen werd in 1841-1844 gebouwd volgens de plannen van architect Lodewijk Roelandt, een belangrijke vertegenwoordiger van de 19e eeuwse neostijlen. Zijn ontwerp voor de Onze-Lieve-Vrouwekerk is een typisch voorbeeld van een eigensoortig romantisch eclecticisme, met Romaanse, Byzantijnse en gotische elementen. Hét bepalende element van de kerk, en zelfs van de stad, is ongetwijfeld het Lievevrouwbeeld. Dit beeld naar ontwerp van Frans Van Havermaet en met een hoogte van 5,5 m torent letterlijk boven de stad uit. De officiële plaatsing ervan in 1896 bracht een massa volk op de been. De zegenende madonna met kind, verheven boven de stad en zichtbaar vanuit alle windstreken, moest de bevolking aanzetten tot een grotere Mariadevotie. Het interieur is zo mogelijk nog indrukwekkender. Bij de ingebruikname van de kerk in 1844 was slechts het hoogst noodzakelijk –voorlopige- meubilair aanwezig. Een passend interieur was echter noodzakelijk om het geloof en de vroomheid van de kerkbezoekers te voeden. Hoewel de definitieve inrichting door financiële beperkingen heel wat tijd in beslag nam, werd er steeds over gewaakt de eenheid en kwaliteit te bewaken. Banale producten konden de uitgebeelde geloofsinhoud immers alleen maar ontluisteren. Vandaag vormt de kerk een overweldigend schouwspel met fraaie altaren en meubilair, een -pas gerestaureerd- Schyvenorgel, 25
en een indrukwekkend en kleurrijk samenspel tussen muurschilderingen en gebrandschilderde glasramen.
26
K ERKHOF T EREKEN Site vrij toegankelijk. Rondleiding om 10u30, 14u en 16u. Vertrek aan de ingang van het kerkhof. Wanneer in de tweede helft van de 19e eeuw het bestaande kerkhof aan de Truweelstraat niet langer voldoet aan de noden, ontstaat er aanvankelijk een discussie over de locatie van een nieuw kerkhof. Het kerkbestuur van O.L.Vrouw had een aanvraag ingediend voor de realisatie van een kerkhof op de Kleibeek, op de gronden aan de H.Hartkapel. Het stadsbestuur wil echter een stedelijk kerkhof in de nieuwe parochie Tereken. De gronden zijn er ruim genoeg, droog en op voldoende afstand van de woningen; drie voorwaarden waaraan niet voldaan is op het oude kerkhof, en waaraan ook de gronden van de Kleibeek niet voldoen. Het nieuwe kerkhof op Tereken wordt uiteindelijk in 1878 in gebruik genomen. Het kerkhof ontwikkelt zich tot een boeiende begraafplaats met eenvoudige zerken en indrukwekkende grafmonumenten. Een gids leidt je o.m. langsheen graven van schrijvers, kunstenaars, mecenassen en vooraanstaande leden van kunstverenigingen. De graven schetsen een boeiend beeld van het culturele leven in de stad sinds het einde van de 19e eeuw.
27
D E E LISABETHWIJK , EEN SOCIALE , LITERAIRE EN ARCHITECTURALE WANDELING Rondleiding: vertrek: hoek K.Elisabethlaan/Prins Karelstraat om 10u, 13u30 en 15u30. Duur: ca.1,5 uur
“De weg zal ons voeren door onze voormalige buurt. (…) Doe ons terugdenken aan hoe het er vroeger aan toeging, in dat besloten dorp in de schoot van een veel grotere stad.” (Tom Lanoye, Sprakeloos, 2009)
Ten westen van de aloude baan naar Antwerpen ontstond in de jaren 1920 de Koningin Elisabethwijk. Stadsarchitect August Waterschoot ontwierp er een symmetrisch stratenpatroon rond twee centrale groene pleinen: het Koningin Elisabethplein en het Prins Leopoldplein. De wijk groeide uit tot een fraai schouwtoneel van de bouwkunst uit het interbellum, de periode van de art deco en de Nieuwe Zakelijkheid. Zowat alle toenmalige Sint-Niklase architecten met enige naam lieten er hun sporen na: August Waterschoot en diens zonen Leander en Rafaël, August D’Hooge, Hilaire De Boom en Robert Hebb. De Elisabethwijk groeide en bloeide rond de textielindustrie, die honderden arbeiders aantrok. Het hoekhuis op het kruispunt van de drukke, stoffige Antwerpse Steenweg en de grijze Dokter Van Raemdonckstraat was het ouderlijk huis van Tom Lanoye. Het staat centraal in zijn veelgelauwerde roman Sprakeloos. Lanoye schetst een kleurrijk, nostalgisch portret van het leven in en rond de woning, waarin Roger en Josée Lanoye – Verbeke een slagerszaak uitbaatten. De Elisabethwijk - met het beruchte kruispunt aan de slagerij, het Glazen Dakske, Turnkring Kracht en Geduld, de Paterskerk – komt opnieuw tot leven in de roman. Het boek vormde de aanleiding voor een buurtproject waarbij de bewoners op zoek gingen naar verhalen en beeldmateriaal uit het verleden. Het leidde in 2010 tot een ambitieus publieksproject dat de grenzen van de buurt ver oversteeg. In 2011 kreeg het buurtproject ook een permanente getuige met de realisatie van een wandeling doorheen de wijk. Je kan de wijk steeds verkennen aan de hand van de infoborden op het traject. Een plannetje is beschikbaar op het toeristisch infokantoor. Tijdens de
28
Open Monumentendag neemt ook een gids je met plezier mee op sleeptouw voor een boeiende ontdekkingstocht.
Wandeling onder begeleiding van een gids: vertrek: hoek K.Elisabethlaan/Prins Karelstraat om 10u, 13u30 en 15u30. Duur: ca.1,5 uur
29
30
Meer informatie over het programma? Op weekdagen: Stadhuis/dienst cultuur
[email protected] 03 760 91 70
Ook op zondag: Toeristisch infopunt Grote Markt 45 03 760 92 60
31