7RHQLN]ZHHJ«
(HQDQGHUHNLMNRSUXJSLMQHQ OLFKDPHOLMNHNODFKWHQ (HQSHUVRRQOLMNYHUVODJYDQOLFKDPHOLMNHQ HPRWLRQHHOKHUVWHOGRRUPLGGHOYDQKHW YHUZHUNHQYDQWUDXPD·VXLWKHWYHUOHGHQ
1LFN\5RELQVRQ
ISBN 9789086030736 © 2014 Nicky Robinson Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver. Tenzij anders vermeld zijn alle Schriftvermeldingen overgenomen uit de Nieuwe Bijbelvertaling. Dit boek is gepubliceerd door de ‘zelfpublicatie’ divisie ‘Publiceer uw boek!’ van Editions l’Oasis. Editions l’Oasis aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor eventuele fouten, zowel schrijf-, spel-, stijlals grammaticale fouten en hoeft niet altijd akkoord te zijn met bepaalde details van de boeken die in deze vorm gepubliceerd zijn. Uitgave Editions l'Oasis, ‘Publiceer uw boek!’ 2014. Productie en distributie: Cross Link Services B.V. (cross-link.nl) Omslag ontwerp: Damien Baslé www.damienbasle.com Publiceer uw boek! Een divisie van:
9, Rte d'Oupia, 34210 Olonzac, Frankrijk Tel (0033) 468 32 93 55, fax (0033) 468 91 38 63 email
[email protected] * www.publiceeruwboek.com Heeft u een boek geschreven en zoekt u een uitgever? Bezoek onze website en zie wat wij voor u kunnen doen!
To my beloved sister Mies, thank you for the magic…
Voorwoord Het onderwerp dat in dit boek wordt besproken is niet onomstreden. In de medische wereld zijn genoeg mensen te vinden die de schouders ophalen over de suggestie dat lichamelijke klachten een psychische oorzaak kunnen hebben. Zij voeren verschillende argumenten aan, bijvoorbeeld dat het verband niet wetenschappelijk bewezen is of dat het bij mensen ‘tussen de oren zit’, dat zij het zich inbeelden dus. Maar zelfs als dat zo zou zijn, kun je er niet omheen dat het een reëel gegeven is dat dat een oorzaak van lichamelijke problemen kan zijn. Bovendien is er een grote hoeveelheid wetenschappelijke publicaties die onomstotelijk aantonen dat er wel degelijk een verband is tussen lichamelijke klachten en onze psychische gesteldheid. Zoals u zult lezen, is dit boek ontstaan in het kader van een pastorale studieopdracht. De scriptie die daarvoor geschreven moest worden, is verder uitgebouwd tot de vorm die u nu in handen heeft. De ‘toegevoegde waarde’ van Toen ik zweeg… ligt hierin dat de auteur de moed heeft gehad haar eigen unieke situatie met u als lezer te delen. Er is inderdaad moed voor nodig om op een zo persoonlijke wijze jezelf zo kwetsbaar te maken en onverbloemd te laten kennen. Niet alleen zult u verschillende lichamelijke klachten waarschijnlijk herkennen, maar wat het boek zo uniek maakt, is dat het geschreven is vanuit een persoonlijke geloofsovertuiging die u als lezer niet onberoerd zal laten. De openhartige voorbeelden uit haar eigen leven zullen u bemoedigen en aansporen om niet te twijfelen, maar te volharden op de weg die u bent ingeslagen. Graag wil ik daarom dit boek bij u aanbevelen, te meer omdat ik zelf ondervonden heb dat de therapeutische aanpak die de artsen Sarno en Schubenir aanbevelen me van enkele vervelende kwalen (allergieën) hebben afgeholpen. Ik ben Nicky dankbaar dat ze me daartoe gestimuleerd en uitgedaagd heeft en dat ik al in een vroeg stadium met haar boek kennis heb mogen maken en er mijn bescheiden bijdrage aan heb mogen leveren. U hebt een uniek boek in handen en u zult ontdekken dat u een goede keuze hebt gemaakt, waarvan u geen spijt zult hebben. Frans Roelofsen
Inhoud Voorwoord Inleiding
5 11
Hoofdstuk 1 Een leven met pijn en klachten ....................................... 15 Mijn geschiedenis ........................................................................... 15 Wonderbaarlijk gered ..................................................................... 19 De klachten en de aandoeningen blijven komen ............................ 24 The Mind Body Prescription .......................................................... 29 Een gewaagd risico ......................................................................... 31 Hoofdstuk 2 Wat zijn psychosomatische klachten/Mind Body klachten? .............................................................................................. 37 Hoe ontwikkelen psychosomatische klachten zich? ....................... 39 Chronische spanning leidt tot psychosomatische klachten ............. 40 Angst voor ziek zijn........................................................................ 41 Enkele oorzaken van het ontstaan van Mind Body klachten .......... 42 Kenmerken van Mind Body klachten ............................................. 43 Hoofdstuk 3 Mind Body klachten vanuit de Bijbel ............................. 45 Voorbeelden van emoties die genoemd worden in de Bijbel. ........ 46 De Bijbel over de gevolgen van (verdrongen) emoties en zonden . 51 Enkele Bijbelteksten over emoties en gezondheid ......................... 52 Lachen ............................................................................................ 53 Zachtmoedigheid ............................................................................ 54 Vijandschap .................................................................................... 54 De Bijbel en ons hart ...................................................................... 55 Nog enkele Bijbelteksten over het hart ........................................... 56 De Bijbel over de emotionele impact van woorden........................ 57 Hoe kun we omgaan met woorden die ons verwond hebben?........ 61 Een praktische manier om met lelijke woorden om te gaan ........... 63
Onze innerlijke dialoog (innerlijke criticus)................................... 64 De Bijbel over ons gedachteleven .................................................. 66 Hoofdstuk 4 Stress als oorzaak van psychosomatische klachten ........ 72 Het ontstaan van stress ................................................................... 72 Stresshormonen .............................................................................. 73 Lichamelijke gevolgen van stress................................................... 73 Stress en kindermishandeling ......................................................... 74 De meting van stress....................................................................... 75 Kenmerken van stress ..................................................................... 78 Een recept tegen stress.................................................................... 80 Hoofdstuk 5 Een andere kijk op (rug)pijn ........................................... 82 Pijnbanen ........................................................................................ 83 Fantoompijn.................................................................................... 84 Pijn… maar wat is de oorzaak? ...................................................... 85 Pijn en emoties ............................................................................... 89 Pijn en het placebo-effect ............................................................... 91 Pijn en het nocebo-effect ................................................................ 93 Pijn maskeert .................................................................................. 93 Een ander leven door minder pijn en klachten ............................... 94 Een andere kijk op de behandeling van pijn ................................... 95 Hoofdstuk 6 Emotionele triggers ......................................................... 99 Hoofdstuk 7 Emoties ......................................................................... 105 Tekenen van onderdrukte emoties ................................................ 106 Onze psychologische en emotionele ontwikkeling en het ontstaan van psychosomatische klachten.................................................... 108 Voorbeelden van negatieve emoties en hoe ze kunnen ontstaan .. 109 Het verband tussen emoties en lichamelijk klachten .................... 111 De biologie van emoties ............................................................... 112 De blokkade van celreceptoren .................................................... 112 Ziel en lichaam ............................................................................. 113
Emoties en onze lichaamstaal ....................................................... 116 Emoties en allergieën.................................................................... 118 Een andere kijk op allergieën ....................................................... 119 Hoofdstuk 8 De klachten verminderen .............................................. 121 Hoe kunnen we op een andere manier naar onszelf kijken? ......... 121 Een Bijbels voorbeeld van een ijverige vrouw ............................. 122 Er is een tijd voor alles ................................................................. 123 Karaktereigenschappen ................................................................. 123 Vergeving geneest ........................................................................ 127 Jezelf vergeven ............................................................................. 129 Hoe kun je anders naar jezelf kijken? ........................................... 133 Hoofdstuk 9 Psychosomatische klachten als gedrag ......................... 135 Ziektewinst ................................................................................... 137 Hoe ontstaat ziektewinst en hoe kun je ertegenaan kijken?.......... 137 Een andere kijk op klachten.......................................................... 139 Geraadpleegde en aanbevolen literatuurlijst van Toen ik zweeg….... 143
Woorden van dank
Ten eerste wil ik mijn dochter Nancy bedanken. Zij gaf in november 2008 een krantenknipsel aan mij over een boek dat ik volgens haar absoluut moest gaan lezen. Het boek veranderde voorgoed mijn leven. Ik ben dankbaar voor Frans en Joke Roelofsen, voor hun pastorale zorg en steun aan mij in die moeilijke jaren; en voor de uitgebreide hulp en waardevolle suggesties en van Frans bij het schrijfproces van dit boek. Mijn dank gaat ook uit naar Drs. H. J. Roelofsen (huisarts) en Drs. A. van Wolfswinkel (GGZ-arts) voor het kritisch doorlezen van het manuscript. Annelies Huisman ben ik dankbaar voor het redigeren van het manuscript. Martin, bedankt voor je eindeloze geduld. Oneindig groot is mijn dank naar God, mijn Vader die mij zo wonderlijk herstelde, Hij die mij draagt, dag aan dag!
9
10
Inleiding
In dit boek vertel ik onder meer over de genezing van mijn rugklachten, die optrad na het lezen en toepassen van het boek van dr. J. E. Sarno: The Mind Body Prescription. Dr. Sarno is professor of Rehabilitation Medicine (professor in de klinische revalidatiegeneeskunde) en docent aan The New York University School of Medicine. Dr. Sarno heeft meerdere boeken gepubliceerd, waaronder The Mind Body Prescription, Healing Back Pain en The Divided Mind. In zijn boek The Mind Body Prescription beschrijft hij het Mind Body-syndroom. Hij legt uit dat wij door verdrukte emoties lichamelijke pijnen kunnen ontwikkelen, maar ook hoe wij daarvan kunnen herstellen. Over dat herstel gaat dit boek. Met nadruk wil ik zeggen dat dit boek niet gaat over ziekten, maar over psychosomatische klachten. Bij somatische ziekten zijn er pathologische veranderingen in het lichaam; bij psychosomatische klachten (Mind Body klachten) zijn er omkeerbare fysiologische lichamelijke veranderingen in het lichaam. Veel mensen krijgen te maken met rugklachten, variërend van een eenmalige klacht tot een levenslange aandoening met zeer veel gevolgen. Het verdriet en ongemak en het ziekteverzuim door rugklachten zijn ongekend. Rugklachten kosten Nederland miljoenen euro’s per jaar. Dr. Sarno kwam na zijn onderzoek tot de conclusie dat maar liefst 88 procent van zijn patiënten met chronische rugklachten ook leed aan verschillende andere lichamelijke aandoeningen die in verband staan met spanning en stress1. Zelf kreeg ik voor het eerst rugklachten in 1989. De klachten varieerden van zeurderige pijn tot ondragelijke pijn. Het gevolg van mijn rugklachten was dat ik afwisselend niet goed kon zitten, lopen, 1
J.E. Sarno (1998), The Mind Body Prescription: Healing the Body, Healing the Pain, blz. xviii 11
tillen, bukken of zelfs liggen. Kracht zetten tijdens werkzaamheden durfde ik steeds minder. Wanneer ik de pijn negeerde en gewoon doorging met wat ik wilde doen, resulteerde dit in lang aanhoudende pijn en stijfheid. Door de angst voor pijn vermeed ik uiteindelijk veel activiteiten. Dit was niet zonder gevolgen voor het gezin en mijn sociale leven. Wanneer we op vakantie gingen, probeerden mijn man en ik eerst de bedden en de stoelen uit in de hotels, voordat we incheckten! Dit was meestal tot grote ergernis en schaamte van de kinderen die achterin de auto op het ‘oordeel’ zaten te wachten. Ik hoop dat ze het me inmiddels hebben vergeven! Naast chronische rugpijn had ik veel andere lichamelijke klachten, zoals maag-darmklachten en sinusitis (bijholteontsteking). Soms had ik wekenlang pijn in mijn blaas. Ook had ik last van pijnlijke gewrichten en om de paar weken had ik wel een pijnlijke keel. De klachten veranderden soms van dag tot dag. De ene dag hoofdpijn, de andere dag een stijve nek, om vervolgens een dag later met flinke darmkrampen rond te lopen. Soms was het er allemaal tegelijk en dan schreef ik die dag maar af. In 2005 startte ik met de driejarige cursus Pastorale Hulverlening van Koinonia. Twee jaar daarvoor had ik de cursus Zegenend Helpen gevolgd en daardoor was ik nieuwsgierig geworden naar meer kennis. Ook enkele gemeenteleden van mijn kerk hadden de cursus bij stichting Koinonia gevolgd en hun enthousiasme werkte aanstekelijk. Omdat ik meewerkte in het pastoraal team van de kerk, sloot de cursus goed aan. Als pastoraal medewerkster kijk je mee naar iemands leven. De cursus leerde mij echter in eerste instantie naar mijn eigen leven te kijken. En dat was confronterend, maar bracht ook genezing en vrede. In 2008 sloot ik de cursus af met een scriptie. De opdracht voor de scriptie luidde: “Schrijf een scriptie over waar jij in je leven mee te maken hebt en tegenaan loopt, en integreer dit met de kennis die je tijdens deze cursus hebt opgedaan.” Zo kwam ik tot de keus voor mijn onderwerp: stress en psychosomatische klachten. Het boeiendste aan de opdracht vond ik dat je moest uitzoeken wat de Bijbel over het scriptieonderwerp zegt. Ik begon mijn scriptie met de woorden: “De reden dat ik voor dit onderwerp heb gekozen, is dat ik al jaren ‘ziek of onderweg ben’, zoals mijn moeder altijd zei. Mijn vader zei vroeger altijd: ‘Kind, jij moet je 12
maar laten overbakken.’ Als kind geloofde ik vurig dat het kon. Je zou worden 'overgebakken' en van al je ziekten verlost worden.” Een van de opdrachten tijdens de cursus Pastorale Hulpverlening van Koinonia was het lezen van het boek Leren over leven in loyaliteit. In dit boek las ik dat als een kind op jonge leeftijd psychosomatische klachten ontwikkelt, “het een psychosomatische ‘carrière’ tegemoet gaat.”2 Toen ik dat las, realiseerde ik me: “Dit gaat over mij”. Dit boek, dat zinnetje, heeft in feite mijn leven veranderd. Ik werd mij ervan bewust hoe ik was opgegroeid, wat ik had meegemaakt en wie ik was geworden door de omstandigheden in mijn gezin van herkomst. Het belangrijkste boek in mijn ontdekkingstocht is The Mind Body Prescription van dr. Sarno. Hij beschrijft hierin het Mind Bodysyndroom en legt uit dat onbewuste woede en onderdrukte emoties 'vage', moderne aandoeningen kunnen veroorzaken. Het Engels ‘mind’ staat voor brein en/of ziel, terwijl ‘body’ lichaam betekent. Een ander woord voor Mind Body is ‘psychosomatisch’. Mind Body zegt iets over de wisselwerking tussen onze psyche (de ziel) en ons lichaam. Het gaat daarbij om onbewuste processen. Ook beschrijft dr. Sarno het Tension Myositis Syndroom (TMS), ofwel het spierspanningssyndroom. De theorie hierachter houdt in dat pijn veroorzaakt wordt door het brein. Dit wil zeggen dat iemand soms lichamelijke klachten heeft zonder dat er een lichamelijke oorzaak gevonden kan worden. Deze zogenaamde psychosomatische klachtenof lichamelijk onverklaarbare klachten- zijn volgens hem geen klachten die ‘tussen de oren zitten’, zoals een bekende uitdrukking zegt. Beter gezegd, de pijn zit wel degelijk tussen de oren, maar niet als iets wat mensen zich inbeelden; het is een reactie in de hersenen die een werkelijke pijnreactie tot gevolg heeft. Of de klacht nu lichamelijk verklaarbaar is of niet, de klachten en de pijn zijn echt. Wanneer je je niet goed voelt, functioneer je niet optimaal. Volgens dr. Sarno fungeren lichamelijke klachten van ongemak en pijn als een afleidingsmanoeuvre. Door deze afleidingsmanoeuvre wordt de 2
M. Michielsen et al. (1998), Leren over leven in loyaliteit, blz. 99 (met toestemming overgenomen) 13
aandacht weggeleid van onze emotionele gevoelens en conflicten en in plaats daarvan op het lichaam gericht. Door kennis en erkenning van deze processen komen genezing en herstel tot stand. Bij het Tension Myositis Syndroom (TMS) gaat het volgens dr. Sarno om onbewuste emotionele processen die chronische spierpijnen veroorzaken. Wanneer wij een verdrietige, stressvolle of angstige situatie meemaken, kan dat de in het onderbewustzijn aanwezige trauma’s en onverdraaglijke gedachten ‘triggeren’ (aanraken). Volgens dr. Sarno creëert het brein hierdoor lichamelijke of psychische klachten, die als afleiding fungeren voor de verdrongen emoties en zodoende een emotionele explosie helpen voorkomen. De lichamelijke pijnen zijn als het ware een hulpmiddel3. Hoe gaat dit in zijn werk? Het onwillekeurige of autonome zenuwstelsel vermindert plaatselijk de doorbloeding van kleine bloedvaten. Dit leidt tot verminderde zuurstofopname in de weefsels en ophoping van afvalstoffen, en dus tot klachten en pijn. De lichamelijke klachten die zo ontstaan, zijn pijnlijk en lastig en kunnen maanden of zelfs jaren aanhouden. Vandaar de gevreesde uitdrukking van artsen: “U zult ermee moeten leren leven.” Maar in het geval van TMS is niets minder waar.
3
J.E. Sarno (1998), The Mind Body Prescription: Healing the Body, Healing the Pain, blz. 18 14
Hoofdstuk 1
Een leven met pijn en klachten Voordat ik kennismaakte met de theorie van dr. Sarno, had ik minstens achttien jaar lang fysiotherapie gehad en had ik altijd speciale stoelen en kussens nodig om te kunnen zitten. We hadden een speciaal bed met Tempur matras aangeschaft en ik kocht schoenen waar op maat gemaakte steunzooltjes in pasten. In een andere auto rijden dan die van onszelf was erg pijnlijk en daardoor beangstigend. Lang zitten, vooral ’s avonds, was niet mogelijk, vooral niet als stoelen te recht of te hard waren. Tijdens de cursus pastorale hulverlening van Koinonia leerde ik grenzen te stellen, waardoor mijn klachten wel minder werden. Ook het schrijven van mijn scriptie ‘Stress en psychosomatische klachten’ werkte helend. Maar door het boek van dr. Sarno kreeg ik eindelijk handvatten om daadwerkelijk dingen te kunnen gaan veranderen. Door het lezen en toepassen van het boek The Mind Body Prescription kwam er een grote verbetering in mijn lichamelijke conditie. Mijn geschiedenis Na mijn geboorte woonde ik samen met mijn moeder in Amsterdam bij een lieve tante. Twee jaar later verhuisden we naar Haarlem. Mijn moeder nam daar de zorg op zich voor het gezin van mijn vader. Hij had enkele jaren daarvoor zijn vrouw verloren en was achtergebleven met vier kinderen, van wie er nog drie thuis woonden. Mijn moeder en ik trokken bij hen in en een paar jaar later trouwden mijn ouders. Het werd een enorme klus voor mijn moeder. Zij zorgde ervoor dat het gezin na een chaotische periode weer op de rails kwam. Het was betrekkelijk kort na de oorlog en het was armoede troef. Ons vertrek uit Amsterdam bleek achteraf traumatisch voor mij te zijn geweest. Pas veel later werd duidelijk hoezeer ik gehecht was aan mijn lieve tante Cor. Door hard te werken en met veel toewijding zorgde mijn moeder dat de rust en regelmaat terugkwamen in het 15
samengestelde gezin. Ondanks alle inzet kreeg zij niet de waardering die haar toekwam en die ze nodig had. Maar als kinderen (onbewust) de nood van hun moeder zien, zoals ik dat deed, leren zij al vroeg te zorgen. Deze zorg wordt ‘parentificatie’ genoemd. Het betekent dat je op jonge leeftijd een grote last op je schouders neemt, terwijl die jonge schoudertjes daar uiteraard niet op gebouwd zijn. Zo ontstaat al vroeg psychische overbelasting, die zich onder meer kan uiten in lichamelijke klachten. Dat gebeurde dan ook bij mij. Doordat ik regelmatig ziek was, zorgde ik er in feite voor dat mijn moeder iets te zorgen had. Op deze manier bleef zij zich nuttig voelen.4 De ontwikkeling van psychosomatische klachten kan ook als doel hebben om relatieproblemen in het gezin te maskeren. De aandacht gaat uit naar de zieke in het gezin en niet naar de disfunctionele situatie. De schade door deze scheefgroei is niet onaanzienlijk. Het zijn onbewuste processen; als kind weet je alleen maar dat jij je weer eens niet lekker voelt. De meeste klachten waaraan ik leed toen ik klein was, waren buikpijn, oorpijn, keelpijn en spierpijnen. Later kreeg ik ook blaas- en nierontstekingen en maag- en darmklachten. De klachten betekenden voor mij dat ik de nodige aandacht kreeg. Een keer had mijn moeder mij weer eens meegenomen naar de huisarts. Hij gaf haar het advies dat ik met mijn buik over de zitting van een stoel moest hangen als ik buikpijn had. Het hielp wel, maar bovendien betekende het ook aandacht en dat leverde emotioneel heel wat op. Voor een zere keel en oorpijn ging mijn vader altijd op de fiets naar het ‘Reformhuis’ om speciale limonade te halen. In die tijd was dat bijzonder, want mijn ouders waren arm en limonade uit het Reformhuis kreeg je niet zomaar! Het was een hele eer voor mij. Ziek zijn betekende dus privileges. Beneden in de huiskamer werd een bed opgemaakt voor het raam, ik hoefde niet naar school en soms werd er voorgelezen. In 1962, vlak nadat mijn jongste zusje was geboren, ging ik naar het voortgezet onderwijs, de mulo. Dat bleek helaas al snel geen haalbare kaart te zijn voor mij. Ik kreeg stapels huiswerk die ik niet aankon en mijn ouders zeiden om beurten: “Tja kind, ik heb alleen maar lagere 4
M. Michielsen et al. (1998), Leren over leven in loyaliteit. blz. 100 16
school gehad, dus bij mij moet je niet zijn.” Na drie maanden op school werd ik erg ziek. Ik ontwikkelde een sinusitis en werd met hoge koorts naar het ziekenhuis gebracht. Na twee operaties en eindeloos veel kaakspoelingen kon ik weer naar huis, maar mijn tijd op de mulo was voorbij. Ik mocht naar de huishoudschool. Na die tweejarige opleiding ging ik naar het leao, waar ik ondanks mijn vele ziekteverzuim -onder andere door een nierontsteking- op het nippertje mijn diploma haalde. Mijn oudere zus Mies, die in Californië woonde, nodigde me uit om een jaar bij haar te komen wonen en om daar ook naar school te gaan. Zo ging ik met mijn broer Gerard naar de Amerikaanse ambassade om toelatingsexamen te doen voor de highschool. Ik slaagde en verdiende daarmee mijn visum naar de States. Twee weken voor vertrek naar de USA kreeg ik echter een nierontsteking en de dokter besliste: “Absolute bedrust”. So long, America… Een paar jaar later ging ik de opleiding Ziekenverzorging doen. Ik kwam terecht in het Diaconaal Verpleeghuis in Haarlem. Na twee jaar was het examenfeest. Ik zie mezelf nog, samen met mijn trotse ouders, de zaal binnenkomen waar we een diner kregen aangeboden. Ik was geslaagd voor het examen en was nu officieel ziekenverzorgster. Ik had een heerlijke tijd gehad tijdens de opleiding, maar ik was ook daar veel ziek geweest. Ik had ontelbare keren keelontsteking gehad, waar een sinusitis op volgde. Ook werd ik besmet met TBC, maar dat overkwam helaas veel collega’s. Na mijn opleiding Ziekenverzorging solliciteerde ik bij het Lucas Andreas ziekenhuis in Amsterdam om in aanmerking te komen voor de opleiding A-verpleegkundige. Helaas werd ik medisch afgekeurd: de arts constateerde een veel te hoge bloeddruk. Enkele maanden later vond ik werk in het prachtige zorgcentrum Oldenhove in Bloemendaal; wat een heerlijke tijd had ik daar. In 1972 trouwde ik met ‘mijn Engelsman’. We reisden veel voor het werk van mijn echtgenoot, onder andere naar India. Tijdens ons verblijf daar kreeg ik binnen de kortste tijd voedselvergiftiging en een nierontsteking. Dit ging gepaard met geweldig veel pijn in mijn benen, die waarschijnlijk door de hoge koorts werd veroorzaakt. Ik moest eerder dan gepland naar huis en hield twee jaar lang last van mijn benen (zie ook hoofdstuk 3). Na de geboorte van onze eerste dochter behoorden deze klachten gelukkig tot het verleden. Afgezien van de gebruikelijke ochtendmisselijkheid kwam ik glansrijk door mijn 17
zwangerschappen heen en kregen we binnen acht jaar drie prachtige, gezonde dochters. In de jaren die hierop volgden, bleef ik last houden van holteontstekingen. In 1978 werd ik op een avond erg ziek: ik had een darmbloeding. Tijdens het bezoek aan de huisarts werden mij allerlei vragen gesteld. De huisarts vroeg of ik recentelijk spanningen meegemaakt had. Toen ik hem vertelde dat mijn ouders enkele maanden daarvoor gescheiden waren, zei hij: “Tja, onze darm kijkt mee.” Ik dacht: nou, u moet ook nodig op vakantie! Maandenlang hield ik buikpijn en krampen, dus ik hield me aan een dieet dat mijn darm ‘ontzag’. “Darmkrampen komen en gaan en hebben uiteindelijk niet zoveel te maken met wat je eet”, zei de arts. Dat was moeilijk te geloven. Ik probeerde van alles: geen olie of boter, geen groenten, alleen wortelen en witlof. Geen brood, geen suiker, geen frisdrank, geen koffie, maar wel geraspte appels en beschuitjes. Uiteindelijk gaf ik de dokter gelijk en leerde ik te aanvaarden dat het niet uitmaakte wat ik at. Door de economische achteruitgang rond 1980 raakte mijn man zijn baan in Middelburg kwijt. We besloten niet bij de pakken neer te zitten en emigreerden in 1981 naar Canada. Daar kwamen we terecht in het stadje St. Albert in de provincie Alberta, waar onze derde dochter werd geboren. Na deze zwangerschap kreeg ik veel klachten in de gewrichten van mijn handen en voeten. Volgens de arts kwam dit door de hoge concentratie mineralen in het water, maar ik hoorde niemand anders over dergelijke klachten. In 1983 moesten we onverwachts opnieuw verhuizen. De kantoren van Syncrude, het bedrijf waar mijn man voor werkte, waren gevestigd in Edmonton, vlakbij onze woonplaats St. Albert. De teerzanden waar de olie uit werd gewonnen, lagen in het hoge noorden, in Fort McMurray, zo’n zeshonderd kilometer noordelijk van St. Albert. Het bedrijf besliste dat het meeste personeel moest worden overgeplaatst. We waren niet blij dat wij moesten verkassen. Na twee jaar waren we eigenlijk net gewend aan onze nieuwe omgeving in St. Albert. Scholen en winkels waren vertrouwd, we wisten de weg en hadden zoveel lieve mensen leren kennen.
18
Wonderbaarlijk gered De verhuizing van St. Albert naar Fort McMurray viel dus niet mee, maar de bewoners daar maakten het draaglijk. Binnen enkele weken hadden we verschillende nieuwe kennissen gekregen. Ook de kinderen werden al gauw uitgenodigd op verjaardagen. We reden met verschillende mensen om beurten naar school en allerlei clubjes. Carpoolen was daar allang een begrip. Fort McMurray ligt in ‘the middle of nowhere’, oftewel zeer afgelegen en nergens dichtbij in de buurt. In een straal van vijfhonderd kilometer rondom de stad vind je alleen prachtige bossen, beren en elanden. Fort McMurray had slechts één toegangsweg en kon via een andere weg weer verlaten worden. Veel keus was er niet, behalve als je geld genoeg had om een vliegticket te kopen. De winter begon in deze regio al in september, met flinke vorst en zeer veel sneeuw. De temperatuur daalde soms tot zo’n -35°C. Bovendien duurde de winter in deze Canadese provincie tot eind april, of soms wel tot eind mei. We hadden een gegarandeerde witte Kerst, maar ook een wit Pasen. Tegen die tijd had je je buik vol van alle sneeuw. Door het extreme weer vonden alle activiteiten binnenshuis plaats. Op school of in de sportschool, in bibliotheken en clubgebouwen was er altijd van alles te doen. In de zomer liep de temperatuur daarentegen flink op; we maakten een enkele keer 44°C mee. Door de vele insecten was het ook in de zomer ondoenlijk om buiten te zijn. Eigenlijk was het alleen enkele weken in mei of juni, voordat de muggen en andere vervelende stekende en bijtende insecten te voorschijn kwamen, mogelijk om buitenshuis te zijn. Al met al brachten we het grootste gedeelte van het jaar binnen door. Voor mijn man was dit best moeilijk. Hij vertrok ‘s morgens om 06.00 uur en kwam om 17.30 uur thuis. Hij werd gehaald en gebracht door een bus die hem naar het werk bracht. De fabriek had dan wel een gezellige kantine, maar hij kwam niet veel buiten. Deze geheel andere levensstijl, met veel luxe weliswaar, bracht veel spanning en aanpassingen met zich mee. Onze relatie kwam daardoor onder druk te staan en soms liepen de spanningen tussen ons hoog op. Op een keer was het weer mis. Het ging al enkele maanden niet goed met ons en we kregen een akelige ruzie. Wat een kloof ontstond er! Uit onmacht besloot ik om nooit meer iets tegen mijn man te zeggen. Dit 19
was de limiet geweest! De kinderen lagen te slapen, buiten vroor het 27 graden, dus er even uit naar een vriendin of buurvrouw was er niet bij. Ik liep naar de keuken en warmde voor mezelf een pannetje melk met honing op, in de hoop het bibberen wat te kalmeren. Een diepe verlatenheid kwam over me heen. Huilend dacht ik aan mijn lieve kinderen. Naar huis bellen kon niet: mijn ouders sliepen, er was acht uur tijdsverschil. Terwijl ik in de melk roerde, keek ik vanuit mijn ooghoeken naar de keukenvloer en zag daar opeens een uitnodigend zwart gat in. Ja, daar moet ik in, dacht ik. Ik moet weg, weg van alles, weg van de pijn en die vreselijke spanning. Toen, uit het niets, kreeg ik de gedachte: maar ik heb God nog! Op datzelfde moment had ik het gevoel of ik helemaal onder stroom stond. Het was of er een lichtflits door me heen ging, die mij voor mijn gevoel tot het plafond van de keuken en zelfs door de hele benedenverdieping heen blies. Zelfs nu weet ik niet of dit alles een minuut duurde, of dat er een half uur was voorbijgegaan, of zelfs nog langer. Toen ik weer ‘bijkwam’, voelde ik me totaal vernieuwd! “Maar ik heb God nog”, was mijn gedachte geweest, maar waarom? Ik had God helemaal niet in mijn leven, of zelfs maar in mijn gedachten. Als kind was ik naar de christelijke lagere school geweest en een enkele keer mocht ik met mijn broer Robert mee naar de zondagsschool, waar ik mij altijd dolgelukkig voelde, maar verder had ik geen leven met God gehad. Wel had ik ooit gedroomd over de Here Jezus. Ik was toen zeven jaar oud en in mijn droom zag ik de Here Jezus met zijn discipelen wandelen over een boulevard. Er liepen veel mensen. Opeens was er angst en paniek, want er was plotseling een grote leeuw verschenen die zich door de mensenmassa bewoog. Er werd geschreeuwd en de mensen renden weg, maar in mijn droom was ik niet bang voor die leeuw. Als zevenjarig meisje liep ik zelfs gewoon op hem af en sloeg mijn arm om zijn enorme hals. Op datzelfde moment zag ik dat de Here Jezus naar me lachte. De vrouw daar in die keuken, die enkele momenten voor de aanraking van God nog zo depressief was geweest, was niet meer dezelfde. Ze was vernieuwd, verschoond, verlost. Na die bewuste avond was mijn leven nooit meer het zelfde, ik was voorgoed veranderd. Een bron van vrede en wijsheid werd mijn deel. Toch leerde ik pas in Nederland in Evangeliegemeente De Wijngaard dat je je leven aan God mag geven, en dat ik me in navolging van de Here Jezus in Zijn naam mocht laten 20
dopen. Ik begon aan een christelijke levenswandel, met vallen én opstaan. Eén van mijn lievelingsteksten uit de Bijbel werd Psalm 34:20: Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige, maar uit die alle redt hem de Here. Ook mijn besluit om nooit meer tegen manlief te spreken werd die avond door God ontkracht, weggewassen. Na mijn wonderlijke moment met God vroeg ik aan mijn man: “Heb je nog wel zin om morgen met mij naar die barbecue te gaan?” We hadden de buren die ons hadden uitgenodigd voor hun feestje beloofd een paar Engelse folksongs te komen zingen. De reactie van mijn man verraste me. Zijn boosheid leek ook verdwenen. “Alleen als je daar mooi zingt”, was zijn antwoord. Had de vrede van God hem ook aangeraakt? De volgende dag tijdens het etentje sprak ik met Jenny, de gastvrouw. Deze buurvrouw, die ik amper kende, was bijzonder gastvrij en vriendelijk. “Gaat u weleens naar de kerk?” vroeg ik een beetje verlegen. Ze antwoordde dat ze regelmatig naar de United Church ging, een Canadese Protestantse kerk. “Mag ik met u mee wanneer u er weer heen gaat?” “O, sure honey”, was het antwoord: “Natuurlijk, lieverd”. Al direct de volgende dag haalde de buurvrouw me op en bracht me naar de United Church. Ik was zo blij! Jenny stelde me aan iedereen voor en zoals dat gaat in Canada, hoorde ik er binnen vijf minuten al helemaal bij. Op de zondagen die volgden wist ik al gauw zelf de weg naar de kerk te vinden en nam ik ook de kinderen mee. Mijn lieve buurvrouw heb ik er nooit meer gezien, maar de Here God had haar gebruikt om mij er de weg naartoe te wijzen. Elke zondag zongen we daar dit prachtige Ierse lied als afsluiting van de dienst: An Irish blessing May the road rise to meet you, may the wind be always at your back. May the sun shine warm upon your face, the rains fall soft upon your fields. And until we meet again, May God hold you in the palm of his hand. 21
Vertaling: Ierse Zegen Moge de weg je tegemoet komen, de wind altijd in je rug zijn. Moge de zon je gezicht verwarmen, de regen zacht op je velden vallen. Moge God jou bewaren in de palm van zijn hand tot wij elkaar weer zien. Ook in Fort McMurray bracht ik vaak een bezoek aan het huisartsenteam. Ik had erg veel pijn in mijn blaas, ook wanneer er geen ontsteking was. Nu weet ik dat deze klacht een ‘overactieve blaas’ heet, een van de psychosomatische klachten uit het boek van Dr. Sarno. Ik had steeds het gevoel dat mijn blaas overvol zat, maar een bezoek aan het toilet bracht geen verlichting. Vanwege de terugkerende blaasklachten werd ik doorverwezen naar de plaatselijke gynaecoloog, die in 1985 het advies gaf om een kijkoperatie te laten doen, een zogenaamde laparoscopie5. Toen ik wakker werd na de laparoscopie luidde de uitslag dat mijn baarmoeder verwijderd moest worden, want die lag gekanteld en drukte op de darmen. Dit veroorzaakte ook de pijn in de blaas. Ik mocht er thuis verder over nadenken en ik kon een afspraak maken voor de operatie als ik dat wilde. Toch ging ik die avond nog niet naar huis. Elke keer dat ik een poging waagde om rechtop te zitten, raakte ik bewusteloos. Later bleek dat tijdens de laparoscopie mijn dikke darm kapot was gestoken. Ik moest een vier uur durende operatie ondergaan om dit te herstellen en werd vervolgens wakker met een stoma. Gelukkig was de stoma tijdelijk en in juni van dat jaar, vlak voordat we remigreerden naar Nederland, moest ik een tweede operatie ondergaan om hem te verwijderen. De stoma was verleden tijd, al 5
Bij een laparoscopie bekijkt de arts via de navel de binnenkant van de buikholte. 22
duurde de revalidatie nog weken. Een paar jaar later hoorden we van vrienden uit Canada dat diezelfde gynaecoloog later nog andere rampen had veroorzaakt en dat hij uiteindelijk oneervol was ontslagen uit het ziekenhuis. Ook de diagnose die hij bij mij had gesteld bleek onjuist. Ongeveer een jaar nadat wij uit Canada waren teruggekeerd, kreeg ik regelmatig rugklachten. Het begon tijdens een vakantie in Zwitserland. We stonden op een prachtige camping in de buurt van Meiringen en hadden op een middag heerlijk met het gezin in de bergen gewandeld en geklauterd. Toen ik de nacht die volgde wakker werd om naar het toilet te gaan, bleek dat ik niet kon lopen, wat ik ook probeerde. Er was nauwelijks licht en niemand kon me zien, dus toen ben ik maar op handen en knieën naar de dichtstbijzijnde bosjes gekropen. Ik stond aan het begin van vele bezoeken aan de fysiotherapeut. Door mijn aanhoudende rugklachten kreeg ik last van angst die me ervan weerhield om spontaan met van alles mee te doen. Ik hield echt van tuinieren, maar ik durfde het niet meer zo. Ook fietsen ging niet goed en dus ging ik maar liever lopen. Doordat ik altijd graag actief was, bleef ik toch mobiel. We zorgden voor de juiste auto, een Ford Sierra. Daar kon ik goed in zitten, in andere auto’s niet. Reisde ik toch met ander vervoer, dan was de ramp niet te overzien. Ik kreeg dan scherpe pijn in mijn rug met uitstraling naar mijn rechterbeen, die aanvoelde als ‘messenwerk’; een uitdrukking waarmee ik mensen in mijn kindertijd hun pijn hoorde beschrijven. Paracetamol en andere pijnstillers hielpen niet. Mijn man had een auto van de zaak en soms gebruikten we die als we ergens heen moesten. Na een half uur in die auto kreeg ik echter steevast tintelingen in mijn nek, alsof er allemaal mieren in mijn nek liepen. Later kreeg ik ook last van soortgelijke tintelingen op mijn hoofd. Nadat ik eerst fysiotherapie had geprobeerd, stuurde de huisarts mij door naar de neuroloog. Na uitgebreid onderzoek was het advies van de neuroloog: ”U moet maar gewoon terug tintelen.” Huilend ben ik toen het ziekenhuis uitgelopen. De hulp van fysiotherapeuten, vooral van degene die mij de laatste jaren therapie had gegeven, is wel van veel waarde geweest. Ik dacht altijd: als ik jou niet had, zou ik nog in een rolstoel terechtkomen. Hij kende zo ongeveer mijn hele anatomie. Ik had in 1993 pijnlijke en brandende knieën, zelfs zo akelig dat ik geen lange broek aan kon. De 23
therapeut had een bijzondere behandeling hiervoor. Ik zie me nog zitten: op mijn knieën zaten natte sponsjes met stroomdraadjes eraan. Ze tintelden terug, denk ik achteraf. Wat heeft die goede man ontzettend veel geduld met me gehad. Mijn nek was vaak zo stijf, ik had zere handen, pijnlijke polsen en soms het gevoel dat er een stok in mijn rug zat. Dan kon ik niet zitten of staan. Een paar dagen kon ik zelfs niet gaan liggen. Dit was wel de meest ingrijpende klacht die ik ooit ervaren had. Van de huisarts kreeg ik spierverslappers, die niet hielpen. In het weekend, toen het echt niet meer ging, kwam er een weekendarts, die zei: “U heeft geen spierpijn, maar gewrichtspijn!” Er zaten bekkengewrichtjes ‘op slot’, een pijnlijke zaak. De arts schreef Naproxen voor en na enkele uren kon ik weer liggen. Wat was ik dankbaar! De klachten en de aandoeningen blijven komen In 1998 was ik met onze oudste dochter een paar dagen op bezoek bij mijn schoonmoeder in York, Engeland. De eerste nacht werd ik wakker van een oorverdovend lawaai. Hoe bestaat het, dacht ik. Mijn schoonouders woonden vlakbij militaire barakken, maar een helikopter landt toch niet middenin de nacht? Ik kwam uit bed en verbaasde mij erover dat mijn dochter, met wie ik de slaapkamer deelde, door het lawaai heen kon slapen. “Dat je daar niet wakker van wordt”, fluisterde ik. Ik schoof de gordijnen open en keek uit het raam, zodat ik naar de barakken kon kijken. Er was niets te zien! Toen ging ik naar beneden. Dan is de helikopter zeker midden op straat geland, dacht ik bij mezelf. Maar ook op straat was alles rustig: geen groot licht, geen mensen die voor de ramen stonden te kijken, alleen dat oorverdovende lawaai. Het lawaai bleek alleen in mijn hoofd te bestaan! Het was als een nachtmerrie. Verder slapen was uitgesloten. Tegen de ochtend werd het lawaai gelukkig minder hard; er was nu ‘alleen’ nog een brommend geluid. Het geluid dat gelijk stond aan een helikopter was nu veranderd in het lawaai van een graafmachine die aan het werk is in je straat. Toen we later die dag in de stad liepen om te winkelen, besefte ik dat alle muziek onherkenbaar was vervormd. Het was eind november, dus Engeland maakte zich op voor Kerstmis en in alle winkels klonken de gebruikelijke kerstliedjes. Maar in mijn oren klonk het vreselijk! Het was om gek van te worden. Terug in Middelburg stuurde de huisarts 24
mij voor deze klachten naar de KNO-arts. Er moest een MRI-scan gemaakt worden. Gelukkig werd er niets ernstigs ontdekt. “Ik kan helaas niet veel voor u doen”, zei de arts. “Ga ‘s middags even naar bed en doe het verder een beetje rustiger aan.” De medicijnen die hij voorschreef, hadden geen effect. Het was een zeer verdrietige en moeilijke tijd. Het lawaai in mijn hoofd werd later gelukkig minder, maar muziek en zang bleven nog heel lang vervormd klinken. Ook heb ik gehoorverlies gekregen. De KNO-arts legde me indertijd uit wat de oorzaak was. Ik had al last van doofheid, en daarbij waren de trilhaartjes in mijn gehoororgaan (het ‘slakkenhuis’) plat gaan liggen. Normaal gesproken transporteren deze haartjes geluid naar de gehoorzenuw, maar nu ze plat lagen, gingen de haartjes zelf geluid produceren. Tegenwoordig denken onderzoekers dat dit geluid in de hersenen ontstaat. Ze noemen deze aandoening tinnitus.6 Tinnitus, of oorsuizen, kan onder meer worden veroorzaakt door stress, door lang te zijn blootgesteld aan muziek met een te hoog volume, door afwijkingen aan het binnenoor of door hoge bloeddruk. Dr. Sarno schrijft in The Divided Mind dat dit oorsuizen een psychosomatische klacht is, wanneer er geen lichamelijke afwijkingen gevonden worden. In het boek van dr. Sarno werd gesproken over vage klachten. Nou, daar kon ik over meepraten. Vier jaar geleden werd ik elke nacht wakker met erge pijn achter mijn schouders, of zat het nou in mijn buik? De huisarts zei: “U heeft waarschijnlijk last van galstenen.” Ik mocht voor een spoedecho naar België, maar daarop waren geen galstenen of andere afwijkingen te zien. De pijn hield enkele dagen later vanzelf op. In 2001 overleed mijn schoonmoeder onverwachts. Mijn man en ik vertrokken naar Engeland, naar haar huis in York. Twee dagen na de crematie hadden we een familiesamenkomst en ik stelde voor om koffie te zetten. Het koffiezetapparaat was een ouderwetse pot met een plastic filter erop, waarop je met de hand het kokende water moest gieten. Om een lang verhaal kort te maken, het kokende water kwam op mijn pols en hand en dat veroorzaakte ernstige brandwonden. Naast 6
Met toestemming overgenomen van www.nvvs.nl 25
alle andere verdrietelijkheden moest ik nu ook nog elke dag naar het ziekenhuis voor een pijnlijke behandeling. Het was een traumatische ervaring. Terug in Nederland had ik een afspraak met de KNO-arts. Ik zou een operatie ondergaan om mijn chronische holteontstekingen aan te pakken. De holten zouden worden schoongemaakt en het neustussenschot rechtgezet. Door de omstandigheden stelde ik de operatie uit tot oktober. Het is een operatie die ik niemand zal aanraden, vooral omdat ik na een verkoudheid enkele maanden later ‘gewoon’ weer een sinusitis kreeg. Na de operatie had ik bovendien veel hoofdpijnen. De huisarts constateerde verhoogde bloeddruk, een oude kwaal die na jaren weer de kop opstak. Er was ook zoveel gebeurd! De arts schreef plastabletten voor en die leken te helpen. Maar hoewel mijn bloeddruk nu was gereguleerd, voelde ik me niet goed. ’s Morgens na het douchen en aankleden deed ik wat huishoudelijke werkzaamheden, maar daarna had ik geen andere keus dan op de bank te gaan liggen. Daar bleef ik tot aan de warme maaltijd, om vervolgens mijn bed in te rollen. Op de een of andere manier had ik geen kracht, geen energie. Dan was ik dankbaar dat de dag erop zat. Mijn leven veranderde volledig. Ik raakte mijn normale leven kwijt, en ik leek ook mijzelf kwijt te raken. Energie om naar de kerk te gaan had ik niet, ik voelde me totaal opgebrand. De vermoeidheid werd eigenlijk steeds erger. Kon het echt zo zijn dat je ‘s morgens al futloos en moe wakker wordt? Het was februari 2002. Mijn moeder logeerde bij ons. Normaal gesproken vond ik dat fijn, maar nu was het eigenlijk te druk en te veel voor me. De vermoeidheid was erger geworden, maar daardoor kon ik juist niet slapen. Ik werd er angstig van. Mijn hart voelde steeds zo raar: een soort hartkloppingen en gefladder van binnen. Het was half twee ’s nachts en ik lag nog steeds wakker. In gebed zei ik tegen de Here God: “Als ik op dit moment aan het doodgaan ben en ik eigenlijk naar de dokter moet, wilt U dan een van mijn huisgenoten wakker maken omdat hij of zij naar het toilet moet, of zo? Dan is dat voor mij een teken dat ik de arts moet bellen.” Maar niemand werd wakker, het bleef stil in huis. Het waren ook wel rampgedachten, realiseerde ik me, dus ik probeerde me te ontspannen en viel uiteindelijk in slaap.
26
De volgende dag belde ik de huisarts met het verzoek om de dosering van de medicijnen tegen de hoge bloeddruk te verhogen. Ik vertelde hem alle klachten en eindigde met: “Ik heb ook zulke dikke vingers.” De arts vroeg: “Wanneer is er bij u voor het laatst bloed geprikt?” Ik zei dat er nog nooit bloed geprikt was. De arts vroeg me om dezelfde dag nog naar het laboratorium te komen. Zelf kon ik op dat moment geen auto rijden en mijn man moest van zijn werk komen om me erheen te brengen. Diezelfde avond belde een onbekende huisarts ons op. “Ik ben met spoed op zoek naar mevrouw Robinson”, zei hij. “Daar spreekt u mee”, antwoordde ik. Tegelijkertijd schreeuwde het binnenin me: “O God, dank U!” Ik moest onmiddellijk naar de praktijk komen en daar legde de arts uit dat mijn kaliumwaarde veel te laag was. Door de plastabletten had ik te veel kalium uitgestoten. Een ernstig laag kaliumgehalte kan dodelijk zijn. Wat een wonder dat onze huisarts niet was ingegaan op mijn verzoek om de dosering plastabletten te verhogen! Kalium is nodig voor de zenuwprikkelgeleiding en het handhaven van een normale bloeddruk. Verder is kalium noodzakelijk voor het samentrekken van de spieren en voor de energiehuishouding in de spieren7. Na een behandeling met een hoge dosis kalium knapte ik zienderogen op. Ik had een periode achter de rug waarin ik me vreselijk onprettig en niet fit voelde, maar dat had dit keer een puur lichamelijke oorzaak. Wanneer je lichamelijke klachten hebt, is het daarom altijd noodzakelijk om je door een arts te laten onderzoeken. Psalm 23 versus antidepressiva De nare gebeurtenissen rondom het kaliumtekort waren voorbij. Ook de bloeduitslag die twee weken later kwam, was in orde. Toch bekroop mij van tijd tot tijd een vreselijk akelig gevoel. Het leek dan bijna of ik geen adem kon halen, alles werd ‘grijs’ en naar. Op een avond zat ik alleen thuis op de bank en voelde dat het niet goed ging. Een mengeling van misselijkheid en zwakte trok door me heen. Duizenden gedachten bestormden mij. Wat zou er nu weer zijn? Ik realiseerde me 7
Met toestemming over genomen van http://www.vitamine-info.nl 27
dat ik me bovenal erg angstig voelde. Maar waarvoor, dat wist ik niet bewust. Ik dacht terug aan een opmerking die de huisarts enkele weken daarvoor maakte: “Het zou misschien een goed idee zijn dat u antidepressiva gaat gebruiken.” Toen de arts mijn verbaasde gezicht na die opmerking zag, ging ze verder en zei: “Wanneer u van onze praktijk naar het Kruidvat loopt, komt u onderweg tientallen mensen tegen die antidepressiva gebruiken. Het komt echt vaker voor dan u denkt.” Maar ook nu, zittend op de bank, sprak het idee van antidepressiva mij totaal niet aan, zelfs al leek ik er niet zelf uit te komen. “Ik wil het van U verwachten, Vader”, bad ik. “De Heer is mijn herder, U bent mijn goede herder…” Op het moment dat ik dit uitsprak, leek het alsof er een hemelse legermacht in mijn hoofd losbarstte. Ik stond op en zei zo hard als ik kon: “De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij nederliggen in grazige weiden, Hij voert mij aan rustige wateren.” Ik was inmiddels met grote stappen door de kamer gaan lopen en proclameerde: “Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in rechte sporen om Zijns naams wil...” De zin die daarop volgde, leek ik wel uit te schreeuwen: “Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij! Uw stok en uw staf, die vertroosten mij! Ja, die vertroosten mij! U richt voor mij een dis aan, voor de ogen van wie mij benauwen!” Ineens was het alsof ik kon zien hoe bang en eenzaam ik was geweest en als een klein kind begon ik te huilen. Maar enkele minuten later kwam ik weer overeind en ging verder: “U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over…” Het volgende gedeelte schreeuwde ik opnieuw uit: “Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen, ál de dagen van mijn leven! Ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen!” Terwijl mijn ogen nog nat waren van het huilen voelde ik heel diep in mij: ik ben beter, ik ben genezen. De pijn op mijn borst was verdwenen, de zenuwen, de angst; ze waren weg… Later die avond las ik een hoofdstuk uit het boek Hoe een herder Psalm 23 ziet van Phillip Keller. Hij beschreef dat schapen het meest verfrist worden wanneer zij ’s morgen vroeg gras eten. Het gras is dan nog nat van de dauwdruppels. Ook dat zijn ‘rustige wateren’. Die avond besloot ik om ook zelf elke morgen, net als die schapen, fris en 28
levend water tot me te nemen en de dag voortaan te beginnen met het lezen van Gods Woord en Zijn liefdevolle aanwezigheid te zoeken.”8 The Mind Body Prescription Met het schrijven van de scriptie ‘Stress en Psychosomatische klachten’ rondde ik in 2008 de cursus pastorale hulpverlening van Koinonia af. Enkele maanden daarna vertelde mijn oudste dochter, toen ik gezellig bij haar op de koffie was, over een krantenknipsel dat ze voor mij had bewaard. Het was een artikel uit de Volkskrant. “Ik weet zeker dat je het interessant vindt, ma, ook al is je scriptie klaar”, zei ze enthousiast. Ze haalde het knipsel uit het dressoir. Het was door dit meedenken dat mijn leven op het punt stond te veranderen. Het krantenknipsel vertelde het verhaal van een jonge vrouw, Anna Woltz, een journaliste en jeugdboekenschrijfster die al anderhalf jaar aan RSI leed910. De vrouw had van alles ondernomen om te genezen. Ze had erg veel pijn in haar arm en schouders en ook in haar rug, zelfs in zo’n mate dat ze er niet van kon slapen. Op een dag kwam haar moeder met een boek aanzetten. In grote lijnen was de boodschap: het boek lezen en toepassen, dan komt er genezing. Anna Woltz vertelde dat ze het best moeilijk vond dat haar moeder haar dat boek gaf. “Maar door het lezen van het boek The Mind Body Prescription ben ik inderdaad genezen”, gaf ze eerlijk toe. In het artikel zei ze verder: “Dit moeten mensen met RSI weten, want je hebt een keuze.” Ik nam het knipsel mee en las het thuis nog eens goed door. “Heb je er iets aan gehad?” vroeg mijn dochter later. “Ik zou dat boek best willen lezen”, antwoordde ik. “Dan krijg je het van mij voor Kerst”, zei mijn dochter.
8
Met dit getuigenis wil de schrijfster niet beweren dat mensen hun voorgeschreven medicijnen, zoals antidepressiva, niet meer nodig hebben wanneer zij Bijbelteksten gaan lezen en proclameren. 9 RSI: Repetitive Strain Injury, beter bekend als de zogenaamde ‘muisarm’. 10 In: De Volkskrant, november 2008. Met toestemming overgenomen. 29