Inhoudsopgave
1. Tijdreeks verzuimcijfers
2
2. Verzuim naar geslacht
4
3. Verzuim naar grootteklasse
5
4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd
6
5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie
7
6. Verzuimkosten
8
7. Verzuim naar duurklasse
9
8. Leeftijdsopbouw
10
9. Landelijke verzuimcijfers (Zorg Breed)
11
10. Begrippenlijst
13
In de branche 'Algemene Ziekenhuizen' zijn ongeveer 182.000 werknemers werkzaam. De gegevens in deze Vernet Viewer zijn gebaseerd op een steekproef van 130.203 werknemers. Dit is ruim 72% van de totale werknemerspopulatie. Onder werknemers worden zowel fulltimers als parttimers verstaan. Oproepkrachten en gereïntegreerde WIA-ers worden niet meegerekend. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.
Vernet is elke werkdag bereikbaar van 9:00 - 17:00 uur.
Colofon De Vernet Viewer voor de Branche ZKH verschijnt viermaal per jaar en wordt geproduceerd door
telefoon : (020) 422 97 71
VERNET verzuimnetwerk B.V. te Amsterdam.
fax : (020) 427 28 39
Reproductie en overname is toegestaan onder bronvermelding.
e-mail :
[email protected]
Deze Vernet Viewer is gemaakt in opdracht van: Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen.
internet : www.vernet.nl
Productiedatum: 3 augustus 2011
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
1
1. Tijdreeks verzuimcijfers Tabel 1.1 Verzuimpercentage per kwartaal en voortschrijdend jaar
Kwartaal
1e zk-jaar 2e zk-jaar
2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2
3,60 4,47 5,02 3,73 3,56 4,69 4,75 3,86 3,61 4,55 4,89 3,94
0,33 0,33 0,35 0,33 0,35 0,34 0,37 0,35 0,36 0,36 0,35 0,36
Totaal 3,93 4,81 5,37 4,06 3,91 5,03 5,12 4,21 3,96 4,91 5,24 4,31
Voortschrijdend jaar 1e zk-jaar 2e zk-jaar 2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3
t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m
2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2
4,23 4,19 4,20 4,15 4,14 4,21 4,12 4,08 4,12 4,14 4,18 4,21
0,33 0,32 0,33 0,32 0,34 0,33 0,31 0,32 0,34 0,34 0,31 0,35
Totaal 4,56 4,53 4,53 4,47 4,48 4,54 4,43 4,40 4,46 4,48 4,50 4,56
Grafiek 1.1. Verzuimpercentage per kwartaal en voortschrijdend jaar
Grafiek 1.2. Verzuimpercentage tweede ziektejaar per kwartaal
Deze pagina toont het verzuimpercentage 1e en 2e ziektejaar over de afgelopen drie jaar. Grafiek 1.1 bevat zowel kwartaal- als voortschrijdende verzuiminformatie. Gekozen is om in grafiek 1.2 géén voortschrijdende lijn, maar een trendlijn over de kwartaallijn te plaatsen. Het ziekteverzuim over Q2011-2 ligt hoger dan de vergelijkbare kwartalen van de twee voorgaande jaren. De invloed van het hogere verzuim in Q2011-2 over het voortschrijdend jaar veroorzaakt net als Q2011-1 een kleine stijging van het ziekteverzuim. Ten opzichte van één jaar geleden stijgt het voortschrijdende ziekteverzuim met 3,6%. De trendlijn in grafiek 1.2 laat zien dat het 2e ziektejaar hier ook een aandeel in heeft.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
2
Tabel 1.2 Meldingsfrequentie en gemiddelde duur per kwartaal en voortschrijdend jaar
Kwartaal 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2
MF 1,07 1,64 1,91 1,10 1,09 1,62 1,76 1,09 1,07 1,56 1,67 1,10
GD 16,0 11,7 12,2 15,9 15,7 11,9 12,3 16,8 16,0 12,5 13,8 17,1
Voortschrijdend jaar 2007-4 t/m 2008-3 2008-1 t/m 2008-4 2008-2 t/m 2009-1 2008-3 t/m 2009-2 2008-4 t/m 2009-3 2009-1 t/m 2009-4 2009-2 t/m 2010-1 2009-3 t/m 2010-2 2009-4 t/m 2010-3 2010-1 t/m 2010-4 2010-2 t/m 2011-1 2010-3 t/m 2011-2
MF 1,49 1,47 1,47 1,44 1,44 1,43 1,37 1,37 1,36 1,38 1,34 1,37
GD 13,1 13,1 13,3 13,4 13,4 13,4 13,3 13,5 13,8 13,9 14,3 14,4
Grafiek 1.3. Meldingsfrequentie per kwartaal en voortschrijdend jaar
Grafiek 1.4. Gemiddelde duur per kwartaal en voortschrijdend jaar
Opvallend is de trendmatige daling van de meldingsfrequentie (grafiek 1.3) over de voortschrijdende jaren. Het kwartaal Q2011-2 heeft op het voortschrijdend jaar 2010-3 t/m 2011-2 een stabiliserend effect. Traditioneel ligt de meldingsfrequentie in het 4e en 1e kwartaal aanmerkelijk hoger dan in het 2e en 3e kwartaal. De gemiddelde duur (grafiek 1.4) stijgt ten opzichte van twee jaar geleden met 1 dag (7,5%). Dit is voornamelijk het gevolg van de toename van het langdurig verzuim (zie pagina 9). Bovendien is het aannemelijk dat bij een afname van de meldingsfrequentie en een gelijkblijvend of stijgend verzuimpercentage de gemiddelde duur óók toeneemt.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
3
2. Verzuim naar geslacht Tabel 2.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en personeelsopbouw per kwartaal en voortschrijdend jaar
Kwartaal 2011-2 man vrouw totaal
VP
MF
3,49 4,55 4,31
0,94 1,13 1,10
2010-2 man vrouw totaal
3,39 4,46 4,21
1,02 1,13 1,09
PS in % 19,0 81,0 100,0
Voortschrijdend VP 2010-3 t/m 2011-2 man 3,63 vrouw 4,84 totaal 4,56
MF
PS in %
1,17 1,41 1,37
18,9 81,1 100,0
19,0 81,0 100,0
2009-3 t/m 2010-2 man 3,57 vrouw 4,65 totaal 4,40
1,18 1,41 1,37
19,0 81,0 100,0
Grafiek 2.1. Verzuim naar geslacht van twee voortschrijdende jaren
De lichte stijging van het verzuim over het voortschrijdend jaar (tabel 2.1 /grafiek 2.1) wordt bijna in zijn geheel veroorzaakt door de vrouwen. Bij de mannen wordt ten opzichte van vorig jaar een geringe stijging gemeten. Doordat vrouwen met iets meer dan 81% deel uitmaken van de personeelsopbouw heeft het verzuim van vrouwen belangrijk meer invloed op het totale branchecijfer. Sinds jaren ligt bij vrouwen zowel de meldingsfrequentie als het verzuimpercentage hoger dan bij mannen. Het verschil in verzuimgedrag is gedurende de afgelopen jaren onveranderd gebleven.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
4
3. Verzuim naar grootteklasse Tabel 3.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en personeelsopbouw per kwartaal en voortschrijdend jaar
Kwartaal 2011-2 <2.000 2.000-3.000 >3.000 totaal
VP
MF
4,20 4,37 4,36 4,31
1,08 1,14 1,08 1,10
2010-2 <2.000 2.000-3.000 >3.000 totaal
4,10 4,42 4,16 4,21
1,09 1,10 1,09 1,09
PS in % Voortschrijdend VP 2010-3 t/m 2011-2 35,7 <2.000 4,51 26,2 2.000-3.000 4,60 38,1 >3.000 4,58 100,0 totaal 4,56
1,34 1,40 1,36 1,37
35,6 26,3 38,1 100,0
2009-3 t/m 2010-2 <2.000 4,37 2.000-3.000 4,63 >3.000 4,26 totaal 4,40
1,38 1,41 1,33 1,37
29,6 28,8 41,6 100,0
30,3 26,2 43,4 100,0
MF
PS in %
Grafiek 3.1. Verzuim naar grootteklasse per voortschrijdend jaar
Binnen de branche presteren de relatief kleinere organisaties nagenoeg gelijk aan de grotere. De verschillen tussen beide perioden (tabel 3.1) in de percentuele onderverdeling van organisaties (PS in %) komt, in tegenstelling tot Q2011-1, beter overeen met de realiteit.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
5
4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd Tabel 4.1 Verzuimpercentage en meldingsfrequentie naar leeftijdsklasse
Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal
2008-3 t/m 2009-2 2,84 3,61 4,49 5,38 5,71 4,47
Verzuimpercentage 2009-3 2010-3 t/m t/m 2010-2 2011-2 2,82 2,95 3,43 3,59 4,43 4,63 5,20 5,23 5,97 6,24 4,40 4,56
2008-3 t/m 2009-2 1,62 1,60 1,43 1,36 1,18 1,44
Meldingsfrequentie 2009-3 2010-3 t/m t/m 2010-2 2011-2 1,55 1,54 1,50 1,48 1,36 1,35 1,29 1,30 1,16 1,20 1,37 1,37
Grafiek 4.1. Dynamiek in de branche
2009-3 t/m 2010-2
2010-3 t/m 2011-2
In de grafiek worden twee voortschrijdende jaren met elkaar vergeleken. Alle leeftijdsgroepen leveren een bijdrage aan de beperkte stijging van het verzuimpercentage in de branche. Het ziekteverzuim in de groep 55> is over de afgelopen twee voortschrijdende jaren (tabel 4.1) fors gestegen tot ruim boven de 6%. Jongeren melden zich vaker ziek, maar verzuimen zelden lang; ouderen melden zich niet snel ziek, maar verzuimen gemiddeld wel belangrijk langer.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
6
5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie Grafiek 5.1 Combinatie Verzuimpercentage en meldingsfrequentie, 2010-3 t/m 2011-2
Deze grafiek toont het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie over het voortschrijdende jaar 2010-3 t/m 2011-2. Elke groene stip staat voor een organisatie behorende tot de branche Ziekenhuizen. De spreiding is groot en laat zien dat de verschillen in verzuimperformance binnen de branche divers zijn. Onderzoek wijst uit dat organisaties met een relatief oudere groep medewerkers het verhoudingsgewijs niet slechter doen dan de organisaties met een relatief jongere groep medewerkers. De spreiding op de verticale as meldingsfrequentie zegt iets over de mate waarin ad-hoc afwezigheid door ziekteverzuim van invloed is op de dagelijkse continuïteit. De spreiding op de horizontale as zegt iets over de mate van vitaliteit, inzetbaarheid, (over)belasting én ook iets over de concurrentiekracht.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
7
6. Verzuimkosten Grafiek 6.1 Verdeling totale verzuimkosten naar leeftijd
Grafiek 6.2 Kosten per FTE bij alle organisaties in de branche
Tabel 6.1 Kosten per FTE naar leeftijdsklasse
Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal
2008-3 t/m 2009-2 € 1.511 € 2.779 € 3.665 € 4.413 € 4.863 € 3.538
2009-3 t/m 2010-2 € 1.581 € 2.709 € 3.689 € 4.363 € 5.061 € 3.557
2010-3 t/m 2011-2 € 1.666 € 2.821 € 3.901 € 4.410 € 5.340 € 3.712
Grafiek 6.3 Totale verzuimkosten per fte naar leeftijdsklasse
De verzuimkosten per leeftijdsgroep zijn te relateren aan het verzuimpercentage én het percentage dat deze groep deel uitmaakt van de totale groep. Meer dan 50% van de verzuimkosten wordt veroorzaakt door de leeftijdsgroep 46-55 en > 55 (grafiek 6.1). Door de toenemende vergrijzing onder medewerkers stijgt de omvang van deze groep en lopen de verzuimkosten verder op. De best presterende 25% van de organisaties besparen ten opzichte van het gemiddelde € 844 / FTE per jaar op hun totale verzuimkosten. Indien binnen de gehele branche het verzuim met een vol procentpunt zou dalen zou dat een besparing van circa € 116 miljoen opleveren. © Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
8
7. Verzuim naar duurklasse Tabel 7.1 Duurklasse naar leeftijd 2010-3 t/m 2011-2
Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal
1-14 dagen 1,26 1,23 1,23 1,20 1,17 1,22
15-91 dagen 0,68 0,69 0,95 1,06 1,24 0,92
1-14 dagen 1,34 1,28 1,31 1,22 1,17 1,27
15-91 dagen 0,62 0,68 0,95 1,04 1,25 0,91
1-14 dagen 1,37 1,38 1,39 1,31 1,23 1,35
15-91 dagen 0,67 0,78 0,96 1,12 1,26 0,96
92-365 dagen 0,79 1,21 1,81 2,07 2,69 1,73
366-730 dagen 0,23 0,46 0,64 0,91 1,14 0,69
totaal
366-730 dagen 0,15 0,44 0,59 0,91 1,14 0,66
totaal
366-730 dagen 0,17 0,36 0,61 0,92 1,06 0,63
totaal
2,95 3,59 4,63 5,23 6,24 4,56
2009-3 t/m 2010-2
Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal
92-365 dagen 0,71 1,03 1,59 2,03 2,40 1,57
2,82 3,43 4,43 5,20 5,97 4,40
2008-3 t/m 2009-2
Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal
92-365 dagen 0,63 1,08 1,54 2,03 2,17 1,53
2,84 3,61 4,49 5,38 5,71 4,47
Grafiek 7.1 Verzuim naar duurklasse en leeftijd, 2010-3 t/m 2011-2
Elk ziektegeval wordt op basis van de totale lengte ingedeeld in een duurklasse. De toename in de duurklasse 92-365 dagen bij de leeftijdsgroep > 55 is over de afgelopen twee voortschrijdende jaren fors. Jongere medewerkers zijn in de duurklasse 92 - 365 dagen en 366 -720 dagen relatief laag vertegenwoordigd. Geconcludeerd kan worden dat een ziekmelding uit de hogere leeftijdsgroep een groter risico vormt op het ontstaan van (zeer) langdurig verzuim. Ondanks het binnen veel organisaties gehanteerde verzuimbeleid is dit risico de afgelopen jaren voor de genoemde groep toegenomen en vormt met de toenemende vergrijzing van medewerkers voor een aantal organisaties een risico op de continuïteit van de bedrijfsvoering.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
9
8. Leeftijdsopbouw Tabel 8.1 Leeftijdsopbouw in procenten
2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m Leeftijdklasse 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2 <26 10,6 10,6 10,6 10,7 10,7 10,9 10,6 10,8 10,7 10,6 10,5 10,5 26-35 22,3 22,1 22,0 21,9 21,8 21,7 21,6 21,6 21,4 21,5 21,3 21,5 36-45 29,1 28,9 28,6 28,3 28,0 27,7 27,4 27,1 26,9 26,7 26,4 26,3 46-55 28,6 28,7 28,9 29,0 29,1 29,1 29,4 29,3 29,5 29,5 29,5 29,5 55> 9,4 9,7 9,9 10,2 10,4 10,7 11,0 11,2 11,5 11,7 12,3 12,2 totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Grafiek 8.1 Ontwikkeling leeftijdsopbouw voor voortschrijdende jaren
Uit de grafiek blijkt dat de verhoudingen tussen de leeftijdsgroepen verschuiven. Het percentage medewerkers ouder dan 45 jaar zal de komende jaren verder toenemen in de richting van 50%. Juist door het wegvallen van leeftijdsmaatregelen in cao en wetgeving, toont deze grafiek de noodzaak aan om het onderwerp duurzame inzetbaarheid beleidsmatig (meer) inhoud te gaan geven.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
10
9. Landelijke verzuimcijfers (Zorg Breed) Tabel 9.1 Landelijke verzuimpercentages
Branche ZKH GHZ GGZ VVT Zorg breed
Kwartaal 2011-2 1e zk-jaar 2e zk-jaar Totaal 3,94 4,90 4,44 5,22 4,62
0,36 0,52 0,44 0,66 0,50
4,31 5,43 4,88 5,88 5,12
PS 130.697 82.047 54.869 159.845 427.458
Voortschrijdend jaar 2010-3 t/m 2011-2 1e zk-jaar 2e zk-jaar Totaal PS 4,21 5,13 4,76 5,47 4,88
0,35 0,50 0,42 0,63 0,48
4,56 5,63 5,19 6,10 5,36
130.203 81.043 54.639 159.715 425.600
Grafiek 9.1 Ontwikkeling verzuimpercentages per kwartaal in de Zorg
Grafiek 9.2 Ontwikkeling verzuimpercentages per voortschrijdend jaar in de Zorg
De tabel en de grafieken brengen de verzuimpercentages van de Nederlandse Zorgbranches in beeld. De percentages zijn telkens een optelling van het 1e en 2e ziektejaar. In alle vier de Zorgbranches (grafiek 9.1) is het ziekteverzuim over kwartaal Q2011-2 ten opzichte van het vergelijkbare kwartaal in 2010 gestegen. Grafiek 9.2 laat per meetpunt het verzuimpercentage van een voortschrijdend jaar zien. De grafiek is hiermee ontdaan van de seizoensinvloeden en is daarmee minder grillig van vorm.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
11
Tabel 9.2 Landelijke verzuimpercentages en meldingsfrequenties
Branche
2008-3 t/m 2009-2 VP MF
2009-3 t/m 2010-2 VP MF
2010-3 t/m 2011-2 VP MF
ZKH GHZ GGZ VVT Zorg breed
4,47 5,73 4,93 6,17 5,33
4,40 5,72 4,88 6,04 5,25
4,56 5,63 5,19 6,10 5,36
1,44 1,35 1,50 1,31 1,38
1,37 1,27 1,47 1,25 1,32
1,37 1,19 1,43 1,18 1,27
Grafiek 9.3 Dynamiek in de Zorg
2009-3 t/m 2010-2
2010-3 t/m 2011-2
Zorgbreed wordt er over het voortschrijdend jaar Q2010-3 t/m Q2011-2 een duidelijke toename van het ziekteverzuim gemeten. Vooral de stijging van het ziekteverzuim in de duurklasse 92 tot 365 dagen is op deze stijging van grote invloed. De geboekte winst op het kortdurend en middellang verzuim is hierdoor verdampt. De tabel en de grafiek op deze pagina laten de vier Zorgbranches in een dynamisch beeld zien waarbij twee voortschrijdende jaren met elkaar vergeleken worden. Zorgbreed is de afname van de meldingsfrequentie goed zichtbaar. De stijging van het ziekteverzuim in de GGZ manifesteert zich het sterkst bij de medewerkers in de leeftijdsklasse 36 45 jaar en 55 >. De dynamiek bij de Gehandicaptenzorg en de VVT wordt vooral zichtbaar in de dalende meldingsfrequentie.
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
12
10. Begrippenlijst Verzuimpercentage (VP) Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor en de arbeidsongeschiktheidsfactor, waarna deze worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor, waarna deze worden opgeteld. Het totaal aantal ziektedagen wordt gedeeld door het totaal aantal dienstverbanddagen en vermenigvuldigd met 100%
Verzuimkosten Onder de directe verzuimkosten wordt door Vernet het bruto uitgekeerd ziekengeld verstaan ofwel de bruto loonkosten van de zieke werknemers (exclusief zwangerschapsuitkeringen), verhoogd met het vakantiegeld (8%) en de werkgeverslasten voor WW, WIA en ziektekostenverzekering (20%). Bij de berekening is uitgegaan van nul wachtdagen, van 100% uitkering in het eerste ziektejaar en van 70% uitkering in het tweede ziektejaar. Onderzoeken geven aan dat de indirecte verzuimkosten ongeveer zo groot zijn als de directe verzuimkosten. Voor de totale verzuimkosten vermenigvuldigt Vernet derhalve de directe verzuimkosten met de factor 2. Alleen de totale verzuimkosten worden in de rapportages vermeld
Meldingsfrequentie (MF) Het aantal ziekmeldingen in een verslagperiode wordt gedeeld door het aantal werknemers in die periode. De meldingsfrequentie in het kwartaal is ongeveer een kwart van de frequentie van het jaar. Om vergelijking met het (voortschrijdend) jaar mogelijk te maken, wordt de meldingsfrequentie van een kwartaal vermenigvuldigd met vier
Gemiddelde duur (GD) Het totaal aantal ziektedagen van beëindigde ziektegevallen in een verslagperiode wordt gedeeld door het totaal aantal beëindigde gevallen in de desbetreffende periode. De ziektedagen van beëindigde gevallen zijn alle dagen vanaf de eerste ziektedag tot aan de hersteldatum. De aansluitende ziektedagen die vóór de verslagperiode vallen worden dus ook meegerekend
Personeelssterkte / aantal werknemers (PS) Het gemiddeld aantal werknemers in een periode dat in dienst is bij een bedrijf, gebaseerd op het aantal dienstverbanddagen. Het aantal werknemers wordt bepaald aan de hand van de indienst- en uitdienstdata van werknemers. Onder werknemers worden zowel fulltimers als parttimers verstaan. Oproepkrachten en gereïntegreerde WIA-ers worden niet meegeteld
Voortschrijdend jaar Voortschrijdende jaren zijn perioden die altijd bestaan uit vier aaneengesloten kwartalen. Steeds wordt het 'oudste' kwartaal weggelaten en het 'nieuwste' kwartaal toegevoegd. Met voortschrijdende jaren wordt de structurele ontwikkeling van het verzuim in beeld gebracht. De cijfers vertonen geen fluctuaties als gevolg van seizoensinvloeden
Duurklasse Een verzuimgeval wordt ingedeeld in één van de vier duurklassen. De totale lengte van het verzuim is bepalend voor de indeling. Deze wordt bepaald vanaf de eerste verzuimdag tot en met de hersteldatum
© Vernet 2011
Q2011-2
Algemene Ziekenhuizen
13