Tentoonstelling 35m³ jonge architectuur Jan De Vylder & Trice Hofkens
28.09.2006 – 05.11.2006
Inleiding
Vous pouvez télécharger la version française de cette brochure à partir de www.desingel.be ou www.vai.be
Van 2005 tot 2008 programmeren deSingel en het Vlaams Architectuurinstituut gedurende drie seizoenen gezamenlijk de tentoonstellingenreeks ‘35m³ jonge architectuur’. De titel verwijst naar de ruimte (283 x 408 x 303 cm) waarbinnen de actuele productie of de papieren visie van een nieuwe generatie architecten gepresenteerd wordt. De zwarte monoliet, die binnenin afgewerkt is als een ‘white cube’, staat in de wandelgangen van deSingel in dialoog met de spiegelcontainer die de bibliotheek van de lezingenreeks ‘Curating the Library’ bevat. Beide ruimtes werden ontworpen door de kunstenaar Richard Venlet. Jonge veelbelovende architecten worden uitgedaagd creatief om te springen met de beperkingen van deze tentoonstellingsruimte. Aan de hand van één of meerdere realisaties, een statement, een visie, een theoretische reflectie, een installatie, … portretteren ze hun drijfveren, hun aanpak en praktijk. Het VAi en deSingel lanceren hiermee een permanente en vitale spreekbuis, een platform, een forum en een prospectieruimte voor architectuurmakers en -geïnteresseerden. Tot op heden werden volgende architectenbureaus gepresenteerd: Office Kersten Geers David Van Severen (Gent), Van Belle & Medina (Antwerpen), Dessauvage & Mohammadi (Brugge), Kristoffel Boghaert (Gent) en Jo Taillieu (Gent).
You can download the English version of this brochure from www.desingel.be or www.vai.be
Moritz Küng / Katrien Vandermarliere
“Dit. En dan zo. En toen dat. Of zo”
uur een bepaald en specifiek beeld ontstaan. Steeds opnieuw
Altijd aardig (raar en leuk) te vernemen wat anderen erover
is er de loutere analyse van wat is, moet en kan – maar
zeggen
anderzijds ontstaat soms een plotsklapse ingeving, in de vorm van een tekening of een korte beschouwing. Architect Patrick
Een gesprek tussen Christophe Van Gerrewey, Jan De Vylder en
Moyersoen heeft eens gezegd dat we werken alsof we in een
Trice Hofkens.
herfstbladerdek roffelen. Dat vond ik een mooie vergelijking,
Opgetekend in Gent, augustus 2006.
om verschillende redenen: doelloos scharrelen, niet weten wat gevonden zal worden, niet verwachten dat dingen bij elkaar
Christophe Van Gerrewey: De recorder loopt, maar wat is jullie
te vinden zijn, enzovoort. Vaak, als we het moeilijk krijgen in
positie ten opzichte van ‘spreken’ over het eigen werk? Jullie
een ontwerp, zeggen we: laat ons tekenen wat we in eerste
zetten zelf geen uitgebreid discours vast op het werk. Het doet
instantie absoluut niet zouden doen. Dat is ook zo bij het voorstel
denken aan wat sommige schrijvers zeggen: ‘ik weet pas wat ik
voor Woning S in Sint Pieters Leeuw: bij een opdracht om een
geschreven heb als ik het zelf ook achteraf kan lezen’.
woning uit te breiden is algauw duidelijk dat er helemaal geen
Jan De Vylder: Je gaf waarschijnlijk meteen het antwoord. Het
probleem van tekort aan oppervlakte is, maar wel een gemis aan
ontwerp voor de Broodthaers-collectie van het SMAK is daar
ruimtelijkheid door een te beperkte hoogte. Gevolg is dat een
een voorbeeld van. Heel toevallig valt ons na de eindredactie
voorstel tot stand komt waarbij bouwlagen per twee worden
van ons voorstel een boek in handen waaruit blijkt dat ons
samengenomen waardoor aangename volumes ontstaan. De
ontwerp, een stapeling van kabinetten in plaats van één kabinet,
woning wordt uitgegraven en de kelder wordt gelijkvloerse
op een merkwaardige manier verwant is met de wijze waarop
verdieping. De slaapkamers gaan tot in de nok.
Broodthaers zelf dingen ‘samenzet’. Dat is niet het vertrekpunt geweest, niet het doel of het vooraf-gewetene, maar op
CVG: Anderzijds zijn er wel de talrijke tekeningen, de ‘triggering
het einde is dat een onwaarschijnlijk dankbaar, frappant en
pictures’ en de vreemde zinnetjes die jullie zelf bij de projecten
onverwacht evenwicht.
plaatsen.
Trice Hofkens: Wij zijn begonnen aan dat ontwerp met ons te
JDV: Wat de gekke zinnetjes in de projectbundels betreft: die
documenteren over Broodthaers. Na een halve dag gaven wij
hebben alleen maar verband met de ‘eenvoudigheid’ van het
het op en zijn we te werk gegaan zoals we dat gewoonlijk doen:
ontwerpproces. Het is een verslag hoe het ‘slechts’ tot stand
vanuit de ruimte en de praktische, pragmatische problematiek.
is gekomen. De kortheid van de tekst wil ook op het concrete
Jan heeft duizend keer gezegd: ik wil de naam Broodthaers niet
wijzen, en op een bepaalde lichtheid.
laten vallen. Van de jury krijg je dan te horen dat ‘het ontwerp bij uitstek past bij het werk van Broodthaers’. En dat is inderdaad
CVG: Het lijkt paradoxaal dat anderen wel veel associaties met
helemaal niet ons uitgangspunt geweest! Het is in het algemeen
jullie werk kunnen maken, en er wel veel over kunnen zeggen.
zo: we zeggen niet in het begin wat we willen, welke richting we
Iemand heeft er S,M,L,XL bijgehaald, critici kunnen naar believen
uitgaan, welk beeld, welk concept we nastreven. We beginnen
vergelijken met Gordon Matta-Clarck – ooit kan jullie werk zo,
met het ding zelf.
op een deels oneigenlijke manier, aanleiding geven tot een
JDV: Toch is in Woning 43 (de ‘Schuifdakwoning’) al na een half
uitgebreid theoretisch discours!
JDV: Naar mijn gevoel valt het allemaal best mee. Als we een
werk – omdat het herkenbaar is, maar ook omdat hij het gevoel
tekst over ons werk lezen, worden we altijd een beetje rood. Ik
kan krijgen dat hij het zelf beter zou kunnen.
vraag me af of het wel het geval is, wat je zegt. Mensen zien er
JDV: De bouwheer van Woning 43 heeft een vriend die het
een heel pak dingen in, en dat is goed.
een ongelooflijk slecht gebouw vindt. Hij zegt dat hij het zelf
TH: Ik vind het heel interessant om te horen hoe dat bij andere
zou kunnen, dat het niet afgewerkt is, niet ontworpen, maar
mensen overkomt, terwijl wij daar zelf vaak versteld van staan.
gemaakt door een knutselaar. Hij komt naar mij en hij zegt: ik
Ik vind het goed dat ons werk erg veel interpretatie mogelijk
vind dat eigenlijk niet kunnen. En dat komt omdat hij vertrekt
maakt. Hebben wij een stijl, is ons werk herkenbaar? Het feit
vanuit de referentie aan doe-het-zelf-werk.
dat zoveel mensen er zoveel verschillende dingen over zeggen,
TH: Vanuit die referentie is het bij ons slechter dan bij een doe-
is misschien een antwoord op die vraag. Ik vind het goed dat
het-zelver. Een doe-het-zelver zou de aansluitingen afwerken met
anderen het discours voeren – we moeten dat zelf niet doen. We
moluurtjes, die zou er geen spleetjes in laten, die zou de gyproc
kunnen ons wel verdedigen, we kennen onze standpunten. Maar
mooi afkloppen.
ik heb altijd geleerd om dat niet te benadrukken. JDV: We willen inderdaad niet de indruk wekken dat we niet
CVG: Wat mij ogenblikkelijk opviel aan Woning 43 is de
weten waar we mee bezig zijn. Maar we laten het liever bij
aansluiting van het dakkader met de achtergevel: zonder
wat het is. Anderzijds interesseert de vraag naar ‘stijl’ mij
afwerking, zonder opvulling, en de ‘punt’ van de driehoek
heel erg. Op zich is dat niet ‘bon ton’ in het hedendaagse
zit net naast het raam. Een doe-het-zelver zou er een latje
architectuurdiscours – het gaat altijd over concept, methode
tegen plaatsen, of er siliconen tussen spuiten – nu is het bijna
en visie. Het is een kwestie van zelfcommentaar. Je kan er niet
onbeleefd! Waar houdt het proberen ‘om het goed te doen’ op?
onderuit dat een aantal keer een bepaald aantal manieren-van-
TH: Het is geen kwestie van proberen maar van prioriteiten
doen in verschillende projecten met elkaar te maken kunnen
leggen: het dak dat schuift is veel belangrijker dan hoe dat
hebben. Niet alleen in resultaat, maar ook in beginsel. Ik vind stijl
dak tegen die gevel terechtkomt. Het dak is het belangrijkste.
een tof begrip omdat het niet aan de orde is. Niemand wil er van
Het moet kloppen. Het moet gebouwd worden binnen een
verdacht worden – in die zin is het aantrekkelijk.
bestaande toestand en dat heeft dan een aantal consequenties die ondergeschikt zijn aan het dak.
CVG: Een van de dingen die terugkomen – en die dus jullie ‘stijl’
JDV: Vorige week zat ik met de kinderen in de auto. We passeren
uitmaken – zijn de referenties aan een doe-het-zelf-aspect. Er
langs twee van die groene-energie-windmolens: een ervan draait
is Melnikov of Broodthaers, maar er zijn ook ‘gewone’ beelden
en de andere niet. De kinderen vragen: ‘Papa, hoe komt dat
– van een vogel die overleden is door een volle maag met afval, of
die ene draait en de andere niet?’ Hoe komt dat? De ene zal in
van een doosje voor een digitale camera, zoals dat bij het project
onderhoud geweest zijn, of iets dergelijks. Maar ik vond het tof
De Dikke Raam werd ingezet. We kunnen het proberen op de
om de kinderen wijs te maken dat wind erg plaatselijk kan zijn,
vernissage, maar ik denk dat een niet-ingewijde in de architectuur,
hoewel die molens maar honderd meter uit elkaar stonden. Toen
op een vreemde manier bij jullie werk betrokken zou raken. Mijn
we de eerste windmolen voorbij waren en de tweede naderden,
oom uit Stekene met een tuinhuis, een vijfjarenbouwplan, en een
heb ik de ventilatie op maximum opengedraaid, en gezegd: ‘Zie
klantenkaart van Gamma, kan ook gefascineerd raken door jullie
je wel – plaatselijke wind! Zelfs in de auto!’ De kinderen bleven
gefascineerd achteruit kijken, totdat ik de ventilatie onzichtbaar
vervolgens op de voorgevel hebben gericht, en uiteindelijk toch
weer af zette, en alles weer voorbij was. Ik denk dat de dingen zo
weer bij een aanpassing van het eerste voorstel zijn aanbeland.
ontstaan bij ons. Als we hier rond tafel zitten, worden er soms heel
JDV: Het is natuurlijk een klassieke regel: met je beperkingen
onverwachte dingen gezegd. En met dan soms heel onverwachte
moet je het kunnen doen. Ik denk dat wij dat altijd als zalig
resultaten. Daken die bewegen… komen soms niet goed aan.
ervaren. De bouwheer is een van onze grootste commentatoren. En tegelijkertijd moet je voor hem ook een uitdaging zijn.
CVG: Er ontstaat een collectieve betovering, en eigenlijk neem je
Woning 43 was nog niet gekocht, maar de eerste schets daags
elkaar een klein beetje bij de neus, maar het is niet erg.
na de eerste ontmoeting deed beslissen. De wedstrijd voor het
JDV: Zo is het: iemand aan tafel heeft wat en de anderen gaan
inrichten van kantoren en productieruimtes voor het Toneelhuis
mee en doen er nog een schepje bovenop. De werkelijkheid uit
in het voormalige schermenhuis van de Bourla werd niet alleen
elkaar halen en op een andere manier terug in elkaar zetten: een
in ons voordeel beslist door de visie die we etaleerden, maar ook
andere waarheid geven. Fantasieën een werkelijkheid geven en
door de wijze van communicatie met de opdrachtgever.
de werkelijkheid fantasie laten worden. CVG: Woning 43 is een specifieke kunstenaarswoning, de CVG: Jullie leggen de nadruk op de bouwheer en op andere
Stempelwoning is zelfs in de constructiewijze een vraag van
externe stemmen. Voor het bouwen kan beginnen, moet er
de bouwheer. Het begrip ‘polyvalentie’ is niet op een openlijke
uitgebreid gebabbeld worden. De bestaande toestand is,
manier aan jullie besteed.
zeker bij de verbouwingen, erg belangrijk. Toch is er weer iets
JDV: Dat is simpel: die letterlijke vraag naar polyvalentie is ons
paradoxaals, zoals in de parabel van de windmolens. Wat er is, is
nog niet gesteld. Ik heb er geen problemen mee dat de volgende
zeer belangrijk: de ene windmolen draait, en de andere niet. Dat
bewoner van de Stempelwoning de zaken naar zijn hand zet. Het
gegeven wordt ingezet voor iets dat niet door de aanwezigheid
plan heeft een grote openheid, de stempels kunnen vervangen
van de windmolens wordt opgeroepen. Het is niet, zoals
worden. Er zijn ook mensen die al een bod gedaan hebben op
men in de volksmond zegt, ‘het een oor in en het andere uit’,
Woning 43. Het kan dus ook anderen aanspreken. Mag dat ook
maar het komt toch op een andere manier terug tevoorschijn.
duurzaamheid zijn?
Waarschijnlijk is net dat de bedoeling van architectuur.
TH: De duurzaamheid zit er op een andere manier in. Het
TH: Als we een eerste ontmoeting hebben met een bouwheer,
schrijnwerk in de woning in de Schouwvegerstraat is een
dan zeggen we inderdaad niet veel – we luisteren, we kijken,
standaardproduct dat je in en uit elkaar kan schroeven – je haalt
en we zwijgen. Je moet dat in je opnemen, en laten bezinken,
alles eruit en je hebt opnieuw het initiële casco. Je kan het zeer
en dan begin je er iets mee te doen. Als architect zet je dan de
makkelijk aanpassen.
eerste stap, en kan je discussiëren. De bouwheer dwingt ons
JDV: Duurzaamheid kan bijvoorbeeld ook veranderlijk gebruik
om toch nog verder te denken dan onze neus op dat moment
per seizoen zijn, en niet alleen maar isoleren of ventileren. De
lang was. De verbouwing van een Koetshuis tot één of twee
duurzaamheid van Woning 43 is niet in absolute cijfers uit te
wooneenheden is daarvan het beste voorbeeld: door het gesprek
drukken, maar is wel aanwezig door de mogelijkheden van het
met de bouwheer is dat een cirkelproces geweest, waarbij
veranderend gebruik, met de seizoenen mee. Als het min tien
we vertrokken zijn van een ingreep op de achtergevel, ons
graden vriest, kan je ook een dikkere trui aantrekken. Dat is geen
onaangenaam gebeuren. De eerste lentedag waarop je in de
het zitten om met stempels te werken. Ik vind dat geen chaos,
Schouwvegerstraat terug in de serre kan gaan zitten, is een heel
en het is ook niet onaf. Er zijn mensen die binnen komen in de
mooi moment.
Schouwvegerstraat en zeggen: als dat hier allemaal afgewerkt is,
TH: Bovendien ervaar je op die manier niet alleen de seizoenen
dan zal het mooi zijn. Terwijl volgens ons het werk al gedaan is!
beter, maar versterkt dit veranderlijk gebruik ook de ruimtelijke beleving van een woning.
CVG: Je gaat in elk geval voorbij aan een stilzwijgende consensus binnen de architectuur dat er een ontwerp wordt gemaakt,
CVG: In jullie werk kan niets vervallen, omdat het nooit helemaal
met een mooi beeld als resultaat. De consensus bestaat dat
af is. Dat onaf-zijn van de architectuur, weerspiegelt het proces
die regelmaat snel verwatert, maar binnen het domein van de
dat het wonen iedere keer weer is. Een ‘klassieke’ architect kan
‘tijdschriftarchitectuur’ is er toch ‘een nieuw begin’ gemaakt.
zeggen: ik zorg voor orde en regelmaat, laat de bewoner de
Dat is vaak te verklaren door het verbouwingsaspect – in de
chaos maar toevoegen. Bij jullie kruipt die chaos, die eigen is aan
Schouwvegerstraat is het niet duidelijk te zeggen waar het
het leven, voor een stukje in het bouwmateriaal. Een stempel is
‘ontwerp’ of de ‘architectuur’ een aanvang neemt. Binnenkomen
een embleem van bezig-zijn, van een proces, en dat wordt dan
in de Villa M. van Stéphane Beel, dat is toch duidelijker.
door jullie in een ‘afgewerkte’ woning geplaatst.
JDV: In de Schouwvegerstraat ontbreekt misschien wel een
JDV: Niets is af – het hangt er van af wie dat uitspreekt.
duidelijke voordeur, net als in de Vierkantshoeve. De duidelijke
Sommige mensen zeggen dat het werk aan Woning 43 nog niet
voordeur mag dan al ontbreken – het binnenkomen is een
eens begonnen is. Het is er niet echt van gekomen, en ik weet
verzorgd gebeuren: langs binnentuin of tussenstalling.
ook niet meer of het bij wijze van grap was of bij wijze van
Geleidelijk inzicht geven op het geheel van gebouw en omgeving.
zelfrelativering, maar in de Stempelwoning hadden we het idee
Of neem de keuken daar, of in de Woning 43 – twee keer gewone
om een van de stempels totaal onnuttig te laten zijn. Die zou dan
legborden. De bouwheer maakt er een punt van om de dingen
losgeschroefd kunnen worden, als er bezoek was bijvoorbeeld,
daarin te schikken, iedere keer anders, met totaal onaangepaste
om verplaatst te worden. Is het een grap, is het serieuze
voorwerpen. Opnieuw komt die opengereten vogel terug –
zelfbekritisering? Ik weet het niet, maar het bouwmateriaal
legborden met een diversiteit aan kleurtjes en dingen, waardoor
betekent iets in het tot-stand-komen – het is een blijvende
steeds een andere rust tot stand kan komen. Woning 195, met de
stempel op de omgang met de woning.
grote kast, is daar het beste voorbeeld van.
TH: Ik zou niet zeggen dat wij chaos maken, maar we laten de
TH: Het komt ook doordat in de dingen die we maken, het
chaos wel toe. De chaos van de bouwheer doet geen afbreuk aan
proces wel voelbaar is. In wat wij doen is het proces niet af, de
de ingreep of het materiaal. Ik ervaar dat trouwens niet als chaos.
bouwheer zet het verder. Daarom is het inderdaad niet altijd
Ik denk dat het meer gaat over gelaagdheid. Voor sommige
duidelijk tot waar onze ingreep loopt.
mensen kan die gelaagdheid chaos zijn. Het gaat om een rangschikking van prioriteiten. In de Stempelwoning gaat het om
CVG: Het eerste totaalproject dat echt volledig ‘nieuw’ is, is het
een zoeken naar een materiaal waarmee de woning op zeer korte
ontwerp van productiestudio’s voor LOD en Les Ballets C. de la B,
tijd zelf door de bouwheer kan opgebouwd worden, en dan is
Dansstudio 118, op de Bijloke-site in Gent. Hoe anders is dat, hoe
dat het geschikte materiaal. We voldoen aan zijn vraag, en hij ziet
werkt dat? Het is geen verbouwing, het is veel groter.
TH: We hebben eerst een boek gemaakt met een analyse, om aan
TH: We komen steeds bij die materialen uit in functie van de
te tonen dat het gebouw niet in één keer op het terrein past. Dan
vragen die we moeten beantwoorden. Het is geen doel op zich
word je in een hoekje gedreven, en moet je er uit geraken. Het
om die materialen anders te gebruiken. Anderzijds kan je door
was niet de bedoeling om drie verschillende gebouwen te maken,
dingen uit hun context te halen wel verrassende resultaten
maar het bleek de enige mogelijke manier. En dan is de vraag
bekomen.
of de bouwheer dat ziet zitten. Voor ons is dat dus geen andere
JDV: Dat is belangrijk. In de Schouwvegerstraat gaat het om de
opdracht. We redeneren op dezelfde manier. De context, de
realisatie van een ruimtelijkheid dankzij een zeer economisch
omgeving, de vraag zijn nog altijd de belangrijkste parameters.
product. Met andere, duurdere materialen zou dat misschien ook
JDV: De ‘nieuwbouw’ is misschien ook een ‘verbouwing’ van
gekund hebben, maar wij voelen nu eenmaal iets voor serreglas:
de bestaande context: het grillige terrein en de verhakkelde
het is goedkoop, efficiënt, economisch, maar het bezit poëzie,
omgeving zijn heel wat anders dan een naakt rechthoekig
eerlijkheid, fijnheid. De wijze waarop de ruimte is ingedeeld
terrein. De nieuwbouw is in een bepaald opzicht niet anders
heeft daar op zich niet zo veel mee te maken. Het gaat om beide:
dan een afdruk van zijn omgeving. De versnippering werd een
het materiaal is dienend en steunend.
voordeel, de opsplitsing van het programma een verlossing.
In de Vierkantshoeve hebben we nog even getwijfeld om ook
En dat is ook alleen maar zo omdat er daarover met de
stempels te gebruiken – uiteindelijk zijn dat dunne kolommen
opdrachtgever een zeer intensief en progressief gesprek is
geworden, spelden – het gaat in beide gevallen om een zekere
geweest – net als met de stad Gent en de andere bewoners van
fijnheid, en een andere ruimtelijkheid.
de Bijloke. Het programma tot verschillende gebouwen uit elkaar
Bij de Woning HF in Oosterzele wordt de omgeving van
knippen, dat zouden we niet direct gedaan hebben. Toch sprak
betonplaten voor tuinmuren, bijgebouwen en stallingen, in de
het meteen tot de verbeelding van de opdrachtgevers en paste
uitbreiding van de woning weerspiegeld: een aspect van context,
het als gegoten bij het grillige terrein. De versnippering is het
maar ook van economie. Het is een weerspiegeling die tracht de
leidmotief van het ontwerp geworden.
platen net op een andere manier te valoriseren: van, uit en terug in de context.
CVG: Toch is de patchwork-gevel in dat ontwerp opmerkelijk. Jullie hebben voor het eerst een ‘gevel’ ontworpen, en de vraag
CVG: Een van de thema’s die aangereikt zijn bij de opening van
is nu of het een gevel is die bij jullie werk past. Ik denk dat er
de 35m³ tentoonstellingsreeks vorig jaar, door Maarten Delbeke,
een typisch materiaalgebruik uit naar voor komt. De vergelijking
is het begrip ‘filiatie’. Wie is er verwant met wie, wie is het meest
kan gemaakt worden met het cola-flesje dat in de film The Gods
beïnvloed door wie? De historische wortels van jullie werk lijken
must be crazy uit de hemel valt, en dat commotie veroorzaakt
diep te liggen – er zijn verwantschappen met het vroege werk van
onder de inboorlingen – het flesje wordt oneigenlijk gebruikt,
bOb van Reeth. Ook hij probeerde ‘het wonen te bevrijden van
uiteindelijk zelfs als wapen tussen rivaliserende stammen.
de architectuur’, weliswaar op een expliciete manier, en met een
Jullie behandelen de materialen niet altijd zoals ze vanuit een
sterker sixties-discours – jullie zoeken ook naar de schoonheid van
opgelegde ‘common sense’ bedoeld zijn. Je kent het begrip
het onaffe, het onafgewerkte, het rafelige en het brokkelige…
‘oneigenlijk gebruik’ van architectuur – bij jullie is er vaak sprake
JDV: Dat is een moeilijke kwestie. Als ik iemand moet noemen,
van een ‘oneigenlijk materiaalgebruik’.
zou ik graag Gilbert Decouvreur naar voor schuiven, wiens lessen
10
11
architectuurgeschiedenis we gevolgd hebben. Achteraf gezien is
heel veel geduld gehad. We hebben ook lang nog een andere
dat zeer belangrijk geweest. Ik ben dus misschien niet bepaald
job gehad, we werkten in de marge, we vochten nooit om
door beroemde architecten, als wel door figuren uit de marge.
opdrachten om ons hoofd financieel boven water te houden. De
Decouvreur heeft gesproken vanuit een eigen gevoel, vanuit
traagheid is zeker ons voordeel en ons geluk geweest.
een eigen mening over die architectuur. Het ging niet om de ‘oplijsting’, om de correcte historische waarde – het ging om
CVG: In elk geval lijkt de interventie voor ‘35m³ jonge
fragmenten die een context tot stand brachten.
architectuur’, als laatste ontwerp ‘in jullie stijl’, echt weer iets
TH: Wij volgden die lessen ‘oneigenlijk’, want ze behoorden niet
voor jullie te zijn.
tot ons lesprogramma. We kregen op een vrijdagmiddag vier uur
TH: Waarom? Zeg jij het nu maar eens, dan heb je een antwoord
lang dia’s, teksten, muziek. Dat was imponerend. Het is niet zo
op je vraag.
dat we aansluiten bij zijn visie over architectuur – het gaat om een ‘drive’, om een plezier dat je aan architectuur kan beleven.
CVG: In zekere zin gaat het om een doos waarin niemand ‘sporen
De schwung waarmee hij over architectuur kon vertellen, dat
kan achterlaten’. Zoals ik me jullie ingreep voorstel – vlekken
nam je mee. Met architectuur bezig zijn, dat moet plezant zijn.
op de muur – lijkt dat opnieuw een materiaalkwestie te zijn. De
Er kwam ook steeds een politieke en sociale situering bij kijken:
ingreep suggereert dat er geen materiaal bestaat waartegen je
vertrekkend vanuit een gebouw werden er verbindingen gelegd
geen prentje kan plakken. Jullie ingreep is opnieuw niet conform
met de context, met het hele gesprek, en op die manier werd er
de modernistisch-esthetische regels: het lijkt alsof de foto’s als
ook een proces weergegeven.
een pot slecht gemengde verf tegen de wanden gekwakt zijn.
JDV: Ik heb het gevoel meer gefascineerd te zijn door concrete
Dat lees ik erin, maar waarschijnlijk is dat opnieuw niet jullie
projecten. Bijvoorbeeld de woning van René Heyvaert voor zijn
bedoeling geweest. In elk geval: hoe minder je probeert, hoe
broer in Destelbergen: een verhaal van economie, vechten en
meer dat iets lukt.
poëtisch resultaat. En koppel daaraan het plastische werk van
TH: We hebben een beeld van onze werkwijze willen geven,
René Heyvaert zelf: dat is een blijvende bron van inspiratie.
een proces, en niet zozeer een resultaat. Het is opnieuw een
Net als het werk van Tazro Niscino. Niscino bouwt boven op
werkwijze waarbij beelden (van onze eigen ontwerpen) uit hun
de Münster van Bazel rondom de windhaan een doodgewone
context worden gehaald om iets nieuws samen te stellen. Het
huiskamer waarbij de windhaan een vreemd object wordt die
is geen collage, geen samenzetten van dingen die we gedaan
op een salontafel tussen de zetels staat. Net als vorig jaar op het
hebben, het is geen samenvatting.
Sint-Annaplein in Gent: Jezus troont uit boven een dubbelbed
JDV: Zo doen we het graag, op die manier. Opnieuw ‘rakelen als
in een slaapkamer. Ook die kamer in de omgeving – tientallen
in een bladerdek’, in het eigen fotomateriaal, en daarmee een
meters boven de grond…
nieuw ontwerp samenstellen. Het is eigenlijk een vraag naar het
TH: Uiteindelijk hebben dingen als beïnvloeding, traditie, wortels
hergebruiken van ons eigen werk. En misschien daardoor ook een
of oorsprong ook met ambitie te maken. Ik wil geen ambitie
kritiek. En misschien heeft het ook wat te maken met het beeld
hebben in de zin dat ik mij een beeld opleg van wat of wie ik wil
van die vogel die dood was door verhongering door een volle
bereiken. Ik zie ‘ons bureau’ als een proces, ik wil geen einddoel
maag. En misschien. Toch. En dan zo. Of eens zo. En dan.
stellen. Ik zal het wel zien binnen tien jaar. We hebben totnogtoe
12
13
Mozaïek woning DVH
Maquettes
14
Dood door verhongering door volle maag
Les Ballets C. de la B. & LOD
15
Woning DVH
Marcel Broodthaers in het SMAK
16
De dikke raam - woning VBVH
Marcel Broodthaers in het SMAK
17
Stempelwoning - woning OVO Vierkantshoeve - woning Ten Bos
18
Koetshuis - woning TC 195 - woning PS
19
Stempelwoning - woning OVO
Woning S te Leeuw Saint Pierre
20
Melnikov vs woning 43
Woning S te Leeuw Saint Pierre
21
De vlekkenraam - woning DCDG
Woning H
Schuifdak - woning 43
Woning H
22
23
Les Ballets C. de la B. & LOD
Les Ballets C. de la B. & LOD - de Bijloke site
24
Woning BT
Les Ballets C. de la B. & LOD - ontwerpschema's de Bijloke
25
35m³ Installatie
Wedstrijden en studies (selectie)
Drie montages met beeldfragmenten uit 13 projecten. Zelfklevende prints aan de binnenzijde van de container.
2006 2006 2006 2006 2005 2004 1997
Montage 1, 105 x 37 cm Woning Ten Bos, Affligem (2004), Woning DCDG, Gent (2003), Woning H, Oosterzele (2006), Woning VBVH, Gent (2003) Montage 2, 372 x 116 cm Woning H, Oosterzele (2006), Woning 43, Gent (2004), Woning DVH, Gent (2000), Woning OVO, Gent (1996), Woning Ten Bos, Affligem (2004), Woning VBVH, Gent (2003) Montage 3, 165 x 88 cm Woning Ten Bos, Affligem (2004), Woning DCDG, Gent (2003), Woning H, Oosterzele (2006), Woning 43, Gent (2004), Project Ketelvest, Gent (2003), Woning 195, Gent (2004), Woning OVO, Gent (1996) Biografie Jan De Vylder (°1968, Sint Niklaas) en Trice Hofkens (°1970, Hoogstraten), studeerden beiden architectuur aan Sint-Lucas Gent. Sinds 1993 werkten zij samen aan een aantal projecten, in 2000 richtten zij hun eigen architectuurpraktijk op. De Vylder werkte vijf jaar bij Frank Delmulle. Aansluitend koos hij voor het bureau van Stéphane Beel waar hij ook vandaag nog werkt. Hofkens werkte eerst bij Beel en ging nadien deeltijds werken bij L.U.S.T.. Jan De Vylder onderwees tijdens het academiejaar 2004-2005 aan de Universiteit Gent. Sinds het academiejaar 2005-2006 geeft hij les aan Sint-Lucas Brussel. Het huidige bureau bestaat uit volgende medewerkers: Karen Kesteloot, Indra Janda, Lauren Dirickx en Jessica Langerock. Een aantal projecten zijn gerealiseerd ism. Bert Van Boxelaere.
Kabinet voor Marcel Broodthaers in het SMAK Gent (winnend project) Sensibiliseringscampagne Hoogbouw in Gent (selectie 2°fase) Kantoren/repetitieruimtes in het Schermenhuis Bourla Antwerpen in opdracht van Het Toneelhuis (winnend project) Open Oproep Vlaams Bouwmeester Antwerpen Linkeroever, InterGenerationeel Antwerpen Linkeroever; ontwerp van hoogbouw chicagotoren, dienstencentrum, jeugdcentrum, stadsklassen en jeugdhotel in en met medewerking aan het masterplan van opdrachthouder Technum (winnend project) Cultureel centrum Desmet-DeNaeyere, Kortrijk (niet weerhouden) Open Oproep Vlaams Bouwmeester: Uitbreiding Winkelhaak te Antwerpen (niet weerhouden) Verbouwing van de Beursschouwburg in Brussel. (niet weerhouden)
Artikels en publicaties (selectie) 2006 2004 2004 2004 2004
Jaarboek architectuur in Vlaanderen 04-05, VAi, editie 2006 Jaarboek architectuur in Vlaanderen 02-03, VAi, editie 2004 De Standaard, DSM 3 oktober 2004, ‘De stad is maakbaar’, door Koen Van Synghel A+187, ‘Comfort. Readymade’, door Stefan Devoldere De Standaard, Cultuur & Media, 12 augustus 2004, ‘Voorbeeldig bouwen wordt een stuk evidenter’, door Geert Van der Speeten
Prijzen 2005 Provinciale architectuurprijs Oost-Vlaanderen 2005 Prijs van de Raad van de Orde van architecten van de Provincie Oost-Vlaanderen
Gerealiseerde projecten (selectie)
Contact
2005 2004 2004 2004 2004 2004 2003 2003 2000 1996 1995 1993
Jan De Vylder & Trice Hofkens architecten B-9000 Gent, Recollettenlei 36, 9000 Gent / T+32 9 233 83 45
[email protected] /
[email protected] www.devylderenhofkensarchitecten.com
26
Woning LVB, uitbreiding van woning, Stekene Woning Ten Bos, verbouwing van een vierkantshoeve, Affligem Woning 43, verbouwing van een rijwoning met atelier en schuifdak, Gent Woning 195, verbouwing van rijwoning, Gent Dansstudio 118, verbouwing van atelier tot dansstudio voor Les Ballets C de la B., Gent Woning WH, uitbreiding rijwoning, Berchem Woning VBVH, verbouwing van rijwoning, Gent Woning DCDG, verbouwing van twee arbeidershuisjes tot één, Gent Woning DVH, verbouwing van fabrieksgebouw tot woning, Gent Woning OVO, verbouwing van arbeidershuisje, Gent Woning LS, uitbreiding van rijwoning, De Klinge Woning DPH, uitbreiding van een woning, Hoogstraten
Auteur Christophe Van Gerrewey studeerde architectuur aan de Universiteit Gent en literatuurwetenschap aan de KULeuven. Teksten van hem werden gepubliceerd in onder meer A+, DWB, OASE en De Witte Raaf. Eind 2004 verscheen van zijn hand ‘Werkelijkheid zonder Weerga. Fictionele architectuurkritieken’ in de reeks Vlees & Beton.
27
Colofon Deze publicatie verschijnt naar aanleiding van de tentoonstelling ‘35m³ Jan De Vylder & Trice Hofkens’, van 28 september 2006 tot en met 5 november 2006 in deSingel internationaal kunstcentrum, Antwerpen. Uitgever: deSingel internationaal kunstcentrum, Antwerpen & VAi, Vlaams Architectuurinstituut, Antwerpen Algemeen directeur deSingel: Jerry Aerts Directeur VAi: Katrien Vandermarliere Programma tentoonstellingen: Moritz Küng Programma 35m³: Roeland Dudal, Moritz Küng, Katrien Vandermarliere Teksten: Christophe Van Gerrewey, Moritz Küng, Katrien Vandermarliere Vertaling: Gregory Ball (E) / Michèle Tys (FR) Eindredactie: Roeland Dudal Illustraties: Jan De Vylder & Trice Hofkens architecten Realisatie tentoonstelling, vormgeving: deSingel Oplage: 250 © 2006 deSingel © 2006 VAi © Jan De Vylder & Trice Hofkens Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of welke andere wijze ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
28