Tendens: Trends in Wonen, Werken en Middelengebruik 2012-2013: een update
Tendens: Trends in Wonen, Werken en Middelengebruik 2012-2013: een update
2
Tendens 2012-2013
Inleiding I Doel van Tendens
Dit factsheet is een update van het in 2012 verschenen rapport: Tendens: Trends in Wonen, Werken en Middelengebruik 2011-2012. Tendens – in 2003 gestart als de Gelderse alcohol- en drugsmonitor – is een uitgave van IrisZorg. Het doel van Tendens kan het beste omschreven worden als: sociale kwetsbaarheid, alcohol- en drugsgebruik in het verzorgingsgebied van IrisZorg op een systematische en continue wijze in beeld te brengen.
Dit factsheet is een uitgave van de Dienst Onderzoek & Ontwikkeling van IrisZorg
Het in kaart brengen van trends in de hierboven genoemde thema’s dient meerdere doelen. Ten eerste om beleidsmakers, hulpverlening en preventiewerkers te ondersteunen. Als tweede punt ziet IrisZorg het als haar taak om een betrouwbare informatiebron te zijn voor haar samenwerkingspartners en stakeholders op het gebied van sociale kwetsbaarheid en middelen gebruik. Met Tendens kunnen wij en onze partners beleid afstemmen op de meest actuele situatie en voorspellingen doen over verdere ontwikkelingen in de regio.
Auteurs:
II Opbouw van dit factsheet
Colofon
Harmen Beurmanjer Msc. Dr. Gerdien de Weert Opdrachtgever: Raad van Bestuur, IrisZorg Dienst Onderzoek & Ontwikkeling Correspondentieadres: Postbus 351 – 6800 AJ Arnhem Bezoekadres: Kronenburgsingel 545 – 6831 GM Arnhem Telefoon 088-606 1600 Email:
[email protected] www.IrisZorg.nl Ontwerk en opmaak: Madelief Brandsma grafisch ontwerp Druk: Drukkerij Hodak Beekbergen Oplage:
In deze update worden verschillende regionale onderzoeken besproken die na het verschijnen van het uitgebreide rapport in 2012 zijn uitgekomen. Hierbij wordt vooral gekeken naar trends op het gebied van middelengebruik onder jongeren en jongvolwassenen. De belangrijkste reden hiervoor ligt in het feit dat zich hier de meeste nieuwe ontwikkelingen voordoen. In totaal worden zes onderzoeken besproken: vier door IrisZorg uitgevoerd, een door de GGD-en in Gelderland en een door het Trimbos-Instituut. 1. De Panelstudie van IrisZorg 2012 2. Het uitgaan en middelen onderzoek 2012 3. DIMS 2012 4. Emovo 2012 5. Hulpverleningscijfers 2012 6. Monitor Drugsincidenten 7. Samenvatting en trends 2012-2013 Bij punt 7 zal de informatie uit alle onderzoeken naast elkaar gelegd worden en een samenvatting gegeven worden van waargenomen trends.
Met dank aan De auteurs bedanken ondermeer de medewerkers van de afdelingen Communicatie en de dienst Preventie voor hun medewerking, in het bijzonder Mary de Jong, Irmgard Poelmans en Armida Panka. Verder bedanken wij de Neeltje Vogels van het Trimbos Instituut en de epidemiologen van GGD-en Noord-Oost Gelderland, Gelderland Midden, Regio Nijmegen en Rivierenland voor het beschikbaar stellen van hun onderzoeksgegevens. Tot slot dank aan alle onderzoeksmedewerkers en panelleden die een bijdrage hebben geleverd aan het tot stand komen van de onderzoeken in dit factsheet.
Tendens 2012-2013
5
1 De Panelstudie van IrisZorg 2012 In de jaarlijkse panelstudie van IrisZorg bevragen we jongeren en sleutelfiguren als horeca medewerkers, jongerenwerkers en straathoekwerkers op hun signalen over alcohol- en drugsgebruik. In 2012 is het middelengebruik van jongeren in 22 netwerken van uitgaande jongeren en hangjongeren in kaart gebracht. Per middel worden hieronder de belangrijkste bevindingen besproken.
Amfetamine wordt als een goedkoop alternatief voor cocaïne gezien door verschillende jongeren in de panelstudie. Het middel wordt vooral in het weekend gebruikt op bepaalde thema(muziek)-feesten. Enkele jongeren geven aan ook doordeweeks te gebruiken. Het middel wordt dan vooral gebruikt om zich fitter te voelen, niet om te feesten. De meest genoemde prijzen voor een gram amfetamine liggen tussen de € 5,- en € 15,-. Een aantal jongeren klaagt over de kwaliteit van de aangeboden amfetamine; deze zou het laatste jaar steeds slechter zijn geworden.
Alcohol
Ecstasy
In vrijwel alle netwerken wordt door jongeren alcohol gebruikt, met uitzondering van enkele jongeren onder de 16 jaar. Vooral in het weekend wordt er flink gedronken: in ruim de helft van de netwerken is tien tot twintig glazen op een uitgaansavond de norm. Indrinken voor het uitgaan blijft populair. Dit gebeurt soms buiten, bijvoorbeeld op straat of in het park, maar vooral (bij vrienden) thuis of in de keet. Een veel genoemde reden om vooraf in te drinken wordt gevormd door de prijzen in de horeca. In verschillende steden lijkt het “happy hour” in de horeca weer wat meer terug te keren. In ongeveer een derde van de netwerken drinkt een aanzienlijke groep ook regelmatig doordeweeks. Bij deze groep komt dagelijks alcoholgebruik vaak voor. Doordeweeks ligt het alcoholgebruik echter lager dan in het weekend. Bier blijft veruit het populairst onder de jongeren in de netwerken, hoewel bij het indrinken vaak ook sterke drank komt kijken.
Cannabis
Het blowen vindt vooral plaats buiten het uitgaansleven, zoals buiten of thuis/bij vrienden. In de meeste netwerken blowen jongeren alleen in het weekend, ongeveer 10 tot 20% van de blowers doet het dagelijks. Deze laatste groep heeft vaak problemen op verschillende gebieden, zoals op school, met financiën (schulden) en wat betreft de geestelijke gezondheid. Een gebrek aan zinvolle dagbesteding leidt vaak tot meer blowen en andersom: zodra de jongeren overdag bezig zijn lijkt het cannabisgebruik te dalen. Wanneer mensen in groepsverband blowen is het lastig stoppen. Vaak beginnen gebruikers snel weer als de rest van de groep blijft gebruiken. Redenen om te stoppen met blowen zijn de hoge kosten, lamlendigheid en de ervaring dat het niet goed samengaat met werken. Veel hangjongeren in meer rurale gebieden komen vaak aan hun cannabis via dealers of eigen kweek. In de grotere steden wordt de cannabis juist vaak bij een coffeeshop gehaald. Coffeeshops zijn vooral in steden te vinden en vrijwel niet in rurale gebieden.
Cocaïne
In verschillende grote Gelderse steden rapporteren panelleden meer openlijk gebruik en dealen van cocaïne. Daarentegen lijkt het gebruik onder verschillende groepen hangjongeren juist wat af te nemen, mede doordat ze minder geld te besteden hebben. Hoewel veel panelleden aangeven dat jongeren vaak wel nieuwsgierig zijn naar het middel, zorgt de hoge prijs (€50,- per gram) ervoor dat het gebruik vaak beperkt is. Wanneer er gebruikt wordt, is dit vrijwel uitsluitend in het weekend, om te ontspannen na een week werken. Het gebruik vindt zowel plaats op party’s, in cafés als thuis.
6
Amfetamine
Tendens 2012-2013
Hetzelfde patroon wordt gezien bij ecstasy. Dit middel lijkt ook vrijwel exclusief gebruikt te worden tijdens het uitgaan en op feesten. Het wordt in de meeste gevallen gekocht buiten het uitgaansleven en soms bij dealers op de feesten zelf. De prijs voor een pil fluctueert en is sterk afhankelijk van het aantal pillen dat wordt gekocht. De meest genoemde prijzen voor een pil zijn tussen de € 2,- en € 10,-. Voor MDMA kristallen wordt gemiddeld tussen de €20,á €30,- per gram betaald.
GHB
Het gebruik van GHB blijft lastig in kaart te brengen. Verschillende panelleden rapporteren afname, maar in het uitgaansleven worden nog wel met enige regelmaat lege buisjes gevonden. Daarnaast zien een paar panelleden juist een toename in gebruik. Tussen gebruikers zijn grote verschillen: sommigen gebruiken het vooral tijdens het uitgaan, anderen juist thuis of na het stappen. GHB heeft een dubbel imago onder jongeren in de netwerken van de panelstudie. Aan een kant wordt het gezien als goedkope vervanger van alcohol die geen kater geeft; dit maakt het middel aantrekkelijk. Aan de andere kant heeft het middel in verschillende netwerken vooral een negatief imago, vanwege de problemen met dosering en gebrek aan controle. Men krijgt of koopt GHB vaak van vrienden en in een paar gevallen maken jongeren het zelf.
Overig
In enkele netwerken wordt het gebruik van diverse stimulantia genoemd, waaronder Ritalin, diverse designerdrugs en energizers. Het gebruik hiervan is echter beperkt tot een aantal jongeren in enkele netwerken. Het tripmiddel ketamine geniet daarnaast in enkele netwerken ook enige populariteit; gebruik is beperkt. Het gebruik van psychedelica als paddo’s, truffels en LSD wordt ook door enkelen gerapporteerd. Deze middelen worden echter beperkt frequent gebruikt, hoogstens een paar keer per jaar. Verder wordt het gebruik van middelen als lachgas en poppers nog genoemd in diverse netwerken. Deze middelen zijn voor de meeste jongeren echter meer iets voor erbij, dan als hoofdmiddel. In tegenstelling tot wat men in de verslavingszorg tegenkomt, lijkt het gebruik van opiaten niet voor te komen onder de jongeren in de panelstudie. Het middel heeft onder hen een zeer negatief imago. Tot slot geven panelleden nog een signaal af over het gebruik van energiedrank. Dit zou in vrijwel alle netwerken gebruikt worden, en door grote groepen jongeren dagelijks. De goedkope merken worden door veel jongeren groot ingeslagen bij supermarkten en men consumeert vaak meerdere blikjes per dag.
Tendens 2012-2013
7
Combinaties
Veel jongeren uit de netwerken van de panelstudie geven aan verschillende middelen tegelijkertijd te gebruiken. Alcohol wordt het meest gecombineerd met andere middelen, met name stimulantia zoals ecstasy, amfetamine en cocaïne. Hierbij dient het gebruik van stimulantia soms om langer door te kunnen gaan met drinken en feesten. De combinatie alcohol en cannabis wordt ook enkele malen genoemd, maar is beperkt populair. GHB dient soms ter vervanging van alcohol en wordt bijvoorbeeld gebruikt om de “scherpe randjes” van amfetamine af te halen. Verschillende jongeren geven verder aan diverse stimulantia te combineren. Hierbij wordt vooral de combinatie tussen ecstasy en cocaïne geroemd. Combinaties met amfetamine en ketamine worden ook genoemd, maar beperkt.
2 Uitgaan en Middelen onderzoek 2012 In de zomer en het najaar van 2012 heeft IrisZorg een onderzoek uitgevoerd in de uitgaanscentra van de zes Gelderse steden: Apeldoorn, Arnhem, Doetinchem, Ede, Nijmegen en Tiel. Gedurende een zaterdagavond zijn in elke stad jongeren bevraagd op hun middelengebruik. Dit leverde in totaal 1473 unieke ingevulde vragenlijsten op van jongeren tussen de 15 en 30 jaar. De man-vrouwverhouding was 49-51 en de gemiddelde leeftijd 20 jaar.
Alcohol
Van de respondenten was 90% actuele drinker; dat wil zeggen dat ze in de laatste vier weken ten minste een keer alcohol hadden gebruikt. De meeste actuele gebruikers drinken gemiddeld twee tot drie dagen per week. Als men drinkt is dat vooral in het weekend, met een gemiddelde van negen eenheden, tegenover gemiddeld tweeënhalf eenheden doordeweeks. Tussen steden onderling zijn vrijwel geen verschillen. Tussen mannen en vrouwen wel: mannen drinken gemiddeld op meer dagen en consumeren meer alcohol per week dan vrouwen.
Drugs
Naast het alcoholgebruik zijn de respondenten ook bevraagd op hun ervaringen met drugs. Cannabis was hierbij het meest genoemde gebruikte middel. Vooral in Arnhem en met name in Nijmegen hadden relatief veel jongeren ervaring met cannabis. Opvallend hier was dat in Nijmegen ruim een op de vier respondenten cannabis had gebruikt in de laatste vier weken. De resultaten zijn weergegeven in figuur 1. 60
Figuur 1
Cannabisgebruik
50
onder uitgaande jongeren in zes
Percentage
40
Gelderse steden in 2012. (n=1473)
30 20 10 0
8
Tendens 2012-2013
Apeldoorn
Arnhem
Doetinchem
Ede
Nijmegen
Tiel
Ooit gebruik
34
54
40
46
54
35
Actueel gebruik
14
20
10
16
27
14
Tendens 2012-2013
9
De meest genoemde overige drugs zijn weer gegeven in figuur 2. Naast deze middelen werd het gebruik van een aantal andere middelen zoals ketamine, 2C-B, LSD, truffels en mephedrone ook nog genoemd door een beperkt aantal respondenten. In Nijmegen rapporteerden respondenten relatief vaker ervaring met (hard)drugs dan in de meeste andere steden. 12 10
Percentage
8 6
Ruim 90% van de drugs die worden aangeleverd bestaat uit ecstasy, cocaïne en speed. In 2012 zien we in verhouding een afname van ecstasy en een toename van amfetamine. Het percentage ingeleverde cocaïne is ongeveer gelijk gebleven. Zie figuur 3.
2
Ooit gebruik Actueel gebruik
De DIMS beoogt een steeds zo actueel mogelijk beeld van de Nederlandse markt van recrea tieve drugs te geven. IrisZorg is met twee testpunten, in Arnhem en Nijmegen, een van de deelnemers van dit project. Gebruikers kunnen hier hun drugs anoniem laten testen en informatie krijgen over de samenstelling hiervan. In 2012 zijn in Nijmegen en Arnhem 767 drugsmonsters getest. Dat waren er in 2011 nog 870. Er is een grote afname van het aantal monsters in Nijmegen, maar in Arnhem is een lichte stijging. Mogelijk heeft de afname te maken met de verkorte openingstijd van de service in Nijmegen.
Meest aangeleverde stoffen
4
0
3 DIMS 2012
Ecstasy
Lachgas
Amfetamine
Cocaïne
Paddo' s
Poppers
GHB
11,4
9,7
6,9
6,5
6,4
3,4
3,3
3,5
1,3
1,9
1,4
0,9
0,6
0,5
Figuur 2 Prevalentie harddrugsgebruik onder uitgaande jongeren in Gelderland in 2012. (n=1473)
100% 90% 80% 70%
Overig Amfetamine Cocaïne Ecstasy
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2011
2012
Figuur 3 Verdeling aangeleverde stoffen bij de DIMS in Gelderland.
Ecstasy
Van de 407 geteste ecstasymonsters zijn 21 monsters aangeleverd als poeder, 380 monsters als pil en 6 als overig. In de geteste ecstasypillen en –poeders zit in 97% ook daadwerkelijk MDMA. In dertig geteste monsters zitten ook nog andere stoffen. In de meeste gevallen gaat het dan om cafeïne, in sommige gevallen gaat het om methamfetamine en daarnaast wordt af en toe nog een andere stof aangetroffen. In de geteste ecstasypillen is ook gekeken naar de werkzame stof MDMA. De toename van mg MDMA die in 2010 startte, zet in 2012 onverminderd voort. Er is een stijging van pillen met een dosering van boven de 101 mg en een daling van de pillen met minder dan 100mg
10
Tendens 2012-2013
Tendens 2012-2013
11
MDMA (figuur 4). In de loop der jaren is de dosering van MDMA in ecstasypillen flink gestegen. Dit brengt risico’s met zich mee. Voor diegenen die hun pillen laten testen, zijn deze risico’s minder groot omdat zij de dosering kunnen aanpassen. Maar ecstasyslikkers die hun pillen niet laten testen en er van uitgaan dat elke pil dezelfde dosis bevat, kunnen onbedoeld te veel MDMA binnenkrijgen. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20%
Overige ingeleverde stoffen
Stoffen die verder ingeleverd worden voor testen zijn ondermeer GHB, Ketamine en 2C-B. De aantallen waarin deze stoffen worden ingeleverd zijn echter beperkt en inhoud lijkt redelijk constant van deze middelen. Verder verschijnen er bijna wekelijks nieuwe stoffen op de markt. Deze worden vaak aangeduid als ‘legal highs’, ‘research chemicals’ of ‘designer drugs’. Deze nieuwe psychoactieve stoffen bootsen de effecten van bestaande ‘klassieke’ drugs na. Het verschijnen van een nieuwe stof is vaak het gevolg van een instabiele markt van het middel waarvan de effecten nagebootst worden. In korte tijd steken deze middelen in Nederland dan de kop op, maar zodra de markt zich heeft hersteld, verdwijnt snel de vraag naar het nieuwe middel (Drugs Informatie en Monitoring Systeem, Jaarbericht 2011, Trimbos). Eén van deze middelen is mephedrone. Bij IrisZorg is in 2011 acht keer dit middel gebracht om te testen. Naast mephedrone zijn er nog een aantal ‘rechearch chemicals’ aangeleverd. De belangrijkste is 4-FMP (4-fluoramphetamine). Deze stof is vijf keer aangeleverd. Het aandeel ‘rechearch chemicals’ van alle geteste drugs is klein.
10% 0% >150 mg MDMA 101-150 mg MDMA 51-100 mg MDMA 1-50 mg MDMA
2010
2011
27
84
2012 112
131
217
142
227
121
76
35
27
5
Figuur 4 Dosering MDMA in geteste ecstasy bij de DIMS in Gelderland.
Amfetamine
Waar de ecstasy gemiddeld steeds hoger gedoseerd lijkt te zijn, wordt bij amfetamine een tegenovergestelde trend gezien. In bijna alle geteste amfetamine-monsters zit ook daadwerkelijk amfetamine (96%), maar de zuiverheid van de amfetamine is afgenomen. In 2011 zat er gemiddeld 45% amfetamine in de geteste monsters. In 2012 is dat nog maar 31%. Bijna 80% van de amfetamine is versneden met cafeïne, dat is meer dan in 2011 (70%). In 65% van monsters bevinden zich daarnaast nog andere stoffen. In veel gevallen gaat het dan om bijproducten die ontstaan door onzuivere productie van amfetamine. In dertien gevallen is er 4-methylamfetamine gevonden. In de meeste gevallen gaat het om een spoortje van deze stof. Als het meer voorkomt, wordt gebruik ten strengste ontraden. In geen van de gevallen gaat het om hoge percentages.
Cocaïne
De cocaïnemonsters die worden aangeleverd bij de testservice van IrisZorg bevatten ook vrijwel allemaal cocaïne. Net als vorige jaren fluctueert de zuiverheid rond de 50%. De belangrijkste andere stoffen die terug zijn te vinden in de cocaïne zijn levamisol, fenecatine en cafeïne. Het blijft opvallend dat er in Nijmegen in verhouding veel meer cocaïne wordt aangeleverd dan in Arnhem.
12
Tendens 2012-2013
Tendens 2012-2013
13
4 Elektronische Monitor en Voorlichtingsonderzoek (E-MOVO) 2012
35 30
Recent is door de GGD-en weer een nieuwe meting in het kader van E-MOVO uitgevoerd. In dit onderzoek worden jongeren uit de tweede en vierde klas van het voortgezet onderwijs bevraagd over ondermeer middelengebruik. De besproken gegevens zijn afkomstig van GGD Noord-Oost Gelderland, Gelderland Midden, Regio Nijmegen en Rivierenland.
Percentage
25
5
In figuren 5 en 6 is het percentage jongeren weergeven die aangeven in de laatste vier weken alcohol gedronken hebben. Het alcoholgebruik onder tweedeklassers daalt de laatste jaren vrijwel overal in Gelderland. De groep tweedeklassers die drinkt wordt niet alleen kleiner, maar vertoont ook minder binge drinking gedrag. Bij vierdeklassers dalen deze aantallen in de meeste regio’s niet of beperkt. Ongeveer de helft van deze groep had in de laatste vier weken, minimaal eens of vaker binge drinking gedrag vertoond.
0 2007 2011
Achterhoek
Midden IJssel Noord-Veluwe Rivierenland
Nijmegen
Gelderland Midden
30
29
29
31
29
28
17
17
15
18
18
17
Figuur 6 Percentage actueel gebruik van alcohol onder tweedeklassers van het voortgezet onderwijs is 2007 en 2011 in Gelderland per GGD-regio.
Drugs
60
Het actuele gebruik van cannabis onder tweedeklassers in Gelderland is beperkt. Dit schommelt tussen de een en twee procent. Vierdeklassers hebben daarentegen veel vaker ervaring met cannabis en zijn ook vaker actueel gebruiker. De percentages zijn zichtbaar in figuren 7 en 8. In vrijwel alle regio’s daalt het percentage actuele cannabisgebruikers onder jongeren. In de regio Nijmegen hebben vierdeklassers in vergelijking met de andere regio’s meer ervaring met cannabis en zijn er ook meer actuele gebruikers. Deze trend wordt al langer gezien.
50 40 Percentage
15 10
Alcohol
30 20
40
10
35
Achterhoek
Midden IJssel Noord-Veluwe
Rivierenland
Nijmegen
Gelderland Midden
2007
49
46
43
52
48
46
2011
29
29
24
31
29
27
Figuur 5 Percentage ooit gebruik van alcohol onder tweedeklassers van het voortgezet onderwijs is 2007 en 2011 in Gelderland per GGD-regio.
30 Percentage
0
20
25 20 15 10 5 0 2007 2011
Achterhoek
Midden IJssel Noord-Veluwe Rivierenland
Nijmegen
Gelderland Midden
20
28
17
24
36
23
17
16
12
18
26
18
Figuur 7 Percentage ooit gebruik van cannabis onder vierdeklassers van het voortgezet onderwijs is 2007 en 2011 in Gelderland per GGD-regio.
14
Tendens 2012-2013
Tendens 2012-2013
15
5 Monitor Drugsincidenten
20 18 16
Percentage
14 12 10 8 6 4 2 0
Achterhoek
2007 2011
Midden IJssel Noord-Veluwe Rivierenland
Nijmegen
Gelderland Midden
9
14
7
11
18
11
6
6
4
9
13
9
De Monitor Drugsincidenten (MDI) houdt sinds 2009 actuele gegevens bij over aard en omvang van drugsgerelateerde gezondheidsincidenten in Nederland. In verschillende delen van het land dragen afdelingen spoedeisende hulp (SEH) van (stads) ziekenhuizen, ambulance diensten, politieartsen en organisaties die de EHBO-post bemannen op feesten en andere grootschalige evenementen bij aan de gegevensverzameling. Dankzij de inbreng van uiteenlopende medische diensten en de keuze van verschillende peilstationregio’s ontstaat een indicatief beeld van de situatie rond drugsincidenten in Nederland. De monitor geeft geen overzicht van alle drugsincidenten die in Nederland plaatsvinden, maar is beperkt tot een aantal regio’s en de daarbinnen participerende medische instellingen. In Gelderland bevinden zich twee peilstations: Nijmegen en Ede/Arnhem. De verdeling van drugsincidenten per middel is weergegeven in figuur 9. Figuur 9 Verdeling incidenten per
Figuur 8 Percentage actueel gebruik van cannabis onder vierdeklassers van het voortgezet onderwijs is
drugscategorie voor de twee MDI peilstationregio’s in Gelderland
2007 en 2011 in Gelderland per GGD-regio.
(n=920) ten opzichte van de regio
Verder zijn de jongeren ook bevraagd op hun ervaring met harddrugs. Het gebruik hiervan komt vrijwel niet voor onder tweedeklassers. Van de vierdeklassers heeft ongeveer drie procent ervaring met harddrugs, hierbij worden ecstasy, amfetamine, paddo’s, cocaïne en GHB het vaakst genoemd.
Amsterdam (n=1004) en de overige
MDI peilstationregio’s in Nederland (n=1404). Peiljaren 2009-2012.
Opgenomen zijn de incidenten
gemeld door de Ambulancediensten (muv Ambulancedienst Amsterdam en Purmerend) en de SEH’s van de aangesloten ziekenhuizen. Bron: Vogels, N. MDI, Trimbos Instituut
De twee peilstationregio’s in Gelderland (Nijmegen en Ede/Arnhem) lijken in de verdeling van de incidenten naar drugscategorie veel op elkaar. Daarbuiten lijkt het beeld het meest op de andere deelnemende regio’s buiten Amsterdam. Het aandeel incidenten met GHB is relatief hoog in Gelderland. Dit is ook zo in de regio’s Eindhoven en Groningen. In Amsterdam zijn relatief veel drugsincidenten met cannabis en paddo’s/truffels, welke vooral onder toeristen plaatsvinden.
16
Tendens 2012-2013
Tendens 2012-2013
17
6 Hulpvragen bij IrisZorg 2012
5%
4%
9%
Het aantal inschrijvingen bij de verslavingszorg van IrisZorg lag in 2012 op 4.621. In 2011 waren dit er nog 5160. Deze daling is niet veroorzaakt door minder vraag naar zorg, maar heeft een administratieve reden. In 2012 is een groot aantal nog openstaande in-actieve DBC’s gesloten, waardoor het lijkt alsof er een daling is. In figuur 10 is het aantal inschrijvingen per primair probleemmiddel weergegeven.
Opiaten Cocaïne
52%
Amfetamine GHB Overig
30%
3000
2000
Figuur 11 Onderverdeling in primaire hulpvragen voor harddrugs bij IrisZorg in 2012 (n=1438).
1500 1000 500 0 Alcohol Cannabis Drugs Gokken Overig
2008
2009
2010
2011
2012
2457
2478
2421
2372
1963
In figuur 12 staat het aantal cliënten per leeftijdscategorie weergegeven. Jongeren lijken vooral hulp te zoeken voor cannabisproblematiek en ouderen juist vaker voor alcoholproblematiek. De laatste jaren stijgt het aantal problematische cannabisgebruikers tot 30 jaar in zorg; bij alcohol wordt juist een stijging gezien van het aantal 55-plussers dat een beroep doet op de verslavingszorg vanwege problemen rond alcoholgebruik.
687
733
838
937
860
1589
1558
1498
1509
1438
800
208
209
198
154
127
700
111
133
200
188
233
600
Figuur 10 aantal inschrijvingen per primaire hulpvraag bij IrisZorg in de periode 2008-2012.
In figuur 10 is zichtbaar dat alcohol het meest voorkomende primaire probleemmiddel is, gevolgd door cannabis. De categorie ‘overige primaire hulpvragen’ in figuur 8 omvat een divers spectrum van hulpvragen rond probleemmiddelen en probleemgedrag. Binnen deze categorie zijn twee relatief grote groepen. De grootste groep wordt gevormd door mensen die een beroep op IrisZorg doen vanwege verslaving aan medicatie, veelal benzodiazepinen. Dit aantal is de laatste jaren stabiel met tussen de 60 en 70 primaire hulpvragen per jaar. Een tweede grote groep wordt gevormd door mensen, veelal jongeren, die een beroep doen op IrisZorg vanwege gameverslaving. Dit aantal stijgt de laatste jaren: in 2012 waren er 40 primaire hulpvragen vanwege problemen rond gamen. Het aantal primaire hulpvragen voor cocaïne loopt net als voorgaande jaren verder terug. De grootste groep hulpvragers is tussen de 30 en 40 jaar oud. Het aantal primaire hulpvragen voor amfetamine en GHB lijkt stabiel. Mensen met een hulpvraag voor een van deze middelen zijn vaak tussen de 20 en 30 jaar oud.
Aantal cliënten
Aantal cliënten
2500
500 400 300 200 100 0
Alcohol Cannabis
23-
24-35
36-47
48-59
60+
61
313
592
714
284
328
361
133
34
4
Figuur 12 Aantal primaire hulpvragen in 2012 voor alcohol en cannabis per leeftijdscategorie.
Van de 1.438 mensen die in zorg waren vanwege drugsproblematiek, vormen opiaatgebruikers de grootste groep. Hiertoe behoren zowel heroïne- als methadongebruikers, van wie het merendeel al lang in zorg is. Deze groep daalt de laatste jaren in omvang en er komen weinig nieuwe gebruikers bij. In figuur 11 is in een cirkeldiagram de verdeling per hoofdmiddel weergegeven van primaire hulpvragen bij IrisZorg rond (hard)drugsgebruik in 2012.
18
Tendens 2012-2013
Tendens 2012-2013
19
7 Samenvatting en trends 2012-2013 Door de verschillende onderzoeken in dit factsheet kan een beeld gevormd worden van trends in middelengebruik in Gelderland. Deze zullen per middel besproken worden.
Het gebruik van amfetamine is beperkt onder middelbare scholieren. Het gebruik onder uitgaande jongeren en hangjongeren lijkt redelijk stabiel. Ook het aantal mensen dat een beroep op IrisZorg doet vanwege amfetamineverslaving is stabiel. De zuiverheid van amfetamine lijkt momenteel verder te dalen; dit wordt ook al opgemerkt door enkele gebruikers.
Alcohol
Ecstasy
Net als vorige jaren wordt een daling gezien van het alcoholgebruik bij jongeren jonger dan 16 jaar. Jongeren en jongvolwassenen van 16 jaar en ouder drinken daarentegen nog steeds evenveel als in eerdere jaren. De meesten drinken vrijwel uitsluitend in het weekend, maar er zijn ook grote groepen die doordeweeks meerdere dagen drinken. Bij uitgaande jongeren blijft indrinken populair. Net als vorige jaren drinken mannen gemiddeld op meer dagen en consumeren zij meer eenheden alcohol dan vrouwen. Ondanks het gegeven dat een redelijk grote groep jongeren en jongvolwassenen wekelijks veel alcohol tot zich neemt, melden zich relatief weinig van hen bij de verslavingszorg voor problemen met alcohol. De groep 55-plussers die zich meldt bij IrisZorg vanwege primaire alcoholproblematiek, neemt de laatste jaren toe in omvang. Mede onder invloed van de vergrijzing zal deze trend zich ook in de komende jaren blijven voortzetten.
Cannabis
Het cannabisgebruik onder middelbare scholieren daalt verder. Net als in eerdere jaren ligt het gebruik in de regio Nijmegen relatief hoger dan in de rest van de regio. Dit zien we ook terug onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen in Nijmegen. Het blowen gebeurt echter weinig in het uitgaansleven zelf en vooral buiten of thuis. Net als alcohol is blowen voor veel jongeren iets voor in het weekend. Jongeren die meerdere dagen per week of dagelijks blowen hebben vaker problemen met school, met financiën en op het gebied van de geestelijke gezondheid. Deze jongeren hebben verder een grotere kans om in een neerwaartse spiraal te komen. Bijvoorbeeld: door veel blowen lopen ze een grotere kans op schooluitval; wanneer dit gebeurt valt vaak een groot deel van hun dagbesteding weg, waardoor de kans op maatschappelijke uitval en overmatig middelengebruik vergroot wordt. Om dit proces tegen te gaan is tijdig signaleren van problemen en het bieden/ondersteunen van dagbesteding voor deze jongeren van belang. De laatste jaren stijgt het aantal jongeren met een primaire hulpvraag rond het gebruik van cannabis, deze trend werd ook doorgezet in 2012.
Cocaïne
Het gebruik van cocaïne komt vrijwel niet voor onder middelbare scholieren. Het gebruik onder jongeren in de panelstudie lijkt wat af te nemen; de hoge prijs maakt het middel voor hen beperkt beschikbaar. Het gebruik ervan lijkt op verschillende plaatsen wel meer openlijk voor te komen, mogelijk wordt het meer geaccepteerd. De samenstelling van de aangeleverde cocaïnemonsters in Gelderland is constant en schommelt rond de 50% in zuiverheid. De andere helft bestaat uit diverse versnijdingmiddelen. Het aantal primaire hulpvragen voor cocaïne daalt nog steeds.
20
Amfetamine
Tendens 2012-2013
Onder middelbare scholieren wordt weinig ecstasy gebruikt, het gebruik onder uitgaanders is constant. Opvallend is dat de geteste pillen gemiddeld steeds hogere doseringen MDMA bevatten. Dit maakt de kans op een overdosering groter. Primaire verslaving aan ecstasy komt vrijwel niet voor.
GHB
Het gebruik van GHB blijft lastig in kaart te brengen. Onder middelbare scholieren komt nauwelijks GHB-gebruik voor. Uit de regio komen zowel signalen van toename als van afname van gebruik onder jongeren en jongvolwassenen. Het gegeven dat het gebruik van GHB zowel positieve als zeer negatieve gevolgen heeft, kan hier een verklaring voor bieden: sommige gebruikers zien de verhoogde kans op ‘out’ gaan mogelijk niet als probleem en blijven daarom doorgaan met gebruik. Het aantal primaire hulpvragen bij IrisZorg voor GHB lijkt te stabiliseren. Het aantal incidenten met GHB in Gelderland is relatief groot.
Opiaten
Het gebruik van opiaten komt niet of nauwelijks voor onder jongeren en jongvolwassenen. Het middel heeft een zeer negatief imago. Dit wordt ook teruggezien in de groep opiaatverslaafden in behandeling bij IrisZorg. Deze groep vergrijst snel en er komen nauwelijks nieuwe verslaafden bij. Deze groep zal de komende jaren verder slinken in omvang en gemiddeld steeds ouder worden.
Overig
Naast de hierboven besproken middelen rapporteren met name kleine groepen jongvolwassenen verder nog het incidentele gebruik van psychedelica, lachgas en designerdrugs. Het actuele gebruik hiervan is echter beperkt en bij IrisZorg komen jaarlijks hoogstens een paar mensen met een hulpvraag rond een van deze middelen. Wat wel zeer populair is onder zowel jongeren en jongvolwassenen is energiedrank. Ongeveer de helft van hen drinkt dit wekelijks en grote groepen dagelijks meerdere blikjes. Tot dusver zijn bij IrisZorg nog geen hulpvragen bekend rond het gebruik van energiedrank. Het aantal hulpvragen voor gameverslaving stijgt momenteel nog steeds bij IrisZorg. De omvang van deze groep is echter nog wel beperkt, namelijk minder dan 1% van alle primaire hulpvragen bij IrisZorg.
Tendens 2012-2013
21
Tendens 2012-2013
23
www.iriszorg.nl