TENA richtlijnen voor continentiezorg in verpleeghuizen www.TENA.nl / www.TENA.be
Behoud
van con
tinentie
Als kind leerden we zindelijk te worden en als we onze fundamentele menselijke functies zelfstandig konden controleren, werden we beloond. Naarmate we ouder worden, zal een derde van ons langzamerhand deze vaardigheid weer verliezen en incontinent worden.
Herstel van contine
ntie
tie n e n i t n
o c n i n a ling v
de
Behan
Bevorderen van continentie, in stand houden van waardigheid en onafhankelijkheid
Wij zijn ervan overtuigd dat deze ontwikkeling door continentie te bevorderen en incontinentie onder controle te houden in verpleeghuizen, een halt toegeroepen kan worden en deze zelfs voorkomen of uitgesteld kan worden. Cliënten die continent zijn, moeten worden ondersteund en gestimuleerd om continent te blijven. En cliënten die tekenen van incontinentie laten zien, moeten op de juiste wijze worden beoordeeld. Voor hen moeten passende maatregelen worden getroffen zoals verzorgingsroutines, toiletgangbegeleiding en productverstrekking, om continentie te herstellen en om incontinentie te behandelen. Met deze TENA richtlijnen voor continentiezorg helpen we u op weg om iedere individuele cliënt het hoogst mogelijk haalbare niveau van continentie en onafhankelijkheid te bieden, zodat zij hun waardigheid en kwaliteit van leven kunnen behouden.
2
3
Een doorlopend, ontwikkelend en reagerend proces ELING D R OO E B
PASSING N AA
Het zorgplan wordt vervolgens in de praktijk gebracht in de dagelijkse zorg op de afdeling.
4
SE ZORG L IJ K
De cliënt wordt gemonitord en het individuele zorgplan aangepast en gewijzigd indien nodig.
E AG
Er wordt een individueel zorgplan opgesteld om er zeker van te zijn dat elke cliënt het hoogste niveau van zelfzorg krijgt en tijdig wordt geholpen om continentie te bevorderen en incontinentie te behandelen.
D
Elke cliënt wordt beoordeeld bij opname en als er een verandering optreedt in zijn/haar situatie, bijv. in cognitie, fysieke mogelijkheden, toiletgang of het functioneren van de urinewegen. Risicobeoordelingen worden gebruikt om factoren vast te stellen waardoor cliënten de kans lopen om incontinentie te ontwikkelen en in sommige gevallen een katheter te moeten gebruiken.
LAN RGP ZO
Het bevorderen van continentie en het beheersen van incontinentie is een doorlopend proces waarbij de individuele verzorgingsbehoeften van cliënten continu worden bekeken en beoordeeld. Het proces is verdeeld in vier fasen.
5
De rechten van ouderen in langetermijnzorg Naarmate we ouder worden, kunnen we afhankelijk worden van anderen voor ondersteuning en zorg. Maar we hebben nog steeds het recht om in ons eigen leven, onze eigen beslissingen te nemen. Leeftijd en afhankelijkheid kunnen nooit reden voor vrijheidsbeperking zijn. Iedereen, ongeacht geslacht, leeftijd of afhankelijkheid heeft het recht van deze vrijheden en rechten te genieten.
TENA richtlijnen voor continentiezorg in verpleeghuizen sluiten aan bij het Europees Handvest voor de rechten en verantwoordelijkheden van ouderen die behoefte hebben aan langdurige zorg en begeleiding (juni 2010).
De bepalingen omvatten onder andere: • Het recht op waardigheid, fysieke en mentale gezondheid, vrijheid en veiligheid; • Het recht op zelfbeschikking; • Het recht op privacy; • Het recht op hoogwaardige verzorging op maat; • Het recht op gepersonaliseerde informatie, advies en geïnformeerde toestemming; • Het recht op continue communicatie, deelname aan de samenleving en culturele activiteiten.
i Waardigheid in de zorg Waardigheid in de zorg betekent het soort zorg dat iemands privacy, autonomie en eigenwaarde ondersteunt en stimuleert, ongeacht de conditie of situatie.
6
7
TENA richtlijnen voor continentiezorg
Inhoud:
We werken al bijna een halve eeuw nauw samen met management, teamleiders, verpleegkundigen en verzorgenden om best-practice routines en innovatieve producten te ontwikkelen die de continentiezorg drastisch veranderen. Onze richtlijnen zijn gebaseerd op uitgebreide onderzoeken en ervaring die we hebben opgedaan in duizenden verpleeghuizen, en ze zijn geïnspireerd door ISO 15621 (een richtlijn met criteria voor de beoordeling van absorberende hulpmiddelen). TENA ontwikkelt en introduceert doorlopend nieuwe verbeteringen, waaronder producten en managementadvies. We volgen initiatieven op om er zeker van te zijn dat ze worden toegepast, en ondersteunen managers om de kennis van verpleegkundigen en verzorgenden te vergroten.
Hoe gebruikt u dit document Dit document is bedoeld voor verpleegkundigen en verzorgenden (of personeel met vergelijkbare verantwoordelijkheden). Gebruik het gehele document of delen daarvan, afhankelijk van de huidige strategie ter bevordering van continentie die wordt toegepast binnen uw verpleeghuis, en het ervaringsniveau van de medewerkers. U kunt het gebruiken als inspiratie bij het vaststellen van uw eigen richtlijnen voor de bevordering van continentie en het beheer van incontinentie. Dit document dient als gids en legt uit hoe u de hulpmiddelen kunt gebruiken, zoals beoordelingsformulieren, individuele zorgplannen en mictiedagboeken. Het helpt ook bij het naleven van wet- en regelgeving en standaarden zoals ISO 15621. TENA helpt u bij het implementeren van de richtlijnen in uw dagelijkse praktijk op de afdeling met behulp van hoogwaardige TENA-producten. Vervolgens gaan we op de gewenste punten monitoren om er zeker van te zijn dat de door u gewenste zorg-, personeel- en kostenvoordelen worden behaald in de dagelijkse zorg. Dit doen we voordat we u helpen bij het implementeren van uw nieuwe richtlijnen op de overige afdelingen. Ten slotte ondersteunen we u bij het monitoren van prestaties om eventuele afwijkingen van gestelde doelen te herstellen en overige verbetergebieden op te sporen en te benoemen.
Cliëntbeoordelingen Individuele zorgbehoeften vaststellen
Individuele zorgplannen De juiste zorg voor elke cliënt specificeren
Dagelijkse zorg Individuele zorgplannen in de dagelijkse praktijk brengen
Aanpassen Individuele zorgplannen monitoren en aanpassen
8
11–19 20–35
36–53 54–57 9
Cliëntbeoordeling voor het stimuleren van continentie Cliëntbeoordelingen voor de bevordering van continentie vormen de basis voor het vaststellen en begrijpen van de individuele zorgplannen voor elke individuele cliënt. Ze worden gebruikt om gewoonten en omstandigheden vast te stellen waardoor cliënten de kans lopen incontinentie te ontwikkelen. Het is onze ervaring dat verpleeg huizen meer nadruk leggen op de selectie van producten en het beheer van incontinentie dan op bevordering van continentie. Bij opname in een verpleeghuis en als onder deel van de anamnese worden beoordelingen uitgevoerd tijdens een medisch onderzoek en als er een verandering optreedt in de conditie van de cliënt. Daarnaast worden cliënten periodiek beoordeeld. Dit hoofdstuk geeft u best-practice processen en hulpmiddelen voor het uitvoeren van een beoordeling.
10
Multidisciplinair team Een multidisciplinair team, bestaande uit o.a. artsen, verpleegkundigen, afdelingscoördinatoren, verzorgenden en fysiotherapeuten, beoordeelt de cliënt. Dit team staat onder leiding van de manager die verantwoordelijk is voor het inplannen en delegeren van taken. Het management van het verpleeghuis heeft de algehele verantwoordelijkheid voor de naleving van wet- en regel geving.
11
Procesoverzicht
Cliënt beoordelingsformulier
Vertel de cliënt dat er een beoordeling plaatsvindt. Indien van toepassing, informeer en betrek de familieleden hierbij. Vraag om hun bevindingen. Het multidisciplinair team doet de beoordeling.
Het cliënt beoordelingformulier is verdeeld in negen categorieën met een aantal kernvragen en aanbevelingen. Deze zijn op kleur gesorteerd op basis van de zorgbehoeften van de cliënt:
Stel een cliëntprofiel op met inachtneming van al bestaande gegevens van de cliënt. Vul het cliënt beoordelingsformulier in.
De eerste twee categorieën, Continentie en Kwaliteit van leven, beoordelen de continentiestatus vanuit een medisch, verplegings- en cliëntperspectief. Hoe voelt iemand zich over zijn of haar incontinentie en wat is de impact op iemands kwaliteit van leven. Deze waardevolle inzichten zijn de basis van een individueel zorgplan dat onafhankelijkheid stimuleert, waardigheid vergroot en individuele keuzes mogelijk maakt.
Gebruik het multidisciplinair overleg om tot een algemeen beeld van de cliënt te komen. Stel vast of de cliënt continent of incontinent is.
Continente cliënt
Incontinente cliënt Extra beoordeling is vereist
De volledige cliëntbeoordeling is uiteindelijk beschikbaar als een individueel document of als een overzichtslijst.
Individueel zorgplan
De andere categorieën in de beoordeling hebben betrekking op de dagelijkse praktische ondersteuning die wordt gegeven door verzorgenden. Bespreek deze indien mogelijk met de cliënt en vraag toestemming om het zorgplan te implementeren.
Volledige hulp Gedeeltelijke hulp Onafhankelijk Door het stellen van een aantal kernvragen kunt u vaststellen wat de hulpvraag van een cliënt op verschillenden gebieden en in uiteenlopende situaties is.
Tijdens de beoordeling is het belangrijk om een holistische aanpak te hanteren die zich focust op de behoeften van het individu.
n k ee . Maa agboek ied mict
Continentie Kernvragen De cliënt is continent • Hoe omschrijven de cliënt en familieleden de continentiestatus van de cliënt? • Wat staat er vermeld in de cliëntgegevens? • Hoe gedraagt de cliënt zich? • Als de cliënt dementerend is, hoe gedraagt hij/zij zich als hij/zij naar het toilet moet?
Aanbevelingen • Observeren en behouden van continentie • Maak een mictiedagboek • Maak een mictiedagboek
De cliënt heeft urine-incontinentie De cliënt heeft urine- en fecale incontinentie
12
13
Kwaliteit van leven Kernvragen De cliënt of zijn/haar familie maakt zich zorgen over zijn/haar continentiestatus • Waar maakt de cliënt zich het meeste zorgen om? • Hoe zou de cliënt ondersteund willen worden? • Kan zijn/haar continentiestatus worden verbeterd? De cliënt accepteert zijn/haar continentiestatus • Gelooft de cliënt dat incontinentie onvermijdelijk is? • Kan zijn/haar continentiestatus worden verbeterd? De cliënt maakt zich geen zorgen over (of is zich niet bewust van) zijn/haar continentiestatus.
Vochtinname Aanbevelingen
Kernvragen
• Bespreek de punten waar de cliënt zich zorgen over maakt
Aanbevelingen • Krijgt de cliënt genoeg vocht binnen? Een gezonde dagelijkse inname is 1,5 - 2 liter per dag inclusief vocht uit voeding.
• Stel vast waar wellicht ondersteuning nodig is • Zorg voor een gezond voedingspatroon en gezonde levensstijl om te voorkomen dat de incontinentie erger wordt • Bespreek met de cliënt de verschillende manieren om continentie te bevorderen • Verwerk alle acties in het individuele zorgplan • Beoordeel of het mogelijk is om op elke wijze en in elke situatie continentie te bevorderen
Aanbevelingen
De cliënt vertoont eerste tekenen van dehydratie/overhydratie • Zijn er tekenen van verminderde elasticiteit van de huid, verwardheid, dorst, lage vochtinname (minder dan 1 liter), verminderde urineproductie?
• Observeer 24 uur lang de vochtinname • Maak een mictiedagboek • Reageer op signalen, bijvoorbeeld meer of minder vochtinname • Stimuleer inname van niet-diuretische vloeistoffen • Stel samen met de arts en/of het multidisciplinair team een behandeling op
De cliënt krijgt de diagnose dehydratie • Aanwijzingen zijn lage vochtinname, afname in de urineproductie, verwardheid.
• Zorg ervoor dat in geval van incontinentie op discrete en juiste wijze wordt gehandeld
Cognitief Medicatie Kernvragen De cliënt neemt geen medicijnen die van invloed zijn op continentie De cliënt neemt medicijnen die continentie herstellen • Neemt de cliënt medicijnen die van invloed kunnen zijn op continentie? • Welke medicijnen zijn voorgeschreven? Controleer de gegevens van de cliënt. De cliënt neemt medicijnen die van invloed kunnen zijn op continentie, zoals diuretica, kalmerende of slaapmiddelen en alfablokkers • Controleer voorgeschreven medicijnen en cliënt gegevens.
14
Aanbevelingen • Monitor eventueel voorgeschreven medicijnen
Kernvragen
Aanbevelingen
De cliënt is alert en communiceert • Is de cliënt zich ervan bewust naar het toilet te gaan? • Communiceert de cliënt en begrijpt hij/zij vragen?
• Zorg voor hulpmiddelen die communicatie faciliteren, bijvoorbeeld een bel
• Volg de gebruiksaanwijzing van geneesmiddelen
De cliënt heeft moeite met communiceren • Hoe communiceert de cliënt? Met externe hulpmiddelen, pictogrammen, handen, zijn/haar eigen woorden of op een andere manier?
• Zorg ervoor dat de medicijnen tijdig worden toegediend
De cliënt kan niet communiceren • Is de cliënt geagiteerd of in de war?
• Houd eventuele veranderingen van toiletpatronen, cognitieve functies, etc. in de gaten
• Verzeker u ervan dat de cliënt het toiletsymbool kan lezen en begrijpt • Spreek met familieleden en identificeer gewoonten van de cliënt • Identificeer toiletgangpatronen op basis van een mictiedagboek
15
Vaardigheid Kernvragen
Faciliteiten/omgeving Aanbevelingen
De cliënt kan overweg met zijn/haar eigen kleding en hulpmiddelen • Hoe goed beheerst de cliënt dagelijkse verzorging en activiteiten, zoals aan- en uitkleden? De cliënt heeft hulp nodig bij het aankleden of het gebruik van hulpmiddelen • Hoeveel hulp is er nodig? • Heeft de cliënt behoefte aan speciale kleding, hulpmiddelen of lichamelijke ondersteuning?
• Observeer en maak een nieuwe beoor deling als er veranderingen optreden • Geef alle hulp die nodig is • Geef alle hulp die nodig is
De cliënt gaat naar het toilet met beperkte begeleiding (één verzorgende) • Hoe ver is het toilet? • Heeft de cliënt loophulpmiddelen nodig? • Hoeveel begeleiding van werknemers is er nodig? De cliënt is niet-mobiel en/of heeft volledige ondersteuning nodig (twee of meer verzorgenden) • Is de cliënt bedlegerig, rolstoelgebruiker of op een andere wijze niet-mobiel? • Heeft de cliënt volledige ondersteuning nodig bij het naar het toilet gaan?
e cliënt kan de toiletfaciliteiten goed bereiken en D gebruiken • Wat is de afstand tot het toilet? Zijn er fysieke obstakels? Is de deuropening breed genoeg? • Hoe ruim is de toiletruimte? • Kan de deur gesloten worden?
Cliënt kan de toiletfaciliteiten niet gebruiken • Is de afstand tot het toilet te ver? • Zijn er enkele - of te veel - ernstige fysieke obstakels? • Zijn de deuren te smal? • Is het toilet te klein?
Mobiliteit De cliënt gaat zelfstandig naar het toilet • Kan de cliënt het toilet vinden en er zelf naartoe gaan?
Aanbevelingen
De cliënt heeft ondersteuning nodig bij gebruik van de toiletfaciliteiten • Hoeveel hulp heeft de cliënt nodig bij de transfer? • Wat voor hulpmiddelen heeft de cliënt nodig, bijv. wandbeugels of een toiletverhoger? • Wat zijn de hygiënische aspecten?
De cliënt moet volledig worden ondersteund en kan niet overweg met kleding of hulpmiddelen • Is er iets dat de cliënt zelf kan doen?
Kernvragen
Kernvragen
• Zorg voor privacy • Zorg voor goede zitmogelijkheden • Zorg voor juiste schoenen en loophulpmiddelen • Ondersteun op basis van de behoeften van de cliënt. Bied bijvoorbeeld uw arm aan. • Zorg voor privacy • Zorg ervoor dat de cliënt hulp kan inroepen, bijvoorbeeld met een bel • Zorg ervoor dat u de juiste hulpmiddelen hebt om de cliënt te ondersteunen, bijvoorbeeld stalift of passieve tillift • Zorg voor privacy
• Zorg ervoor dat de cliënt geen problemen ondervindt bij het gebruiken van het toilet • Vind hulpmiddelen die helpen met de bevordering van continentie • Zorg voor privacy • Zorg ervoor dat de cliënt in de juiste positie zit • Zorg ervoor dat u beschikt over de juiste hulpmiddelen • Zorg voor genoeg ondersteuning • Zorg voor hulpmiddelen die helpen bij het bevorderen van continentie • Zorg voor privacy • Overweeg toiletalternatieven, bijv. een postoel naast het bed • Zorg ervoor dat u beschikt over de juiste hulpmiddelen • Zorg ervoor dat alle hulpmiddelen voorhanden zijn
Aanbevelingen • Houd de cliënt in de gaten en maak een nieuwe beoordeling als er een verandering optreedt in de mobiliteit
• Zorg ervoor dat de cliënt binnen bereik is van het toilet
Huid Kernvragen De cliënt heeft een gezonde, ongeschonden huid • Hoe is de elasticiteit en zachtheid van de huid van de cliënt? • Schilfert de huid? • Wat voor kleur heeft de huid? De cliënt heeft een gevoelige huid • Vertoont de huid ontstekingen, roodheid en een verandering in kleur? • Is de huid droog en schilferachtig? De cliënt heeft een kapotte of beschadigde huid • Wat voor schade heeft de huid opgelopen?
• Zorg voor privacy
Aanbevelingen • Bekijk de huid dagelijks • Zorg voor een vochtinname van 1,5 - 2 liter per dag • Zorg voor een pH-neutrale reiniging om de huid te voeden* • Bepaal wat de oorzaken van de veranderingen zijn • Vermijd irritaties • Stimuleer vochtinname • Maak de huid schoon, herstel de huid en bescherm de huid op de juiste wijze* • Knijptest; controleer de elasticiteit van de huid door de huid zachtjes samen te knijpen • Consulteer specialisten en maak een cliëntplan • Bied de juiste zorg
16
* Volgens de TENA richtlijnen voor persoonlijke hygiënezorg in verpleeghuizen
17
Mictiedagboek Een mictiedagboek wordt bijgehouden voor een cliënt wiens continentie wordt beoordeeld. Het is een nuttig hulpmiddel om het blaasgedrag van de cliënt in de gaten te houden en de juiste bescherming te selecteren. Veel urineproblemen komen langzaam en naar verloop van tijd tot ontwikkeling en vaak zijn cliënten zich niet bewust van hun plaspatronen. Het op papier zien staan, kan erg leerzaam zijn. Het is nuttig als dezelfde medewerkers verantwoordelijk zijn voor het bijhouden van het mictiedagboek. Zelfs de kleinste veranderingen in een mictiedagboek zijn van belang. Beoordeel indien mogelijk telkens één cliënt.
Wijs per dienst één medewerker aan die verantwoordelijk is • Vermeld in het mictiedagboek de naam van de cliënt, meetdata en de namen van de verantwoordelijke medewerkers. • Informeer alle medewerkers wanneer de metingen plaatsvinden en waar het dagboek wordt bewaard. • Houd het mictiedagboek drie hele dagen bij (3 x 24 uur). Het hoeven niet drie opeenvolgende dagen te zijn, maar zorg ervoor dat de medewerker tijd heeft alle metingen volledig en accuraat bij te houden op de meetdagen. • Noteer de vochtinname bestaande uit dranken, maar ook soep, jus, vla, etc. • Noteer alle uitgescheiden urine (op het toilet of in het verband).
i Hulpmiddelen Cliëntbeoordeling Mictiedagboek Cliëntoverzicht Alle formulieren zijn online, afgedrukt en als Excelsheets beschikbaar
18
19
Individueel zorgplan Het individuele zorgplan is gebaseerd op een aantal aanbevelingen van de negen criteria in de cliëntbeoordeling. Hetzelfde multidisciplinaire team dat de beoordeling doet bij opname, is verantwoordelijk voor het individuele zorgplan. Het team bespreekt het individuele zorgplan met de cliënt, indien mogelijk, en met de familieleden. Het zorgplan specificeert de juiste zorg voor elke individuele cliënt met als doel het behouden of herstellen van continentie of het behandelen van incontinentie. Om dit te bereiken, gaat het individuele zorgplan uitvoerig in op de vraag of de cliënt behoefte heeft aan toiletgangbegeleiding, of er alternatieve behandelingen nodig zijn, welke verbanden worden gebruikt en hoe vaak deze verschoond moeten worden. De productkeuze wordt geverifieerd met behulp van een mictiedagboek. De informatie uit het individuele zorgplan wordt afgedrukt op een cliëntkaart. Bevestig dit aan de binnenkant van de kastdeur van de cliënt of bewaar het op een andere plaats waar privacy is gegarandeerd. De verzorgenden van de cliënt moeten altijd toegang hebben tot de benodigde informatie. Hierdoor wordt gegarandeerd dat de dagelijkse zorg van de cliënt altijd volgens het individuele zorgplan verloopt.
20
21
Procesoverzicht
Definieer het individuele zorgplan
Het individuele zorgplan is gebaseerd op de conclusie van de cliëntbeoordeling die is uitgevoerd door hetzelfde multidisciplinaire team.
Begin met het bepalen van een doel om continentie te behouden, te herstellen of te behandelen.
Rond het cliënt beoordelingsformulier af.
Lees en bespreek de cliëntbeoordeling en de aanbevelingen en zorg ervoor dat u deze begrijpt. Selecteer een doel:
Behoud van continentie
Herstel van continentie
Behandeling van incontinentie
Maak een toiletgang begeleidingsplan. Selecteer alternatieve behandelingen.
Selecteer verbanden.
n k ee Maa andverb oek b dag
Verzamel informatie in een individueel zorgplan.
Maak het zorgplan onderdeel van de dagelijkse zorg. Maak een cliëntkaart.
Plan een beoordeling.
22
23
Individueel toiletgangplan Maak een individueel toiletgang begeleidingsplan op basis van observaties die zijn gedaan tijdens de cliëntbeoordeling: • Het mictiedagboek laat zien hoe de blaas van de cliënt functioneert, bijv. de plasfrequentie en de hoeveelheid urine. • De beoordeling van cognitieve functies laat zien hoeveel de cliënt begrijpt. • De mobiliteits- en behendigheidsbeoordeling laat zien hoeveel begeleiding een cliënt nodig heeft. • De medicatiebeoordeling laat zien of de cliënt medicijnen neemt die van invloed kunnen zijn op plaspatronen. • Observaties van medewerkers maken duidelijk of de cliënt in staat is om op juiste wijze gebruik te maken van de toiletfaciliteiten.
Volledige hulp
i Goede toiletgewoonten •W e plassen gemiddeld 6 keer per dag en we gaan 1-2 keer per nacht naar het toilet. Dit kan worden beïnvloed door het soort en de hoeveelheid vocht die we tot ons nemen. • In het algemeen moeten cliënten ten minste 6 keer per dag en 1-2 keer per nacht de kans krijgen om naar het toilet te gaan. Maar we zijn allemaal uniek en zo ook onze blaas. Daarom is het belangrijk dat we eerst vaststellen wat het normale patroon van elke individu is om vervolgens op basis daarvan toiletgang aan te bieden.
Gedeeltelijke hulp
i
Onafhankelijk
Cliënten die terminaal ziek, comateus of verminderd mobiel zijn, zijn uitgesloten van geplande toiletgang.
Zie pagina 13.
Doel van de behandeling
Zorgafhankelijk
Toiletgangbegeleiding
Onafhankelijk
Geen toiletgangbegeleiding
Behoud van continentie
Plasherinnering (prompted voiding)
Begeleid
Onafhankelijk
Herstel van continentie Begeleid
Geplande toiletgang (beperkte mobiliteit/behendigheid)* Geen toiletgangbegeleiding Blaastraining Geplande toiletgang (beperkte mobiliteit/behendigheid) Blaastraining
Behandeling van incontinentie
24
Geplande toiletgang (beperkte mobiliteit/behendigheid)
Soorten toiletgangbegeleiding Toiletgang houdt in: plasherinneringen (prompted voiding), geplande toiletgang of blaastraining. Dit zijn gedrags strategieën die continentie bevorderen en incontinente cliënten helpen om begeleid continent te worden. Met de juiste aanpassingen kunnen deze strategieën voor ongeveer de helft van de cliënten, inclusief cliënten die cognitief beschadigd zijn, een vermindering betekenen in de gevallen van incontinentie. Plasherinnering (prompted voiding)
Veel cliënten kunnen hun voordeel doen met een plasherinnering. Herinner de cliënt eraan het toilet te gebruiken op passende en geplande tijdstippen (bijv. elke 3-4 uur) gedurende de dag. Deze herinneringen kunnen het beste gepland worden op basis van het normale plaspatroon van de cliënt. Een plasherinnering is een specifieke aanpak waarvoor gebruik wordt gemaakt van de kracht van positieve interactie tussen de cliënt en de verzorgende. Door waardering te tonen en complimenten te geven doet men volledig beroep op de inspanningen van de cliënt om continentie te behouden.
i Cliënten die cognitief beschadigd zijn, reageren op plasherinneringen, maar hebben vaak wel een aansporing nodig. Enkel een herinnering om naar het toilet te gaan, is vaak niet voldoende; dergelijke cliënten moeten vaak naar het toilet worden gelopen en hen moet worden verteld het toilet te gebruiken. Tekens en afbeeldingen kunnen handig zijn.
Geplande toiletgang Geplande toiletgang betekent het begeleiden van de cliënt naar het toilet op basis van een specifiek schema. Deze strategie kan nuttig zijn als de cliënt aanzienlijk mobiel beperkt is en begeleiding nodig heeft bij het gebruik van een urinaal, postoel naast het bed of een ander hulpmiddel. Het kan ook nuttig zijn om specifieke incontinentiepatronen aan de orde te stellen, zoals nachtelijke incontinentie.
Blaastraining Het doel van blaastraining is om de behoefte om te urineren te onderdrukken of negeren en uiteindelijk terug te gaan naar een meer normaal toiletpatroon. Dankzij de training kan de blaas meer urine vasthouden voordat de cliënt gaat plassen.
i Plasherinnering (prompted voiding) in drie stappen: • Vraag de cliënt regelmatig of urineverlies heeft plaatsgevonden. • Herinner de cliënt eraan naar het toilet te gaan of vraag of de cliënt naar het toilet moet. • Geef de cliënt een compliment als hij of zij continent (droog) is voor zijn of haar de pogingen om naar het toilet te gaan.
i Als de cliënt zelf zijn of haar toiletgang regelt, vergroot dat het gevoel van onafhankelijkheid en stimuleert het waar digheid: 1. Zorg ervoor dat de cliënt weet waar het toilet is. Een teken op de deur kan helpen. Een visuele herinnering, zoals een afbeelding, kan effectiever zijn dan woorden. 2. Zorg ervoor dat er geen obstakels zijn, zoals meubilair dat in de weg staat. Of deuren die moeilijk open gaan en de weg naar het toilet versperren. 3. Laat de toiletdeur open als deze niet wordt gebruikt, zodat de cliënt niet denkt dat het toilet bezet is. 4. Zorg ervoor dat het toilet eenvoudig te gebruiken is. 5. Zorg ervoor dat de kleding en het verband van de cliënt snel kunnen worden verwijderd en losgemaakt. Sommigen vinden klittenbandsluitingen makkelijker te gebruiken dan ritsen, knopen en koordjes.
25
Selecteer alternatieve behandelingen
Darmen gezond houden
Incontinente cliënten kunnen worden geholpen met oefeningen voor het versterken van de bekkenbodem spieren en een aangepast dieet. Raadpleeg de juiste specialisten. Alternatieve behandelingen moeten ook worden inbegrepen in het individuele zorgplan.
Het is belangrijk om te onthouden dat verschillende mensen een verschillende darmwerking hebben. Het ondersteunen van onze cliënten bij het behouden van een gezonde darmwerking is onderdeel van onze rol.
Bekkenbodemoefeningen De eerste algemeen geaccepteerde behandeling voor stressincontinentie is het oefenen van de bekkenbodemspieren. Het verbetert blaasondersteuning en sluitdruk van de urinebuis. Het is belangrijk dat de fysiotherapeut ervoor zorgt dat de oefeningen correct worden uitgevoerd. Met een fysiek onderzoek kan worden vastgesteld wat de conditie van de bekkenbodemspieren is en op basis daarvan kan de fysio therapeut een persoonlijk oefenprogramma samenstellen. Extra behandelingen zijn wellicht ook van toepassing, bijv. biofeedback. Bekkenbodemoefeningen zijn het meest succesvol bij stress incontinentie en gemengde incontinentie, maar het kan ook waardevol zijn voor mensen met aandrangincontinentie voor het versterken van het spierstelsel (musculatuur) en het minimaliseren of elimineren van urineverlies. Door gedurende een bepaalde periode zwakke bekkenbodem spieren regelmatig te oefenen, kunnen ze sterker worden en incontinentie effectiever voorkomen.
i Het vinden van de bekkenbodemspieren • G a comfortabel zitten of liggen, ontspan de spieren van uw bovenbenen, billen en buik. •T rek de spierring rondom uw anus aan alsof u diarree hebt of een wind probeert tegen te houden. Ontspan weer. Probeer niet uw bilspieren aan te spannen. •P robeer tijdens het plassen de urinestroom halverwege te stoppen en vervolgens weer te starten. Doe dit alleen om te leren welke spieren de correcte spieren zijn en doe het vervolgens niet vaker dan één keer per week om uw vooruitgang te controleren.
De oefeningen • Trek de spieren rond de anus, vagina en urinebuis allemaal tegelijk samen, alsof u ze naar binnen en omhoog trekt. Houd vast en tel tot 5. Laat ze vervolgens los en ontspan. • Herhaal het ‘samen- en omhoogtrekken’ en ontspan. Het is belangrijk dat u ongeveer 10 seconden wacht tussen elke samentrekking. Als u geen problemen hebt met een aanspanning van 5 seconden, probeer het dan iets langer vast te houden, tot maximaal 10 seconden. • Herhaal dit zo vaak als u kunt, tot maximaal 8 tot 10 samentrekkingen. • Doe nu 5 tot 10 korte, snelle maar krachtige samen trekkingen. Herhaal dit oefenschema dagelijks ten minste 4 tot 5 keer per dag.
26
In het algemeen betekent een normale darmwerking meer dan drie keer per week ontlasting hebben. De feces moet zacht, maar stevig zijn en de uitscheiding moet eenvoudig en zonder veel moeite plaatsvinden. De ontlasting ziet er dan uit als type 3 en 4 op de Bristol-stoelgangschaal.
Ondersteun uw cliënten bij het behouden van een goede darmwerking en voorkom constipatie: • Leer elke cliënt kennen. Kom erachter wat voor eten zij lekker vinden en hoe hun darmwerking was voordat ze in het verpleeghuis kwamen. • Stimuleer een gezond dieet. Gebruik regelmatige maaltijden bestaande uit verschillende groenten en fruit (5 porties per dag) wordt aanbevolen. Vergeet niet dat onze darmwerking verandert als we ons eetpatroon veranderen. Monitor cliënten als zij beginnen te wennen aan het verpleeghuis en gewend raken aan de verandering hun eetpatroon. • Stimuleer hen om voldoende vocht tot zich te nemen. • Zorg ervoor dat zij het toilet kunnen gebruiken als ze daar behoefte toe voelen. Als we het naar het toilet gaan ‘uitstellen’, kan dit leiden tot (ernstige en zeer ernstige) obstipatie.
i Bristol-stoelgangschaal Type 1 Losse harde keutels, zoals noten (moeilijk uit te scheiden)
Type 2 Als een worst, maar klonterig
Type 3 Als een worst, maar met barstjes aan de buitenkant
Type 4 Als een worst of slang, glad en zacht
Type 5
• Zorg ervoor dat cliënten in de correcte positie kunnen zitten op het toilet. Hun voeten moeten altijd ondersteund zijn.
Zachte keutels met duidelijke randen (makkelijk uit te scheiden)
NB.!
• Zorg ervoor dat ze genoeg tijd en privacy hebben om behoefte te doen.
Type 6
•H oud uw adem niet in tijdens de oefeningen.
• Beoordeel de medicatie als deze van invloed is op de darmwerking.
•D ruk niet naar beneden maar trek omhoog.
• Stimuleer dagelijkse beweging in de frisse lucht.
i
• Probeer uw buik, billen en dijbenen niet aan te spannen.
Zachte stukjes met gehavende randen, een papperige uitscheiding
Type 7
NB.! • Continuïteit maakt een verschil. Doe uw oefeningen regelmatig en ten minste vijf keer per dag.
Waterig, geen vaste stukjes. Helemaal vloeibaar
27
Het selecteren van verbanden TENA biedt een uitgebreid assortiment van hoogwaardige producten voor de best mogelijk zorg in verpleeghuizen. Innovatieve producten zijn ontworpen met zowel de individuele cliënt als de verzorgenden in gedachten. Het gebruik van het juiste verband volgens de best-practiceroutines zal leiden tot minder en snellere verschoningen. Alle producten hebben een ademende buitenlaag, een absorptie kern die zorgt voor een uitstekende bescherming tegen lekken en een droge binnenkant zodat uw cliënten nog langer droog blijven. U kunt kiezen uit meerdere absorptieniveaus die zorgen voor de juiste bescherming. Bepaalde producten zijn meer geschikt dan andere afhankelijk van hoe en waar ze worden gebruikt.*
i In het gemiddelde Europese verpleeghuis is 75-80% van de cliënten incontinent. De meesten van hen zijn zwaar incontinent en afhankelijk van de hulp van verzorgenden. Sommigen zijn gedeeltelijk of geheel onafhankelijk en beheersen hun incontinentie zelf. Andere hebben misschien alleen overdag of ‘s nachts bescherming nodig.
Individuele verbandselectie Het selecteren van de juiste bescherming voor de individuele cliënt is de basis van het succesvol beheren en bevorderen van incontinentie in een verpleeghuis.
1. Stel met behulp van de cliëntbeoordeling vast wat het incontinentieniveau en de begeleidingsbehoefte van de cliënt is.
i Aanbevelingen Het gebruik van talkpoeder vermindert het absorptie vermogen van de verbanden. Wij adviseren daarom geen talkpoeder te gebruiken.
Groot is niet beter Ga er niet zomaar vanuit dat ‘groter’, beter is. Als u een groot verband gebruikt voor een kleine cliënt, gaat dat ten koste van het absorptievermogen. De juiste maat omsluit het lichaam beter waardoor urine meer gelijkmatig door de kern kan lopen, wat lekkage en huid irritatie voorkomt en voor meer comfort zorgt.
2. Houd rekening met de lichaamsvorm van de cliënt. Bepaalde producten zijn specifiek ontworpen met het oog op de anatomie van de drager.
3. Selecteer het type verband en absorptieniveau. Kies een maat. U kunt eenvoudiger een keuze maken met behulp van de verbandselectierichtlijnen.
4. Houd een verbanddagboek bij om de verbandkeuze te evalueren. Dit is een belangrijk onderdeel van de TENAaanpak voor best-practice incontinentiebeheer.
5. Noteer de informatie over het geselecteerde verband en de zorgroutines of druk het af op een cliëntkaart. Implementeer bij de dagelijkse zorg.
*Raadpleeg voor het selecteren van huidverzorgings- en reinigingsproducten en andere ondersteunende producten de TENA richtlijnen voor persoonlijke hygiënezorg in verpleeghuizen.
28
29
Gebruikersprofielen en het TENA-aanbod Er is een geschikt verband of product voor elke individu. Selecteer een type verband op basis van de conditie, het gedrag, de capaciteiten en behoeften van de cliënt: m.a.w. op basis van het gebruikersprofiel. Elk verband is vervolgens verkrijgbaar in verschillende maten met verschillende absorptieniveaus voor verschillende incontinentieniveaus: licht, matig, zwaar en ernstig. Selecteer het absorptieniveau op basis van het mictiedagboek.
Absorptie en maat
Ab sorptie
TENA Lady Normal
27 cm
TENA Lady Extra
34 cm
TENA Lady Super
43 cm
TENA Men Level 1
Alleen voor mannen
TENA Men Level 2
Alleen voor mannen
S
65-85 cm
M
80-110 cm
L
100-125 cm
XL
120-160 cm
S
65-85 cm
M
80-110 cm
L
100-125 cm
XL
120-160 cm
M
80-110 cm
TENA Pants
L
100-135 cm
• Voor cliënten met lichte tot matige incontinentie die geestelijk in goede conditie verkeren en onafhankelijk zijn
S
60-90 cm
M
71-102 cm
L
83-120 cm
XL
105-155 cm
S
61-87 cm
M
71-102 cm
L
83-120 cm
XL
105-155 cm
S
61-87 cm
M
71-102 cm
L
83-120 cm
XL
105-155 cm
TENA Lady
Plus
Voor vrouwen met lichte tot matige incontinentie, vaak onafhankelijk
TENA Men
TENA Pants Super
Voor mannen met lichte tot matige incontinentie, vaak onafhankelijk
Maxi
Plus
• Voor fysiek zeer actieve cliënten die dementerend zijn • Voor cliënten die blaastraining of toilettraining krijgen
TENA Flex Voor cliënten met zware en ernstige incontinentie die afhankelijk zijn van hulp
TENA Bed Voor cliënten die ernstig incontinent zijn gedurende de nacht
30
Productlengte/ heupomvang
Productnaam en -maat
TENA Flex
Super
Maxi
i Absorptie
Incontinentie niveaus licht matig zwaar ernstig
31
Verbandselectiegids Gebruikersprofiel
Gebruikersbehoefte
Aanbevolen verband
Vrouw, lichte incontinentie.
Extra bescherming, discretie.
TENA Lady. Naar het lichaam gevormd voor een uitstekende pasvorm.
Man, lichte incontinentie.
Extra bescherming, discretie.
TENA Men. Discrete anatomische vorm speciaal ontworpen voor mannen.
Matige incontinentie, actief.
Bescherming, comfort. Bescherming voor dag en nacht.
TENA Pants Plus. Worden gedragen als normaal ondergoed om zelfzorg te stimuleren en continentie te bevorderen.
Zware incontinentie, zelf aan- en uitkleden.
Hoge bescherming en comfort. Bescherming voor dag en nacht.
TENA Pants Super. Hoogste bescherming en meer comfort dankzij een nauwsluitende pasvorm.
Verminderde mobiliteit, matige incontinentie.
Ondersteuning voor verhoogde onafhankelijkheid.
TENA Flex. Eenvoudig te verwisselen terwijl de cliënt staat dankzij de bevestiging op de rug.
Overgewicht, zware incontinentie.
Extra comfort en mogelijkheid om verband te verschonen terwijl cliënt staat.
TENA Flex. Meer bescherming zowel overdag als ‘s nachts dankzij de anatomische pasvormen in de taille en het kruis.
Zware incontinentie met dementie.
Minimaliseren van ongemak en verwarring bij demente cliënten die verbanden dragen.
TENA Flex. Voelt meer natuurlijk dankzij de anatomische pasvorm. Heupband met be vestiging op de rug, waardoor wordt voorkomen dat cliënten zelf hun verband verwijderen
In een rolstoel, zware incontinentie.
Extra comfort en mogelijkheid om het verband te verschonen terwijl cliënt in de rolstoel zit.
TENA Flex. Eenvoudig te verwisselen en niet-mobiele cliënten hoeven minder getild te worden dankzij de heupbandsluiting.
Met rusteloze slaappatronen, zware incontinentie.
Verhoogde bescherming en een betere nachtrust.
TENA Flex. Meer bescherming zowel overdag als ‘s nachts dankzij de anatomische pasvormen in de taille en het kruis
Bedlegerig, dubbel incontinent.
Verhoogde bescherming en helpt de huid gezond te houden.
TENA Flex. Beperkt risico’s op huidirritaties vanwege minimale hoeveelheid materiaal tussen de huid en het matras.
Zware incontinentie tijdens de nacht.
Extra bescherming bij hoge uitzondering om de nachtrust niet te verstoren.
TENA Bed. Gebruik nooit TENA Bed voor cliënten die een decubitus matras gebruiken.
Onafhankelijk
32
Gedeeltelijke hulp
Volledige hulp
33
Kathetervrije zorg Gebruik alleen inwendige katheters als alle andere alternatieve beheerstrategieën zijn overwogen. Gebruik alleen voorgeschreven katheters.
Basisprincipes Indicaties voor het gebruik van verblijfskatheters voor zwakkere cliënten met urine-incontinentie zijn onder andere:
Afgerond individueel zorgplan – de cliëntkaart Vat de informatie uit het afgeronde individuele zorgplan samen op een cliëntkaart. Plak hier ook een productsticker op. Bevestig de cliëntkaart aan de binnenkant van de kastdeur van de cliënt of bewaar het op een andere plaats waar privacy is gegarandeerd.
• Urineretentie die niet operatief of medisch kan worden gecorrigeerd of die niet praktisch kan worden beheerst met intermitterende katheterisatie • Ernstige huid- of doorligwonden (decubitus) die worden besmet door urineverlies
Aanbevelingen Als de cliënt een katheter heeft, kies dan het lichtste product uit het assortiment, bijv. TENA Flex Plus, als er bescherming nodig is bijvoorbeeld als er sprake is van fecale incontinentie.
Verbanddagboek Het verbanddagboek is een goede manier om in eerste instantie te onderzoeken of het gekozen verband het meest geschikt is voor de cliënt. U kunt hiermee de plaspatronen van de cliënt in de gaten houden. Om continuïteit te waarborgen, is het is aan te raden om dezelfde medewerkers het dagboek bij te laten houden.
Wijs één medewerker aan die verantwoordelijk is • Vermeld in het verbanddagboek de naam van de cliënt, de meetdata en de namen van de verantwoordelijke medewerkers. • Informeer alle medewerkers als er metingen plaatsvinden en vertel hun waar het dagboek wordt bewaard. • Houd het verbanddagboek twee hele dagen bij (2 x 24 uur). Zorg ervoor dat de medewerker de tijd heeft alle metingen volledig en accuraat bij te houden op de meetdagen. • Noteer eventuele gevallen van doorlekken.
34
i Hulpmiddelen Cliëntbeoordeling en individueel zorgplan
• Analyseer de resultaten. Selecteer een nieuw verband als het beoordeelde verband niet voldoet.
Productselectie
• Monitor en beoordeel de verbandkeuze als het geselecteerde verband niet langer voldoet aan de behoeften van de cliënt.
Cliëntkaart
Verbanddagboek
Alle formulieren zijn online, afgedrukt en als Excelsheets beschikbaar
35
Dagelijkse zorg Het individuele zorgplan wordt toegepast in de dagelijkse praktijk op de afdeling op basis van de algemene routines. De manager is verantwoordelijk voor de implementatie van het individuele zorgplan. De manager wijst ook een officiële afdelings coördinator aan met diepgaande kennis van en interesse in producten en routines. Daarnaast helpt de manager de verzorgenden met praktische ondersteuning tijdens hun dagelijkse werkzaam heden. De afdelingscoördinator helpt ook met het monitoren van het proces, zodat het wordt uitgevoerd volgens de TENA-richtlijnen.
Basisprincipes Onderdelen in dit hoofdstuk: Introductie 38–39 Toiletgang 40–42 Voorbereidingen 43–47 24-uurs zorg 48–49 Verzorgenden 50–53
36
• Baseer zorg op het individuele zorgplan van elke cliënt. • Plan met het oog op goede zorg en minimale verstoring, drie verschoningen per 24 uur op een afdeling: ochtend, middag en avond/nacht. • Verschoon/controleer op basis van de individuele zorgplannen en urine-indicator. • Spreid individuele verschoningsmomenten: één verschoning per dienst. • Organiseer procedures waarbij cliënten gerespecteerd worden. Dit is hun thuis. 37
Introductie
Introductie
Interactie met gezin en familieleden
Cliëntinteractie Nuttig basisadvies: • Houd oogcontact • Spreek duidelijk • Geef eenvoudige en duidelijke boodschappen • Praat niet te snel • Maak fysiek contact • Let op lichaamstaal • Wees u bewust van uw eigen lichaamstaal
Het binnentreden van de persoonlijke ruimte van een cliënt • Hurk indien nodig voor de cliënt op ongeveer 1,5 m afstand en maak oogcontact met de cliënt (dit maakt u minder opdringerig in de ogen van de cliënt). • Leg kalm en in duidelijke bewoordingen uit wat u gaat doen. • Wacht op toestemming voordat u de persoonlijke ruimte van de cliënt binnentreedt. • Dit neemt wat extra tijd in beslag (vaak minder dan een minuut), maar het voorkomt negatieve reacties van een demente cliënt zoals agressie of vluchtgedrag. Het betrekken van de cliënt maakt betere zorg mogelijk en vermindert de werklast.
i
i Tekenen dat de cliënt u als een indringer ervaart in zijn of haar persoon lijke ruimte Voelt de cliënt zich oncomfortabel en zijn er signalen dat hij of zij u als een indringer ervaart in zijn of haar persoonlijke territorium? Algemene reacties kunnen o.a. zijn: • Terugtrekking om afstand te bewaren tot de benade rende persoon • Handen opheffen als in verdediging • Blozen
Incontinentie kan een lastig gespreksonderwerp zijn, niet alleen voor cliënten, maar ook voor hun gezin en familie leden. Wees begripvol voor hun situatie. Gezin en familie leden kunnen zich opgelaten en oncomfortabel voelen en het lastig vinden om vragen te stellen. Probeer het probleem van zijn scherpe kantjes te ontdoen en nodig hen uit tot een conversatie door de zaken op een duidelijke, vriendelijke en eenvoudige manier uit te leggen. Vertel hoe veel de conditie voorkomt. Het zal het stigma en gevoel van schaamte verminderen. • Leg de visie uit die het verpleeghuis hanteert ten opzichte van het bevorderen van continentie en incontinentiezorg. • Indien van toepassing, doorloop samen met de familieleden het individuele zorgplan van de cliënt, de productkeuze, trainingprogramma’s, etc.
• Een moment naar beneden kijken en daarna weer op kijken
• Informeer en instrueer familieleden over het bevorderen van continentie en goede incontinentiezorg. Leg uit waarom drie verbanden per dag beter zijn dan zes.
• Een zenuwtrek ontwikkelen in het gezicht
• Leg terminologie uit die voor u wellicht vanzelfsprekend is. Vertel bijvoorbeeld wat een urine-indicator is.
• Pupillen versmallen
• Praat nooit over de cliënt in de derde persoon ten overstaande van gezin en familieleden. De cliënt kan zich daardoor kwetsbaar of gekleineerd voelen. • Geef familieleden een brochure (zie bijgevoegd voorbeeld).
Dementerende cliënten Dementie is van invloed op het gedrag van de bewoner. Stem uw communicatie af op de veranderende behoeften van de cliënt naarmate de ziekte voortschrijdt. Wees alert als de cliënt minder goed in staat is om: • praktische activiteiten, complexe coördinatie, etc. uit te voeren; • te leren, te herinneren en te herkennen; • frontaalkwabfuncties uit te voeren, zoals initiatief nemen, plannen, beoordelen, gevoelens uiten en sociale vaardigheden; • zintuiglijke input te verwerken, waarnemen, ontcijferen en begrijpen; • taal te spreken en te begrijpen.
38
39
Toiletgang
Toiletgang
Toiletgangbegeleiding Indien haalbaar, relevant voor alle cliënten. Stimuleer het zelf regelen van de toiletgang • Zorg ervoor dat de cliënt weet waar het toilet is. Een teken op de deur kan helpen. Een visuele herinnering, zoals een afbeelding, kan effectiever zijn dan woorden. • Zorg ervoor dat er geen obstakels zijn, zoals meubilair dat in de weg staat. Of deuren die moeilijk open gaan en de weg naar het toilet versperren. • Laat de toiletdeur open als deze niet wordt gebruikt, zodat de cliënt niet denkt dat het toilet bezet is. • Zorg ervoor dat de kleding van de cliënt snel kan worden opengemaakt en het verband snel kan worden verwijderd. Sommige cliënten vinden klittenbandsluitingen makkelijker te gebruiken dan ritsen, knopen en koordjes.
Plas- of ontlastingsherinnering* Als de cliënt onafhankelijk is, geef hem of haar dan de tijd voor toiletbezoek. Controleer het toilet dat de cliënt wil gebruiken: • Het toilet moet schoon zijn. • Er moet toiletpapier voorhanden zijn. • Er moet een hulproepsysteem aanwezig zijn. • Herinner de cliënt in positieve bewoordingen zodat hij/zij begrijpt dat het tijd is om naar het toilet te gaan. • Zorg ervoor dat de cliënt het toilet heeft bezocht en daarna terugkeert naar zijn/haar activiteiten.
Faciliteer toiletgang • Voorzie medewerkers van manieren om hen te herinneren aan de toiletbehoeften van individuele cliënten. • Reageer direct op de toiletgangbehoeften van de cliënten. • Wees begripvol voor de zorgen van de cliënten wat geur en geluid betreft.
Step one
Step two
Bewaar de hygiëne • Zorg ervoor dat de toiletfaciliteiten toegankelijk, schoon en goed uitgerust zijn. • Zorg ervoor dat er gelegenheid is om de handen te wassen. Help de cliënt indien nodig met het wassen van de handen.
Stimuleer darmwerking • Zorg ervoor dat de juiste hulpmiddelen voorhanden zijn om de optimale positie aan te kunnen nemen voor defecatie (bijv. een voetensteun).
Knees higher than hips
Step three
Lean forwards and put elbows on your knees
Correct position
• Verwijder feces direct, netjes en respectvol.
i Toiletgangbegeleiding - darmen
• Zorg voor hygiëne, gebruik alcogel.
De illustraties tonen de cliënt in de juiste positie om zijn of haar behoefte te doen. Bulge out your abdomen, straighten your spine
Knees higher than hips Lean forwards and put elbows on your knees Bulge out your abdomen, straighten your spine
*Zie pagina 25 voor meer gedetailleerde informatie over plas- en ontlastingsherinneringen.
40
41
Toiletgang
Voorbereidingen
Voorbereidingen voor het verwisselen van een verband
Geplande toiletgang Als de cliënt begeleiding nodig heeft, neem dan de tijd om hem/haar naar het toilet te vergezellen.
Voorbereidende activiteiten en algemene acties.
Controleer het toilet dat de cliënt wil gebruiken
• Garandeer en behoud te allen tijde de privacy van de cliënt. Doe bijvoorbeeld de deur dicht.
• Het toilet moet schoon zijn. • Er moet toiletpapier voorhanden zijn. • Er moet een hulproepsysteem aanwezig zijn.
Als u bepaalde zaken nodig hebt voor persoonlijke hygiëne, bereid deze dan voor • Herinner de cliënt in bewoordingen die hij/zij begrijpt dat het tijd is om naar het toilet te gaan. • Bied fysieke hulp zodat de cliënt het toilet succesvol kan bereiken en gebruiken. • Bied indien nodig hulp aan met kleding. • Zorg ervoor dat de cliënt comfortabel op het toilet zit met zijn/haar voeten goed ondersteund. • Zorg ervoor dat de cliënt een bel of een ander hulproepmiddel heeft. • Geef genoeg tijd en privacy zodat de cliënt goed uit kan plassen en zijn/haar darmen kan ledigen.
Als de cliënt klaar is • Bied nodige ondersteuning met persoonlijke hygiëne en kleding. Begeleid de cliënt naar zijn/haar bestemming en zorg ervoor dat hij/zij zich op zijn/haar gemak voelt.
Omgeving • Stel indien mogelijk voor om hygiënische activiteiten en het verwisselen van het verband op het toilet te doen. • Laat geen mensen toe in de kamer van de cliënt die hem/haar onbekend zijn. • Zorg voor een constante temperatuur en voorkom dat het tocht. • Controleer veiligheidsfuncties.
Productlevering • Werk met een karretje, bewaar voorraad in een kast of in de kamer. • Plan en spreek af wie verantwoordelijk is voor het aanvullen van de voorraad.
Aanwezige medewerkers • Een of twee verzorgenden of verpleegkundigen, afhankelijk van het vermogen van de cliënt om mee te werken en zijn/haar resterende vermogens. • Kies de juiste producten om de cliënt te faciliteren om de toiletgang te regelen en zichzelf te verschonen.
Verzorgenden/verpleegkundigen • Organiseer alle bovengenoemde voorbereidende activiteiten met betrekking tot de omgeving. • Verifieer beschikbaarheid en hygiënische omstandigheden van de benodigde hygiënische producten. • Vraag om toestemming en informeer de cliënt over de procedures die u gaat uitvoeren. • Was uw handen en doe handschoenen aan. • Kleed de cliënt uit. Onderwijs en ondersteun indien nodig zelfhulpactiviteiten. • Bied waar nodig hulp: stimuleer de cliënt om actief deel te nemen. • Neem het niet over van de cliënt als dat niet nodig is. • Kijk goed naar de algemene conditie en de huidconditie van de cliënt.
Hygiëne* * Zie TENA richtlijnen voor persoonlijke hygiënezorg in verpleeghuizen
42
43
Voorbereidingen
Voorbereidingen
Ergonomisch verwisselen van verband Zorg ervoor dat voorraad en hulpmiddelen eenvoudig toegankelijk zijn
Aandoeningen aan het bewegingsapparaat In het bijzonder verzorgenden en verpleegkundigen in verpleeg huizen lopen risico op rugletsel en aandoeningen aan het bewegings apparaat. Aandoeningen aan het bewegingsapparaat kunnen zich manifesteren als pijn in de onderrug en nek en schouders. Vroege indicatoren zijn:
• Zorg ervoor dat u weet waar alle benodigde voorraad en hulpmiddelen zijn, voordat u begint met verschonen. • Verwijder alles uit de ruimte dat een obstakel kan vormen. • Verwijder onnodige onderdelen van het bed om uw werkzaamheden te vergemakkelijken.
• Hardnekkige pijn • Beperking van gewrichtbewegingen
• Als het bed verrijdbaar is, zorg er dan voor dat het eenvoudig te manoevreren is en zet het daarna goed vast.
• Zwelling van zacht weefsel
Pas de hoogte van het bed, lift en stalift aan • Als twee verzorgenden assisteren bij het verschonen, pas de hulpmiddelen dan aan op basis van de kleinste van de twee. De langere persoon zal door zijn of haar knieën moeten gaan om het lengteverschil te compenseren. • Buig nooit vanuit uw middel als u een persoon oppakt of verplaatst.
Let op uw werkhouding • Ga zo staan dat uw lichaam in lijn is met de natuurlijke beweegrichting van de cliënt.
Ergonomisch verwisselen van verband in het kort • Informeer de cliënt • Pas hoogte van bed, lift, stalift aan • Betrek de cliënt bij de verschoning • Let op uw werkhouding
Voordelen voor de cliënten: • Minder tijd nodig voor verschonen • Minder schaamte
• Vergeet niet dat het gedrag van de cliënt kan veranderen afhankelijk van hoe moe hij/zij is. • Verplaats de cliënt met behulp van de juiste techniek en houding. • Vaardigheid in het verplaatsen van cliënten, minimaliseert de belasting voor de verzorgende; het vermindert werkgerelateerde ongelukken en de bijbehorende kosten voor de werkgever.
• Verbeterde kwaliteit van leven
Voordelen voor de verpleegkundigen en verzorgenden: • Minder belasting van de rug • Mogelijkheid om een kwalitatief betere zorg te leveren • Verlichting van de werklast • Minder ziekteverzuim
44
Plaats de rolstoel in lijn met het bed. Vraag de cliënt zijn/haar hand bovenop het matras te zetten en zijn/haar andere arm op de armleuning te plaatsen, klaar om zich op te drukken.
Vraag de cliënt zich met zijn/ haar armen op te richten en zijn/haar gewicht te ondersteunen. Ga tegelijkertijd door uw benen om te zorgen voor een lift en een omslag richting het bed. U tilt het beste als u uw been- en bilspieren hebt aangespannen om uw rug te ontlasten.
• Zorg ervoor dat voorraad voorhanden is
i
Hoe verplaatst u een cliënt van een rolstoel naar een bed
Positioneer uzelf teen-tegenteen en knie-tegen-knie met de cliënt. Buig licht voorover en sla uw armen om de taille en het bovenlichaam van de cliënt.
i
• Hanteer de cliënt met zorg een aandacht
i
Rugletsel is vooral gerelateerd aan werkhouding en tiltechnieken als men de cliënt verplaatst van het bed naar de rolstoel, en van het toilet naar de rolstoel. Het trekken aan en draaien van cliënten in bed is een andere werkzaamheid die onderrugklachten kan veroorzaken. Ook al ontwikkelen sommige aandoeningen aan het bewegingsapparaat zich geleidelijk en na verloop van tijd, andere kunnen voortkomen uit gebeurtenissen van het ogenblik, zoals zwaar tillen in je eentje..
Voorkom overmatige blootstelling aan de risicofactoren van aandoeningen aan het bewegingsapparaat Verminder fysieke belasting en zwaar tillen Verminder de hoeveelheid fysieke inspanning die nodig is om een taak uit te voeren (bijvoorbeeld zwaar tillen) of om apparatuur of hulpmiddelen te bedienen.
Geef de cliënt als hij/zij eenmaal zit, de kans om zijn/haar balans te vinden. Leg een arm over zijn/haar rug richting de tegenoverliggende schouder en de andere onder het bovenbeen. Ga lichtelijk door uw benen. Leg de cliënt met zijn/ haar rug op het bed terwijl u de benen op het bed tilt.
i Het gebruik van een riem met handgrepen, een flexibel transferbord of een draaischijf kan enorm helpen.
Verminder repetitieve taken Het doorlopend of frequent uitvoeren van dezelfde beweging of reeks van bewegingen. Voorkom ongemakkelijke houdingen Voorkom het aannemen van posities die stress in uw lichaam veroorzaken. Hieronder vallen posities waarin u boven schouder hoogte werkt, hurkt, over een bed leunt of uw bovenlijf draait tijdens het tillen.
45
Voorbereidingen
Verschonen met waardigheid Vertel de cliënt dat u het verband gaat verschonen. • Begin niet direct; geef de cliënt de kans de informatie te verwerken. • Praat met de cliënt tijdens het verschonen van het verband om eventuele misverstanden te voorkomen. Vertel hem/haar telkens wat u vervolgens gaat doen. • Houd indien mogelijk oogcontact met de cliënt.
Betrek de cliënt bij de procedure. • Stimuleer de cliënt om indien mogelijk actief deel te nemen aan het verschonen, bijvoorbeeld door het optillen van hun billen of benen of door zelf te draaien. • Help de cliënt om de beweging te initiëren en geef hem/haar de gelegenheid om de beweging zelf af te maken. • Houd er rekening mee dat het vermogen van de cliënt om te helpen, afhankelijk kan zijn van het moment van de dag.
Behandel de cliënt met zorg een aandacht. • Toon sympathie en aandacht en geef de best mogelijke zorg. • Uw handelingen zijn wellicht het enige lichamelijke contact dat een cliënt ervaart. Het is daarom belangrijk dat u een gevoel van veiligheid en zorgzaamheid overdraagt.
Voorbereidingen
Checklist voor uw verbandkar
i
Verbanden • Bereid deze voor op basis van het besteloverzicht met daarop verbandnummers en -types en hun absorptieniveaus.
Verbandwisseling •L eg de procedure uit. Vraag om toestemming.
Hygiëneproducten
• Was uw handen en doe handschoenen aan.
• Selecteer volgens de TENA richtlijnen voor persoonlijke hygiënezorg.
• Positioneer de cliënt volgens het individuele zorgplan.
Afvalzakken
• Waar verschoont u: in bed, op het toilet.
Handdesinfectans
• Hoe verschoont u: staand, zittend, tillend of in bed.
Handschoenen Beschermende kleding
• Pas de hoogte aan. Denk aan uw werkhouding. • Wees zorgzaam bij het verwijderen en weggooien van het verband. • Bied perineale zorg. • Gooi de handschoenen weg. • Doe een schoon verband om.
i Na het verwisselen van het verband
Besteloverzicht
Verzameling cliëntkaarten
(als de cliëntkaarten niet in de kamers kunnen worden bewaard)
NB: • Haal producten pas uit de opslag als u uw verbandkar inpakt. • Houd de verbanden zo lang mogelijk in hun verpakking in verband met de hygiëne. Verwijder de verpakking kort voordat u uw ronde begint, en leg de verbanden op uw verbandkar zodat ze de tijd hebben lucht op te zuigen en uit te zetten.
i Zorg ervoor dat u voldoende voorraad hebt. Lees meer over het optimaliseren van bestellingen en leveringen op pagina 49
•K leed de cliënt fatsoenlijk aan • Was uw handen • Breng de cliënt terug naar waar hij/zij was vóór het verschoningsmoment. Zorg ervoor dat hij/zij comfortabel is. • Verzamel afval. • Ruim de kamer op.
46
47
24-uurs zorg
Ochtend
Middag
Avond
Nachtelijk routine
Toiletgang
Toiletgang
Toiletgang
Verbandcontrole/-wisseling
• Bied toiletgangbegeleiding en ondersteuning op basis van het individuele zorgplan om blaascontrole en -capaciteit te behouden of verbeteren.
• Bied toiletgangbegeleiding en ondersteuning op basis van het individuele zorgplan om blaascontrole en -capaciteit te behouden of verbeteren.
• Selecteer en gebruik een passend verband voor nachtelijk gebruik om verbandwisseling gedurende de nacht te voorkomen.
• Faciliteer en stimuleer indien mogelijk het zelf regelen van de toiletgang en bevorder goede toilet- en darmgewoonten. Het geeft de cliënt een gevoel van onafhankelijkheid en waardigheid.
• Faciliteer indien mogelijk het zelf regelen van de toiletgang. Het geeft de cliënt een gevoel van onafhankelijkheid en waardigheid.
• Laat cliënten vóór het slapen gaan het toilet bezoeken om overmatige nachtelijke toiletgang en urineverlies tijdens de slaap te voorkomen. Bied toiletgangbegeleiding en ondersteuning op basis van het individuele zorgplan.
Ochtendhygiëne* Bied ochtendhygiëne volgens de richtlijnen van de afdeling: • Gezicht, lichaam en handen
Verbandcontrole/-wisseling • Controleer op de urine-indicator of een verband moet worden verwisseld.
Creëer een rustige sfeer Reduceer vochtinname om nocturna te voorkomen Avondhygiëne*
Bied avondhygiëne volgens de richtlijnen van de afdeling: • Gezicht, lichaam en handen
• Perineale gebied
• Perineale gebied
• Benen en voeten
• Benen en voeten
* Zie TENA richtlijnen voor persoonlijke hygiënezorg in verpleeghuizen
* Zie TENA richtlijnen voor persoonlijke hygiënezorg in verpleeghuizen
Verbandwisseling
Verbandwisseling
Bied begeleiding en ondersteuning bij de verbandwisseling op basis van het individuele zorgplan. Sommige cliënten hebben weinig begeleiding nodig, terwijl anderen volledig afhankelijk zijn van de ondersteuning van de verzorgende. Stimuleer altijd cliëntbetrokkenheid.
Selecteer het juiste verband om verband wisseling gedurende de nacht te voorkomen. Bied begeleiding en ondersteuning op basis van het individuele zorgplan.
Incontinentie nachtzorg • Controleer alleen wanneer nodig, zonder de cliënten te verstoren, de urine-indicator en doe andere controles die vereist zijn voor medische zorg. • Herpositioneer de cliënt volgens het individuele zorgplan. • Voorkom verbandwisseling en overmatige nachtelijke toiletgang om een goede nachtrust te bevorderen.
Coördinatie tijdens de dienstwisseling • Rapporteer afwijkingen en andere belangrijke zaken met betrekking tot de individuele cliënten.
Het belang van een goede nachtrust • Herstellen van de fysieke, neurologische en psychologische balans • Herstellen en activeren van het immuunsysteem • Beschermen tegen letsel • Verminderd energieverbruik
Tussendoor Toiletgang • Bied toiletgangbegeleiding en ondersteuning op basis van het individuele zorgplan. • Faciliteer indien mogelijk het zelf regelen van de toiletgang.
Verbandcontrole/-wisseling
De urine-indicator beslist. Niet de klok.
• Controleer op de urine-indicator of een verband moet worden verwisseld.
De urine-indicator is een slim hulpmiddel dat onnodige verbandwisseling kan voorkomen. In tegenstelling tot vaste tijdsschema’s, vertelt de vochtigheidsindicator u wanneer de cliënt moet worden verschoond. • Geel: Het verband is droog.
• Overweeg een update van het zorgplan om het absorptieniveau van het verband aan te laten sluiten op de gewenste verschoonfrequentie (maximaal drie per cliënt per dag) of breid de toiletgang uit.
• Half geel, half blauw: Urine is geabsorbeerd, maar het is nog niet nodig om te verschonen. • Blauw: Verschoning is nodig om gebruikerscomfort en een goede huidconditie te garanderen.
48
• Bejaarden vinden het vaak lastig in slaap te komen. Ze slapen minder diep en zijn sneller gestoord. Zonder een goede nachtrust moeten ze vaak het slaaptekort compenseren met extra rust overdag. Als het avond wordt, kunnen ze niet in slaap komen vanwege hun rustmomenten overdag en zijn ze afhankelijk van medicatie. Dit gedrag kan gemakkelijk uitlopen op een vicieuze cirkel. 49
Verzorgenden
Verzorgenden
Afdelingscoördinator/ verantwoordelijke continentiezorg Wijs een verantwoordelijke continentiezorg aan die: • Training biedt aan verzorgenden. • Beschikt over extra kennis over continentie en de bevordering van continentie bij cliënten. • Beschikt over uitgebreide kennis van de producten en hoe ze op de beste manier kunnen worden gebruikt. • Verzorgenden praktische ondersteuning geeft bij hun dagelijkse werkzaamheden. • Helpt met het monitoren van het proces zodat het wordt uitgevoerd volgens de TENA-richtlijnen. • U tijd bespaart.
Voorzie de verantwoordelijke continentiezorg van: • Afdelingsmap. • Toegang tot Tenanet. Geef gebruikersinstructie.
i
Belangrijkste taken van de verantwoordelijke continentiezorg • Stimuleren van andere medewerkers om continentie te bevorderen. • Bijdragen aan de cliënt beoordeling en voorbereiden van het individuele zorgplan. • Ervoor zorgen dat TENAproducten op de juiste manier en in overeenstemming met de individuele zorgplannen en de instructies van het product worden gebruikt.
Optimaliseren van bestellingen en leveringen Zodra u in het individuele zorgplan hebt vastgesteld wat de juiste producten zijn voor elke cliënt, maakt u een algemeen plan om de leveringen van het centrale magazijn naar elke afdeling te optimaliseren: • Vul een bestelformulier in (zie bijgevoegd voorbeeld) met daarin alle cliëntbehoeften. Specificeer hoe vaak u de afdeling moet bevoorraden (elke week, elke tweede week, etc.). • Vul een verzamellijst in (zie bijgevoegd voorbeeld) om de hoeveelheid producten te specificeren die vanuit het magazijn naar elke afdeling moeten worden gedistribueerd. Vergeet niet rekening te houden met de resterende voorraad op elke afdeling.
• Ondersteunen van de implementatie van de TENA-richtlijnen en ervoor zorgen dat ze worden opgevolgd. • Bijwerken van de cliëntkaarten en wekelijkse bestel formulieren. • Voorbereiden en contro leren van de wekelijkse leveringen vanuit het centrale magazijn naar de afdeling. • Het opmaken van een voorraadinventaris bij het voorbereiden van de bestellingen. • Ervoor zorgen dat de schappen in de opslag en de verbandkarren netjes en geordend zijn. • Ervoor zorgen dat de artikelen, onderzoeks- en productinformatie in de informatiemap bijgewerkt zijn en dat deze worden gebruikt. • Indien nodig contact opnemen met de verpleegkundige van SCA Personal Care voor ondersteuning en advies.
i Hulpmiddelen Bestelformulier (wekelijks) Bestelformulier (overzicht) Verzamellijst Alle formulieren zijn online, afgedrukt en als Excelsheets beschikbaar
50
51
Verzorgenden
Zorg voor verzorgenden Het bieden van de meest intieme zorg aan cliënten gaat over vertrouwen. Een persoonsgerichte zorgaanpak maakt het gemakkelijker voor verzorgenden om zorg te verlenen waarbij de waardigheid van de cliënt wordt behouden. Dankzij best-practice zorgroutines en producthantering winnen zorgverleners kostbare tijd en stijgt de kwaliteit van zorg. Dit draagt allemaal bij aan een betere omgeving, zowel voor cliënten als zorgverleners. En vergeet niet dat er altijd een team van TENA-verpleegkundigen klaarstaat - allemaal specialisten op het gebied van continentiebevordering - om te helpen.
i Zorg goed voor uzelf Geef uzelf de tijd om goed te leren hoe u verbanden en andere producten aanlegt bij cliënten. Dit zal fysieke belasting en psychologische stress aanzienlijk reduceren en uiteindelijk tijdsbesparing opleveren. Volg best-practice routines voor het ergonomisch verwisselen van verbanden. Dit zal de werksfeer verbeteren en het risico op letsel en ziekteverzuim verminderen.
De nachtdienst Het werken in wisselende diensten betekent vaak dat u ‘s nachts moet eten. Neem indien mogelijk lichte maaltijden op ongeveer hetzelfde tijdstip elke nacht. Vermijd cafeïne drie tot vier uur voordat u gaat slapen. Zorg voor voldoende vocht inname.
Zorg voor uw collega’s. Zorg er bij het wisselen van de dienst voor de collega’s die het van u overnemen, goed in te lichten. Correcte en tijdige informatie maakt het werk van de verzorgende een stuk eenvoudiger. 52
53
Aanpassing Moderne continentieverzorging en incontinentiebeheer is een doorlopend, ontwikkelend en reagerend proces. De behoeften en de condities van de cliënten zijn continu aan verandering onderhevig en tegelijkertijd worden er voortdurend nieuwe behandelingsprocedures, medicijnen en producten ontwikkeld. Daarom is het van cruciaal belang dat we de tijd nemen om periodiek aanpassingen door te voeren. Volgens onze best-practice routines betekent dat één keer per maand. Het kan ook elke derde, of ten minste elke zesde maand zijn. Voer altijd een aanpassing uit als er een verandering optreedt in de conditie van de cliënt..
Procesoverzicht Hetzelfde multidisciplinaire team dat is aangewezen voor de beoordeling en het dagelijkse zorgplan van de cliënt, moet ook worden betrokken bij de aanpassingen. De manager, met assistentie van de verantwoordelijke continentiezorg, plant de aanpassingsbijeenkomst.
Voer de aanpassing volgens het schema uit.
Begin met het bekijken van alle aspecten van de cliëntbeoordeling, individuele zorgplannen maar ook actuele gebeurtenissen.
Doe de aanpassing regelmatig Elke maand, elke derde of elke zesde maand of wanneer nodig.
Als er geen veranderingen zijn: Teken de achterkant van het individuele zorgplan af.
Als er veranderingen zijn: Stel de veranderde status van de cliënt vast met een nieuwe cliëntbeoordeling.
Werk hetindividual individuele Update zorgplan ensign teken care planbij and it. het af.
Druk het af en maak een nieuwe cliëntkaart. Verwijder de oude cliëntkaart.
Informeer alle betrokken medewerkers.
Plan de volgende aanpassing. 54
55
Geen woorden, maar daden
Richtlijnen zijn slechts woorden totdat ze worden omgezet tot daden – elke dag, jaar in en jaar uit – en ze onderdeel worden van wat een goed verpleeghuis is.
TENA richtlijnen voor continentiezorg zijn bestpractice routines om continentie te behouden en herstellen of incontinentie te behandelen bij cliënten in een verpleeghuis. Met onze richtlijnen verbetert u ook de zorg, vermindert u de werklast, verbetert u de kostenefficiëntie en voldoet u aan geldende wet- en regelgevingen en normen zoals ISO 15621 (een richtlijn met criteria voor de beoordeling van absorberende hulpmiddelen). Om volledig te slagen, moet u echter voldoende tijd en hulpmiddelen toewijzen en continu een zorghouding stimuleren die zich primair richt op cliënten en hun dagelijkse zorg. Net zo belangrijk is de juiste ruimte waarin cliënten het toilet eenvoudig kunnen bereiken en gebruiken, met of zonder begeleiding. Maar richtlijnen zijn slechts woorden totdat ze worden omgezet in daden - elke dag, jaar in en jaar uit - en ze onderdeel worden van wat een goed verpleeghuis is.
56
57
Appendix: Soorten incontinentie Stressincontinentie Mensen met stressincontinentie hebben last van onvrijwillig urineverlies tijdens lichamelijke inspanning, hoesten, niezen, lachen of tillen. Gedurende deze activiteiten komt er plotseling druk op de blaas en dat zorgt voor urineverlies.
Behandelingsopties • Bekkenbodemoefeningen
Een frequente, plotselinge dringende behoefte om te plassen met weinig controle over de blaas (in het bijzonder tijdens het slapen, drinken of luisteren naar stromend water) noemen we ‘aandrangincontinentie’. Het komt vooral voor bij oudere volwassenen. Het kan een symptoom zijn van een blaas- of nierbekkenontsteking of het resultaat van letsel, ziekte of een operatie.
i Verminder de vochtinname niet, want geconcentreerde urine irriteert nog meer en verminderde vochtinname kan constipatie veroorzaken.
Andere complicaties: • Infecties aan de urinewegen • De blaas wordt niet voldoende geleegd. Grote hoeveel heden urine blijven achter in de blaas en infecties kunnen het gevolg zijn
Mensen met overloopcontinentie kunnen hun blaas niet helemaal legen. Een constante volle blaas veroorzaakt frequent urineren of een constant druppelen van urine of beide. Dit soort incontinentie kan voorkomen als de urinebuis is geblokkeerd door constipatie of een vergrote prostaat bij mannen, een te strakke vrouwelijke blaasoperatie of een geboorteafwijking.
Behandelingsopties • Toiletgangtechnieken om betere blaaslediging te stimuleren • Intermitterende katheterisatie
Behandelingsopties • Bekkenbodemoefeningen • Blaastraining • Vocht - drink minder dranken met cafeïne zoals thee, koffie en cola • Medicatie - medicijnen die op recept verkrijgbaar zijn, kunnen helpen de blaas te ontspannen en te kalmeren, waardoor deze meer urine kan vasthouden
Ontmoedig cliënten om ‘voor de zekerheid’ naar het toilet te gaan. Anders krijgt de blaas wellicht niet de kans om zich fatsoenlijk uit te zetten, wat een verminderde blaascapaciteit tot gevolg kan hebben. Dat kan ook bijdragen aan het probleem.
Overloopincontinentie
Het legen van de blaas is lastig omdat de zenuwbanen zijn beschadigd. Dit kan het resultaat zijn van diabetes, een beroerte, schade aan de ruggengraat of multiple sclerosis.
i
Stressincontinentie is de meest voorkomende vorm van incontinentie en ook al treft het vooral vrouwen, mannen kunnen er ook last van krijgen na een operatie aan de prostaat. Het kan te wijten zijn aan verzwakte bekkenbodemspieren of een verandering in de positie van de blaas.
Aandrangincontinentie (overactieve blaas)
Te weinig actieve of een neurogene blaas
Functionele incontinentie Dit is de meest voorkomende soort bij oudere volwassenen. Deze mensen kunnen hun blaas vaak niet onder controle houden voordat ze het toilet bereiken vanwege bewegings-, denk- of communicatiebeperkingen.
Gemengde incontinentie Sommige mensen ervaren twee soorten incontinentie tegelijkertijd. Dit zijn vaak stressincontinentie en aandrangcontinentie. Gemengde continentie komt vooral voor bij vrouwen. Wat de twee vormen veroorzaakt, kan wel of niet met elkaar te maken hebben.
Anatomische afwijkingen of ontwikkelingsstoornissen Incontinentie wordt soms veroorzaakt door anatomische (fysieke) afwijkingen of neurologische aandoeningen. Een abnormale opening tussen de blaas en een andere structuur - een fistel - kan incontinentie veroorzaken, net als een lek in de urinewegen.
Behandelingsopties • Medicatie - om de blaashals te helpen ontspannen • Operatie - om de prostaat geheel of gedeeltelijk te verwijderen • Verlichten van constipatie
Verlies van normale blaasfunctie kan ook het resultaat zijn van schade aan een deel van het zenuwstelsel als gevolg van trauma, ziekte of letsel.
Behandelingsopties • Identificeer en behandel de onderliggende oorzaken, bijv. infecties aan de urinewegen • Maak een uitgebreid mictiedagboek om vast te stellen wat het normale patroon is • Individuele toiletgang regimes • Pas kleding aan om het aan- en uitkleden eenvoudiger te maken • Bied hulpmiddelen en aanpassingen • Pas waar mogelijk de omgeving aan
Tijdelijke incontinentie Soms gaat incontinentie alleen gepaard met specifieke ziekten of als bijwerking van een behandeling voor andere chronische of acute ziekten. Tijdelijke incontinentie kan worden veroorzaakt door: • Ernstige constipatie • Infecties aan urinewegen of vagina • Bepaalde medicatie zoals diuretica (plaspillen); slaappillen of spierverslappers; narcotica, zoals morfine; middelen tegen een hoge bloeddruk; antidepressiva; antipsychotica of calciumkanaalblokkeerders
58
59
Bibliografie
Persoonlijke notities:
Abrams, Cardozo, Khoury, Wein. (Editors) (2009), INCONTINENCE, 4th International consultation on incontinence – ICI. Health Publication Ltd Anthea Innes, Suzi Macpherson and Louise McCabe (2006), Promoting person-centred care at the front line. Joseph Rowntree Foundation Baylis, Lock, Salter (Editors) (2009), Continence Care Pathways, Wiley & Blackwell Bekker Hansen, Puggaard, Schumann (2009), Study of incontinence products in the elderly care in Copenhagen city, a case study in four cities. COWI Dept of Health (DH) (2003) Care Homes for Older People: National Minimum Standards, Care Homes. Third Edition. UK, The Stationary Office Dept of Health (DH) (2003), Essence of Care: patient-focused benchmarks for clinical governance. UK, NHS Modernisation Agency Dept of Health (DH) (2000), Good practice in continence services. UK Dingwall, L. & McLafferty, C. (2006) Do nurses promote urinary continence in hospitalized older people?: An exploratory study, Journal of clinical nursing. Oct: 15(10):1276-86 DNQP Deutsches Netzwerk für Qualitätsentwicklung in der Pflege (Hrsg) (2007) Expertenstandard Förderung der Harnkontinenz in der Pflege, Fachhochschule Osnabrück Epp, Timothy D. (2003), Person-centred Dementia Care: A Vision to be Refined, The Canadian Alzheimer Disease Review. Canada European Association for Directors of Residential Homes for the Elderly (1993), European Charter of the rights and freedoms of older persons accommodated in Homes. Europe European Association for Directors of Residential Homes for the Elderly (2010), European charter of the rights and responsibilities of older people in need of long term care and accommodation. Europe European Parliament (2010), European Parliament resolution on long-term care for older people. Europe Jewing, J. (2003), Rehabilitation for older people with dementia, Nursing Standard. 18, 6, 42-48. Kyle, G. (2010) Bowel and bladder care at the end of life, Br J Nurs. 2010 Apr 8-21;19(7):408, 410, 412-4 Learning disability task force (2006) Rights, independence, choice and inclusion McKevith, B. (2004),The nations diet: promoting healthy eating, Nursing Standard.18, 48,45-52 Newman, DK. (2002), Managing and Treating Urinary Incontinence. USA, Health Professions USA Reichel, W., Christine Arenson, Scherger, C.J.E. Essential Principles in the Care of the Elderly. Reichel’s Care of the Elderly: Clinical Aspects of Aging, Sixth Edition Royal College of Nursing (RCN) (2006), Improving continence care for patients: The role of the nurse. UK Social Care Institute for Excellence (2010), Dignity in care. UK Schlüter, W., Oleksiw, K., Rosenbaum,U., Herold, C., Linder, F. (2010), Dignity and Incontinence: Research report on the project ”Determining factors for dignified incontinence care of patients living in residential care homes for the elderly”. Faculty of Health and Health Care Management, West Saxon University of Applied Sciences of Zwickau Schmitz, G., Hayder, D., Braumann, A., Müller, M., Saxer, S. (2010) Continence profiles : A way to enhance assessment of urinary continence in German nursing practice, Z Gerontol Geriatr. 2010 Jun 24 Wilson, L. (2003), Continence and older people the importance of a functional assessment, Nursing Older People. 15, 4, 22-28.
60
61
Persoonlijke notities:
We willen onze dank uitspreken aan Diane Newman, RNC MSN CRNP FAAN, Co-director van het Penn Center for Continence and Pelvic Health aan de University of Pennsylvania Medical Center in Philadelphia, VS, en Mandy Fader, Professor of Continence Technology aan de Faculty of Health Sciences aan Southampton University Hospital, GB voor hun hulp, expertise en advies tijdens de ontwikkeling van dit document.
62
63
SCA PERSONAL CARE Arnhemse Bovenweg 120, 3708 AH ZEIST, Nederland T +31 (0)30 69 84 700 W www.TENA.nl Culliganlaan 1D, B-1831 DIEGEM, België T +32 (0)2 766 05 52 W www.TENA.be TENA® is een geregistreerd merk van SCA HYGIENE PRODUCTS
Omdat al onze producten, processen en hulpmiddelen natuurlijk onderdeel zijn van de wereldwijde levenscyclus. En omdat we betrokken zijn.
© 2010 SCA. Alle rechten voorbehouden. Niets van dit document mag worden gereproduceerd in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van SCA.
Met deze TENA richtlijnen voor continentiezorg helpen we verpleeghuizen op weg om iedere individuele cliënt het hoogst mogelijk haalbare niveau van continentie en onafhankelijkheid te bieden, zodat zij hun waardigheid en kwaliteit van leven kunnen behouden.