Ten geleide Deze uitgave van de Twente Index is alweer de derde in de reeks. De eerste Twente Index ontstond in 2005 analoog aan de Silicon Valley Index. Beide publicaties hadden en hebben tot doel om betrouwbare, feitelijke informatie te verschaffen over de regionale economie en kwaliteit van leven aan allen, die daarin geïnteresseerd zijn. De Twente Index wordt - zeker na drie uitgaven - ook daadwerkelijk een vergelijkend economisch jaarbeeld, zoals de ondertitel ook aangeeft. Elk jaar wordt er gekozen voor een speciaal thema; dit jaar betreft dat “Netwerken in Twente”. Twente kent veel netwerken, waarop men trots is en waaraan een groot belang wordt toegedicht. Johannes Boshuizen van de Universiteit Twente heeft onder leiding van prof. dr. Anne van der Veen onderzoek verricht naar de omvang en de waarde van de Twentse netwerken en ze vergeleken met een andere regio in Oost-Nederland, namelijk Arnhem-Nijmegen.
t w e n t e i n d e x 2007
In het kader van het thema zijn netwerkers in Twente ook geportretteerd. Niet zozeer de netwerkers in businessclubs en van grote belangenorganisaties, maar met name hen, die ook een rol spelen in het sociale netwerk in Twente, dat zo kenmerkend is voor de economische structuur van deze regio. De Stichting Twente Index, uitgever van dit boekwerk, heeft zich ten doel gesteld ondernemers en bestuurders op basis van feiten beleidsterreinen te laten benoemen en prioriteren. Vervolgens is de Twente Index voor het ontwikkelen van plannen daarbij een handig hulpmiddel. Wij hopen dat ook deze Twente Index weer een bijdrage zal leveren aan de versterking van de positie van Twente. Uw eventuele op- en aanmerkingen stellen we zeer op prijs. U kunt ze kenbaar maken via www.twente-index.nl
Stichting Twente Index, Mr. drs. Cor Boom, voorzitter Raad van Bestuur Saxion Hogescholen Ir. Kees van Ast, vice-voorzitter College van Bestuur Universiteit Twente Ir. Paul de Jong, Executive Director Technology & Operations Urenco Enrichment Company Ltd Drs. Wilma van Ingen, algemeen directeur Kamer van Koophandel Oost Nederland Drs. Toon van Asseldonk, directeur Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland
Highlights Sociaal-economische situatie - Twente moet zich voorbereiden op een vergrijzende samenleving - De arbeidsmarktparticipatie kruipt naar het landelijk gemiddelde; een belangrijke ontwikkeling - De regionaal-economische groei in Twente schommelt rond het Nederlands gemiddelde - De economie werkt op volle toeren: de vacaturegraad stijgt scherp - Twente is nog steeds niet in staat om haar afgestudeerden vast te houden - Net als in het verleden is de exportontwikkeling uitstekend - Startende ondernemingen: Almelo doet het goed! Innovatie en clusters - In Twente ligt de spin-off index hoog; echter, volgroeide grotere bedrijven vertrekken - De statistische basis om veranderingen binnen de speerpuntclusters van het Innovatieplatform te meten is nog zwak: nieuwe databases moeten worden opgespoord - Buiten de Netwerkstad gebeuren mooie dingen: Rijssen/Nijverdal, Goor en Haaksbergen bloeien
Special: Netwerken in Twente - Twente heeft meer bedrijvenclubs met meer leden dan de vergelijkingsregio Arnhem-Nijmegen. - De gemiddelde grootte van Twentse bedrijvenclubs is groter dan die in de regio Arnhem-Nijmegen. - Het Twentse netwerk is dichter dan het netwerk van Arnhem-Nijmegen. - De meest centrale bedrijven zijn in beide regio’s vooral dienstverleners en grotere bedrijven. - Netwerken kunnen positieve effecten hebben, maar kunnen ook verstikkend werken. Voor kennisintensieve bedrijven zijn externe contacten van groot belang. Een te sterke focus op de eigen regio kan betekenen dat andere kansen niet worden opgemerkt. - Een meerderheid van de bedrijven is niet lid van een regionale bedrijvenclub. Regionale politici en beleidsmakers moeten daarom oppassen zich niet uitsluitend te richten op bedrijvenclubs en hun leden.
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid 7 1. Bevolkingsontwikkeling 7 2. Vergrijzing 8 3. Vestiging, vertrek en migratie 9 4. Opleiding beroepsbevolking 11 5. Participatiegraad 12 6. Studenten en afgestudeerden 14 7. Werkloosheid, vacatures en stille arbeidsreserve 15 8. Arbeidsproductiviteit 17 9. Bruto Regionaal Product 18 10. Werkgelegenheid 20 11. Vestigingen en starters 21 12. Export- en omzetontwikkeling 22 13. Buitenlandse bedrijven in Twente 24
II
Omgeving, Clusters, Cultuur 27 1. Grondgebruik 27 2. Bereikbaarheid 28 3. Huizenprijzen en aandeel koopwoningen 29 4. Huurprijzen kantoor en bedrijfsruimte 30 5. Universiteit Twente, studenten en afgestudeerden 31 6. Spin-off bedrijven Universiteit Twente 33 7. Sterke clusters 34 8. De vijf kansrijke clusters van het Innovatieplatform Twente 36 9. Regionale spreiding werkgelegenheid 40 10. Theater & restaurants 42 11. Veiligheid & leefbaarheid 44
III
Netwerken in Twente 46 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding 46 Netwerktheorie 47 Twente vergeleken met de Stadsregio Arnhem-Nijmegen 49 Netwerkcontacten 54 Actiefste bedrijven 55 Speur- en automatiseringsbranche 56 Algemene conclusie 59 Verantwoording van de bronnen 61 Colofon 61
t w e n t e i n d e x 2007
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
Bevolkingsgroei per jaar
1. Bevolkingsontwikkeling De bevolking zal de komende jaren nauwelijks groeien
0,9 Nederland Twente 0,7
% groei
% groei
Nederland
Twente
Nederland
Twente
1995
15.424.122
586.720
0,45
0,20
1996
15.493.889
587.897
0,47
0,24
1997
15.567.107
589.305
0,56
0,37
1998
15.654.192
591.486
0,68
0,38
1999
15.760.225
593.751
0,66
0,45
2000
15.863.950
596.394
0,78
0,59
2001
15.987.075
608.827
0,74
0,49
2002
16.105.285
611.797
0,54
0,35
2003
16.192.572
613.932
0,40
0,22
2004
16.258.032
615.303
0,29
0,26
2005
16.305.526
616.886
0,18
0,13
2006
16.334.210
617.682
0,12
0,10
2007
16.354.000
618.320
0,14
0,13
2008
16.377.000
619.120
0,16
0,11
2009
16.403.000
619.820
0,18
0,12
2010
16.433.000
620.550
0,19
0,11
2011
16.464.000
621.230
Bron: CBS / Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007. Gemeente Holten behoort sinds de fusie met Rijssen in 2001 bij Twente, het groeipercentage is hiervoor gecorrigeerd.
%
0,4
0,2
0,0 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Waarom is dit belangrijk? De demografische ontwikkeling is van invloed op de economische ontwikkeling van een gebied. Een groeiende bevolking leidt niet alleen tot nieuw arbeidspotentieel, maar ook tot een toename van de vraag naar goederen en diensten. Op haar beurt resulteert die vraagstijging in extra investeringen en omzetten. Hoe staat Twente ervoor? Sinds 1995 blijft de toename van de bevolking in Twente achter bij de landelijke ontwikkeling. De bevolkingsgroei daalt sinds 2000 gestaag, alleen in 2004 was er een kleine opleving. Hoewel het gemiddelde kindertal per vrouw (‘vruchtbaarheidscijfer’) voor Twente hoger is dan landelijk, is het aantal geboorten te laag om te zorgen voor een sterke groei van de bevolking. Uit de Arbeidsmarktprognose van Overijssel blijkt dat van 2007 tot 2010 de groei ongeveer gelijk blijft.
Bevolkingsontwikkeling
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
2. Vergrijzing De vergrijzing, een grote uitdaging voor Nederland en Twente
Waarom is dit belangrijk? De bevolking vergrijst en dat heeft gevolgen voor alle terreinen van de samenleving: huisvesting, arbeidsmarkt, gezondheidszorg, etc. Op nationaal niveau zullen de financiële gevolgen van het betaalbaar houden van ons pensioenstelsel moeten worden afgedekt. Op regionaal niveau zullen we de gevolgen voor gezondheidszorg en ruimtelijke ordening moeten regelen. Hoe staat Twente ervoor? Twente laat tot 2030 een sterke stijging zien van de bevolking van 65 jaar en ouder.
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
Bron: Tubantia 22-5-2007 (CBS, Ruimtelijk Planbureau).
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
3. Vestiging, vertrek en migratie Rond de eeuwwisseling kwamen er per jaar 1.000 mensen meer naar Twente dan dat er vertrokken, tegenwoordig vertrekken er 500 mensen meer dan er bij komen Migratie van en naar Twente (vanuit het buitenland)
Gevestigd
Vertrokken
Saldo
Immigratie
Emigratie
1995
17.813
19.072
-1.259
1995
2.942
2.042
900
1996
18.550
19.940
-1.390
1996
3.046
2.038
1.008
1997
19.030
20.083
-1.053
1997
3.587
2.059
1.528
1998
19.563
20.893
-1.330
1998
3.500
2.059
1.441
1999
18.767
19.730
-963
1999
3.717
1.983
1.734
2000
17.075
17.872
-797
2000
3.848
1.842
2.006
2001
17.652
18.185
-533
2001
4.109
2.622
1.487
2002
18.464
18.164
300
2002
3.959
3.253
706
2003
17.831
17.876
-45
2003
3.047
3.134
-87
2004
17.376
17.302
74
2004
2.650
2.806
-156
2005
18.221
18.671
-450
2005
2.788
2.837
-49
2006
19.000
19.346
-346
2006
2.758
2.936
-178
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
Migratiesaldo
Verhuizingen naar Twente vanuit de rest van Nederland en vice versa
Saldo nieuwkomers minus vertrekkers 1995
-359
1996
-382
1997
475
1998
111
1999
771
2000
1.209
2001
954
2002
1.006
2003
-132
2004
-82
2005
-499
2006
-524
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
Waarom is dit belangrijk? Deze gegevens laten zien hoeveel personen uit binnenland en buitenland zich voor langere tijd in een gebied vestigen of het verlaten (‘sociale bevolkingsgroei’). Ze geven een indruk van de mate waarin een plaats erin slaagt mensen van buiten te trekken en vast te houden. Samen met de ‘natuurlijke bevolkingsgroei’ (geboorte/sterfte) bepaalt deze indicator de bevolkingsontwikkeling.
10
Hoe staat Twente ervoor? De afgelopen tien jaar zag Twente meer mensen wegtrekken dan zich hier vestigen. De situatie lijkt zich te stabiliseren op een klein vertrekoverschot. Twente is vooral in trek bij studenten en bij personen die hier aan het einde of na hun carrière ‘goed’ komen wonen. Voor de start en het uitbouwen van een carrière zoeken echter velen elders hun heil. Het negatieve binnenlandse migratiesaldo werd tot en met 2002 gecompenseerd door de komst van buitenlanders. Overigens is het aandeel allochtonen in Twente nog steeds relatief laag. In de Twentse steden ligt het percentage weliswaar hoger dan het landelijk gemiddelde, maar daar is de bevolking minder divers dan in veel andere Nederlandse steden. De overige Twentse gemeenten hebben aanzienlijk minder allochtonen dan gemiddeld. Onder de niet-westerse allochtonen zijn Turken sterk vertegenwoordigd. De immigratie in Twente is sinds 2001 gedaald en is de laatste drie jaar redelijk stabiel, terwijl de emigratie relatief hoog blijft. Hierdoor verliest de regio sinds 2003 per saldo inwoners aan het buitenland. De oorzaken liggen wellicht bij het strengere vreemdelingenbeleid van de Nederlandse overheid en de populariteit van het wonen in de Duitse grensstreek.
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
4. Opleiding beroepsbevolking De beroepsbevolking in Twente kent relatief meer middelbaar opgeleiden en minder hoger opgeleiden
Waarom is dit belangrijk? De werkzame beroepsbevolking (15-64 jaar) ingedeeld naar opleidingsniveau (hoger/middelbaar/lager onderwijs) is een maat voor de kennis van de belangrijkste productiefactor, namelijk de werknemers (‘menselijk kapitaal’). Hoe meer hoger opgeleiden in een gebied werkzaam zijn, des te groter de kans op succes in kennisintensieve activiteiten die op hun beurt bijdragen aan innovatiekracht. Hoe staat Twente ervoor? De beroepsbevolking groeide in de periode van 1996 tot 2004 harder dan de bevolking als geheel (15,5% tegen 4,7%). Bovendien was de groei in Twente groter dan in de rest van Nederland (met uitzondering van 1997 en 2003). Ongeveer de helft van de werknemers in de regio heeft een opleiding op middelbaar niveau (50,5% in 2003). Dat is meer dan landelijk gemiddeld (44%). Het aantal mensen met alleen een opleiding op lager niveau lag in de regio jarenlang zo rond de 30%, maar is in 2003 gedaald naar 25,1%. Daarmee is de regio in één klap op het landelijk gemiddelde gekomen. Landelijk ging de daling van de laagopgeleide beroepsbevolking geleidelijker, van 29,9% in 1996 naar 26,4% in 2003. Mogelijk heeft de economische tegenwind in 2003 in Twente vooral laagopgeleiden van de arbeidsmarkt gedreven. Het aandeel hoger opgeleiden blijft in Twente ongeveer 5 procentpunt achter bij het landelijk gemiddelde. In 2003 was het percentage zowel in Twente als landelijk het hoogste in tien jaar, respectievelijk 24,4% en 29,3%. Veel jongeren komen wel naar Twente om te studeren, maar besluiten uiteindelijk om er toch niet te gaan werken.
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
11
I
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
5. Participatiegraad De participatiegraad neemt toe en Twente kruipt richting het landelijk gemiddelde
Waarom is dit belangrijk? Een participatiegraad geeft aan welk deel van de beroepsgeschikte bevolking daadwerkelijk een baan heeft. Hoe lager het percentage, hoe meer mensen blijkbaar niet kunnen of willen werken (voor minimaal twaalf uur per week). Een hoge participatiegraad is een belangrijke emancipatoire doelstelling. In de afgelopen dertig jaar is de stijging van de participatie gepaard gegaan met een omwenteling op de arbeidsmarkt: veel oudere mannen zijn in de WAO terecht gekomen terwijl jongeren en vrouwen een plaats op de arbeidsmarkt veroverden. Een daling van de loonkosten was het gevolg. De stijging van de participatie van vrouwen zet zich door met als gevolg een stijging van inkomens per huishouden en alle daaraan gekoppelde uitgaven. Hoe staat Twente ervoor? Twente laat ook een forse stijging zien van de participatie. Voor het goed functioneren van de arbeidsmarkt is dat van groot belang. De structuurveranderingen binnen de Twentse economie (waar gezondheids- en welzijnszorg en zakelijke dienstverlening belangrijke sectoren worden) worden mogelijk gemaakt doordat relatief meer mensen aan het werk zijn.
12
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007.
Netwerken, hoe doe je dat?
Niet zeuren en de juiste timing ‘De mensen in Twente zijn gemoedelijk. Daarom netwerken ze in Twente meer dan gemiddeld,’ zegt Hendri Markvoort. Er zijn goede redenen om Hendri's ideeën over sponsoring en netwerkvaardigheden heel serieus te nemen. Voor de Triathlon Holten haalt hij al 22 jaar het leeuwendeel van de begroting binnen. In 2007 was dat om en nabij de drie ton… Triathlon: zwemmen en fietsen en lopen – een zeer zware sport die steeds populairder wordt. De eerste Triathlon in Holten vond plaats in 1985 en werkte met een begrotinkje van 2500 gulden. Ook dat bedrag fietste Hendri Markvoort, bestuurslid van de stichting, bij elkaar. Figuurlijk fietsend, wel te verstaan, want in het dagelijks leven is hij kok en in zijn vrije tijd doet hij alleen aan hardlopen. Maar van die vrije tijd blijft niet veel over. Wekelijks stopt Hendri namelijk 25 uur in zijn vrijwilligerswerk voor de Triathlon. Laconiek: ‘Geen enkel probleem, allemaal positieve energie.’ Glimmend van trots vertelt hij dat zijn Holtense club in 2009 het Europees kampioenschap mag organiseren. ‘Toen dat bericht kwam, hebben we met de zes bestuursleden de champagne ontkurkt!’
Holtense kapper ‘Sponsoring’, zegt Markvoort, ‘betekent dat je met op maat gemaakte sponsorpakketten de inkomsten verhoogt of met materiaalsponsors de kosten verlaagt. Het klinkt simpel en dat is het ook. De eerste tien jaar was het moeilijk voor ons. Ik ging naar de Holtense kapper op de hoek en naar mijn eigen garage. Daar heb je al een band mee en die ondersteunen vaker lokale initiatieven - dat zit tussen de oren. Maar ik verkoop ook een ‘product’ waar ik voor 100% achter sta. Sponsoring is emotie, net als netwerken. Dat kun je of dat kun je niet. Als het je niet ligt, moet je er niet aan beginnen. Het heeft alles met gunnen te maken. En je moet mensen op het juiste moment op de juiste manier benaderen. Niet te bescheiden, niet te brutaal, niet zeuren, niet te vroeg beginnen over geld.‘ Woensdagmiddag is niks ‘Als je een netwerkmeeting organiseert, moet je dat nooit op maandag doen en ook niet op dinsdagochtend. Dan zitten ze te vergaderen. Woensdagmiddag is ook niks: ondernemers hebben dan vaak hun sportavondje of er is voetbal op tv. Donderdag is goed en vrijdag ook, mits je de partner erbij uitnodigt. En zaterdag en zondag is prima als de kinderen van de ondernemer mee kunnen en wat leuks te doen hebben. Wij hebben tijdens de triathlon springkussens, draaimolens, schminken en klimwanden. Dat vinden moeders en kinderen leuk… Een geschikte tijd voor een netwerkbijeenkomst? Vanaf drie uur 's middags tot een uur of acht. Dan hebben de mensen overdag nog werktijd over en 's avonds tijd voor het gezin. Met zulke zaken moet je zwaar rekening houden. In Twente zie je trouwens dat de sponsors stuk voor stuk van regionale herkomst zijn. Hoe dat komt, weet ik niet precies. Het zou met die gemoedelijkheid samen kunnen hangen.’
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
6. Studenten en afgestudeerden Er is geen achterstand meer in het percentage leerlingen dat hoger en universitair onderwijs volgt
Waarom is dit belangrijk? Het kennisniveau van de economie van morgen wordt onder meer bepaald door het aantal studenten dat nu ingeschreven staat en afstudeert aan instellingen voor middelbaar (o.a. VWO en (V)MBO), hoger (HBO) en universitair onderwijs (WO). De mobiliteit van schoolverlaters geeft een indicatie van de mate waarin een gebied erin slaagt zijn afgestudeerden voor zich te behouden. Hoe staat Twente ervoor? Het aandeel studenten in het hoger en universitair onderwijs in Twente ligt hoog. Hierin doet Twente niet meer onder voor het landelijk gemiddelde, maar het opleidingsniveau van de beroepsbevolking in Twente is nog steeds lager dan we op basis van het aantal afgestudeerden zouden mogen verwachten. De Twentse arbeidsmarkt is dus slechts beperkt in staat om afge studeerden aan zich te binden. Op dit punt presteert de regio nog altijd minder dan andere gebieden.
14
Bron: CBS/Statline, mei 2007. Aantal studenten en afgestudeerden (exclusief basisonderwijs): middelbaar onderwijs = voortgezet onderwijs en ROC (beroepsopleidende leerweg, beroepsbegeleidende leerweg).
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
7. Werkloosheid, vacatures en stille arbeidsreserve De werkloosheid neemt af en zal blijven dalen
Onderbroken lijn geeft percentage niet werkende werkzoekenden aan (Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007).
Vacatures Openstaande vacatures, per kwartaal
15
Ononderbroken lijn staat voor het percentage geregistreerde werklozen (Bron: CBS/Statline, mei 2007).
Nederland Openstaande vacatures per 1.000 arbeidsplaatsen, per kwartaal
Vacatures
Banen
Vacaturegraad
2000
183.400
6.694.100
2,7
Nederland
Twente
Nederland
Twente
jan-05
53.425
2.127
7,1
7,8
2002
115.100
6.998.600
1,6
apr-05
60.544
1.825
8,1
6,7
2004
109.300
6.994.700
1,6
jul-05
76.654
2.838
10,2
10,4
2006
200.500
6.975.400
2,9
okt-05
78.589
2.723
10,5
10,0
jan-06
64.655
2.124
8,5
7,7 Vacatures
Banen
Vacaturegraad
Twente
apr-06
56.645
1.631
7,5
5,9
jul-06
56.970
1.495
7,5
5,4
2000
4.200
227.300
1,8
okt-06
64.424
2.039
8,5
7,4
2002
2.800
243.100
1,2
2.400
243.700
1,0
7.000
243.600
2,9
jan-07
57.440
1.740
7,5
6,2
2004
apr-07
56.587
1.603
8,3
7,3
2006
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, augustus 2007 / CWI.
Bron: CBS, augustus 2007.
Waarom is dit belangrijk? Tezamen met het inkomen per hoofd van de bevolking is werkloosheid een economische graadmeter. Het aantal mensen dat tijdelijk of langdurig zonder werk zit, geeft aan hoe welvarend en gezond een economie is. Wie geen werk heeft, heeft minder inkomen en sociale status. In wetenschap, politiek en media wordt een laag werkloosheidspercentage alom beschouwd als een bewijs van economisch succes. Samen met werkloosheid zeggen aantallen vacatures iets over de verhouding vraag/aanbod op de arbeidsmarkt, in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin.
16
Hoe staat Twente ervoor? De werkloosheid kan op verschillende manieren worden gemeten. De grafiek laat twee gangbare methoden zien. Het aantal niet werkende werkzoekenden (de bovenste grafiek) is hoger dan het aantal geregistreerde werklozen. De economische neergang van de laatste jaren wordt duidelijk zichtbaar in de oplopende werkloosheidscijfers. Inmiddels is de situatie gekeerd. De werkgelegenheid neemt toe en de werkloosheid daalt. Het is echter niet alleen van belang hoe de werkloosheid zich ontwikkelt in Twente, maar vooral hoe de regio structureel presteert ten opzichte van het landelijk gemiddelde. In de CBS-cijfers, die het aantal werklozen als percentage van de totale beroepsbevolking meten, loopt Twente redelijk in de pas met het landelijk gemiddelde. Het percentage niet werkende werkzoekenden is in de regio echter hoger dan de Nederlandse doorsnee. In de Twentse steden ligt het percentage hoger dan in de omringende gemeenten. De Arbeidsmarkt Prognose Overijssel laat voor de komende jaren een verdere daling van de werkloosheid zien: de economie werkt op volle toeren. De andere kant van een aantrekkende economie is de groei van het aantal openstaande vacatures. Vanaf 2004 zien we voor Twente en voor Nederland een stijging van de vacaturegraad.
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007.
Ook de stille arbeidsreserve is afgenomen, maar blijft boven het landelijk gemiddelde De arbeidsreserve bestaat uit personen (tussen de 15 en 74 jaar) die - mogelijk op termijn actief zouden kunnen en willen zijn op de arbeidsmarkt. Voorbeelden hiervan zijn: mensen met (vervroegd) pensioen, mensen met een werkende partner, studenten, (gedeeltelijk) arbeids ongeschikten en personen (m/v) met zorgtaken.
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
8. Arbeidsproductiviteit De arbeidsproductiviteit blijft lager dan het Nederlands gemiddelde
Bron: CBS/Statline, mei 2007. Bewerking Oost NV.
Bron: CBS/Statline, mei 2007. Bewerking Oost NV.
Waarom is dit belangrijk? Een hogere arbeidsproductiviteit betekent simpelweg: met minder werknemers hetzelfde produceren. De ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit (de wijziging in de verhouding tussen de totale productie in de economie en de daarin werkzame werknemers) is een cruciale bron van welvaartsgroei. Een groeiende arbeidsproductiviteit betekent dat er in het productieproces meer waarde wordt toegevoegd; er komt dus meer inkomen beschikbaar voor werkgevers en/of werknemers. Tegelijkertijd neemt de concurrentiekracht van het bedrijf toe, waardoor de productie op middellange termijn kan toenemen en dus ook de werkgelegenheid. Hoe staat Twente ervoor? De arbeidsproductiviteit per werkzame persoon is gestaag toegenomen sinds 1996. Maar het beeld wordt grilliger als we rekening houden met de ontwikkeling van de loonsom. Na een stijging van het Bruto Regionaal Product (de som van alle toegevoegde waarde in de bedrijfstakken van de regio) volgen vaak hogere looneisen en daalt de grafiek. Het veel geroemde Twentse arbeidsethos blijkt overigens niet uit de cijfers, want de regionale arbeids productiviteit loopt uit de pas met het landelijk gemiddelde. Kennelijk zijn bedrijven in de regio minder in staat om met dezelfde mensen meer waarde toe te voegen dan elders. Dat is opmerkelijk, omdat in Twente relatief veel mensen in de industrie werkzaam zijn. De industrie heeft immers meer mogelijkheden voor verhoging van de arbeidsproductiviteit dan de dienstensector. De kapper, serveerster en accountant kunnen moeilijk meer ‘produceren’ in dezelfde tijd. Het verschil in arbeidsproductiviteit tussen Nederland en Twente kan een weerspiegeling zijn van verschillen in de industriële sectorstructuur, maar ook van achterblijvende investeringen in nieuwe apparatuur en een gebrek aan innovatie.
17
Bron: CBS/Statline, mei 2007. Bewerking Oost NV.
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
9. Bruto Regionaal Product De economie trekt aan en Twente volgt de landelijke trend
Waarom is dit belangrijk? Het Bruto Regionaal Product (BRP) per persoon (de verhouding tussen het totale inkomen dat door regionale productie is gevormd, en het inwoneraantal) geeft een beeld van de toegevoegde waarde die de bevolking aan een regio levert. De groei van het Bruto Regionaal Product is van groot belang, want ze bepaalt de welvaart van een regio in de toekomst – zowel in absolute zin als ten opzichte van andere regio’s (regionale concurrentiekracht). Een daaraan gerelateerde indicator is de groei van de werkgelegenheid, die de toename van de arbeidsplaatsen in beeld brengt. Hoe staat Twente ervoor? Het Bruto Regionaal Product (BRP) laat een stijgende lijn zien. Het is de regio echter niet gelukt om het verschil met het landelijk gemiddelde in te lopen. Het BRP per inwoner blijft in Twente al jaren steken op circa 80% van het landelijke cijfer. De ontwikkeling van de economische groei vertoont in Twente een grillig beeld, maar volgt het landelijke beeld. De afname van de economische groei in de laatste jaren had uiteraard een negatief effect op de werkgelegenheid. Inmiddels ontwikkelen de economische groei en de werkgelegenheid zich weer positief. De Twentse ontwikkeling is mooi in lijn met de landelijke trend.
Bron: CBS/Statline, mei 2007. Bewerking Oost NV.
18 Bron: CBS/Statline, mei 2007.
Netwerken, hoe doe je dat?
Op betrekkingsniveau goed? Dan he'j 't an de gang… Hans Goorhuis is directeur van de Tubbergse vestiging van de Rabobank. Een flink kantoor waar 100 mensen werken. Dat aantal zegt iets over de economische dynamiek van Tubbergen. Hetzelfde geldt voor het Bedrijvencontact Gemeente Tubbergen, de businessclub waar Goorhuis (48) sinds vijf jaar voorzitter van is.
De 140 leden zijn afkomstig uit de hele gemeente Tubbergen, dus ook uit de kernen Reutum, Geesteren, Vasse, Albergen, Fleringen. Horeca en detailhandel hebben een eigen, aparte ondernemersvereniging. Hans Goorhuis: ‘We hebben als regel dat de directeuren van de bedrijven die zich bij ons aansluiten, in de gemeente moeten wonen. Daar zijn we strikt in, dan krijg je er ook geen gedonder over. Ons bestuur bestaat uit vijf personen en een coördinator. Dat is Tonny Ensink, een oud-PR- en communicatieman. Eigenlijk is hij het belangrijkste onderdeel van het netwerk. Hij doet de dagelijkse gang van zaken met heel veel plezier, schrijft de teksten voor onze nieuwsbrieven, de uitnodigingen. Hij is op en top gastheer. Dat vinden we belangrijk: als we iets laten gebeuren, gebeurt het professioneel.’ Uitjes zijn hoogtepunten Het contributiestelsel is gebaseerd op het aantal personeelsleden en varieert van 185 tot 275 euro per jaar. Het BGT sponsort niet. Alle geld dat binnenkomt, wordt aangewend voor de leden. ‘Het is een informele maar handige club’, zegt Hans Goorhuis. ‘Wij zien graag de eigenaren en directeuren op onze avonden. Dan kun je echt beslissingen nemen. Opmerkelijk is trouwens dat men elkaar vaak wel kent in de persoonlijke sfeer of van de bar maar dat men vaak niet weet wat er zich afspeelt achter de deur van het bedrijf. Daarom doen we bijna altijd bedrijfsuitjes bij onze eigen leden. Voor mij zijn dat
hoogtepunten, die uitjes. Bouwbedrijf Plegt-Vos bijvoorbeeld. Die hebben een vestiging in Langeveen. Kom je daar 's avonds om negen uur, draaien daar speciaal voor ons de machines, zijn ze voor ons aan het werk om alles te kunnen demonstreren! Het is prachtig om te zien hoe goed het met de bedrijven gaat. Ze hebben hier veel vet op de botten… Het is onze politiek om steeds maar te blijven lobbyen voor een ijzeren voorraad aan grond: de gemeente moet van te voren grond voor bedrijventerreinen voorradig hebben om ondernemingen direct te kunnen bedienen. Daar moeten ze geen vijf jaar op hoeven wachten. Onze samenwerking met de gemeente is sowieso prima. Twee keer per jaar overleggen we met het hele college. Het was een mooi succes dat de economische visie die we samen met de Kamer van Koophandel gemaakt hebben, bijna letterlijk overgenomen is door B & W. Een item daarin is hoe je hier bedrijven inpast in het landschap, op een nette manier, zonder gevlooi op de vierkante meter.’ Doodknuffelen ‘Netwerken in Twente gaat hartstikke gemakkelijk. Je integreert hier snel. Een gevaar is misschien wel dat je elkaar doodknuffelt, dat je narcistisch wordt: oh, wat doen wij het toch goed! We moeten elkaar scherp houden, de blik naar buiten gericht houden. Maar ja, voor zaken doen moet je eerst op betrekkingsniveau de boel voor elkaar hebben. En dan he'j 't an de gang: dat is typisch voor Twente…’
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
10. Werkgelegenheid De werkgelegenheid groeit en zal blijven groeien
Waarom is dit belangrijk? Samen met het Bruto Regionaal Product (BRP) bepaalt de groei van de werkgelegenheid de groei van de welvaart in een regio. Hoe staat Twente ervoor? Economische groei en de werkgelegenheid in Twente ontwikkelen zich in lijn met de Nederlandse cijfers. Voor de toekomst voorziet de Arbeidsmarkt Prognose Overijssel een voortgaande positieve groei.
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007.
20 Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007.
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
11. Vestigingen en starters
Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
Waarom is dit belangrijk? Startende bedrijven brengen vernieuwing in de economie: ze zorgen voor nieuwe werk gelegenheid en zijn bovendien vaak innovatief. Starters worden gedefinieerd als nieuwe ondernemingen die zich voor het eerst bij de Kamer van Koophandel inschrijven. Algemeen geldt: hoe meer starters als percentage van het bedrijvenbestand of de beroepsbevolking, des te dynamischer de economie.
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
Hoe staat Twente ervoor? Het belang van nieuwe bedrijven is groot: 40% van de banencreatie is afkomstig van (relatief) nieuwe bedrijven. Het is dan ook zorgelijk dat de groei van het aantal nieuwe bedrijfsvestigingen in Twente achterblijft bij het landelijk gemiddelde. Tot 2001 presteerde Twente matig, maar in 2000 en in 2004 en 2005 maakte de regio min of meer een inhaalslag. Als we kijken naar de dynamiek van starters in de steden, valt op dat de sterke positie van Enschede vanaf 2005 is verzwakt. In 2005 startten in Enschede ongeveer evenveel mensen een eigen bedrijf als in andere grote steden. Gegeven de aanwezigheid van de universiteit en hogeschool met hun actieve startersondersteuning is dat zorgelijk. Hengelo blijft het in vergelijking met de vijftig grootste gemeenten van het land (G-50) relatief slecht doen, maar Almelo heeft zich sterk verbeterd.
21
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
12. Export- en omzetontwikkeling De export- en omzetontwikkeling zit weer in de lift
Bron: KvK, Erbo Enquête.
Bron: KvK, Erbo Enquête.
22 Ontwikkeling omzet (%)
Ontwikkeling reële export (%) Nederland Industrie
Nederland
Twente
2005
2006
2005
2006
0,7
5,0
-1,6
5,7
Industrie Bouwnijverheid
Twente
2005
2006
2005
2006
-0,4
3,9
0,9
6,6
0,5
1,5
4,3
2,7
Groothandel
5,7
8,1
6,5
8,5
Diensten
3,4
5,7
9,5
13,0
Groothandel
2,0
5,4
3,1
7,0
7,1
Detailhandel
-0,1
2,1
1,5
2,5
Diensten
2,0
3,8
0,6
4,9
Totaal
0,9
3,7
2,1
5,1
Totaal Bron: KvK, Erbo Enquête.
3,0
5,7
-1,1
Bron: KvK, Erbo Enquête.
Hoe staat Twente ervoor? Twente heeft een goede staat van dienst op het gebied van de export. De Rabobank bepaalt de economische kracht van regio’s aan de hand van het percentage bedrijven dat investeert, het percentage bedrijven dat exporteert, de kracht van de productiestructuur en de dynamiek. De economie van Twente is iets zwakker dan gemiddeld. Dat komt door de investeringen en productiestructuur. De dynamiek is gemiddeld, maar de Twentse export is bovengemiddeld. In de periode van 2001 tot en met 2004 presteerde de regio beduidend beter dan het landelijk gemiddelde. 2005 was een uitzondering: de industrie kende een dip. De industrie weegt zwaar in het regionaal gemiddelde. Gelukkig was 2006 een uitstekend jaar. De ligging aan de grens draagt waarschijnlijk bij aan de goede exportprestaties van de dienstensector. Deze sector leent zich op het eerste gezicht minder voor export dan de industrie of groothandel. Toch is de exportgroei in de dienstensector in Twente stevig. De groei ligt hier ruim boven het landelijke gemiddelde.
23
Waarom is dit belangrijk? De uitvoer van goederen en diensten naar het buitenland (export) vormt de ‘stuwende sector’ van de regionale economie. Export leidt niet alleen tot een uitbreiding van de productie, maar genereert ook geld van elders (waardoor de koopkracht toeneemt). De exportindicator is belangrijk, omdat hij aangeeft voor welke economische activiteiten in het buitenland belangstelling bestaat.
I
Mens & Inkomen, Bedrijvigheid
13. Buitenlandse bedrijven in Twente 18.000 Twentenaren werken bij een buitenlands bedrijf Buitenlandse bedrijven 2005 Nederland Bedrijven
%
Europa
3.115
Noord-Amerika
1.672 544
Azië Overige landen Totaal
Twente
Arbeidsplaatsen
%
Bedrijven
%
Arbeidsplaatsen
%
58
318.566
59
113
62
11.055
61
31
176.223
33
61
34
5.568
31
10
36.301
7
6
3
1.359
8
49
1
4.447
1
1
1
22
0
5.380
100
535.537
100
181
100
18.004
100
Bron: Stec Groep 2006. Niet meegenomen zijn: bedrijven uit de primaire sector en de detailhandel, bedrijven met minder dan vijf werknemers. Rusland is als Aziatisch land beschouwd.
24 Bron: Stec Groep 2006.
Bron: Stec Groep 2006.
Aandeel buitenlandse bedrijven Buitenlandse bedrijven
Totaal bedrijven
Percentage buitenlandse bedrijven
Buitenlandse arbeidsplaatsen
Totaal arbeidsplaatsen
Percentage buitenlandse arbeidsplaatsen
5.380
119.423
4,5
535.537
2.199.236
24,4
181
4.549
4,0
18.004
78.274
23,0
Nederland Twente Bron: Stec Groep, Reach, CBS/Statline.
- Kolom “Totaal bedrijven”: Bron: Reach, mei 2007. Selectie: actieve organisaties, hoofd-SBI-codes (Standaard Bedrijfsindeling) 15 t/m 51 en 60 t/m 74, minimaal vijf arbeidsplaatsen. - Kolom “Totaal arbeidsplaatsen”: Cijfers CBS/Statline, banen van werknemers in de sectoren 15 t/m 51 en 60 t/m 74. Daarvan afgetrokken de aantallen arbeidsplaatsen (1 t/m 4) afkomstig uit Reach (mei 2007) in de genoemde sectoren. Hiermee is getracht zo goed mogelijk aan te
25
sluiten bij de definitie en cijfers van de Stec Groep.
Buitenlandse bedrijven zorgen voor bijna een kwart van de banen in de industrie en zakelijke dienstverlening Waarom is dit belangrijk? Een gebied mag dan alle randvoorwaarden voor succes hebben, het is pas echt succesvol als de buitenwereld dat ook zo ziet. Investeringen van buitenlandse bedrijven en het uiteindelijk aantal buitenlandse bedrijven zijn een indicator voor een succesvolle regio. Hoe staat Twente ervoor? In vergelijking met Nederland laat Twente niet een afwijkend beeld zien: de aantallen bedrijven en de daarmee gemoeide werkgelegenheid vertonen eenzelfde patroon. Bron: Stec Groep 2006.
Netwerken, hoe doe je dat?
Zaken doen op niveau bij mooie klassieke muziek ‘Muziek raakt mij rechtstreeks. Ik heb bijvoorbeeld niks met de natuur: een boswandeling heb ik na een kwartier wel gehad, en dan moet ik ook nog terug, maar naar muziek kan ik uren luisteren.’ Gerard Brummer vertelt dat hij vroeger de liefde voor klassieke muziek met de paplepel binnen heeft gekregen. Zijn Sociëteit Vivace bestaat nu ruim een jaar. De folder spreekt over Het muzikale netwerk van Overijssel.
Gerard Brummer neuriet voortdurend klassieke muziek. Precies
Kouwe kermis ‘Vergis je niet, het gaat bij het Orkest van het Oosten om kwaliteit, om Cultuur met een grote C. Onder Jaap van Zweden kreeg het orkest een enorme boost, kreeg het overtuiging. Dirigent Jan Willem de Vriend zal er, met zijn expliciete visie op de muzikale praktijk, een bijzónder orkest van maken. Neem nou die Stehgeiger, André Rieu. Ik vind het echt geweldig hoor, hoe hij dat doet. Hij geeft antwoorden, die erin gaan als pap in een zuigeling. Niks mis mee, maar het Orkest van het Oosten kan en wil niet alleen maar de bekende deuntjes – de antwoorden – spelen. Dat ‘verkoopt’ gewoon nu eenmaal wat moeilijker en dus moet er geld bij. De overheid stopt er wel veel geld in maar er zijn ook sponsors uit het bedrijfsleven nodig. Daar is Vivace voor. En ja, netwerken doen wij ook. Ik heb een beetje een hekel aan het woord maar ik weet wel dat mensen leren kennen je leven verrijkt. Anderzijds, als het uitgangspunt van het netwerken is om zo snel mogelijk zaken te doen, kom je van een kouwe kermis thuis. Veel mensen kennen is zinvol, zonder contacten kun je niet als ondernemer, maar je moet in je netwerk maar beter niet over de handel praten.’
wat je verwacht van de voorzitter van de Stichting Sociëteit Vivace: een club ondernemers die
Cultuurkanon Brummer: ‘Het doel van Sociëteit Vivace is simpel: jongens doe niet zo flauw, doneer 2500 euro per jaar en we kunnen mooiere dingen doen met ons orkest. Het is promotie van Enschede, van Twente, van Overijssel. Vivace hoeft niet groter te worden dan 40 tot 50 leden. Dan heb je nog contact met elkaar. Niet iedereen bij Vivace is trouwens een enorme muziekliefhebber. Dat geeft niks: ik noem de club een verfrissende afwisseling van het zaken doen. Muziek heeft een positieve, louterende invloed. Mahler of Bach stellen hun vragen anders dan hoe een ondernemer zijn vragen stelt. De abstractie van muziek doet iets met je, daar ben ik van overtuigd. En nu even wat nuchterder: het is voor het ondernemersklimaat in deze regio zó verschrikkelijk belangrijk dat het Orkest van het Oosten er is! Het is een cultuurkanon met uitstraling en magneetfunctie voor de hele regio. Ze speelden op Gran Canaria, Tenerife, in de Birmingham Symphony Hall en in de Carnegie Hall in New York. Dat is geweldig voor Enschede en de Provincie, goed voor mensen die hier willen komen wonen, het Orkest is voor en van Overijssel. Mede door het Orkest wordt ons gebied serieus genomen. Bij Vivace kun je ook een concert adopteren en zo laten merken dat je van muziek houdt en dat je het orkest wilt steunen. Bovendien is het dus een manier om juist andere mensen beter te leren kennen dan degenen die je tegenkomt bij veel andere businessclubs.’
het Orkest van het Oosten financieel steunen. Doel: eraan bijdragen dat het orkest ook de bovenmodale producties uit kan voeren en af en toe een prachtige solist kan inhuren. Vivace is ‘het andere netwerk.’
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
27
1. Grondgebruik Nederland = waterland Twente = coulisselandschap
Bron: CBS/Statline, mei 2007.
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
2. Bereikbaarheid Files nemen toe, maar in de Randstad is het veel erger
Waarom is dit belangrijk? Van alle locatiefactoren voor bedrijven is bereikbaarheid één van de belangrijkste. Tijd vertaalt zich in geld, tijdverlies dus in verminderde concurrentiekracht. Fileproblemen onderweg gelden verder als de grootste ergernis die ondernemers kennen, en vormen een toenemende kostenpost. Hoe staat Twente ervoor? Wanneer de overheid de voorwaarden creëert om de bereikbaarheid te vergroten en/of om het fileprobleem te verminderen, helpt dat ondernemers om te kiezen voor Twente. We kunnen constateren dat Twente er goed voor staat.
De bereikbaarheid van banen geeft aan hoe goed mensen een gevarieerd aanbod van banen in de gemeente en alle andere gemeenten van
28
Nederland kunnen bereiken. Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
3. Huizenprijzen en aandeel koopwoningen Huizen zijn in Twente relatief goedkoop De drie Twentse steden kennen meer koopwoningen dan andere steden in Nederland
Bron: NVM.
Waarom is dit belangrijk? In de afweging om ergens te gaan of blijven werken speelt bij velen de attractiviteit van de woonomgeving een rol. Zeker nu de ruimtedruk in ons land toeneemt, hechten werknemers waarde aan een betaalbare en ruime woning. Bekende indicatoren van de woonaantrekkelijkheid van een gebied zijn de hoogte van de huizenprijzen en de omvang van de woningen. Hoe staat Twente ervoor? Twentenaren krijgen meer woning voor hun geld. Niet alleen is de prijs per m² lager, ook zijn de woningen in de Twentse steden gemiddeld 18 m² groter dan in de vijftig grootste steden van ons land. Omdat er in Twente procentueel meer koopwoningen zijn, is bovendien de keus groter. Het aanbod van bestaande woningen ligt rond 2.500 woningen per jaar. In 1999 was dat nog bijna 3.500 woningen. Het aantal woningen dat netto wordt toegevoegd aan de woningvoorraad, vertoont de laatste tien jaar een dalende trend. Deze ontwikkeling heeft bijgedragen aan de stijging van de verkoopprijzen. De huizenprijzen zijn gestegen tot een recordhoogte. De prijzen zijn in Twente overigens minder hard gestegen dan het landelijk gemiddelde. In 2007 lag de gemiddelde prijs per m² in Nederland op 2.055. Voor Hengelo/ Enschede was dat 1.620 en voor Almelo/Tubbergen 1.675. De prijzen variëren binnen Twente sterk. De gemiddelde verkoopprijs in Enschede en Almelo/Wierden ligt ruim onder het regionaal gemiddelde. Hengelo/Borne zit er net iets onder. De andere gemeenten zitten rond het landelijk gemiddelde.
Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
29
Bron: NVM.
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
4. Huurprijzen kantoor- en bedrijfsruimte Huurprijzen voor bedrijven zijn beduidend lager dan in de Randstad
Bron: DTZ Zadelhoff, De Nederlandse markt voor kantoorruimte 2007.
Bron: DTZ Zadelhoff, De Nederlandse markt voor kantoorruimte 2007.
30
Waarom is dit belangrijk? Bij hun keuze om zich op een locatie te vestigen of er te blijven laten bedrijven de huurprijzen van kantoor- en bedrijfsruimte meewegen. Bij kantoren gaat het om ruimtes bestemd voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening; in bedrijfsruimtes worden goederen geproduceerd, opgeslagen of gedistribueerd. Hoe goedkoper zo’n plek is, des te aantrekkelijker is deze voor een bedrijf. Tegelijkertijd reflecteren huurprijzen echter ook de spanning op de grondmarkt. En op de grondmarkt liggen de prijzen in de meer centrale, sterkere economische gebieden hoger dan in de perifere gebieden. Hoe staat Twente ervoor? In Twente is kantoor- en bedrijfsruimte aanzienlijk goedkoper dan in de steden in de Randstad. Dat geldt vooral voor de maximumprijzen. De minimumprijzen ontlopen elkaar niet veel. De leegstand in de kantorenmarkt is ten opzichte van 2006 in Nederland en Enschede licht gedaald. In Almelo en Hengelo is sprake van een stijging. Bron: DTZ Zadelhoff, De Nederlandse markt voor bedrijfsruimte 2007.
De maximumprijzen van bedrijfsruimte zijn in Twente, ten opzichte van 2006, met een paar euro gestegen.
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
5. Universiteit Twente, studenten en afgestudeerden De universiteit is een belangrijke leverancier van kennis
Waarom is dit belangrijk? Het regionale hoger onderwijs is een belangrijke leverancier van kenniswerkers die - als ze in hun opleidingsgebied blijven - een bijdrage kunnen leveren aan de regionale innovatiekracht. Het aantal (eerstejaars) studenten aan universiteiten en hogescholen geeft een indruk van het aanbod van hoogopgeleide kenniswerkers in de toekomst. Het aantal afgestudeerden in het verleden heeft een positieve invloed op de innovatiepotentie van nu.
Bron: UT, mei 2007.
31
Hoe staat Twente ervoor? Met een universiteit (Universiteit Twente) en een drietal publieke hogescholen (Saxion, Edith Stein en Artez/AKI) beschikt Twente over een hoogwaardig hogeronderwijsaanbod. Bij deze onderwijsinstellingen staan ruim 20.000 studenten ingeschreven. 3,7% van de bevolking van Twente is student, wat maar 0,1% lager is dan het landelijke cijfer (Nederland: 3,8%). Het aandeel van 18-26 jarigen dat studeert in het Twentse hoger onderwijs, is vrijwel gelijk aan het percentage in andere regio’s. Vanaf 1997 is de instroom aan de UT gestaag toegenomen. Dat blijkt uit de stijging van het aantal studenten sinds 1998 en van het aantal afgestudeerden sinds 2002. Vergeleken met de nationale trend groeit de instroom en het aantal studenten iets sneller. De belangstelling voor hogescholen in Twente is harder gegroeid dan in de rest van het land. Vooral Saxion Hogescholen doet het wat dat betreft goed.
Netwerken, hoe doe je dat?
De vruchten plukken van politiek-bestuurlijk inlevingsvermogen
Eigenlijk is Gerrit Sloot zelf geen ondernemer. Toch werd hem gevraagd om voorzitter te worden van de HOV, de Haaksbergse Ondernemersvereniging. De echtgenote van
Als het gaat om de promotie van Haaksbergen is Gerrit Sloot (64) niet gauw iets te gek. Grijnzend toont hij een brief van kardinaal Simonis. Met subtiele ironie antwoordt de eminentie aan Sloot dat hij graag zitting wil nemen in Sloots comité van aanbeveling van het Europees Schutterstreffen maar dat hij merkwaardig vond te lezen dat ‘zijn vrouw in 1988 met eerdere activiteiten van de Haaksbergsche Schutterij kennis heeft kunnen maken’: Ik ben namelijk niet getrouwd. ‘Tja, dat was een correspondentiefoutje…’ zegt Gerrit Sloot.
oud-premier Lubbers noemde Sloot ‘een kwajongen die je niets kunt weigeren’.
Zo weinig mogelijk regeltjes De Haaksbergse Ondernemersvereniging bestaat al 76 jaar. Vanaf 2005 is Sloot voorzitter. De club heeft 160 leden en bestaat uit de secties handel, industrie en bedrijven/diensten. De jaarlijkse basiscontributie bedraagt 190 euro; de detailhandelsleden betalen 350 euro. Voor Gerrit Sloot was het totaal onverwacht dat hij gevraagd werd als voorzitter: ‘Ik woon al bijna mijn hele leven in Haaksbergen en ik doe hier van alles maar ik ben geen ondernemer. De HOV-leden die mij voorgedragen hebben, dachten blijkbaar dat ik kennis heb van het lokale bestuur en dat ik goede ingangen heb bij de politiek hier. Voordat ik ja heb gezegd wou ik wel zeker weten dat er onder de leden genoeg draagvlak was, dat ze niet dachten dat ik alleen maar een gepensioneerde ambtenaar ben. Afijn, dat was allemaal geen probleem. Dus zijn we aan het werk gegaan. We voeren vier keer per jaar overleg met de gemeente, rechtstreeks met de portefeuillehouder economische zaken. Dat is burgemeester Karel Lohuis. Die weet van mij dat we liefst zo weinig mogelijk regeltjes hebben. Waar gaat het dan over? Over het Promenadeplan bijvoorbeeld, de herinrichting van het centrum, over het keurmerk veilig ondernemen, de uitgifte van industrieterreinen. De belangrijkste winst is dat de HOV door de gemeente als dé gesprekspartner gezien wordt bij dit soort ondernemersbelangen. Wij zijn de voelhorens van de Haaksbergse ondernemer – incidentele belangen behartigen we niet, alleen algemene ondernemersbelangen.’ Aanbestedingsbeleid Sloot heeft een aansprekend voorbeeld van die belangenbehartiging. ‘Eind 2005 voerden wij samen met de Industriële Kring Haaksbergen (IKH) een discussie met de gemeente. Die ging over het gemeentelijke aanbestedings- en inkoopbeleid. Dat was niet transparant. De kritiek loog er niet om. Toen hebben wij samen met de IKH een nota geschreven hoe het beter kon. Vanaf 1 juli 2007 is die regeling nu in werking. Er is nu één Eigen Verklaring in plaats van een enorme papierwinkel die ondernemers moesten indienen als ze zaken wilden doen met de gemeente. De selectie en gunning zijn nu helder. Dat heeft de HOV samen met de IKH voor elkaar gekregen: een grandioos succes. Om zulke dingen voor elkaar te krijgen is politiek-bestuurlijk inlevingsvermogen heel belangrijk. Daarom streven wij naar heel goede relaties met raadsleden en B & W. Dat lukt, en het werpt zijn vruchten af.’
Een netwerker pur sang die vooral in de lokale politiek dingen voor elkaar krijgt waar de Haaksbergse ondernemers direct van profiteren.
Omgeving, Clusters, Cultuur
6. Spin-off bedrijven Universiteit Twente De universiteit zorgt ook voor nieuwe, hightech bedrijvigheid
Bron: UT.
Waarom is dit belangrijk? Spin-off bedrijven (ook wel ‘spin-offs’ of ‘spin-outs’) zijn startende ondernemingen die voortkomen uit een publieke kennisinstelling of uit een moederbedrijf. Spin-offs ontstaan vanuit de behoefte van een aspirant-ondernemer om een nieuw product of concept op de markt te brengen en zijn daarom vrijwel altijd innovatief. Ze zorgen bovendien voor nieuwe werkgelegenheid en economische dynamiek. Hoe staat Twente ervoor? Niet alleen nationaal, maar ook internationaal staat de regio Twente bekend om haar spin-offs, met name waar het gaat om startende bedrijven van de Universiteit Twente. Sinds de lancering van het TOP-programma (Tijdelijke Ondernemingsplaatsen) in 1984 wordt de kennisinstelling als schoolvoorbeeld aangehaald van een ‘entrepreneurial university’ die studenten opleidt tot academisch ondernemerschap. Een TOP-ondernemer krijgt van de UT faciliteiten, laboratoria en technische ondersteuning alsmede een renteloze lening. Tussen 1976 en 2005 zijn er vanuit de UT tal van bedrijven gestart, waarvan ruim 550 ondernemingen hebben overleefd. De meeste starters waren afgestudeerden of medewerkers van de universiteit zelf. Iets meer dan de helft van de bedrijven heeft gebruik gemaakt van de TOP-regeling. Na een kleine terugval in de groei na 2001 groeit het aantal spin-offs de laatste twee jaar weer als vanouds. Vergeleken met andere universiteiten in ons land scoort de UT uitstekend: met een spin-off index van 3,17 (aantal spin-offs per 1000 studenten) was de UT in 2001 veruit de beste van het land (de overall index bedraagt 0.52). Wel is het zo dat de score uit het piekjaar 2001 niet meer is bereikt: in 2005 lag de index op het niveau van tien jaar daarvoor. Een andere kanttekening is dat relatief veel volgroeide spin-offs Twente verruilen voor een vestiging elders in Nederland (dichter bij de Randstad). Het gaat om grotere bedrijven die de Nederlandse markt bedienen.
33
II
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
7. Sterke clusters
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007.
Waarom is dit belangrijk? Clusters zijn geografische concentraties van bedrijven (concurrenten, toeleveranciers, afnemers) en instellingen die actief zijn in een bepaalde techno-economische specialisatie. Het moderne begrip ‘cluster’ lijkt de term ‘sector’ geleidelijk te vervangen, omdat veel groeiclusters sectordoorsnijdend zijn. Clusters geven een beeld van het specialisatiepatroon van een gebied en nemen een groot deel van de regionale werkgelegenheid, export en innovatie voor hun rekening.
34
Hoe staat Twente ervoor? Van oudsher heeft Twente een relatief traditionele economische structuur: met (afgerond) 26% van de werkgelegenheid zijn clusters in de nijverheid nog steeds oververtegenwoordigd (Nederlands cijfer: 19%). Deze clusters zijn een krachtig symbool voor ‘made in Twente’, maar zijn tegelijkertijd erg conjunctuurgevoelig. Oververtegenwoordiging zien we in mindere mate in de landbouw (5% tegen 4% landelijk), terwijl Twente achterblijft op het terrein van commerciële en niet-commerciële diensten (69% tegen 77% landelijk). Opvallend is dat de regio de bevolking 6% minder werk te bieden heeft in de commerciële dienstverlening (40% tegen 46%). Wel zijn onderdelen van deze branche (vooral handel en reparatie, horeca, financiële diensten en zakelijke diensten) de afgelopen tien jaar gegroeid. Sterke clusters vinden we in de ‘food’ (voedings- en genotmiddelen, delen van de chemie), metalektro (metaal, machines, apparaten, elektronica, optica), materialen (textiel, leer, meubel, hout, rubber, kunststoffen) en bouwnijverheid. Als deze clusters nog meer dwarsverbanden zoeken met nieuwe technologieën (mechatronica, nanotechnologie, ICT), zijn er mogelijkheden voor een opgaande trend. Clusters in opkomst vinden we vooral in de voeding en commerciële dienstverlening (vooral financiële diensten). Tussen de traditionele clusters en de verwachte groeipolen van de toekomst bestaat door ‘outsourcing’ en innovatie reeds contact. Voorbeelden van dergelijke ‘kruispunt’-clusters zijn zorgtechnologie en technische adviesdiensten. Het Innovatieplatform Twente ziet in lijn met bovenstaande als kansrijke clusters: Materialen & High Tech Systemen, Voeding, Bouw, Technologie & Gezondheid en Technologie & Veiligheid. Op de volgende pagina besteden we hier apart aandacht aan.
Sterke/zwakke sectoren en groeitrend Twente ten opzichte van Nederland (werkzame personen)
Voeding Chemie
Twente 2006
Twente 2011
Twente (%) 2006
Nederland (%) 2006
Twente t.o.v. NL 2006
Groeitrend Twente 96/06 t.o.v. NL
Groeitrend Twente 06/11 t.o.v. NL
15.935
13.215
12.410
4,8
3,6
Sterk
Dalend
Neutraal
5.626
5.505
5.560
2,0
1,6
Neutraal
Sterk Stijgend
Sterk Stijgend
5.905
5.640
5.920
2,1
1,4
Sterk
Neutraal
Stijgend
Metaal en elektrotechniek
22.959
20.436
20.360
7,4
4,6
Zeer Sterk
Neutraal
Neutraal
Overige industrie
16.571
15.261
14.940
5,6
4,2
Sterk
Neutraal
Neutraal
959
807
780
0,3
0,5
Zwak
Sterk Stijgend
Neutraal
Bouwnijverheid
21.443
23.267
25.090
8,5
6,3
Sterk
Neutraal
Neutraal
Handel en reparatie
42.750
52.650
58.650
19,2
17,9
Neutraal
Sterk Stijgend
Stijgend
9.161
11.606
12.700
4,2
4,1
Neutraal
Stijgend
Neutraal
Energie
Horeca Vervoer, opslag en communicatie
11.107
12.340
13.470
4,5
6,3
Neutraal
Dalend
Stijgend
Financiële diensten
4.368
5.218
5.680
1,9
3,3
Zwak
Sterk Stijgend
Sterk Stijgend
Zakelijke diensten
16.673
27.827
34.600
10,1
14,7
Zwak
Sterk Stijgend
Sterk Stijgend
Overheid en onderwijs
26.777
31.946
33.290
11,6
12,2
Neutraal
Neutraal
Neutraal
Gezondheids- en welzijnszorg
27.136
39.250
44.440
14,3
14,9
Neutraal
Stijgend
Neutraal
6.969
9.620
10.580
3,5
4,5
Neutraal
Stijgend
Neutraal
234.339
274.588
298.470
100,0
100,0
Neutraal
Neutraal
Overige diensten Totaal
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007. - Kolom “Twente t.o.v. Nederland, Sterk/Zwak” geeft aan of de sector over- of ondervertegenwoordigd is t.o.v. Nederland. Percentage afwijking aandeel Twente 2006 t.o.v. aandeel Nederland 2006. Lager dan -60 “Zeer Zwak”, tussen -60 en -30 “Zwak”, tussen -30 en 30 “Neutraal”, tussen 30 en 60 “Sterk” en meer dan 60 “Zeer Sterk”. - Kolom “Groeitrend Twente 1996-2006 t.o.v. Nederland” geeft aan of de sector in Twente tussen 1996 en 2006 harder of langzamer is gegroeid dan het landelijk gemiddelde: Groeipercentage van de sector tussen 1996 en 2006 van Twente minus Nederland. Lager dan -5 “Sterk Dalend”, tussen -5 en -2,5 “Dalend”, tussen -2,5 en 2,5 “Neutraal”, tussen 2,5 en 5 “Stijgend” en meer dan 5 “Sterk Stijgend”. - Kolom “Groeitrend Twente 2006-2011 t.o.v. Nederland” geeft aan of de sector in Twente naar verwachting tussen 2006 en 2011 harder of langzamer groeit dan het landelijk gemiddelde: Verwachte groeipercentages van de sector tussen 2006 en 2011 van Twente minus Nederland. Lager dan -4 “Sterk Dalend”, tussen -4 en -2 “Dalend”, tussen -2 en 2 “Neutraal”, tussen 2 en 4 “Stijgend”, meer dan 4 “Sterk Stijgend”.
35
Agrarische sector
Twente 1996
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
Ontwikkelingen Onderstaande grafiek is een samenvatting van de ontwikkeling van de vijf speerpunten in Twente.
8. De vijf kansrijke clusters van het Innovatieplatform Twente Om inzicht te geven in de omvang van de vijf speerpuntclusters van het Innovatieplatform Twente wordt aangesloten bij het cijfermateriaal en indeling van de Kamers van Koophandel. We sluiten aan bij de (grove) indeling zoals die ook in de Twente Index 2006 is gemaakt, zodat een globale ontwikkeling in de tijd kan worden weergegeven.
36
Uiteraard kleven aan het gebruik van deze indeling voor de afbakening van de clusters ook enkele nadelen. - De indeling suggereert een nauwkeurige kwantificering van het cluster, terwijl sommige bedrijven onterecht erbinnen en andere erbuiten zullen vallen. - Een goede input-output meting voor het Innovatieplatform Twente is niet mogelijk. Ze geeft een globale ontwikkeling van het cluster weer, welke niet het rechtstreekse gevolg hoeft te zijn van de inspanningen van dit platform. - Een aantal bedrijven kan bij nadere beschouwing in meerdere clusters worden meegenomen; in deze indeling kan elk bedrijf, om dubbeltellingen te voorkomen, maar in één cluster worden opgenomen. - Veel initiatieven van het Innovatieplatform Twente staan ook open voor bedrijven die niet binnen de gekozen afbakening vallen. Deze resultaten zullen dan niet zichtbaar worden in de kwantificering van de clusters.
IPT = Innovatieplatform Twente. Bron: Regiobase Kamer van Koophandel / Handelsregister.
Speerpunt 1: Cluster Materialen & High Tech Systemen De traditionele maakindustrie heeft diepe wortels in Twente. De ontwikkelingen op dit gebied gaan echter zeer snel. Innovatie is de enige manier om vooruit te komen in dit cluster waarin de concurrentie toeneemt. Daarmee ontstaan maakbedrijven voor hoogwaardige technologie.
Materialen & High Tech Systemen 2006
2007
Aantal bedrijven
%
Aantal werknemers
%
Aantal bedrijven
%
Aantal werknemers
%
1.180
73
2.772
12
1.212
73
2.711
12
10-49 arbeidsplaatsen
306
19
6.618
29
313
19
6.811
31
50-99 arbeidsplaatsen
38
2
2.651
12
39
2
2.669
12
>100 arbeidsplaatsen
51
3
10.445
46
49
3
9.670
44
Totaal MKB (<100)
1.524
97
12.041
54
1.613
97
12.191
56
Totaal
1.575
-
22.486
-
1.662
-
21.861
-
1-9 arbeidsplaatsen
Definitie: SBI-codes 17 t/m 21 en 25 t/m 32. Bron: Regiobase Kamer van Koophandel / Handelsregister.
Speerpunt 2: Cluster Voeding De voedselindustrie in Twente kent een aantal spelers van formaat. Alle zijn ze sterk in een specifieke markt en met elkaar zijn ze van groot belang voor de regionale economie en werkgelegenheid. Voeding 2006
2007
Aantal bedrijven
%
Aantal werknemers
%
Aantal bedrijven
%
Aantal werknemers
%
180
78
539
12
184
78
522
12
10-49 arbeidsplaatsen
39
17
853
19
38
16
863
20
50-99 arbeidsplaatsen
5
2
359
8
5
2
358
8
>100 arbeidsplaatsen
8
3
2.654
60
8
3
2.653
60
Totaal MKB (<100)
224
97
1.751
40
227
97
1.743
40
Totaal
232
-
4.405
-
235
-
4.396
-
1-9 arbeidsplaatsen
37
Definitie: SBI-code 15. Bron: Regiobase Kamer van Koophandel / Handelsregister.
Speerpunt 3: Bouw Twente telt veel bedrijven die in de bouw actief zijn, groot van omvang en traditioneel van aard. De bouw ontwikkelt zich van capaciteitsbranche naar innovatieve productaanbieders. Bouw 2006
2007
Aantal bedrijven
%
Aantal werknemers
%
Aantal bedrijven
%
Aantal werknemers
%
3.170
87
5.621
26
3.641
89
6.097
28
10-49 arbeidsplaatsen
400
11
8.367
39
396
10
8.209
37
50-99 arbeidsplaatsen
34
1
2.397
11
33
1
2.348
11
>100 arbeidsplaatsen
26
1
4.950
23
28
1
5.264
24
Totaal MKB (<100)
3.604
99
16.385
77
4.070
99
16.654
76
Totaal
3.630
-
21.335
-
4.098
-
21.918
-
1-9 arbeidsplaatsen
Definitie: SBI-code 45. Bron: Regiobase Kamer van Koophandel / Handelsregister.
Speerpunt 4: Technologie & Gezondheid De bevolking van Nederland en Twente vergrijst. Dit zorgt voor grote uitdagingen. Aan de ene kant moeten de kosten van de gezondheidszorg worden beheerst, aan de andere kant moet de kwaliteit worden verhoogd. Twente beschikt over veel kennis op het gebied van Technologie & Gezondheid. Door samenwerking komen verrassende innovaties in techniek, onderwijs en processen tot stand. Technologie & Gezondheid 2006
2007
Aantal bedrijven
%
Aantal werknemers
%
Aantal bedrijven
%
Aantal werknemers
%
849
93
1.538
21
1.002
93
1.912
28
10-49 arbeidsplaatsen
51
6
926
12
56
6
1.031
15
50-99 arbeidsplaatsen
6
1
467
7
5
1
352
5
1-9 arbeidsplaatsen
>100 arbeidsplaatsen
6
1
4.226
59
4
1
3.538
52
Totaal MKB (<100)
906
99
2.931
41
1.063
99
3.295
48
Totaal
912
-
7.157
-
1.067
-
6.833
-
Definitie: SBI-code 33 en 85. Bron: Regiobase Kamer van Koophandel / Handelsregister.
38
Speerpunt 5: Technologie & Veiligheid Veiligheid staat hoger dan ooit op de politieke agenda. In toenemende mate worden hoogtechnologische toepassingen ingezet als bescherming tegen uiteenlopende bedreigingen waaraan onze samenleving blootstaat. Twente, waar veel kennis en kunde op het gebied van veiligheid en technologie aanwezig is, zou als geen andere regio in staat moeten zijn om de kloof tussen overheid en ondernemingen te overbruggen en samenwerking tot stand te brengen. Helaas is er voor dit cluster geen aansluiting gevonden bij de indeling van de Kamers van Koophandel, waardoor kwantitatief inzicht in de ontwikkeling van dit cluster niet mogelijk is.
‘Heracles is een echte volksclub’, zegt Jeroen Workel. ‘We zijn open, eenvoudig, er is een familiegevoel. Bij ons in de businessclub kun je op een normale manier praten over koetjes en kalfjes. Ik denk dat de drempel bij ons een stuk lager ligt dan bij andere eredivisieclubs.’ Er zijn ongeveer 400 leden. Hun rollen variëren van Partners in business (100.000 euro per jaar) tot een Business Seat voor een jaar à raison van 2675 euro. De sponsorbrochure noemt de Businessclub van Heracles het grootste zakenplatform van Almelo. Workel: ‘Wij hebben leden in allerlei soorten: van de kleine zelfstandige tot een multinational als Ten Cate uit Nijverdal. Wat ze krijgen voor hun lidmaatschap is een ondernemersclub met een echte netwerkmentaliteit. Dat is natuurlijk het belangrijkste. Op de netwerkavonden presenteren mensen hun bedrijf, ze discussiëren met de trainer, we hebben wel eens een avond met bijvoorbeeld Tom Egbers, en we hebben de Black & White party. Een echt bestuur heeft onze businessclub niet nodig. Alleen duidelijke regels wat er kan en wat er niet kan: we willen lijn in de afspraken, dezelfde prijzen voor dezelfde kaartjes.’ Aangenaam relatiebeheer ‘Of die sponsors hun investering terugverdienen? De een wel, de ander niet. Als je de mensen maar kent en ze weet te vinden. Ik denk trouwens dat er leden zijn die sponsoren uit clubliefde, maar dat het overgrote gedeelte sponsort voor de businessto-business-contacten die men opdoet in de businessruimte tijdens wedstrijden en de
businessclub-avonden in een sfeervolle ambiance. Wat ik zeker weet, is dat als je éénmaal sponsor bent van Heracles Almelo je zeer sterk mee gaat leven met de club en er vanzelf clubliefde ontstaat. Kijk naar ons bedrijf. Wij zijn Co-sponsor. Daarmee doen we relatiebeheer op een aangename manier. We zijn een groothandel in gereedschappen met 50 medewerkers waarvan 22 buitendienstmedewerkers die werkzaam zijn door heel Nederland en België. De bedrijven waar we zaken mee doen, nodigen we vaak uit om naar Heracles te komen. Vaak ook als hun eigen club de tegenstander is. In onze branche is de belangstelling voor voetbal meestal groot. We vragen altijd of de vrouw van zo'n klant ook houdt van voetbal. Dat werkt heel goed. Vroeger gaven we het sponsorgeld heel versnipperd uit aan allerlei kleine clubjes. Nu hebben we er lijn in, met 8 eigen VIP-plaatsen en 8 tribuneplaatsen. Die zijn altijd bezet, maar dat geldt voor alle 8.500 plaatsen in ons Polmanstadion.’ Biertje wegtikken ‘Wat je wel en niet moet doen bij het netwerken in een businessclub? Je moet in elk geval iedereen in zijn waarde laten en interesse tonen voor alles wat een businessclublid doet. Helemaal verkeerd is het om iemand lid te maken en daarna niks meer van je te laten horen. Het kledingadvies in de businessruimte is casual. We tikken soms lekker een biertje weg - maar dan gaan we wel met de taxi naar huis. Ach, Heracles is gewoon een echte, lekkere volksclub en dat willen we ook blijven!’
‘Heraaacles’ heet zijn club, en niet ‘Heeeracles’. Voor Jeroen Workel, algemeen directeur van de Hoffman Group Gebo in Hengelo, is het voetbal van de Almelose zwartwitten heel belangrijk. Netwerken, hoe doe je dat?
Hij is secretaris van de ‘klankbordgroep’ die de
Relatiebeheer vanuit businessclub van Heracles vertegenwoordigt. de VIP-Seat in het Polmanstadion
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
9. Regionale spreiding werkgelegenheid
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007.
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007.
40
Werkgelegenheidsfunctie is het percentage banen in Twente gedeeld door het percentage beroepsbevolking in Twente. In Oldenzaal, Rijssen-Holten en de drie grote steden wordt gewerkt; Borne en Wierden zijn echte ‘slaapgemeenten’ Ontwikkeling arbeidsplaatsen Kennis en Industrie 2000-2005
minder arbeidsplaatsen (>0.2a/ha)
meer arbeidsplaatsen (>0.1a/ha) Bron: Regionale Structuurvisie Twente 2030, Regio Twente.
Bron: Arbeidsmarkt Prognose Overijssel, mei 2007.
De niet-commerciële diensten zijn in de Netwerkstad geconcentreerd, de landbouw en industrie zijn op het platteland oververtegenwoordigd Op het platteland is relatief meer regionaal stuwende bedrijvigheid te vinden dan in de Netwerkstad
Hoe staat Twente ervoor? Als het aantal banen in een gemeente groter is dan de beroepsbevolking, is de werkgelegen heidsfunctie groter dan 1. Binnen Twente geldt dat voor Almelo, Hengelo, Enschede, Oldenzaal en Rijssen-Holten. De Hof van Twente zit er dicht bij. De Netwerkstad (Enschede, Oldenzaal, Hengelo, Borne en Almelo) heeft uiteraard een groot aandeel in de niet-commerciële dienst verlening. Interessant is echter dat nijverheid en commerciële dienstverlening op het platteland zijn oververtegenwoordigd. Ze hebben daar een sterke positie. Als we met de Regionale Structuurvisie van Twente kijken naar de ruimtelijke toename van werkgelegenheid in industrie en kennis, valt op dat buiten de Netwerkstad mooie dingen gebeuren: Rijssen/Holten, Nijverdal, Goor en Haaksbergen bloeien.
41
Waarom is dit belangrijk? Steden zijn vanouds trekkers van de regionale economie. Regionale spreiding van de economie is echter van belang opdat de dorpen in een streek ook een substantiële werkgelegenheidsfunctie kunnen hebben. Als steden en dorpen hun eigen sterke kanten ontwikkelen, kunnen zij complementair aan elkaar zijn en samen een stevige basis leggen voor clustervorming in de regionale economie.
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
10. Theater & restaurants De Twentenaar gaat niet zo vaak naar het theater en het museum
Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
42 Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
Waarom is dit belangrijk? Steeds meer Nederlanders vinden het belangrijk dat de plek waar ze wonen en werken, ook voldoende mogelijkheden biedt voor vrijetijdsbesteding. In het bijzonder hechten ze belang aan het aanbod van culturele en andere voorzieningen in een gemeente, de kwaliteit van de woonomgeving en de nabijheid van natuur. Hoe staat Twente ervoor? Twente is niet de ‘place to be’ voor vermaak in het theater. In andere steden worden meer toneelvoorstellingen, cabaret, muziekuitvoeringen en dergelijke ten beste gegeven. Interessant is om te zien dat het theater- en museumbezoek in Hengelo hoger ligt dan in Enschede.
43
Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
II
Omgeving, Clusters, Cultuur
11. Veiligheid & leefbaarheid Twente is één van de veiligste regio’s van Nederland
Bron: Atlas voor Gemeenten, 2007 (overgenomen).
44
In Twente zijn nauwelijks probleemwijken
Bron: Atlas voor Gemeenten 2007 (overgenomen).
Waarom is dit belangrijk? In de huidige ‘risicosamenleving’ staat bij menigeen een veilige leefomgeving hoog op het prioriteitenlijstje. Sommige jonge gezinnen en ouderen verhuizen daarom vanuit de Randstad naar veiligere gebieden in het land. Ook al is veiligheid veelal een kwestie van perceptie, het aantal geregistreerde misdrijven is een gebruikelijke veiligheidsindicator. Hoe staat Twente ervoor? Met de veiligheid is het bijzonder goed gesteld in Twente. Het aantal geregistreerde misdrijven per 100.000 inwoners is slechts tweederde van het landelijk gemiddelde. In de regio Amsterdam is het aantal geregistreerde misdrijven zelfs twee keer zo hoog als in Twente. Het verschil kan niet op het conto worden geschreven van een verschil in meldings- en aangiftebereidheid. Deze is in Twente namelijk vergelijkbaar met het landelijke percentage. Alleen in Drenthe is het aantal geregistreerde misdrijven iets lager dan in Twente (6.320 per 100.000 inwoners). In alle andere regio’s ligt het aantal misdrijven fors hoger (van Friesland, Flevoland en Limburg-Zuid zijn geen cijfers beschikbaar). Ook in de Twentse steden is de veiligheid beduidend hoger dan in andere grote gemeenten. Voor mensen is vooral van belang of zij slachtoffer worden van een delict en hoe veilig zij zich thuis en op straat voelen. Burgers in Twente zijn minder vaak slachtoffer van een delict dan elders. De objectieve, feitelijke veiligheid wijkt in Twente niet af van de subjectieve, gevoelde veiligheid. Twentenaren voelen zich veiliger dan de gemiddelde Nederlander. Kortom: veiligheid is een echte Twentse troef.
Het KJB (Kontakt Jonge Bedrijven) is een ondernemersclub voor Netwerken, hoe doe je dat?
starters. Na een jaar of acht vinden de meeste leden hun weg naar
Succes wil je delen!
de volgende businessclub. Dan is het doel bereikt: starters zijn dan volwaardig ondernemer. Voorzitter Herman Koene en secretaris Erna Jans aan het woord.
‘Nog steeds halen veel startende ondernemers het eerste jaar niet. Maar wie de eerste vijf jaar doorgekomen is, heeft zich bewezen. Dan is men in principe volleerd,’ stelt Herman Koene. Zelf heeft hij een bureau voor organisatieen logistiekadvies. Erna Jans runt een éénvrouwsbedrijf in training en coaching: ‘Ik heb snel een mening. Misschien ben ik daarom een paar jaar geleden gevraagd als bestuurslid voor het KJB.’ Herman Koene trad in juni aan als voorzitter, Erna is secretaris. Senioriteit In 1994 werd het KJB opgericht, op initiatief van de Kamer van Koophandel. De contacten met de KvK zijn nog steeds goed. Men begon destijds met een groep van 15 ondernemers van wisselende leeftijden. Het zijn er nu 53, iets meer mannen dan vrouwen, gemiddelde leeftijd 40+. Op een stuk of vier na gaat het om éénmansbedrijven. Erna Jans: ‘Mensen die echt geboren worden als ondernemer komen niet bij het KJB. Het gaat bij ons toch meer om mensen die niet direct maar wat later in hun carrière kiezen voor het eigen ondernemerschap. Wij hebben hier zeer gemotiveerde mensen, lieden met senioriteit en ervaring. Daar bouwen ze hun speciale product of dienst op. Dat kun je niet als je nog heel erg jong bent. Aan intake of ballotage doet men niet bij het KJB,’ vertelt Erna Jans, ‘we vragen ze wel wat ze willen leren en wat ze kunnen inbrengen. We hebben de ledenavonden en daarnaast werken we met kringen van acht personen, een soort intervisiemodel, sessies onder begeleiding. Pasklare oplossingen hebben wij niet; we zorgen voor een sfeer waarin mensen kunnen zeggen wat ze willen zeggen. Het KJB is open en spontaan, met als doel dat iemand ervan kan groeien. Zo staan op de ledenavonden regelmatig leden op de bühne om te leren presenteren en om kennis vanuit het eigen vakgebied, waar hun bedrijf op is gebouwd, over te dragen aan de andere leden.’ Blauw pak Herman Koene gelooft heilig in de kracht van het netwerk als middel. ‘Heel nuchter gerekend: als elk van ons tien goede klanten heeft, dan heeft ons netwerk samen 53 x 10 = 530 goede klanten. Op al te actieve wijze aan klantenwerving doen binnen het KJB wordt bij ons trouwens afgewezen. Ikzelf ben, zoals de meeste leden, bij het KJB gegaan om wat te leren. Na een jaar of zes, zeven zijn ze klaar om op eigen benen te staan.’ Koene is ook lid van de IKT Haaksbergen. ‘Daar trek ik mijn blauwe pak voor aan omdat het veel formeler en afstandelijker is. Dat geeft niets, voor mij is het geen drempel en soms moet je iets doen wat goed is voor je bedrijf en ik voel me daar ook thuis, al is het anders dan bij het KJB.’ Erna Jans knikt: ‘Je kunt het nooit alleen, ondernemen en succes wil je tenslotte delen!’
III
Netwerken in Twente
1. Inleiding Volgens recent economisch onderzoek vormen lokale contacten tussen ondernemers een belangrijke verklaring voor het succes van clusters van bedrijven. In Nederland wordt sinds de nota “Pieken in de Delta” steeds meer ingezet op stimulering van regionale clusters en wordt regionale kennisuitwisseling bevorderd. Bedrijvenclubs zijn voor ondernemers een belangrijk middel om contacten te leggen en kennis uit te wisselen. In de Twente Index van 2006 wordt beschreven dat Twente vergeleken met andere gebieden in West-Europa een sterke participatie van de bevolking in clubs en verenigingen kent, variërend van sportverenigingen tot ondernemersclubs. Vaak wordt het belang onderstreept van bedrijvenclubs in Twente. Echter, de precieze gegevens ontbreken. Zo is onduidelijk of hun aantal hier afwijkt ten opzichte van andere regio’s. Overheden benaderen bedrijven vaak via de bedrijvenclubs. Onduidelijk is echter hoeveel bedrijven nu eigenlijk participeren in deze clubs en daarmee hoe representatief de bedrijven in de clubs zijn voor alle Twentse bedrijven.
46
Aanpak Netwerkanalyse maakt het mogelijk de structuur van netwerken in kaart te brengen. In dit onderzoek vormen bedrijven met verschillende lidmaatschappen een schakel tussen verschillende clubs. Netwerkanalyse maakt in dit geval inzichtelijk in hoeverre lidmaatschappen van bedrijvenclubs overlappen. In dit onderzoek analyseren wij de situatie in Twente. Het heeft echter weinig zin om netwerkgegevens van één regio te analyseren en te presenteren. Juist de vergelijking met andere regio’s verheldert de rol van netwerken. In dit onderzoek is er voor gekozen om de Stadsregio Arnhem-Nijmegen als vergelijkingsmateriaal te nemen. De analyse bestaat uit twee stappen. Allereerst analyseren wij voor beide regio’s de algemene netwerken van bedrijven, gebaseerd op lidmaatschappen van een brede selectie van bedrijvenclubs. Daarna zoomen wij binnen deze netwerken in op bedrijven in de speur- en automatiseringsbranche (een samenvoeging van de branches Speur & Ontwikkeling en Automatisering). Deze branches zijn gekozen, omdat innovatieve bedrijven in Twente worden gezien als motor van de regionale economie.
III
Netwerken in Twente
2. Netwerktheorie Contacten zijn waardevol voor ondernemingen, omdat deze kunnen helpen bij het ontsluiten van allerlei hulpbronnen. Bovendien kunnen contacten behulpzaam zijn bij het oplossen van problemen. Daarom worden netwerken algemeen gezien als bron van sociaal kapitaal. Clusteringtheorie gaat ervan uit dat contacten met gelijksoortige bedrijven leiden tot betere innovatieve prestaties. Uit onderzoek blijkt dat een grote netwerkdichtheid een positief effect heeft op economisch succes. Dit effect geldt echter tot een omslagpunt: te dichte netwerken werken verstikkend en gaan vernieuwing juist tegen.
Vragen: - Hoe groot is het netwerk van Twentse ondernemingen vergeleken met de regio Arnhem-Nijmegen? - Hoe dicht is het netwerk van Twentse ondernemingen vergeleken met de regio Arnhem-Nijmegen? - Verschillen deze kenmerken voor het netwerk van bedrijven in de speur- en automatiseringsbranche? - Hoe groot is de deelname in bedrijvenclubs?
Uit verschillende studies blijkt dat vooral voor kennisintensieve bedrijven contacten met andere regio’s van belang zijn. In een recente studie van het Regionaal Plan Bureau (2007) verschilt het effect van regionale kennisnetwerken op de innovatieve prestaties van bedrijven per regio en branche. In enkele regio’s blijkt een positief verband te bestaan tussen lokale kenniscontacten en de innovatieve prestaties van bedrijven. In een andere regio was dit verband echter niet aanwezig. Samenvattend blijkt dat vanuit de theorie op verschillende manieren tegen netwerkdichtheid wordt aangekeken. Enerzijds als bron van kapitaal en anderzijds als een indicator voor een geringe gerichtheid naar buiten. Aan het einde van ons onderzoek komen we hier op terug.
zie: Uzzi, B. (1996). The sources and consequences of embeddedness for the economic performance of organizations: The network effect. American Sociological Review, 61(4), 674-698.
47
De economisch socioloog Uzzi beschrijft een omgekeerde U-vormige relatie tussen netwerkrelaties en prestaties van bedrijven (Uzzi 1996) .
We leggen Bertus Webbink, accountant te Nijverdal, eerst maar eens een stelling voor. Nergens in Nederland is de netwerkdichtheid zo hoog als in Twente. Eens? ‘Ik weet niet of dat zo is. Als het waar is, werkt het nog niet altijd. En het is ook moeilijk te toetsen natuurlijk. Wat is dat precies, ‘netwerkdichtheid’, ‘netwerken’, hoe controleer je of er afspraken zijn en nog belangrijker: of ze ook wat opleveren? Het is vaak lastig. De tijd speelt een rol, ondernemers zijn altijd met hun eigen bedrijf bezig. En er zijn ook mensen die denken dat ze geen netwerk nodig hebben. De meeste ondernemers zijn toch lieden die hun eigen plan trekken. Daar moet je veel respect voor hebben. Neem zo'n markante figuur als Hennie van der Most… Maar een goede ondernemer houdt ook rekening met tegenstrijdige belangen en weet dat hij zich aan bepaalde spelregels van de overheid moet houden.’ Niet elitair Sinds 1997 bestaat de Businessclub Hellendoorn-Nijverdal als zelfstandige ondernemersvereniging. Daarvoor was er de OVN, ondernemersvereniging Nijverdal en er was een onderafdeling van bedrijven op het industrieterrein. Toen duidelijk werd dat de handelsbelangen van de detailhandel en andere ondernemers niet hetzelfde zijn, besloot men tot oprichting van de BCHN. Er zijn nu 135 leden en het doel is helder: business to business voor grote en kleine bedrijven in Hellendoorn en Nijverdal. Bertus Webbink: ‘Je komt bij ons in contact met andere ondernemers en je kunt van elkaar leren. We houden
ook voorlichtingsavonden. Over veranderingen in het ontslagrecht bijvoorbeeld. Dat organiseerden we samen met de gemeente. Laatst hadden we iemand van de Rabobank die sprak over pensioenen. We hebben periodiek overleg met de gemeente over zaken als bedrijfsgerichte gebiedsverbetering, veiligheid en promotie, opslag van onroerend-goedbelasting. Maar ontspanning is ook héél belangrijk… barbecue, bedrijfsbezoek en de verkiezing van de ondernemer van het jaar. Een onafhankelijke commissie van de BCHN kijkt dan naar zaken als innovativiteit en de mate van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bij ons is de opkomst altijd goed, 50 of 60 personen op een avond is normaal. Wij doen niet aan Wichtigmacherei en de contributie is laag: 130 euro per jaar. Aan ballotage doen we ook niet. Of er vijf aannemers of vijf makelaars lid zijn, maakt ons niet uit. Van de gemeente is altijd een vertegenwoordiger aanwezig en de burgemeester komt altijd op de jaarlijkse barbecue. Korte lijnen en openheid, daar gaat het om. Onze mensen zijn heel kritisch en heel toegankelijk. We laten de raadsleden kijken bij de ondernemers en andersom. Zo'n kijkje in elkaars keuken kweekt begrip. Wat je wel en niet moet doen als je een businessclub opricht? Organiseer eerst eens een avond met een goede spreker, bijvoorbeeld Jan Smit van Heracles of Loek de Vries van Ten Cate. Zorg dat je minimaal 50 leden hebt en organiseer de ledenvergadering bij een bedrijf, niet in een horecagelegenheid. Tot slot: geen politieke kleur, de contributie niet te hoog en vooral: maak er geen elitaire club van…’
Netwerken, hoe doe je dat?
Korte lijnen en openheid, daar gaat het om
Bertus Webbink is voorzitter van de BCHN: de Businessclub Hellendoorn-Nijverdal. ‘ BCHN – een zakelijk genoegen ’, staat er op de folder. ‘Ondernemers hebben ontzettend veel te doen. Toch komen ze bij ons en heel vaak horen we dan: wat was het weer een mooie avond!’
III
Netwerken in Twente
3. Twente vergeleken met de Stadsregio Arnhem-Nijmegen In dit onderzoek vergelijken wij de regio Twente met Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Voor deze vergelijking is gekozen omdat de regio’s grote overeenkomsten vertonen. De bevolkingsgrootte, de netto participatiegraad (de werkzame beroepsbevolking uitgedrukt in procenten van de beroepsgeschikte bevolking) en het totale aantal bedrijfsvestigingen ontlopen elkaar niet veel (zie tabel 1). Bovendien hebben beide regio’s een universiteit. Aangezien de twee regio’s onder landsdeel Oost vallen, is economisch beleid steeds vaker gemeenschappelijk. Tabel 1. Kerncijfers van de regio’s Twente en Arnhem-Nijmegen Twente Bevolking
Arnhem-Nijmegen 617.682
694.570
Totaal aantal bedrijfsvestigingen
29.830
30.615
Netto participatiegraad
61,6%
63,8%
Selectie bedrijvenclubs Om een analyse van clubs mogelijk te maken is eerst een inventarisatie gemaakt van alle bedrijvenclubs in beide regio’s. Hiertoe zijn bestanden van alle bij de Kamer van Koophandel geregistreerde bedrijvenclubs geraadpleegd. Deze bestanden zijn vergeleken en aangevuld met clubs die vermeld stonden op websites van de Kamer van Koophandel en websites van gemeenten. Eerst zijn de regionaal georiënteerde bedrijvenclubs geselecteerd. Lokale clubs, zoals winkeliersverenigingen, zijn niet meegenomen. Ook serviceclubs vallen buiten de selectie, aangezien bij deze clubs de leden meestal privé-personen zijn. De geselecteerde ledenlijsten zijn vervolgens opgeschoond. Privé-personen zijn bijvoorbeeld niet meegenomen in de analyse. De namen van de geselecteerde clubs met de verderop gebruikte afkortingen en het aantal leden per bedrijvenclub staan vermeld in tabel 3 (Twente) en 4 (Arnhem-Nijmegen).
Bron: CBS (2007) Cijfers voor 2006.
Op basis van de kerngegevens in tabel 1 zijn Twente en Arnhem-Nijmegen vergelijkbaar. Voor de geselecteerde innovatieve branches bestaan echter wel opvallende verschillen. Zowel de automatiserings- als de speur- en ontwikkelingsbranche in de regio Arnhem-Nijmegen telt meer vestigingen en werknemers. Het verschil in werknemers hangt samen met de aanwezigheid van grote organisaties zoals Kema, Atos Origin, Logica CMG en CITO, met elk meer dan 250 werknemers. Ter vergelijking: in Twente heeft de grootste onderneming in deze branche 80 medewerkers. De gegevens over beide branches staan vermeld in tabel 2. Tabel 2. De branches Speur & Ontwikkeling en Automatisering in de regio’s Twente en Arnhem-Nijmegen Twente
Arnhem-Nijmegen
Vestigingen Automatisering*
168
177
Werknemers Automatisering*
1.369
2.673
Vestigingen Speur & Ontwikkeling*
25
45
Werknemers Speur & Ontwikkeling*
336
1.872
Bron: Kamer van Koophandel (2007) (* bedrijven met >3 medewerkers).
49
Tabel 3. Geselecteerde clubs in Twente Aantal leden
Categorie
Business Club Heracles (BCH)
367
Algemeen
De Businessclub van 83 (B83)
84
Algemeen
De Plus van Twente (D+T)
36
Algemeen
Industrial Design Centre Twente (IDC)
76
Kennisintensief
1.016
Kennisintensief
Jong Management Kring Twente (JMT)
29
Jong
Kontakt Jonge Bedrijven (KJB)
47
Jong
Mechatronicavalley Twente (MVT)
10
Kennisintensief
Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel (NMNH)
85
Algemeen
Ondernemerssociëteit T-4 (T4)
55
Algemeen
9
Algemeen
66
Algemeen
171
Kennisintensief
TIMP, Partners in Medical Development (TIMP)
18
Kennisintensief
Twentse Export Sociëteit (TES)
76
Algemeen
457
Algemeen
6
Jong
162
Algemeen
26
Algemeen
Industriële Kring Twente (IKT)
Sky High (SH) Stichting Commerciële Club Twente (CCT) Technologie Kring Twente (TKT)
50
Twentse Ondernemers Sociëteit (TOS) University Student Entrepreneurs (USE) Verenigde Maakindustrie Oost (VMO) Verenigde Ondernemerscontacten Twente (VOT)
Tabel 4. Geselecteerde clubs in de regio Arnhem-Nijmegen Categorie
Associatie van ondernemers in de Liemer (AOL)
262
Algemeen
Businessclub Vitesse Gelredome (BVG)
327
Algemeen
De Nederlands-Duitse Businessclub Denis (DEN)
85
Algemeen
Health Valley (HV)
56
Kennisintensief
Industriële Kring Nijmegen (IKN)
80
Kennisintensief
Jong Management Arnhem Nijmegen (JMA)
31
Jong
Nec Business Friends (NBF)
61
Algemeen
Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel Arnhem (NMNHA)
63
Algemeen
Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel Nijmegen (NMNHN)
79
Algemeen
Ondernemers Kontact Arnhem (OKA)
411
Algemeen
Ondernemerssociëteit KAN (KAN)
135
Algemeen
Ondernemerssociëteit regio Nijmegen (OSNR)
368
Algemeen
24
Jong
113
Jong
9
Jong
23
Algemeen
Puber MBK (PMK) Sociëteit Jonge Ondernemers (SJO) Studenten Ondernemers (SO) WTC businessclub Arnhem-Nijmegen (WTC) Bron: Bureau Communicatie, Universiteit Twente.
Wat opvalt is dat het aantal clubs in Twente iets groter is, terwijl het aantal bedrijfsvestigingen in Twente juist kleiner is dan in Arnhem-Nijmegen (tabel 5). Uit tabel 6 blijkt ook dat het aantal bedrijven dat participeert in bedrijvenclubs in Twente, groter is. Dit aantal bedraagt 2094 voor Twente, tegenover 1715 voor Arnhem-Nijmegen. Indien de lidmaatschapscijfers worden gerelateerd aan het totale aantal vestigingen in de regio’s dan lijkt het verschil klein (7,0% tegenover 5,7 %). Echter, niet alle vestigingen zijn potentiële leden van clubs. Zo zijn niet alle vestigingen in de database van de Kamer van Koophandel actieve bedrijven. Het gemiddelde aantal lidmaatschappen per participerend bedrijf is in Twente met 1,33 hoger dan in Arnhem-Nijmegen (1,24).
51
Aantal leden
Tabel 5. Kenmerken van regionale netwerken Twente
Arnhem-Nijmegen
19
16
Aantal clubs Gem. aantal leden per club
147
133
29.830
30.615
2.094 (7,0%*)
1.715 (5,7%*)
Aantal lidmaatschappen
2796
2127
Gem. aantal lidmaatschappen per participerend bedrijf
1,33
1,24
Totaal aantal bedrijfsvestigingen Aantal bedrijven dat lid is
* Het percentage bedrijven dat participeert ten opzichte van het totale aantal bedrijven in de regio.
Conclusie 1 Twente heeft een relatief breed aanbod van bedrijvenclubs. Het aantal clubs is groter dan in Arnhem-Nijmegen, met in totaal meer leden. Voor beide regio’s geldt echter dat een groot deel van de vestigingen niet lid is van één van de geselecteerde bedrijvenclubs.
52
De Military Boekelo staat bij paardensportliefhebbers bekend als een evenement waar topsport bedreven wordt. Maar de Military is veel meer dan dat. Voor velen is het coulisselandschap tussen Boekelo en Haaksbergen dé plek om te netwerken. Op de allergezelligste manier, maar ‘je móet erbij zijn.’ Bestuursvoorzitter Robert Zandstra rekent op 60.000 bezoekers, van wie 35% van buiten Twente. Zelf heeft Zandstra alleen hobbymatig paardgereden, jaren geleden. In 2004 werd hij voorzitter van het zevenkoppige bestuur dat 20 ‘opperhoofden’, 60 teams en 900 vrijwilligers aanstuurt. De militarybegroting bedraagt in 2007 1.1 miljoen euro maar het werk wordt vrijwel geheel door vrijwilligers gedaan. ‘Tja,’ zegt Robert Zandstra laconiek, ‘dat is best veel geld. Terwijl het prijzengeld een schijntje is: 50-60.000 euro. Maar we bouwen natuurlijk een complete camping met alles erop en eraan in een bosgebied van 55 hectare. Voor onze sponsoren is de Military het belangrijkste business-to-business-evenement. Ze ontvangen met zijn allen 25.000 gasten. Er is een VIP-tent waar 17 sponsoren samen 3000 relaties treffen, er staan 7 paviljoens en 30 hospitalitytenten met een terras erbij waar men 250-300 gasten kan fêteren. ’ De gastheer straalt: ‘Ze zijn er trots op om in dat fantastische coulisselandschap zonder prikkeldraad hun klanten te ontvangen. Het zijn vaak ondernemers die alles op het gebied van hospitality en netwerkbijeenkomsten al wel gezien hebben: rally's, voetballen, golfclinics. Bij ons ontvang je in een prettige sfeer. Onze formule is sport, sponsors en publiek, allemaal in een goede balans. Sport is de basis, zonder dat zou het een gebakkenluchtfestijn zijn. Vergeet niet dat we met Sue Benson een parcoursbouwer van Olympisch niveau in huis hebben. Dit is een kippenvelevenement!’ Netwerken, hoe doe je dat?
Netwerken is kennis en kennissen
Zeurpiet ‘Netwerken is kennis en kennissen,’ zegt makelaar Hennie ten Hag. Die uitspraak onderschrijft Robert Zandstra volledig. ‘Je moet wel een reden hebben om bij elkaar te komen: topsport bijvoorbeeld. Alle beslissers van OostNederland hebben wij bij elkaar op die paar hectare. De Commissaris van de Koningin, ministers, staatssecretarissen. topondernemers, ze zijn er allemaal.’ Zandstra heeft duidelijke ideeën over de ongeschreven wetten van het netwerken. ‘Op een netwerkbijeenkomst moet je geen zaken doen. Sowieso geen zaken doen met een glas bier in de hand. Het gaat om de chemie op het persoonlijke vlak, je moet als persoon wat te bieden hebben, je leert elkaar respecteren in een prettige ambiance en de gelegenheid om je product onder de aandacht te brengen, komt vanzelf. Je moet aanvoelen of iemand daar behoefte aan heeft. Dan zeg je: weet je wat, ik bel jou eens op. Je moet voorkomen dat mensen op zo'n netwerkparty denken: nee hè, daar komt die zeurpiet weer aan die alleen over de business kan praten. Heel belangrijk zijn transparantie en jezelf zijn. Dat hebben Twentenaren sterk, dat ze houden van gewoon doen. Dat kon wel eens een verklaring zijn voor de hoge netwerkdichtheid in Twente. Ach, echte ondernemers zijn altijd in beweging, die willen weten wat er loos is. Nieuwsgierigheid is een typische trek van ondernemers. En je moet je markt creëren: als je in beweging blijft kun je ook een keer een vraag creëren. Als je doet wat je altijd gedaan hebt, krijg je wat je altijd gekregen hebt…’
III
Netwerken in Twente
Figuur 3. Algemene regionale netwerk van Arnhem-Nijmegen
4. Netwerkcontacten De meeste bedrijven in beide regio’s zijn lid van één bedrijvenclub. Sommige bedrijven zijn lid van meerdere clubs; zij vormen een verbindende schakel. In figuur 1 is als voorbeeld de Ten Hag Groep de schakel tussen zeven bedrijvenclubs. Figuur 1. Lidmaatschappen van de Ten Hag Groep BCH
T4
JMT TOS Ten Hag Groep
B83 NMNH IKT
54
In figuur 2 en 3 zijn de algemene regionale netwerken voor de twee regio’s te zien. De blauwe cirkels zijn de bedrijvenclubs, met daaromheen de bedrijven (rood). In een netwerk met maximale dichtheid zouden alle bedrijven lid zijn van alle clubs. In een schaars netwerk zou er nauwelijks overlap bestaan en zou het uiteindelijke netwerk zich kenmerken door de aanwezigheid van onverbonden eilanden van bedrijvenclubs.
Op het eerste gezicht lijken de netwerken voor beide regio’s vergelijkbaar. Bij nadere bestudering valt op dat zich midden in het Twentse netwerk een groep bedrijven bevindt die lid is van verschillende bedrijvenclubs. In het Arnhem-Nijmeegse netwerk is deze groep kleiner. Uit een nadere netwerkanalyse blijkt dat de kenmerken van beide netwerken inderdaad verschillen (zie tabel 6). Zo blijken bedrijven in het Twentse netwerk toegang te hebben tot meer contacten dan in Arnhem-Nijmegen (degree). Dit hangt samen met de grotere dichtheid van het Twentse netwerk. In Twente zijn meer bedrijven gelijktijdig lid van verschillende clubs. Tabel 6. Netwerkmaten van de algemene netwerken in de regio’s Twente en Arnhem-Nijmegen Twente
Figuur 2. Algemene regionale netwerk van Twente
Arnhem-Nijmegen
Gem. Degree*
4,78
2,30
Dichtheid#
0,35
0,18
* Gestandaardiseerde waarde; aantal contacten gegeven de grootte van het netwerk. # Aanwezige contacten/mogelijke contacten.
Conclusie 2 De dichtheid van het Twentse netwerk is groter dan de dichtheid van het netwerk in ArnhemNijmegen. Meer bedrijven zijn actief in een bedrijvenclub. Bovendien hebben bedrijven in Twente vaker meer dan één lidmaatschap.
III
Netwerken in Twente
5. Actiefste bedrijven Vooral grote en dienstverlenende bedrijven blijken een centrale positie in het netwerk te hebben. In tabel 7 is de top 10 van meest centrale bedrijven te zien. Het blijkt dat advocaten, makelaars en banken het vaakst lid zijn van verschillende bedrijvenclubs. Hierin verschillen de regio’s nauwelijks. De centrale positie van dienstverlenende bedrijven is waarschijnlijk te verklaren door de sterke regionale oriëntatie van deze bedrijven. De clubs zijn voor hen een manier om klanten te werven en om contact met hen te onderhouden. Producerende bedrijven zijn vaak gericht op een veel groter gebied. Daarom zijn klanten uit de regio voor hen minder belangrijk. Het zou kunnen dat deze bedrijven daarom minder belang hechten aan meerdere lidmaatschappen. Ook bedrijfsgrootte speelt een rol. Grote bedrijven zijn vaker lid van een regionale bedrijvenclub dan kleine bedrijven. Tabel 7. Top 10 van meest centrale bedrijven in regionale netwerken Arnhem-Nijmegen
1
Damsté Advocaten (vestiging Enschede)
1
ING Bank
2
Ten Hag Groep B.V.
2
ABN AMRO Bank N.V.
3
Kamer van Koophandel Oost Nederland
3
Ernst & Young
4
Koninklijke Grolsch N.V.
4
GIBO Groep Accountants & Adviseurs
5
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
5
SNS Bank Arnhem
6
ROC van Twente
6
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
7
Deloitte Accountants B.V.
7
Guijt Makelaardij
8
Dura Vermeer Bouw Hengelo BV
8
SITA Recycling Services
9
Thales Nederland B.V.
9
Dura Vermeer Infra BV Zuid-Oost
10
De Twentsche Courant Tubantia B.V.
10
CMS Derks Star Busmann
55
Twente
III
Netwerken in Twente
6. Speur- en automatiseringsbranche Kennisintensieve bedrijvigheid wordt gezien als een kansrijke sector in Twente. Speur- en ontwikkelingswerk en automatisering maken hiervan deel uit. Daarom wordt ingezoomd op deze samengenomen branches. Voor beide branches hebben wij vastgesteld welke rol lidmaatschappen van bedrijvenclubs spelen. Hiertoe zijn bedrijven geselecteerd met meer dan drie werknemers. In Twente zijn dit 193 bedrijven, in Arnhem-Nijmegen 222. Voor deze bedrijven is vastgesteld van welke van de bedrijvenclubs ze lid zijn. De clubs (blauw) en de bedrijven (rood) worden weergegeven in figuur 4 en 5.
De netwerken van de geselecteerde bedrijven blijken sterk te verschillen. De geselecteerde bedrijven in Twente zijn veel vaker lid van een bedrijvenclub dan de bedrijven in de selectie voor Arnhem-Nijmegen. In figuur 4 is bovendien te zien dat TKT en IKT een belangrijke verbindende rol spelen in het Twentse netwerk. Dit verklaart een deel van de overlap in het algemene netwerk. In figuur 5 is te zien dat de mate van overlap in het Arnhem-Nijmeegse netwerk veel minder sterk is. Het netwerk is niet volledig verbonden en bestaat uit zes eilanden van clubs. Tabel 9. Netwerkkenmerken Twente
Figuur 4. Netwerk van speur- en automatiseringsbedrijven in Twente
Totaal aantal bedrijven
193
222
9
8
Aantal bedrijven in netwerk
53
18
Aantal lidmaatschappen
81
20
Aantal lidmaatschappen per participerend bedrijf
1,53
1,11
Percentage leden
27%
8%
Aantal clubs
56 Figuur 5. Netwerk van speur- en automatiseringsbedrijven in Arnhem-Nijmegen
Arnhem-Nijmegen
Van de 193 geselecteerde bedrijven in Twente blijken er 53 lid te zijn van één of meer regionale bedrijvenclubs (zie tabel 9). Daarmee is in Twente 27% van de geselecteerde bedrijven lid van een club. Het gemiddelde aantal lidmaatschappen van deze bedrijven is 1,53. Van de 222 geselecteerde bedrijven in de regio Arnhem-Nijmegen zijn slechts achttien bedrijven lid van één of meer bedrijvenclubs. Dit komt neer op een percentage van 8%. Het gemiddelde aantal lidmaatschappen van bedrijven in dit netwerk is 1,11. In Tabel 10 staan de meest centrale speur- en automatiseringsbedrijven in beide regio’s vermeld.
Twente
Arnhem-Nijmegen
1
Indes Production Management
1
DO IT-Online
2
Innovadis B.V.
2
Didata Automatisering B.V.
3
3 T B.V.
3
Holland Info B.V.
4
Axis Media-Ontwerpers B.V.
4
Microfori B.V.
5
IT Oost Nederland
5
Bogaarts Nederland B.V.
6
Quality On-Line B.V.
6
AKZO Nobel Systems
7
Iact B.V.
7
Ferox Information Technology B.V.
8
Proftech B.V.
8
KILAU projects/management
9
SOV Interactief
9
Netcreators B.V.
10
Gladior B.V.
(op basis van aantal lidmaatschappen)
10
Logica cmg Nederland B.V.
Conclusie 3 Het netwerk binnen de speur- en automatiseringsbranche is in Twente groter dan in ArnhemNijmegen. 27% van de Twentse speur- en automatiseringsbedrijven is lid van een bedrijvenclub. Van de Arnhem-Nijmeegse bedrijven is dit 8%. Dit bevestigt de eerdere conclusie dat bedrijvenclubs een grotere rol spelen in Twente dan in Arnhem-Nijmegen. Een andere belangrijke constatering is dat een groot deel van de bedrijven niet lid is van een bedrijvenclub. In Twente is 73% van de bedrijven in de geselecteerde branches niet actief in een bedrijvenclub, in Arnhem-Nijmegen is dit 92%. Deze cijfers bieden een beter beeld dan de eerder gepresenteerde percentages voor de algemene netwerken. De geselecteerde bedrijven zijn allemaal actieve bedrijfsvestigingen met meer dan drie werknemers. De percentages maken duidelijk dat een lidmaatschap van een bedrijvenclub door een groot deel van de bedrijven blijkbaar niet belangrijk wordt gevonden. Een belangrijke vraag blijft wat het effect van de netwerken is op de prestaties van bedrijven. Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Enerzijds worden positieve effecten toegeschreven aan lokale netwerken. Anderzijds wijzen verschillende onderzoekers op het risico van geslotenheid van netwerken. Zij benadrukken dat juist voor kennisintensieve bedrijven contacten buiten de regio van groot belang zijn. Hier biedt dit onderzoek echter geen uitsluitsel over. De Universiteit Twente onderzoekt momenteel de relatie tussen netwerken en prestaties van bedrijven.
57
Tabel 10. Top 10 meest centrale speur- en automatiseringsbedrijven
In het dagelijks leven is Willy Pigge directeur van De Groot Vroomshoop, een bedrijf gespecialiseerd in industriële bouw voor de permanente en semi-permanente huisvesting en toelevering van daken, gevels, bergingen en gelijmd hout. Zijn bedrijf is gevestigd aan de rand van het industrieterrein aan het Zwolsekanaal. Sinds twee jaar leidt Pigge ook als voorzitter de IKVO, Industrie Kring Vroomshoop en Omstreken. Gezamenlijke inkoop ‘Een éénpitter,’ zegt Willy Pigge, ‘kan geen voorzitter zijn. Wanneer je kringen als de IKVO innovatief wilt leiden, heb je namelijk veel binding en invloed nodig.’ De Vroomshoopse ondernemerskring heeft 45 leden. De IKVO (jaarcontributie 200 euro) heeft indertijd Bedrijven Belang Vriezenveen (BBV) benaderd om samen te gaan, maar het BBV heeft hier niet voor gekozen omdat de IKVO, anders dan in Vriezenveen, verschil wil maken tussen het bedrijfsleven en de detailhandel. De gemeente Twenterand onder leiding van burgemeester Koetje (Vroomshoop, Den Ham, Westerhaar, Vriezenveen) is een actief lid en profiteert graag mee van het gezamenlijk beheer van afvalstromen, de gezamenlijke inkoop van energie, beveiligingsdiensten, Arbo-diensten, kantoorartikelen, uitzenddiensten en tuinonderhoud. Dat grote voordeel door collectief inkopen en gezamenlijk beheer past precies in het straatje van de IKVO: ‘Alles,’ zegt Pigge, ‘moet gericht zijn op voordelen voor het bedrijfsleven en we moeten niets nalaten om dat te bevorderen. Je moet afdwingen dat de neuzen dezelfde kant op wijzen. Dat kan door enthousiasme. Ook opleiding, scholing en contacten met het onderwijs doen we samen. Op het moment maken we een film om de scholen in de buurt te laten zien wat voor bedrijven hier zitten; zo krijgen we hopelijk meer personeel dat toegerust is voor de Vroomshoopse bedrijven.’
Willy Pigge is voorzitter van de Industrie-
Nuchter, Vroomshoops ‘We bestaan als IKVO in deze vorm sinds 1990. Ik kan niet anders zeggen dan dat het een succesverhaal is. Vanuit het bestuur is er per project één trekker. De leden voeren het uit. Onze club is als een onderneming opgezet: het geld moet terugvloeien in de kas van de leden. Neem als voorbeeld dit industrieterrein, Linderflier. Wij betalen als leden tot aan de grens van het terrein, we betalen niet mee voor onderhoud van gemeentegrond. De gemeente maakt wel beheersplannen voor dat groen maar als het bedrijfsleven niet meer investeert aan die grenzen, sluit de gemeente zich zo aan bij dat beleid. De samenwerking met de gemeente is prima: over zulke zaken overleggen we, de lijnen zijn kort. Op onze bijeenkomsten -vier keer per jaar- zijn de laatste jaren altijd de burgemeester, een wethouder en twee ambtenaren aanwezig. De burgemeester meldt zich af als hij niet kan. Daar zijn we best trots op. De sfeer onder de leden is nuchter, Vroomshoops, met beide benen op de grond. Ze draaien er niet om heen. Wie niet betrokken is, wordt niet opgenomen in de groep.’
Netwerken, hoe doe je dat?
kring Vroomshoop en omstreken. Een club ondernemers die met opmerkelijk veel succes samenwerken. De broodnuchtere voorzitter weerspiegelt het beleid: afspraak is afspraak en profijt voor de leden moet voorop staan.
Afdwingen dat de neuzen dezelfde kant op wijzen
III
Netwerken in Twente
59
7. Algemene conclusie - Twente heeft meer bedrijvenclubs met meer leden dan de regio Arnhem-Nijmegen. - De gemiddelde grootte van Twentse bedrijvenclubs is groter dan die in de regio ArnhemNijmegen. - Het Twentse netwerk is dichter dan het netwerk van Arnhem-Nijmegen. - De meest centrale bedrijven zijn in beide regio’s vooral dienstverleners en grotere bedrijven. - Netwerken kunnen positieve effecten hebben, maar kunnen ook verstikkend werken. Voor kennisintensieve bedrijven zijn externe contacten van groot belang. Een te sterke focus op de eigen regio kan betekenen dat andere kansen niet worden opgemerkt. - Een meerderheid van de bedrijven is niet lid van een regionale bedrijvenclub. Regionale politici en beleidsmakers moeten daarom oppassen zich niet uitsluitend te richten op bedrijvenclubs en hun leden.
De netwerkcadeautjes zijn studentikoos verspreid in zijn kantoor: een Russisch wandbord, een roze spaarvarken, T-shirts op kapstokjes, een foto van een lingeriewinkeltje, Corseteria Gamiz. Theodor van der Velde (56) zit op zijn praatstoel. ‘Wat is de waarde van een netwerk? Mensen worden zich bewust van de kracht van verbinden, zelfs van delen van verdriet. Business-wise denken: ondernemers bestaan bij de gratie van het verminderen of opheffen van de spanning tussen vraag en aanbod. Ze reduceren onzekerheid. Ondernemers maken normen met elkaar, ze leren van andermans onzekerheidsreductiegedrag. In een netwerk durf je te luisteren en durf je te geven. Ja, ja, je praat met een idealist. Ik ben een fervent aanhanger van doen wat je wilt. Dan word je namelijk goed. In een netwerk leer je de mores van het gunnen, je kunt er veilig leren. Mijn bestaan hier is het verleiden tot ondernemerschap in een buitengewoon onzekere omgeving. Dat is een zó spannend spel! Wij moeten die thrill handen en voeten geven.’ Natuurlijke aansluiting Van der Velde is met zijn collega's de grote steun en toeverlaat van de Saxion-studenten die een eigen bedrijf willen opzetten, tijdens hun studie of daarna. Voor deze Young Business Professionals is het Saxion Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap zowel een thuishaven als een broedplaats. Maar Theodor van der Velde vindt absoluut dat zijn studenten het zelf moeten doen. Van pamperen is geen sprake: ‘Ik heb een heilig geloof in jonge mensen. Ik heb ook gevraagd of het bestuur van zes studenten mij wil besturen in plaats van andersom. Ik krijg als het ware vragen en opdrachten van ze.’ YBP is een club van jonge honden met veel ambitie, vol bevlogenheid om een succesvol ondernemer te worden. Dankzij het startersfonds Speed kunnen student-ondernemers beginnen met een renteloos beginkapitaal. YBP bestaat vanaf april 2005 en heeft inmiddels 350 leden. Daarvan heeft een derde deel een eigen bedrijf. De studenten zijn afkomstig van allerlei studierichtingen maar toch vooral uit de academies Economie en Hospitality. Eén keer per maand is er een studenten-onderwijscafé, er zijn ondernemers-netwerkavonden waarbij men probeert aan te sluiten bij de klanten die de studenten hebben. Ook gaan de YBP naar beurzen, bijvoorbeeld de Nationale Innovatiebeurs. Theodor van der Velde: ‘Wat ik wil, is een natuurlijke aansluiting bij de wereld waarin ze in het echt moeten netwerken, ik wil dat ze geïnspireerd raken door bijvoorbeeld bovenregionale vertegenwoordigers van besturen. Daar kunnen wij in bemiddelen. Ach, het liefst zou ik ze op zo'n netwerkavond bij de deur allemaal even knuffelen… Er is een veranderende wereld. Waar blijf je je aansluiting vinden? Daar draait het om. Ik zie gelukkig heel veel enthousiasme en het leuke van YBP is: je moet netwerken. Er zijn jonge mensen die zeggen: ik ben zó blij dat jullie er zijn!’
Theodor van der Velde (54) is directeur van het Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap van Saxion Hogescholen. Hij begeleidt studenten die ondernemer willen worden. Ze hebben zich verenigd in een netwerk voor student-ondernemers, de Young Business Professionals. Met groot enthousiasme, van de studenten en
Netwerken, hoe doe je dat?
van Theodor van der Velde en zijn collega's…
Knuffelen bij de voordeur
Verantwoording van de bronnen
Colofon
De Twente Index 2007 is gebaseerd op (cijfer)materiaal dat uit tal van bronnen afkomstig is. Wij volstaan hieronder met een alfabetische opgave van de belangrijkste organisaties waarvan wij recente documenten hebben geraadpleegd en gebruikt.
De Twente Index is een uitgave van de Stichting Twente Index, te bereiken via www.twente-index.nl Via de website kunt u reageren op de Twente Index of vragen stellen.
Actuele Onderwerpen American Sociological Review Arbeidsmarktprognose Overijssel Atlas voor Gemeenten Buck Consultants International Bureau Louter Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Planbureau Centrum voor Werk en Inkomen De Roskam DTZ Zadelhoff Economisch Bureau ABN-Amro Economisch Bureau ING Bank EIM Onderzoek voor Bedrijf en Beleid Elsevier Erasmus Universiteit Rotterdam E,til Europese Commissie Innovatieplatform Twente I&O Research Kamer van Koophandel Oost Nederland Ministerie van Economische Zaken Nederlands Economisch Instituut / Ecorys Nederlands Instituut voor Kennisintensief Ondernemerschap Netwerkstad Twente Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Organization for Economic Cooperation and Development Provincie Overijssel Rabobank Regio Twente Regionaal Platform Arbeidsmarkt Ruimtelijk Planbureau Saxion Hogescholen Stec Groep Stichting Vastgoedrapportage Twente Stuurgroep Economische Ontwikkeling Twente Technopolis Twentsche Courant Tubantia Universtiteit van Tilburg Universiteit Twente VNO-NCW Midden
Tekst basisindicatoren: Anne van der Veen (Universiteit Twente) Marco Krijnsen (Krijnsen Tekst En) Tekst special ‘netwerken’: Johannes Boshuizen & Anne van der Veen (Universiteit Twente) Bewerking statistische gegevens: Bart Riesewijk (Oost NV)
Interviews/teksten bij foto’s: Abels Taalzaken/Paul Abels Ontwerp: SOV Concept en Vormgeving, Losser Hans Vollenbroek Druk: PlantijnCasparie, Zwolle Begeleiding productie, communicatie en eindredactie: Dienst Interne en Externe Betrekkingen, Saxion Hogescholen Rob Gregorowitsch (Kamer van Koophandel Oost Nederland) Algehele projectleiding: Ada Uuldriks-Wullink (Oost NV)
61
Fotografie: Johan Ghijsels, Enschede
62