TELNET
MTSO-INFO 2
NILS NEYT
KOEN PEPERMANS 1999
Faculteit PSW – Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (
[email protected]) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax : +32 (03) 820.28.82
MTSO-INFO
Documenten in de reeks MTSO-INFO werden geschreven door leden van de vakgroep MTSO (Methoden en Technieken van het Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek) met als doel op een heldere en eenvoudige manier bepaalde thema's van onderzoeksmethoden en computergebruik uit te leggen. De thema’s sluiten aan bij analysetechnieken of softwareprogramma’s die gebruikt worden aan de Faculteit PSW van de Universiteit Antwerpen. Vermits sommige documenten door andere leden van de Universiteit Antwerpen of daarbuiten nuttig kunnen zijn, worden deze gratis online aangeboden op http://www.ua.ac.be/mtso. Het downloaden en verspreiden van deze documenten is toegestaan mits correcte bronvermelding.
WAARSCHUWING: De documenten worden slechts sporadisch bijgewerkt. Dit heeft repercussies voor die documenten die slaan op software. De auteurs hebben niet de bedoeling om bij het uitkomen van nieuwe versies van programma’s steeds het hele document te herschrijven. Daarom dient de lezer er rekening mee te houden dat het document steeds slaat op de softwareversie zoals deze bij het uitkomen van het MTSO-INFO document gangbaar was.
TELNET Inhoud
1 ALGEMENE BEGINSELEN...................................................................................................................... 2 1.1 PROTOCOL ............................................................................................................................................... 2 1.2 SOFTWARE ............................................................................................................................................... 2 2 EEN TELNET-SESSIE NAAR GINS......................................................................................................... 3 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4
Stap 1: Een Telnet-sessie starten ............................................................................................... 4 Stap 2: Inloggen op de UIA-server ............................................................................................ 4 Stap 3: Werken in UNIX ............................................................................................................ 6 Stap 4: Uitloggen op de UIA-server .......................................................................................... 6
© MTSO – INFO / UA - FPSW
2
1 Algemene beginselen 1.1 Protocol Telnet is een protocol waarbij lokaal op een afgelegen toestel wordt gewerkt. Dat wil zeggen dat de gebruikersinput op het lokale toestel ingegeven wordt en dat de gebruikersoutput eveneens op het lokale toestel zal verschijnen, maar dat de tussenliggende verwerking op het afgelegen toestel gebeurt. Eveneens eigen aan Telnet is dat de input in zijn meest ruwe vorm aan het afgelegen toestel doorgegeven wordt: er gebeurt niets meer dan het versturen van een reeks op elkaar volgende commando's. 1.2 Software Om van het Telnet–protocol gebruik te kunnen maken, dient de gebruiker een beroep te doen op gespecialiseerde software. In de veronderstelling dat de lokale computer onder het Windows-besturingssysteem draait, staat de gebruiker standaard een rudimentair programma ter beschikking dat als onderdeel van de netwerkfaciliteiten van het besturingssysteem geïnstalleerd wordt: Microsoft Telnet.
Naast dit zeer eenvoudige programma bestaan nog vele varianten binnen de Telnet-applicaties. Sommigen daarvan zijn gratis (freeware), de meesten zijn echter pas na betaling volwaardig te gebruiken (demo's, shareware of trialware). De grotere functionaliteit van die applicaties schuilt in de opmaakmogelijkheden en het gebruikersgemak. Onder dat laatste wordt het gebruik van functietoetsen, de uitgebreide instelbaarheid van kleuren en lettertypen en het overzicht van afgelegen computers verstaan.
© MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
3 2 Een Telnet-sessie naar Gins Het Telnet-protocol kan niet losgedacht worden van het besturingssysteem UNIX, dat speciaal bedoeld is voor netwerken en het werken vanop afstand. UNIX werd op het einde van de jaren zestig ontworpen door Ken Thompson en Dennis Ritchie van Bell Laboratories. Beide programmeurs ontwikkelden eerst de programmeertaal B, die al snel opgevolgd werd door de programmeertaal C waarmee UNIX ontworpen werd. Gaandeweg ontstonden twee stromingen van UNIX: het commerciële "System V" dat door AT&T uitgebaat werd en het educatieve "BSD" dat door Bell Labs uitgebaat werd. Tegenwoordig verdelen een zestal grote bedrijven elk hun eigen versie van UNIX: Sun Microsystems (SPARC), Data General (AVION), IBM (RS6000 AIX), Hewlett Packard, Santa Cruz Organization (SCO) en Digital Equipment Corporation (DEC). Een elementaire kennis van de basisvaardigheden binnen het UNIXbesturingssysteem is onontbeerlijk (zie MTSO-INFO nr 3). De PSW-server met als canonische naam "Gins"1 draait op het besturingssysteem UNIX, meer bepaald op de DEC-variant "Digital UNIX" (cfr. supra). Hieronder volgt ter illustratie een overzicht van de voornaamste systeemkenmerken van Gins: Kenmerk
Gins
Processor
Alpha 233 MHz
Intern geheugen
256 Mb RAM
Harde schijven
2 Gb SCSI (2 exemplaren) 4 Gb SCSI (4 exemplaren) 9 Gb SCSI (2 exemplaren)
Overige hardware
CD-ROM & Tape streamer
Besturingssysteem
Digital UNIX 4.2
Samen 36 Gb SCSI
UNIX is zoals gezegd een netwerkbesturingssysteem. Als zodanig draait het enkel op krachtige servers en is het niet bedoeld om op standalone PC's of workstations geïnstaleerd te worden2. Als netwerkbesturingssysteem beantwoordt UNIX aan een drietal grote kenmerken: •
1 2
Multi-user: Meerdere gebruikers kunnen (gelijktijdig) op het UNIX-systeem
werken. Aan elk van die gebruikers kunnen bovendien meer of minder werkingsmogelijkheden of vergunningscodes verleend worden (cfr. infra). Van de multi-user omgeving zal een individuele gebruiker niet veel te
Naar Gins wordt ook wel met synoniemen als "hgins", "psws" of "DEC" verwezen. In het begin van de jaren 90 ontwierp de Finse programmeur Linus Torvalds samen met een aantal zogenaamde "hackers" wel een standalone variant op UNIX: Linux. Dit besturingssysteem wordt volledig gratis op Internet verspreid en is bezig aan spectaculaire opmars in de wereld van de besturingssystemen. © MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
4
•
•
merken. Het meest evidente voordeel is misschien de MAIL functie die toelaat boodschappen van gebruiker naar gebruiker te sturen of nog het feit dat gegevens (gelijktijdig) voor meerdere personen bereikbaar zijn. Multi-tasking: Het UNIX-systeem kan meerdere programma's gelijktijdig laten lopen. Dit betekent dat enerzijds meerdere gebruikers eenzelfde programma kunnen uitvoeren, maar dat anderzijds eenzelfde gebruiker ook meerdere programma's tegelijk kan laten lopen. Eender welk proces kan naar de achtergrond verschoven worden door er een "&"-teken achter te zetten. Let wel, de eventuele output van het proces kan nog steeds op het scherm verschijnen. Bovendien worden alle processen van een gebruiker stopgezet op het moment dat deze uitlogt. Hiërarchische directorystructuur: Bestandsbeheer op het UNIX-systeem wordt als zodanig vlot mogelijk gemaakt, zowel door de individuele gebruikers als door de systeembeheerder.
2.1.1 Stap 1: Een Telnet-sessie starten Zoals reeds vermeld, dient de gebruiker over speciale Telnet-software te beschikken om van het Telnet-protocol gebruik te kunnen maken. Op UIA wordt daarvoor één van de meer geavanceerde programma's gebruikt: QVT/Term van QPC Software. Dit programma werkt zoals de meeste andere Telnet-applicaties. Eens het programma opgestart is, dient de gebruiker een host op te geven, waarmee aan de hand van het Telnet-protocol zal gedialogeerd worden. De gebruiker kiest daarvoor "Open" in het "File"-menu. Aan de rechterkant van het daarop verschijnende venster krijgt de gebruiker een aantal mogelijke configuraties (hosts en opmaak), die het vaakst gebruikt worden op het departement. Het staat de gebruiker uiteraard ook vrij een andere host op te geven in het "Host Name"-venster aan de linkerzijde.
2.1.2 Stap 2: Inloggen op de UIA-server Het meest voor de hand liggend als Telnet-sessie is in te loggen op Gins en gebruik te maken van de eigen login, die bij de inschrijving aan de UIA werd © MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
5 toegekend. Die login geeft iedere gebruiker het recht op een bepaalde schijfruimte op Gins. Elke gebruiker heeft het beheer van die gereserveerde ruimte zelf in handen, onder meer door gebruik te maken van het Telnet-protocol en de geijkte UNIX-commando's. Om in te loggen op Gins geeft de gebruiker ofwel als host Gins op (IP-nummer: 143.169.5.2), ofwel selecteert hij de configuratie PSWS. In beide gevallen krijgt de gebruiker dan de vraag naar een login, die toegang verschaft tot de UNIX-server. Hier vult de gebruiker dan de login die hem bij de inschrijving op UIA werd toegekend. Vervolgens verschijnt de vraag naar een paswoord. Dit paswoord is onlosmakelijk verbonden met de daarboven opgegeven login en verschijnt tijdens het intypen niet op het scherm. Dit paswoord dient onmiddellijk na de login ingegeven te worden en is niet zichtbaar op het scherm. Om te beletten dat andere, eventueel kwaadwillende gebruikers gegevens kunnen raadplegen of eventueel bestanden verwijderen, is het belangrijk dat de gebruiker zorgvuldig omspringt met het paswoord. Om de login en het paswoord in te geven, krijgt de gebruiker 240 seconden de tijd. Wanneer deze vier minuten verstreken zijn zonder dat de gebruiker login en paswoord ingegeven heeft, wordt de verbinding automatisch verbroken.
Pas als Gins login en paswoord herkend en aanvaard heeft, krijgt de gebruiker toegang tot de UNIX-server. Vlak na de inlogprocedure verschijnen berichten van algemene aard op het scherm: of men al dan niet post heeft, wanneer voor het laatst ingelogd werd, of de toegewezen ruimte niet overschreden wordt, enz. Uiteindelijk verschijnt op het scherm de UNIX-prompt in de vorm van een dollarteken ($). Dit wil zeggen dat de gebruiker nu achter de prompt bevelen kan opgeven, die de UNIX-server zal vertalen naar uit te voeren bewerkingen. Achter de prompt kunnen meerdere bevelen tegelijk ingegeven worden, mits ze gescheiden worden door een punt komma (;). De uitvoering van een bevel kan op elk moment verhinderd worden door CTRL+C in te drukken. © MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
6
2.1.3 Stap 3: Werken in UNIX Voor de meeste gebruikers is het besturingssysteem UNIX totaal onbekend. Het lijkt ons dus aangewezen in aparte MTSO-INFO (nr 3) een inleiding te geven tot dit besturingssysteem waarbij vooral de meest elementaire UNIX-commando's even op een rijtje worden gezet. Vooraf nog even vermelden dat UNIX - in tegenstelling tot DOS - steeds het onderscheid maakt tussen grote en kleine letters (case sensitive). Praktisch alle standaardbevelen moeten in kleine letters ingegeven worden. Ook bij bestandsnamen maakt UNIX een onderscheid tussen grote en kleine letters. 2.1.4 Stap 4: Uitloggen op de UIA-server Belangrijk is dat de verbinding met het werkstation op een regelmatige manier verbroken wordt. Het volstaat immers niet de Telnet-applicatie te sluiten om eveneens de verbinding met de host te verbreken. De gebruiker ziet na het afsluiten van de applicatie weliswaar geen prompt meer, maar op de achtergrond is de Telnet-sessie nog steeds actief. De sessie moet daarom steeds expliciet beëindigd worden door ofwel CTRL+D in te geven aan de UNIX-prompt, ofwel het commando "exit" in te typen. Pas daarna mag de Telnet-applicatie afgesloten worden.
© MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
7
© MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/