WEBENQUÊTES
MTSO-INFO 31
BRITT DEHERTOGH KOEN PEPERMANS 2003
Faculteit PSW – Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (
[email protected]) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax : +32 (03) 820.28.82
MTSO-INFO
Documenten in de reeks MTSO-INFO werden geschreven door leden van de vakgroep MTSO (Methoden en Technieken van het Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek) met als doel op een heldere en eenvoudige manier bepaalde thema's van onderzoeksmethoden en computergebruik uit te leggen. De thema’s sluiten aan bij analysetechnieken of softwareprogramma’s die gebruikt worden aan de Faculteit PSW van de Universiteit Antwerpen. Vermits sommige documenten door andere leden van de Universiteit Antwerpen of daarbuiten nuttig kunnen zijn, worden deze gratis online aangeboden op http://www.ua.ac.be/mtso. Het downloaden en verspreiden van deze documenten is toegestaan mits correcte bronvermelding.
WAARSCHUWING: De documenten worden slechts sporadisch bijgewerkt. Dit heeft repercussies voor die documenten die slaan op software. De auteurs hebben niet de bedoeling om bij het uitkomen van nieuwe versies van programma’s steeds het hele document te herschrijven. Daarom dient de lezer er rekening mee te houden dat het document steeds slaat op de softwareversie zoals deze bij het uitkomen van het MTSO-INFO document gangbaar was.
WEBENQUÊTES Inhoud
1 INLEIDING .................................................................................................................................................. 2 1.1 WAT IS EEN WEBENQUÊTE? ..................................................................................................................... 2 1.2 VOOR- EN NADELEN VAN EEN WEBENQUÊTE ........................................................................................... 4 2 WEBPAGINA’S SCHRIJVEN MET HTML ............................................................................................ 5 2.1 WAT IS HTML?....................................................................................................................................... 5 2.2 ENKELE BASISBEGINSELEN ...................................................................................................................... 6 2.3 HET PROGRAMMA FRONTPAGE .............................................................................................................. 10 3 PHP.............................................................................................................................................................. 11 3.1 WAT IS PHP?......................................................................................................................................... 11 3.2 ENKELE BASISBEGINSELEN .................................................................................................................... 11 4 EEN WEBENQUÊTE MAKEN................................................................................................................ 12 4.1 STAP1: EEN VRAGENLIJST OPSTELLEN .................................................................................................. 13 4.2 STAP2: STATISCHE VRAGENLIJST IN FRONTPAGE ................................................................................. 13 4.2.1 Basisprincipes van Frontpage ................................................................................................. 13 4.2.2 Het formulier ........................................................................................................................... 19 4.3 STAP3: DYNAMISCHE VRAGENLIJST MET PHP ..................................................................................... 35 4.3.1 Hernoemen document .............................................................................................................. 36 4.3.2 Aanpassen aanhalingstekens ................................................................................................... 36 4.3.3 Print-instructie invoegen ......................................................................................................... 37 4.3.4 Vervangingsopdrachten........................................................................................................... 39 4.3.5 Begin en einde van het document ............................................................................................ 39 4.3.6 De webenquête in schermen delen........................................................................................... 39 4.3.7 Vorm formulier verwijderen .................................................................................................... 43 4.3.8 Velden definiëren..................................................................................................................... 43 4.3.9 Een uitgewerkt voorbeeld ........................................................................................................ 44 4.4 EEN BEDANKPAGINA AANMAKEN .......................................................................................................... 51 4.5 DE WEBENQUÊTE UITTESTEN ................................................................................................................. 51 4.6 WEBENQUÊTE AAN DATABESTAND KOPPELEN EN ONLINE ZETTEN ........................................................ 52
© MTSO – INFO / UA - FPSW
2
1 Inleiding In sociaal-wetenschappelijk onderzoek wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de enquête als onderzoeksinstrument. Door de verspreiding van het internet-gebruik en de uitgebreide communicatie via e-mail is een bijkomende vorm van surveyonderzoek ontwikkeld: de webenquête. Het maken van een webenquête is evenwel complexer dan een papieren enquête en vereist normaal gezien een basis aan programmeerkennis. Omdat niet iedereen even vertrouwd is met programmeren zal in deze MTSO-handleiding stap voor stap de opbouw van een webenquête toegelicht worden. De bedoeling van dit werk is niet een cursus programmeren te bieden, maar een overzicht van alle fasen die je moet doorlopen om een vragenlijst van een papieren naar een elektronische versie om te zetten. Er zullen telkens stukken programmeerwerk aangeboden worden die rechtstreeks overgenomen kunnen worden, mits de nodige kleine aanpassingen, zodat ook programmeerleken een webenquête kunnen creëren. Het ontwikkelen van een webenquête verloopt in drie fasen. In eerste instantie zal de gebruiker de vragen moeten opstellen. Vervolgens dient een webenquête in HTML-code ontworpen aan de hand van het gebruiksvriendelijke programma Frontpage. Tot slot moet dit ontwerp omgezet worden naar een PHP-programma om een aantal extra functies te kunnen gebruiken. 1. Vragenlijst opstellen 2. Statische webenquête via Frontpage 3. Dynamische webenquête in PHP In delen 2 en 3 zal uitvoerig ingegaan worden op de betekenis en het doel van deze stappen en de gehanteerde begrippen. In het praktische deel (deel 4) wordt uitgelegd hoe je aan de slag kan. 1.1 Wat is een webenquête? Een webenquête is een vragenlijst die door de respondenten online ingevuld kan worden. Een aangepaste opmaak zal ervoor zorgen dat de respondent op een eenvoudige en snelle manier de vragenlijst elektronisch kan invullen. In plaats van pen en papier te gebruiken, worden de vragen ingevuld met de muis en het toetsenbord. De respondent opent de webenquête door op de link te klikken die de onderzoeker heeft aangeboden en zal na het invullen van de vragenlijst de resultaten kunnen opsturen naar de onderzoeker met een eenvoudige muisklik.
© MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
3
Een meer courante naam voor een reeks vragen die op een website gesteld worden aan de bezoeker is een formulier. De meeste programma’s hanteren deze benaming in plaats van webenquête of e-enquête. Formulieren (forms) worden gebruikt om de bezoeker van een site de mogelijkheid te bieden informatie in te voeren en te verzenden. Het kan daarbij gaan om bijvoorbeeld het geven van een reactie, het aanmelden als abonnee, het plaatsen van een bestelling en uiteraard het invullen van een wetenschappelijke enquête. Er bestaan twee typen van formulierverwerking: een statisch en een dynamisch formulier. Deze indeling is gebaseerd op een tweedeling van webpagina’s: clientsided en server-sided (zie tabel Tabel 1). Tabel 1: Soorten webpagina’s en webenquêtes
Webpagina
Webenquête
Taal
Client-sided
Statische webenquête
HTML, Javascript, …
Server-sided
Dynamische webenquête
PHP, ASP, …
Programma
Frontpage, Texteditor (Wordpad, UltraEdit,..) Texteditor (Wordpad, UltraEdit, …)
Bij de client-sided vorm wordt de pagina verzonden vanaf de server1 en daarna kunnen bijna geen veranderingen meer aangebracht worden aan de pagina. 1
Een server is een computer die diensten levert aan meerdere computers (clients) in een netwerk. Een netwerk is een verzameling van onderling verbonden computers. De omvang van een netwerk is variabel en kan gaan van een lokaal netwerk (LAN) zoals in een bedrijf tot een wereldwijd netwerk (WAN) zoals het Internet. Naargelang het soort dienst dat de server verleent spreekt men bijvoorbeeld van een file server of een program server waarbij respectievelijk bestanden en programma’s die op de server staan, beschikbaar zijn voor alle andere clients in het netwerk. Webservers zijn computers die webpagina’s ter beschikking stellen aan andere computers in het netwerk. Wanneer men een webpagina op het Internet wil tonen zal deze dus op een webserver geplaatst moeten worden. © MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
4 Client-sided programmeertalen zijn bijvoorbeeld HTML (zie deel 2) en Javascript2. Ze laten weinig tot geen interactie toe aan de gebruikers van de webpagina’s. De server-sided webpagina’s maken interactie tussen server en gebruiker wel mogelijk. De server maakt aan de hand van de gegevens die de gebruiker invoert een pagina en verstuurt die dan pas terug naar de gebruiker. Op een server-sided pagina kan bijvoorbeeld de naam van de bezoeker gevraagd worden. De site kan de bezoeker begroeten met de opgegeven naam, doordat deze naam doorgegeven wordt aan de server. Er zijn verschillende technieken voorhanden om dynamische server-sided pagina’s te maken, waarvan PHP (zie 3) en ASP de belangrijkste vormen zijn. Indien gewerkt wordt met een client-sided webpagina is het webformulier statisch. Dit wil zeggen dat de gebruiker de vragenlijst invult en in die vorm terugstuurt naar de onderzoeker. De onderzoeker krijgt de vragenlijst teruggestuurd en zal de nodige stappen moeten ondernemen om de ingevulde gegevens in een databestand te zetten. In plaats van de vragen en antwoorden op papier te ontvangen zoals bij een geprinte enquête krijgt de onderzoeker zijn elektronisch formulier terug ter beschikking. Het verdere verloop van de data-invoer verloopt echter analoog aan een papieren enquête. De antwoorden moeten nog steeds handmatig ingevoerd worden in een databestand. Een statische vragenlijst kan volledig gemaakt worden via het zeer gebruiksvriendelijke programma Frontpage dat de instructies omzet naar HTML-code. Je hoeft niets van programmeren te kennen om met dit programma een webpagina of enquête te maken. Met een server-sided webpagina zijn de mogelijkheden veel groter. Een
dynamische vragenlijst kan de antwoorden rechtstreeks in een databestand
zetten. Dit wil zeggen dat de verkregen gegevens niet meer hoeven ingevoerd te worden. Invoer is een zeer tijdrovende bezigheid. Het nut van een dynamische webenquête ligt dan ook vooral in het besparen van tijd. Een bijkomend voordeel is de mogelijkheid die de onderzoeker krijgt om de enquête te verdelen over verschillende schermen. Een statische pagina geeft een lange lijst met alle vragen onder elkaar. De respondent heeft, doordat de volledige vragenlijst zichtbaar is, een exact beeld van het aantal vragen dat nog ingevuld moet worden. Een dynamische pagina laat toe om de vragenlijst te knippen in deelschermen waardoor de respondent geen idee heeft van het totale aantal vragen. De gebruiker vult telkens een scherm in en klikt door naar het volgende scherm tot het einde van de enquête is bereikt. 1.2 Voor- en nadelen van een webenquête De snelle uitbreiding van het Internet-gebruik heeft ervoor gezorgd dat de webenquête een belangrijk onderzoeksinstrument is geworden. Het gebruik van esurveys gaat echter gepaard met een aantal methodologische problemen. Vooreerst werd in verschillende onderzoeken vastgesteld dat de respons op
2
Een programmeertaal die voornamelijk wordt gebruikt om effecten en functies toe te voegen aan de webpagina. © MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
5 webenquêtes zeer laag ligt3. De responspercentages schommelen rond 20%, wat onvoldoende is. Daarnaast is het selectie-effect van Internet-gebruikers een nadeel van websurveys. Personen die niet over Internettoegang beschikken komen niet in aanmerking voor een onderzoek dat gebruik maakt van een webenquête. Een derde nadeel is het feit dat de meeste mailboxen regelmatig geteisterd worden door junk-mail. Het gevaar bestaat dat de enquête wordt verwijderd uit de mailbox, omdat ze als junk-mail wordt aanzien. Ondanks deze nadelen blijft een webenquête een handig onderzoeksinstrument door de lage kostprijs. Een postenquête opsturen aan een grote groep mensen blijft een probleem voor heel wat onderzoeken vanwege de hoge kosten. Een webenquête vereist meer voorbereiding, maar heeft achteraf het financiële voordeel dat ze kosteloos verspreid kan worden. Naast de lage kosten is ook de mogelijkheid tot koppeling van de vragenlijst aan een databank een groot voordeel. De invoer van data gebeurt rechtstreeks bij het invullen van de enquête en dient achteraf niet meer handmatig te worden gedaan. Tot slot vermelden we dat doorgaans de vragen in e-surveys beter ingevuld worden door de kortere invultijd en de eenvoud. Er is een lage nonrespons op de vragen.4 2 Webpagina’s schrijven met HTML 2.1 Wat is HTML? HTML (HyperText Markup Language) is de taal waarmee webpagina’s worden opgemaakt. Het is een opmaaktaal en niet echt een programmeertaal. Achter elke website die je bekijkt zit een HTML-code die op voorhand is geschreven door de maker. Het document met de HTML-code wordt ook wel eens de broncode genoemd. Door op de rechtermuisknop te drukken op een willekeurige website en Bron weergeven aan te duiden, kan je het brondocument van de meeste webtoepassingen bekijken. De HTML-code wordt vertaald door de Browser. Dit is een softwareprogramma dat in staat is om de taal te lezen en om te zetten in tekst, beeld en geluid. De bekendste browsers zijn Microsoft Internet Explorer en Netscape Navigator.
3
4
Sills S., Song C. (2002), Innovations in survey-research, an application of web-based surveys, Social Science Computer Review, vol20, nr1, pp22-30 Schaefer D., Dillman D., (1998), Development of a Standard E-mail Methodology, Public Opinion Quarterly, vol62, nr3, pp378-391.
© MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
6 Figuur 1: broncode en webtoepassing
Broncode
Webtoepassing
Browser
Een HTML-code wordt opgeslagen met de extensie htm of html. Je hebt geen apart programma nodig om HTML te schrijven. Een texteditor is voldoende om aan de slag te gaan. Gevorderde gebruikers zullen schrijven in een texteditor, maar voor de beginners zijn er een aantal programma’s voorhanden die volgens het WYSIWYG-principe (What you see is what you get) werken zoals Frontpage van Microsoft (zie 2.3). 2.2 Enkele basisbeginselen Net zoals een gewone taal heeft een programmeertaal bouwstenen en grammaticale regels om de bouwstenen aan elkaar te knopen. Deze regels noemt men de syntaxis of syntax. Kennis over de syntax is nodig om in een texteditor te schrijven. Indien je een WYSIWYG-programma gebruikt hoef je in principe de syntaxis niet te kennen. Om toch een beeld te krijgen van de opbouw en inhoud van een HTML-bestand geven we een beknopt overzicht van een aantal voorname codes en basisregels. Deze zullen van belang zijn wanneer de statische vragenlijst geïntegreerd wordt in een PHP-programma. Daar dient immers rechtstreeks ingegrepen te worden in de broncode (zie 4.3). Enkele basisregels: 1. De tekens < en > komen regelmatig terug in een HTML-brontekst. Met deze tekens kan je een onderscheid maken tussen de tekst en de codes. Alle HTML-instructies (codes) worden tussen haakjes gezet, alle tekst die op de website moet verschijnen niet. 2. De meeste instructies moeten geopend en gesloten worden. De opening is van de vorm
, het eindigen van de vorm
. Enkel de instructies die geen betrekking hebben op de tussenliggende tekst moeten niet gesloten worden. Een voorbeeld is de Alinea Einde Markering-code:
. Om naar een volgende zin te gaan geef je alleen deze code. Ook het invoegen van een figuur kan met één code. 3. Een programma bestaat uit een hoofd en een lichaam. Het hoofd (HEAD) geeft de informatie die niet getoond wordt op het scherm van de gebruiker. © MTSO–INFO / UA–FPSW - http://www.ua.ac.be/mtso/
7 Deze informatie heeft betrekking op het document, maar wordt niet weergegeven in het venster. De titel (TITLE) van het document wordt bijvoorbeeld binnen het hoofd geplaatst in het HTML-programma (zie Figuur 1: broncode en webtoepassing). In de titelbalk boven het venster verschijnt de titel die door zoekmachines gebruikt wordt. Het lichaam (BODY) geeft vorm aan alles wat op het documentvenster van de site staat. De informatie die je als gebruiker kan bekijken op een webpagina wordt binnen het lichaam geprogrammeerd. 4. HTML behandelt hoofdletters en kleine letters hetzelfde. Het maakt dus niet uit of je of typt. In onderstaande tabel worden verschillende instructies gegeven die vaak gebruikt worden in een HTML-document. Hoe deze instructies geordend zijn in het HTMLdocument wordt in het voorbeeld onder de tabel aangegeven. BEGINCODE
EINDCODE
BETEKENIS