AAN
BETREFT
College van Bestuur
Duurzaamheidsvisie VU 2015-2019
VAN
DATUM
Stuurgroep Campus Investeringen
11 december 2013 KENMERK
CC
6600/2013/ TELEFOON
0205 985 981 E-MAIL
[email protected]
Geacht College, Duurzaamheid moet een duidelijke plek krijgen in het IP 2015-2019. HRM, Arbo en Milieu (HRMAM) en FCO hebben daarvoor de Duurzaamheidsvisie VU 2015-2019 geformuleerd. SGCI onderschrijft de inhoudelijke inpassing en actualisatie van duurzaamheid in onderzoek, onderwijs, bedrijfsvoering en huisvesting zoals beschreven in dit memo. De visie kan vervolgens opgenomen worden in het op te stellen Instellingplan VU 2015-2019 en daaropvolgend inhoudelijke en organisatorische invulling krijgen. Met een vertegenwoordiging van de SRVU Studentenbond is positief gesproken over (elementen van) de visie. Bij het formuleren van de visie is gebruik gemaakt van bestaand beleid zoals ondermeer vastgelegd in VU-Campusvisie, VU-Vastgoed Portefeuille Strategie VU-Energievisie, VU-Inkoopvisie, VU-Duurzaamheid: ambities van de VU, VU-Energie Efficiency Plan, etc. De VU streeft al naar een top 10 positie in het veld van internationale duurzaamheidsuniversiteiten. Van een geheel Nieuwe Visie op duurzaamheid is dan ook geen sprake. Wel concludeert SGCI dat wij de uitvoering van de visie aantrekkelijker en effectiever moeten maken en de bereikte resultaten ook veel transparanter moeten maken. In dit memo is de visie van de VU inzake duurzaamheid voor de periode 2015-2019 opgenomen. Daarnaast zijn enkele overwegingen bij deze visie gevoegd (pagina 4) alsmede twee bijlagen met achtergrondinformatie: een terugblik op hoofdlijnen over 2005-2013 (pagina 5) en een compacte analyse van de SustainaBul-ranking 2013 (pagina 6). Duurzaamheidsvisie VU 2015-2019 Bij duurzame ontwikkeling is sprake van een ideaal evenwicht tussen economische (‘profit’), ecologische (‘planet’) en sociale belangen (‘people’); niet alleen in het ‘hier en nu’, maar ook met het oog op ‘daar’ (internationaal, met bijzondere aandacht voor ontwikkelingslanden) en ‘later’ (voor komende generaties). Bij de VU willen we inhoud geven aan dit goede rentmeesterschap in alle facetten van de universitaire gemeenschap; onderzoek, onderwijs, bedrijfsvoering en huisvesting. Integratie van duurzaamheid in onderzoek Veel onderzoekers van de VU behoren tot de (inter)nationale top van hun vakgebied. De VU vraagt van onderzoekers dat ze verder kijken: verder dan het eigenbelang, het eigen vakgebied, verder dan het bekende, verder dan het hier en nu. Maatschappelijke relevantie staat daarbij voorop.
FACILITAIRE CAMPUS ORGANISATIE
2/6
•
De Societal Impact Award wordt jaarlijks uitgereikt aan wetenschappers die zich sterk richten op onderzoek met een grote maatschappelijk impact zoals een duurzame ontwikkeling. • Om interdisciplinair onderzoek te bevorderen heeft de VU Interdisciplinaire Onderzoeksinstituten (IOZI). Het Instituut voor Milieuvraagstukken voert sinds de oprichting in 1971 onderzoek uit op het gebied van diversiteit en complexiteit in de milieuproblematiek. Het onderzoeksprogramma is geïnspireerd door het concept duurzame ontwikkeling, waarbij een geïntegreerde visie op het milieu centraal staat. • Contractonderzoek, onderzoek in opdracht van of samen met het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties, past ook bij die keuze voor maatschappelijke relevantie. Een goed voorbeeld is het onderzoeksprogramma Renewable Energy in Africa (RENEW) van het Amsterdam Global Change Institute (AGCI). Dit is een bijdrage aan de verbetering van landen die daarvoor zelf de mogelijkheden niet hebben. In de komende jaren gaat de VU verder op de ingeslagen weg en zullen de onderzoekers ook duurzaamheid als belangrijke maatschappelijke trend verder integreren in het onderzoek en waar dat mogelijk en nuttig is de kennis ook beschikbaar maken ten behoeve van de bedrijfsvoering van de VU. Integratie van duurzaamheid in onderwijs De VU streeft naar een top 10 positie in het veld van internationale duurzaamheidsuniversiteiten. Daarom wil de VU duurzaamheid inbedden in het curriculum van iedere opleiding. In vier profielthema’s bundelt de VU al haar onderwijs- en onderzoeksgroepen: • Human Health and Life Sciences (H2LS):Door de toegenomen welvaart leven mensen niet alleen langer, ze willen ook langer gezond blijven. H2LS organiseert onderwijs en onderzoek in de medische en mensgebonden gezondheids- en levenswetenschappen om hier een bijdrage aan te leveren. • Science for Sustainability (S4S):Voor het leven van de mens op aarde is het essentieel om de beperkt aanwezige natuurlijke hulpbronnen duurzaam te gebruiken. S4S verbindt fundamentele kennis over deze bronnen aan kennis over veranderingen in de samenleving: de effecten van menselijk handelen op de aarde, klimaatverandering en het maatschappelijke antwoord hierop. • Connected World: Door digitalisering is de wereld meer dan ooit verbonden: Connected World. Dit profielthema bestudeert de technologie die veranderingen mogelijk maakt, zoals ontwikkeling van e-Science, de structurele, maatschappelijke en culturele veranderingen die ermee gepaard gaan en de gevolgen voor de wereld om ons heen. • Professional Services: De zakelijke dienstverlening, met name in de financiële sector, staat de laatste jaren onder maatschappelijke en morele druk. Met Professional Services geeft de VU in het onderwijs structurele aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, gedragshandhaving en integriteit. S4S is een brede, flexibele bacheloropleiding op het gebied van sustainability en is ook een van de vier thematische domeinen in de Amsterdam Faculty of Science. Deze bachelor biedt flexibele studiepaden en kruisbestuivingen tussen een groot aantal disciplines. Duurzaamheid is bij uitstek een terrein waar een bacheloropleiding met een dergelijke opzet een toegevoegde waarde heeft omdat de aard van het werkveld multidisciplinair is. Studenten kunnen bijvoorbeeld twee minors kiezen waarbij ze meer informatie krijgen over wereldproblematiek en eerlijke handel: de minor in Development Studies en de Minor Goede Doelen, filantropie en non-profits. De sectie Science, Business & Innovation bij de Faculteit Exacte Wetenschappen en de Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde werken samen aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Hierin komend bekende duurzaamheidsinzichten en –handvatten (zoals People, Planet, Profit, afval = voedsel en MVO-systemen) op inleidend niveau aan de orde. In de komende periode zal bekeken worden op welke wijze duurzaamheid verder geïntegreerd kan worden in het onderwijs. Het landelijke studenteninitiatief Manifest van Morgen met een 10-puntenplan om kennis en vaardigheden te willen verwerven om een duurzame samenleving tot stand te laten komen, kan dan ook op grote sympathie van de VU rekenen.
3/6
•
•
Community: De VU ondersteunt duurzaamheidsinitiatieven van studenten en medewerkers en zal deze initiatieven samen met studenten en medewerkers op waarde beoordelen en afspraken maken over de vervolgstappen. In 2014 zal onderzocht worden of het mogelijk is om een Green Office VU op te zetten. Dit Green Office verbindt studenten, medewerkers en ondersteunende diensten en draag bij aan de uitvoering van het duurzaamheidsbeleid. Betrokkenheid wordt ook gestimuleerd in de Green Business Club Zuidas. Hier ontmoeten bedrijven, gemeenten en maatschappelijke organisaties elkaar om samen duurzame projecten te initiëren en te implementeren in het Zuidasgebied. Vervoer en mobiliteit: In de afgelopen jaren heeft de VU maatregelen genomen om het woonwerkverkeer en zaken- of dienstenverkeer te vergroenen. De komende jaren zet de VU zich in om de voorzieningen voor fietsers te verbeteren (aantal plaatsen, uitbreiding aantal lockers, douches etc). Daarnaast zal de VU voorzieningen treffen om elektrisch vervoer te stimuleren door het inrichten van oplaadplaatsen.
Een duurzame bedrijfsvoering De VU wil op systematische wijze haar milieubelasting beheersen en continu verminderen en daar transparant over zijn. Daarom zal de VU in haar jaarverslagen (zoals in 2010) rapporteren over de ontwikkeling van de milieuprestatie op de thema’s energie en CO2, (afval)water, inkoop, afval(stoffen), vervoer en mobiliteit. • Energie en CO2: Op het gebied van energiezorg en energievoorziening worden zowel op de korte als lange termijn het verminderen van de energievraag en het optimaliseren van de efficiëntie nagestreefd. De VU wil jaarlijks 2% energie-efficiëntie verhoging bereiken door het nemen van technische maatregelen en het verhogen van het energiebewustzijn van studenten, medewerkers en bezoekers. In 2013 is het nieuwe Energie Efficiency Plan 2013-2016 vastgesteld. De energie wordt in het eigen Energiecentrum in hoogrendementinstallaties opgewekt. Energie die van het openbare net wordt betrokken, wordt groen ingekocht. De VU maakt al gebruik van innovatieve technieken zoals ‘koude uit De Nieuwe Meer’ en warmte- en koudeopslag in de bodem. De VU wil in de toekomst maximaal gebruik maken van de mogelijkheden op het gebied van zonne- en windenergie en geothermie en betrekt dit bij de ontwikkeling van de campus en de gebouwen. • (Afval)water: De VU heeft al maatregelen getroffen die het waterverbruik moeten reduceren. Bij renovaties van toilet- en douchevoorzieningen kiest de VU altijd voor waterbesparende voorzieningen. Ook de mogelijkheden voor waterretentie d.m.v. groene en blauwe daken en terreininrichting zullen onderzocht worden. Het drinken van kraanwater al gestimuleerd worden door meer join the pipe drinkwatertappunten aan te leggen. De VU bewaakt de kwaliteit van het afvalwater door het toezien op de naleving van de lozingsnormen voor chemicaliën. • Afval(stoffen): De VU scheidt de afvalstoffen in meer dan 20 fracties. Voor de toekomst wordt ingezet op het scheiden van kunststoffen uit het restafval. De VU blijft streven naar een vermindering van de hoeveelheid afvalstoffen door bij het inkopen van goederen eisen te stellen aan terugname van verpakkingen door leveranciers en eisen te stellen aan de verpakkingen zelf om zo bij te dragen aan een meer circulaire economie. • Inkoop en social return: De VU koopt nu al meer dan 50% duurzaam in. Dat willen we naar 100% brengen. Bij de inkoop van goederen, werken en diensten wordt altijd een afweging gemaakt tussen economische, mensgerelateerde en milieuaspecten. Bij aanbestedingen worden standaard duurzaamheid en sociale criteria meegewogen conform de richtlijnen van Agentschap NL. De VUwebwinkel beperkt het assortiment dat door faculteiten en diensten afgenomen kan worden. Alle producten hebben een basis duurzaamheidniveau en zijn geproduceerd in landen die de universele rechten van de mens respecteren. De mogelijkheden om social return principes vaker toe te passen zullen nader bekeken worden. • Voedsel / duurzame catering / fair trade: De VU heeft steeds meer duurzame producten in het assortiment. Niet alleen ijs, koffie, thee en suiker, maar ook fair trade beleg zoals jam, honing, hagelslag, chocopasta, pindakaas etc. Het tegengaan van voedselverspilling vraagt naast veranderingen in de bedrijfsvoering ook veranderingen in het gedrag van studenten en medewerkers. De VU wil stappen gaan zetten om voedselverspilling tegen te gaan.
4/6
Een duurzame huisvesting De huidige gebouwen van de universiteit zijn grotendeels verouderd. De komende decennia worden een aantal van deze gebouwen gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Een deel van de gebouwen wordt gerenoveerd. De VU stelt aan huisvesting hoge duurzaamheideisen. De VU-campus zal de komende periode uitgroeien tot een duurzaam gebied waarin het prettig studeren, werken, ontspannen en wonen is. • Op gebiedsniveau: voor de ontwikkeling, inrichting van het gebied en gebouwen hanteert de VU de richtlijnen van BREEAM. Plannen voor campusontwikkeling worden systematisch getoetst volgens BREEAM Gebiedsontwikkeling. Er wordt gestreefd naar certificering van het Masterplan voor de toekomstige VU-Campus conform BREEAM Gebiedsontwikkeling op het niveau Excellent. • Op gebouwniveau: nieuwe gebouwen worden ontworpen en gecertificeerd volgens BREEAM Nieuwbouw op het niveau Excellent. Er is een plan gemaakt om ook de bestaande gebouwen te toetsen aan BREEAM In Use. De ambitie is om de komende jaren de scores op BREEAM In Use te verhogen tot tenminste niveau Good. In 2014 start een pilot hiervoor. Ook voor het aan VU en VUmc verbonden Energiebedrijf vormt BREEAM een richtsnoer en toetssteen bij de productie en levering van energie, warmte en koude. Overwegingen bij de visie Onderwijs en onderzoek zijn de raison d’être van de universiteit. Op de keper beschouwd gaat het om de studenten en de (wetenschappelijk) medewerkers en hun netwerken. Die kun je klanten en personeel noemen maar het zijn de morele eigenaren van de universitaire gemeenschap. Die positie legitimeert de vraag wat hun bijdrage aan duurzaamheid kan zijn: als je duurzaamheid belangrijk vindt, wat doe je er dan aan? Daar waar duurzaamheid tot nu vaak een haast exclusieve verantwoordelijkheid is van de huisvestings- en facilitaire professionals, willen we groeien naar een situatie van meer betrokkenheid; een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid. Wat houdt zoiets in en hoe zou dat kunnen, aansluitend op de drie kernwaarden van de VU: verantwoordelijk, open en persoonlijk? De bestaande verantwoordelijkheden van de professionals bij FCO, HRMAM en van de diensten F&A en C&M blijven vanzelfsprekend intact. FCO draagt zorg voor het uitvoeren van de campusvisie en het facilitaire management. De afdeling HRMAM is de VU-interne adviseur en coördinator op duurzaamheid en de Dienst F&A voert het Inkoop- en aanbestedingsbeleid VU uit. De Dienst Communicatie & Marketing heeft een heel belangrijke rol bij het in- en extern uitdragen van (de resultaten van) het duurzaamheidsbeleid. Ook de faculteiten blijven aan zet om duurzaamheid te integreren in het onderzoek en onderwijs en milieuzorg in de bedrijfsvoering. Rode draad in de Duurzaamheidsvisie VU 2015-2019 is dat de activiteiten inhoudelijk voortbouwen op de ingeslagen weg en waar nodig en mogelijk intensiveren in het onderzoek, het onderwijs, de bedrijfsvoering en de huisvesting. Wel moeten we de uitvoering van de visie en het beleid aantrekkelijker en effectiever maken en de bereikte resultaten ook openbaar maken. Dat wordt ook allemaal beloond in de SustainBul-ranking: goed beleid én goed communiceren. Wat we vanaf 2014 willen toevoegen zijn snelheid, transparantie en betrokkenheid. Onder andere door studenten, onderzoekers en medewerkers meer structureel in te schakelen: de VU is van ons allemaal. Als ordening is gekozen voor vier gebieden (Onderzoek, Onderwijs (Bachelor, Graduate), Bedrijfsvoering en voorzieningen, Huisvesting) overeenkomstig het bestaande IP 2011-2015. Mocht er een andere ordening voor het IP 2015-2019 gekozen worden, bijvoorbeeld bedrijfsvoering en huisvesting samen, dan heeft dat nauwelijks gevolgen voor de duurzaamheidsvisie. Ook de ambities en ontwikkelingen van de Amsterdam Faculty of Science (AFS) rechtvaardigen een overkoepelende en robuuste visie op duurzaamheid die daarnaast ruimte laat om met de AFS partners gezamenlijke stappen te zetten bij de uitvoering van de visie. AFS werkt aan vier thematische domeinen: Human Life Science, Information Science, Science for Sustainability, en Fundamentals of Science die goed aansluiten en een versterking betekenen van de huidige vier profielthema’s van de VU: Human Health and Life Sciences, Science for Sustainability, Connected world, Professional Services.
5/6
Bijlage: Retrospectief periode 2005-2013 (voorzien van enkele ondersteunende hyperlinks) Bereikte resultaten en voorbeelden Duurzaamheid krijgt aandacht binnen de VU in onderwijs en onderzoek, in de bedrijfsvoering en in het 1 vastgoed. Er zijn sinds 2005 meerdere programma’s opgesteld, vastgesteld en uitgevoerd. Er zijn ook 2 3 verschillende convenanten getekend en studenteninitiatieven genomen. De VU heeft in de afgelopen jaren enkele belangrijke keuzes gemaakt. Zo wordt alle nieuwbouw BREEAM-gecertificeerd en is het doel het niveau excellent te halen; alle bestaande bouw wordt eveneens BREEAM (in use) gecertificeerd en de doelstelling is het niveau good. Business cases voor vastgoedinvesteringen worden uitgevoerd op basis van Total Cost of Ownership. Het Energiebedrijf wordt getransformeerd van een productiebedrijf naar een service-organisatie voor duurzame energielevering. Bij de inkoop van diensten, producten en werken (aanbestedingen) geldt het inkoopen aanbestedingsbeleid met expliciete duurzaamheidseisen. Voorbeelden van recente, duurzame projecten bij de VU zijn het studenteninitiatief om een groene daktuin met natuurlijke waterbuffer te maken; de ontwikkeling van oplaadpunten voor auto’s in de parkeergarages en duurzame catering en fair trade als eerste universiteit in Nederland. Op dit moment wordt in het Energiecentrum een groot deel van de installaties vervangen door hoogrendementsinstallaties. De VU heeft deze installaties gekozen op basis van rendementen en Total Cost of Ownerschip. Beoordeling bereikte resultaten en voorbeelden In 2013 heeft de VU voor het eerst meegedaan aan het studenteninitiatief SustainaBul. Van de 13 deelnemende universiteiten is de VU als laatste geëindigd. Belangrijke oorzaken hiervan zijn dat beleid en verantwoording niet publiek zijn gemaakt en dat er onvoldoende mogelijkheden voor studenten en staf zijn om betrokken te raken op duurzaamheidsthema’s. In de ranking wordt buitengewoon nauwgezet, kwalitatief en kwantitatief, gekeken naar de resultaten op negen thema’s: management en beleid, onderwijs, CO2 uitstoot en energie, waterverbruik, afvalverwerking, inkoopbeleid, duurzaam voedsel, nieuwbouw en renovatie, betrokkenheid staf en studenten. Greenwashing wordt door de initiatiefnemers voorkomen. Voor een hoge ranking moet echt stevig geleverd zijn. Met alleen communicatie en plannen redt je het niet, maar zonder deze ook niet. Communicatie over duurzaamheidsbeleid en -projecten bij de VU is mager. De centrale pagina over duurzaamheid op de VU-website is weinig aantrekkelijk, niet erg informatief, niet internationaal en niet actueel. Voor wat betreft beleid is alleen het inkoop- en aanbestedingsbeleid integraal openbaar gemaakt. Andere universiteiten profileren beduidend veel sterker (structureler en strategischer) met duurzaamheid. Twee recente voorbeelden. De Radboud Universiteit heeft in juni 2013 duurzaamheid met een nieuw portal ontsloten. Wageningen is in 2013 opnieuw de meest transparante universiteit over duurzaamheid volgens de Transparantiebenchmark van EZ en in 2013 de meest duurzame universiteit volgens studenten. 1
Meerjarenprogramma Milieu 2006-2010 VU (AMD, 2006) Meerjarenprogramma Duurzaamheid VU 2010-2014 (AMD, 2010) Energie Efficiency Plan 2009-2012 (VU, 2009) Programma Duurzame Dienstverlening 2012 (FCO, 2012) Energie Efficiency Plan 2013 – 2016 (VU, 2013)
2
Convenant Duurzaam Inkopen Hoger Onderwijs (VNSU, 2008) MJA-3 (ELI, 2011) SOK Zuid-as (Gemeente Amsterdam, 2012)
3
Manifest voor de integratie van duurzaamheid in de curricula van hogescholen en universiteiten (Manifest van Morgen, 2012)
6/6
Bijlage: Analyse SustainaBul-ranking 2013 Maximaal haalbare
Belangrijkste oorzaken van (vermeend) onderpresteren
punten 29
beleid en rapportage ontbreken
24
niet in iedere opleiding en geen training acad. staf
21
EEP is niet publiek online; verbruikcijfers niet publiek
14
verbruikscijfers niet publiek; bewijs ontbreekt
16
bewijs ontbreekt; bewijs is te licht/inspanning te gering
14
inkoop is nog geen 100% duurzaam
11
voedselverspilling wordt niet aantoonbaar tegengegaan
6
-
14
onv. mogelijkheden om betrokkenheid te genereren
149
Het volgende valt bij het bestuderen van het Eindrapport SustainaBul 2013 op: 1. Op huisvesting (thema Nieuwbouw en renovatie) scoort de VU het maximale aantal punten: 6 uit 6. Bij de beoordeling telt dit thema voor 4% mee. 2. Op het thema Management en Beleid scoort de VU het minimale aantal punten: 0 uit 21. Dit thema krijgt het meeste gewicht van alle thema’s in de beoordeling (14%). 3. Bij benadering zijn 34 punten verloren omdat bewijsstukken (deels) niet geaccepteerd zijn. 4. Bij benadering zijn 66 punten verloren omdat bewijsstukken niet geleverd zijn. 5. Op de thema’s Management en Beleid en Betrokkenheid staf en studenten is sprake van de grootste verbeterpotentie (nu 2 van de 43 punten)