Zingen: Ps. 116:1,2,3 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 95:1,4 Wet Zingen: Psalm 119:9,29 Gebed Schriftlezing: Deut. 4:1-13 + Joh. 15:1-10 Zingen: Psalm 119:47,65 Preek Zingen: Psalm 85:3 Collecte Gebeden Zingen: Psalm 99:4,5,7,8 Zegen. Tekst: Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden (15:7). Gemeente van Christus, Een Chinese dominee, pastor Li, werd gevangen genomen, omdat hij het Evangelie verkondigde, en naar een kamp gestuurd, in het Noorden van China. Een oude ijzer mijn, waar hij lange dagen moest werken. Zijn vrouw en zijn 5 kinderen waren ten einde raad. Waar moesten ze van leven. Ze besloten hun vader achterna te gaan, en gingen in een arm huisje wonen dichtbij de mijn. Het leven was zwaar. De nachten bitter koud. Na drie maanden overleed hun vader. Het was hem te zwaar geworden. Wat moesten ze nu doen? Hun oudste dochter van 12 jaar, besloot om werk te zoeken, en ging naar de directeur van het kamp en vroeg hem om werk. De directeur kreeg medelijden met haar en bood haar een baantje aan. Wat moest ze doen? De mijn had een alarm systeem. Als er iets ernstigs gebeurde, het enige wat ze moest doen, was op de alarmknop duwen. Dan ging het alarm af, en werden de mensen onder de grond gewaarschuwd. Daar stond ze, naast de knop, dag in dag uit. Voor een schamel loontje. 'Alleen als ik het zeg, mag je de knop induwen, anders niet', had de directeur haar gezegd. Zondag 18 nov. 2007 MK 9.30 Woerden
Druk op de knop! Ze keek rond. Er was niemand te zien. Druk op de knop, hoorde ze opnieuw! Luider dan de eerste keer. Maar ze zag niemand. Toen hoorde ze de stem nog een keer: druk op de knop! Toen begreep ze dat het de Here God was die sprak. Ze drukte op de alarmknop, en de mijnwerkers kwamen zeer geschrokken omhoog. Wat doe je nu, schreeuwde de directeur. En hij was nog niet uitgesproken of een grote aardbeving verwoestte de mijn. Iedereen was gered. Toen men haar vroeg wat er gebeurde, vertelde ze: de Here Jezus vertelde me dat ik op de knop moest duwen. Hij heef ons lief en wil niet dat wij verloren gaan. En ze vertelde wat ze van haar vader had geleerd. Op die dag bogen 3000 mijnwerkers hun knieën en gaven hun leven aan Jezus. God doet wonderen. Hij spreekt ook vandaag de dag! We hoeven het helemaal niet in bijzondere dingen te zoeken. Open je Bijbel, en Hij zal tot je spreken! Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft. Dat is het thema van de preek. Ik denk dat velen van ons het wel zullen beamen, ermee zullen instemmen dat God spreekt. Ook vandaag! Maar tegelijk voelen we een zekere verlegenheid. Spreekt Hij dan hoorbaar, zoals bij dat meisje, de dochter van pastor Li. Die vraag komt wel eens op, als ik met jongeren spreek. In de Bijbel lijkt het zo duidelijk. God sprak tot Abraham, Mozes en vele anderen. Maar spreekt Hij ook tot mij? Ik proef daaruit een zeker verlangen naar spreken van God. Naar zijn leiding. Bij keuzes. Als je met dingen zit. Ziekte of problemen. Tegelijkertijd is onze ervaring soms teleurstellend. Je had ergens intens voor gebeden. Toch geen verhoring gezien. God om een antwoord gevraagd, maar Hij heeft – voor je gevoel althans – niets geantwoord. De Bijbel zegt zelf wel stellig dat God antwoorden zal. Ten dage mijner 1
benauwdheid roep ik U aan, want Gij antwoordt mij (Ps. 86:7). Toch heb je dat zelf niet ervaren. En dan komt er een moment van teleurstelling. Misschien wel van frustratie. De gebedsintensiteit vermindert, omdat je geen antwoord ontvangt. Daarover gaat het in de preek. Over het gebed. En ook over de Schrift. Over die beide dingen. Want ze horen nauw bij elkaar. In het leven van een kind van God spelen Woord en Gebed een grote rol. Het zijn de scharnieren waarop de deur van het geloof draait. In de tekst van vanmorgen zijn ze ook nauw verbonden. 1e deel: in dien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven. Dat gaat over de woorden van Jezus. 2e deel: zo wat gij wilt begeren, het zal u geschieden. Dat heeft met gebed te maken. Woord en gebed. Bij die twee hoop ik in de preek nader stil te staan. Op 18+ catechisatie zijn we bezig met het thema discipelschap. Een van de dingen die we hebben geleerd is dat een discipel iemand is die een nauwe band met Jezus heeft. Jezus had immers gezegd tegen zijn leerlingen gezegd: ga dan heen, maakt alle volken tot mijn discipelen. Mijn discipelen. En voegde daaraan toe: leert hen onderhouden al wat Ik u geboden heb. Een leerling van Jezus heeft een nauwe band met zijn meester. En die band betekent dat men moet blijven bij zijn woord. Men moet vasthouden aan zijn onderwijs. Steeds weer klinkt in Johannes de oproep om Zijn woord te horen. Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven (5:24). Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen (8:31). Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben (14:23). Wie Jezus liefheeft, zal zijn woord zorgvuldig ter harte nemen. Zijn woord, dat is het geheel Zondag 18 nov. 2007 MK 9.30 Woerden
van zijn onderwijs. Alles wat Hij heeft gezegd. Mijn schapen horen mijn stem! Horen dat is luisteren en gehoorgeven, gehoorzamen. Jezus legt daar de nadruk op in het gesprek met zijn discipelen. Een leerling leeft in een intieme relatie met zijn meester. Zo begint onze tekst: indien gij in Mij blijft. In het beeld van de wijnstok: de ranken zijn nauw met de stam verbonden. Een leerling is iemand die zich aan de liefde van Jezus gewonnen heeft gegeven. Die heeft gecappituleerd. Ja, Heere, ik wil u volgen waar gij ook heen gaat. Door het geloof zijn we verbonden met onze Heiland. En leeft er een verlangen in ons hart om bij Hem te zijn. Om aan zijn voeten te zitten. Om te luisteren naar zijn stem. Want Jezus heeft ons heel wat te zeggen! Hij verlangt ernaar om dingen met ons te delen. Even later zegt Hij tegen zijn discipelen: Alles wat Ik van de Vader heb gehoord, dat heb ik u bekend gemaakt. Jezus wil tot ons sprelen. Hij wil ons raad geven. Hij wil ons leven leiden. Mijn schapen horen mijn stem, en volgen Mij. En dat volgen van Jezus vraagt om luisteren: Here, wat nu? Wat wilt u dat ik doe? Jezus leidt ons door te spreken. Doordat zijn woorden in ons blijven. Onze tekst zegt dat vervolgens: als jullie in Mij blijven, als jullie door het geloof met Mij verbonden blijven, en mijn woorden in jullie blijven. Als jullie bij Mij komen – en daarin ligt ook de oproep aan ons, om de Here Jezus te zoeken, om in Hem te geloven, om op Hem te vertrouwen – dan gaat er iets met jullie gebeuren. Dan gaan mijn woorden in jullie hart intrek nemen. Dan vinden ze daar een landingsplek. Mijn woorden. Jezus gebruikt hier in het Grieks het woord: rhema. Mijn rhemata. Het Grieks kent ook nog een ander woord voor 'woord': logos. Logos en rhema. Wat is het verschil? Logos is het geschreven woord 2
van God. Rhema het gesproken woord van God. Jezus gebruikt beide begrippen in de Schriftlezing. Vers. 3: Gij zijt nu rein om het woord dat ik gesproken hebt. Woord: logos, in enkelvoud. Daarmee wordt het geheel van Jezus' onderwijs bedoeld. De discipelen waren daardoor gevormd. Jezus had hen onderwezen. Hij had hen vermaand. In die drie jaar dat ze samen optrokken. Door zijn onderwijs waren ze apart gezet. Rein geworden. Bestemd voor een nieuwe relatie met God. En in die relatie, als ze dicht blijven bij hun Meester, dan gaan zijn woorden in hen blijven. Zijn rhemata, zijn afzonderlijke woorden. Deze woorden blijven ook in de toekomst, zijn discipelen vergezellen. Ook wanneer Hij zelf weg gaat, zullen zijn woorden blijven. Hoe kan dat? Dat is nu het werk van de HG. De HG legt de woorden van Jezus in het hart van zijn discipelen. Jezus had dat ook al eerder gezegd. De HG zal jullie alles zal leren en te binnen brengen alles wat Ik jullie gezegd heeft (Joh. 14:26). De HG legt dus de woorden van Christus, zijn rhemata, in het hart van zijn discipelen. Hij herinnert hen op het juiste moment, wanneer ze het nodig hebben, of er om verlegen zitten, aan dat wat Jezus heeft gezegd. Gemeente, ik zei al dat Christus zijn discipelen leidt door zijn woorden. Dat is niet veranderd. Dat doet Hij nog steeds. Vandaag hebben wij het geheel van de woorden van God op schrift gekregen. In de Bijbel. Dat is zijn logos. En wat doet de Here God vandaag de dag? Hij spreekt. Hij leidt. Hij antwoordt ons door middel van de Schrift. Door woorden van de Schrift, die er al jaren staan, voor ons tot leven te wekken. Dan wordt om de beide termen te gebruiken. Het geschreven woord, zijn logos, voor ons tot rhema, tot zijn woord voor ons nu. Dan spreekt Hij tot ons door woorden van de Schrift op ons hart te leggen. Door ons eraan te herinneren. Zondag 18 nov. 2007 MK 9.30 Woerden
De Here God kan vandaag de dag op heel veel manier tot ons spreken. Via omstandigheden. Door middel van mensen. Door een stem. Ook kan Hij gebruik maken van dromen en visioenen. Maar de hoofdweg, de koninklijke weg is toch via de Schrift. De woorden die er al staan. Want ze staan er niets voor niets. Hoe gaat dat dan? Nou, heel concreet. Je bent bijv. de Bijbel aan het lezen, en er is zomaar een vers of gedeelte, dat je aandacht trekt. Iets wat je raakt. Ik denk dat we dat allemaal wel eens hebben gehad. En dan is het zaak om op te letten. Heel vaak is het zo, dat als iets je aandacht trekt, dat de Here God je blijkbaar ergens bij wil bepalen. Iets tegen je wil zeggen. Dat is dan een woord van Hem voor jou persoonlijk. Zo'n bijbeltekst krijgt dan gewicht voor je. Je zou kunnen zeggen dat de HG dat woord, die bijbeltekst, tot Woord van God voor jou maakt. God spreekt daarmee persoonlijk tot je hart. Het logos wordt tot rhema. Zijn geschreven woord wordt tot woord van Hem voor jou. Een paar voorbeelden. Ds. van Trigt heeft het zondag ook al aangehaald. Paulus die bidt om de doorn in zijn vlees. Drie keer gebeden. Drie is symbolisch. Vele malen. En toen kwam er een woord van God naar hem toe: Mijn genade is u genoeg. En toen kon Paulus weer verder. De Here wist van hem af, en legde door zijn Geest een woord in zijn hart. Heel persoonlijk. Heel toepasselijk. Iemand die in de put zat. Wist zich geen raad met de dingen die in haar gezin speelden. En zomaar kwamen de woorden van een psalm vers bij haar boven: Maar de Heer zal uitkomst geven. Een woord van God dat richting gaf. Hij wist van haar af. Ik zelf had pijn op de plek van mijn blinde darm. Naar de dokter. Bloed prikken. Gelukkig viel het mee. Die dag las ik in mijn stille tijd, wat aan de beurt was: Here, mijn sterkte en mijn burcht, mijn toevlucht ten dage der benauwdheid. 3
Een jongeman stond op een kruispunt in zijn leven. Zijn vrouw was er met een ander vandoor. Wat moest Hij doen. Via een mede broeder legt de Here op zijn hart: Ps. 25:12 Wie is de man die de Here vreest. Hij zal hem onderwijzen in de weg, die hij zal hebben te verkiezen. Dat is heel concreet waar Jezus het tegen zijn discipelen over heeft. Mijn woorden zullen in u blijven. Ze zullen u vergezellen op uw weg. Zij zullen je raad geven, voor beslissingen die je moet nemen. Ze zullen je raad geven bij een nieuwe levenspartner. Is hij of zij het nu waar ik mijn leven mee mag delen? Twee opmerkingen hierover, voordat we naar het tweede deel van onze tekst gaan. Eerste, als je zo concreet, en heel eenvoudig een Bijbelwoord hebt ontvangen. In alle voorzichtigheid. Want we blijven feilbare mensen. Maar we mogen niet ontkennen dat de Here spreekt. Ook vandaag de dag. Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft. Als je dat hebt meegemaakt, dat leidt tot verwondering. Hoe is het mogelijk, dat u tot mij spreekt. Dat de Here tot mij wil spreken. Hij kent mijn leven. Mijn tekortkomingen. Mijn zonden: dat Hij vaak geen prioriteit heeft in mijn leven. En toch, blijft hij spreken. Dat maakt je zo klein. En intens dankbaar. Hij spreekt. Ook tot mij! Tweede, dat voelt u ook wel aan. Dat wij Hem de ruimte geven, de tijd om tot ons te spreken. Dat je Bijbel open gaat, en dat je die biddend leest. En vraagt of Hij ook tot u, tot jouw wil spreken. De Bijbel is in die zin geweldig belangrijk. Ze is de ontmoetingsplek. De tuin waar Here God zich laat ontmoeten. Heel concreet en persoonlijk. Vandaag krijgt u een folder uitgereikt van de HGJB. Een Bijbelleesfolder. Van het project leer me lezen. Dat willen we van harte ondersteunen. Juist vanuit wat Jezus zegt, valt er een bijzonder licht op de Bijbel. De Schrift is voor een christen zo belangrijk, omdat de Here God daarmee tot ons spreekt. Hoe meer je erin thuis bent, hoe beter je de Bijbel kent, Zondag 18 nov. 2007 MK 9.30 Woerden
hoe meer woorden de Here God heeft om tot je te spreken. In verschillende situaties, als antwoord op vragen waar je mee zit. In de Bijbel heeft de Heere God zoveel woorden om ons raad te geven, en ons te leiden. De Here God is er niet toe beperkt. Als je de Bijbel niet zo kent. Weet Hij ook wel wegen te vinden om tot je te spreken. Hij heeft veel pijlen op zijn boog. Maar dit is wel de voornaamste. God spreekt. Legt woorden op je hart. En dat doet Hij met een doel. Dat je afhankelijker leeft. Dat je het alleen met Hem gaat wagen. Dat je hem om raad vraag. Het is niet belangrijk hoe jij je situatie of je probleem ziet, het is veel belangrijker dat je aan Hem vraagt, wat Hij ervan vindt. En dat doet Hij ook. Door zijn woorden. En die woorden hebben slechts een doel: ze willen je uitdrijven tot gebed. En daarmee komen we bij het tweede deel van onze tekst. Vraag maar wat je wilt, en het zal je geschieden. Dat is een opvallend vervolg van onze tekst. Opeens gaat het over gebed en over gebedsverhoring. Letterlijk: wat gij ook maar wil, vraag het, en het zal gebeuren. Als je erover nadenkt, roept dit best wel vragen op. Wat bedoelt Jezus hiermee? Is het gebed dan toch een soort vragenlijstje? Allerlei dingen mogen we vragen, en al die gebeden worden verhoord. We voelen aan dat het zo waarschijnlijk niet zit, maar hoe dan wel? Er zijn wel meer van die stellige beloften in de Schrift. Zo gij iets begeren zult in mijn Naam, Ik zal het doen. (Joh. 14:14). Stellig. Die stelligheid moeten we vasthouden. God zal het doen. Hij zal antwoorden. Maar het punt hier is, dat het tweede deel van de tekst, nauw verbonden is met het eerste deel. Het is een gebed wat opkomt uit de vertrouwelijke omgang met Jezus. Er is dus al heel wat aan vooral gegaan. Verondersteld is dat de woorden van Christus, wonen, hun verblijf houden in het hart van zijn leerlingen. Verondersteld is hier, dat de 4
leerlingen geleerd hebben te zeggen: niet mijn wil maar uw wil geschiedde. Er is in Joh. 15 een heel duidelijk lijn. Woord – Gebed – Vrucht. Het gebed waar Jezus op doelt is de schakel tussen het eerste en het derde. Het zorgt dat het Woord vrucht draagt in ons leven. De woorden van Christus zijn gericht op dat laatste: de vrucht. Als jullie in Mij blijven, Mij zoeken, dan gaan mijn Woorden in jullie wonen, en dan krijgen jullie zicht op wat Ik wil. Op wat Mijn Vader belangrijk vindt. Dan legt de HG namelijk in je hart, wat God op zijn hart heeft. Wat heeft Hij op zijn hart? Het is de Here God om vruchten te doen. Vers 8: Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn. Vaak wordt dan gedacht aan de vrucht van het geloof, het houden aan de geboden, maar Jezus doelt hier op wat anders. Jezus verbindt de vrucht, met het discipelschap van zijn leerlingen: door hun activiteit zal het aantal leerlingen groeien. Vers 16: Ik heb u gesteld, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen. Heengaan. Jezus heeft hierbij gedacht aan de zendingsarbeid van zijn discipelen. Vruchten verzamelen op de akker van de wereld. De discipelen, als ranken die met de wijnstok zijn verbonden, zullen vruchtbaar werk doen, door mensen te winnen voor hun Meester. Het gebed nu is de verbindende schakel tussen de woorden van Christus en het vrucht dragen. De Here God spreekt door Zijn woord. Hij leidt ons. Zijn spreken en zijn leiding staat ten dienste van zijn plan. Is altijd gericht op de uitbreiding van zijn Koninkrijk. Hij leidt. Hij spreekt. Hij is met ons bezig. Intens bewogen. Laat weten dat Hij van ons afweet. Wil tot ons spreken. Maar wat Hij zegt, is altijd gericht op dat verdere doel. Hij neemt ons bij de hand, en richt onze blik verder. Niet op onze omstandigheden, maar op de mensen die Hem nog niet kennen. Zondag 18 nov. 2007 MK 9.30 Woerden
Zo staat dat gebed ingekaderd in dat grote doel van God. En zo mag gelden: vraag wat je maar wilt, met het oog op mijn plan, met het ook op mijn Koninkrijk. En wat je ook maar vraagt, wat goed is voor mijn plan, dat zal Ik doen. Daar mag je me aanhouden. Als je bidt vanuit wat de Here God op je hart legt, dan mag je geloven en vertrouwen dat God dat ook verhoort. Want het komt bij Hemzelf vandaan! Twijfel is niet van Hem. Vrede wel. Ben je er niet zeker van? Durf je het je niet toe te eigenen? Vraag dan je iemand uit de gemeente, een broeder of zuster, om voor je te bidden. Of de Here God via zijn woord tot je wil spreken. In die zin hebben we als gemeente een verantwoordelijkheid naar elkaar. Om samen de Schrift te lezen. Om luisterend te bidden. We hebben elkaar als gemeente nodig. Daarom hebben we elkaar nodig. En dan mogen we ervaren, als ons gebed gericht is op God, en niet op onszelf. Dat dan de Here God al die andere dingen. Al onze noden voor zijn rekening neemt. Een gemeentelid uit Chili vertelde ons dat haar man er vandoor was gegaan. Te midden van al haar verdriet, had ze haar huis geopend voor de nood van anderen. En legde ze zich toe op het gebed. Wat ze eens zei heeft diepe indruk op me gemaakt: Ik richt me op het Koninkrijk van God. En De Here heeft me beloofd: zoek eerst het Koninkrijk van God, en alle andere dingen ontvangt u bovendien. Hij zelf zal erin voorzien. Hierin is de Vader verheerlijk, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult mijn discipelen zijn. Dat is Zijn belofte voor iedereen in wiens leven het Woord en Gebed een belangrijk plaats inneemt. De Here is goed. Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft. Die zegt: zegt u het maar, Here. En dan gaat Hij spreken. Ook tot mij. Amen.
5