Tekst en lied startzondag 21 september. We zingen op de wijze van het zgn. Farce Majeurelied 1 VERGRIJZING. ROEPT U MAAR!...... Vergrijzing K. Zo hier zijn we dan! Mag ik mijn partner en mijzelf eerst even voorstellen. Wij zijn de Menorahbrothers. Hij is Ate en ik ben Koos. A. En dat is, mogen we niet vergeten, dat is Hans, ook een broeder! K. Ik val maar meteen met het anker in zee. Even een raadsel Ate! Het is grijs en het vaart A. eh eh Startzondag Drachten-Oost. K. Ja het is toch wel wat met die vergrijzing. Ik zei laatst tegen mijn jongste zoon: “ Ga nou weer eens mee naar de kerk!” Weet je wat hij zei? A. Neen, nou wat zei hij. K. Hij zegt weet papa wel hoeveel gehoorapparaten er de laatst keer voor mij zaten . A. Zeg niet om het een af ander, maar er is hier toch wel ringleiding aan boord he? Bij ons zit in de kerk een stille grijze kudde Met boek en zilverwerk is dat niet heel erg knudde Waar is dan toch de jeugd ons nageslacht, ons leven Onz’ trots en onze vreugd een korte tijd en nog even…….. Dat is uit het kerkelijk leven Dat is uit de kerkbank een greep Het feest van geloven moet leven Daar zit hem nou net maar de greep 2
SCHILDERIJ
ROEPT U MAAR!......
Schilderij
A. Ik vind onze kerk saai. K. Saai? A. Ja, een saai gebouw, echt protestant. D’r is niks te zien. K. Je overdrijft. A. Echt niet, ik vroeg laatst een katholiek of hij een keertje meeging naar onze kerk. Wat denk je? K. Nou? A. Hij zegt: hoe bedoel je, mee naar de kerk, die heb je toch niet in Drachten? Kijk, dat bedoel ik nou. Echt een mooie oude kerk met alles d’r op en d’r aan, dat heb je niet in Drachten. K. Nou, zo erg is het toch niet, kijk nou eens naar wat er wél is. A. D’r is niks, we hebben niet eens meer een schilderij. K. Ja, waar is het schilderij, dat mooie schilderij van de Verloren Zoon A. De verloren vrouwen zal je bedoelen. K. Hè? A. Nou ja, ik vind het vooral jammer dat die vrouwen weg zijn. Ons pkn gebouw, versierde men van binnen. Natuurlijk niet te gek, men raakt gauw buiten zinnen. Er kwam een schilderij, en dat kon ons bekoren. Maar nu, waar men ook kijkt , het is compleet verloren. . Dat is uit het kerkelijk leven Dat is uit de kerkbank een greep Het feest van geloven moet leven Daar zit hem nou net maar de greep
3
GROOT HUISBEZOEK.
ROEPT U MAAR! K. A. K. A. K. A. K. A. K.
Groot huisbezoek
Zeg Ate hoe groot moet je huis eigenlijk zijn voor een groot huisbezoek? Doe toch niet altijd zo negatief. Het gaat om de intentie en niet om de hoeveelheid mensen. oke, maar noem het dan Kleinhuisbezoek of gewoon huisbezoek. Trouwens het kan gewoon ook liggen aan het onderwerp dat men kiest. ja bijvoorbeeld kerkelijk kantklossen. Hebben ze dat als onderwerp gehad? nee hoor. Waarom zeg je dat dan. Nou dat lijkt me nou een heel leuk onderwerp. Het groot bezoek aan huis een jaarlijks mooi gegeven Veroorzaakt soms wat ruis maar ja de hoop doet leven men praat zo’n avond vol of stoeit wat met een stelling Die diepgang eist zijn tol moet dit nu op de helling? Dat is uit het kerkelijk leven Dat is uit de kerkbank een greep Het feest van geloven moet leven Daar zit hem nou net maar de greep
4
KOFFIE ROEPT U MAAR!
Koffie
A. Weet je wat het grootste succes is de laatste jaren, bij ons in de Menorah? K. Nou? A. Het koffiedrinken na de kerkdienst. Ja, echt, ik heb er een poosje over nagedacht, en ja .. het koffiedrinken. K. Dat zou wel eens kunnen, het paradepaardje van onze vorige scriba. A. Hoe heet hij ook al weer, toe help eens even: de Lange van het Liudger; de reus van de Venen ... K. Hans Bouma? A. Ik denk dat er meer mensen bij het koffiedrinken zijn dan in de kerkdienst. K. De mensen hebben bij de koffie in elk geval veel meer plezier dan tijdens de dienst. A. Weet je wat ze volgens mij moeten doen? Na de koffie een jenevertje schenken, of een Johnny Walker. Dan komt de geest misschien weer een beetje in het spul! Geloof, zei eens de Heer, is een zaak van ’t hele leven. En waar is in de dienst het leven zelf gebleven. Voor wie terdege kijkt is’t klaar zoals een klontje. De gemeente leeft pas echt bij ’t gezamenlijk koffierondje. Dat is uit het kerkelijk leven Dat is uit de kerkbank een greep Het feest van geloven moet leven Daar zit hem nou net maar de greep
5
KERKGEBRUIK
ROEPT U MAAR!
Kerkgebouw
K.Ik zou graag nog eens mijn bezorgdheid uiten omtrent het gebruik van ons kerkgebouw. A. Hoe zo. K. Nou dat kaarten in de kerk en die verkoop van rommel elk jaar kan dat nou niet ergens anders. Ik moet altijd aan de tempelreiniging denken als ik al die mensen zie zitten en schuifelen. Straks schenken ze ook nog alcohol! A. Dat doen ze ook! K. Dat meen je niet..nog even en ze gaan nog pokeren, daar schijn je een hoop mee te kunnen verdienen. De kerk als rovershol je zal het niet geloven Niets is dat stel te dol ze pokeren zelfs boven Die rommelmarktentijd een doorn in onze ogen Het goede doel ten spijt het moest toch echt niet mogen Dat is uit het kerkelijk leven Dat is uit de kerkbank een greep Het feest van geloven moet leven Daar zit hem nou net maar de greep 6
VOORZITTER
ROEPT U MAAR!
Voorzitter
A. We hebben een goede voorzitter. Jaap heet hij. K. Hoe weet je dat hij goed is? A. Nou, Jaap is namelijk directeur van het museum hier in Drachten. K. Weet je wat ik vind, nu ik er over nadenk: we hebben eigenlijk wel een beetje een museumsfeer bij ons in de kerk A.Wat zit je nu te bazelen over museumsfeer, wat is dat dan een museumsfeer. K. Nou dat is bijvoorbeeld een sfeertje, het herinnert je aan vroeger, een beetje niet met je tijd meegaan, zoiets: een beetje van vroeger veel en van nu niks. A. O, ik bedenk me opeens iets, ik moet even iets vragen aan de mensen hier: Beste mensen, wie is er de laatste tijd nog in het museum geweest. Nee, ú hoeft niet uw vinger op te steken mijnheer Bruintjes, u komt er dagelijks, maar dat is logisch hè. K. Houdt de voorzitter kerkdiensten in het museum? A. Nee, maar het schiet me te binnen: sinds mijnheer Jaap voorzitter is, is de zoon echt verloren. K. Denk je, wou je beweren, … denk je dat? A. Ja. Ik denk dat dat mooie schilderij stiekem in het museum hangt. K. O, zou je denken? Wanneer is het museum weer open mijnheer Bruintjes? A. Gaan we allemaal kijken mensen, allemaal hoor en wie het schilderij vindt die mag het houden, hè mijnheer Bruintjes? Ja. Het is een zaak van sfeer, een kerk heeft leiding nodig. En echt een sterke heer, is nergens overbodig. Bij ons is dat heer Jaap, wij zullen hem eens stangen Heb jij ons schilderij, niet in je museum hangen? Dat is uit het kerkelijk leven Dat is uit de kerkbank een greep Het feest van geloven moet leven Daar zit hem nou net maar de greep
7
OUD/JONG ROEPT U MAAR!
Oud en jong
K. Wat ik nou leuk vind is de tegenstelling van Bert versus Henriette. A. Mag jij ze tutoyeren? K. Op zo’n boot mag alles. We bevinden ons buiten de territoriale kerkelijke wateren hoor. A. Wat vind jij er dan zo leuk aan? K. Nou de mogelijkheid om te kunnen kiezen. Tussen jong/oud…man/vrouw. Jonge mannen zeggen ik ga lekker naar Henriette en oudere vrouwen zeggen..ik ga lekker naar Bert. A. En de jonge vrouwen dan? K. O die gaan helemaal niet. Zie jij wel eens jonge vrouwen bij ons in de kerk. En als ze er zijn leiden ze de kinderoppasdienst. A. Nou en de oude mannen dan? K. Wat denk je zelf?? Gezegend zijn wij zeer met beide predikanten Een dame en een heer een roos en wat chrysanten De een wat ouder dan de ander blond van haren Maar wat een ieder kan is niet te evenaren. Dat is uit het kerkelijk leven Dat is uit de kerkbank een greep Het feest van geloven moet leven Daar zit hem nou net maar de greep 8
VACATURES
ROEPT U MAAR!
Vacatures
A. Het is een probleem, K. Heb je een probleem? A. Nee ík heb geen probleem, de kerk heeft een probleem. K. Dat wel natuurlijk, welk probleem bedoel je? Er zijn er zoveel. A. Er zijn te weinig ouderlingen, er zijn te weinig diakenen. K. Maar zijn er wel meer nodig? Er zijn toch ook te weinig kerkgangers? A. Ja, we hebben van alles minder en te weinig. Ik stel voor om de hele boel voortaan maar over te laten aan de beide dominees, de kosters, aan onze scriba Marieke en als dan de partners van de predikanten zich met diakonaat bemoeien, dan komt het allemaal wel goed. K. Goed idee. En als we dan echt nog iemand anders nodig hebben, nemen we die gewoon in dienst. A. We hebben ook te weinig geld. De banken worden leeg, de groep wordt almaar kleiner. Geen ambtsdrager paraat de camping is veel fijner. Zo gaat het echt niet goed we maken ons wat zorgen. Want wat kan er nog op tegen ‘t bed op zondagmorgen. Dat is uit het kerkelijk leven Dat is uit de kerkbank een greep Het feest van geloven moet leven Daar zit hem nou net maar de greep Ate Klomp Koos van der Lei Copyright