27 april t/m 1 mei
Dag Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Tijdstip Voor vertrek Lunch Diner Avondsluiting Ontbijt Lunch Diner Avondsluiting Brunch Diner Avondsluiting Ontbijt Lunch Diner Avondsluiting Ontbijt Lunch/Afsluiting
Tekst Prediker 3:1-15 Spreuken 19:15 1 Timoteüs 4:6-10 Matteüs 6:25-33 1 Korintiërs 7:29-31 Romeinen 13:11-14 Efeziërs 5:10-17 Matteüs 25:1-13 Openbaring 3:14-22 Handelingen 1:9:11 Matteüs 25:31-46 1 Tessalonicenzen 4:1-6 Filippenzen 3:17-21 Jesaja 11:6-10 Genesis 1:26-31 Hooglied 2:11-13a Psalm 8
Lied Gezang 161 Psalm 145:4 E&R 84 Gezang 160 Gezang 163 Gezang 164 Gezang 156 Gezang 38 Gezang 157 E&R 236 E&R 114 E&R 112 E&R 118 Gezang 75:1,2,5,6 Gezang 149 Gezang 146 Gezang 145
Wie OD NB JH MB MH AK JK WH AL KR MT AV FW GW NB FW OD
Maandag beginnen we met Bijbelteksten over tijdsbesteding. Hierin komt naar voren dat alles zijn tijd heeft (prediker), dat we onze tijd moeten gebruiken (spreuken), we vroom moeten leven (timoteüs), en dat we ons niet teveel zorgen moeten maken maar Gods koninkrijk moeten zoeken (matteüs). Vervolgens beginnen we Dinsdag met het tweede thema: de tijd dringt! Jezus is gekomen en heeft ons voorgedaan hoe we ons moeten richten op God. Don’t waste your time and follow your Leader! Het is niet meer vrijblijvend. We moeten een keus maken. Tijd voor actie! De noodzaak komt duidelijk naar voren in 1 Korintiërs en Romeinen: Jezus komt spoedig! Hierdoor is deze wereld minder belangrijk (1 Korintiërs) en moeten we de wapens van het licht dragen (Romeinen). Wees verstandig en gebruik je tijd goed (Efeziërs). Op die komst moeten we ons ook voorbereiden en er klaar voor staan blijkt uit de gelijkenis van de wijze en dwaze meisjes (Matteüs). Ook is het niet goed om lauw te zijn, we moeten warm zijn (Openbaring). Woensdag bij het diner start eigenlijk het derde thema (al liggen deze drie thema’s erg dicht bij elkaar). Hierbij hebben we het over de eindtijd. Wat weten we daarvan? In handelingen wordt verteld dat Jezus terug zal komen. Jezus verteld hier zelf ook al over in Matteüs: Er zal een scheiding zijn en je zult beoordeeld worden op wat jij voor anderen hebt gedaan. Als het zover is zullen we altijd bij hem zijn (Tessalonicenzen) en ons lichaam gelijk worden aan dat van Christus (Filipenzen) en zal er geen kwaad meer zijn (Jesaja). Tenslotte gaan we vanaf donderdag afsluiten naar het laatste thema. Want onze drang naar materie leidt niet alleen tot een verkeerde focus. Onze ontembare honger naar bezit leidt tot overproductie en dat leidt tot afval. Dus we verspillen niet alleen onze tijd, maar vervuilen ook onze leefomgeving. Hoe dom kun je zijn? Dat is net zoiets als je eigen bed onder poepen voor het slapen gaan. Wat dat betreft heeft Greenpeace dus gelijk: “There is no time to waste!” God heeft ons de schepping gegeven om te beheren (Genesis). Die schepping wordt onder andere bezongen Hooglied. Ook in psalm 8 wordt de schepping bezongen en worden wij mensen ook weer als beheerder van die machtige schepping aangesteld.
Van: Aernout Kisteman [mailto:
[email protected]] Verzonden: zondag 6 mei 2007 12:33 Aan: 'alle kampgangers 2009' Onderwerp: bijbelstudie Hoi hoi, Ik begin met een citaat van Otto: “Eigenlijk wel jammer dat ondanks onze goede bedoelingen en gezamenlijke bijbelstudie er toch hetzelfde gebeurt als andere jaren: confrontatie van degenen die zullen lezen met de tekst op het laatste moment, een tekst waarbij ze, tussen de bedrijven door, moeten proberen een link met het thema te leggen. Er zijn redelijk wat 'nieuwe' teksten bij. Het zou zo mooi zijn als we er iets van onszelf in kunnen leggen om de boodschap over te brengen. Hopelijk vindt een ieder daartoe evengoed tijd en gelegenheid.” Ik ben het hier helemaal mee eens! Dus lees je eigen stukje even goed door, en verzin vandaag nog wat je erbij wilt zeggen. Zet het op papier *, dan kun je je zelfs als je moe bent goed redden! Probeer er dus iets van jezelf in te leggen! Groeten, Aernout.
*er zal schrijfruimte genoeg over zijn om iets van jezelf over de tekst op te schrijven. Als het lastig is om zo uit je blote hoofd te bidden, schrijf het gewoon op.
Wij wensen iedereen een mooi Kamp!
Maandag
Voor vertrek
Prediker 3:1-15
Gezang 161
Otto Deddens
1 Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. 2 Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. 3 Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. 4 Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. 5 Er is een tijd om te ontvlammen en een tijd om te verkillen, een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren. 6 Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien. 7 Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. 8 Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten. Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede. 9 Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? 10 Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. 11 God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. 12 Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. 13 Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. 14 Alles wat God doet, zo heb ik vastgesteld, doet hij voor altijd. Daar is niets aan toe te voegen, daar is niets van af te doen. God doet het zo opdat wij ontzag voor hem hebben. 15 Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug. Gezang 161
1
2
Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta. Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt. Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga, zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta. Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij. Heer, ik bid U, blijf mij nabij.
'k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd, eeuw'ge Zoon van God, die mens werd zoals wij. U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons: één met God de Vader en verenigd met uw volk; tot de dag gekomen is van uw wederkomst, dan brengt U ons thuis in Gods rijk.
3
4
Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw. Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart. En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer; zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los. Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd en in uw vergeving leef ik nu.
Vader van het leven, ik geloof in U. Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U. Kom hier in ons midden, Geest van liefd' en kracht, U die via duizend wegen ons hier samen bracht; en op duizend wegen zendt U ons weer uit, om het zaad te zijn van Gods rijk.
maandag
Lunch
Spreuken 19:15
Psalm 145:4
Nico van Beek
15 Als je lui bent, verslaap je je tijd, als je laks bent, zul je honger lijden. Tot nu toe ging het over: hoe en waaraan besteed ik mijn tijd? Maar in het thema zit ook iets van: “bekeert u, want de tijd dringt!” Jezus is gekomen en heeft ons voorgedaan hoe we ons moeten richten op God. Don’t waste your time and follow your Leader!
De Heer is sterk, onwankelbaar in macht. Hij schraagt wie valt, verleend de zwakken kracht. Wie onder leed en moeiten gaan gebukt, Richt Hij weer op, hoe zwaar de last ook drukt. Zij zien op U, Heer, aller ogen wachten, U sterkt door spijs te rechter tijd hun krachten. U doet uw hand wijd open op hun vragen, Verzadigd al wat leeft met welbehagen
maandag
Diner
1 Timoteüs 4:6-10
E&R 84
Jan Hagens
(Het Boek) 6 Als je dit zo aan de anderen uitlegt, doe je je plicht als dienaar van Jezus Christus. Daaruit zal blijken dat je gevoed wordt door het geloof en door het goede onderwijs dat je hebt genoten. 7 Verknoei je tijd niet met discussies over zinloze ideeën en flauwe sprookjes. Benut je tijd en energie om geestelijk in conditie te blijven. 8 Lichaamsoefening is niet zo nuttig, maar de oefening van de geest is juist wel erg nuttig; het heeft een goede uitwerking op alles wat je doet. Dat zal je niet alleen in dit leven helpen, maar ook in het toekomstige. 9 Dit is de waarheid, die iedereen zou moeten aannemen. 10 Opdat men dit zal geloven, werken wij hard en moeten wij veel doorstaan; want onze hoop is gericht op de levende God, Die de redder van alle mensen is, in het bijzonder van hen die in Hem geloven.
Weest standvastig, onwankelbaar, steeds overvloedig, steeds overvloedig in het werk van de Heer. Weest standvastig, onwankelbaar, steeds overvloedig, steeds overvloedig in het werk van de Heer. Want je weet dat je arbeid niet tevergeefs is in de Heer. Weest standvastig, onwankelbaar, steeds overvloedig, steeds overvloedig in het werk van de Heer.
maandag
Avondsluiting
Matteüs 6:25-33
Gezang 160
Marjan Bakker
25 Daarom zeg ik u: maak u geen zorgen over het eten en drinken dat u nodig hebt om te leven, en over de kleren voor uw lichaam. Is het leven niet belangrijker dan voedsel, en het lichaam niet belangrijker dan kleding? 26 Kijk eens naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet, ze maaien niet en slaan geen voorraden op in schuren. Uw hemelse Vader zorgt dat ze te eten krijgen. En bent u niet veel meer waard dan de vogels? 27 Trouwens, wie van u kan door al zijn zorgen zijn leven ook maar een klein stukje verlengen? 28 En waarom maakt u zich zorgen over kleding? Let eens op hoe de veldbloemen groeien: ze werken niet en spinnen niet. 29 Maar ik zeg u: zelfs Salomo was in zijn staatsiegewaad niet zo mooi gekleed als een van deze bloemen. 30 Zo mooi kleedt God het gras, dat vandaag nog op het veld staat en morgen al in de oven wordt gegooid. Zou God u dan niet nog veel beter kleden? Wat is uw geloof toch klein! 31 Wees niet zo bezorgd, zeg niet: Wat moeten we eten of wat moeten we drinken of waarmee moeten we ons kleden? 32 Want naar dat alles vragen de heidenen! Uw hemelse Vader weet dat u dat allemaal nodig hebt. 33 Zoek eerst Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid, dan krijgt u al het andere erbij.
1
2
Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu. refrein
Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. refrein
Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
Dinsdag
Ontbijt
1 Korintiërs 7:29-31
Gezang 163
Martien Hummellen
29 Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dit: we hebben nog maar een korte tijd. Laten daarom de getrouwde mannen leven als hadden ze geen vrouw; 30 wie huilen, als huilden ze niet; wie zich verheugen, als verheugden ze zich niet; wie iets kopen, als bezaten ze het niet; 31 en wie zich bezighouden met aardse zaken, laten zij er niet in opgaan. Want de wereld in zijn huidige vorm is aan het voorbijgaan.
1
2
3
Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser. Niet eenzaam ga ik op de vijand aan. Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming. Ik bouw op U en ga in uwe naam, Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming. Ik bouw op U en ga in uwe naam.
Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend. En telkens meer moet ik uw kracht verstaan. Toch rijst in mij een lied van overwinning. Ik bouw op U en ga in uwe naam, Toch rijst in mij een lied van overwinning. Ik bouw op U en ga in uwe naam.
Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser. Gij voert de strijd, de huld' is U gewijd. In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid, In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid.
Dinsdag
Lunch
Romeinen 13:11-14
Gezang 164
Aernout Kisteman
11 U kent de huidige tijd: het moment is gekomen waarop u uit de slaap moet ontwaken, want de redding is ons meer nabij dan toen we tot geloof kwamen. 12 De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. 13 Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag en ons onthouden van bras- en slemppartijen, ontucht en losbandigheid, tweespalt en jaloezie. 14 Omkleed u met de Heer Jezus Christus en geef niet toe aan uw eigen wil, die begeerten in u opwekt.
canon Jezus vol liefde, U wilt ons leiden. Wij prijzen U als onze Heer. Kom met Uw kracht o Heer. En vul ons tot Uw eer, Kom tot Uw doel met ieder van ons. Maak ons een volk Heer, heilig en rein dat U Heer volkomen steeds toegewijd zal zijn.
Dinsdag
Diner
Efeziërs 5:10-17
Gezang 156
Jan Kolijn
10 Onderzoek wat de wil van de Heer is. 11 Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, 12 want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. 13 Maar alles wat door het licht ontmaskerd wordt, wordt openbaar, 14 en alles wat openbaar wordt, is zelf licht. Daarom staat er: ‘Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood, en Christus zal over u stralen.’ 15 Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. 16 Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. 17 Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil.
1
2
Heer ik kom tot U; neem mijn hart, verander mij, als ik U ontmoet vind ik rust bij U. Want Heer ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van Uw liefde. Refrein 1x Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dichtbij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.
Heer, kom dichterbij dan kan ik uw schoonheid zien en uw liefde voelen, diep in mij. En Heer, leer mij uw wil, zodat ik U steeds dienen kan en elke dag mag leven door de kracht van uw liefde. Refrein 2x Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dichtbij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde. dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.
Dinsdag
Avondsluiting
Matteüs 25:1-13
Gezang 38
Wiebren Huizinga
1 ‘Het hemelse koninkrijk lijkt op tien meisjes die hun olielampen pakten en de bruidegom tegemoet gingen. 2 Vijf van hen waren dom, vijf van hen waren verstandig. 3 Toen de vijf domme meisjes hun olielampen pakten, vergaten ze extra olie mee te nemen, 4 maar de vijf verstandige meisjes namen behalve hun lampen ook flesjes olie mee. 5 Toen de bruidegom maar niet kwam, werden ze allemaal slaperig en ze sliepen in. 6 Midden in de nacht werd er geroepen: Daar komt de bruidegom! Naar buiten, hem tegemoet! 7 Alle meisjes stonden op en maakten hun lampen in orde. 8 De domme meisjes zeiden tegen de verstandige: Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan uit. 9 Maar die antwoordden: Misschien is er niet genoeg voor ons allemaal. Ga maar naar de kooplui om olie te kopen. 10 Toen zij weg waren om olie te kopen, kwam de bruidegom. De meisjes die klaarstonden, gingen met hem mee naar binnen om bruiloft te vieren, en de deur werd gesloten. 11 Later kwamen de andere meisjes terug. Heer, heer, laat ons binnen, riepen ze. 12 Maar hij zei: Ik ken jullie niet.’ 13 En Jezus besloot: ‘Wees dus waakzaam, want je weet dag noch uur.’
1
2
3
Refrein
Zoekt eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en dit alles krijgt u bovendien. Hallelu, halleluja. refrein
Men kan niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat door de Heer gesproken wordt. Hallelu, halleluja. refrein
Bidt en u zal gegeven zijn, zoekt en gij zult het zien, klopt en de deur zal voor u opengaan. Hallelu, halleluja. refrein
Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
Woensdag
Brunch
Openbaring 3:14-22
Gezang 157
Anouk van Leur
14 Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: “Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping: 15 Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! 16 Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen. 17 U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. 18 Daarom raad ik u aan: koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. 19 Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt. 20 Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij. 21 Wie overwint zal samen met mij op mijn troon zitten, net zoals ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit. 22 Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.”’ Jezus wacht en klopt...wacht en klopt... Heel geduldig staat Hij daar voor de deur van ons hart en klopt aan de deur. Hij zou net zo goed de deur in kunnen rammen en naar binnen komen stormen om bezit te nemen van je huis. Hij heeft er het recht toe, maar dat doet Hij niet. Hij wacht zelfs tot je Zijn stem hoort en zelf de deur opent voor Hem en Hem toelaat in jouw leven. Er gaat wel iets aan vooraf...stilte...luisteren...de tijd en de rust nemen om de stem van Jezus en Zijn klop op de deur te kunnen horen. Hij keert zich niet van je af, als je Hem niet wilt horen. Hij houdt vol en blijft daar staan, kloppend en wachtend...op jou.
1
2
3
4
Vader, vol van vrees en schaamte, buigen wij voor U. Heel Uw werk door ons vertreden, klaagt ons, mensheid aan bij U.
Heer ontferm U over ons, die schuldig voor U staan. U bent onze God en Redder, neem ons in uw liefde aan.
Vader, in dit uur der waarheid, keren w'ons tot U. O, vergeef ons, Heer herstel ons, maak ons hart en leven nieuw.
Vul ons met uw heil'ge Geest, geef vuur en kracht steeds weer. Ieder zal uw macht aanschouwen, dat wij uw naam verhogen Heer, dat wij uw naam verhogen Heer.
Woensdag
Diner
Handelingen 1:9-11
E&R 236
Klaas van Randen
9 Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. 10 Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. 11 Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’
1
2
refrein
Elk oog zal Hem zien als Hij komt Op de wolken op de wolken Elk oog zal Hem zien als Hij komt Met macht en majesteit refrein
Hij brengt al Zijn kinderen thuis Op de wolken op de wolken Hij brengt al Zijn kinderen thuis In 't huis van heerlijkheid refrein
Halleluja zingt de Here een nieuw lied Hij is bij ons Hij is bij ons Halleluja zingt de Here een nieuw lied Hij is bij ons voor altijd
Woensdag
Avondsluiting
Matteüs 25:31-46
E&R 114
Marianne Titsing - vd Wal
31 ‘Wanneer de Mensenzoon in al zijn majesteit verschijnt, met al zijn engelen, neemt hij plaats op zijn koningstroon. 32 Alle volken zullen vóór hem verzameld worden, en hij zal ze in twee groepen scheiden zoals een herder de schapen scheidt van de bokken. 33 De schapen stelt hij op aan zijn rechterkant, de bokken aan zijn linkerkant. 34 Dan zal de Koning zeggen tegen wie rechts van hem staan: Mijn Vader heeft u gezegend. Kom en neem het koninkrijk in ontvangst dat voor u bestemd is vanaf de schepping van de wereld. 35 Want ik had honger en u gaf mij te eten, ik had dorst en u gaf mij te drinken, ik was een vreemdeling en u verleende mij onderdak, 36 ik was naakt en u gaf mij kleding, ik was ziek en u verzorgde mij, ik zat gevangen en u kwam mij bezoeken. 37 En de rechtvaardigen zullen hem vragen: Heer, wij hebben u nooit hongerig of dorstig gezien; hoe hebben we u dan te eten en te drinken kunnen geven? 38 We hebben nooit gezien dat u vreemdeling was of dat u naakt was; hoe hebben we u dan onderdak kunnen verlenen en kleding kunnen geven? 39 We hebben nooit gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat; hoe hebben we u dan kunnen bezoeken? 40 Dan zal de Koning antwoorden: Ik verzeker u: al wat u gedaan hebt voor een van mijn broeders hier, hoe onbelangrijk hij ook was, dat hebt u voor mij gedaan! 41 Daarna zal hij zich richten tot wie links van hem staan: Ga weg van mij, vervloekten, naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen! 42 Want ik had honger en u gaf mij niet te eten, ik had dorst en u gaf mij niet te drinken, 43 ik was een vreemdeling en u verleende mij geen onderdak, ik was naakt en u gaf mij geen kleding, ik was ziek en ik zat in de gevangenis en u verzorgde mij niet. 44 Dan zullen ook zij hem vragen: Heer, we hebben nooit gezien dat u honger of dorst had, dat u een vreemdeling was of dat u naakt was, dat u ziek was of in de gevangenis zat, hoe hadden we u dan kunnen verzorgen? 45 En hij zal antwoorden: Ik verzeker u: toen u niets deed voor een van deze mensen, ook al was hij onbelangrijk, toen deed u niets voor mij! 46 Zij zullen eeuwig gestraft worden, maar de rechtvaardigen zullen eeuwig leven.’ Nog eenmaal zal Hij komen, als Richter van 't heelal, die dan het hoofd der vromen voor eeuwig kronen zal. Nog is die dag verborgen; wacht hem gelovig af, terwijl de grote morgen reeds schemert boven 't graf!
Donderdag
Ontbijt
1 Tessalonicenzen 4:1-6
E&R 112
Allard Vonk
1 Broeders en zusters, in naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. 2 U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. 3 Het is de wil van God: dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, 4 dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen 5 en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. 6 Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden.
1
2
Refrein
Eens zal op de grote morgen klinken het bazuingeschal, dan zal Jezus wederkomen als de Rechter van ’t heelal. refrein
Eens zal op de grote morgen blank en bruin worden vereend kleur of ras is niet belangrijk maar Gods gunst aan ons verleend refrein
Wie zal op die grote morgen buigen voor die Majesteit Wie zal op die grote morgen vluchten voor die heerlijkheid
Donderdag
Lunch
Filippenzen 3:17-21
E&R 118
Frido van der Weijden
17 Volg mij na, broeders en zusters, en kijk naar hen die leven volgens het voorbeeld dat wij u gegeven hebben. 18 Ik heb u al vaak gezegd, en zeg nu zelfs met tranen in mijn ogen: velen leven als vijand van het kruis van Christus 19 en gaan hun ondergang tegemoet. Hun god is hun buik, hun eer is schaamteloosheid en hun aandacht is alleen gericht op aardse zaken. 20 Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus. 21 Met de kracht waarmee hij in staat is alles aan zich te onderwerpen, zal hij ons armzalig lichaam gelijkmaken aan zijn verheerlijkt lichaam. Als er geen bom meer valt, nergens een schot meer valt: Als er geen muur meer is, omdat Gods uur er is; Wanneer de zon verdwijnt, omdat de Heer verschijnt, Als het trompetgeschal overal klinken zal: refrein Als alle angst en pijn, voorgoed vervlogen zijn; En in de dageraad, de nieuwe mens ontwaakt, Die dan zijn plaats hervind, als ieder koningskind Dat in het rijk van God, opnieuw geboren wordt: refrein Wanneer de zoon van God ten troon geheven wordt, En al wat leeft op aard, zich aan zijn zijde schaart; Wanneer de zandwoestijn niet langer dor zal zijn, Maar rijk en eindeloos zal bloeien als een roos: refrein
Refrein: Denk dan aan ons, Heer, hoe wij op reis, telkens verlangden naar uw Paleis. Wanneer het eeuwige leven ontluikt, Ky-rie e-le-i-son, Sluit ons niet uit.
…hun god is hun buik…
Donderdag
Diner
Jesaja 11:6-10
Gezang 75:1,2,5,6
Gerard van der Welle
6 Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. 7 Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. 8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. 9 Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.. 10 Op die dag zal de telg van Isaï als een vaandel voor alle volken staan. Dan zullen de volken hem zoeken en zijn woonplaats zal schitterend zijn.
1
2
5
6
Nu gaan de bloemen nog dood nu gaat de zon nog onder en geen mens kan zonder water en zonder brood refrein
Nu ben je soms nog alleen nu moet je soms nog huilen en als je weg wilt schuilen kun je haast nergens heen refrein
Daar is geen dorst of verdriet daar zal God ons omgeven daar is gelukkig leven en het eindigt niet refrein
Zing van de eeuwige dag zing voor Zijn komst en zeg Amen zing voor de Heer die ons samen daar al van eeuwigheid zag refrein
Stil maar wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde, Stil maar wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde.
Donderdag
Avondsluiting
Genesis 1:26-31
Gezang 149
Nico van Beek
26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ 29 Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. 30 Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde het. 31 God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was.
Zie ik sterren aan de hemel staan, aan de donkerblauwe lucht de maan is het of de nacht mij noemt de naam van een machtig God Zie ik 's morgens weer de zon opgaan, in het veld de bloemen opengaan, is het of de dag mij noemt de naam van een machtig God
Deze God die aard en hemel schiep, Is dezelfde God die mij eens riep, uit het duister tot zijn heerlijk licht, zodat ik elke dag Hem Vader noemen mag en die zijn liefde voor mij openbaart, mij rechtvaardig in zijn Zoon verklaart, elke dag mij in Zijn hand bewaart: Hoe groot is God voor mij!
Vrijdag
Ontbijt
Hooglied 2:11-13a
Gezang 146
Frido van der Weijden
11 Kijk! De winter is voorbij, voorbij zijn de regens, weggegaan. 12 De bloemen zijn verschenen op het veld, nu breekt de zangtijd aan, het koeren van de duif klinkt op het land. 13 De vijgenboom is al vol vruchten, de wijnstok rankt en geurt.
1
2
3
Komt, laat ons vrolijk zingen tot God die alles schiep; die bloemen, vissen, vogels uit niets tot leven riep; met nevels als een sluier de groene aarde tooit; zijn dauw als vreugdeparels over de velden strooit.
Die heuvels schiep en dalen waar Hij de aard’ betrad; die zon en maan en sterren tot licht gaf op ons pad. Looft Hem die ook de mensen tot vreugd geschapen heeft, en die ons onze schulden om Jezus’ wil vergeeft.
O God, die ons in Christus een machtig Vader zijt, verlos ons van het kwade, nu en in eeuwigheid. Leer ons als kind’ren leven en spelen in uw hof, en met de eng’len zingen uw glorie en uw lof.
Vrijdag
Lunch/Afsluiting
Psalm 8
Gezang 145
Otto Deddens
1 Voor de koorleider. Op de wijs van De Gatitische. Een psalm van David.
Gezang 145
2 HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde. U die aan de hemel uw luister toont – 3 met de stemmen van kinderen en zuigelingen bouwt u een macht op tegen uw vijanden om hun wraak en verzet te breken.
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam, die U ons noemt door sterren, zon en maan. Hemel en aarde spreken wijd en zijd, tonen het wonder van uw heerlijkheid.
4 Zie ik de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren door u daar bevestigd, 5 wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet?
Heer, onze God, die aard' en hemel schiep, zeeën en land met macht te voorschijn riep. Wat zijn wij, mensen, dat U aan ons denkt en ons uw heerlijkheid en luister schenkt?
6 U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie, 7 hem toevertrouwd het werk van uw handen en alles aan zijn voeten gelegd:
U komt ons, Heer, in Christus tegemoet. U geeft ons, Heer, verlossing door zijn bloed. U roept ons, mensen, in uw heerlijkheid: leven om Jezus' wil in eeuwigheid!
8 schapen, geiten, al het vee, en ook de dieren van het veld, 9 de vogels aan de hemel, de vissen in de zee en alles wat trekt over de wegen der zeeën. 10 HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde.
Daarom zal, Heer, ons lied een loflied zijn, dat in ons zingt met eindeloos refrein. Prijzend uw liefde, heffen wij het aan: Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam!