Afkondigingen Zingen: Jezus vol liefde + Gezang 95 Stil Gebed Votum en Groet Zingen: Psalm 146:3,6 Wet Zingen: Psalm 119:5,9 Gebed om verlichting met de HG Schriftlezing: Luk. 15:11-32 Zingen: Psalm 25:3,5 Preek Zingen: Psalm 103:2,7,9 Inzameling van de gaven Dankgebed en Voorbede Formulier HA Zingen: Psalm 133:1,3 Zegen Thema: Voel je thuis! Gemeente van Christus, 1. Inleiding Jongens en meisjes, als we op vakantie zijn, of heel lang in de auto moeten zitten, dan doen vaak spelletjes: 'ik zie wat jij niet ziet' of 'ik ga op reis en neem mee'. En dan noem je allerlei dingen op die je mee zou nemen. Gekke dingen. Nuttige dingen. En de lijst wordt steeds langer. Totdat je de tel kwijt raakt. Als ik jullie nu eens vraag: wat zou je mee nemen als je op reis gaat? Wat zou je dan noemen? Wat wil je altijd bij je hebben? Als je ergens heen gaat, of bij iemand gaat logeren? Bij je opa en oma. Natuurlijke je pyjama. Maar wat nog meer? Ik denk dat heel veel van jullie een knuffel meenemen. Als je dan ergens gaat slapen, in een vreemd bed, dan voelt het net of je thuis bent. Dan klem je je knuffel heel dicht tegen je aan, en val je zo in slaap. Nu moet je niet alleen denken dat dit voor jullie geldt. Ik was een keer in Chili op reis en moest met het vliegtuig. Naast mij zat een vrouw en die had een hele grote knuffel. Een hele grote teddybeer. En die hield ze stevig omarmt. Ze was bang om te vliegen, en daarom had ze haar knuffel meegenomen. Dat voelde vertrouwd. Net als thuis. Jongelui, ik las eens het verhaal van een man uit de Filipijnen die in Chigago moest zijn Startzondag winterwerk zondag 16 september 2007
voor zijn werk. Hij had een hotel uitgezocht, zich in geschreven en zijn spullen er achter gelaten. Daarna was hij de stad ingegaan. De stad was groot en hij verdwaalde. Hij wist de weg terug naar het hotel niet meer, en kon zich de naam van het hotel niet meer herinneren, en ook de straat niet meer. De hele dag had hij gezocht, maar het was niet gelukt het hotel te vinden. Voordat de nacht aanbrak, had hij maar een ander hotel opgezocht, om de nacht erin door te brengen. De volgende dagen ging hij erop uit om te zoeken, maar zonder resultaat. Ten einde raad ging hij naar de politie en vroeg hen om hulp. Zij deden navraag, belden hotels op, want vreemdelingen moeten zich altijd registeren, en uiteindelijk vonden zij het hotel. Groot was de blijdschap van de man, maar ook zijn verwondering. Het hotel waar hij de nacht had doorgebracht, bleek om de hoek te liggen van het eerste hotel. Zo kan het je dus vergaan als je niemand hebt die je introduceert. Die je wegwijs maakt in het geloof en in de kerk. Het thema voor deze startzondag, dat door de HGJB is uitgekozen, is: voel je thuis! En dan gaat het over de gemeente. De gemeente, een plek waar je je thuis mag voelen. Jongeren en ouderen. Voel je thuis! Dat zeggen we weleens tegen mensen die bij ons op bezoek komen, of die komen logeren. Voel je thuis. Doe maar net of je thuis bent. En dan bedoelen we te zeggen: beschouw deze plek maar als iets van jou. Waar je mag zijn. Waar je jezelf mag zijn. Misschien is dat wel een vraag om mee te nemen. Om daar met elkaar over na te denken. Thuis in het gezin. Of in de kerkenraad. Wat is er nodig om je in onze gemeente thuis te voelen? Wat vindt u daarin belangrijk. Ik denk dat we daar allemaal wel onze ideeën over hebben. En als we dat niet hebben, dat is het best goed om bij deze vraag eens stil te staan. Wat is voor mij belangrijk als ik over de gemeente denk? Zonder nu precies het antwoord te geven. Ik denk dat voor velen de prediking een centrale rol inneemt. Dat het gaat om de Heere Jezus 1
Christus. Om de verzoening met God. Om het nieuwe leven dat er in Hem te vinden is. Anderen zouden misschien de nadruk leggen op de gemeenschap. Thuis voelen voor mij, betekent dat mensen naar me omzien. Van me af weten. Dat er onderlinge zorg is voor elkaar. Gebed. Weer een ander zal misschien denken aan zijn kinderen. Ik hoop dat ze er zullen zijn. Dat ze iets oppikken van de preek, van de dienst. Dat de Heere God hun hart raakt. Dat ze niet afhaken. Dat is een hele terechte zorg. Er wordt zo hard aan onze jongeren getrokken. En daarom belangrijk dat ze hier een plekje hebben. Echte vrienden hebben. Zo zijn er nog wel meer dingen te noemen. Voel je thuis! Laten we ons oor te luisteren leggen bij de Schrift. De gelijkenis die we hebben gelezen heeft ons heel wat te zeggen. Ook op dit punt. 2. Schrift Het is een overbekende gelijkenis. Maar toch. Als Jezus iets vertelt, dan moet je altijd bijzonder goed opletten. Weet u wat mij bijzonder heeft geraakt, toen ik met deze gelijkenis bezig was? Dat Jezus een heel negatief voorbeeld noemt. Het gaat over een Vader met twee kinderen. Over de moeder horen we niets. Een een-ouder gezin zouden wij zeggen. De Vader staat er alleen voor. Hij doet er alles aan, maar toch gaat het niet goed. De een gaat weg. De ander is thuis. Toch gaat het met beiden niet goed. Iets om over na te denken. Ziet Jezus de mensen zo? Als we de lijn doortrekken, ziet Jezus ons zo? Onze gezinnen. Is het beeld niet te negatief, vraag je je af. Of misschien toch wel herkenbaar. Je hebt er als vader of moeder alles aan gedaan, maar toch volgen je kinderen niet hetzelfde spoor. Er moet in het hart van die Vader heel veel verdriet zitten. Als hij kijkt naar zijn kinderen. Wat heb ik er niet aangedaan? Wat heb ik niet voor ze gedaan? En nu dit. Even een paar lijnen. De jongste zoon maakt keuzes. Vraagt geen raad. Zijn besluit staat vast. Ik ga weg. Waarom? Je kunt er naar gissen. Hij houdt het thuis niet langer uit? Te bedreigend. Zitten ze daar te dicht op zijn Startzondag winterwerk zondag 16 september 2007
huid? Hij zoekt de ruimte. Kiest er voor om weg te gaan. Nu is dat niet altijd verkeerd. Soms is het goed om keuzes te maken. Je kunt ook weleens te lang thuis wonen. Dat is voor de onderlinge verstandhouding niet altijd goed. Het is gezond om op eigen benen te gaan staan. Je hoopt alleen wel als ouder dat je kinderen de juiste keuzes zullen maken. Dat je ze voldoende hebt meegegeven. Dat ze de Heere God betrekken in hun keuzes. In de gelijkenis zit daar een pijnpunt. De zoon gaat ver weg. Ziet zijn vader niet meer. Daar zit kritiek in. Ik doe het toch anders. Nu doe ik wat ik wil. Maar brengt dat je ook geluk? Ben je dan ook echt vrij? Je zou als ouder graag nog zo betrokken blijven bij het leven van je kinderen. Hen nog van alles meegeven. Het is een zegen als dat kan. Niet altijd kan dat. Het houdt een keer op. Heb je ze voldoende meegegeven? Ik denk dat die zorg nooit weg gaat uit het hart van een ouder. Maar er komt een moment dat je ze los moet laten. En als het dan fout gaat. Zoals bij die zoon in de gelijkenis. Dan huilt je hart. Die Vader in die gelijkenis was intens bewogen bij zijn zoon. Maar hij moest hem loslaten. Loslaten is ook een kunst. Wat kun je dan nog als ouder doen? Je kunt eens bellen. Een sms-je. Ik denk als je die ervaring hebt, dat een van je kinderen weggaat. Niet altijd in de zin dat ze ver weg gaan. Maar dat ze andere keuzes maken. Dan wordt je terug geworpen op het gebed. Ik neem aan dat u dagelijks bidt voor uw kinderen. Of de Heere ze wil bewaren. Of hij hun ogen wil openen. Dat doet u toch? Maar ja, je hoeft er echter lang niet altijd voor weg te gaan. Dat is de ervaring van de oudste zoon. Unieke rol. Eerste kind. Lang verwacht. Je doet alles voor de eerste keer. Fotoalbum bijv. Zelfs geluiden opgenomen. Toch unieke positie. Vaak een lastige. Je moet de weg banen. Je hebt het idee dat je veel harder voor de dingen moet knokken. Ouders zijn vaak met de oudste veel strikter dan met de jongste. Toegeeflijker. Als je graag iets wil, moet je ervoor knokken. Terwijl je als je jongere broers er later om vragen, wordt er helemaal niet zo moeilijk over gedaan. Soms vult dat je 2
hart met wrok en verwijt. Het verdrietige van de gelijkenis is dat geen van beide ooit echt de liefde van de vader heeft geproefd. De jongste niet, want hij wilde weg. De oudste echter ook niet. Hoe kan dat vraag je je af. Wat is er dan mis gegaan? Die liefde en zorg van die vader is toch zo evident. Hij staat al op de uitkijk. Hij omhelst zijn zoon. Ja zelfs al het mijne is het uwe. Ik ben er. Ik ben er voor jou. En alles wat ik heb, is helemaal voor jou. Kind, jij bent altijd bij mij. Dat zinnetje ontroert me echt. Wat is er mooier dan dat? Kind-zijn van de Vader. Ja, wat is er dan misgegaan? Laten we daar even naar kijken. Jezus vertelt deze gelijkenis met een heel duidelijk doel. We lezen dat aan het begin van het hoofdstuk. Daar staat: 'En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem (waren gewoon om tot Hem te komen), om Hem te horen. 2. En de Farizeeën en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.' (Luk. 15:1-2). Jezus wordt dus verweten dat Hij met tollenaren en zondaren omging, dat Hij hun vriend was. En misschien daarbij nog wel, dat Hij hen, als trouwe nalevers van de wet, links liet liggen. Dat Jezus buiten de kaders van hun wetten en tradities, zondaren ontvangt, en hen vergeving, herstel geeft. Liefde bewijst. Dat konden ze maar niet begrijpen. Op de achtergrond van dit alles speelde een nog dieper probleem. Het land was onder het juk van de Romeinen. Door de trouwe Joden, zeer gehaat. Voor hen was er maar een oplossing van dat probleem. Het trouw naleven van de wet. Het houden aan de geboden. Dan zou God ingrijpen, zijn Messias doen komen, de Romeinen wegjagen, Israël bevrijden, en in glorie herstellen. Zij waren het oude verbondsvolk van God. Dat de Heere trouw was gebleven. Wat daar gebeurt met Jezus. Die zich om die tradities niet lijkt te bekommeren. En verkeert onder mensen, die geen acht geven op de die wetten en tradities. Dan kan gewoon niet. Wat doet Jezus? Hij gaat met hen in gesprek. Hij neemt de tijd om op hun kritiek in te gaan. Startzondag winterwerk zondag 16 september 2007
En dan vertelt hij drie gelijkenissen. Over het verloren schaap. Over de penning die kwijt is. En over de verloren zoon. Steeds weer benadrukt Hij de blijdschap. De verwondering, dat wat verloren is, gevonden wordt. Zo is er in de hemel blijdschap, over één zondaar die zich bekeert. Zien jullie dan niet wat er gebeurt? Wees blij met de mensen die door Jezus gered worden. In de hemel is er zelfs blijdschap. De engelen verheugen zich. De gelijkenis heeft dus een duidelijke spits. Ze is gericht tot de Farizeeën. Zij beschouwden zich als de oudste Zoon. Met de meeste rechten. Jezus wil ze wakker roepen. Jullie zijn die oudste Zoon. Het is nog maar de vraag, wie van de twee zonen de verloren is. Opvallend ook wat de Vader tegen de oudste Zoon zegt. De oudste Zoon had gezegd: die zoon van u is gekomen. Nee, zegt de Vader: je broer was dood, maar is gevonden. Je broer. Dat is schokkend, want zo hadden zij de tollenaars en zondaars niet gezien. Als kinderen van één Vader. Kind, je bent altijd bij mij. Al het mijne is het uwe. 3. Toepassing Als we dit dan zo horen, gemeente, wat doet zo´n gelijkenis met ons. We krijgen op een of andere manier een spiegel voor ons. Waar staan wij? Als we de lijnen een beetje doortrekken. We hebben dezelfde Vader. Een liefdevolle Vader, die tot met alle vezels van zijn bestaan met ons lot bewogen is. De vader in de gelijkenis is niemand anders dan Jezus zelf. Ik en de Vader zijn één. Hij zelf maakt die liefde van de Vader bekend. Hij is die liefde in actie. Intens bewogen met het lot van mensen. Zijn woorden klinken ook nu: Ik ben bij je. Jij bent van mij! Heeft u die liefde al geproefd? Misschien zit u al jaren in de kerk. Bent u ook door die liefde geraakt? Heeft die liefde van God u al eens onderste boven gezet? Dat je het helemaal verprutst hebt, en dat je toch de liefde en vergeving van de Heere hebt mogen ervaren. Als dat niet zo is, wat is er mis gegaan, dat je 3
die liefde nog nooit hebt ervaren? Ben je nog altijd op een afstand blijven staan? Dat kan. En hoe komt dat dan? We hadden daar vorige week met de commissie Start Winterwerk een indringend gesprek over. Soms leeft er iets van onverschilligheid in je hart. Je hebt het druk. Er is veel te doen. Het afsteken naar de diepte, daar gun je je eigenlijk geen tijd voor. Je weet best dat het zo niet moet, maar het komt er gewoon niet van. Soms belemmert de routine je. Je bent ermee opgevoed. Je gaat naar de kerk, maar je hoofd is met andere dingen bezig. Alles is voorspelbaar. Er is meer te noemen. Ik kan het me zo goed voorstellen. Maar toch. Er zijn twee dingen die we onder ogen moeten zien. 1. We doen onszelf enorm te kort, als we die liefde van de Vader nooit echt tot ons hebben laten doordringen. Die Woorden van die Vader, die gelden voor ons allemaal. Kind, je bent altijd bij mij. Bij Mij mag je je thuis voelen. Ik ben er ook voor jou. Juist in deze week van voorbereiding voor het HA. Mogen we daarbij stil staan. Mogen we die woorden tot ons laten komen. Worden we opgeroepen om die liefde van de Vader te aanvaarden. Die vraag, of je die liefde al hebt geproefd, moeten we onder ogen zien. We kunnen ons niet verschuilen in activiteiten, of onderduiken in het organiseren van dingen. Er is niet iets wat we voor God moeten doen. We kunnen er ook niets doen. De liefde van de Vader is onvoorwaardelijk. Ze is een geschenk. Open je handen, en de Heere zelf zal ze vullen. Het is zo belangrijk dat we die liefde van de Vader kennen. Weet u waarom? Omdat dit ook gevolgen heeft voor onze gemeente. Hoe meer wij doordrongen raken van die liefde van de Vader, hoe meer onze gemeente gaat lijken op het vaderhuis van God. Waar vele kamers zijn. Waar elk vertrek doortrokken is van liefde. Waar alle activiteiten doortrokken zijn van die liefde van de Vader. Die onvoorwaardelijke acceptatie. Ik denk dat het juist voor ons als ouderen belangrijk is dat we van die liefde Startzondag winterwerk zondag 16 september 2007
weten, dat dit ons leven doortrekt. Want er wordt wel enorm aan onze jeugd getrokken. De tijd waarin onze jongeren leven is wel vele malen complexer dan in de tijd waarin wij opgroeiden. Natuurlijk: een ding is niet veranderd: geloof is genade, maar er zijn wel veel meer afleidingen. Wat er speelt in de jeugdcultuur. In de muziek. Wat er met sexualiteit uitgeleefd wordt. Hoe er met vriendschappen omgegaan wordt. Het is echt niet gemakkelijk. Het is een wonder als je kind serieus en geïnteresseerd is. Als je soms hoort wat er ook op ref. scholen allemaal speelt en aan de hand is, je houd je hart vast. Daarom een oproep aan ons allemaal: om de liefde van de Vader te zoeken, en je door die liefde te laten vervullen. Die liefde is allereerst acceptatie. Onvoorwaardelijke acceptatie. Zo als de Heere God ons heeft geaccepteerd in zijn Zoon, zo mogen wij ook anderen accepteren. Acceptatie. Begrip, en veel gebed. O God, houdt ze vast. Laat ze ontdekken wie u bent. Dat een leven met u de moeite waard is. Gebed ook om openingen, waarop je kunt delen wie God voor ons is, wat Hij van ons wil en van ons vraagt. Daar kunnen we niet vroeg genoeg mee beginnen. Ik hoop dat dit de rode draad zal zijn, in heel het winterwerk. Dat wij die daarin als ambtsdrager of leidinggevende betrokken zijn, die liefde van de Vader kennen en die ook uit zullen stralen. Wie van genade leeft, wordt gunnend en mild. Als het voor jou kan, kan het ook voor die ander. Ik denk dat jongeren dat ook proeven. Of het geloof echt is. Of het doortrokken is van liefde. Het probleem is dat we vaak het geloof hebben vertaald in een soort etikette: je moet dit doen en dat doen. En dat zal niet onbelangrijk zijn, maar de kern is natuurlijk de liefde van de Vader. Die met open armen ons op staat te wachten. Of je nu jong bent of oud. Leerpunt: als je die liefde van de Vader niet geproefd hebt. Als het misschien vast zit in je leven. Geen groei. Er zit geen schot in. Bedenk dan dit. Voorbeeld van Carlos Anacondia: Wat je ontvangen hebt, is om te delen. Liefde van de Vader om met anderen te delen. Begin er 4
maar mee om wat je ontvangt met anderen te delen. Dan zult je van God ontvangen. Denk aan het kruikje van de weduwe. Het bleef stromen zolang er olie uitging. Pas als je geeft, kun je ook echt ontvangen. Paulus zegt in Kor. Wat ik ontvangen heb, dat heb ik u doorgegeven. Die liefde van de Vader is om door te geven. Getuigenis van Henri Nouwen. Hij ontdekte dat hij uiteindelijk geroepen was om een vader te zijn voor anderen. Dat is wellicht ons aller bestemming. We zitten hier niet alleen voor ons zelf. Maar voor al die anderen om ons heen: gezin, school, werk, buren, die snakken naar liefde. We ontvangen hier om vervolgens te delen met anderen. Met diegenen die de Heere op onze weg plaatst. 2. We doen niet alleen onszelf te kort, als we die liefde van God niet kennen, maar ook de mensen die daar nog buiten staan.
dicht bij hem, echt gelukkig kunnen zijn. Wat we in Hem mogen doen, is nooit te vergeefs. Hijzelf draagt er zorg voor. Wat Hij heeft begonnen, zal Hij voltooien. Dat geeft moed voor het nieuwe seizoen. Als we dat betrekken op onze gemeente, dan krijgt ze iets van dat Vaderhuis. Waarin vele woningen zijn, en elk vertrek doortrokken is van Zijn liefde. Alle activiteiten staan ten dienste dat iedereen, jong en oud die liefde van de Vader kent en eruit leeft. Een gemeente: waar jong en oud zich thuis mogen weten. Voel je thuis! Dat mag, want de Vader heet ons welkom, en staat ons met open armen op te wachten. En Hij zegt tegen ons: Kind, al het mijne is het uwe. Je bent altijd bij mij. Amen.
Die Farizeeën hadden eigenlijk geen boodschap aan al die buitenstaanders. Die oudste Zoon bekommerde zich niet om die jongste zoon. Hij leed er niet onder. Maar als je echt de liefde van de Vader geproefd hebt, dan wordt dat anders. Dan komt er ruimte, en verlangen, om ook anderen lief te hebben. Misschien zegt, ja dat is mooi, maar toch, mijn kinderen. Hoe zit dat. Ik zou zeggen dit: Je mag erop vertrouwen, dat God uw kinderen niet loslaat. Ze zijn gedoopt! De naam van God is over hun hoofd uitgeroepen. Wat je hebt mogen zaaien, zal er wel een keer uitkomen. Daar mag je de Heere aan houden! Nog even die jongste zoon. Hij was ver weg. Toen kwam een crisis. Wat herinnerde hij zich op dat moment. Twee dingen: in het huis van mijn vader was overvloed. Daar was het goed toeven. Dichtbij de Vader moet ik zijn. Het tweede: ik heb gezondigd. Zelfs de notie van zonde was niet verloren gegaan. Wat u als ouder in gebrek hebt mogen delen, wordt door de Heere gebruikt. Het leefde nog op de bodem van zijn hart. Bidt er voor, en houdt de Heere aan zijn belofte. Ik hoop dat we jong en oud in dit seizoen zullen mogen ontdekken: wie de Vader is, en zijn zoon Jezus Christus, en dat we alleen Startzondag winterwerk zondag 16 september 2007
5