Teken van verande ring: de opkomst van het feuilleton in de Nederlandse dagbladpers
KORRIE KOREVAART
In de Opregte Haarlemsche Courant van vrijdag 2 9 april 1887 schreef een zekere Antonio: `In welk jaar en op welken dag het eerste feuilleton in Nederland verschenen is mag een snuffelaar uitmaken.' Het zou niet goed zijn als pershistorici zich louter als snuffelaars gedroegen, maar het valt niet te ontkennen dat in veel historisch onderzoek fanatiek wordt gezocht naar `de eerste'. Ook bij het feuilleton is dat gebeurd. Menigeen beschouwde aldus Eline Vere, het meesterwerk van Couperus dat in 1888 als vervolgroman in Het Vaderland verscheen, als het eerste feuilleton in de vaderlandse dagbladpers. We weten intussen dat dat niet klopt, maar hoe het wel zit, is nog steeds niet duidelijk. Ad Gijselhart legde in 1986 in zijn boekje over politieke columns in Nederland de geschiedenis van het Nederlandse feuilleton uit. Hij citeert een artikel uit het tijdschrift De Journalist uit 1955, waarin kennelijk beweerd wordt dat het eerste feuilleton in Nederland in 18 55 verscheen.' De aanwijzingen van Gijselhart zijn helaas wat duister: welke krant er in 18 55 mee begon, vermeldt hij niet en het genoemde artikel in De Journalist staat niet op de opgegeven plaats. Hij doelt in elk geval op de romanfeuilletons, want aansluitend merkt hij op: `De eerste Nederlandse feuilletons waren sensationele ve rv olgverhalen, meestal uit het Frans vertaald.' Over het moment dat de Nederlandse dagbladpers het feuilleton als rubriek invoerde - dus als de plaats voor literair journalistieke stukken in de krant, zoals de novelle, het korte verhaal, de boekbespreking, de kunstrecensie, de anekdote en dergelijke - doet Gijselhart geen uitspraak. In dit artikel neem ik de Nederlandse dagbladpers uit het tijdvak 18141848 onder de loep om meer te weten te komen over de opkomst van het feuilleton in de Nederlandse dag-, nieuws- en weekbladen. Van belang hier is dat het feuilleton - of we nu aan de rubriek of aan de vervolgroman denken - niet uit de lucht kwam vallen. De introductie van het feuilleton in 8
TS•>MMV
# 17.
•
AL ;È.MEEN
a
.
p v;r6.taJ,t
.
.irdd. kg, rah /wlrét per+iw, , a gdbt al Dqtgneaarfar a. • 1YNhsiaun tÍtr sad t7tretÁt lemma ,grkre& .grabl, elan* , ran tie{etteejan, w iteais der hymens es ,.a d. nadar tdgt
A dtaae,eivarde. lbttgeaieestr aA'Weibotrleaaa'toeraotsrd use el Wnrsdrrg.dta t5, Jasutj a.utasadt, tos ?C . V. b. KIEN, Vt. ipebrttr^ra,aetgangrt,, nert.ipa p^stdt., 1'ar •erdaaaatie .s. detain' auk, tai sga epsegeae6i i texts dat nor pemagc• W. G. .a. DYtt, a ^. rid aver dotelóáe berg, araeer^eautig bet bij de* 3tedelj^an *ma nagesNide Tauar, soda, *els -Dt#1TSDHk 1k• ND. • dasrNie 411 Bijsaltrj^eteiea beds; na den 4 WE81tBd 8 In. Dam* M. Ns . 95, agdgiag á rtrleettd, sal warde. gebíwr , ois t Q.t. word bN Tarsier der laiteaates na der Yet ieder eji.igiselatatrtrd, robin wetdsade Wonder nuns stamen band serad/, ,seaasii / 000 Wt, dat At melee aar •da{aetts, g get. be.. dew in para. . . . . . . . 0,90 dnegt. 1)t.eaedetrjnt optw.op 178.. Tier rude* •. + . . . . . r 0,15 «^- tlít ?nag .uirjít Ms na des E. Jes . , . . . . . . • 0,10 . gedeet bet aitbreba ;van ds veggie tat del 419. ^ Ten s . • • .. • s 0,05 Dee. bat die airlift; ie. i^grateaai,seeBobt^r Rer tarsi* pesrrsen, die eP. de 'pages rt+ee^. ee' dj• ±1,014tNtdetes tlagdearxaategettat, sit panto sivla, alatatloc de isdada rew,es 10ttajrt sewn, lbilgtamtMatitltt,A18O!!4 Aswan 4eiaaenier eaieo.Bendile be. • dsed,rdet^ler din dtipae^ • «eeMFdeleststraáp. tdirg WOO greased. -- ^ ltln• bail awe :breigt ti, U. Dt^ • 0,03 Vow eer toast M pupil .aer tas• her 'iCegtlatbt g;aarot•estrs-eeottatite p , * Ier paal . . . . . . O,à •der saita. : • s . -- aN L.eeaatistpei beaR. sttrs beetOwt tst 3rsarhsxyts . . .' . . . 0,02 dot 5t. Dee. peor bes se,gauipe milder es lair .Yore ee. soelroaiades ^.elt»dtpe, i.ilat -.01 15. salmi 100,kiagnselptheget ,gíerew*+dèa ., bdiennaMte , Wader . . ,mbeadent giweedee•de. Otttott,opawrtra. seder ,00stais ,.tt.diee maps a . E]lBLïtll ,0 'Vas. . . ., . ,. . ., • 0,01 •aaett ,. . . Our de wepat la da *Atli rad" irfasdaaf et Vow as eadtket . . . . . . * 0,0t . >, s . balf, eabu{r :et taker , . . O,+001 -lashal Giwge.brsp is ,itgebetíba r kar' keilt , de erring des laser ns ,e q rerdik iéiiet/ i iodar.Jnatarrr; #ie da brag aa • wed *moat, aal brtrald wardon . t 0b001 Oswalt, tie. ar8• Pete ía ib~ reehedia. IIUIlCB12f 'tY1á: ` ' Y,silaedr• de betaling wee de rgtrigsa,. prudes Drganae vs. prise Wood s4ïk TiPjgtitt ^ nÍ is rrstgetspea weies prase/des , sea aseair, gistlta",u ten nee b.teller, ïedl s dint iltites awl 05 de brug mspta. btbeteat.. ., lrid•etjNi tat, vaa af di .peasalGag dor awls. ,er latet rrijk TIE.,'
J .
.
.
• .
De
íce!
.
`
.
.
.
.
.
•
•
.0,09
.
áMr
• beds beekvide adelen heen men de eedar *Aran dit tbigblad u. esocht, om, in narol+ giag• der iraartbe journalen, een gedeelte der 1,awrraat,,wider den títelTeualetoe, aan kunt en • mals letterma toe • te miles. Dien ten gerotpe openen wo them die nieuwe rubriek resuteiat baartelinp Jttaentiaabe wahuien, hie tntiecbe "wiles .of Auden oederrboaderde tededeelingen sullen plaste tludea, ark apenas die rubriek art het dtr,te kapittel ,an ten 'imon:needaa town , 'door non. stut, den zoo al®tateea bekenden *driver ,ea e A. js" et ede W.tuio ate Yorbergenleàeat vans. Pmts. AO." Slet. geraak, ,.rasenk, ,rq de emernettieg ge: reed sullen mededtelea, •Derf tot titel: krt Paartttipuer ails. Comma ate ardere woorden: 4. Coirgetioshw (de Mer arasdea, de Mug noo.
i.tiltDÉ.YTt^.tita,^:1^ to* ',awns ia ie tí wtiti ^ee^ in.dpe b^rd 14 11, p n,. 'Igtonpa 447- an i+rrmtiitn.' 1 j t Ital . jnttret, •4$ u derelide reekea te. raKite,.jernn.,,aiir 11.4 der pbetaert 'was i s dia sa.i^ . *rigs** rr ryes de.5up dè.fi.a k log en t8. Aar. sijs ,g9rttoyg nee ;l;eieWptl..pi1beibkIn bet *Waken ,as an pesaeilud, ,b,de ter b^r,trid raat 4.144164tosy +le+#dtt Abase ;y •••»
br Iltiydee g,Keaegsas, Q1etigps wain ei in Seta tenelen.,rW , =WI lade, 74 da n qtenad. eilelre !ftegisbebfsr•wM1ur•, -- Gt. 140. 1001 4 ie• ,N . pet tog, foa. 041 4 PC494i:lan..^i 4teg4lti ^;^ 3T l bles:. 344, ;,:.:;
pews ras
•
It RA NA 114d
•rA3iili' ft. Jan. . . . • . . . . Set dtgbiad de Gamete de Pltere/AINIFeehiee 1et0pCotwio:,. dtt ,kr,pwsteidtir^ balsas ink a 5 ls l<et mbrj^ b eaaïetlo.haasiiihebiagtbieiltO : • : on: Je:hiwtrgsar. sow ^ Jteitiito aredmit -*4,....111, 44•i0.1.100tii'^anar ^ aiWFwr• eeaaar *Pk„sit d. MPd004 k•M!tMee.,♦llMie^ Alow 1.e1614, ytw,.igle.Yeew^ . ia .' -- tow ^r4iatU10NekÍ ii lodes drae t tt0 Jjetr crryot .•et l,t e sd..mtult. Ant *Oohs *OK
tw^, 14a111. PAtïi^ ; ^ • '• t1. 16.1 a,u.l. ^ tiiuisg, 7aes•^ ^^
Paiut
...^,ksá dss.tlt^,p^Ogt g!epesd, Do gsi grog Jaiak.e^x aa Si," TMM ^íe .M^ t.x.. ,}ÍF g^, Si lid Lira, ale .eptpetteur, bee ee{wsisd q^ de ^ n^ ptepb.ts. 8.e áa Owl ie, da ,uta^er^ia tis moms des it^eokbaepekrí,^p^edt detke • • .s:-
^^pp d e rlo Ceronaae t t j^. ^•.^+t f". .11-1A11111011 '^^..^^ 1$1,1141. ^t vn tg ader nrrotgiN tatitt .4111•611 ^ ^LOdtArnsCitB tj9YltimLtlt-ttlT :á1M,1111001. r8ea"'din" die ;p,ttoóisiidtaa —_ onder 8e 14m iag 'ritt O li1G MA Kt g.Y01111Dg61 1[I %RlMUS . ,t ^ 'OM t.GOpMYIIÍi Kiarit•bdapsleilirg i^.^ á,u ^ ' ^edr ta^^^,l.a «nredeilrr,e. qu^tÀetre«e^ade wa ttordets..akigeaeatea. -- Met *toet often 'leairs ,rrsw se.^a q,a•epwlte.pa^ei.; ^ aeagtlMleea . siga, • Melt ..tr. ,eraxenipa a,det ties itiw, t.ad t.dalt a
i.,^ewwt,
7.e.Aegt, ekdt gr.n we^i•
motiarsiyea. tee Tinest.,
da
^. •.,
ton be
Wilk grower .a•
^-._.._
•
••••■ ••••••
•.^;
Area genrera, yrsá j#
tea
FEU, IL'LETOrt.
t•
. ° ^ ,^•M•^j^,`5^,^rp,„:r. t;1
•
trL
i#tir
E,13 AlLs '»t ., .w1^ u.-••; ,
^.4. .^ .i
:,..^^
beMadk^^"eanswiedis
Nederland mag weliswaar sterk beïnvloed zijn door de Franse pers, maar zij blijkt ook voorbereid door ontwikkelingen in de Nederlandse krant zelf In het begin van de negentiende eeuw was de indeling van de Nederlandse kranten overzichtelijk. De meeste bestonden uit a fl everingen van twee tot vier pagina's. Ze voorzagen hun lezers op de voorpagina van buiten- en binnenlands nieuws. Daarna volgden de vaste rubrieken, met titels als Zeetijding, Prijs-courant der Effecten, en Marktberi8ten; de advertenties vulden de laatste pagina('s). Staatkundig en economisch, dat wil zeggen: feitelijk en commercieel nieuws, daar ging het volgens de meeste dagbladschrijvers om. De lezer moest geïnformeerd worden over wat er in de wereld gebeurde, wat er te doen en wat er te koop was. Dat werd neutraal gepresenteerd ter voorkoming van problemen met de lokale overheden en de regering. Sommige kranten hielden deze taakopvatting over hun taak lang vol. Bladen als de Dordrechtsche Courant, de Nymeegsche Courant, de Rotterdamsche Courant en de Oprente Haarlemsche Courant veranderden in de eerste helft van de negentiende eeuw niets aan hun kleurloze berichtgeving. Dat deze kranten hun lezers met meer onderhoudende lectuur extra zouden kunnen boeien, leek niet in de hoofden van de redactie op te komen. De meeste andere kranten veranderden wél van inhoud, zij het langzaam. De feitelijke, niet-opiniërende berichtgeving bleef vooropstaan, maar tussen het binnen- en buitenlandse nieuws en de advertenties kwam er ruimte voor het gemengde, meer diverterende nieuws: wetenswaardigheden over vreemde landen, anekdotes over bekende personen, beschrijvingen van bijzondere historische gebeurtenissen en dergelijke. Dat gebeurde aanvankelijk tamelijk onopvallend, zonder aanduiding. Slechts een enkele krant gaf de koerswijziging aan in de naam: vanaf 2 7 oktober 183o kreeg de Bredasche Courant als ondertitel: Staat-, Letterkundi8-, en Wetenschappelijk Nieuws-Blad. De verandering van de inhoud van de kranten werd in de meeste gevallen met name zichtbaar in de toevoeging van rubriekstitels, die bovendien snel in aantal toenamen. Al in 1814 waren er kranten die een rubriek met het opschrift 'Mengelingen' of `Mengelwerk' hadden, zoals het Dagblad der Provincie Noord-Braband, de Goessche Courant en de Zierikzeesche Courant. Kranten die in de jaren daarna opge10
TS• >MMV # 17
richt werden, hadden doorgaans vanaf hun eerste jaargang al zo'n rubriek, onder andere het Algemeen Nederlandsch Nieuws- en Advertentie-Blad (vanaf 1819), het Algemeen Handelsblad (vanaf 1828) en de Gorinchemsche Courant (vanaf 1831). De Nieuwe Rotterdamsche Courant. Staatkundig-, Handels-, Nieuws- en Advertentieblad begon in 1844, bij de oprichting van de krant, meteen al met de rubrieken Verscheidenheden, Boekbeoordeeling en Boekbeschouwing. Andere kranten bleven niet achter. Om een voorbeeld te geven: in de literaire dagbladkritiek, die in Nederland in deze jaren als journalistiek genre ontstond, komt de lezer een grote verscheidenheid aan rubriekstitels tegen. Binnen het Mengelwerk, of daarnaast, heetten de rubrieken onder andere: Boekaankondiging, Boekbeoordeeling, Boekbeschouwing, Gemengde Berigten, Kunsten en Wetenschappen, Ingezonden stukken, Letternieuws, Literatuur, Wetenschappelijke en Letterkundige Nieuwstijdingen, Wetenschappelijke en Kunstberigten. Maar ook rubriekstitels als Concert- en tooneelnieuws, Tooneelberigt en, gewoon, Tooneel deden hun intrede. Deze ontwikkeling bleef niet beperkt tot de Nederlandstalige kranten: Franstalige kranten laten eenzelfde beeld zien. De Recueil de nouvelles en de Limburgse kranten L'éclaireur en L'éclaireur politique nemen in hun kolommen rubrieken op met de titels Littérature, Mélanges en Variétés. In de eerste helft van de negentiende eeuw publiceren kranten in deze rubrieken ook al literatuur: losse gedichten, en soms korte verhalen (met name in een genre als de fysiologie2). juist die losse gedichten passen heel goed bij het actuele karakter van de krant, omdat ze inhaken op de gebeurtenissen van dat moment, zoals een bezoek van de koning aan een stad, een overstroming of gebeurtenissen in het kader van de Belgische Opstand in 183o. .
. ^.:. `i' ..:n^i...'' ^ ^+:ii'..:^ ?^:^:j:^. '^ , l:rii' :q:•.:1.; . ^e...;•+.::,;^`S"".^"..':ii:;.;,;':::^:;t:yn:....i..^'^`;':...^. .: .+ ::,'.3k.yyh^^'P ,: : k +,1.,..;r;.i^^{ > ^ . •`r^^^ i.. ^^ :^' .
..:v.'•^: : ..'. Y,(•2
.. .. .
.^
.kA
•
^:..
,
Ï::,}SR .^ . . .
^w+wwwlS^w ^a w !.,.. : v . wM..vwu. .^.+M •i.., !R,^.l,.^MV.>t,1.: . .9. .4 .. . I;tl':k, l~^ I:I) . 1 ík C. .. . INTRODUCTION'. '•: ^^ matbrakin ,: at*ï&Qningriik tier I^ed:erlándeta telt dag— II u•ezi,ttait point, dans Ie RoiKUnae ilra Pa^llas, 4 ^e3gi11^ .:^ t :tt.;^relï^ :,.tZ.^iYeitlip waten.sueaaFdigë b+iwudeehctlttt•vain cluvt•ídiaaa,ue•,pai eta daununt our Ia situation pol^tiqpe 4e Mime d.i. sla01.44a8 tpt^.rrett^r^^tt' Ur*** b.lieixetuie. , taieíutteeu, lu pende *limits wean a hcsoiu , de corwattre, prr4etrlÁt ;^< i ,^pig ,el>le#et^, ,iatt ltetgerot e.r ui bet gabled. t¢laleatr ráisvnad de. ce gra i se fait alans Ie thimmitt tlala; r :: ^tz:ibiuiu^ : ;z^!ëlrot^iippcna, It!tt^ren en sèïananG Lusas. trg aerríg¢ scíctaF:es, tie: lr.ttxea et des Arts. On paraissa t acitzltaí#tr aaiP. a ,^r :*or&. isttta *theta Ala alleen naar de vtr.krijg.uag van eN, l3B se.ulemeut que k public pns,t acqu.:rir vue conwait..naa¢ six,dir, nxàrtt.):xurige ezt sregelanaatíge kttntaís va» Let he,- ptxamistr, exult et rs I:ulte.rc: ,le taut ce qu'iI a intérit de, luau. oral; dat. deï,eire. SJYt)lr. en taneletttr uttirr tt., . •a ui, 5.155í4 aris•i.rn ern. ..na tierlantteu, 'te Irea3ttiltstn hir,t+nia.trent „.•
v..
r^!
u•.
.^
i
TS•> MMV
# 1]
11
Weten we eigenlijk iets van de opvattingen die de kranten over de positie van hun mengelwerk hadden? Enkele kranten laten zich er expliciet over uit: De waakzame/Le vigilant Op 16 oktober 1815, in de inleiding van het eerste nummer, schrijft de krant De waakzame/Le vigilant:
Er ontbrak in het Koninkrijk der Nederlanden een dagblad, 't welk de weinige wetenswaardige bijzonderheden van den staatkundigen toestand van Europa behelzende, tevens een beredeneerd verslag opleverde van hetgeen er in het gebied der wetenschappen, letteren en schoone kunsten verrigt wordt. Deze redactie wil veel meer gaan brengen dan alleen het staatkundige nieuws. Meteen al vanaf 181 5 huisvest de krant rubrieken met titels als Nieuwe boeken, Mengelwerk, en Berichten over wetenschappen, letterkunde en fraaie kunsten. Leydsche Courant De Leydsche Courant, opgericht in 1 719, is op het eerste gezicht geen opvallend medium: de bladspiegel oogt doorsnee. De krant verscheen drie keer per week, op maandag, woensdag en vrijdag. De eerste rubriek met Mengelingen wordt op 5 januari 18z4 gepubliceerd, met daarin het `Verslag eener reis naar den westhoek van Java'. Daaraan voorafgaand stond er op vrijdag 2 januari op de voorpagina een `Inleiding', ondertekend door `De redakteur'. Hij gaat
omstandig in op het nut van de bestudering van de geschiedenis. De uitvinding van de boekdrukkunst was een zegen geweest voor de mensheid: het boek hielp de kennis over alle wetenschappen en alle gebeurtenissen, waar ter wereld ook, te verspreiden. De komst van de `nieuwspapieren' zou een en ander nog eens extra bevorderen. Kranten zijn een onmisbare bron voor de kennis van de geschiedenis en het materiaal bij uitstek voor toekomstige historici. De nieuwe redacteur - mogelijk de remonstrantse predikant Jan Roemer3 - wil de lezers graag van nog meer nieuws voorzien. Hij roept hen op bijdragen te sturen en belooft naast de gewone `Staatkundige berigten' ook `diplomatisch, statistisch en letter-nieuws' te leveren, van de universiteit 12
TS•>MMV
# 17
en van andere instellingen afkomstig, plus boekbesprekingen, nieuws over rechtszaken, etc. De krant streeft ernaar het nieuws onpartijdig te brengen, zoals de redacteur laat weten: `Aan alle beledigende, partijdige, hatelijke en valsche berigten ontzeggen wij voor nu en altijd de plaatsing.' Veertien dagen later, op 1 9 januari, voelt de krant zich geroepen, in de rubriek Mengelingen, in te gaan op de `Beantwoording der vrage: Behooren mengelingen van eenen gemengden aard wel in eene krant?' Blijkbaar heeft iemand kritiek geuit op dit initiatief van de Leydsche Courant, want de schrijver cursiveert: `Wie aan den weg timmert, lijdt aanstoot. ' Dit artikel laat er geen twijfel over bestaan: de Leydsche Courant vindt dat een krant een algemeen nieuwsblad moet zijn, dat zich niet beperkt tot staatkundig nieuws. Dat wil echter niet zeggen dat journalisten hun eigen visie mogen propageren: ` Geen Schrijver mag zich aan eigen opinie wagen, en het pleit voor zijne onpartijdigheid, wanneer hij het voor en tegen niet verzwijgt.' Het gaat er vooral om nieuws te brengen dat tot 'leering, waarschuwing en verbetering' leidt, niet alleen staatkundig nieuws. Juist daarom is de schrijver voorstander van de voorgenomen uitbreiding van het nieuwsterrein van de krant, hoewel volgens hem lang niet alle onderwerpen geschikt zijn om over te schrijven: `Men behoort zijne keuze goed te bepalen. Niet alles is oorbaar. Men moet het aangename met het nuttige vermengen, en daardoor het voorgestelde doel bereiken.'
De schrijver verwijst vervolgens ook naar het buitenland: ` Wij voor ons vin-
den geen zwarigheid, om ook hier het voorbeeld van uitheemsche bladen te volgen, die het allerlei opnemen en zich daar door aanbevelen.' Aldus gebeurde en dat zorgde voor het bijzondere karakter van de Mengelingen in de Leydsche Courant: de krant was geïnteresseerd in een breed scala aan onderwerpen, dikwijls in relatie tot verre oorden. De Mengelingen hadden wel te lijden onder de vloed van politieke gebeurtenissen die de kolommen overstroomde: vanaf oktober 183o verscheen de rubriek minder vaak. Leeuwarder Courant
redactie van de in 1752 opgerichte Leeuwarder Courant kondigt in december 1829 de rubriek Mengelwerk aan. De rubriek moet onderdak bieden aan artikelen over `Historische, Staat-, Letter- en Zedekundige Onderwerpen' en ook `Verhalen, Anecdotes, kleine Dichtstukken enz.'4 Dat was het begin van een bloeiende rubriek die de lezers achttien jaar De
TS•>MMV # 17
13
lang zou voorzien van artikelen over `zoodanige Onderwerpen, Friesland betreffende, welke door de Lezers van dit Gewest in het algemeen belangrijk en nuttig mogen worden geacht'. In het Levensbericht van Jacob van Leeuwen, de hoofdredacteur van het Mengelwerk, formuleerde Wopke Eekhoff, stadsarchivaris in Leeuwarden, in 18 58 wat het doel van de redactie was geweest: namelijk letterkundige invloed' op het lezerspubliek uit te oefenen en `lust voor geschiedenis en letteren bij het volk aan te kweeken'. Deze redactie was beslist niet uit op politieke meningsvorming. Jarenlang konden de lezers op dinsdag hun hart ophalen aan spreuken, gedichten en verhalen, degelijke wetenschappelijke artikelen over onderwerpen uit de Friese historie, boekbesprekingen en wat niet al. Het was een serie stukken waar als rubriekstitel ook best `Feuilleton' boven had kunnen staan. Kamper Weekblad De redacteur van het Kamper Weekblad, opgericht in 1836 en vanaf 18 3 8 de Kamper Courant geheten, legt op de voorpagina in het eerste proefblad, op i6
mei 1836, het doel uit. In de eerste plaats gaat het om het nieuws, maar direct daarna komen de mengelingen aan bod: Dit blad zal [de lezer] in de gelegenheid stellen om eenmaal 's weeks met het belangrijkst wereldnieuws dat er gedurende eene week ter onzer kennisse komt, bekend te worden. Het zal hem eenvoudig en in het kort worden medegedeeld, met vermijding van die noodelooze gerektheid, welke anders een uitmuntend hulpmiddel is om ledige kolommen aan te vullen. Het tweede doel zal zijn, om door mengelingen aan dit blad eene strekking te geven, waardoor het nuttige, en het schoone bevorderd, en het genoegen des lezers verhoogd wordt.' De krant is zo tevreden over haar programma uit 1836, dat ze het bij het 25jarig bestaan (in nr. 2492 van 16 mei 1861) nog eens letterlijk herhaalt, samen met de belofte de lezers `[...] door aangenaam en afwisselend mengelwerk, zoowel van wetenschappelijken als van staatkundigen aard hun eene aangename lekzuur te verschaffen.' 14
TS•>MMV
#
17
Tot zover de standpunten van De waakzame, de Leydsche Courant, de Leeuwarder Courant en de Kamper Courant over het mengelwerk. Deze kranten namen ex-
pliciet afstand van de gedachte dat een krant alleen actueel, feitelijk staatkundig nieuws moest brengen. Meer diversiteit in het nieuws was welkom, als het maar nuttig en onderhoudend was. Het kon vooral van regionaal belang zijn, zoals de Leeuwarder Courant nastreefde. De Leydsche Courant daarentegen meende dat ook berichten over verre en onbekende streken bijdroegen aan de algemene ontwikkeling van de lezer; de krant besteedde in haar recensies dan ook relatief veel aandacht aan buitenlandse boeken. Andere kranten die veel energie staken in hun mengelwerk, waren de Groninger Courant en de Arnhemsche Courant. De laatste bracht de mengelingen met haar vrouwelijke lezers in verband: op 11 december 18 38 kondigde de redactie aan dat de krant viermaal per week zou gaan verschijnen, ook op zondag. Met name de vrouwelijke lezers hadden om `wat meer verpoozings-, eenige dameslectuur' gevraagd: Dit nommer, des Zondags verschijnende en de noodige nieuwstijdingen
behelzende, zal, zoo veel mogelijk, onderwerpen tot de geschiedenis, zeden, opvoeding, letterkunde, enz. behandelen, en ook eenige plaats inruimen aan bloote verpozingslectuur. Aan alle kranten met mengelwerk is te zien dat de ontspanning van de lezers hun doel was, maar tegelijkertijd moest de lezer iets leren. Een oud principe: utile dulce. De Groninger Courant gaf van i november 1835 tot 25 januari 1836 zelfs een bijvoegsel met een aparte titel uit, afzonderlijk genummerd: de Zondagsche Groninger Courant, of Staat-, Letterkundig en Wetenschappelijk Nieuwsblad voor de provincie Groningen. Dit bijvoegsel, dat uiteindelijke dertien nummers beleefde,
kende een rubriek Mengelwerk, waarin de Groningse hoogleraar Barthold Hendrik Lulofs recensies en andere bijdragen publiceerde. Wanneer verschijnt het feuilleton nu voor het eerst als rubriekstitel in de Nederlandse krant? Ik vermoed in 1842, in het Avondblad. Nieuwe Utrechtsche Courant. Nieuws- en advertentieblad. In 1845 volgt Nederland. Algemeen dag- en handelsblad, met de Utrechtsche Courant, in 1846De Burger, in 1847 De Hydra en in 1848 TS• >MMV #
17
15
nog de Vlissin8sche Courant. Mijn veronderstelling dat het mengelwerk in de Nederlandse dagbladpers te beschouwen is als een voorfase van het feuilleton als rubriek, gaat hier voorbij aan de vraag naar de ontwikkeling van een specifieke, feuilletonistische stijl in de Nederlandse pers. De dagbladschrijvers erkenden geleidelijk dat de pers ook een verstrooiende functie had, maar aan de subjectieve en opiniërende functie kwam de Nederlandse journalist pas veel later toe. Die ontwikkeling werd ongetwijfeld ook geremd door het streven naar harmonie en onpartijdigheid, en het gebrek aan echte politieke discussie in dit tijdvak. Aan politieke opwinding en onrust hadden de Nederlanders, zo direct na de Franse Tijd, immers geen behoeftes En de vervolgromans? De Utrechtsche Courant begint niet alleen in 1845 met de rubriek Feuilleton, maar gaat dan ook vervolgverhalen publiceren: vanaf 15 januari, met als eerste een roman van Eugène Sue, De calvinisten in de Cevennes. Romantische tafereelen uit de vervol8in8 der Hervormden in Frankrijk onder Lodewijk xiv. De redactie introduceert de rubriek als volgt: Reeds herhaalde malen heeft men de redactie van dit dagblad aangezocht, om, in navolging der fransche journalen, een gedeelte der Courant, onder den Titel Feuilleton, aan kunst en fraaije letteren toe te wijden. Dien ten gevolge openen wij thans die nieuwe rubriek, waarin beurtelings romantische verhalen, historische opstellen of andere onderhoudende mededeelingen zullen plaats vinden. Vanafi januari 1847 volgt een kort verhaal in afleveringen, Het portret, van Alfred Crowquill en per 8 januari 1847 begint er opnieuw een vervolgroman van Sue: Kardiki. Er staan dan onder de horizontale streep (au rez-de-chaussée, onderaan pagina 1 en doorgaans ook de volgende pagina ti) eveneens korte verhalen en andere stukken (bijvoorbeeld over de gasverlichting). Het blad De Burner drukt in deze periode al veel, vertaalde, korte verhalen in het feuilleton af (1846-1848). Deze ontwikkelingen houden trouwens niet in dat het mengelwerk, het gevarieerde nieuws dat gewoon `verticaal' in de krant verschijnt (dat dus niet au rez-de-chaussée staat afgedrukt), verdwijnt, en evenmin dat in deze periode alle kranten overgingen tot de opname van vervolgromans: de Oprente Haarlemsche Courant en de Leeuwarder Courant, wachtten daarmee nog lang, tot respectievelijk 1887 en 1888.7 16
TS•>MMV # 17
Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de Franstalige pers in Nederland door haar meer directe oriëntatie op de Franse politiek en letterkunde het feuilleton al veel eerder introduceerde. Dat is ook zo: al in 1834 verscheen de rubriekstitel Feuilleton in het journal cie la Haye en in 18 39 in het Journal du Limbour8, feuille politique, commerciale, littéraire et administrative. Het Journal de la Haye begint in de krant van 11-12 juli 1842 (nr. 164) voor het eerst aan een vervolgroman: Les mystères de Paris van Eugène Sue. Dat is bijzonder snel, want de eerste aflevering van de oorspronkelijke vervolgroman verscheen op 1 9 juni 18 4 2 in het Journal des Débats. Vervolgens neemt het Journal de la Haye nog meer feuilletons op, zoals Sylvandire van Alexandre Dumas. In 184 publiceert Le Temps. journal de Pays Bas ook al vervolgverhalen, zoals een roman van Hippolyte Etiennez. In deze feuilletonrubriek staan ook reisverhalen en korte stukken over literatuur, toneel en schilderkunst. Er deed zich een opvallende constructie voor bij Asmodée (1847-1848). Dit weekblad hield het midden tussen een nieuwsblad en een satirisch tijdschrift. Het verscheen op zondag en ging in 18 47 over in Le Courrier Batave et Asmodée, waarin Asmodée als feuilleton werd opgenomen, aanvankelijk apart genummerd: nr. io8 van Asmodée - met brieven, schaakproblemen, theaterkritiek, correspondentie en poëzie - is het feuilleton van Le Courrier Batave, et Asmodée. Journal du dimanche in nr.
van 21 november 1847. In 1848 verdwijnt het feuilleton en heet het blad alleen nog Le Courrier Batave. 2
We maken de balans op. De koers van de kranten wijzigde in de periode 1814-1848 langzaam. Ongetwijfeld gebeurde dit onder invloed van het buitenland, maar het was zeker niet zo dat een toevallige passant op een goede dag besloot het feuilleton als rubriek uit een willekeurig buitenlands blad over te nemen. De inhoud van de krant veranderde al eerder, zoals valt af te leiden uit de gewijzigde indeling en soms ook uit een enkele redactionele toelichting. In deze periode kreeg menige krant een gevarieerdere inhoud, met ten slotte ook een feuilleton, dat als `horizontale' rubriek een logische voortzetting was van het `verticale' mengelwerk. Daarmee is helaas nog weinig gezegd is over de ontwikkeling in Nederland van de typische feuilletonistische stijl.$ Mijn speurtocht in de kranten van destijds zorgt ook voor de oplossing van het raadsel dat ik eerder aansneed: het artikel in De Journalist dat GijselTS• >MMV # 17
17
hart noemde, verkondigde volgens hem dat de eerste vervolgroman in Nederland uit 1855 dateert - maar in welke krant verscheen die roman? Het jaartal 1855 is vast een typefoutje geweest: er moet een 4 in plaats van een 5 staan, 1845, want Gijselharts opmerking dat het over vertalingen van sensationele Franse romans ging, is in overeenstemming met mijn bevindingen. Plaats van handeling was ongetwijfeld de Utrechtsche Courant.9 Wat ook hier weer evident is, is dat Nederlandse pershistorici zich niet
steeds moeten overgeven aan de fixatie op 1869. Ook vóór de afschaffing van het dagbladzegel - de zware belasting die de Nederlandse pers in de negentiende eeuw lang in haar ontplooiing heeft belemmerd 10 - werd er persgeschiedenis geschreven. De resultaten van het onderzoek van de pers uit de jaren na 1869 zijn vanzelfsprekend waardevol,) l maar het is noodzakelijk dat de Nederlandse krant in de jaren 1800-1869 ook een keer systematisch wordt onderzocht. Wat heeft zich bijvoorbeeld in die jaren precies afgespeeld in het vaderlandse feuilleton? Het onderzoek van de Nederlandse persgeschiedenis is inderdaad niet gebaat bij louter snuffelaars. Waar blijft het vervolg op de aanzet die Gijselhart in 1986 gaf het boek dat de ontwikkeling van het Nederlandse feuilleton in de negentiende eeuw in kaart brengt, inclusief een analyse van de relatie tussen mengelwerk en feuilleton? Het is de hoogste tijd. is universitair docent bij de opleidin8 Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit Leiden, en secretaris-directeur van de Leidse Faculteit der Kunsten. Ze promoveerde in 2001 op een onderzoek naar de Nederlandse da8bladkritiek in .> KORRIE KOREVAART
de jaren 1814-1848. Haar onderzoek en onderwijs liggen op het terrein van de negentiendeeeuwse letterkunde, persgeschiedenis en8enderstudies.
1.Ad Gijselhart, De column als vrijplaats. Amsterdam 1986, 74-75• 2. Zie Korrie Korevaart, Ziften en zemelknopen.
3. W.P. Sautijn Kluit, `De Hollandsche Leid Courant'. Handelingen van de Maatschappij-sche der Nederlandsche Letterkunde voor 1870. Leiden,
Literaire kritiek in de Nederlandse dag-, nieuws- en
1870,79.
weekbladen 1 814-1 848. Hilversum zool, 163-
4.Zie over het mengelwerk: Korevaart, Ziften
172.
en zemelknoopen, 204-218; Marcel Broersma, 18
TS .>MMV
# 17
Beschaafde vooruitgang. De wereld van de Leeu-
heft van de negentiende eeuw. Leiden 2003, 219,
warder Courant 1752-2002. Leeuwarden 2002,
noot 107.
191-207.
10.Zie J.M.H.J. Hemels, De Nederlandse pers voor
5. Zie Jeroen van Zanten, Schielijk, Winzucht,
en na de afschaffing van het dagbladzegel in 1869.
Zwaarhoofd en Bedaard, Politieke discussie en opposi-
Assen 1969.
tievorming 1813-1840. Amsterdam 200 4. Reeks
11.Zie ook Ankie Boon-de Gouw, `Feuil-
De natiestaat. Politiek in Nederland sinds
letons in de Rotterdamse pers in de jaren
1815, o.a. hoofdstuk 2.
188o-192o'. Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 10
6. Zie ook de bijdrage van Arja Firet elders in
(1984), 291-3 14; en Nop Maas, `1 juli 1869: De
dit nummer.
afschaffing van het dagbladzegel. De krant
7. Zie Korrie Korevaart, `Droogstoppel in
en de literatuur'. M.A. Schenkeveld-van der
Haarlem. De Oprechte Haarlemsche Courant en sens en Ton van Kalmthout, Haarlemse kringen.
Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993, 490-494 . Ook Noekie Ruijs (De opkomst van de feuilletonro-
Vijftien verkenningen naar het literair-culturele
man in de Nederlandse dagbladpers (1869-1890),
leven in een negentiende-eeuwse stad. Hilversum
ongepubliceerde doctoraalscriptie Opleiding
1 993, 103-117; en Korevaart, `De literatuur in de Leeuwarder Courant (1814-1848): ideaal
Nederlandse Taal en Cultuur, Universiteit
en werkelijkheid'. Philologica Frisica anno 1996,
voor haar onderzoek naar de opkomst van
1998, zo9-237.
de feuilletonroman in de Nederlandse
8. Vergelijk wat Van der Meulen schrijft over
dagbladpers. Ze onderzocht voor haar
de `causeriestijl' en de `boulevard-causerie' ,
doctoraalscriptie vijf middelgrote kranten
de literatuur'. W. van den Berg, Henk Eijs-
Leiden, 1998) nam 1869 als uitgangstpunt
ook in verband met de feuilletonisten Jules
in de tijdvakken 1869-1874. Zo ontdekte ze
Janin en Alphonse Karr (De courant, 32-33).
dat de Amsterdamsche Courant en Het Vaderland
9. Net als bij de kunstkritiek en de literaire
vooral veel langlopende ve rvolgverhalen
kritiek, blijkt dat in dit geval een krant die
publiceerden; in andere kranten waren ze
financieel door de regering gesteund werd,
beslist korter. Tijdschriften als Eigen haard
sneller dan andere kranten de kans kreeg mee te gaan in nieuwe ontwikkelingen (vgl. Korevaart, Ziften en zemelknoopen, 232; Annemieke Ouwerkerk, Tussen kunst en publiek. Een beeld van de kunstkritiek in Nederland in de eerste
en Nederland probeerden daadwerkelijk de
TS .>MMV
# 17
Nederlandse productie van vervolgverhalen te stimuleren: ze namen zelden genoegen met vertalingen.
19