TECHNISCH B U L L E T I N 15 Technische infor matie voor de installatiemarkt • september 2004
Nefit Elite regelpakketten Met één toestel meerdere cv-circuits aansturen! IN DIT NUMMER: Nefit Elite regelpakketten Pagina 1-3 Hr-ketel vraagt om uitgebalanceerde cv-installatie Pagina 4-5 Meest gestelde vragen van de installateur Pagina 5-6 Uitleg displaycode UBA3 Pagina 7 Tip & Vraag Pagina 8
Figuur 1 Nefit Elite Regelpakket B4 Heeft uw klant een woning met praktijk of werkruimte? Is zijn huis geschikt gemaakt voor dubbele bewoning? Of maakt uw klant bij de verwarming gebruik van radiatoren én vloerverwarming? Dan is een Nefit EcomLine Elite HR-ketel in combinatie met een Elite Regelpakket voor twee cv-groepen dé oplossing. Uw klant kan de verwarming dan perfect regelen, per cv-groep én per vertrek. De Nefit EcomLine Elite (HRC 24/CW4 en HRC 30/CW5) kan speciaal voorbereid worden om twee verwarmingsgroepen te bedienen met verschillende aanvoertemperaturen, verschillende klokprogramma's en bedieningen. Hierdoor kan een verwarming per groep en per vertrek worden verkregen. Maar het is niet alleen het toestel en de kamerthermostaat die hiervoor zorgen. Het regelcomfort wordt verkregen door een verzameling van componenten die samen met het toestel en thermostaat een maatwerkoplossing bieden. Zo wordt het de klant gemakkelijk gemaakt: Nefit biedt drie com-
plete Elite Regelpakketten voor veelvoorkomende specifieke praktijksituaties, waarin meer regelcomfort gewenst is dan gebruikelijk in Nederland.
De naamgeving van de pakketten is als volgt: Korte naam
Zo kunt u bij alle Elite Regelpakketten twee verschillende klokprogramma's met eigen tijden en temperaturen kiezen. Het eerste klokprogramma is bijvoorbeeld voor uw woonhuis, met een warmtevraag 's ochtends vroeg, 's avonds en in het weekend. Het tweede klokprogramma hoort speciaal bij de werkruimte, waar juist warmte gevraagd wordt op werkdagen overdag. Verder kunt u ervoor kiezen om uw woonhuis en werkruimte beide weersafhankelijk, dus op basis van buitentemperatuur te regelen, of juist één van beide ruimten weersafhankelijk en de andere op basis van de ruimtetemperatuur. Bij regelpakket B is het zelfs mogelijk zowel het woonhuis als de werkruimte te verwarmen met een gebruikelijke ruimteregeling, dus op basis van ruimtetemperatuur.
1
Volledige naam Elite Regelpakket
Nefit Elite Elite Regelpakket Wonen Regelpakket A & Werken ML400 Nefit Elite Elite Regelpakket Wonen Regelpakket B & Werken ML400/ML300 Nefit Elite Elite Regelpakket Regelpakket C Vloerverwarming & Radiatoren ML400
EV-nr
18351
18352
18353
Raadpleeg de Nefit Elite regelingkiezer Deze Elite Regelingkiezer is ervoor bedoeld om u te ondersteunen bij het selecteren van het juiste Elite Regelpakket opdat u het hoogste comfort realiseert dat de Nefit EcomLine Elite u kan bieden. In de Nefit
Elite Regelingenkiezer staat per Elite Regelpakket omschreven in welke situaties het toegepast kan worden, hoe de verschillende componenten op elkaar worden aangesloten en wat de leveringsomvang van het pakket is. Voor meer informatie of vragen neemt u contact op met uw Nefit account manager of met Nefit, Telefoonnummer: 0570678566, faxnummer: 0570-678586 en e-mail:
[email protected]. Download de regelkiezer van www.nefitdealer.nl
Elite Regelpakket A Wonen & Werken ML400 Zie figuur 2. U kunt dit pakket A op drie verschillende manieren in uw woning toepassen: Situatie A1 U regelt uw woning én uw werkruimte weersafhankelijk Hierdoor is het mogelijk elk vertrek binnen uw woonhuis of werkruimte zijn eigen temperatuur mee te geven. Ideaal als uw werkruimte verschillende vertrekken heeft die alle hun eigen temperatuur nodig hebben (bijv. praktijk met wachtkamer, administratieruimte en behandelkamer). Situatie A2 U regelt uw woning weersafhankelijk, maar de werkruimte op ruimtetemperatuur Dit is een oplossing als u in uw woning elk vertrek zijn eigen temperatuur wil meege-
Figuur 2 Elite Regelpakket A Wonen & Werken ML400 ven, en bij lastige situaties zoals bij een serre, een openhaard of studerende kinderen. Situatie A3 U regelt uw woning op ruimtetemperatuur en de werkruimte weersafhankelijk Deze oplossing komt van pas als u in uw werkruimte verschillende vertrekken een eigen temperatuur wilt meegeven (zoals in het eerder genoemde voorbeeld van de artsenpraktijk waar de behandelkamer een constant hogere temperatuur gewenst is dan in de administratieruimte).
Figuur 3 Elite Regelpakket B Wonen & Werken ML400/ ML300
2
Elite Regelpakket B Wonen & Werken ML400/ML300 Zie figuur 3. Dit pakket biedt in feite dezelfde comfortverhogende oplossingen als pakket A dat hiervoor beschreven is. Echter, pakket B bevat niet alleen de ModuLine 400, maar ook de ModuLine 300 thermostaat. U kunt zelf kiezen of u de ModuLine 400 in het woonhuis ophangt en de ModuLine 300 in de werkruimte, of andersom. Door deze tweede thermostaat ontstaan er diverse extra mogelijkheden, waardoor dit pakket niet alleen ideaal is voor de woonwerksituatie, maar ook voor
Figuur 4 Elite Regelpakket C Vloerverwarming & Radiatoren ML400
dubbele bewoning van een pand.Voorbeelden hiervan zijn inwonende ouders of verhuur van een deel van de woning. Een tweede, heel ander voordeel van de tweede thermostaat is dat u met dit pakket B geheel vrij bent in de wijze waarop u de woning en werkruimte regelt. Er ontstaan vier mogelijkheden:
tabel dan is deze complete ruimteregeling een prima oplossing.
Elite Regelpakket C Vloerverwarming & Radiatoren ML400
Situatie B1: U regelt uw woning én uw werkruimte weersafhankelijk. Situatie B2: U regelt uw woning weersafhankelijk, maar de werkruimte op ruimtetemperatuur. Situatie B3: U regelt uw woning op ruimtetemperatuur en de werkruimte weersafhankelijk. Situatie B4: U regelt uw woning én uw werkruimte op ruimtetemperatuur.
Zie figuur 4. Dit pakket heeft Nefit speciaal ontwikkeld voor het geval u in uw woning (of werk-ruimte) niet alleen radiatoren toepast, maar ook vloerverwarming.Vloerverwarming biedt het voordeel van een heel behaaglijk comfort, gecombineerd met een laag energieverbruik. Typisch voor vloerverwarming is dat het water dat hierin circuleert relatief laag van temperatuur is. Daardoor wordt de warmte heel gelijkmatig verspreid wat aangenaam aanvoelt, en werkt uw cv-toestel zo energiezuinig als mogelijk.Vloerverwarming wordt op twee verschillende manieren toegepast.
De verschillen tussen de eerste drie oplossingen B1-B2-B3 zijn al beschreven bij Elitepakket A (A1-A2-A3). De vierde oplossing is nieuw: met de ModuLine 400 thermostaat en de ModuLine 300 wordt het mogelijk om én het woonhuis én de werkruimte op ruimtetemperatuur te regelen. In Nederland is dit de gebruikelijke manier om een verwarming te regelen. Bent u dit gewend en vindt u deze manier van regelen voldoende comfor-
Situatie C1 Vloerverwarming beneden, radiatoren boven Wat vaak voorkomt is dat op de benedenverdieping vloerverwarming wordt aangelegd, terwijl de ruimtes daarboven voorzien zijn van radiatoren. In principe is het mogelijk de gehele installatie weersafhankelijk te regelen. Als u een HR-toestel gebruikt adviseert Nefit in deze situatie echter om de vloerverwarming beneden op ruimte te regelen, en de radiatoren boven weersafhan-
3
kelijk te maken. De ModuLine 400 thermostaat wordt in dit geval in de woonkamer opgehangen. De radiatoren boven worden voorzien van thermostaatkranen. Situatie C2 Vloerverwarming in combinatie met radiatoren beneden, radiatoren boven Wat verder vaak voorkomt is dat de vloerverwarming beneden wordt gecombineerd met radiatoren die zorgen voor een versnelde opwarming van de ruimte. In deze situatie adviseert Nefit u om de gehele installatie weersafhankelijk, dus op basis van de buitentemperatuur, te regelen. Waarom? Een kenmerk van vloerverwarming is dat het systeem wat trager werkt. Juist door de lagere cv-temperaturen duurt het even voordat de ruimte op de gewenste temperatuur is. Daardoor wordt vloerverwarming vaak gecombineerd met radiatoren, die er zorg voor dragen dat de ruimte sneller opwarmt.
HR-ketel vraagt om uitgebalanceerde cv-installatie In de cv-branche is de laatste 2 jaar veel aandacht besteed aan het WaterZijdig Inregelen (WZI) van een cvinstallatie. Niet voor niets, een goed ingeregelde installatie blijkt een aantal grote voordelen te hebben. Zo zal het comfort aanzienlijk toenemen en het gasverbruik dalen.
WaterZijdig Inregelen (WZI) In de theorie wordt het waterzijdig inregelen omschreven als "het instellen van de ontwerpwaarden van volumestromen door radiatoren. Dit kan door middel van inregelappendages en leidingberekeningen". Deze omschrijving is echter meestal alleen van toepassing bij een nieuw te installeren systeem.
Veelal zal er namelijk sprake zijn van een bestaande installatie waar alleen een nieuw cv-toestel wordt geplaatst. Helaas biedt een dergelijke situatie zelden de mogelijkheid tot waterzijdig inregelen, omdat – inregelappendages meestal ontbreken en moeilijk achteraf aan te brengen zijn; – door de montage van inregelappendages de offerte hoger uitvalt. Waardoor het werk mogelijk niet gegund wordt; – gegevens over de installatie vaak niet voorhanden zijn. Belangrijk is, dat bij een bestaande cvinstallatie van tevoren een inschatting gemaakt wordt van eventuele knelpunten in de installatie. De toegepaste regeling, weers-
Figuur 5 Radiator opstelling
4
afhankelijk of ruimteregeling, speelt hierbij geen rol. De aanwezigheid van thermostatische radiatorkranen evenmin.
ISSO 56 In de ISSO publicatie 56 wordt aangegeven op welke wijze het inregelen van een systeem het beste georganiseerd kan worden. Bij bestaande installaties wordt in deze publicatie geadviseerd om in te regelen door middel van de temperatuurmethode. Op basis van het temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourleiding van het cv-toestel worden alle radiatoren, vloerverwarming en convectoren ingeregeld. Dit betekent dat het temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourleiding van de verwarmingselementen, bij een goed ingeregelde cv-installatie,
hetzelfde moet zijn als over het cv-toestel. Met de temperatuurmethode kunnen in een werkende installatie ook hiaten worden opgespoord. Een mogelijk hiaat is een radiator die een te klein of te groot temperatuurverschil laat zien tussen aanvoer- en retourleiding, en daardoor een verstoring kan veroorzaken in de hele installatie.
Temperatuurverschil te klein In veel situaties blijkt dat dit een radiator is die relatief dicht bij het cv-toestel is geplaatst. U kunt hier bijvoorbeeld denken aan een situatie waarbij het cv-toestel en een radiator in de bijkeuken zijn geplaatst of op een zolderverdieping (figuur 5, pos. A). De weerstand over deze radiator is in verhouding tot de overige installatie zeer laag, waardoor er veel water over deze radiator stroomt. Door deze te hoge volumestroom krijgt deze radiator onvoldoende de tijd om het cv-water voldoende af te koelen, waardoor de retourtemperatuur te snel stijgt. Omdat de radiatoren in het referentievertrek (bijvoorbeeld de woonkamer) nog lang niet op temperatuur zijn, zal de ModuLine aan het cv-toestel ondertussen nog steeds de opdracht geven om op hoog vermogen te blijven branden. Met als gevolg dat de aanvoertemperatuur, van de bij het cv-toestel geplaatste radiator, ook te snel stijgt. Hierdoor zal op een gegeven moment het punt worden bereikt waarop de Universele BranderAutomaat (UBA) op de situatie ingrijpt, en het cv-toestel terug laat moduleren. De UBA is immers te allen tijde autoritair ten opzichte van de ModuLine. Dit terugmoduleren gebeurt vanuit de ModuLine gezien dus veel te vroeg, maar is
voor de bescherming van het toestel noodzakelijk. Het uiteindelijke gevolg van dit te vroeg terugmoduleren is dat er nog minder vermogen richting het referentievertrek wordt gestuurd en dus dat de ruimtetemperatuur in het referentievertrek niet of veel te laat bereikt wordt. Tevens wordt hierdoor zeer oneconomisch gestookt. Een hogere aanvoertemperatuur geeft immers een lager rendement. Het plaatsen van een thermostaatkraan is in dit geval niet afdoende, deze wijzigt de volumestroom over de radiator pas op het moment dat de ruimtetemperatuur wordt gehaald. Bovendien is door de lage weerstand over de radiator de kans op stromingsgeluiden ter plaatse van de radiator zeer groot.
Temperatuurverschil te groot Tevens is een situatie denkbaar waarbij een radiator relatief ver verwijderd is van het cv-toestel. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan een situatie waarbij een radiator geplaatst is, in een garage die later is bijgebouwd aan het pand, terwijl het cv-toestel op zolder hangt (fig. 5, pos. B). De weerstand over deze radiator is in verhouding tot de overige installatie zeer hoog, waardoor er te weinig water over deze radiator stroomt. Door deze te lage volumestroom krijgt deze radiator meer dan voldoende de tijd om het cv-water af te koelen, waardoor de retourtemperatuur laag blijft. De aanvoertemperatuur stijgt echter wel, waardoor over deze radiator een groter temperatuurverschil zal ontstaan dan over de dicht bij het cv-toestel gelegen radiatoren. Zodra het referentievertrek op temperatuur begint te komen, zal de ModuLine aan het cv-toestel de
opdracht geven om terug te moduleren. Het gevolg van dit terugmoduleren is dat er nog minder vermogen richting de ver weg gelegen radiator wordt gestuurd. Hierdoor zal de ruimtetemperatuur in het bijbehorende vertrek niet bereikt worden. Het plaatsen van een extra pomp in de installatie of het zwaarder afstellen van de eventuele drukverschilregelaar zijn in dit geval niet afdoende, de stroming in de installatie kan hierdoor worden verstoord. Bovendien is de kans op ketelstoringen en stromingsgeluiden in de gehele installatie zeer groot. Ook zal het energieverbruik toenemen, wat eigenlijk niet nodig is.
HR-ketel vraagt om uitgebalanceerde installatie Omdat de moderne HR-ketel een geavanceerder regelgedrag kent dan de conventionele cv-ketel, zullen installatietechnische problemen zoals hierboven zijn omschreven zich vaak pas openbaren nadat de HR-ketel is geplaatst. De enige echte oplossing voor bovengenoemde problemen is een cv-installatie met dubbel instelbare radiatorkranen of voetventielen die vervolgens goed moeten worden ingeregeld.
Informeren Belangrijk is dat de consument goed wordt geïnformeerd over de extra kosten, maar vooral ook over de voordelen van een goed ingeregelde cv-installatie. Het verhogen van het comfort en het verlagen van het gasverbruik zijn dan vaak doorslaggevende argumenten.
Meest gestelde vragen van de installateur 1 Mag een open expansievat blijven zitten als ik een HRtoestel ga plaatsen op een oude installatie? Net als bij zuurstofdoorlatende vloerverwarmingslangen is ook hier mogelijk sprake van het continu toetreden van zuurstof. Het is dus verstandig een scheidingswisselaar te plaatsen bij 'oude' installaties. Het is ook mogelijk om de installatie gesloten te maken, maar dat levert vaak problemen op, omdat dan de installatie onder druk wordt gezet waardoor er lekkage optreedt.
2 Mag ik zelf een cv-toestel ombouwen naar propaan? Afhankelijk van het type toestel doet Nefit dit of mag de installateur de handeling uitvoeren. Er zijn ook toestellen welke niet omgebouwd kunnen worden op propaan. Neem contact op de Nefit DealerLine 0570 – 678 566, toets 4.
5
3 Hoe kan ik een combitoestel in bedrijf nemen zonder warmwaterfunctie Het komt regelmatig voor dat een combitoestel voor verwarming in bedrijf moet worden gesteld, maar dat de warmwatervoorziening (tijdelijk) buiten bedrijf moet blijven. Bijvoorbeeld wanneer de bestaande warmwatervoorziening voorlopig nog goed functioneert, of bijvoorbeeld wanneer de warmwaterinstallatie in een nieuwbouwsituatie nog niet gereed is, terwijl er al wel
gestookt moet worden om het stuc- of metselwerk sneller te laten drogen. Afhankelijk van het type toestel gaat u hierbij als volgt te werk: Economy VRC/ HRC combitoestel Voor korte tijd (tot drie maanden): – Sluit de bewaarsensor in de tappot kort door middel van de adapter boilersensor (fig. 6, pos. 1) met bestelnummer EV 38499 en de brug kabelboom (fig. 6, pos. 2) met bestelnummer EV 73310. Hierdoor zal het toestel niet meer in bedrijf komen voor warm water. – Zorg ervoor dat de tappot aan de boven zijde goed ontlucht wordt. Zie hiervoor ook de installatie-instructie van het toestel. Voor langere tijd (langer dan drie maanden) in verband met het voorkomen van corrosievorming in de tapboiler: – Voer de handelingen uit zoals die ook nodig zijn voor kortere tijd. – Demonteer de driewegklep. – Vervang de driewegklep door de verbindingsbocht retour (fig. 6, pos. 5) met bestelnummer EV 38620. Let op: deze bocht heeft speciale schroefdraad die past op de aansluiting van de driewegklep. – Demonteer de aanvoerleiding aan de onderzijde van de tappot. – Dop de vrijgekomen aansluiting links onderin het toestel (fig. 6, pos. 4) af met de afdichtdop (fig. 6, pos. 3) met bestelnummer EV 38498. SmartLine HRC combitoestel Voor korte tijd (tot drie maanden): – Zet de linker draaiknop op het bedieningspaneel BC10 van het toestel in stand 0, of schakel de warmwatervoorziening met de druktoetsen op het bedieningspaneel BC10 uit door deze in de stand C0 te zetten, of trek de stekker van de bewaarsensor (de rechter sensor) in de tappot los. Hierdoor zal het toestel niet meer in bedrijf komen voor warm water. Voor langere tijd (langer dan drie maanden) in verband met het voorkomen van corrosievorming in de tapboiler: – Voer de handelingen uit zoals die ook nodig zijn voor kortere tijd. – Demonteer links onderin het toestel de aanvoerleiding tussen de tappot en de hoofdaanvoerleiding. – Dop de vrijgekomen aansluiting aan de
Figuur 6 Onderdelen buiten werking stellen tappot aanvoerleiding af met de afdichtdop (fig. 6, pos. 3) met bestelnummer EV 38498. – Demonteer de retourleiding tussen tappot en driewegklep. – Dop de vrijgekomen aansluiting van de driewegklep af met de afdichtdop (fig. 6, pos. 3) met bestelnummer EV 38498. EcomLine Classic en Excellent combitoestel – Sluit de boilersensor kort door middel van de brugstekker (fig. 6, pos. 2) met bestelnummer EV 73310. Hierdoor zal het toestel niet meer in bedrijf komen voor warm water. EcomLine Elite combitoestel – Zet de linker draaiknop op het bedieningspaneel BC10 van het toestel in stand 0, of schakel de warmwatervoorziening met de druktoetsen op het bedieningspaneel BC10 uit door deze in de stand C0 te zetten, of zorg ervoor dat de boilersensor van het boilerdeel niet in de aansluitkast van het keteldeel wordt aangesloten. Hierdoor zal het toestel niet meer in bedrijf komen voor warm water.
6
Voor nadere informatie kunt u de installatie-instructie van het betreffende toestel raadplegen, of bel de Nefit DealerLine 0570-678566, toets 4.
Uitleg displaycode: UBA3 Dit is een terugkerend artikel over displaycodes gegenereerd door de Universele Brander Automaat (UBA3)en weergegeven door de BC10. Met de Service Tool kan de UBA3 worden uitgelezen en toestelcomponenten worden getest.
Tijdens de normale bedrijfssituatie wordt in het display van de BC10 de actuele aanvoertemperatuur in graden Celsius weergegeven. Door één keer op de ‘ ‘ serviceknop te drukken verschijnt de cvwaterdruk in bar in het display. Door vervolgens nog een keer op de serviceknop te drukken verschijnt de bedrijfscode in het display. Nog een keer indrukken om terug te komen bij het begin van het menu. Indien er sprake is van een storing, dan verschijnt automatisch de bijbehorende storingscode in het display van de BC10. Deze storingscode kan blokkerend of vergrendelend (knipperend) zijn. Alleen een vergrendelende storing moet ‘ ‘ gereset worden.
Storing: Het tachosignaal van de ventilator is tijdens de bedrijfsfase weggevallen. Reset nodig? nee – Controleer of de beide stekkerverbindingen van de ventilator correct zijn gemonteerd – Controleer de ventilator; aansturing 230 VAC. – Controleer de voedingskabel van de ventilator (230 VAC). – Controleer de tachokabel van de ventilator. – Controleer of de netspanning op de wandcontactdoos tussen 195 en 253 VAC ligt.
Veiligheidstest: (ventilator blijft doordraaien) De ventilator heeft gedurende 24 uur continu gedraaid en is tijdens een veiligheidstest tijdelijk uitgeschakeld. Reset nodig? nee
Storing: Het tachosignaal van de ventilator is tijdens de voorbereidingsfase niet aanwezig. Reset nodig? ja – Mogelijke oorzaken, zie storing
Storing: De ventilator draait te langzaam. Reset nodig? ja – Controleer of de ventilator eventueel verontreinigd of vochtig is. – Controleer of de netspanning op de wandcontactdoos tussen 195 en 253 VAC ligt. – Controleer de elektrische installatie. – Vervang de ventilator
7
Storing: De ventilator draait te snel. Reset nodig? ja – Controleer de stekkerverbinding van de tachokabel op de ventilator. (Dit is de dunne stekker) – Controleer de tachokabel van de ventilator, – Controleer of de netspanning op de wandcontactdoos tussen 195 en 253 VAC ligt. – Controleer of er sprake is van verstopping in de ventilator, de brander, de warmtewisselaar of in het rookgasafvoersysteem. – Is er een tweede ventilator aanwezig (demonteer deze)? – Controleer of de waaier van de ventilator los zit ten opzichte van de motoras.
Tip
van een installateur
&
Vraag
van een installateur
Vraag
Vraag
Wanneer communiceert mijn Nefit Service Key het beste met mijn zakcomputer (met Palm OS3.1 of hoger)?
Hoe zet ik een ModuLine 30 op weersafhankelijke regeling?
Antwoord
• • • •
Oplossing Geen communicatie met zakcomputer Mogelijk is de infraroodpoort (IR) van de zakcomputer nog niet geactiveerd. Om dit te verhelpen, zoek in de Preferences (Voorkeuren) van de zakcomputer de instelling ‘Beam Receive’ op en zet de instelling op ‘On’. Deze kunnen per zakcomputer verschillen. Controleer het circuit 3-4 en 5-6 op het cv-toestel.
•
Dataoverdracht Nefit Service Key en zakcomputer De dataoverdracht tussen de Nefit Service Key en de zakcomputer is infrarood en draadloos.Voor een goede communicatie dient u de IR-poort van de zakcomputer te richten op het actieve IR-venstertje van de Service Key. Indien de Service Key in de serviceconnector van het toestel is gestoken, verschilt de stand van de Service Key per toesteltype.Voor een goede IR-communicatie kunt u met behulp van een toets op de Service Key het juiste IR-venster activeren. Een actief venster is te herkennen aan de oplichtende leds.
• •
Communicatiebutton in de Service Software Service Key en Zakcomputer communiceren minimaal met elkaar. In het begin van een sessie wordt er gecommuniceerd als de "Met Key"-button is aangeklikt. De toesteldata wordt opgeslagen in de (zak)computer, en kan elk moment geraadpleegd worden.Voor het actualiseren van de gepresenteerde toesteldata is de Service Software voorzien van twee refresh-buttons: eenmalig actualiseren van de toesteldata.
Druk op de menuknop en houd deze vast. Druk op de radiatorknop en houd deze ook vast. Laat de menuknop los. U ziet nu ‘ECO’ in het display. Laat nu de radiatorknop los en druk de radiatorknop opnieuw weer in en houd weer vast. U ziet nu een ‘1’ of een ‘0’ in het display. Laat nu de radiatorknop los en druk de radiatorknop opnieuw weer in en houd weer vast. Nu zien we ‘huisje met thermometer’ in het display. Draai aan de platte draaiknop en zet de ‘thermometer’ buiten het ‘huisje’. Laat nu de radiatorknop los en druk de radiatorknop opnieuw in, nu zien we een radiator met een cijfer. Dit is het installatie-type, kies het type dat bij uw installatie hoort door aan de platte draaiknop te draaien. 1. radiatoren 2. convectoren 3. thermostatische kranen 4. alleen vloerverwarming
Laat nu alle knoppen los. Nu heeft u de ModuLine 30 weersafhankelijk ingesteld. Dit is te controleren door de menuknop in te drukken. De ‘thermometer’ staat dan buiten het ‘huisje’. De regeling is hierbij niet volledig ingesteld. De stooklijn moet handmatig worden ingesteld. Er bestaat een "beknopte gebruiksaanwijzing ModuLine 30" die u kunt downloaden van www.nefitdealer.nl
Voortdurende actualisatie van de toesteldata. Er vindt continu data-overdracht plaats, totdat de button opnieuw geactiveerd wordt. Service Software. De Communicatie tussen Key en Zakcomputer is te herkennen aan het langzaam knipperen van het groene LED-je op de key.Vanuit de Service Software wordt aangegeven wanneer u de zakcomputer op de Key moet richten. Op deze manier wordt de IR-poort niet onnodig geactiveerd, wat betekent dat uw zakcomputeraccu minder snel heropgeladen dient te worden.
Service Key update Via internet kunt u de Service software downloaden. Daarmee wordt het serviceprogramma geupdate. De Service Key is voorbereid voor huidige en toekomstige ontwikkelingen. Naast het serviceprogramma kan ook de software van de Service Key geactualiseerd worden. Dit proces vindt hooguit 1 á 2 maal per jaar plaats en duurt dan ongeveer 3 minuten.
Druk de Service Key goed in de serviceconnector.
Nefit Buderus B.V. , Postbus 3 , 7400 AA Deventer. DealerLine 0570 - 67 85 66. Fax 0570 - 67 85 86. Internet: www.nefitdealer.nl
8