Talentherkenning en -ontwikkeling Laatste stand van zaken Dr. Marije Elferink-Gemser
Met dank aan: Chris Visscher Laura Jonker, Barbara Huijgen, Rianne Kannekens, Tynke Toering, Sebastiaan Platvoet, Tjeerd de Jong, e.a.
Samenwerking RuG en HAN Talentmodellen: Longitudinaal, multidimensioneel, talentenpopulatie ` Toepassing: praktische meetinstrumenten, programma’s
Wie of wat is talent? • Een grote geldwaarde waar iemand jaren voor moet werken. • Een natuurlijke begaafdheid; bekwaamheid; aanleg.
www.vandale.nl
Talent
Talent
? ?
Talent
Leeftijd?
Eeuwig talent?
Talent in de sport
“Minstens zo belangrijk bij de ontwikkeling van een talent tot wereldtopper zijn zaken als doorzettingsvermogen en - vooral – passie.” Pieter van den Hoogenband
“Je kan niet zeggen: deze man heeft talent maar hij is lui. Neen, hij heeft geen talent want hij is lui.” Harry Mulisch
Howe e.a., 1998; Helsen e.a., 2000; Elferink-Gemser e.a., 2004, 2007
Wie of wat is talent?
Huidig niveau
Toekomstig niveau? Aannames:
Talent is te herkennen
Toekomstige prestaties kunnen voorspeld worden door voorgaande prestaties
Theoretisch kader 11/7/2013 | 11
Tijd
Kenmerken van de sportprestatie
Toeval Persoonsgebonden prestatiebepalende kwaliteiten: Lichaamsbouw Fysiologie Techniek Tactiek Mentaal
Zelfregulatie
Omgeving: Micro, meso en macro niveau: Ouders, leerkrachten, trainers, coaches, managers, talentontwikkelingsprogramma, trainingsfaciliteiten, competitiestructuur
Rijpen Leren Trainen
Elferink-Gemser & Visscher, 2012
Routes naar de top
Vroege specialisatie
Allround ontwikkeling
Bloom, 1985; Côté, 1999; Côté & Fraser-Thomas, 2007 College 1 – Wat is talent?
Fasen in talentontwikkeling NOC*NSF • Long Term Athlete Development (LTAD)
80 70 60 50
• • • • •
40 30 20 10 0 Train Training
FUNdamental Training to Train Training to Compete Training to Win Retirement / Retaining
Win Wedstrijd
Balyi, 2000
13
Fasen in talentontwikkeling Bloom (1985); Côté (1999) • Early years, Middle years, Later years • The Sampling years (= Kennismaken) • The Specializing years (= Specialiseren) • The Investment years (= Investeren)
14
Oranje hockeydames Het belang van…
Anders
Mentaal
Lichaamsbouw
Fysiologie
Techniek Tactiek
Lichaamsbouw
9%
Fysiologie
16%
Techniek
22%
Tactiek
22%
Mentaal
30%
Anders
1%
Mentale kwaliteiten • Intrinsieke motivatie • Doeloriëntatie • Reflectie
VISIE EN DOELEN •
Naar de top vereist NU een heldere VISIE op prestatiebepalende factoren circa 5 tot 10 JAAR LATER
•
DOELEN STELLEN/eisen van de doelen
•
Wat kan ik nu
•
Wat moet ik nog leren/verbeteren om die doelen te halen
Is dat realistisch? En hoe ga ik dat regelen?
DUS…….. >Wat zijn de eisen (op weg naar) aan de top, heb je daar goed zicht op? >Kun je een weg uitstippelen daar naar toe, is dat realistisch? >Wil je het wel echt, weet je dat zeker? (10.000 uren regel) >Gedrag, leef je daar ook naar?
‘Deliberate practice theory’ • 10-jaar regel • 10.000 uren regel
Ericsson e.a., 1993; 1996; Deakin en Cobley, 2003
Optimale relatie tussen TIJD en KWALITEIT Ericsson, 2003; Janelle en Hillman, 2003, Jonker e.a., 2010
Zelfregulatie metacognitie
motivatie
gedrag
Jonker e.a., 2011; Toering e.a., 2011
Relatie met sportniveau
4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1
Top
Subtop Regulier
0,5 0
Jonker e.a., 2011
C-junioren (12-14 jaar)
Anderen Leraren Vrienden
Broer/zus Ouders
Trainer
B-junioren (14-16 jaar)
Anderen Leraren Vrienden
Broer/zus Ouders
Trainer
A-junioren (16-18 jaar)
A-leraren: Belang va
A-partner: Belang va
A-vrienden: Belang v
A-broer/zus: Belang A-ouders: Belang van
A-trainer: Belang va
Senioren (18+)
S-anderen: Belang va S-leraren: Belang va S-vrienden: Belang v
S-partner: Belang va
S-broer/zus: Belang
S-ouders: Belang van S-trainer: Belang va
Kenmerken van succesvolle (talent)trainers / coaches
Interviews • 9 NL talentcoaches • Zwemmen, schaatsen, atletiek, tennis, judo, voetbal, volleybal, handbal en hockey 1. Coachen op het hoogste niveau van de jeugd 2. Tenminste 5 jaar ervaring als talentcoach 3. In het verleden meerdere talenten gecoacht die de top hebben gehaald 4. Hoofdcoach van de sporter Van Ark e.a., 2008, 2009
• • • • • •
Opleiding en ervaring Mate van succes Afstemming op ontwikkelingsfasen Aantal jaren coach van een talent dat Doelen stellen de top heeft bereikt Motivationeel klimaat Autonomie bevorderend gedrag Aantal jarenmet coach van alle anderen talenten Rekening houden significante
X 100%
Abbott & Collins, 2004; Bloom, 1985; Black & Deci, 2000; Côté, 1999; Dweck, 1999; Gould e.a., 2006; Lemyre e.a., 2007; Lyle, 2002; Mageau & Vallerand, 2003; Martindale e.a., 2007
Belangrijkste kenmerken • Autonomie bevorderend gedrag • Rekening houden met de ontwikkelingsfasen • Doelen stellen • Motivationeel klimaat • Rekening houden met significante anderen • Opleiding, ervaring
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Mate van succes
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Van Ark, Elferink-Gemser, Roskam, Visscher, 2010
Ouders
• Opvoedstijl • Voorbeeldfunctie • Stimulering: emotionele en praktische steun
• • • •
Drop-out bij jong getalenteerde turners Perfectionisme Angst(controle) Atletische identiteit
Suggesties voor ouders (Malina, 1997)
• Neem samen met je kind beslissingen. • Vraag je af: is het echt de droom van je kind of vooral van jezelf? • Wees bewust van de consequenties voor het gezinsleven. • Realiseer je dat sport vooral leuk moet zijn.
35
Talentherkenning en -ontwikkeling Laatste stand van zaken Dr. Marije Elferink-Gemser
Met dank aan: Chris Visscher Laura Jonker, Barbara Huijgen, Rianne Kannekens, Tynke Toering, Sebastiaan Platvoet, Tjeerd de Jong, e.a.