Taalbeleid op onze school. De Mariaschool heeft een groot percentage anderstaligen en voor de kleuterleidsters is het een hele opdracht de kinderen taalvaardig te maken. Onze doelstelling: Het gaat om de ontwikkeling van het vermogen (competenties, attitudes) van kinderen om talig met anderen te communiceren en om via taal uit te drukken wat in hen leeft. De ontwikkeling van het kind is belangrijk, veelal kijken lkrtn te veel naar wat ze “nu” reeds zouden moeten kunnen. De kleuters moeten eerst de kans krijgen om taal op te nemen door taal te horen, te beleven, te voelen,…. Onze school is een school waar alle geledingen in de communicatie met elkaar een verzorgd taalgebruik nastreven. Binnen de school is zorg voor taal zodanig zichtbaar aanwezig dat de kinderen en hun ouders het belang dat de school aan taal hechten ervaren. Alle leerkrachten streven naar gebruik van een instructietaal die tegelijk verrijkend is én geen extra drempels opwerpt voor de kinderen en hun ouders. Onze school wil meewerken aan het verhogen van de waardering voor het erfgoed van de eigen taalcultuur. Via talige communicatie worden goede contacten opgebouwd met alle ouders. Veelal spreken de ouders of toch één van hen, de Nederlandse taal voldoende. Hier ondervinden we dus geen probleem. Maar de motivatie om thuis met het kind de Nederlandse taal te spreken of de Nederlandstalige taal aan te bieden krijgt veel aandacht. In de schoolbrochure vragen we in de engagementsverklaring een positief engagement ten opzichte van de onderwijstaal(Nederlands) en geven we tips mee aan de ouders hoe ze de Nederlandse taal kunnen stimuleren. Bij de inschrijving van nieuwe leerlingen wordt er veel aandacht besteed aan de Nederlandse taal. Kinderen krijgen sedert dit schooljaar verteltassen mee huiswaarts. De werking werd volledig verduidelijkt naar de ouders toe op verschillende info-momenten. De engagementsverklaring onderstreept ook met concrete voorbeelden het belang hiervan. Dit houdt ook in dat de zorgleerkrachten bij de opvolging van leerlingen aandacht hebben voor de verscheidenheid in taalontwikkeling van kinderen en voor sommige beperkingen die met taal te maken hebben. De leerkrachten moeten taalontwikkeling een plaats geven in activiteiten van verschillende leergebieden en in niet-leergebiedgebonden momenten. Denk aan onthaalmomenten, weekopeningen en -sluitingen, extra-murosactiviteiten, uitstappen, vieringen, momenten van zelfstandig werk en projecten. De school heeft de capaciteit om over haar eigen werking te reflecteren en om daarbij aansluitend haar werking bij te sturen. Johan, de pedagogische begeleider is ook verantwoordelijk voor TNN. De school maakt werk van de professionalisering van haar team via interne en externe ondersteuning.
De klasleerkrachten informeren de ouders bij het begin van het jaar tijdens een informatievergadering, over het hoe en het waarom van het leesonderwijs op school (betrokkenheid). In de interne werkgroep taal werken leerkrachten van de onderbouw van de scholen van de scholengemeenschap samen aan de ontwikkeling van leeractiviteiten voor taalinitiatie Frans (samenwerken). Als er door een externe organisatie een studiedag over taalonderwijs wordt georganiseerd dan neemt iemand van het team, in overleg met de directeur, aan dat initiatief deel. Een engagement voor intensieve medewerking aan een daarbij aansluitend project gaat het team pas aan na afweging van zijn draagkracht en van de vernieuwingsprioriteiten waar de school voor gaat (responsief vermogen). De school neemt deel aan de interdiocesane proeven voor Nederlands. De leerkrachten bespreken nadien samen de gegevens uit het bijhorende feedbackrapport en trekken hun conclusies voor de praktijk van het taalonderwijs (reflectie en zelfevaluatie). De directeur en de leden van de werkgroep taal omschrijven in het schoolwerkplan de prioriteiten voor de verbetering van de taalontwikkeling van de leerlingen of het taalonderwijs over een bepaalde periode. Zij bewaken ook de rapportering over de tussentijdse en afsluitende evaluaties van vernieuwingsactiviteiten (zorg voor vernieuwingsproces). Voor de verhoging van de competenties van de leerkrachten rond taakgericht taalvaardigheidsonderwijs, zet de directeur met de hulp van de schoolbegeleider een intervisieprogramma op (professionalisering). De opdracht van de zorgcoördinator rond de ondersteuning van het taalbeleid op leerlingen-, leerkrachten- en schoolniveau is expliciet in diens functiebeschrijving opgenomen. De directeur brengt die opdracht op momenten van schoolzelfevaluatie bij de teamleden in herinnering (verantwoordelijkheid en leiding). De schoolleiding en het team beoordelen het taalbeleid van de school vanuit de vastgestelde leerlingenresultaten en ze verantwoorden het beleid, mede vanuit die output, naar buiten toe (het bevorderen van het leren van de leerlingen primeert). Een school die aan taalbeleid doet, beperkt zich niet tot het cursorisch taalonderwijs zoals dat in schoolboeken is uitgewerkt. Afspraken en acties op schoolniveau:
Het is een schoolafspraak dat er binnen de schoolmuren Nederlands wordt gesproken. Vanaf dat ouders en leerlingen op de speelplaats komen, vragen we hen om Nederlands te spreken. De leerkrachten herinneren de leerlingen in het onthaal, in de klas, de speelplaats, refter,.. eraan dat we Nederlands spreken.
Taalklas: De taalklas is er vooral voor de kleuters en voor leerlingen van het 1e leerjaar. Leerlingen van het 2e tot en met 6e leerjaar kunnen op vraag van de leerkracht ook geholpen worden voor taalstimulering. In de instapklas en 1e kleuterklas werkt de TNN-leerkracht mee aan het welbevinden van de kleuters. Aan het einde van de dag helpt ze mee tijdens de verzorgingsmomenten (vb. jassen aandoen, neusjes proper maken,…). Soms leest de TNN-lkr een verhaal voor de kleuters voor aan het einde van de dag of zingt ze met hen een liedje. Op die manier leren de kleuters de TNN-lkr kennen en wordt er tegelijkertijd aan taalstimulering gedaan. De focus op vlak van taal in de 1e kleuterklas ligt namelijk vooral bij het luisteren. Bij de 2e en 3e kleuterklas
komt er meer aandacht voor het spreken bij en de kleuters van de 3e kleuterklas werken tenslotte ook aan ontluikende geletterdheid. In de taalklas gebeuren de opdrachten en activiteiten samen in de kring of aan de tafel, spelletjes en opdrachten kunnen ook per twee uitgevoerd worden. De kinderen doen de opdrachten enkel alleen indien de TNN-leerkracht wil observeren wat ze al kunnen. Welke leerlingen er precies naar de taalklas gaan, wordt bepaald op basis van observaties van de klasleerkracht, van overleg met de taaljuf en in sommige gevallen ook op basis van testresultaten (vb. deelvaardigheden die nagegaan worden met de Cito-taaltesten in 2e en 3e kleuterklas en de Toeters in de 3e kleuterklas. Meestal werkt de TNN-leerkracht met gemengde groepen en worden taalzwakkere kinderen samengezet bij kinderen die de Nederlandse taal al iets beter beheersen. Zo kunnen ze van elkaar leren. De TNN-leerkracht adviseert de klasleerkrachten eveneens om met gemengde groepen te werken (vb. taalspelletjes aan de pc). Indien een specifieke vaardigheid wordt ingeoefend (vb. rijmen, auditieve synthese, auditieve analyse,…), kan de TNN-leerkracht ervoor kiezen om de leerlingen die deze vaardigheid nog onvoldoende beheersen, samen te zetten in een homogene groep. Drie keer per schooljaar maakt de taaljuf een evaluatie van elke leerling en noteert dit als een verslag in VOLG.
Niveaulezen. In het eerste leerjaar organiseert de klasleerkracht 1x per week niveaulezen. Leerlingen worden in groepjes verdeeld en de taaljuf begeleidt één van de leesgroepjes in de klas. Leerlingen van het 2e, 3e, 5e en 6e leerjaar nemen deel aan tutorlezen. Een tutor (= leerlingen van het 5de of 6de leerjaar) begeleidt een tutee (= leerling van het 2de of 3de leerjaar) op een positieve en leuke manier bij hardop, technisch lezen. Omdat er gelezen wordt in een één-één-relatie, krijgen de jonge lezers meer leeskansen en zo trachten we de leesontwikkeling van deze kinderen te bevorderen. We hebben echter niet alleen aandacht voor het technisch lezen. Via vraag- en antwoordkaarten bespreken de duo's de inhoud van de tekst en zo komt ook het begrijpend lezen aan bod. Leerlingen van het 4e leerjaar nemen geen deel aan het tutorlezen. Nadat ze twee jaar gelezen hebben als tutee, krijgen ze een jaar ‘rust’. We proberen zo om deze leerlingen opnieuw met veel enthousiasme en motivatie de laatste twee schooljaren van de lagere school als tutor te laten meelezen. Door de ‘rustperiode’ en de verandering van functie (tutor in plaats van tutee) trachten we het leesproces levend te houden. 4e leerjaar doet aan voorlezen.
Taalprojecten op schoolniveau. Voorbeelden hiervan zijn: de taaldag. Dit wordt op onregelmatige basis georganiseerd. De laatste taaldag ging door in het schooljaar 2010-2011. Alle leerlingen en leerkrachten van de kleuterschool en de lagere school doen hieraan mee. De invulling van de taaldag kan verschillen, naargelang de ideeën, de noden, de materialen,… De taaldag wordt uitgewerkt door de werkgroep ‘taaldag’ die onder leiding staat van de taaljuf (en de directeur). - Leesplek: Sinds het schooljaar 2010-2011 organiseert de taaljuf ‘Leesplek’. Gedurende één trimester krijgt onze school boeken ter beschikking rond een bepaald thema. In schooljaar 2010-2011 was het thema van Leesplek ‘houden van’, in het schooljaar 2011-2012 was het thema ‘dieren’. Praktisch gezien mogen de leerlingen van de lagere school die dit willen, tijdens de middagpauze per klas (of per twee klassen) op een vast tijdstip de boeken van Leesplek inkijken/lezen in de taalklas. De kleuterjuffen kunnen op aanvraag boeken lenen voor in de klas, ze mogen met de leerlingen naar de taalklas komen waar de taaljuf een activiteit rond de boeken van Leesplek uitwerkt,
-
er is een verhaal ter beschikking voor de kamishibai,…… Het materiaal van Leesplak wordt bezorgd door de taalbegeleider Johan De Bleser. Gedichtendag. Jaarlijks werkt de werkgroep rond gedichtendag, materialen en lessen uit rond het vastgesteld thema en bezorgt dit aan de leerkrachten die dit verder kunnen uitwerken. Fundels. Bestaande verhalen in tekenfilmvorm werden door de school aangekocht en vervolgens door de TNN-lkr op de computers in de kleuterklassen geïnstalleerd. Indien een verhaal aansluit bij het thema van de klas, kunnen de kinderen tijdens keuzemomenten het verhaal samen beluisteren en bekijken op de computer. Eventueel kunnen ze ook de bijhorende spelletjes op aangepast niveau spelen.
Jeugdboekenweek. Jaarlijks doen we mee aan de jeugdboekenweek. Afhankelijk van het thema en de nood koopt de school boeken aan rond het vastgesteld thema. Leerkrachten van de kleuterschool en de lagere school werken jaarlijks of tweejaarlijks klas- en lesactiviteiten rond het thema.
Verteltassen. Alle kinderen van de 2e en 3e kleuterklas krijgen om de twee weken een nieuwe verteltas mee naar huis van de taaljuf. Hierin zit een boek rond een bepaald thema aangevuld met uitgewerkte spelletjes of andere activiteiten. Op deze manier kunnen de ouders hun kinderen op een spelende manier stimuleren om de Nederlandse woordenschat te vergroten. De verteltassen voor de kinderen van de 1e kleuterklas worden in de klas en/of taalklas gebruikt. Er bestaan ook twee zindelijkheidstassen: één voor jongens en één voor meisjes. Indien nodig of gewenst, kunnen de kleuters van de instapklas en 1e kleuterklas deze voor bepaalde duur mee naar huis nemen in kader van de zindelijkheidstraining.
Leerkrachtondersteuning. De TNN-leerkracht ondersteunt leerkrachten op vlak van taal. Naast het installeren van verhalen op de klascomputers (Fundels),het geven van taaltips voor de klas, aanreiken van verteltassen, kunnen de kleuterjuffen materialen en taalspelletjes ontlenen in de taalklas die ze vervolgens in de klas kunnen spelen. Soms legt de TNN-juf zelf spelletjes in de kleuterklassen. Vanaf het schooljaar 2011-2012 start de TNN-leerkracht met het aanmaken van enkele materialen om de boekenhoek en de computerhoek in de klassen te verrijken. Dit wordt de komende schooljaren verder gezet.
Taalbegeleider Johan De Bleser. Op afspraak komt de taalbegeleider naar de Mariaschool om de TNN-leerkracht te ondersteunen bij specifieke vragen naar onder andere materialen, taalmethodes, interessante bijscholingen, aanpak van agenda,…
Netwerkdag taal. Tweemaal per jaar komen de TNN-leerkrachten, die onder begeleiding staan van Johan De Bleser, samen om informatie, materialen, tips en vragen uit te wisselen. Op die manier worden expertise en ervaring op vlak van taalstimulering gedeeld.
Info-avond. Tijdens de jaarlijkse algemene info-avond voor ouders, licht de TNN-leerkracht de werking van de taalklas toe. Daarnaast geeft ze ook uitleg over de verteltassen. Tweejaarlijks wordt een extra info-avond georganiseerd om de inhoud en de werking van de verteltassen uitgebreid toe te lichten. Er wordt dan ook een oproep gedaan om hulpouders in te schakelen om de inhoud van de verteltassen op regelmatige basis te controleren.
Leerlijn boekbespreking (opgesteld tijdens de personeelsvergadering van 14/10/2008).
Muzisch taalbeleid bij de kleuters: spelen met po¨zie in schooljaar 2008-2009.
In functie van het leerlingvolgsysteem worden op regelmatige basis taaltesten afgenomen van de leerlingen. Twee keer per jaar neemt de klasleerkracht LVStesten spelling af. Verder testen de TNN-lkr en zorgcoördinator 3x per jaar het technisch leesniveau van de leerlingen lagere school aan de hand van de AVIleeskaarten. De taalontwikkeling van de kleuters volgen we op aan de hand van Cito-taaltestresultaten (2e en 3e kleuterklas) en resultaten van de Toeters (3e kleuterklas).
Er wordt vanaf de 2de graad initiatie Frans gegeven 2de taalonderwijs Verleden schooljaar FLAMME, nu 2 groepen tijdens taalinitiatie Frans
Acties op klasniveau: - Zie hieronder Acties schooljaar 2011-2012: - Juf Nele (Franse taal) werkt in het 5de en 6de leerjaar met verschillende methodes (en action en en route) en onderzoekt mee welke methode het meest geschikt is voor de kinderen van onze school. Na overleg met de leerkrachten wordt een methode gekozen. Juf Nele motiveert bij de andere teamleden (voor-en nadelen van de methodes) - Zie ook TNN- planning - De leerkrachten lijsten per klas op wat ze in de klas doen rond taalbeleid (Vb. Onthaalmoment tot en met 3e leerjaar om vrij te leren spreken over het weekend,… bezoeken aan de bibliotheek, actualiteit, opzoekingswerk,…)
Jaarplan TNN 2011-2012
1. Activiteiten per klas Instapklas:
In de instapklas werkt de TNN-leerkracht mee aan het welbevinden van de kleuters. Aan het einde van de dag helpt ze mee tijdens de verzorgingsmomenten (vb. jassen aandoen, neusjes proper maken,…). Soms leest de TNN-lkr een verhaal voor de kleuters voor aan het einde van de dag of zingt ze met hen een liedje. Op die manier leren de kleuters de TNN-lkr kennen en wordt er tegelijkertijd aan taalstimulering gedaan. De focus op vlak van taal in de 1e kleuterklas ligt namelijk vooral bij het luisteren.
1e kleuterklas:
Ook in de 1e kleuterklas werkt de TNN-leerkracht mee aan het welbevinden van de kleuters. Aan het einde van de dag helpt ze mee tijdens de verzorgingsmomenten (vb. jassen aandoen, neusjes proper maken,…). Soms leest de TNN-lkr een verhaal voor de kleuters voor aan het einde van de dag of zingt ze met hen een liedje. Op die manier leren de kleuters de TNN-lkr kennen en wordt er tegelijkertijd aan taalstimulering gedaan. De focus op vlak van taal in de 1e kleuterklas ligt namelijk vooral bij het luisteren. Daarnaast werkt de TNN-leerkracht aan taalstimulering bij taalzwakkere kinderen door middel van leuke taalspelletjes die in kleine groepjes in de taalklas worden gespeeld. Verder tracht de TNN-lkr de Nederlandse woordenschat van kinderen te vergoten door middel van prentenboeken. - Nieuwe woordenschat (passief en actief) - de kleuren rood, groen, geel en blauw (passief en actief) - ruimtebegrippen: op, onder, naast, in, voor en achter - spreken van woorden en korte zinnen, durven spreken of nazeggen - luisteren: eenvoudige opdrachten en verhalen begrijpen - tegengestelden: klein-groot, dik-dun, veel-weinig - articulatie: tips van de logopediste volgen, kinderen aanmoedigen om traag te spreken,….
2e kleuterklas: verhalen
In de 2e kleuterklas ligt de nadruk van taal op spreken en luisteren. De TNN-lkr werkt hiervoor voornamelijk met taalspelletjes en (prentenboeken). - Nieuwe woordenschat (passief en actief) per thema en afhankelijk van de leefwereld - Alle kleuren + het onderscheid tussen licht en donker (passief + actief) - ruimtebegrippen: op, onder, naast, in, voor, achter, tussen - spreken in korte zinnen, spreken over eigen ervaringen, gevoelens + een verhaal kunnen navertellen - luisteren: eenvoudige en al iets moeilijkere verhalen en opdrachten begrijpen - tegengestelden uitbreiding - articulatie: tips van de logopediste volgen, kinderen aanmoedigen om traag te spreken,….
3e kleuterklas:
lessen van
In de taalklas ligt de focus bij kleuters van de 3e kleuterklas voornamelijk op spreken en ontluikende geletterdheid. Tijdens gesprekjes praten de kinderen over hun eigen ervaringen (aan de hand van een portfolio). Via taalspelletjes wordt de ontluikende geletterdheid gestimuleerd. - Tegengestelden herhalen - Spreken in zinnen aan de hand van een portfolio - regelmatige en onregelmatige werkwoorden (tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord) mondeling inoefenen dmv spelletjes - regelmatige en onregelmatige verkleinwoorden en meervouden mondeling inoefenen - deelvaardigheden van het voorbereidend lezen en schrijven inoefenen zoals rijmen, auditieve analyse, auditieve synthese, klanken, visuele discriminatie, onderscheid letters en cijfers Op aanvraag van de klasleerkracht ondersteunt de TNN-leerkracht de pennenstreken in de klas. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar
pengreep,
onderscheid tussen links en rechts, schrijfhouding.
1e leerjaar:
Op vraag van de leerkracht begeleidt de TNN-leerkracht een leesgroepje tijdens niveaulezen en dit het hele jaar door. In september nemen de zorgcoördinator en TNN-leerkracht de leesvoorwaardentest individueel af bij alle leerlingen van het 1e leerjaar. Op basis van de resultaten zien we welke leerlingen problemen hebben met bepaalde deelvaardigheden zoals auditieve discriminatie, auditieve synthese en visuele discriminatie. Leerlingen worden tijdens het eerste trimester in homogene groepjes geremedieerd door de TNN-leerkracht totdat ze de deelvaardigheid voldoende beheersen. De overige TNN-begeleiding van leerlingen gebeurt op vraag van de leerkracht. Dit schooljaar gaan de vragen onder andere over: - het verschil horen en kunnen zeggen tussen bepaalde letters/klanken zoals t/d, b/p, m/n, s/z,… - oefeningen in het werkboek afwerken omdat de leerlingen moeilijkheden ondervinden bij het begrijpen van bepaalde woorden - leerlingen komen soms lezen in de taalklas om het leesniveau en leestempo op te krikken
2e leerjaar:
per
Op aanvraag van de leerkracht komen enkele zwakkere lezers één maal week in de taalklas lezen om het leesniveau en leestempo te verhogen
3e leerjaar: De taalbegeleiding van kinderen van het 3e leerjaar gebeurt enkel op specifieke vraag van de leerkracht. Meestal komen taalzwakkere leerlingen van klas 3B een les of opdracht uit de klas maken onder begeleiding van de TNNleerkracht. Nadat de opdracht mondeling wordt toegelicht en vervolgens herhaald door de leerlingen, let de TNN-leerkracht erop dat de leerlingen: - spreken: goede zinnen formuleren - schrijven: verzorgd en correct (over)schrijven - hoofdletters juist toepassen
4e tot en met 6e leerjaar: Leerlingen van het 4e tot en met het 6e leerjaar kunnen op expliciete vraag van de leerkracht ondersteund worden voor taal in de taalklas. Dit schooljaar werd er tot nog toe geen hulp van de TNN-leerkracht ingeroepen. 2. Algemeen jaarwerkpunt Vanaf het schooljaar 2011-2012 start de TNN-leerkracht met het aanmaken van enkele materialen om de boekenhoek en de computerhoek in de klassen te verrijken. Bijvoorbeeld: - Mapje met foto’s van voorbije activiteiten zoals Sinterklaas, Kerstmis, carnaval, mosselfeest,… wanneer de kinderen deze foto’s bekijken, lokt dit taal uit. - Deze foto’s worden ook op de klascomputers gezet - Spelletjes aanmaken Deze activiteiten worden de komende schooljaren verdergezet.