04_TM Code3 DH_3
12-12-2005
11:36
Pagina 184
Hoofdstuk 38 Audioscripts
3 8A. 1 TA K Opdracht 3
Het gaat door merg en been Voice over Marnix Koolhaas
En dan nu Marnix Koolhaas, historisch geluidsexpert. Nou het is een soort eh … jeugddilemma waar je je als kind eh … gek mee kunt maken, namelijk wat verlies je liever of wat vind je minder erg om kwijt te raken, je ogen of je oren. En heel lang heb ik gedacht als bijna vanzelfspre5 kend dat je je ogen als laatste zou moeten eh … zien te bewaren. En dat komt door de ontiegelijke dominantie van de beeldcultuur, dat je wordt wijsgemaakt alsof je zonder te kijken de wereld niet zou kunnen begrijpen. Maar al heel lang ben ik me ervan bewust dat het laatste wat ik zou willen missen m’n oren zijn. Want de intimiteit van het geluid is zoveel groter dan de intimiteit 10 van het kijken dat ik eh … mijn oren als laatste eraf laat hakken. Mijn geheugen werkt heel erg via geluid en niet via zicht. Ik kan eh … gezichten niet onthouden, maar ik kan wel geluiden onthouden, ik kan eh … stemmen onthouden. En ik vind zelfs de erotiek van het geluid ook veel groter dan van het zicht. Ik kan eerder verliefd worden op iemand zijn stem dan op iemand 15 zijn gezicht. En in de herinnering werkt het ook heel sterk. Je herinnert je de de geluiden, net zoals je geuren kunt herinneren, die een veel diepere emotionele werking hebben dan beelden. Als ik fotoboeken terugkijk dan is het meer eh … de aha-erlebnis van o ja, dat was vroeger zo, maar de emotionele waarde daarvan is veel geringer. Ik heb niet alleen een lievelingsgeluid, ik 20 heb zelfs een heel scala aan lievelingsgeluiden die met elkaar eigenlijk mijn ultieme programma zouden moeten zijn. En je ultieme programma is natuurlijk een programma wat je nooit moet maken want als je dat eenmaal gemaakt hebt, kun je nooit meer een nieuw programma maken. Maar ik ben totaal gefascineerd door het geluid wat volgens mij ook ongeveer de ziel van 25 eh … Nederland vertegenwoordigt namelijk het geluid van eh … schaatsen. En ik heb een ontiegelijke hekel aan het geluid van de eh … mobiele telefoon en dan niet van het praten erdoor waar iedereen zich aan ergert, want dat vind ik nou juist wel heel eh … soms heel intiem en aanlokkelijk. Hoe ik laatst bijvoorbeeld iemand in de tram hoorde vertellen hoe ze net een abortus had 30 ondergaan, met een gêneloosheid die eh … voor mij stuitend was. En dat soort geluid vond ik heel mooi en dan niet zozeer de inhoud van eh … het gesprek eigenlijk, maar meer de toon waarop zoiets vanzelfsprekends nu door de mobiele telefoon wordt uitgesproken. Maar ’t … ’t piepgeluid van de mobiele foon daar kan ik niet aan wennen. 35 Dat dat is een geluid wat zo indringend is dat het letterlijk door merg en been gaat. Overigens een prachtige uitdrukking die illustreert hoe diep geluid tot je ziel kan doordringen. 1
C O D E D E E L 3 AUDIOSCRIPTS HOOFDSTUK 38
184
04_TM Code3 DH_3
12-12-2005
11:36
Pagina 185
3 8A. 2 TA K Opdracht 1
Met de paplepel ingegoten Presentator
Martine Delfos
Nederland is een immigratieland. En heel veel kinderen hebben dus te maken met meer talen dan alleen het Nederlands. Martine Delfos is psycholoog, we zullen haar overigens in een latere aflevering van deze serie nog tegenkomen hier in de studio, en zij weet uit eigen ervaring hoe het is om meertalig te zijn 5 opgevoed. Ze kreeg twee talen met de paplepel ingegoten. Nou, mijn moeder is Française en mijn vader is Nederlander. Als het andersom was dan is eigenlijk Nederlands je eerste taal. Maar omdat mijn moeder Française is, is Frans de eerste taal. Dus ik heb mijn kinderen, aan tafel, ik heb mijn kinderen gewoon Nederlands opgevoed, aan tafel zei ik ‘Serge, 10 tes coudes, eh … je ellebogen’, omdat dan je opvoeding gewoon naar boven komt en je zit gewoon in een andere taal, zoals ook de kinderliedjes in een andere taal zitten. Maar wat lastig is, het is niet alleen maar woorden die je leert, of grammatica, dat is al een beetje lastig, maar het hele wereldbeeld. Dus één van de dingen die je als kind steeds leert dat zijn spreekwoorden en 15 gezegdes. Nou, die heb ik gewoon in het Frans geleerd En wat je niet weet als kind, is dat je vertaalt. Dat weet je niet. Dat doe je niet expres. Dus werd ik om de haverklap uitgelachen op school en later ook nog hoor. En nog steeds moeten mensen weleens om me lachen, als ik mij een uitdrukking permitteer, dat ik denk dat kan wel en dan is dat weer een vertaling uit het Frans. En dan 20 heb je helemaal niet in de gaten dat dat het een vertaling is. Want het klinkt heel goed en logisch en kloppend en heel vertrouwd. Maar dat is het alleen dan in het Frans en niet in het Nederlands.Ik sprak Frans met mijn moeder en Nederlands met mijn vader en ik zou het echt niet in mijn hoofd halen om Frans te spreken met mijn vader, want dat was raar. Dat is net als wij Frans 25 zouden spreken; dan voel je je heel ongemakkelijk of Nederlands met mijn moeder. Dat voelt niet prettig. Het was dus ook lastig toen mijn broer ging trouwen met een Française, want met mijn broer sp …, ja, wij spraken Nederlands, onderling. En het is niet beleefd om dat te doen met een Française erbij. Bovendien spraken we allebei vloeiend Frans. Maar het voelde wel raar. Zeg 30 maar, er zijn al wel ja emoties die daaraan verbonden zijn, die horen bij die taal. Ik durf over mezelf te zeggen dat ik een verbaal kanon ben, maar ik ben zeer self-conscious over mijn taal. Ik voel me in geen enkele taal helemaal op mijn gemak, omdat ik geen enkele taal heb die uitsluitend bodem is. Hoeveel ik ook kan spreken in Frans, Engels en Nederlands en schrijven in alleb 35 … in alledrie de talen. Geen enkele taal is echt mijn taal, helemaal, ja … 1
C O D E D E E L 3 VIDEOSCRIPTS HOOFDSTUK 37 / AUDIOSCRIPTS HOOFDSTUK 3 8
185
04_TM Code3 DH_3
12-12-2005
11:36
Pagina 186
Hoofdstuk 38 Videoscripts
3 8A. 1 TA K Opdracht 8
Geestesoog Voice over
1
Wat zien we? Als we kijken naar de wereld om ons heen, dan nemen we aan dat we die ook zien zoals die is. Maar er zijn steeds meer aanwijzingen dat dat niet zo is. Zien we wel wat we denken dat we zien? Wat zien de ogen? Hoe kijken de hersenen?
Fragment 1 Professor Verstraten
Nou u ziet hier een plaatje en dat plaatje ga ik afwisselen met een ander plaatje. En aan u de taak om te kijken, of te vinden waar er een verandering plaatsvindt in dat plaatje. Ik zal ’m even starten. Hier de eerste en dan de tweede. Waar zit het verschil? Daar ziet u … De bladeren verdwijnen en komen terug. Dat is toch een groot verschil zou ik zeggen. Dit zien de meeste 10 mensen niet. Je kunt een heleboel veranderingen aanbrengen en mensen zullen die veranderingen niet zien. Ze noemen het veranderingsblindheid. Change blindness. En het geeft eigenlijk aan dat mensen heel weinig detail verwerken. Alleen het globale beeld wordt globaal dus opgenomen, maar de details worden kennelijk pas ingevuld als je je aandacht erop richt. We kun15 nen naar een eh … ander voorbeeld kijken. En zoekt u het verschil maar weer. Hier hebben mensen grote problemen mee. En als je eenmaal het verschil ziet dan zul je misschien wel schrikken, want normaliter wil je toch wel dat dat soort dingen aan een vliegtuig blijven zitten … De motor verdwijnt dus. Dat is toch wel een essentieel onderdeel van een vliegtuig zou je zeggen. 20 Maar een echte verklaring is er nog niet. Er zijn wel een aantal speculaties. Eén daarvan is bijvoorbeeld dat de motor geen onderdeel is van het prototype van een vliegtuig. Stel u voor, ik geef u vijf seconden om een vliegtuig te tekenen, dan maakt u een paar, dan tekent u een paar vleugels, een staart en wellicht een neus eraan. En iedereen kan dan herkennen dat ’t een vliegtuig 25 is. Maar u zult wellicht de motor vergeten. Want die motor die kan aan de vleugels hangen, d’r kan een propeller aan hangen, d’r kan zelfs een propeller aan de neus zitten en er zijn zelfs vliegtuigen met de motoren in de staart. Dus het valt niet onder het prototype. Maar haal je de vleugel eraf, dan doe je zeg maar de interne representatie geweld aan. En dat zouden mensen dan 30 eigenlijk wel moeten zien. Ik denk zelfs dat het ook niet realistisch is om de hele werkelijkheid waar te nemen, maar vooral niet alle veranderingen. Stelt u zich voor, u loopt door een winkelstraat en u zou alle veranderingen waarnemen; dan zou je bijna gek worden, denk ik, want mensen lopen winkels in en winkels uit en sommige informatie is niet zo erg relevant. Je hebt een 35 traditie die zegt eigenlijk, onze sensoren, de zintuigen, dat zijn … die zijn niet perfect, die zijn feilbaar en dus je kunt ze nooit vertrouwen. 5
C O D E D E E L 3 VIDEOSCRIPTS HOOFDSTUK 38
186
04_TM Code3 DH_3
12-12-2005
11:36
Pagina 187
Fragment 2 Professor Wertheim
Hier is een illustratie van het basisprincipe van onze visuele waarneming. Je ziet hier een vlekkenpatroon. Bekijk dat nou eens goed. Ziet u daar iets in? Herkent u daar een figuur in? Als u daar lang genoeg naar kijkt dan zult u 40 zien dat dat erg moeilijk is. Daar is van alles te herkennen. Je kunt daar gezichten in zien of iets anders. Je kunt daarin herkennen wat u wilt. Maar nou ga ik u daar een betekenis aan geven door er een contour over een aantal van die vlekken te leggen en dan ziet u dat daar een cowboy in te zien is. En als ik nu dat patroon weer weghaal, dan zult u die, ziet u die cowboy weer 45 terug. Dat is wat er gebeurt wanneer wij ter wereld komen als kleine baby, dan hebben wij een vlekkenpatroon op ons netvlies waarvan we geen idee hebben wat het is. Maar langzaam maar zeker wordt ons verteld dat is dit, dat is dat, dat is dat, en één keer verteld, ligt het vast. U heeft één keer gezien dat als je hier een lijntje omheentrekt dat je een cowboy kunt zien en u kunt 50 nooit meer wat anders zien. U zult tot uw laatste levensdag zult u hier een cowboy zien. Ook als ik u dit volgend jaar weer opnieuw laat zien, dan zegt u, ha, daar heb je die cowboy weer.
3 8A. 4 TA K Opdracht 1
Kloppend hart Fragment 1 Voice over
Interviewer Hilde
Interviewer Hilde Interviewer Mirelle Hilde Mirelle Interviewer Mirelle
Eén op de tien leerlingen in het middelbaar onderwijs heeft last van faalangst of examenvrees. Voor duizenden leerlingen betekent dit: slechte nachtrust, paniekreacties en black-outs. Maar niet alleen eindexamenleerlingen hebben last van faalangst. Ook brugklassers kunnen er last van hebben. Om erachter 5 te komen of leerlingen last van faalangst hebben, kan de school een test afnemen en een training aanbieden. Daardoor hoeven scholieren niet onnodig te stampen en leren ze hun huiswerk beter in te delen. 1
Hilde, maak jij je weleens zorgen over je tentamens? Ja, natuurlijk. Gewoon sowieso spreekbeurten of, iets klassikaal daar hou ik 10 helemaal niet van en schriftelijk ja, dat gaat nog wel maar ook wel zenuwen gewoon van tevoren. Bang dat ik een black-out krijg. Dus eh … dus ja. Wat gebeurt er bij jou van binnen als je je dan heel erg zenuwachtig maakt? Kloppend hart, zweethanden, ja, wat gebeurt er van binnen … ja, gewoon bang dat je het gewoon niet meer weet. 15 Mirelle, kan ik het aan je zien als je heel zenuwachtig bent voor tentamens? Ja, heel erg. Echt. Ja, ik voel me gewoon niet zeker meer. Ik weet niet meer wat ik doe. Ik ga trillen. Ik krijg een hartstikke rood hoofd en … Janken. Ja. Jankaanval. En ja, en ja, last van black-outs onder examens of tentamens 20 dan. Wat is dat precies, een black-out? Ja, dat je gewoon niks meer weet. Alles wat ik dan heb geleerd is gewoon weg. ’t is, ja, ik weet gewoon niks meer en dan raak ik hartstikke in paniek en nou ja, ’t gaat gewoon niet meer goed. C O D E D E E L 3 VIDEOSCRIPTS HOOFDSTUK 38
187
04_TM Code3 DH_3
12-12-2005
11:36
Pagina 188
Fragment 2 Interviewer Els Meijer
Tineke Paffen
Els Meijer
Wat is dat, faalangst? Faalangst, dat is angst om te mislukken, om te falen in situaties als je denkt dat je beoordeeld wordt of beoordeeld gaat worden. Bijvoorbeeld spreekbeurten of een proefwerk gaat maken, een bordbeurt krijgt en die angst die kan je zo gaan beheersen dat je daar enorm door geblokkeerd wordt en dus voortdurend 30 onder je niveau presteert. Daar gaat het om bij faalangst. Gewone onzekerheid heeft iedereen natuurlijk maar bij faalangst is het zo dat je voortdurend onder je niveau presteert en je er soms ook heel vervelend kan voelen daardoor. Dus in je welzijn belemmerd wordt. Want er zijn ook drie soorten, hè. Je hebt de cognitieve faalangst die echt te 35 maken heeft met leren. Je moet reproduceren wat je geleerd hebt en dat gaat dan niet of in ieder geval minder goed dan je zelf had gewild. Je hebt de sociale faalangst dat je niet zo goed om kan gaan met mensen dat je bang bent om vragen te stellen, dat je allerlei dingen niet durft en ten slotte heb je de motorische faalangst die ja, een spanning in je lijf eigenlijk tot stand brengt 40 waardoor je allerlei dingen niet kan. Je bent eigenlijk constant bezig met een lijf, met een lichaam dat niet doet wat jij wil. Bal nu twee vuisten, adem uit en ontspan. Zeg ontspan tegen jezelf en let op het verschil. Bal je twee vuisten, strek je beide armen, duw nu ook je schouderbladen naar achter en in elkaars richting: span aan. Voel hoe al die spieren 45 gespannen zijn. Haal diep adem, houd vast, adem uit. En ontspan. 25
Fragment 3 Tineke Paffen
Els Meijer
Tineke Paffen
Het negatieve denken wat leerlingen ontzettend beheerst, proberen we om te zetten in positief denken. Dat is met behulp van RET-methode, dat is een begeleidingssysteem waar leerlingen eigenlijk afgeleerd wordt om heel negatief te denken van nee, dat kan ik niet, proberen wij ze aan te leren om te 50 denken: dat kan ik wel en ik ben er heel goed in. Of ik haal vast een drie, nou waarom zou je nou een drie halen want je hebt toch goed geleerd. Dus ik heb goed geleerd, positief denken, positieve zinnen. Sorry dat ik je onderbreek. Het moet heel realistisch zijn hè wat je ze leert denken. Het is vaak heel negatief getint wat Tineke zegt en door dat negatieve 55 denken roep je ook een heleboel kenmerken op die, die kenmerken als stotteren, blozen, heel zenuwachtig worden, een piekergedrag et cetera en daardoor presteer je weer onder. Nou dat moet omgezet worden in een haalbare positieve gedachte. De bedoeling is dan dat je je dan rustig gaat voelen en normaal, gewoon, wat 60 ze heel belangrijk vinden om zich gewoon te voelen tijdens een proefwerk. Dat is het idee erachter.
Fragment 4 Interviewer Hilde Meisje Mirelle Hilde Meisje
Wat is het belangrijkste wat jullie geleerd hebben op de examenvreestraining? Positief nadenken, toch. Ja zeker. 65 En zelfverzekerder worden. En schematisch te werk gaan. Wat er ook gaat, laat het maar gebeuren. Ik heb mijn best gedaan. Dat idee. Dat is het gewoon.
C O D E D E E L 3 VIDEOSCRIPTS HOOFDSTUK 38
188
04_TM Code3 DH_3
12-12-2005
Interviewer
11:36
Pagina 189
Maar Tineke en Els heb ik geïnterviewd en toen ging het ook niet zo goed. Soms werken die trucjes niet. Hoe zit dat bij jullie? Ja, dat is wel waar. De ene keer wel, de andere keer niet. En als het wel werkt dan heb je geluk gehad. Je kan niet zomaar zeggen, nee ga eens even weg zenuwen, ik wil jullie niet 75 meer, dat kan niet en dan kan je wel zeggen ik ga positief denken hè, maar dan zit je alleen maar daar met je concentratie en je moet met je concentratie op papier zitten. Of ook iets wat we geleerd hadden. Dan moet je voor de les of je moet voor het tentamen moet je zo gaan zitten en ademen maar net of je vijf minuten voor 80 het tentamen gaat beginnen zo in de klas gaat zitten en zo weer met je armen omhoog, dat doe je ook niet. Dat zijn dingetjes die gewoon eigenlijk niet kunnen. Of een briefje moet je dan op je bureau plakken van: ik voel me goed. Dat werkt bij mij dus niet. 70
Marjolein Mirelle Marjolein
Hilde
Mirelle
C O D E D E E L 3 VIDEOSCRIPTS HOOFDSTUK 38
189