(Q
C. ::::s
_.
CD
-_.
c.
::::s
Q)
::t
Handleiding
VW 1500, VW 1300, VW 1200
Uitgave augustus 1968
VOLKSWAGENWERK
AG·
WOLFSBURG
@ 1968 Volkswagen Aktiengesellschaft
Nadruk of vertaling, ook van gedeelten, is zonder schriftelijke machtiging van Volkswogonwerk AG niet toegestaan.
Volkswagenwerk AG behoudt zich uitdrukkelijk aile rechten op grond van het Ouloursrocht voor.
158.243.32 . Printed in Germany' 8. 68
Inhoud
Inleiding
5
.
.
.
. 32-35
Verwisselen van een wiel.
.
.
. 37/38
Tips om het zelf te doen
Plaatje met type-aanduiding, chassls- en motornummer
6
Bedienlng Sleuteis
7
Stoelen
7
Autoriemen
8
Portieren
9
Dashboard, hendels en pedalen
Onderhoud van de wagen
10-13
Radio . .
.
Schuifdak Interieur .
. 15
15/16
14
Ventilatorriem spannen of vervangen.
39
Filter in benzinepomp schoonmaken
40
Bougies uit- en inbouwen
40
Koplampen afstellen .
41
Lampjes vervangen .
42/43
Zekeringen vervangen
44
Accu controleren .
45
Slepen
46
Verwarming
16
Benzine en smeermiddelen
Frisseluchttoevoer
17
Juist smeren
Kofferruimten
.
18/20
Gereedschappen
19
Cabrioletkap
21
Voorbereidingen voor de rlt
22/23
Starten
24
Tips voor een goede rit
25
Rijden met de VW-Automatic
's Winters.
47/48
Motor .
49
Versnellingsbak, Automatic
50
Vooras
51
Sioten, scharnieren
52
52/53
Luchtfilter
26/28
Tecllniek In woord en beeld .
30/31
Trefwoordenlijst.
..
54/58 .
...
60
3
Het is in uw eigen belang,
dat u snel aan uw wagen gewend raakt en met een gerust hart aan de eerste rit kunt beginnen. Daarom dient u het eerste gedeelte van deze hand leiding, dat de bediening van uw Volkswagen behandelt, zeer zorgvuldig door te lezen. Aile wetenswaardigheden over's winters rijden, uitvoerige aanwijzingen voor het onderhoud, evenals talrijke tips om een en ander zelf te doen, vindt u in het tweede gedeelte van deze handleiding. Dit gedeelte inlormeert u bovendien over de voor de wagen geschikte benzine- en smeermiddelsoorten, beschrijlt de werkzaamheden bij het olieverversen en doorsmeren en bevat een samenvatting van aile interessante technische gegevens. Ais u de handleiding heeft bestudeerd - en dat raden wij u dringend aan - weet u, hoe u met de wagen moet omgaan. Met goed recht verwacht u nu, dat hij vele jaren - onafhan kelijk van kilometerstand, weer en wegen - gelijkmatig, betrouwbaar en economisch blijft en tenslotte een lange levensduur bereikt. Het recept hiervoor is het Volkswagen-Service paspoort dat als tweede belangrijke publicatie in uw wagen lig\. Het paspoort vertelt u, waarop u moet letten om de bedrijfs- en verkeersveiligheid van uw wagen op peil te houden en geeft uitleg over het door ons ontwikkelde programma van smeer- en controlebeurten. Het paspoort bevat onder andere ook het garantiebewijs en de garantiebepalingen. Het Volkswagen-Servicepaspoort dient u bij toekomstige werkplaatsbezoeken altijd bij de hand te hebben - het lorgt tcvens voor het contact met uw VW-werkplaats. In uw eigen interesse: laat uw Volkswagen van het begin af aan volgens de richtlijnen van controleren en onderhouden Eon juiste behandeling en het bewijs, dat aile servicebeurten zonder uitzondering zijn uilgovoord, kunnen bij eventuele garantieaanspraken van groot belang zijn. In deze handleiding wordl do VW 1500 met een serie praktische meeruitvoeringen afgebeeld en beschreven. In zoverre bcdloning en technische details van de VW 1200, de VW 1300 en de cabrioletmodellen ilier in belangrijke mate van afwijken, wordt daar de aandacht op gevestigd. Het rijden met do VW-Automatic wordt in een apart hoofdstuk behandeld. Aile speciale uitvoeringen, welko gcdooltelijk ook het gevolg zijn van de verschillende wettelijke bepalingen in de alzonderlijko landen, worden echter niet vermeld. Wij verzoeken u te willen begrijpcn, dat wij ons het recht moeten voorbehouden om de in deze handleiding beschreven en algebeelde uitrusting en techniek op ieder tijdstip te wijzigen. Volkswagenwerk AG
5
Op de autopapleren zijn o. a. het type en de nummers van motor en chassis vermeld. Het is wettelijk voorgeschreven. dat deze gegevens met die van de wagen overeenstemmen.
De type-aanduldlng vindt U op een plaatje onder het voordeksel. achter het reservewiel.
6
Het chassls-nummer is op de chassistunnel onder de achterbank ingeslagen.
Het motor-nummer staat op de carterflens voor de dynamosteun.
Bediening Sleuteis
Stoelen
Slechts een sleutel heeft u nodig om de portieren te openen en de motor te starten. Schrijf s.v.p. het sleutelnummer op. Ais u namelijk de sleutel verliest, kunt u met behulp van dit nummer altijd bij uw VW dealer een reserve-exemplaar bestellen.
Bij het autorijden komt het erop aan, ook bij lange autoritten, gemakkelijk en ontspannen te zitten. Daarom heeft uw Volkswagen aparte stoelen, welke zo zijn geconstrueerd, dat u de stand van zitting en leuning bij uw lichaamsgrootte kunt aanpassen. Dat gaat heel eenvoudig. U trekt de hendel aan de rechterkant van de stoel omhoog, waarna u de stoel gemakkelijk naar voren of achteren kunt verschuiven. Let er a.u.b. op, dat de hendel weer goed pakt, opdat tijdens het rijden de stoel niet onverwachts verschuift. De schuine geleiderails zorgen dan bij elke lichaamsgrootte voor de gunstigste zit hoogte. Ook de stand van de rugleuning kan meer voudig worden veranderd. Hiertoe dient de draaiknop aan het zittingframo. De rugleuningen van de VW 1500 en VW 1300 zijn tegen onverhoeds naar voren klappen, b.v. bij sterk remmen, beveiligd. Voor het ontgrendelen trekt u de in de zijkant van de rugleuning aange brachte knop omhoo9·
De andere sleutel hoort bij het dekselslot van het handschoenenkastje.*
• IIllltlllllllJOOllllfj
op
VOI.lOOk
7
Autoriemen heeft iedere VW-werkplaats voor u in voor raad. De autoriemen voor bestuurder en passagier worden aan de slotstijlen en achter de stoelen aan de zijkanten van de chassis tunnel aangebracht.
8
De bevestigingspunten voor de autoriemen van de passagi~rs achterin zijn onder de achterbank in linker en rechter zijpaneel, in het midden van de achterste kofferruimte en bij de zijruiten aangebracht.
Portieren
1 - Vergrendeling van ventilatieruitje
Alvorens het portier te sluiten, dient u een ruit gedeeltelijk te openen. Het' portier sluit dan veel gemakkelijker, doordat de lucht uit het interieur kan ontwijken.
Om het ruitje te openen, draait u de knop van de vergrendeling, tot het nokje naar voren wijst, waarna u de vergrendeling naar boven zwenkt.
5 2 - Raamslinger 3 - Portierhendel 4 - Armleuning en greep om portier te sluiten 5 - Grendelknop van portierslot Zolang de grendelknoppen zijn ingedrukt, kunnen beide portieren ook van binnenuit niel mel de portierhendels worden geopend. Bij hel verlaten van de wag en hoeft u aileen de grendelknop in te drukken en bij het dichlslaan van het portier de druktoets in de handgreep ingedrukt te houden en uw wagen is afgesloten. Zou een reeds vergrendeld portier onver hoeds dichtvallen, dan springt de grendel knop vanzelf weer naar boven. Hierdoor is een bepaalde beveiliging verkregen, waar door het portier niet ongewild wordt afge sloten, terwijl de sleutel nog in de wagen is.
9
.
Dashboard, hendeIs en pedalen Ook als het niet uw eerste Volkswagen is, dient u toch de instrumenten te bekijken en de verschillende knoppen en hendels bij ingescha kelde ontsteking te proberen:
10
1
10
3
11
13
15
2
12
4
14
5
II;
1
III
6
III
7
II
2
20
21
8
22
9
24
23
1 Defrosters
2 - Menguitstroomopeningen voor verwarming en frisseluchttoevoer
(biz. 16, 17)
(biz. 16, 17)
(biz. 25)
13 Stuur-contactslot
(biz. 13)
14 Rempedaal 15 Zekeringendoos
3 - Snelheidsmeter met benzinemeter en controlelampjes
12 - Koppelingspedaal
(biz. 12)
(biz. 44)
16 - Gaspedaal
4 - Ruitewisserschakelaar met knop voor ruitesproeiers (biz. 12)
17 - Schakelaar van achterruit
5 - Controlelampje tweekrings remsysteem •
(biz. 22)
18 Handremhendel
(biz. 13)
19 Versnellingshendel
6 Licht:,chakelaar
(biz. 12)
(biz. 13)
20 Asbakjes
(biz. 16)
7 - Dekplaatje voor radio-inbow
10 - Knipperlichtschakelaar 11 - Claxon ring
(biz. 13)
21 - Schakelaar van waarschuwings lichtinstallatie (biz. 13)
8 Handgreep voor passagier
9 - Ontgrendelknop voor hand schoenenkastje, afsluitbaar'
verwarming •
(biz. 12)
22 - Draaiknoppen van frisseluchttoevoer
(biz. 1
(biz. 12)
23 - Treklus van benzinetankklep
(bl/.
24 - Bekleding van dashboard'
• IIIUO,"llvOO' illn op vorzoek
11
3 Snelheidsmeter
4 Ruitewissers en -sproeiers
10 Knipperlichtschakelaar
In de snelheidsmeter zijn de volgende con trolelampjes ondergebracht:
Met de schake/aar kunnon lwoo wissnelheden - bij de VW 1200 een winollollioid - worden ingeschakeld. Ze keron lJil do VW 1500 en VW 1300 na het uitscl1lilwluII 1I1tijd in hun ruststand terug.
Hendel naar boven - rechter knipperlichten Hendel naar beneden - linker knipperlichten Na een bocht schakelen de knipperlichten automatisch uit.
abcdef -
groen - stadslicht • groen - achterruitverwarming •• rood - dynamo en koeling groene dubbele pijl - knipperlichten groen - oliedruk rood - olietemperatuur koppelom vormer ••• 9 - blauw - grootlicht
Benzinemeter: Zodra de wijzer op "R" reserve - staat, is er nog ongeveer 5 liter benzine in de tank - het is tijd om te tanken! De VW 1200 heeft in plaats van de benzine meter een benzinekraan. De hendel van de benzinekraan moet, normaal gesproken, tijdens het rijden naar boven wijzen. Wan neer de motor door gebrek aan benzine be gint te stotteren, draait u de hendel naar rechts - er is dan nog 5 liter in de tank. Vergeet echter niet de hendel na het tanken weer naar boven te draaien. Staat de hendel In de tussenstand, dan is de benzinekraan dlcht. I ~,
Door de ingebouwdo 1\1101' III 10 drukken,
kunt u zolang water op lIll vourrult spuiten,
tot de ruitewissers (Ill wluvoldon hebben
schoongeveegd.
6 Lichtschakelaar'
Bij half uitgetrokkOIi IOIlII' 11111 (llodslicht,
kentekenlicht, achlolllr:IiI'"1 1111 11l1l11'1Imonten
verlichting ingescllllkliitl I\lu II tlil 1\1I(IP hole
maa/ uittrekt, brnncloll II\lk till koplnilipon.
De instrumentonvol'lIr.hllllll 1.1111 1>11 e10 VW
1500 en VW 1~\(JI), tliI\l1 till 1.11111' Villi do
Iichtschakelaar til tllwd'JlI, ';illIlIllIl wOl'don
geregeld.
Door de hendel van de knipperlichtschake laar naar het stuurwiel toe te trekken, wordt bij de VW 1500 en VW 1300 van groot- naar dimlicht omgeschakeld, of omgekeerd. Bij grootlicht brandt het blauwe controlelampje in de snelheidsmeter. Op dezelfde wijze wordt bij uitgeschakelde verlichting en stadslicht het Iichtsignaal bediend. De VW 1200 heeft een voetdimschakelaar, welke links naast het koppelingspedaaf i~ aangebracht.
9 Handschoenenkaslje Om dit te openen, draait u de knop naar links. Het handschoenenkastje van de cabriolet kan worden afgesloten. • wOllelijk voorschrift in bepaalde landen, andel'S nlOI aangesloten •• rnooruitvoering op verzoek - zie biz. 13 .•• moorultvoering VW-Automalic - zie biz. 26
13 Stuur-contactslot
17 Achterruitverwarming *
19 Versnellingshendel
1234-
Met de tuimelschakelaar kan, bij ingescha kelde ontsteking, de achlerruilverwarming worden ingeschakeld. Hierbij gaat het groene controlelampje in de snelheidsmeter (zie biz. 12) branden.
(VW-Automatic zie biz. 26)
De achteruitversnelling mag aileen bij stil
staande wagen worden ingeschakeld; hij is
bovendien door een beveiliging tegen on
voorzien inschakelen beschermd. Als de ver
snelling vrij staat, drukt u de hendel eerst
loodrecht naar beneden, alvorens deze links
naar u toe te halen. Bij ingeschakelde achte
ruit en ingeschakelde ontsteking gaan tege
lijkertijd de achteruitrijlampen' branden.
ontsteking uit - stuur vergrended ontsteking uit - stuur vrij ontsteking aan starten
Attentie: Sleutel aileen bij stilstaande wagen uit het slot trekken.
21 Waarschuwingslichtinstallatie Installatie inschakelen - knop uittrekken (in de knop knippert dan een controlelampje mee). Bij ingeschakelde waarschuwingslichtinstal latie knipperen de 4 knipperlichten tegelij kertijd. De installatie mag in gevaarlijke situaties tijdens het rijden en bij een stil staande wagen worden ingeschakeld om de andere verkeersdeelnemers te waarschuwen. In tegenstelling tot de hier genoemde toe passingsmogelijkheden kunnen in bepaalde landen afwijkende voorschriften gelden. De waarschuwingslichtinstallatie kan ook bij uitgeschakelde ontsteking worden inge schakeld.
Zodra het uitzicht door de achterruit weer vrij is, schakelt u de achlerruilverwarming uit, om de accu niet onnodig mel dit hoge stroomverbruik te belaslen.
18 Handremhendel Om de hand rem vrij Ie zellen, Irekt u de handremhendel eerst iets naar boven en drukt op de knop.
• meeruilvoering op verzoek
13
VW-Autoradio's zijn als meeruitvoering verkrijgbaar en wei de apparaten "Braunschweig", "Emden" en "Wolfsburg". Ais u een van deze radiomodellen voor uw wagen heeft gekozen, let dan a.u.b. op de volgende aanwijzingon: Model "Braunschweig" 5 stationsdruktoetsen voor golfbereiken: 2 maal U = FM ( 87,6 - 108 MHz) 2 maal M = middengolf (515 - 1620 kHz) 1 maal L lange golf (150 - 290 kHz) 1 draaiknop voor zenderkeuze: rechts 1 draaiknop voor "aan-uit", volumeregeling en toonregeling (knop uitgetrokken = laag, knop ingedrukt = hoog): links.
=
Werking van de stationsdruktoetsen Gewenste zender kiezen.
Toets van het verlangde golfbereik uittrek
ken en daarna geheel indrukken. Hierdoor
w~rdt de zender vast afgesteld, zodat u hem,
door op de stationstoets te drukken, op
ieder ogenblik weer kunt kiezen, ook als u
voordien een andere zender had afgesteld.
Model "Emden"
Model "Waitsburg"
3 druktoetsen voor golfboroikon: U = FM ( 87,6 - 100 MHz) M = middengolf (515 - 1620 kHz) • 290 kHz) L = lange golf (150 druktoets voor toonro901lnU: "hoog-Iaag" draaiknop voor zendorkou/o: rechts draaiknop voor "aan-lIll", Iln volumerege ling: links 2 stationsruitertjes
2 druktoetsen voor goltbereiken: M = middengolf (515 -1620 kHz) L = lange golf (150 - 290 kHz) 2 druktoetsten voor toonregeling: "hoog" en "Iaag" . draaiknop voor zenderkeuze: rechts draaiknop voor "aan-uit" en volume regeling: links 2 stationsruitertjes
1234-
draaiknop "aan-uil", VOIIIIlI(I
5-
stationsruitertjo~
5
4
toonregeldruktootsoll golfbereikdruktool,HlIl draaiknop zendorlWtrll
2
3
Tussen huizen all ill d" 1""11'"1 "1111 (Iu kwaliteit van de FM-ontvangst door de wisselende ontvangstverholldlll(lull vIIII\\r, III,
Voordat u uw OlltOllldlo III 11"1,, 11111 IIClOIIII, diant u niet te vergeten een luistervergunning aan
.
te vragen, voor,o:OV(lI d" V"lIIlldlllll'lIl elll voroisen. Gebrekkig ondcrholld Villi 110 lol"ucoop-onlenne veroorzaakt mettertijd stroefheid bij het
erin schuivon 011 h"l !llIvllllr 1""1111111, dill do antenne hierbij knikt en breekt.
Daarom moot do 11I11'IIIIICl III '"I 1,,,, 1111 Itot wagenwassen met een schone doek droog
gewreven en Chili ,,",1 01'",:111111 1111111111111 vol (ill do vakhandel verkrijgbaar) ingesmeerd worden.
Bij het verv~III(11111 Villi d" /,,1"111110 III (Ill uonsluitkabel aileen 2 ampere radiozekeringen
(VW-ondordoollllllllr,,"r II I 0:1:, :1(11) oClllnrlkon.
'14
Schulfdak
Achterultkijkspiegels
Terwille van de veiligheid moet de slinger van het schuifdak altijd in de uitsparing lig gen. Blj het sluiten moet het sehuifdak eerst tot de aanslag naar voren worden ge draaid. Dan draait u de slinger zo ver terug tot deze in de uitsparing kan worden geklapt.
Zij- en binnenspiegel draaien in schar nieren en kunnen zo worden Ingesteld, dat u, ongeacht hoe u zit, het achter u lig gende weggedeelte goed kunt overzien. Als meeruitvoering wordt een binnenspiegel geleverd, die kan worden gedimd. Het dim men gebeurt door het spiegeloppervlak te
kantelen. ,Hiervoor is onder aan de spiegel een toets aangebracht. Toets naar voren drukken - spiegel gedimd Toets naar achteren trekken - normale stand Bij de cabriolet kan, door de binnenspiegel 180 0 te draaien, deze ook in de hoogte wor den versteld, zodat u ook bij geopende kap een goed zieht naar achteren heeft.
Interleur Zonnekleppen Als de zon eens van opzlj komt, kunt u de zonneklep uit de klem naast de spiegel trekken en voor de portierrult draaien.
...:-"
o.
_.;..."-"";"'
De Volkswagen 1200 heeft aileen aan de bestuurderskant een zonneklep. Blj de VW-cabriolet is in de zonneklep voor de passagier een make up-spiegel aange bracht.
15
Asbakje in dashboard
Verwarming
Voor het leegmaken drukt u de bladveer in het asbakje naar beneden en trekt het dan eruit.
1 Hendel van verwarmlng Hendel naar boven - verwarming aan Hendel naar beneden verwarming uit
Asbakje achterin
2 Hendel van verwarming in voorste voetruimte
Om het asbakje leeg te maken, drukt u naar beneden, waarna u het eruit kunt men. Het lege asbakje plaatst u eerst de bovenkant erin en drukt het dan in huis.
het ne
aan
het
De VW 1200 heeft achterin geen asbakje.
Binnenlicht Schakelaarstanden: boven
- binnenlicht brandt aileen bij geopend portier
midden - binnenlicht uit
beneden - binnenlicht aan
Bij de VW 1200 heeft het binnenlicht slechts twee schakelaarstanden: boven - binnenlicht aan beneden - binnenlicht uit Bij de cabriolet is het binnenlicht tussen de beide zonnekleppen in de spiegelvoet in gebouwd. De schakelaarstanden zijn: rechts - binnenlicht aan
midden - binnenlicht uit
links - binnenlicht brandt aileen bij
geopend portier
Lussen en kleerhaken VW 1200 heeft geen' lussen en kleer Ilnkon.
1)0
10
"
'"
i .. · .
Bij de VW 1500 en VW 1300 kan lucht in de voorste voetruimte wagenzijde afzonderlijk worden De hendels bevinden zich aan de stijlen van de portieren. Hendel naar voren - open Hendel naar achteren - dicht
de warme voor elke geregeld. scharnier
3 Hendel van verwarming in achterste voetruimte Met deze hendel kunt u bij ingeschakelde verwarming de hoeveelheid warme lucht in de achterste voetruimte regelen. Hendel naar boven - kleppen open Hendel naar beneden - kleppen dicht Wanneer u met ingeschakelde verwarming een ventilatieruitje iets opent, werkt de ver warming beter. De ventilator kan dan de warme lucht gemakkelijker in het interieur stuwen. Bij lage buitentemperaturen verdient het aanbeveling, de kleppen in de achterste voetruimte direct bij het begin van de rit Ie sluiten. Daardoor wordt de luchtstroom longs de voorruit versterkt, hetgeen ook bij oon hoge vochtigheidsgraad van de lucht hot beslaan van de ruit verhindert. Zodra
dO ruit geen aanslag meer vertoont, is het rnadzaam de kleppen weer geheel te ope Ilan, teneinde een snelle en gelijkmatige verwarming van het interieur te verkrijgen.
Frisseluchttoevoer (VW 1500, VW 1300) De hoeveelheid frisse lucht, die uit de uitstroomopeningen aan de bovenkant van het dashboard (4) stroomt, kan met de kn0p pen (5) voor elke wagenhelft apart wdrJ,1en geregeld.
Knoppen Iinksom - frisseluchttoevoer aan Knoppen rechtsom - frisseluchttoevoer uit Bij ingeschakelde verwarming stroomt ook warme lucht uit deze uitstroomopeningen, zodat frisse en warme lucht naar wens kunnen worden gemengd. 6 Defrosters
17
Kofferruimten Of u met veel of weinig bagage reist - pak indien mogelijk eerste de zware bagage in de voorste kofferruimte. Een gunstige ge wichtsverdeling betekent goede rijeigen schappen. Benut deze mogelijkheid die de Volkswagen u door zijn beide kofferruimtes biedt!
'10
Het voordeksel wordt met een hendeltje in het handschoenenkastje ontgrendeld.
wanneer u de kiwI' III ,10. oI"I·,,"111"'1(1greep indrukt.
Ontgrendelen - hendeltje trekken.
Bij sluiten van illli d,,\I,,1I I"",i1 II ,,,"p letten dat u de vergro"cllIllIIII VI'" I,,,, d"I,(\ol hoort klikken,
Het deksel springt onder veerdruk iets omhoog en kan geheel worden geopend,
1 Ruitesproeiertankje
2 Remvloeistofreservoir
5 Gereedschappen en toebehoren
Het tankje kan altijd worden gevuld tot het overloopt - het voor het onder druk zetten vereiste luchtkussen is altijd aanwezig, de benodigde luehtdruk is 3,0 atm. Vergeet eehter niet de ventielslang altijd weer in de daarvoor bestemde opening van de sehroefdop van het ruitesproeiertankje te steken, om klappergeluiden van het ventiel tegen het reservewiel te vermijden. Wij adviseren u aan het water altijd een schoonmaakmiddel toe te voegen, daar water aileen in het algemeen nlet voldoende is om de voorruit snel en grondig schoon te ma ken. Ais de juiste hoeveelheid wordt toege voegd, is het in de winter ook geschlkt als antivriesmiddel. De bestelnummers vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud van de wagen" op biz. 34.
Dit moet altijd tot de bovenkant van de klemband zijn gevuld. Ais het vloeistofniveau tijdens het rijden mettertijd onder de klem band zakt, moet een VW-werkplaats het remssysteem controleren. Remvloeistof is hygroscopisch I Daar een te hoog watergehalte in de remvloeistof op den duur nlet bevorderlijk voor het gehele rem systeem is, dient de remvlooistof ongeveer na twee jaar te worden verniollwd. Vervol gens moet het remsysteem worden ontluchl.
In de gereedschapstas vindt u:
Ook brandspiritus kan als antlvriesmiddel worden gebruikt. In dlt geval geeft een mengsel van 1 deel spiritus en 3 delen water beseherming tegen vorst tot ongeveer 12 0 c.
3 Krik
venti latorriem trekhaak voor de wleldoppen combinatletang wisselsehroevedraaier voor normale en kruiskopschroeven steeksleutel 8 en 13 mm pijpsleutel voor bougies, dynamopoelie en wielbouten pijpsleutel 13 mm
krik
Hoe u deze moet gebruikon, staat samen met het verwissefen van eon wiol op biz. 37.
4 Reservewiel Laat af en toe ook de bandospanning van het reservewiel controleren. Het Is aan te bevelen de voorkomende maximum spanning van 2 atm. te kiezen. Ais u het reservewiel dan nodig hebt, is het eenvoudiger een te veel aan lucht te laten ontsnappen als de band op te pompen.
19
6 Achterste kofferruimte De achterste kofferuimte is goed te bereiken. als u eerst de rugleuning van de achterbank naar voren klapt. Hiertoe maakt u bij de VW 1500 en VW 1300 de vergrendeling van de rugleuning los, door aan de Ius aan de zijkant van de leuning te trekken. Na het lerugklappen is de leuning automatisch tegen naar voren klappen beveiligd.
20
De achterbankrugleuning van de VW 1200 is aan de rechterkant met een rubberlus tegen naar voren klappen beveiligd. Wanneer u eens grate stukken bagage wilt vervoeren, kan bij de VW 1500 en VW 1300 de rugleuning met een riem aan de steunrail van de achterbank worden bevestigd, waar door u een extra grote kofferruimte krijgt.
Als de zan schljnt, kunt u de cabrioletkap zonder moeite aileen openen kap zouden kunnen beschadigen.
natuurlijk aileen als deze schoon en droog is, aangezien scherpe stofdeeltjes de
Eerst maakt u de hendels van de sluitingen boven de ventilatieruitjes los en klapt de kap naar achteren. Nu trekt u de kapbekleding met de stoffering naar achteren uit de scharnieren. De hemelbekleding trekt u naar binnen, opdat deze niet tussen de stangen klemt. Daarna drukt u de hendels van de sluitingen naar beneden. Voordat u de kaphoes er overheen trekt en met de drukknopen bevestigt, drukt u de kap aan beide zijden zo ver naar beneden, tot de verende haken in de daarvoor bestemde uitsparingen vallen. Bij het er overheen trekken van de kaphoes drukt u tegelijkertijd de kapbekleding aan beide zijd en naar boven, opdat deze helemaal door de hoes wordt bedekt anders ontstaan schuurplekken.
En als het regent, wilt u de kap weer zo snel mogelijk sluiten. Nadat u de kaphoes heeft verwijderd, drukt u de kap Iicht naar bene den en maakt de beide verende haken los. Nu kunt u do knp nnnr voren klappen. Ga nu in de wagen zitten en trek de kap aan de naar voren geklapte hendels van de sluitingen omlaag noar hoi voorrult frame, tot de haken in de uitsparingen vallen. Ais u nu nog de beide hendels van de sluitingen naar achteren klapt, is do kr111 vOlfll'ol1Clold. En nu nog een tip: Draai, nadat de kap is vergrendeld, de achterste zijruiten eenmaal open en dicht, opdat de kaprubbers 900el r1nnIIU\Joll platgedrukt.
oil
IIlot wordon 21
Voorbereidingen voor de rit U rijdt met minder zorgen als u voor de rit benzinevoorraad, remmen, verlichting en - op regelmatige afstanden - oliepeil en handespanning controleert. De benzinevoorraad bij gevulde tank 40 liter inhoud - is voldoende 400-450 km. De benzinevulpijp bevindt zich achter een klep boven het rechter spatbord.
De remmen moet u in ieder geval direct na het wegrijden, door langzaam intrappen van het pedaal, controleren. Hiertoe twee aan wijzingen: 1 - Denk eraan, dat iedere rem aan slijtage onderhevig is, welke in de loop der tijd door groter worden van de vrijo sing van het pe daal bemerkbaar wordt. Danrom kan het onder bepaalde omstandiCjhoclon nodig zijn ook eens tussen de voorgo::;chreven con trolebeurten de remmon In oon VW-werk plaats te laten bijstellon. Olt goldt vooral voor wagens, die yank In ntadsverkeer, over korte atstanden of loor nportlef worden gereden.
Om de klep te openen, trekt u aan de Ius rechts onder het dashboard.
• meeruitvoering op verzoek
22
Bij wagens met schijlrollll"'"1 vc'H'lr - VW 1500 en VW 1300 * - vor:II"lo/1 do podaalslag door het automati~.r:IH' 1,ll:lIolion van de remblokjes niet rnolldlf'fll. 11101 /Ilorkt men door het zakken von 1101 vloolnlofpoil in het remvloeistofreservoil, dill \llJ rornblokjes verslijten en het rOll,nyllllJ'"" dllor oon VW werkplaats moot w\IId"lI 1J,,(~""l1oloord. 2 - De VW 1500 lJII VW I:U)I) Illn II10t een tweekrings fOlllny:.hllJIII ,11111'''11:11. d.w.z., dat het hydraull:H:II" nyrll"lJlli III 0011 vooras en achterasrOlllcl'(:1I11 Iii v'''d""ld. wnnrvan elk circuit onrlllln,lIwllll< :llln vollo working heett. Als workollJk do Iiyd,nllllncho druk van een van boldo r",,,(:lrclIllrltlltllltlllll II merkt
dit aan een belan9rijk groter worden van de vrije slag van het pedaal -, ga dan beslist direct naar een VW· werkplaats. U kunt de wagen weliswaar met het andere remcircuit atremmen, maar de remweg wordt dienovereenkomstig langer.
Controlelampje tweekrings remsysteem· Het lampje in het dashboard controleert het tweekrings remsysteem. Ais het eens ge durende het remmen gaat branden, ga dan meteen naar een VW-werkplaats, omdat dan de hydraulische druk in een van de beide remcircuits uitgevallen kan zijn. Controleer af en toe bij ingeschakelde ont steking, door op het lampglaasje te drukken, of het gloeilampje nog in orde is. Als het dan niet brandt, laat u het in de werkplaats vervangen .
De verllchtlng omvat koplampen, achter lichten, kentekenlicht, knipperlichten, achter uitrijlampen' en stopliehten. Bij ingeschakeldel ontsteking controleert u knipperlichten, stoplichten en achteruitrjjlam~ pen. Is een knjpperlicht defect, dan merkt u dat aan het sneller knipperen of het njet branden van het controlelampje in de snel heidsmeter. De stoplichten werken aileen als het rempedaal wordt gebruikt - vw Automatic versnellingshendel in stand "R". Het oliepell moet tussen de beide merkstre pen op de oliepeilstok liggen en mag nooit beneden de onderste streep zakken. Voor de controle moet de stok worden afgeveegd. Men krijgt aileen een juiste meting, als de wagen op een horizontaal vlak staat. Het is ook verkeerd het oliepeil meteen na het afzetten van de motor te controleren, daar de circulerende olie 5 minuten nodig heeft om in het carter terug te vloeien.
lijk aan te bevelen zo mogelijk hetzelfde merk olie te gebruiken, maar toch kan het vermengen van HD-olien van verschillend fabrikaat vaak niet worden vermeden. Hier door hoeft men geen angst voor bescha digingen aan de motor te hebben. Nadere bijzonderheden over de te gebruiken visco siteitsklasse vindt u op bladzijde 47.
Bij de VW 1300 en VW 1200 moet de klep met contragewicht in de aanzuigbuis van het oliebadluchtfilter eehter in de winter en in de overgangsperioden vrij kunnen bewegen. Is de buitentemperatuur over wegend hoger dan + 10 ce, dan moet de
Een juiste bandespanning is een eerste vereiste in het belang van de verkeers veiligheid. Te lage, evenals te hoge bandespanning verkorten de levensduur van de banden en hebben tevens een ongunstigo invloed op de wegligging van de wagen. Hoewel de tubeless bandon von uw wagen vrijwel geen lucht verliezen, is het aan te bevelen voor het begin van oon lange rit, maar minstens een keer par wOOk, de voor geschreven bandespanning bl) IIW benzine station te laten controleron. Aile voorkomende bandosponllingcn vindt u in de tabel op' bladzijde 5G 011 OJ) oon plaatje in het deksel van het hanclsclloononkastje. Nu nog drle belangrllke aanwllzlngon:
e
Gebruik voor het bijvullen altijd een HD-olie van een gerenommeerd merk. Het is natuur
Bij de VW 1500 wordt de verwarming van de aanzuiglucht thermostatisch geregeld.
1 - Bij temperaturen ondor + 10 0 moet de carburateur van uw VolkGwngon voor verwarmde lucht krijgen. Hlordoor wordt ook in het koude jaargetljda oon gunstiger benzineverbruik verkragen an, vooral bij hoge IUehtvochtigheld. ijsvorming in de car burateur vermeden.
klep worden vastgezet door de hefboom onder de rand van de aanzuigbuis te klem men. Bij de VW 1500 wordt de verwarming van de aanzuiglucht thermostatisch geregeld. 2 - Ais voornamelijk in stoffige gebieden wordt gereden, moet het oliebadluchtfilter vaker worden gecontroleerd - afhankelijk van de omstandigheden zelfs dagelijks. Hoe dat gebeurt, staat op bladzijde 45 be schreven. 3 - Rijd uw wagen nooit met losgenomen accu, daar dat de elektronische onderdelen van de elektrische installatie kan bescha digen. 23
Voorbereidingen voor de rit U rijdt met minder zorgen als u voor de rlt benzinevoorraad, rem men, verlichting en - op regelmatige afstanden - oliepeil en handespanning controleert. De benzinevoorraad bij gevulde tank 40 liter inhoud - is voldoende 400-450 km. De benzinevulpljp bevindt zich achter een klep boven het rechter spatbord.
De remmen moet u in ieder geval direct na het wegrijden, door langzaam intrappen van het pedaal, controleren. Hiertoe twee aan wijzingen: 1 - Denk eraan, dat ledere rem aan slijtage onderhevig is, welke in de loop der tijd door groter worden van de vrije slag van het pe daal bemerkbaar wordt. Daarom kan het onder bepaalde omstandigheden nodig zijn ook eens tussen de voorgoschreven con lrolebeurten de remmen In eon VW-werk plaals te laten bijslellen. Dil geldl vooral voor wagens, die vaak 111 sladsverkeer, over korte afstanden of zoor sporlief worden gereden.
Om de klep te openen, trekt u aan de Ius rechts onder het dashboard.
• meeruitvoering op verzoek
22
Bij wagens mel schijfrclllrlloli v66r - VW 1500 en VW 1300 * - verandori do pedaalslag door het automalischo blj:llollon van de remblokjes niet merkbnnr. llior mcrkt men door het zakken van 1101 vlool:Jlofpeil in hel remvloeislofreservoir,
l. d.w.z., dat het hydraullscllo synloolll In oon vooras en achterasremclr cull Is vordoold, waarvan elk circuit onafhnnkolljk zljn volle werking heeft. Ais werkolljk do hydraullscho druk van een van beida r0mclrcuils afnooml - u merkl
dit aan een belangrijk groler worden van de vrije slag van het pedaal -, ga dan besllst direct naar een VW werkplaats. U kunt de wagen weliswaar mel hel andere remcircuit afremmen, maar de remweg wordt dienovereenkomstig langer.
Controlelampje tweekrlngs remsysteem * Het lampje in het dashboard conlroleert het tweekrings remsysteem. Ais hel eens ge durende het remmen gaal branden, ga dan meteen naar een VW-werkplaats, omdat dan de hydraulische druk in Mn van de beide remcircuits uitgevallen kan zijn. Conlroleer af en toe bij ingeschakelde ont steking, door op hel lampglaasje te drukken, of het gloeilampje nog in orde is. Ais het dan niet brandt, laat u hel in de werkplaats vervangen .
De verllchtlng omvat koplampen, achter Iichten, kentekenlicht, knipperlichten, achter uitrijlampen' en stoplichten. Bij ingeschakelde ontsteking controleert u knipperlichten, stoplichten en achteruitrijlam pen. Is een knipperlicht defect, dan merkt u dat aan het sneller knipperen of het niet branden van het controlelampje in de snel heidsmeter. De stoplichten werken aileen als het rempedaal wordt gebruikt - VW Automatic versnellingshendel in stand "R". Het oliepeil moet tussen de beide merkstre pen op de oliepeilstok liggen en mag nooit beneden de onderste streep zakken. Voor de controle moet de stok worden afgeveegd. Men krijgt aileen een juiste meting, als de wagen op een horizontaal vlak staat. Het is ook verkeerd het oliepeil meteen na het afzetten van de motor te controleren, daar de circuierende olie 5 minuten nodig heeft am in het carter terug te vloeien.
lijk aan te bevelen zo mogelijk hetzelfde merk olie te gebruiken, maar toch kan het vermengen van HD-olien van verschillend fabrikaat vaak niet worden vermeden. Hier door hoeft men geen angst voor bescha digingen aan de motor te hebben. Nadere bijzonderheden over de te gebruiken visco siteitsklasse vindt u op bladzijde 47.
Te lage, evenals te hoge bandospnnning verkorten de levensduur van de bnndon on hebben tevens een ongunstige invlood op de wegligging van de wagen. Hoewel de tubeless band en van uw wnnoll vrijwel geen lucht verliezen, is t101 nnn In bevelen voor het begin van een Inllf!o rII. maar minstens een keer per weel<, do VO()I' geschreven bandespanning bij uw [)OIl/llIo station te laten controleren.
Nu nog drle belangriJke aanwlJzlngen:
°
(lllllrulk voor het bijvullen altijd een HD-olie non goronommeerd merk. Het is natuur
Bij de VW 1300 en VW 1200 moet de klep met contragewicht in de aanzuigbuis van het oliebadluchtfilter echter in de winter en in de overgangsperioden vrij kunnen bewegen. Is de buitentemperatuur over wegend hoger dan + 10 °C, dan moet de
Een juiste bandespanning is een eerste vereiste in het belang van de verkeers veiligheid.
Aile voorkomende bandespanningen villdl " in de tabel op' bladzijde 56 en op eon plnntlo in het deksel van het handschoenenl
VIlli
Bij de VW 1500 wordt de verwarming van de aanzuiglucht thermostatisch geregeld.
1 - Bij temperaturen onder + 10 C mool de carburateur van uw Volkswagen voor verwarmde lucht krijgen. Hierdoor wordt oak in het koude jaargetijde een gun sliger benzineverbruik verkregen en, vooral blj hoge luchtvochtigheid, ijsvorming in de car burateur vermeden.
I
Starten Alvorens de contactsleutel om' te draaien, overtuigt u zich eerst ervan dat de versnel lingshendel vriJ staat.
Bl) temperaturen boven het vrlespunt of biJ een nog warme motor trapt u tijdens het starten het gaspedaal langzaam in. Bij een hete motor met volgas starten - niet "pom pen'" Bli temperaturen onder het vrlespunt of bij koude motor, voor het starten, het gaspedaal €len keel' helemaal intrappen en weer los laten om de automatische choke in werking te stellen. Dan de onsteking inschakelen en meteen starten. Trap dan ook het koppe lingspedaal in, zodat de startmotor aileen de motor hoeft rond te draaien. Zodra de motor loopt, laat u de contact sleutel los: de startmotor mag niet mee draaien. Het is verkeerd de motor met stationalI' toe rental te laten warmdraaien - rijd meteen weg. Vermijdt echter te hoge toerentallen, zolang de motor nog niet op temperatuur is. Moet u het starten herhalen of slaat de motor tijdens het rijden af, dan kunt u pas weer starten, nadat u eerst de ontsteking hebt uitgeschakeld: de in het contact startslot ingebouwde beveiliging verhindert, dat de startmotor bij draaiende motor in geschakeld kan worden en daardoor zou worden beschadigd. 24
De controlelamp)es, die blj het inschakelen van de ontsteking in de snelheldsmeter gaan branden, gaan na het starten van de motor uit. Aileen bij wagens met 1,2 liter-motor gaat het rode controlelampje voor dynamo en koeling eerst bij toenemend toerental ult. Wanneer dit lampje t1]dens het rlJden eens zou gaan branden, moet u direct stoppen en allereerst de ventllatorrlem van de dynamo controleren. Blj oon gobroken ven tilatorriem valt n.1. de koollno von de motor uit. Hoe de ventilatorricm moo I worden ver nieuwd, staat op bladzijclo 30 bcschreven. Wanneer de dynamo door oon andere oor zaak niet meer laadt, kunt II wollswaar ver deI' rljden, doch indion 1I1\1\llIlljll :;Iochts tot de dichtsbijzijnde workplilfll:l. dllm andel's de accu spoedig gehool 1000 wi zl)n. Brandt het groene contrololllfllr)O voor de oliedruk tijdens het rljUUII. dlln moot u direct stoppen, omdat do nlllorlllO VillI rio motor onderbroken kan zljn. (;1I1l1lolll01' oorst het oliepeil. Blijkt do :olollno lllln IIIIUOro 001' zaak te hebben, IInnl III dllli nloloon een vakman bij.
Wees voorzichtig met het starten in de garage! Zorg dan steeds voor een goede ventilatie, opdat de uiterst giftige uitlaatgassen kunnen ver dwijnen.
Tips voor een goede rit Vanaf de eerste dag kunt u uw Volkswagen onbeperkt gebruiken. U dlent echter de toe laatbare snelheden voor de diverse ver snellingen wei in acht te nemen: 1,5 liter
motor 1,3 liter
1,2 liter
1e versn. km/u
0- 25
0- 25
0- 25
2e versn. km/u
15- 55
10- 50
10- 50
3e versn. km/u
30- 90
30- 85
30- 80
4e versn. km/u
50-125
45-120
45-115
---
Ais de verkeerssituatie vereist dat u een inhaalmanoeuvre snel beeindigt, kunt u voor korte tijd ook in de 2e versnelling tot 60 km/u en in de 3e versnelling tot 95 km/u accelereren. Natuurlijk kost dit met volgas accelereren opvallend meer benzine. Wie soepel en gelijkmatig, d.w.z. vlot rijdt, rijdt zUinlg. Zeer snel, sportief rijden, vaak wi sse len tussen volgas en lemmon betekent vaker tanken nog afgezien van de hogere slijtage van banden en remvoeringen. Bijzonder economisch rijdt u tussen: 10 en 35 km/u in de 2e versnelling 30 en 55 km/u in de 3e versnelling en 50 en 95 km/u in de 4e versnelling.
Laten we in verband hlollll\JO llllil oens over de koppeling sprekon. 1)11/" wordt tegen woordig meer dan 0011 1,,,111111. I (1I1 gorouti neerde rijder laat de kOPI"III"lJ. wwol blj het wegrijden als bij hot nclllllwl"n. 7,:0 weinig mogelijk slippen. Hlj ontlwppoll hll hot scha kelen steeds helemanl. rlld' I,ll verkeers opstoppingen en in do 0111(1 "lot mot slip pende koppeling, doch o<;hol\oll VIlli te voren de juiste versnelling in on OOUI ull\t het kop pelingspedaal niet als "VOIlII1I"IIII" voor de linker voet. Volkswagens hebben ultntokondo rem men welke resulteren in zeor kOrlo romwegen. Denk er echter wei aan, dot do romweg veeI sneller toeneemt als do nnolltoid en bij 100 km/u viermaal zo lanl) In oln 1)1) 50 km/u. Rem altijd op tijd en mot govool - geblok keerde wielen verlengen do rOlllwog. Water vermindert de wrljvlngocoOfficient van de remvoeringen. Vooral do rorm;chljven van de schijfremmen kunnen bll het door water rijden - maar ook blj hot wogonwassen nat worden. Ze worden woliswoar bij het lemmon door de wrijving van de remblokjes direct droog, desondanks troodt het volle remvermogen iets vertmagd in werking. Hierbij komt nog de vermlnderde grip van de banden bij nat weer. Daaraan kunnen ook wij niets veranderen. U kunt zich echter tegen gevaar beschermen door voldoende afstand te houden - speciaal bij regen en op gladde wegen. Veiligheid gaat tenslotte boven alles!
Olt wilden wlJ u als voorwaarden voor de Julste bedlenlng van uw Volkswagen en als basis voor een goede rlJstlJI op uw rltten meegeven. Goede reis! 25
VW - Automatic *
Bij de bediening van do VW Alltomatic hoeft u slechts weinig punten te kennen om de voordelen van de AulolTI,lllc lOll volle te kunnen benutten. Het is in uw in eigen belang, als u voor de eerste ril (10/4) IlOrla aanwijzingen zorgvuldig doorleest. De drie volgende hoofdregels dient u in nelll IIlllIIon. 1 - Bij uw Wagen mel VW Aillollilitic is tussen motor en versnellingsbak een koppelomvor
mer aangebrachl, Cll\\ I >Ii 11111 wogrijden en stoppen automatisch in- en uitkoppelt. Daar de koppelomvorrnor 1>11 :\lllllllllilir draaiende motor niet geheel de overbenging van de aandrijfkracht ondotlllll' lid, 111001 u de voet- of hand rem gebruiken als u bij stilstaande wagen een verSrlolllI" 1 II, will :ld1okelen. De wagen heeft de neiging zich langzaam in beweging te ZOLIOIl, Illl/II 101lipneiging is des te sterker, naarmate het stationaire toerental hoger or (10 111\ 111:1<:1 lill«Jlde versnelling lager is. 2 - Tijdens het OVOl':lclllll" li'"1 111001 do krachtoverbrenging onderbroken zijn. Dit gebeurt door een diafrnOl1l11klll'I" 1111'11, rllo fllItomatisch in werking treedt, zodra u de versnellings hendel naar VOII;II "I 11':111\11011 boweegt. Ais u hem onder het rijden beetpakt en onopzettelijk bOWIl"'I', III III" ,pl'oll rio koppeling direct. Hierdoor loopt het toe rental van de nu onbel,l:,I'J 111"1,,, 111'111, Illlilioog, waardoor bij het koppelen - zodra u de ver dll dlfllrll(Jlnnkoppeling zwaar wordt belast. snellingshellclol 1":1111111 3 - Denkt u or wol 111111, <1111 II 1111 1>01 ovorschakelen niet uit gewoonte "koppelt" en per abuis op hOI I 011'1 'odl1l1l 11111'1 Ilw VW-Automatic heeft geen koppelingspedaal meer. Wei een belan~Jrill\ iJlII
• meeruitvoolillq Ill' VOI:lIllk VI,I'I
:>6
VW
11,1111 1111 VW
1300
De versnellingen Uw VW-Automatic heeH drie vooruit- en een achteruitversnelling. Deze zijn zo gekozen, dat u zeer snel zult aanvoelen de juiste versnelling - afhankelijk van de rijsituatie te kiezen en te benutten.
De motor kan alleon wurd"" II'lIIlorl, als de versnellingshendel ill "" 11111nllllill - N staat. Voor het ovorlqll 11''''''1/' 110 op biz. 24 van deze handloldlll(J i1"il"V"1I IInnwijzin gen.
versnellingshendel naar voren in stand 1 zetten en direct weer loslaten, remmen loszetten en gasgeven.
De 1e versnelling voor stadsrijden en viol accelereren heeH een snelheidsbereik van o tot ca 90 km/uur en wordt ook bij filerijden gebruikt en vooral, als het bij het inhalen op vlot accelereren aankomt.
De achteruit - R - schakelt u, zoals u altijd al gedaan heeft, aileen bij stilstaande wagen in. Daartoe moet u eerst door het indrukken van de versnellingshendel een beveiliging uitschakelen. De versnellingshendel staat in de nulstand - N - altijd tussen de 1e en 2e versnelling, die u het meeste gebruikt. Om de L-versnel ling of de achteruit in te kunnen schakelen, drukt u de hen del eerst naar links.
Voordat u een versnelling inschakell. moel u het rempedaal iets intrappen of de hand rem aantrekken. Het hoe en waarom weet u reeds. Normaal rijdt u in'de 1e versnelling op de volgende manier weg: hand rem aantrekken of voetrem iets in trappen,
De L-versnelllng - wordt slechts zelden gebruikt, aileen op steile hellingen met vol gepakte wagen of met aanhangwagen. Ook voor zeer langzaam rijden in moeilijk terrein wordt deze versnelling gebruikt. Het snel heidsbereik is van 0-55 km/uur.
De 2e versnelling voor normaalrijden wordt altijd op de grote weg gebruikt. Ook bij vlot stadsverkeer - bij naar verhouding lage snelheden dus - kunt u deze ver snelling rustig kiezen.
Wegrijden
R
1
t
Ais u een rustige rijder bent - u spaart daarme benzine - raden wij u aan om bij ca. 30-40 km/uur de 2e versnelling in te schakelen. Dat gaat als voigt: gas wegnemen, versnellingshendel in stand 2 zetten en weer gasgeven. In deze versnelling kunt u vrijwel met aile snelheden, tot stapvoets toe, rijden. De koppelomvormer past het motorkoppel traploos bij de rijsituatie aan.
Als u graag sportief riJdt en het volle acceleratievermogen van uw wagen wil benulten, kunt u zonder meer in de 1e ver snelling tot 90 km/uur optrekken en dan pas naar de 2e versnelling overschakelen. Natuurlijk kost deze rijstijl meer benzine.
27
Stoppen Gas wegnemen en rustig afremmen. Rem pedaal iets ingetrapt houden of hand rem aantrekken, andel's zet de wagen zich lang zaam in beweging. Om weg te kunnen rijden, hoeft u aileen gas te geven. Ais de wagen niet te zwaar beladen is en u niet toevallig op een helling moest stoppen, kunt u meestal in de 2e versnelling wegrijden. In de 1e versnelling is de acceleratie natuur lijk beter.
Bergafwaarts Ais u op de motor wilt afremmen, moet, net als bij een conventionele versnellingsbak, naar een lagere versnelling worden terug geschakeld. Parkeren Bij het parkeren moet u er aan den ken, dat u de achterwielen niet door het inschakelen van een versnelling kunt blokkeren. Bij het parkeren moet u altijd de handrem aantrek ken. Manoeuvreren Bij het manoeuvreren kunt u het beste de L-versnelling en de achteruit gebruiken. Oenkt u er wei aan, dat de achteruit aileen bij stilstaande wagen en stationair draaiende motor mag worden ingeschakeld?
28
Temperatuurcontrolelampje in sneldheidsmeter Ais u gedurende lange tijd onder ongunstige omstandigheden in een lilngzaam rijdende file moet meerrijden, b.v. met caravan tegen een berghelling, kan het rode controle lampje in de snelheidsmeter gaan branden (zie ook biz. 12). Oit betel~ont, dat de tem peratuur van de olie in de ornvormer sterk opgelopen is. Teneinde dozo olie weer te koelen, moet u eerst van do 20 naar de 1e versnelling terugschakelcn. 1101 lampje gaat dan uit. Gaat het w('('r apniouw branden, dan schakelt u de L-ver::;nollill!J in, waarin met zekerheid de olic voicloondc gekoeld wordt.
Aanhangwagen en slapen Oit is bij de VW-Autorn;Jli<; onl)oporkt moge lijk. Maar met deze cxlln I)olnsling moet men tijdig terugschakololl, /olll('[Jolijk ilileen in de L-versnelling wOfl11lrloll on oak bij hellingen tijdig ten.l!Jst.IJrrl
Een vrijhangende 8 ampere-zekering, die het regelventiel van de Automatic extra be veiligt, bevindt zich in de motorruimte bij het ventilatorhuis naast de bobine. Ais deze zekering is doorgebrand, kunnen de ver snellingen niet meer worden ingeschakeld.
Geef uw Volkswagen een persoonlijk tintje met beproefde Volkswagen-accessoires.
Beproefde Volkswagen-accessoiroa 11111 III,,; de eerste de beste. Ze zijn of spocillfli VOill de Volkswagen ontwikkeld of ull do 1110\1 hoeveelheid aanbiedingen gekozen. Ze werden in de Volkswagenfabriok (llolldlO gecontroleerd en getest. Het handul~llll()rl-. "Beproefde Accessoires" garandoort II lilt stekend materiaal, prima afwerking on Ill) trouwbaarheid. Uw VW-werkplaats levert beproefdo U(.;(.;Ot soires. Daar worden ze vakkundlg gomon teerd. Vele accessoires kunt u echlor wit aan uw auto bevestigen.
Approved Accessories Accessoires Agrees Accessori Approvati Accesorios Aprobados Utprovade Tillbeh6r Acess6rios Aprovados Beproefde Accessoires
29
's Winters In de winter zult u vooral de luehtkoeling en verwarming van uw wagen leren waarde reno U kunt hem gerust aan ijzige koude blootstellen! De luehtgekoelde motor is altijd startklaar en zorgt snel voor een gelijkmatige very.'arming van het interieur. Probeer eehter in geen geval de koeling, en daarmee de verwarming van de wagen, door het afdekken van de luehtspleten onder de achterruit te beinvloeden. De luchtspleten moeten in ieder geval vrij blijven, zodat de toevoer van lueht voor carburateur en koe ling niet wordt verstoord. Banden met afgereden profiel leveren vooral in de winter gevaar. Zorg daarom tijdig voor vervanging! Bijzonder sterk geprofileerd, met een goede wegligging in modder en sneeuw, zijn de z.g. M + S-banden. Deze banden kunnen op aile vier wielen worden gemonteerd, doeh in geen geval aileen op de voorwielen. Nog betel' zijn M + S-ijsbanden, waardoor de veiligheid bij sneeuw en ijs aanmerkelijk wordt verhoogd. M + S-ijsbanden moeten altijd op aile vier wielen worden gemon teerd. De toelaatbare maximum snelheid voor M +S-ijsbanden bedraagt 130 km/u. Ook bij het monteren van winterbanden moet de voorgeschreven karkassterkte worden aangehouden. Let daarom bij het kopen van winterbanden altijd op de PR-indieatie aan de zijkant van de band. De speeifieke eigensehappen van winter banden worden verbeterd, als de bande spanning 0,2 atm. hoger dan de geldige ban 30
't despanning voor normale band en wordt ge nomen. Deze 0,2 atm. zijn inelusief de ver hoogde bandespanning voor het rijden op autowegen. Nieuwe M +S-ijsbanden moeten eerst bij lage snelheiden worden ingereden, opdat de spikes zich goed kunnen zetten. Over het algemeen geldt: winterbanden heb ben aileen voordeel, wanneer de toestand van de wegen echt "winters" is. Met het oog op de veiligheid is het aan Ie bovolen met win terbanden - van welke soort dan ook - de maximum snelheid van de wagon niet geheel te benutten. Ook op drogo on natte wegen zander sneeuw kan van wlnlorbanden niet dezelfde grip worden verwocht als van nor male banden. Bovendlen troodl onder deze omstandigheden, vooral blj hogere snel heden, een aanzienlijk snolloro slljtage op. Winterbanden verliezon Olotondoels hun wintereigensehappen, al~ lIot proliol tot op 4 mm is afgesleten. Radiaalbanden zijn OOI( wllllr
l
nlloon
oJ)
de
aehterwielen worden gebruikt. Er mogen slechts kettingen worden gemonteerd met dunne schakels die, met inbegrip van het kettingslot, het loopvlak en de binnenkant van de banden niet meer dan 15 mm dikker mogen maken. Bij het rijden over lange sneeuwvrije trajeeten moeten de sneeuw kettingen er worden afgenomen. Dan hebben ze geen nut, beschadigen de banden en gaan snel kapot.
,1
De motorolie van de viscositeitsklasse SAE 30 wordt bij temperaturen onder het vries punt zo dikvloeibaar, dat daardoor het star ten van de motor wordt bemoeilijkt. Zodra op temperaturen onder het vriespunt moet worden gerekend, dient u tijdig bij een olieverversing dunvloeibare olie te gebrui ken. Nadere bijzonderheden over de te ge bruiken viscositeitsklasse vindt u op blad zijde 47.
Wanneer u uw Volkswagen in de winter voornamelijk op korte trajecten en In het stadsverkeer gebruikt, raden wij u aan de olie bij uitzondering elke 2500 km te ver versen. Rijdt u echter onder deze omstan digheden slechts enkele honderden kilo meters per maand, dan verdient het aan beveling de olie iedere 6 tot 8 weken te laten verversen. Voor de rest van het jaar zijn deze maatregelen overbodig en oneco nomiseh. In landen met polair klimaat, dus bij temperaturen onder -25 °e, moet de olie elke 1250 km worden ververst.
f
De olie voor de versnellingsbak SAE 90 kan in het algemeen het he Ie jaar door wor den gebruikt. Aileen in landen met polair klimaat is het noodzakelijk de dunnere ver snellingsbakolie SAE 80 te gebruiken. Bij lang aanhoudende temperaturen onder -25°C is het raadzaam de versnellingsbak met ATF (Automatic Transmission Fluid) te vullen, waarmee echter uitsluitend gedurende de koudeperiode mag worden gereden. Zodra de temperatuur weer tot het vriespunt is opgelopen, moet de ATF door versnel Iingsbakolie SAE 80 of 90 worden vervangen. De accu heeft niet aileen een lagere capaci teit bij dalende bultentemperatuur, maar wordt vooral in het koude jaargetijde extra zwaar belast. Nog afgezien van het hogere stroomverbrulk bij het starten en het vaker gebruiken van de verlichting, worden juist in de winter vaak elektrische accessoires, die veel stroom gebruiken, ingeschakeld - bij voorbeeld verwarmde ruiten of extra verwar mingen. Een zeer koude accu, welke boven dien niet goed geladen is, heeft tenslotte nog slechts een tracUe van de startcapaciteit van een accu bij normale temperatuur.
r
0,5 mm brengen 0111 It II I 1I:111'lllllili van de motor te vergemakkollll«JlI Aan hel chassis wordon III lin wlillor bljzon del' hoge eisen gsstolrl. In tlt,J()(IO sterkel's mate worden voor hoI olllel,). dllll VOII de we gen chemicalien gebrllll(l. WIIIII togon zelfs een zeer sterke lakloog
richt. Nog beter is het, het sleutelgat van te voren af te dekken. Een bevroren portierslot kan zonder moei lijkheden - ook bij strenge vorst - met be hulp van de portierslot-ontdooier uit het VW-onderhoudsmiddelen-sortiment worden ontdooid. Dit middel bevat conserverende bestanddelen, zodat ook bij vaak gebruik de slotcilinder niet wordt aangetast. Ook voor lak is het onschadelijk. Plasticfles portierslot-ontdooier (100 cm 3 ) • . . . • . Portierslot-ontdooier-spray (16 cm 3 - zakformaat).. Voorraadfles voor 000096107 (300 cm 3 ) • . . • . • •
000 096 106 000096107 000 096 108
Met ijs bedekte ruiten worden met onze ontdooier-spray besproeid. Na korte tijd te hebben ingewerkt, kan ook de dikste ijslaag zonder moeite worden afgeveegd. Ontdooier-spray (300 cm 3 ) . . 000 096 109
Wanneer u de wag en voornamelijk op korte trajecten of in stadsverkeer gebruikt, raden wij u aan de accu af en toe een keer extra te laten opladen. Nadere aanwijzingen staan op bladzijde 45. De bougles mogen vooral in de winter geen te grote elektrodenafstand hebben. Deze moet normaal 0,7 mm bedragen. Bij strenge koude kan men deze echter tijdelijk op
Het Is zeer praktisch om 's winters een schop met korte steel - voor het uitgraven -, een hand stoffer - om sneeuw van de wagen te vegen - en een plastic krabber - om ijs van de ruiten te krabben - in de wagen te hebben.
31
Onderhoud van de Wagen Fraai van glans, enorm woorsbostendig, zeer slagvast en zodoende van lange levensduur zijn de opvallende eigenschoppon die de lak van uw wagen bezit. Maar ook de beste lak hoc II oon rogelmatig en deskundig onderhoud nodig, om er na jaren nog goed uit te zien. Oil 1.<11 II dllidolijk zijn, als u bedenkt aan welke invloeden de lak wordt blootgesteld: fel zonlicht, stromende IOGOII, IlIdlistriestof, roet en vuil werken in een nimmer eindigende afwisseling op de lak in. 'G WlntOIS worden aile delen aan de buitenzijde van de wagen door extreme weersinvloedon 011 IIprossiove zoutoplossingen nog sterker aangetast. Oaarom raden wij u aan de wnfJoII In rlO/O periode met iets kortere tussenpozen als gewoonlijk schoon te maken en to o III I0/ Iloll(Jon. ledere VW-werkplaats III)ull nllu lIi1ddolen voor het onderhoud van uw Volkswagen in voor raad. Deze onderhOIl(l:il/ilddolol/ wordon door ons getest en speciaal voor de Volkswagen uitgekozen. De boslollllllllllllll:l villcit 0 blj de onderhoudsaanwijzingen.
32
Wassen In de eerste twee maanden: wagen vaak met schoon water van boven naar beneden afwassen. Spons vaak en grondig uitspoelen, om krassen op de lak te vermijden. Later: wagen wassen, als hij vuil is. Ais het vuil met schoon water niet kan wor den opgelost, "was-shampoo" aan het water toevoegen en met spons of zachte borstel aanbrengen. Daarna wagen grondig met water afspoelen en afzemen. Bus was-shampoo (150 cm 3 ) 000 096111 Bus was-shampoo (250 cm 3 ) 000 096112 Spons 000 096151 000 096155 Zeem. Auto-wasborstel 000 096157 Washandschoen 000 096153
Conserveren Voor de eersle keel' nil 1\ 1,,1 III w"l
Lakbeschadigingen bijwerken Kleine lakbeschadigingen, zoals krasson, schrammen of steenslagplekjes direcl mel do originele VW-Iakstift of lakspray bijwerken. voordat roest kan ontstaan. Een plakplaalje in de ruimte voor het reservewiel vermeldl de naam en code ring van de originele wagenlak. Industriestof verwijderen Indien noodzakelijk, de lak zo snel mogelijk
met "industriestofverwijderingsmiddel" be
handelen.
"Industriestofverwijderingsmiddel" moel na
het inwerken grondig worden afgespoeld!
Vooral op naden en felsranden enz. letten.
Fles industriestofverwijderingsmiddel
(500 cm 3 ) . . • . • • • • 000 096 091
Teervlekken verwijderen Indien noodzakelijk, de lak zo snel mogelijk met "teerverwijderingsmiddel" behandelen. Na de behandeling resten van het verwij deringsmiddel met een wasmiddeloplossing (water en was-shampoo) afspoelen. Bus teerverwijderingsmiddel (150 cm 3 ) . • . . . . . 000 096 051 Bus teerverwijderingsmiddel .(250 cm 3 ) • . . . . . . 000 096 052
33
Insektenresten verwijderen
Kunstleer schoonmaken
Opgedroogde insekten met "insektenver
wijderingsmiddel" oplossen.
Behandelde lakplekken wassen. Vuile voor
ruit met "insektenspons" bewerken.
Tube insektenverwijderingsmiddel
(80 g) . . . . . . . . . 000096081
Insektenspons . . . . . . 000096083
Ais het niet al te vuil is met zachle doek of
borstel schoonmaken.
Verchroomde onderdelen onderhouden Voor iedere behandeling met onderhouds middelen moeten de verchroomde delen beslist afgewassen en volkomen droog zijn. Vlekken en aanslag met "chroompolijstmid del" wegwrijven. "Chroombeschermingsmid del" bevat een conserveringsmiddel: het maakt schoon en beschermt dus tegelij kertijd het chroom voor verdere weersinvloe den. vloeibaar" "Chroombeschermingsmiddel wordt gebruikt, als het chroom voor een langere tijd tegen corrosie moet worden be schermd. Indien mogelijk met spuitpistool aanbrengen. Het "deconserveringsmiddel voor chroombeschermingsmiddel" verwijderl deze beschermende laag zonder enige moeite. Tube chroompolijstmiddel (80 g). . . . . . . . . . 000096061 Tube chroombeschermingsmiddel (80 g). . . . . '. . . . . 000096067 Bus chroombeschermingsmiddel (500 cm 3 ) • • . • • • • . 000 096 163 Bus deconserveringsmiddel voor chroombeschermingsmiddel (500 cm 3 ) . . • • . . . . 000 096 167
34
Bij erge vervuiling van luchtdoorlatend kunst
leer "kunststof- en textielschoonmaakmiddel
vloeibaar" met absorberendo kleurloze doek
aanbrengen. Behandelde plekken na het
schoonmaken met een zochle doek droog
wrijven. Niet luchtdoorlatond kunstleer kan
met "kunststofschoonmaokpasla" worden
schoongemaakt.
Kunststofschoonmaakpasta
(200 g) .
000096071
Kunststof- en textielschoonlYlllnk 000096072
middel vloeibaar (500 em:'). Textielbekleding schoomnokon
Met stofzuiger bewerkon of 1I10t oen niet
te zachte borstel albol :lluloll. Vlokken of
sterke vervuilingen kUlIllOl1 111111 "kllnststof
en textielschoonmaaklliltldol vlooll)nnr" wor
den verwijderd:
hierbij een schona 11111111111/0 IIII' 11101 het
schoonmaakmiddel bOVUc!III\lolI 011 do vlek,
door cirkelvormig vflll Illilloll' II III II Ilinnon te
wrijven, oplossen.
Kunststof- en lOX Iiolud J( J( III
maakmiddel vloOilHIIII' (:,O(J (;111')
OO() (J!)G 072
De cabrioletkap vUllilnlU'lIll1 :11',)(:llIill olldor
houd. Het is wol 1!(I11111\1djll, flnl rio IIIInst
stofbekleding IIjdiU Oil 1")(lIlIIIIIIIIO wordt
schoongemoakt. I I (10 VOl vllillllfJOIl IllInt II hoi
beste met on/o kllll:lInlof:1cl)(lOllllI(lflkl1lid
delen verwijderen. Verdunner, chloorhou dend vlekkenwater of soortgelijke middelen zijn hiervoor ongeschikt, omdat deze het kunststofmateriaal aantasten. De kapseharnieren kunnen indien nodig nadat stof en vuil zijn verwijderd - met een paar druppels olie worden gesmeerd. Het is aan te bevelen de scharnieren vervolgens zorgvuldig af te vegen, om vervuilen van de kap door oliedruppels te voorkomen. Door insmeren met talkpoeder of glycerine kunnen bij de cabriolet eventueel schurende geluiden tussen zijruitsponningen en ruitrub bers worden verholpen. Ruiten schoonmaken Normaal met spons en lauwwarm water schoonmaken. Vervolgens met een zeem afdrogen. Deze zeem niet voor de carros serie van de wagen gebruiken, omdat resten van conserverings- en polijstmiddelen het zicht door de voorruit kunnen belemmeren. Belemmering van het uitzicht door insekten resten mel "insektenspons", rubber- of olie resten met "ruitenschoonmaakmiddel" ver wijderen. Fles ruitenschoonmaakmiddel (200 cm 3 ) 000096105 . Kussentje ruilenschoonmaakmiddel (35 cm 3 ). 000096101 Inseklenspons . 000096083 Anti-condensdoek . 000096196 Voor het aanbrengen van vloeibare onder houds- en schoonmaakmiddelen is spuit pistool 000096064 een waardevol hulpmlddel!
Ruitewisserbladen Door olie of insekten plakkerig geworden wisserbladen met een harde borstel en een wasmiddeloplossing schoonmaken. Afhankelijk van de staat waarin zij verkeren, de wisrubbers een tot twee maal per jaar door nieuwe vervangen. Portier- en ruitrubbers Rubbers moeten soepel en onbeschadigd blijven. Oaarom moeten ze af en toe dun met glycerine of talkpoeder worden inge wreven. Ventilatie van de wagen Ais de wagen geruime tijd in een gesloten garage staat, is het aan te bevelen vaal' een regelmatige ventilatie van garage en wagen interieur zorg te dragen, opdat geen schim mel en weervlekken onstaan. De stoelen Wanneer de stoelen moeilijk kunnen worden verschoven, moet de boven- en onderkant van de rails dun worden ingevet. Daartoe kunnen de stoelen worden uitgebouwd door ze naar voren van de rails af te schuiven. Hierbij moet de aanslagveer aan de rechter stoelrail met een schroevedraaier worden omlaaggedrukt. Bij het erin zetten van de stoelen moet de veer weer worden inge haakt. De banden Wie behalve het regelmatig controleren van de bandespanning en een bandensparende rijstijl nag meer vaal' het onderhoud van de
banden wil doen, IIUIII" e1" vlllllllildo regels tel' harte: banden van tijd 101 Illd "I' I"H" 1l(I(ligingen en binnengedronnOIl VIII""11I" (Ieeltjes controleren, 2 banden niet in aanmld'l\1 11111111 I,(II110n met benzine en olie, 3 banden, indien monl,IIII" ,d'll iilldurende lange tijd in de lello lOll 1111'"1 ,'Ilion, 4 verloren stoldopjos "I' v,"rtl"I,," direcl vervangen. Een band moet wordOI1 VIIIIII'lIIWd, ~Is de diepte van het proliol, 11'IIIIUI'"1 ovor de gehele omtrek en ovor clu vIl1l1I I" oodle van het loopvlak, nag sloCllltl I 111111 Ii(ldraagt, daar dan de grens van do VUll\\HlI t'voiligheid is bereikt. Wij raden u 01:11\(11 drll'fJOnd aan de banden niet zo VOl' lu Inlull vorslijten, omdat zulke banden bll 1Ii11 WUIli on hoge snelheden niet meer do VOIUk,I,) Urip op de weg ,hebben. Wordt eon OIl\IOlljl
Wie radiaalbanden heeft gekozen, stelt de positieve eigenschappen van deze bande soort op prijs, die vooral in een langere levensduur, betere grip, betere wegligging in de bocht en een lagere rolweerstand tot uit drukking komen. Hij zal' op de koop toe nemen, dat radiaalbanden bij langzaam rijden mindel' zacht rollen en daarom op klinkerbestrating - afhankelijk van de soort bestrating - min of meer kunnen dreunen. Tubeless radiaalbanden mogen op Volks wagens aileen samen met de door de fabriek geleverde veiligheidsvelgen (zogenaamde "hump"-velgen) worden gebruikt. Ais een velg wordt vervangen moet bier extra op worden gelet! In geval van twijfel kan uw VW-werkplaats u hierover raad geven. Juiste en gelijkmatige bandespanningen op Mn as zijn voor een veilige wegligging met radiaalbanden van groot belang. Let daarom op de vaal' radiaalbanden aanbevolen bandespanningen in de tabel op bladzijde 56 van deze handleiding en laat de bandespan ning regelmatig controleren. Onze aanwij zingen vaal' het juiste onderhoud van band en gelden overigens zonder uitzondering oak vaal' radiaalbanden.
35
Austauschdienst Exchange Service Service d'echange'standard 'Servizio 'rotazione Servicio de Canjeo Utbytessystem Servico de Troca Ruil·Systeem
Originele VW-onderdelen
VW-ruilaggregaten
zijn de enig juiste voor uw Volkswagen. Aileen dan bent u zeker van een grote maatnauwkeurigheid, uitstekend materiaal en een goede werking. leder onderdeel van uw Volkswagen is als origineel VW-onderdeel leverbaar. Natuurlijk in dezelfde kwaliteit als hetzelfde onderdeel bij een nieuwe Volkswagen.
/lln, ovenals originele VW-onderdelen, volwaardige onderdelen Vlwr IIW Volkswagen. Ook hiervoor gelden dezelfde nfll flliliobepalingen als voor originele VW-onderdelen. En ze /1111 oak weer bij iedere VW-dealer verkrijgbaar met als enig vor:)chll: do prijs. VW-ruilaggregaten zijn goedkoper dan nieuwe VW·onclordelen, maar kwalitatief gelijkwaardig. Ze worden nllooll nlot nieuw angemaakt, maar in de Volkswagenfabriek v(JIIO(1I0 goreviseerd. Daarom moet, als u een dergelijk r 111I1I1J!J1 oooal wilt hebben, het oude, te reviseren, aggregaat wf,rrloll ingoleverd.
Daarom gelden voor originele VW-onderdelen dezelfde garantiebepalingen als voor nieuwe Volkswagen. ledere VW-dealer heeft originele VW-onderdelen in voorraad en bouwt deze vakkundig in.
Wendt u met al uw reparatieproblemen tot uw VW·dealer. Deze gooft
36
II
nltlld goodo raad en uw wagen Is daar in vertrouwde handen,
Ti ps om het zelf te doen Voor het geval, dat u eens verplicht bent een kleine storing of wat pudl /'dl werkzaamheden beschreven, die u in geval van nood zeit kunt UitVOll1 "i'
"I'
I,) liorten, hebben we voor u op de volgende bladzijden die
Bij aile overige werkzaamheden richt u zich a.u.b. altijd tot onze VW-w"llq dil/llll""' 1)0 Service-organisatie van de Volkswagentabriek be schikt over een wijd vertakt net van erkende werkplaatsen met 90 'll:I" ,,,'''" 1111 (/lvmen vaklieden met aile noodzakelijke speciale gereed schappen en apparatuur. Overal, waar u onderweg het vertrouwdo V WI" 'I" /1, ,I, l
Het verwisselen van oon wlcl Voordat het reservewiol liul'Jlllltrll 'll uit wordt getild, moet eerst hal "1I1'1I11'1,,,,I,)rlankje worden weggenomen. 011 lilll ""III drukken van de beide wiggen, WI'"II''''', liot ruite sproeiertankje aan hot IOilorvllwiol is be vestigd, zet u het bestn Iiol rIH1UI vowiel op het voorpantser. Handrem goed aantrekkon. Wieldop met trekhaak en 10 iI<,lI11I)1 verwijde reno De trekhaak wordt dnlll'lilj II, do gaatjes van de wieldoprand geslokOIl on dO I
37
Kriksteel in het bovenste gewricht (A) van de krik steken en de wagen opkrikken, tot het wiel vrij van de grond is. Wielbouten eruit draaien en wiel eraf nemen. Wagen zonodig zo ver opkrikken of laten zakken, tot een boutgat van het reservewiel vrijwel tegenover een draadgat in de naaf staat. Eerst een wielbout erin zetten en deze zover aandraaien, dat het wiel nog met de hand om dit punt kan worden bewogen. Wagen nog iets verder opkrikken en wiel zo draaien,
38
dat de overige bouloll ql1l1 1'llIllIlln worden gezet. Wielbouten Oor:,1 111111 0111 pljpsleutel, zonder de krikstcel, 1IIIIIrlVIlili dlrlulon, Hier bij het wiel lichl liooll 1111 WI]OI liowogen, zodat het wiel dOlll rill l,olvOIIII van de boutkoppen gooel hl\lOIl 01" wlllillflnl, rasp, de remtrommel wOldt '1111;,,"111111111 Kriksteel in hOi Ollllllr':l1l1 llllWllcli1 (Il) van de krik stokoll Oil do will/Oil 11111111 /llkkon. Kriksleel zo ill 110 plild,,"lol :11,,""11, dnl do 110 1,,10 - on langste hefboolll ,,":,Inrll wielbouten krt"nlllillfl~~ vn:,I/(lltOII
Sierring - indien aanwezig - op velg leg gen en wieldop met een krachtige slag op de rand aanbrengen. laat a. u. b. na het verwisselen van een wiel indien mogelijk direct het juist vastzitten van aile wielbouten met een draaimomentsleutel controleren! Het aantrekmoment moet 15 mkg bedragen. Vergeet ook niet de luchtdruk van het zo juist gemonteerde reservewiel volgens de tabel op bladzijde 56 te laten corrigeren en laat de beschadigde band zo snel moge lijk repareren.
Ventilatorriem spannen ofvervangen De ventilatorriem is juist gespannen, als deze ongeveer 1,5 em kan worden ingedrukt. Het is even verkeerd met een te strak, als met een te slap gespannen riem te rijden. Een nieuwe riem rekt in het begin en moet daarom na ongeveer 1000 km geeontroleerd en eventueel gespannen worden. Ondanks de lange levensduur van de ventilatorriem moet in de wagen steeds ean reserveriem aanwezig zijn.
Voor het spannen van do v(JfllIlulorriem die nen de moer en de achlomlo 110111 van de dynamopoelie te word on woonullomen. Bij het los- en vastdraalon van de moer moet een schroevedraalor In <10 ui\sparing van de voorste poeliehelll go:;\okon en tegen de bovenste bout van de dynamo gesteund worden. Voor het vervangen van de venti latorriem moet bovendien de dekplaat van de krukaspoelie, na het erult draaien van de drie bevestigingsschroeven, worden wegge
nomen. De voorgeschreven ventilatorriem spanning wordt door het tussenvoegen, resp. wegnemen van afstandsringen tussen de beide dynamopoeliehelften afgesteld. Door wegnemen wordt de spanning verhoogd, door tussenvoegen verminderd.
39
Filter in benzinepomp schoonmaken Afsluitschroef eruit draaien, filter eruit nemen en afsluitschroef direct er weer indraaien, zodat er geen benzine wegstroomt. Filter in schone benzine schoonmaken en droogblazen. Bij het inbouwen van het filter op goed zitten van de fiberring van de afsluitschroef letten.
Bougies uit- en inbouwen Bougiestekers eraf trekken.
Bougies met pijpsleutel en kriksteel eruit draaien.
Vuile bougies moeten met de zandstraal worden schoongemaakt. In noodgevallen kunnen de
verbrandingsresten ook met een houtspaantje van isolatielichaam en elektroden wor
den verwijderd. A.u.b. geen zogenaamde bougieborstel gebruiken. De bougies moeten ook
aan de buitenkant schoon en droog zijn, om kortsluiting en lekstromen te vermijden.
De elektrodenafstand wordt, indien nodig, door buigen van de massa-elektrode afgesteld
en moet 0,7 mm bedragen. Aileen bij strenge koude kunt u tijdelijk de elektrodenafstand
op 0,5 mm brengen, om liol Clllnslaan van de motor te vergemakkelijken.
Bougies recht erin plaatson on vast, maar niet met geweld aandraaien.
Wij raden u aan de bougios nil elke 20000 km te vernieuwen.
OJ
I
1\0
mm
a - 1044 mm b - hoogte vanaf de grand tot het middelpunt der koplampen
c - 50 mm
(bij 5 m afstand van het stelbord)
L b
,.
Q
J
Koplampen afstellen Wanneer u niet de besehikking heeft over test- of afstelapparatuur voor de koplampel'1, kan als voigt worden gehandeld: De wagen moet horizontaal 5 meter voor een muur staan, terwijl de banden de voorge sehreven spanning moeten hebben. De aehterbank moet met €len persoon of een gewieht van 70 kg worden belast. Voor het juist afstellen worden volgens bo venstaande tekening twee kruizen op de muur getekend. De lengteas van de wagen moet met de muur. midden tussen de beide krui zen, een rechte hoek maken.
De koplampen ieder aizondolllll< rloor middel van de schroeven in de kOplullli)f(lIld bij dim Iieht afstellen. De twoodo I
A - zijdelingse afstelling B - hoogte-afstelling 41
Lampentabel lampje voor
12 Yolts-installatie aanduiding volgens DIN 72601
I
onderdeelnummer
I I
6 Yolts-installatie aanduiding vol gens DIN 72601
onderdeel nummer
groot- en dimlicht (duplolamp) A 12 V 45/4{) W
N 177053
A 6 V 45/40 W
N 177051
stadslicht
HL 12 V 4 W
N 17 717 2
HL 6 V 4 W
N 17 7171
stop- en achterlicht
SL 12V21/5W
N 177382
SL 6 V 21/5 W
N 177381
achteruitrijlampen
12 V 25 W
N 17 733 2
-
-
kentekenlicht
G 12V10W
N 177192
G 6 V 10 W
N 177191
controlelampjes in snelheidsmeter
J 12 V 2 W
N 17 722 2
J 6 V 1,2 W
N 177221
overige controlelampjes
W12V1,2W
N 17751 2
W 6 V 1,2
binnenlicht
K12V10W
N 17 723 2
K 6 V 10 W
N 177231
knipperlichten voor en achter
RL 12V21 W
N 177322
RL 6 V ?I W
N 177321
V
=
volt, W
=
w
N 17 7511
watt
Lampjes vervangen
Lampje in koplamp Schroef onder in 1101 "lIdi"") Villi do kop lamprand losdraaion UlII'''1'111I1I1' ",ult nomen. Steker van larnpvool 1,,11\1\1111, Sluitkap naar IInl
tlr'lil
nomon.
Lampje vervangen. De nok van de lamp ring moet in de uitsparing van de reflec tor vallen. De glazen peer niet met de vingers aanraken! Sluitkap zo monteren, dat de contactstrip legen de voet van het stadslichtlampje drukt. Afstelling koplampen controleren.
42
~:-
"
Lampje van voorste knipperlicht
Kruiskopschroef losdraaien.
Huis en kap van knipperlicht eraf nemen.
Lampje Iicht in de fitting drukken, draaien
en eruit nemen.
Nieuw lampje erin zetten.
Bij het monteren op een juiste plaatsing van
de afdichting letten.
Lampje van achterste knlpporllchl, stop- en achterlicht of llchlorullrl/lamp·
Drie kruiskopschroevorl ZQvur losdraaien, dat de plastickap er karl wl)rrlOrl lligenomen. Lampje licht in de fitling dr ul
Lampje van kentekenlicht
Achterdeksel openen.
Kruiskopschroeven links en rechts van de
plastickap losdraaien en kap met fitling
eruit nemen.
Fitling uit de kap trekken.
Lampje Iicht in de fitting drukken, draaien en
eruit nemen.
Nieuw lampje erin zetten.
Bij montage op een julste plaatsing van het
doorvoerrubber voor de kabel letten.
• meeruilvoering op verzoek
43
Zekeringen vervangen De zekeringendoos, met doorzichtig deksel, bevindt zich onder het dashboard naast de stuurkolom. Twee extra zekeringen zijn in de motorruimte op het ventilatorhuis aangebracht. De 8 ampere zekering in de zekeringhouder boven de dynamo beveiligt de achteruit rijlampen.
Na het doorbranden van een zekering is het niet voldoende deze door een nieuwe te ver· vangen. Eerst moet de oorzaak van de kort sluiting, resp. overbelasting worden vastge steld. In geen geval mogen met zilverpapier of op andere wijze voorlopig herstelde zeke ringen worden gebruikt, omdat hierdoor ern stige beschadigingen op andore plaatsen van de elektrische installatie kunnen optreden. Het is daarom raadzaam steods onige reserve 8 ampere zekeringen meo to nomen.
De tweede 8 ampere zekering naast de bobine is voor het regelventiel van de VW Automatic bestemd. Ais deze zekering door brandt, kunnen de versnellingen niet meer worden ingeschakeld.
..... f:,krrellJ
_rr-'e: \o.:r
(",,:fl£ .
f"$"~
rullewlssermotor rechter groollichl benzine meIer slopllchlen achlerruit verwarmlng (relals) • conlrolelampie grootllchl, ' claxon, knlpperllchllinker linker Inslallalle dlmllchl grootllchl
44
'v-il"l JJ{)
',n __';:)VelU
rechter achlerlicl1l, rechler sladslichl kenlekenlich\
rechter dimllchl I
linker achlerllchl, linker sladsllchl
woortll:IIIIWlllflr
IIcl1l h1<11 11 I1111 III blrllHlIdl/111
IlilHo
• voor de slroomkabel van de achlerruilverwar mlng bevindl zlch onder de achlerbank een vrijhangende 8 ampere zekering.
Accu controleren Van de goede toestand van de accu hangt het vlotte starten van de mo'or Ill. daarom regelmatig gecontroleerd en zorgvuldig behandeld worden. Het accudeksel kan, na optillen van de achterbank en losmaken van do afgenomen.
I)"
OPIIII))/IIII1,
nccu moat or worden
Accu's met een witte plastic bak, hebben geen spanband, maar ziJn mot twoo I
Accupolen nooit kortsluiten!
Door kortsluiting wordt de accu zeer heet en kan barsten. Bovendien kan door vonken het
gedurende het laden onstane knalgas worden onstoken.
45
Slepen
:/ I
De sleepkabel kan voor of achter aan een bumperstreun worden aangebracht, onder voor waarde, dat geen ontoelaatbare trekkrachten worden uitgeoefend en geen rukkende belasting optreedt. Bij slepen over niet bestrate wegen bestaat altijd het gevaar, dat de bevestigingsdelen aan de carrosserie overbelast en zodoende beschadigd worden. De bestuurder van de trekkende wagen moet bij het wegrijden en schakelon bijzonder soepe l koppelen. In dit geval hebben de VW-Automatic-bestuurders het gemakkelijkor: de koppelom vormer tussen motor en versnellingsbak draagt veel ertoe bij, dat zonder scllokken wegge reden en gekoppeld kan worden. * De bestuurder van de getrokken wagon 111001 erop letlen, dat de kabel steeds strak staat. De sleepkabel moet elastisch zijn, opdat de slepende en de getrokken wilDon worden ge spaard. Uit synthetische garens vervaardigde sleepkabels zjin bijzonder olll!lli:;<.:Il.
• Verdere aanwijzingen voor slepen en gesleept worden met de VW-Automatic vlnlll " "II 1>1/. 28.
Bij de VW 1200 zijn de bumpersteunen niet voor slepen geschikt. Hiol Will rli rill 1
46
Benzine en smeermiddelen Benzine Uw Volkswagen rijdt op aile normaal verkrijgbare, gerenommeerde 1111111" 'II I" 11111110, die het voor de motor benodigde octaangetal bezillon: 1,5 liter-motor: octaangetal 91 1,2 en 1,3 liter-motor: octaangollli II/
Soort en merk van de benzine kunt u zonder meer zelf bepalen. Als 01 !1"'"1 Iltllllinio benzine van voldoende klopvastheid tel' beschikklno staat, is het gewenst superbenzine te gebruiken of aan de inhoud von (ill 111111\ I",) 10 voegen.
Motorolie Gebruik voor de motor van uw Volkswagen altijd een HD-olie voor bonzlrlliltllJIOIOI1 van een gerenommeerd merk aan zou kunnen voldoen. Het is het besle, WIllll It '''I II roods bij kwaliteit, dat de keuze van een bepaald merk aan uzelf kan wordon OVlilll,,11I11l11. De VW motor stelt, wat de kwaliteit van de olie betreft, geen eisen waar niol IOellllO olio van een gerennommeerd merk aan zou kunnen voldoen. Het is het beste, W(llllllllll II reeds bij de eerste olieverversing bij 1000 km "uw" oliemerk bepaalt en - omdnt e111 :1lltoorlcchnisch gezien het gunstigste is - hierbij zoveel mogelijk blijft. Aan de andoro killtl 1'0011 u niet bang te zijn voor beschadigingen aan uw motor, als het bij het olicvol vornlJlt of bljvullen niet kan worden vermeden, dat een ander als het door u gewenste 011011101'1< WOI ell gebruikt.
Temperatuurbereik van enkele SAE-klassen Algemeen geldig!
O-II~
30-, ._ SAE -I -80\ Aileen voor 20w120 20- 1 koude landen!
I
Om de verschillende viscositeitsklassen aan te geven, worden de oliOn mol SI\E 30, SAE 20 W/20 enz. aangeduid. Onder viscositeit verstaat men de graad van vlooliJaorheid. De VW-motor heeft slechts 2 viscositeitsklassen nodig, die afhankelijk van hot innrgctijde als voigt worden gekozen: SAE30 SAE 20W/20 of SAE 10W' SAE5W'
In het warme jaargetijde en het gehele jaar in z.g. "warrno lanclon" In de winter
0c _ oF'
-lr-60 10SAE 30
In gebieden waar overwegend winterse temperaturen ondor -'15° C heersen Aileen in landen met polair klimaat bij temperaturen ondor -25 0 C,
• Vermijd lange ritlen bij hoge snelheden, als de buitentemperatur bij gebruik vnn Sill: '10 W hoger dan ()O C, resp. blj gebruik van SAE 5 W hoger dan -150 C ligl.
Aile SAE-klassen bestrijken een temperatuurgebied van ongeveer 35° C. De aangrenzende SAE-klassen overlappen elkaar minstens 20° C. Er hoeft dus niet op korta tamperatuur schommelingen tijdens de overgang van het warme jaargetijde naar de winter te worden gelet. Het is eveneens toegestaan om olien van verschillende viscositeitsklassen met elkaar te vermengen, als tussen twee olieverversingen de olie moet worden bijgevuld en de buiten temperatuur niet meer met de viscositeitsklasse van de zich In de motor bevindende olie correspondeert.
47
In sommige landen is het gebrulkelijk de motorolie volgens het z.g. API-systeem (API = Ame
rican Petroleum Institute) in te delen. Volgens deze indeling hebben de voor de VW-motor
geschikte HD-olien de aanduiding "For Service MS".
Versnelllngsbakolie
Versnellingsbak en differentieel zijn gecombineerd in het versnellingsbakhuis ondergebracht
en worden samen met dezelfdo hypo'id-olie van een gerenommeerd merk van de viscositeits
klasse SAE 90 gesmeerd.
Aileen in landen met polair klimaat moet het gehele jaar de dunner vloeibare hypo'id-olie
SAE 80 worden gebruikt.
ATF (Automatic Transmission Fluid)
ATF is een speciaal vaal' oillomalische versnellingsbakken bestemd smeermiddel, dat in het
algemeen het gehele jailr wordl oebruikt.
Voor de Volkswagen mol VW-Automatic zijn aile ATF-soorten toegestaan, die een Dexron
controleaanduiding, bijvoorl)()old Dexron® Nr. B 10100, hebben. Geschikte producten leve
ren aile bekende minernliiollollllllo's,
Aanvullende smeermidollon vnn welke soort dan ook - mogen noch aan de benzine, noch
aan de smeerolien worcl()n loo(loVQogd!
Smeervetten
1 Voor het doorsmoroll vnll !lo voarns wordt universeelvet op IIthiumbasis gebruikt.
2 Voor dekselslotoll (III (IlllvllrllllOn van slotvangers kan het beste het in de handel ver krijgbare vaseline WI>ldl/ll 111/111)1I10n. 3 De polen en Rnnnlllllld'"I1111111 vnn do occu worden met poolvet of vaseline ingesmeerd.
48
Juist smeren
Motor De olie moet ook bij hoi O"hlllll( van HD-olie van de beste merken 111\ ti" vouiooschreven afstanden worden vorvOI:ll, 1i/1I11 afgewerkte olie in de motor alleon (II Olflll) ~Iijlage en kortere levensduur belakOIl\. De oude olie wordt in bedrijfswarme toe stand, nadat· eerst de aftapplug uit hel oliezeefdeksel is gedraaid, afgetapt. Spoelen van de motor is overbodig, wei moet de oliezeef bij iedere olieverversing worden gedemonteerd en schoongemaakt. De be ide pakkingen en de afdichtringen onder de dop moeren moeten elke keer worden vernieuwd. Daarna wordt de motor met 2,5 liter HD-olie van een gerenommeerd merk gevuld. De reinigende eigenschappen van HD-olien brengen overigens met zich mee, dat de nieuwe olie reeds na betrekkelijk korte tijd donkerder van kleur kan worden. Dit is echter in het geheel niet verontrustend: onder nor male omstandigheden is het overbodig en oneconomisch de .olie vaker dan elke 5.000 km te verversen. Ais u in de winter overwegend korte afstanden en in stadsver keer rijdt, raden wij u aan de olie na kortere afstanden - elke 2.500 km - te verversen. Rijdt u onder deze omstandigheden slechts enkeJe honderden kilometers per maand, dan verdient het aanbeveling de olie iedere 6 tot 8 weken te laten verversen. In landen met polair klimaat, dus bij temperaturen vanaf -25 0 C. moet de olie elke 1.250 km worden ververst. 49
Versnellingsbak en VW-Automatic Versnellingsbak en differentieel zijn gecom bineerd in het versnellingsbakhuis onder gebracht en worden samen met dezelfde hypo"id-olie gesmeerd. De olie moet tot aan de rand van de vulopening (A) staan. Voor het olieverversen wordt de olie in bedrijfswarme toestand afgetapt. De magne
tische olieaftappluggen, twee stuks bij de versnellingsbak (8) en een bij de VW-Auto matic (e), moeten zorgvuldig worden schoon gemaakt. Daarna wordt het huis met 2,5 liter - bij de VW-Automatic 3 liter - hypo"id-olie gevuld. De olie kan er onder bepaalde omstan digheden zeer langzaam invloeien. Een te snel vullen leidt tot overlopen, waardoor de
indruk wordt gewekt, dat de vereiste hoeveel heid reeds is bereikt, hoewel in werkelijkheid pas 1-1,5 liter olie aanwezig is. Voor de levensduur en het geruisloos draaien van de achteras is het beslist noodzakelijk, dat de voorgeschreven hoeveelheid precies wordt aangehouden. Wagens met VW-Automatic hebben tevens Automatic een ATF-voorraadstank (ATF Transmission Fluid), die voor het op peil houden van het ATF-circuit in de koppelom vormer dient. De vulopening bevindt zich rechts in de motorruimte en de vuldop (D) is van een oliepeilstok voorzien.
=
De ATF-vulling van het koppelomvormercir cuit wordt niet ververst. Het ATF-peil moet altijd tussen de beide merkstrepen op de peilstok liggen en mag nooit beneden de onderste streep zakken. Zonodig laat u bij uw VW-werkplaats ATF bijvullen. Voor het bijvullen aileen door de fabriek toegestane ATF-soorten gebruiken!
50
01'1
Vooras De vooras kan aileen In onbelaste toestand, dus met vrljhangendo wlolon, good worden doorgesmeerd. Aan de draagbuizen bevinden zich 4 smeernippels, die met universoolvol OJ! Iltliiumbasis moeten worden doorgesmeerd. De smeernippels en de kop van de volnpilil good schoon maken. Vestpuit erop plaatsen en zo lang doorsmeren tot bij de dichlrillouli Will de draag armen nieuw vet naar buiten komt. Banden en remslangen mogen niet lang met vet en olie in aanraking komen. Ook kleine hoeveelheden direct met een doekwegvegen. Rijdt u minder dan 10.000 km per jaar, dan raden wij u aan de vooras jaarlijks eenmaal te laten doorsmeren.
51
L
Sioten en scharnieren
Oliebadluchtfilter
In de portierscharnieren bevindt sich boven de scharnierpen een kleine oliekamer, die met een plastic plug is algesloten. Min stens elke 3 maanden moet de olievoor raad worden gecontroleerd. Daartoe de plug met een schroevedraaier eruit wippen. De oliekamer wordt, indien nodig, met dik vloeibare motorolie SAE 30 gevuld. Aldrui pende oliemet een doek opvangen, plug erin drukken en scharnier zorgvuldig afvegen. Tegelijkertijd moeten oak de portier- en dekselsloten en dekselscharnieren worden gesmeerd. Het portierslot wordt door een gat in de slotstijl van het portier - dat met een plug is afgesloten - met 0011 paar druppels olie gesmeerd. Oak do (tok~olscharnieren worden met olie, de dek:301~lolon daarente gen met wat vaselino, gOOllloord.
Een vervuild filter vermindert niet aileen het motorvermogen, maar kan ook voortijdige slijtage van de motor tot gevolg hebben. Indien de wagen vaak op stoffige wegen rijdt, ruoet het filter vaker - soms zelfs da gelijks - worden gecontroleerd.
Overtollige olie bij wegvegen.
cIa
dol
De slotcilinder wordt, InrJlOIl 110dlg, met gra lietpoeder behandeld. Hall:) roods voldoende de vooral in gralielpoo(Jor nodoople sleutel enige keren in het 8101. Iwon on weer te draaien. De glijvlakl
52
Aile stofdeeltjes in de door de motor aan gezogen lucht worden door het zich in het bovenstuk bevindende filter vastgehouden en onder het rijden door de in het onderstuk aanwezige olie uitgespoeld. In de loop van de tijd onstaat hierdoor op de bodem van het onderstuk een sliblaag. Zodra boven deze sliblaag nog 4 - 5 mm dunvloeibare olie staat, moet het onderstuk schoongemaakt en met schone olie worden gevuld. Hiertoe het luchtfilter in de op de volgende bladzijde aangegeven volgorde uitbouwen.
VW 1500
VW 1300 en VW 1200
Carterontluchtingsslang - A - van luchtfilter trekken.
Carterontluchtingsslanfj Villi IlIdllf11101' trekken. . Warmeluchtslang van 1I1111/1I11I1l1I1: trekken.
Klem - B - aan warmeluchtslang losmaken en slang van aanzuigbuis trekken. Klemmetje - C - van kabel aan warmelucht regelklep eraf nemen en kabeloog afhaken. Bevestigingsschroef - D - van buitenkabel losdraaien en buitenkabel eruit trekken. Bout - E - van luchtfiltersteun eruit draaien. Klembout van luchtfilter losdraaien en lucht filter van carburateur nemen.
Klemmen openen en bovenstuk eraf nemen. Het bovenstuk moet altijel 11,"1 "'ll filler naar beneden worden weggelegd! Onderstuk van filter zorgvuldig schoonmaken en tot het merkteken mOl VUltl0 olie vullen. Inhoud: 1,5 liter-motor ca. 0,4 liter, 1,2 en 1,3 liter-motor ca. 0,25 liter. Vi:1(;O:1110It I10t gehele jaar: SAE 30. Aileen in landen met polair klimaat het gehele jaar 8M: 10 W gobruiken. Het schoonmaken van het bovenstuk is niet nodig. Aileen als het filter, clo()l to Innl schoon maken van het onderstuk of door oliegebrek, zo sterk vervuild is dal do hlt:I1t(lolon aan de onderkant reeds gedeeltelijk dicht zitten, moet deze stofkorst - hel bo:)lo 1I10l oen hout spaantje - worden verwijderd. Controler voor het inbouwen van het luchtfilter de warmeluchtregelklop op !)nI19baarheid. Terwijl bij de VW 1200 en 1300 deze klep bij zomerse temperaturen bovoll I 10°C wordt vastgeklemd, regelt hij bij temperaturen lager dan + 10° C - afhankolljk von het motor toerental - de toevoer van voorverwarmde lucht naar de carburateur. Gi] do VW 1500 wordt de klep thermostatisch geregeld. Bij het inbouwen van het luchtfilter erop letten, dat de aanzuigbuis evol1wijdig met het ventilatorhuis loopt - dan kan bij de VW 1500 ook de bout van do luchlfillersteun er gemakkelijk worden ingezet. Klembout van luchtfilter zorgvuldig, maar niet te vast, aandraaien. Bij de VW 1500 kabel van warmluchtregelklep weer aansluiten. Daartoe moet eerst buitenkabel tot de aanslag in de houder geschoven en met het schroefje vastgeklemd worden. Het kabeloog wordt aan de hefboom van de warmeluchtregelklep gehaakt en met het klemmetje bevestigd. 53
Technische gegevens Motor viercilinder 4-tact boxermotor achter in de wagen luchtkoeling door ventilator, thermostatisch geregeld drukomloopsmering door tandwielpomp oliekoeler mechanische benzinepomp valstroomcarburateur met automatische choke en acceleratiepomp oliebadluchtfilter met warmeluchttoevoer, bij de VW 1500 thermostatisch gerogeld.
boring slag cilinderinhoud compressieverhouding maximum vermogen
(DIN) (SAE)
maximum koppel
(DIN) (SAE)
gemiddelde zuigersnelheid benzineverbruik (DIN 70030)' benzine olieverbruik klepspeling, gemeten bij koude motor
1,5 liter-motor
1,3 liter-motor
1,2 liter-motor
83 mm 69 mm 1493 cm 3 7,5 44 pk bij 4000 omw/min 53 pk bij 4200 . 10,2 mkg bij 2000 omw/min 10,8 mkg bij 2600 omw/min 9,2 m/sec bij 4000 omw/mill ca. 8,8 liter/100 km 0,5 tot 1,0 liter/1000 kill 91 octaan (res. F 1) in- en uitlaatklep 0,10 mill
77 mm 69 mm 1285 cm 3 7,3 '10 pk bij 4000 omw/min 50 pk bij 4600 omw/min B,O rnkg bij 2000 omw/min D,S mkg bij 2600 omw/min 0,::> m/sec bij 4000 omw/min ca. 8,5 Iiter/100 km 07 oclaan (res. F 1) 1l,;3 101 1,0 Iiter/1000 km III on uillaatklep 0,10 mm
77 mm 64 mm 1192 cm 3 7,0 34 pk bij 3600 omw/min 41,5 pk bij 3900 omw/min 8,4 mkg bij 2000 omw/min 9,0 mkg bij 2400 omw/min 7,68 m/sec bij 3600 omw/min ca. 7,5 liter/100 km 87 octaan (res. F 1) 0,3 tot 1,0 liter/1000 km in- en uitlaatklep 0,10 mm
• Gemeten verbruik verhoogd met 10 %, wagen me! halve toelaatbare belastinfl
,>1,
1I"lIlidolljvUII(IO % van de maximum snelheid op vlakke wegen en windstilte.
Krachtoverbrenging enkelvoudige droge plaatkoppeling vrije slag koppelingspedaal: 10-20 mm volledig gesynchroniseerde vierversnellingsbak, samen met hoi dlllOr 01111001 III Mn hul:, ondergebracht, pendelassen overbrengingsverhoudingen versnellingsbak: 1e versnelling 3,00: I: ?o v(Hllnnlllno ::>,06: 1; 3e versnelling 1,26: 1; 4e versnelling 0,89:1; achteruit 3,61:1 overbrengingsverhouding achterwielaandrijving: bij 1,5 liter-1110lo1 'I, I ::>~ : 1; Ill) I,:J lJII 1,3 IItor-motor 4,375 : 1 54
1 landwielenpaar van 4e versnelling 2 tandwielenpaar van 3e versnelling 3 tandwielenpaar van 2e versnelling 4 voorste heltl prise-as 5 omkeertandwiel 6 achterste helll prise-as 7 druklager 8 binnenschakelslang 9 ":'
2
8
9
3
4
5
6
7
15
16
17
18
10
11
12
10
13
14
28
29
30
1:1 1'1
H,
dllforontleelhuis IIrtl"lIlot vll"lf wl OI
1'1
I~III )([13
II
v""llIfltor
III
j'lllllltrntour
111
IIYlll1l1iO
:'11 :'1
lillllldO,kop
'1'1
1101,1110
;':1 :"\
rll r oOlllvordeler
:'11
IJfJll/lnopomp
:'11
,d'"vlllpljp met
31 32 33 34 35 36 37 -
'"'lInr
1I11111,001or
t
10
27 28 29 30
bougie nokkenas oliezeef aandrijllandwielen van nokkenas oliepomp klep warmtewisselaer cilinder oliedrukregelventiel drijfstang thermostaal
11I1IHontluchting
::>0
21
22
23
24
18
32
33
34
35
30
29
25
36
26
20
21
37
27
33 55
~
Chassis chassis met tunnelvormige middenverstijving, vooras aan chassiskop, motor/versnellingsbak-aggregaat aan chassisvork bevestigd, onafhan
kelijke wielophanging: voor draagarmen, achter pendelassen met langsgeleiding torsiestaafvering, dubbelwerkende telescopische schok
brekers, voor stabilisator, achter compensatieveer,
rol-wormstuurinrichting met oderhoudsvrije spoorstangen en hydrau lische stuurdemper, hydraulische voetrem, bij de VW 1300 en VW 1500
met tweekrings remsysteem en bij de VW 1500 tevens v66r met schijfremmen uitgevoerd . mechanische hand rem op de achterwielen
wielbasis 2400 mm draaicirkel ca. 11 mm spoorbreedte voor met trornmelremmen: 1310 mm 1316 mm met schijlremmen: toespoor 2 tol 4,5 mm, leeg wielvlucht 30'·j 20', leeg spoorbreedte achter 1350 mm velgen 4 J X 15 (schijfwielen met gaten en diepe velg) nonnalo banden of radiaalbanden' banden (tubeless) (tubeless) 5.60 IS 4 PR 155 SR 15 bandespanning voor achter voer achter met 1 2 personen 1,1 nlill. 1,7 atm. 1,3 atm. 1,9 atm. 1,2,11111. 1,8 atm. 1,3 atm. 1,9 atm. met 3 a 5 personen Bij 11111[10 snelle ritten over autowegen moet de bandespanning van nOllllllio I)llnden veor en achter met 0,2 atm. worden verhoogd. Do 1)(III(ior1ponningen in deze tabel gelden voor koude banden .
a
Elektrische installatie
• meeruitvaering ap verzaek
bedrijfsspanning accu startmetor gelijkstroom dynamo met spanningsregelaar stroomverdeler ontstekingsvolgordo afstelling ontstekinQ~' tijdstip contactpuntenafSlnnll bougies bougiedraad elektrodenalstnllcl
56
l?vOIl
:JOnll OJ pl( IIHIX, ~\O
6volt 66Ah 0,5 pk inschakelend, VW 1200: 45 ampere
Olllllllcilukrogeling
1I1111
I
VW1200: VW1200: VW'1200: fllllr>oro, vroeg
II
I,:'"
:1 v("')f
?
hOI h.d.p.
0,11111111
Ih,ndl Will:, I 1
Seru 145/14 (if (I11lljkwllllI(IIf!O I>ougies van ander fabrikaat 111 111111
0,7 111111
Afmetingen en gewichten longle LJroodle hooglo LJodornvriJheid IOOn(lOwlcl11 (bedrljfoklnor) 100lnnU)Oro bolostlng loolonll1nur 10lJoigowlcill 1001.'11111).'110 voorosbolootlllO lool/lIll1l/II'O nr.hlornf\holnntlng
Toelaatbare dak- en aanhang wagengewichten *
(111111'0111'1111'(1 .. 1IIl1dlllllllwll\JOIl 11101 IUlll Illlnllllll(lwll!IOIl /011(101' IOI!1 CllIIIVllllil "f II1111IJllll\JWIIOOIlS voor hel vervoer Vllll holt", of /woofvlio{1lolgen - met rem
limousine
cabriolet
VW 1200
4030 1550 1500 150 820 380 1200 490 730
4030 1550 1500 150 870 360 1230 500 740
4070 1550 1500 150 760 380 1140 490 710
mm mm mm mm kg kg kg kg kg
mm mm mm mlJ1 kg kg kg kg kg
-
mm mm mm mm kg kg kg kg kg
50 kg 500 kg 400 kg
500 kg 400 kg
50 kg 500 kg 400 kg
650 kg
650 kg
650 kg
tHulell Vlltlll"lIl1l1HI Villi ovollllleel andersluidende wettelijke bepalingen . •. "11",," 111'1,,/1 11111111 11/1'1 IIIOlillon in de goot gebruiken. Lading gelijkmatig verdelen.
Inhoud
lIun/lll11II11111 Cllllol' 1c!11\llllil 11",1 VOltlilolllngsbak 1\lll1l11CJlI ollt,llI'c llt/(;lllllllc,1' l'ollO'lI J1 lJtllUllnllkjo
Rijprestaties
40 liter 2,5 liter 3,0 liter (verversen: 2,5 liter) 0,25 liter ca. 0,25 liter, bij 1,5 liter-motor ca. 0,4 liter ca. 1 liter (3,0 atm. luchtdruk) 1,5 liter-motor
III1IXlcllll111 011 kl ul:)onolheid nccoloratlo von 0 00 km/u klllllvonllogon 10 vornnolling vOl'snolling 30 vorsnelling 40 vcrsnelling
125 kmlu ca. 13 sec.
1,3 liter-motor 120 kmlu ca. 14 sec.
1,2 liter-motor 115 kmlu ca. 18 sec.
limousine cabriolet
46%
45%
24% 13% 8%
23% 13% 8%
44.0% 23,0% 12,5% 8,0%
41 % 21 % 12% 7% 57
Technische gegevens van de "VW-Automatic", in zoverre deze van de gegevens van de VW-modellen met normale versnellingsbak afwijken:
Motor
Krachtoverbrenging
benzineverbruik volgens DIN 70030· .
VW 1500-limousine en vierpersoons cabriolet
ontstekingstijdstip .
0 0 = b.d.p.
.
9,3 liter/100 km
.
hydrodynamische koppelomvormer met drieversnellingsbak, samen . met het differentieel in ean huis ondergebracht. overbrengingsverhoudingen vorsnellings mechanisme: snelheidsbereik L - 2,06 : 1 snelheidsbereik 1 - 1,26 : 1 overbrenging pignon/kroonwiol - 4.37'5 : 1 achteras met dubbele homo-klnolische kop pelingen
snelheidsbereik 2 - 0,89 : 1 achteruit - 3,07 : 1
Chassis
achterwielen onafhankolijk opuol1ungen aan veerplaten en schuine reactiearmen
Inhoud
koppelomvormercircuil
ca. 3,6 liter ATF (Automatic Transmission Fluid) aileen volgens fabrieksspecificatie 3 liter hypo'id-olie
versnellingsbak en difforOlltlool
VW 1500-limousine en vierpersoons cabriolet
Prestaties
max. snelheid . acceleratie 0 - 80 klll/UIl!' klimvermogen
120 km/uur ca. 15 sec. VW 1500 limousine cabriolet
snelheidsbereik snelheidsberoik snelheidsberoil< ?
• Gernelell verbruik verhoogd met 10 'I"~ wagen met halve toelaalbnro 1>,,1111111"(1 1)11 Ilolllkl>lljvorHlo
58
38% 23% 16%
:if,
36% 22% 15%
vnll do maximum snelheid op vlakke wegen en windslilte.
Trefwoordenlijst Aanhangwagen
I,
Ilull liP'''''' II 1111111
22
Gewiehten
Aanvullende smoorrniddelen _
1111
'-11'11''''111,111
16
Gereedsehapslijst
Accelereren - good on verkeerd
:",
t 1'1lj.'"lvllIl,.,j.1
Accessoires
:'11
11"'1'11,
Accu -
tdlllllllWllI1
algemeno nonwijzingen voor
1IIIIhllllll.,llllf'llnll(1
het ondorhoud
il!.
I Illlltlilllltlll
onderhoud in de winter
31
!
Achteras -
technischo gegevens
20
Achterlicht -
Achterruitverwarming
40 13
Achterruitrijlamp -
43
lampje vervangen
Achteru itkij kspiegels
15 13
Achteruitversnelli ng Afmetingen
57
Asbakjes
16
Automatic
26
Autoradio
14 8
Autoriemen
40
d 1111111111 1111\1\11
Imperiaal
5'1
Inrijvoorsehriften
25 12
Iyl''' v,,,IIII,,, '"I
35
Knipperlieht -
56
Knipperliehtsehakelaar .
6
Koeling van de motor .
1,"1' "1""""1
1)11
:Jluilen
1,1'1'-11 11",,11""111 smeren ( 41i1IIVlili (.11111111111'1111
(,1",·,,11
IliJilLillllvllI!) 111111111111/
"'ld"oIl
COlllllol,III"III,I,,-
56
besehrijving
Instru mentenverl iehting
1,,,1' ""d,,,III,"!101l .
UIIII
Handrem -
19 9
portier
21 34 34 57 54
(~I!lllll .11,1
('/11111
Grendelknop -
1111
!Jil
Achterbank - ruglouning lampjo vervangen
57 40 40/56
57
.
Kentekenlicht Kleppen -
Klimvermogen .
31
Kofferruimten
54 56
Koplampen
12/22
43 54 57 43 12 54
lampje vervangen
speling .
Koppeling
lampje vervangen
18/19/20 - afstellen
41
- lampje vervangen _
42
- bouwwijze
54 54 37
- vrije slag pedaal
34 40 22
Dok:\ol:i1ol Dill1llllJII ,
12
Lampentabel
Benzinemeter
12
Door:lllodtJl'JI,tJIIII'(I
55
Liehtsehakelaar - bediening
12
Benzinesoort
47
DynalllO .
56
Liehtsignaal
12
Bekleding schoonmaken Benzinefilter schoonmaken Benzinetankklep -
Benzinetank -
treklus
inhoud .
22
reserve
12 54 54
l3enzinetoevoer l3enzineverbruik .
57
001\11111"-0111"1
Ililldlllllilulljo
Krik
Luehtfilter Eeonorni:lcli
I ijrlon
Frisselueilitoovoor
- bediening_
18
25 17
42
- eontroleren en sehoonmaken
Maximum snelheid .
23/52
57 59
54 54 6 55 54 47 - specificatie . 47 - verversen in de winter 30
Maximum vermogen Motor
- bouwwijze - nummer - doorsnedetekening - technische gegevens - soorten
Motorolie
- verversen en hoeveelheid . Oliepeil
49 50 23 23 54 49 56 56
- versneflingsbak
- motor Oliepeilstok Olieverbruik Oliezeef in de motor Ontstekingstijdstip Ontstekingsvolgorde Overbrengingsverhouding - versnellingsbak - achteras
54 54 33 9 31 52 35
Polijsten van de lak . Porlieren
RII(II)1flllngei;:-____ .
--..-
Ilollllllon
OU
.
.
.
.
.
.
---";._-.--~--.::.
'" bediening
//,
9 13
Remmen
- beschrijving - controleren
Reservewiel Rijden 's winters. Rugleuningvergrende'ling Ruiten schoonmaken Ruitesproeiers Ruitewissers Ruitrubbers onderhouden . Schakelen Schokbrekers - bouwwij70 - bediening Schuifdak Slepen Sleutel Smeren Sneeuwkettingen . Snelheidsmeter Spoorbreedte . Starten van de motor Startmotor Stoelen Stoplicht
- vor!)lolloll - golol(lUlIIII:l 11l110ron -Inlllpill VtIlVIIII{IOn .
- cOlllrol!l/OIi Stroomverdelor Stuur-contactslol . Stuurinrichting - hOllwwlj/Q Techn ischc <J0Qovons
56 22 19/37 30 7/20 34 12/19 12 35 13 56 15 48 7 49 30 12 56 24 56 7 35 43 22 56 13 56 54
6
Typeplaatje . Ventilatieruitje Ventilatorriem - spannen of vervangen Verchroomde onderdelen - onderhouden Vering Verlichting Versnellingsbak - beschrijving . - doorsnedetekening Versnellingsbakolie - verversen en hoeveelheid Versnellingsbereiken Versneflingshendel Verwarming Viekken verwijderen Voetrem Voordeksel
- beschrijving . - trekhendeltje
9 39 34 56 12 54 55 50 25 13 16 34 56 18
Wielvlucht
13 32 33 56 56 35 37 56
Zekeringen - vervangen Zekeringendoos Zonnekleppen .
44 15
Waarschuwingslicht . Wagen - onderhoud Wassen van de wagen Wielbasis Wielen
- velgmaat - onbalans - verwisselen
44