Z
g
AUG
Z0lt C \/f2 b,^.c/€-í w-t S
t><-h.scL
Inspectie van het Onderwijs Ministerie v an 0nderwíjs, Cultuur en Wetenschap
> Retouradres Postbus 88 5000 AB Tilburg Locatiê Tilburg
OPTIMUS stichting katholiek, protestants-christelijk en
interconfessioneel primair onderwijs Postbus 315
5430 AH CUIJK
Spoorlaan 420 Postbus 88 5000 AB Tilburg www.onderwijsinspectie. nl
Contact
r
F
(088) 669 63 79 (088) 669 60 s0
tilburg @owinsp. nl
Onze referentie 4382847 / L4V
U
/48348/CM
Bijlage(n) definitief rapport van het
Datum 28 augustus 2014 Betreft aanbieding definitief rapport stelselonderzoek 2013-2014
stelselonderzoek 2Ot3- 20
Geacht bestuur, Hierbij ontvangt u het definitieve rapport van het stelselonderzoek op Speciale School voor Basisonderwijs Het Baken op 14 april 2014 voor het Onderwijsverslag 2OI3-2O14. De inspectie gaat ervan uit dat u de betreffende school en de medezeggenschapsraad direct op de hoogte stelt van dit rapport. Het conceptrapport is naar aanleiding van de reactie van de school aangepast. In mijn e-mail aan de directie d.d. 15 juli 2014 heb ik mijn reactie verdertoegelicht.
Vier werkweken na de dagtekening van deze brief wordt het rapport van het onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag 2013-2014 openbaar gemaakt. Mocht u het niet eens zijn met het definitieve rapport, dan kunt u binnen deze vier werkweken uw zienswijze schriftelijk aan de inspectie kenbaar maken. Uw zienswijze wordt dan als extra hoofdstuk aan het rapport toegevoegd. Met vriendelijke groet,
ED4|AO726/2
Pagina 1 van
1
t4
Inspectie van het Onderwijs Ministerie van ?nderwíjs, Cultuur en Wetenschap
RAPPORT VAN BEVINDINGEN STELSELONDERZOEK
20L3-20L4 Speciale School voor Basisonderwijs Het Baken
Plaats
Oss
BRIN nummer
14VUlC1
Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
273646 14 april 2014
28 augustus 2014
INHOUDSOPGAVE 1
2 3
INLEIDING BEVINDINGEN.... coNcLUSIE. BI]I.AGEIOORDELEN
....5 ........7 .......13 .....15
Pagina 3 van 17
1
INLEIDING Op 14 april 2014 heeft de inspectie Speciale School voor Basisonderwijs Het Baken bezocht in het kader van een landelijk stelselonderzoek naar de staat van het primair onderwijs in Nederland. Het doel van dit onderzoek is het verzamelen van informatie over een aantal indicatoren, waarover de inspectie rapporteert in het Onderwijsverslag 2OL3-2O14. Deze indicatoren hebben betrekking op de opbrengsten, het onderwijsleerproces, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettel ij ke voorschriften, waa ronder de ond erwij stijd. Bijlage 1 bij dit rapport bevat een overzicht van de indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. De bevindingen uit het stelselonderzoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse.
Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: . Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie. . Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan. . Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. . Onderzoek en analyse van jaardocumenten en andere documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.
.
Schoolbezoek,waarbij:
" " . .
schooldocumenten,handelingsplannenengroepsplannenzijn bestudeerd; in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen L/2, 3, 4/5, 6,7, 8', gesprekken met de directie, de intern begeleiders en met leraren zijn gevoerd; een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek is gevoerd.
Pagina 5 van 17
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader polvo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.ondenrvijsinspectie. nl.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op Speciale School voor Basisonderwijs Het Baken naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruiKe indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Pagina 6 van 17
2
BEVIN DI NGEN Algemeen beeld Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat op Speciale School voor Basisonderwijs Het Baken de kwaliteit van het onderwijs op een groot aantal onderzochte indicatoren op orde is. Enkele indicatoren in het onderwijsleerproces, zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg zijn verbeterpunten.
Toelichting De inspectie van het onderwijs is op dit moment nog niet in staat om op basis van de uitstroomgegevens/eindresultaten te beoordelen of de leeropbrengsten op schoolniveau overeenstemmen met de mogelijkheden van de leerlingenpopulatie. Zij geeft dan ook nu nog geen oordeel over de resultaten van de school. Wel heeft zij op basis van de eindresultaten van de schoolverlaters zich een beeld gevormd van deze opbrengsten. De onderstaande uitspraken moeten echter met de nodige voorzichtigheid bekeken worden, omdat een onderzoek naar de normen voor opbrengsten in het speciaal basisonderwijs nog niet afgerond is. De eindopbrengsten van 2O12, 2013 en 2014 lijken van voldoende niveau. Voor begrijpend lezen en rekenen en wiskunde alsook het technisch lezen dat gericht is op teksten (AVI) lijken de resultaten op het niveau te liggen met wat gemiddeld genomen verwacht kan worden van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie qua cognitieve capaciteiten. Voldoende resultaten op het technisch lezen van losse woorden (DMT) lijken niet behaald te zijn in de afgelopen drie jaren. De tegenvallende (lage) resultaten bij het technisch lezen van losse woorden schrijft de school toe aan de leerlingkenmerken en aan het onvoldoende oefenen van het technisch leesaanbod. Om die reden heeft de school het race-lezen ingevoerd en verlengt ze de leestijd. Deze maatregelen maken deel uit van het taalleesbeleid om de leesopbrengsten te verhogen. De kwaliteit van het primaire proces is van voldoende niveau (aanbod, tijd, pedagogisch en didactisch handelen, afstemming, sociale veiligheid, actief burgerschap). Toch vraagt de kwaliteit van het (eigentijds) didactisch handelen
van leraren nog om een (extra) kwaliteitsslag. Dit betreft het onderwijzen in denk- en leerstrategieën, het geven van feedback en het toepassen van verschillende werkvormen, De wijze waarop de school zorg en begeleiding inhoud geeft, draagt eveneens bij aan de kwaliteit van het primaire proces. Dit geldt ook voor de kwaliteit van de ontwikkelingsperspectieven die als voldoende is beoordeeld.
Pagina 7 van 17
Daar tegenover staan enkele indicatoren die nog verbetering behoeven. Dit betreft het aanbod (2.4), de analyse (7.2 en 8.2), de evaluatie van de opbrengsten (9.2) en de evaluatie van het het onderwijsleerproces (9.3). Sinds de directiewisseling in het schooljaar 2Ol3-2O14 heeft SBO Het Baken nieuwe impulsen gegeven aan de schoolontwikkeling. SBO Het Baken ressorteert nu onder een nieuw bevoegd gezag. Het huidig management heeft een nieuwe koers uitgezet in haar Koersplan. Volgens de mening van de leraren wordt deze koers door hen gedragen en voelen ze zich daarbij voldoende ondersteund door de schoolleiding.
Het management en de leraren geven aan trots te zijn dat zij samen, vanuit een grote betrokkenheid en motivatie, de verbeteropdrachten oppakken en neerzetten in een korte tijd.
Het onderwijs in de groepen Hoewel het voor de leerlingen mogelijk is zich de kerndoelen tot en met groep acht eigen te maken, staan de kerndoelen bij begrijpend lezen onder druk. Dit laatste komt mede, doordat er onder leraren geen eenduidige lijn is in het aanbieden van de begrijpend leesstof. Een verbeterpunt betreft indicator 2.4. Een speciale school voor basisonderwijs kent weliswaar geen leerlingen waar aan een leerlingengewicht is toegekend,
maar de school geeft aan dat een substantieel deel van hun leerlingen een taalachterstand heeft. Toch blijft het structureel realiseren van de woordenschatontwikkeling en de spreek- en luistervaardigheid achter bij de overige domeinen van de Nederlandse taal. Ook de inrichting van een taalrijke (speel)leeromgeving kan nog aan kwaliteit winnen. Zo'n taalrijke omgeving kenmerkt zich namelijk door ruimtes, dusdanig ingericht, dat leerlingen uitgedaagd worden om taal te gebruiken en tegelijkertijd ondersteund worden bij het taalgebruik. Verder dient de school een grote(re) plaats in te ruimen voor het expliciet aanleren van woordkennis, woordrelaties en woordleerstrategieën. Een substantiële plaats in het taalprogramma voor spreek- en luistervaardigheid betekent verder dat mondeling onderwijs een in de onderwijsactiviteiten herkenbare plaats inneemt, met als kenmerk dat leerlingen veel spreekruimte krijgen. En dat gebeurt nog niet structureel schoolbreed in de groepen van SBO Het Baken. Het is nog vooral de leraar die het meest aan het woord is.
Pagina 8 van 17
In de groepen is de kwaliteit van het didactisch handelen over het algemeen voldoende van niveau. De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de lessen efficiënt en houden de leerlingen voldoende bij de taak betrokken. De structuur in de onderwijsactiviteiten is dan ook in hoge mate aangetroffen. Er is zodoende rust en orde in de groepen. De leraren kunnen de leerlingen nog wel actiever betrekken bij het onderwijs door onder andere meer variatie te bieden in de werkvormen. luist daar waar leerlingen minder beschikken over een actieve leerhouding (uit zichzelf), kunnen leraren zich meer inspannen om de leerlingen actiever te betrekken bij hun eigen denk- en leerproces. De school besteedt ook veel aandacht aan het pedagogisch handelen. Zo weten leerlingen aan welke (gedrags) afspraken ze moeten houden en benaderen de leraren ze respectvol, ook wanneer leerlingen zich daar niet aan (kunnen) houden. Het hebben van een veilig schoolklimaat staat hoog in het vaandel van SBO Het Baken. Zij hanteren een tweejaarlijkse vragenlijst om inzicht te krijgen in de veiligheidsbeleving van het personeel en de leerlingen. Er is ook een veiligheidsplan met procedures om incidenten te voorkomen en af te handelen. De school registreert de incidenten, zowel op fysiek gebied als op de sociale veiligheid. De leraren stemmen hun pedagogisch en didactisch handelen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen af. Het ontwikkelingsperspectief en het individueel plan nemen daar een centrale plek in. In het groepsplan stellen de leraren de leerinhouden en de verwerkingsopdrachten vast voor de individuele en de subgroepjes leerlingen. Ook blijkt dat de school de onderwijstijd zo nodig verlengt. Het afstemmen van de instructie blijft echter nog een verbeterpunt (6.2). Het werken met niveaugroepen en het verlengen van de instructietijd alleen biedt op zich geen enkele garantie voor de afgestemde instructie. Voor een adequaat instructiegedrag is er meer voor nodig. Zo ondersteunt de analyse (7.2) de beslissing of een aanvullende aanpak nodig is. Het doel van deze leerhulp is het voorkomen dat leerlingen uitvallen of verder achterstand oplopen. De leraren controleren weliswaar of leerlingen de leerstof beheersen, maar te vaak blijken zij (aantoonbaar en schoolbreed) de toetsgegevens niet te analyseren op de consequenties voor hun instructiegedrag. Er zijn hierover geen concrete afspraken gemaaK. Dit kan mede verklaren waarom de leraren geen structurele (individuele en groeps)analyses van de methode gebonden toetsen hebben kunnen aantonen in hun (groeps)administratie. De kwaliteit van het volgen en vervolgens analyseren
Pagina 9 van 17
ten behoeve van het didactisch handelen kan om die redenen nog verbeterd worden (7.2). Ook het geven van inhoudelijke feedback (in de richting van de zone van de naaste ontwikkeling) is een verbeterpunt. Feedback ondersteunt het leer- en ontwikkelingsproces van de leerlingen. Voorwaarde is wel dat de leraren over eigentijdse didactische inzichten beschikken. De feedback richt zich nu in hoofdzaak op het resultaat van de opdracht of op het antwoord. Voor het volgen van de brede ontwikkeling van het jonge (risico) kind (7.1) heeft de school onlangs een gestandaardiseerd instrumentarium ingevoerd. De stad is gemaakt. De school zal het systematisch volgen van de ontwikkeling van leerlingen aan de hand van dit observatie-instrumentarium nog verder dienen uit te werken, zowel in het schoolbeleid als in de praktijk. De school biedt leerlingen die het nodig hebben extra zorg. De leraren en de
intern begeleiding signaleren reeds vroegtijdig of en welke leerlingen extra zorg nodig hebben. De leraren voeren de zorg planmatig uit, zoals blijkt uit de aanwezige (geëvalueerde) zorgdocumenten, de lesobservaties en de toelichting daarop. Er Ís een cyclus van drie besprekingen. Zo bespreekt de school, in een grote groepsbespreking, twee keer per jaar (na de niet-gebonden
toetsenperiode), de resultaten van de toetsen en bekijken de teamleden de individuele ontwikkeling van de leerlingen. Afspraken die daaruit voortkomen legt de school vast. Daarnaast lopen de leraren samen met de intern begeleider een aantal zaken na in de kleine groepsbespreking: de groepsplannen, de methode gebonden toetsen, de analyses van de toetsen, de zorgniveaus en de leerlingenkenmerken. Deze laatste onderdelen stelt de school twee keer per schooljaar bij. De school evalueert dan ook in voldoende mate de effecten van de zorg. De dagplanning kan echter nog een grotere sleutelrol vervullen, als het gaat om de gerealiseerde leerhulp en wat dat vervolgens voor consequenties heeft voor het (korte termijn) handelen. Om de leerhulp te optimaliseren streeft de school er naar om leraren didactisch verder te professionaliseren. De school wil zodoende bereiken, dat de leraren de leerstof en hun handelen concreter laten aansluiten bij de leerdoelen uit de gekozen leerlijn (plannend aanbod) in plaats van het behandelen van de leerstof als doel te stellen (volgend aanbod). Het binnenkort ingevoerd leerlingvolgsysteem voor het sbo geeft de leraren straks meer mogelijkheden, zo is de mening van de school.
Pagina 10 van 17
Een verbeterpunt betreft het bepalen van de aard van het probleem, wanneer de
doelstellingen uit het ontwikkelingsperspectief en het groepsplan niet worden behaald. Uit de globale probleemstelling en de toelichting daarop is niet altijd op te maken wat de achterliggende oorzaak is van de achterstand of verder gaande achteruitgang (8.2).
Kwaliteitszorg De kwaliteit van vier van de zes onderzochte indicatoren is gerealiseerd. De school licht haar documenten ten behoeve van de kwaliteitszorg helder toe en toont aan dat zij de specifieke onderwijsbehoeften van haar leerlingen kent en wat dat vervolgens voor de school betekent. De inspectie waardeert de indicator (9.1) in hoge mate. De beleidsconsequenties komen onder andere tot uiting in de verbeteractiviteiten en het overbruggingsplan. Het huidige overbruggingsplan, als onderdeel van het schoolplan, loopt van 2014 tot augustus 2015. De schoolleiding en het bevoegd gezag stellen vervolgens het nieuwe schoolplan op, zodat de schoolplanperiode van SBO Het Baken aansluit bij de overige scholen van Optimus. De verbeterpunten liggen op het terrein van het valide en cyclisch evalueren van de indicatoren 9.2 (resultaten) en het onderwijsleerproces (9.3). De'katern opbrengsten'is een eerste aanzet en bevat nu vooral nog de procedures. De kwaliteitsbevindingen en de beleidsconsequenties die uit de verschillende evaluaties voortvloeien, kan de school op dit moment nog niet aantonen. Wel reflecteren het management en de werkgroepen de voortgang van de schoof ontwikkeling met de teamleden, de ouders en het bevoegd gezag. De school schenK voldoende aandacht aan mogelijke risico's in de sociale context van de school en de opvattingen en uitingen van leerlingen op het terrein van actief burgerschap en sociale integratie. Wel wijst de inspectie er op dat de evaluatie van de resultaten van het onderwijs in burgerschap verdere uitwerking behoeft.
Pagina 11 van L7
3
CONCLUSIE Kwaliteit De inspectie concludeert dat de ondenvijskwaliteit op SBO Het Baken op een aantal van de onderzochte onderdelen verbeterd kan worden. De inspectie handhaaft het reeds toegekende basisarrangement. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eersWolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast.
Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
Pagina 13 van 17
BIJLAGE 1 OORDELEN In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader polvo 2OL2 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1.
slecht
2.
onvoldoende
3.
voldoende
4.
goed
5.
niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ia' of 'nee'.
1.1*
(SBO) De resultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie
mag worden verwacht,
2,1*
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
2,2*
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
2,3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan,
2.4*
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een
taalachterstand.
Pagina 15 van 17
Leerstofaanbod
2.6
I
2
3
burgerschap en sociale integratie met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenlevinq.
a
Titd
3.1
I
4.5 4.6
2
1
3
en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
a
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
a
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.
a
I
2
3
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
o
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer,
a
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
o
1
2
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen,
3
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen,
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen,
a
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
o
Begeleldlng
7.L*
4
1
2
3
4
De school gebruikt een samenhangend systeem van
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang
in de ontwikkeling van de leerlingen,
7.3*
4
a
genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
7.2
4
I
6.2
6,4
4
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen
AÍstemmlng
6.1
3 a
Didactlsch handelen
5.1* 5.2* 5.3x
2
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwUstijd.
Schoolkllmaat
4.4
4
De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief
(SBO) De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast.
a
a
a
Pagina 16 van 17
7.4*
(SBO) De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzen.
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
8,3* 8.4
De school voert de zorg planmatig uit,
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
a
leerlingenpopulatie.
9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9,7
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
a
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
a
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
a
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
a
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
a
De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving,
o
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO). Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b,
wPo). Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 Vm 8 (aÉikel 8,lid 7 onder b,
wPo).
Pagina 17 van 17