't Knottekistje Contactorgaan van de familie Knot(t)nerus nr 6 - december 1998
Voorwoord Het nieuwe familie contactorgaan, inmiddels de zesde in successie, ligt weer voor u. Het bestuur heeft ermee ingestemd dat ook dit nummer in brede familiekring verspreid wordt, ondanks de kosten, die hier onlosmakelijk aan verbonden zijn. Het bestuur vertrouwt er echter op dat de geadresseerden ƒ 5,- zullen overmaken aan de penningmeester. Mocht u er echter geen prijs meer op stellen 't Knottenkistje te ontvangen, wilt u dit dan vooral even doorgeven aan het secretariaat (adressen en rekeningnummer vindt u op de laatste pagina). Bij het verschijnen van dit nummer wil ik een ogenblik stilstaan bij het overlijden van Albert Herman (Ab) Knottnerus uit Breda, op 25 januari jl. Ab was één van de initiatiefnemers van de allereerste reünie, ik meen te Amersfoort, in 19... Hij voelde zich ten nauwste betrokken bij het familieleven in brede kring, ook door de eeuwen heen. Het tot stand komen van de Stichting familie Knottnerus werd door hem dan ook gestimuleerd en later van harte toegejuicht. Ab onderhield veel familiebanden en zal dan ook door velen gemist worden. De laatste reünie (in Hattem) was weer een gezellig en onderhoudend familietreffen. Een verslag hierover vindt u in dit nummer van de hand van Riep uit Amsterdam. Ook heeft Riep op zich genomen de inhoud van de archiefstukken, die in zijn bezit waren en die hij in bewaring gaf bij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag, te bespreken en zijn 'opsporingen' te publiceren. Hij begint in dit nummer, gedegen als hij is, met een opsomming van de bronnen, die hij heeft aangeboord. Voor de geïnteresseerden zeker van veel belang. De 'gewone' lezer mag uitzien naar de volgende editie van 't Knottenkistje, waar door Riep wat meer 'hapklare brokken' zullen worden opgediend. In een bijdrage van George uit Soest treft u een overzicht aan van de verschillende ambachten en beroepen, waarmee onze familieleden alzo aan de kost kwamen. Persoonlijke ontmoetingen zijn het meest essentieel bij een familie bijeenkomst. De kennismakings-ontmoeting van Riep en Jotie Riphaagen in Hattem resulteerde er b.v. in dat Jotie geïnspireerd werd tot het schrijven van een artikel in deze uitgave over haar oom, de heer P. G. F. T. Fehmers, die zich indertijd verdienstelijk maakte voor onze familie door het inventariseren van het door Riep gevormde (familie)-archief. 1
Nico (Zeist) heeft dit keer geen bijzonderheden betreffende de Genealogie te melden, maar heeft alleen het dringende verzoek om hem op de hoogte te blijven houden van alle mutaties in gezins en/of familiekring, zodat deze verwerkt kunnen worden in het boekwerk met alle stamboomgegevens. Het financiële overzicht, door onze penningmeester op schrift gesteld, mag zeker ook niet aan uw aandacht ontsnappen. Met de aanmoedigende wens, dat in de volgende uitgave van ons familieblad ook bijdragen uit de familiale lezerskring opgenomen kunnen worden (dat moet toch mogelijk zijn met een oplage van 150 exemplaren?) wens ik u tot slot Goede feestdagen toe. Het bestuur hoopt van harte dat het laatste jaar van deze 20e eeuw voor u allen en ook voor onze stichting in meer dan één opzicht van bijzondere betekenis zal zijn. Titia
Enkele indrukken van de familiereünie op 9 mei jl. te Hattem. Een stralende dag, een sfeervol onderkomen in een historisch stadje en familieleden met een warm kloppend hart om je heen. Deze 'ingrediënten' zorgden ervoor dat de familiereünie 1998 in het Nederlands Bakkerij Museum als bijzonder geslaagd mag worden beschouwd. De verzorging door mevr. De jong en de demonstratie door de ambachtelijke bakker uit Neede maakten indruk, alsook de reuze krakeling bij het kopje koffie tijdens de ontvangst. De 45 deelnemers waren van heinde (zeg maar Son) en verre (denk maar aan Delfzijl) gekomen, mede om zich op de hoogte te laten brengen van de symboliek van de bijzondere broodvormen, die de jaren door in bepaalde streken (landen) bij speciale gelegenheden werden gebakken. De jongere generatie was zeer hoopvol aanwezig. Aan wie anders moet de banier doorgegeven worden? Er waren uiteraard ook ouderen, de 'sterken', zelfs één der zeer 'sterken', Dirk j. C. uit Groningen, die enkele dagen tevoren zijn 80e verjaardag vierde. Met een enkel woord werd stilgestaan bij het overlijden op 25 januari jl. van Ab uit Breda. Hij was één van de initiatiefnemers van de eerste familie-reünie en was daarna een trouwe deelnemer aan de daarop volgende familie-bijeenkomsten. Zelfs op de laatste reünie in 1995 in Appingedam was Ab nog present, ondanks zijn toenemende immobiliteit. 2
Ook de namen van hen, die sinds de laatste reünie ons zijn voorgegaan, werden genoemd. Bericht van verhindering kwam o.a. van Anna Hendrina Maria (of wel Anneke) uit Vries, de oudere zuster van Ab. Anneke, we misten je! Vóór de lunch wordt ons over het ontstaan en de ontwikkeling van dit Bakkerij Museum verteld, waarna een heerlijke broodmaaltijd ons wacht. Tijdens de lunch heeft een bestuurswisseling plaats. George uit Soest treedt terug en ziet zijn bestuursplaats ingenomen door Hans uit Son, die met instemmend applaus als zodanig wordt begroet. Een waardevolle gebeurtenis voor mij is de ontmoeting met Jotie Riphaagen, 'onze' archivaris, vooral ook door onze herinneringen aan Zutphen en aan haar oom en tante Fehmers te Leiden. Jotie wordt eveneens aan ieder voorgesteld en ontvouwt haar visies voor de toekomst en vertelt wat zij inmiddels aan archiefwerk heeft verzet (o.a. de aanzet tot een inventarisatie van het archief van Co BlomhertKnottnerus). Nico uit Zeist houdt ons op de hoogte van de actuele genealogische gegevens en dringt aan op het bijhouden in brede kring van dit bestand door het inzenden van mutaties. De volgende reünie wordt over twee-en-een-half jaar gepland. Met het maken van de traditionele groepsfoto wordt deze reünie afgerond. Om ca. 16.00 uur nemen we afscheid van elkaar om blij en dankbaar het wallenkeurslijf van Hattem te verlaten en de snelweg op te zoeken. Riep (van Jan George) uit Amsterdam
Ambt, ambacht en beroep Bladerend door de Genealogie van ons geslacht kom je leuke dingen tegen. De beroepen en ambachten bijvoorbeeld. We weten dat veel predikanten onze stamboom kenmerken. Vanaf eind zestiende eeuw tot nu hebben elke generatie veel predikers op de kansel gestaan. Vaak ging het ambt van vader op zoon op kleinzoon over. Het familiewapen heeft een Bijbels tintje met de duif die een olijftak in haar snavel draagt. Wellicht zit er in het wapen een verwijzing naar het verhaal van Noach die na de zondvloed vanuit zijn ark een duif op onderzoek uitzond. Helaas in de huidige tijd van storm en regen een nog actueel thema. Je kunt er ook 3
het symbool in zien van de witte duif als brenger van vrede. Hoe het ook zij, de geestelijke wortels van de stamboom zijn duidelijk. Ook komen er in de genealogie van oudsher veel kooplieden voor en een enkele advocaat. Ze duiken op in de achttiende en negentiende eeuw in noord Duitsland. Opvallend is dat de genen hebben gezorgd voor voortzetting van de ambten, zowel in de tijd als over de wereld. We zien dat in de twintigste eeuw Adolph Meinhard Knottnerus (nr 382, Genealogie van het geslacht Knottnerus) zendingsdirector was. Diens dochter Catharina Wolthera (416) schopte het tot 'Minister United Church of Canada'. Vergelijkbaar jean Catherine Knottnerus (1110) die missionaris werd te Grand Rapids V.S. John William 91070) werd 'attorney' te Salt Lake City en Don Evan (1130) manager van een atoom-kerncentrale! Er zitten meer opvallende beroepen tussen. Zoals lid Raad van bestuur Amro bank, Hendrik Johannes (515). En rentmeester Stichting Oranje Nassau's Oord, Leendert Nicolaas Johannes (556). Otto Samuel (1136) was president-directeur van de Ned. Ind. Gas Mij en Sieto Robert (26) bracht het tot burgemeester te Scheemda en lid van de Eerste Kamer. Cornelius Samuel (6) werd o.a. voorzitter van het Landbouwschap. Ook de ludieke beroepen vinden we terug, zoals Johann Friedrich (669), die brouwer was te Groothusen, begin achttiende eeuw. Hier zien we weer dat de opvolging is verzekerd in de moderne tijd. Carl Otto (1074) is in de V.S. namelijk 'draught beer manager'. Hermann Philipp August Knottnerus Meyer (1 719) was kunstschilder en beeldhouwer te Berlijn in de vorige eeuw. Hier vielen de appels ver van de stam. Vader Bernhard (1694) van deze kunstenaar was immers boekhouder. Maar zijn broer Theodor Christian Bernhard (1 720) werd directeur van de dierentuin te Rome. De meest unieke van allemaal vind ik toch nummer 385, Cornelis Titiaan. Geboren 11-11-1909, trok naar Kaapstad, waar hij zich vestigde als walvisvaarder! Welke verhalen had hij ons niet kunnen vertellen? Ondanks uitschieters kunnen we toch wel zeggen dat er twee wortels uitspringen. Zoals gezegd die van het geestelijk ambt. maar ook die van de landbouw. Talloze Knotten en verwanten zochten hun heil als grote of kleine boer, vooral in het noorden van ons land. Maar ook ver buiten onze grenzen in Noord-Amerika en Zuid-Afrika bijvoorbeeld, dat vind ik wel mooi, die twee lijnen, geest en aarde. Een geslacht van geestelijken, maar wel met beide poten in de klein. Het had slechter gekund. George, Soest 4
Oom Piet Fehmers Bij het ordenen van de paperassen van Co Blomhert-Knottnerus dook tot mijn verrassing zo nu en dan het handschrift van mijn oom Piet op. Oom Piet was getrouwd met Johanna Boer Knottnerus, de oudste zuster van mijn moeder. Omdat er nog een tante Jo in de familie was, spraken wij thuis altijd van 'tante Jo van oom Piet'. Hun hele huwelijksleven hebben tante jo en oom Piet in één en hetzelfde huis aan de Warmon-derweg in Leiden gewoond, vlak bij Oegstgeest. Voor ons, wonend in het oosten van het land (Coevorden, Zutphen), was het een geliefd logeeradres. Oom Piet was als ingenieur verbonden aan de Leidse licht-fabrieken. Naast zijn werk had hij vele interesses. Zo was hij een hartstochtelijk bergbeklimmer en was hij als gelovig katholiek zeer geïnteresseerd in de oecumene. Dat hij belangstelling had voor de geschiedenis van de familie Knottnerus, had ik wel eens gehoord, maar het fijne wist ik er niet van. Mijn interesse voor de familiegeschiedenis was toen nog niet gewekt. Oom Piets activiteiten dateren uit de jaren dertig tot vijftig. Hij overleed in 1962. Interessant uit het begin van die periode is zijn correspondentie met Wilhelm Itzen, oud-burgemeestervan Weener in Oost-Friesland. Deze was door het huwelijk van een nicht op het spoor gekomen van de familie Knottnerus Meyer. Hij schreef oom Piet in 1939 om inlichtingen, maar moest lang op antwoord wachten. Pas begin 1943 schreef oom Piet terug. Daarna vlotte de correspondentie beter en wisselden zij veel informatie uit, soms ook van persoonlijke aard. Oom Piet schreef al zijn brieven met potlood ter wille van de leesbaarheid van de doorslagen die hij achterhield. Op 16 juli 1944 schreef hij zijn laatste brief aan Itzen, maar halverwege brak hij af. Naderhand schreef hij er boven: "Deze brief ben ik begonnen, maar gezien de omstandigheden geen lust meer gehad de briefwisseling voort te zetten." Het contact werd niet meer hersteld. Itzen overleed kort na de oorlog. Jaren later stuurde oom Piet de brieven van Itzen en zijn eigen doorslagen naar Co Blomhert, die ze in haar archief opborg. Eind jaren veertig kwam oom Piet in contact met Riep Knottnerus uit Amsterdam. In 1948 schreef hij enthousiast aan Co, dat Riep hem vanuit Eger (- Cheb) had geschreven. Hij had daar de archieven kunnen raadplegen. Oom Piet wachtte in spanning op meer berichten. Een vruchtbare uitwisseling tussen Leiden en Amsterdam volgde. En zo komt het, dat 5
je ook in het door Riep gevormde familiearchief - sinds enkele jaren te raadplegen in de studiezaal van het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag - het potloodschrift van oom Piet kunt tegenkomen. Tijdens de reünie in Hattem maakten Riep en ik kennis met elkaar en natuurlijk - hoe kon het anders? - hadden wij het ook over oom Piet Fehmers. Jotie Riphaagen
De financiën van onze stichting [Privacy] Ivo uit Amsterdam Penningmeester
6
Overwegingen bij de inventaris van het door mij gevormde familie archief. Genealogische gegevens worden des te waardevoller naarmate er meer over de bronnen bekend is. Vandaar, om te beginnen (met name voor de geïnteresseerden) een overzicht van de door mij aangeboorde bronnen, om in volgende uitgaven van ons familieblad in te gaan op de feitelijke 'opsporingen'. Ik heb het plan om steeds een gedeelte van het archief, dat ik enkele jaren geleden bij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag deponeerde, te bespreken. Allereerst dus nu de literatuurlijst: 1. Genealogie van het Geslacht Knottnerus, samengesteld door Mr. j. O. Blomhert- Knottnerus (Zeist: recent) (1949?). 2. Aanvullingen (I) 1949 - 1962. 3. De Wapenheraut 2 (1898): De Predikantenfamilie Knottnerus van 1615 - 1897 door D. G. van Epen. De oorspronkelijke gegevens zijn op het Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag. 4. Idem boekje in kleiner formaat ("v. d. S."). 5. Verzeichnisz der "reformierten Prediger Ostfrieslands". Eine Denkschrift durch: H. Garnerus. Aurich: 1872. Afkomstig van de familie Johanne Brons (Ostfriesland). 6. Fotoboekje Passau. (Afkomstig van Henk Duyfjes, fotograaf aldaar). 7. Siegl (Karl), Die Kataloge des Egerer Stadtarchis. Eger: 1900. 8. Sturm (Heribert), Eger: Geschichte einer Reichsstadt. Augsburg: (1951). 9. Sturm (Heribert), Oberpfalz und Egerland. Geislingen / Steige: 1964. 10. Sturm (Heribert), Das Archiv der Stadt Eger: 1936. 10a. Congregatie van de Blinkende Morgenster (Utrecht: 1935). J.G. Knottnerus, e.a. Zie map: j. G. Knottnerus. 11. Knottnerus (A. M.), Ned. Hervormd Diaconessenhuis: 1984 - 5 Augustus 1909. Gedenkschrift. (Arnhem: 1909). 12. Knöttner(-us) (Johann), Theses. (Altdorf: 1602). Riep, Amsterdam Riep, Amsterdam
7
Familie berichten We ontvingen de volgende familie berichten: Geboren: [Privacy]
8
STICHTING FAMILIE KNOTTNERUS [Privacy]