synchroon chroon
NAJAAR
2010 2e JAARGANG
NUMMER 2
Synchroon is het blad van Syndion over mensen met een beperking, hun plaats in onze samenleving, hun dagelijks leven en de begeleiding die daarbij gegeven wordt.
IN BEELD:
Restaurant Metropole
ZONDER LISANNE EEN
ARROGANTE
KWAL
Help, wat moet ik kiezen? “Voor Niels is het vooral leuk”
2 COLOFON Synchroon is een uitgave van Syndion, stichting voor dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap. Het wordt verspreid onder externe relaties, cliënten en medewerkers van Syndion. Voor cliënten met een verstandelijke beperking wordt De Krant gemaakt, een uitgave met eenvoudig taalgebruik. Synchroon verschijnt driemaal per jaar. Het blad bevat informatie over de ontwikkeling in de sector dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap in het algemeen en binnen Syndion in het bijzonder. Synchroon wil bijdragen aan binding, betrokkenheid en draagvlak. Het blad geeft informatie en draagt bij aan opinievorming rondom de onderwerpen die relevant zijn voor de (professionalisering van de) gehandicaptenzorg of de plaats van gehandicapten in de samenleving. De artikelen bevatten niet altijd de mening van Syndion. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten of te weigeren.
Dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap
Syndion Postbus 3012, 4200 EA Gorinchem Tel. (0183) 651150 www.syndion.nl
[email protected] Redactie Aart Bogerd (hoofdredactie) Adrie Beumken Suzanne Doeleman Marry van Dongen Elly Geurts Jos Huibers Anke van der Kind Henriëtte van der Pijl Claudia van Rhijn Mirjam Rinzema (eindredactie) Cees Taal Vormgeving/drukwerkverzorging Fitting Image, Giessenburg Oplage 2800 Foto’s De foto’s komen uit het Syndion-fotoarchief, tenzij anders vermeld
AAN DE LEZER Op de driesprong De zorg kost veel geld, dat hoor je vooral in deze tijd steeds opnieuw. Maar over zorg is veel meer te vertellen. Dat doen in dit nummer van Synchroon onder andere Fred Vahlkamp, die een dochter met een handicap heeft, en mevrouw Besemer, over haar zorg-loopbaan. Andere onderwerpen die aan bod komen: hoe ga je om met cliënten die het internet op willen? Wat kan een jobcoach voor elkaar krijgen? Waarom is het belangrijk voor ouders met een gehandicapt kind om af en toe dankzij een logeergezin de handen even vrij te hebben? Zorg is veel meer dan alleen de kosten! Maar hoe de zorg geregeld en betaald wordt, is wel belangrijk. De voorgangers waaruit Syndion ontstond werden opgericht door ouderverenigingen. Een initiatief van burgers uit de samenleving. Tot 50 jaar geleden was dat heel gewoon. Zelfs het betalen van de kosten was een particuliere zaak. Veel zorg werd met liefdadigheidsgeld betaald. Toen de AWBZ kwam werd het makkelijker, in financiële zin. Maar er kwam ook meer overheidsinvloed. Naast de burger kwam de overheid als tweede partij. Toen er in de negentiger jaren geldgebrek was, verzon men dat de markt het maar op moest lossen. Marktwerking zou zowel de kwaliteit verbeteren als de kosten drukken. Er kwam dus een derde sturing in de zorg: de markt. We staan in Nederland nu op een driesprong. Gaan we verder met het marktdenken? Dan zal de burger, al dan niet verzekerd, zelf z’n zorg moeten regelen. Dure operaties zijn dan niet voor iedereen betaalbaar. Gaan we verder met de overheidsverantwoordelijkheid? Een vooral door de overheid geregelde en betaalde zorg voor ernstig gehandicapten en demente bejaarden ligt dan voor de hand. Of moet de particuliere burger weer met liefdadigheidsgeld zorgen voor degenen die buiten de boot vallen? Moet Syndion geld gaan zoeken bij particulieren om cliënten die geen indicatie meer krijgen, toch begeleiding te kunnen geven? Ik denk dat zorg misschien wel meer een zaak zou moeten worden van ouders en medewerkers samen. Landelijk zijn er al allerlei ideeën om stichtingen om te vormen tot coöperaties van ouders, medewerkers en andere belanghebbenden. Hebt u hier ideeën over? Laat het ons dan horen. Een vriendelijke groet, Aart Bogerd, directeur-bestuurder (
[email protected])
INHOUD “Zonder Lisanne was ik vast een arrogante kwal” Fred Vahlkamp over zijn leven als vader van een dochter met een handicap
3 4
Bezint eer ge beperkt De kansen en bedreigingen van internet
6
TIP Dichtbundel ‘Gewoon anders’ van Connie Opmeer
7
Achter de schermen De CG-Raad
8
Zorgnieuws
8
Dubbelinterview: Wendy: “Ik blijf werken aan mijn toekomst” Aukje: “De cliënt moet het zelf doen”
10
In beeld Restaurant Metropole
12
Help, wat moet ik kiezen? Nieuw cliëntservicebureau borgt keuzevrijheid van cliënten
14
Geloven in de kracht van mensen
16
Column Zotten en dwazen
18
Cliënt aan het woord “Ik ben Eric met een c en niet met een k”
19
Een leven lang dienstbaar Mevrouw Besemer neemt afscheid van Syndion
20
“Het is goed zo” De zoon van Annie en Mark van der Kamp gaat elke maand logeren
22
Questions? 4 Het interview Ieder nummer van Synchroon bevat een interview met één of meerdere interessante mensen. Deze keer:
Fred Vahlkamp
“ ZONDER LISANNE WAS IK VAST EEN ARROGANTE KWAL”
Door Mirjam de Swart
Zijn is de meest eenvoudige staat van alles en iedereen. Het is de ultieme eigenheid die alle onderscheiden begrippen gemeen hebben, wanneer men abstractie maakt van al hun verdere eigenschappen. Daarom wordt het ook als de ultieme bestaansgrond beschouwd, waarin alles en iedereen verenigd is, in en uit voortkomt. Moeilijke zinnen voor iets wat eigenlijk zo simpel is: gewoon mogen zijn wie je bent, omdat je het waard bent er te zijn. Dit motto lijkt Fred Vahlkamp tot een levenskunst verheven te hebben. Fred Vahlkamp is in het dagelijks leven werkzaam bij een bureau dat zich op innovatieve wijze bezighoudt met werving en selectie én hij is vader van twee prachtige dochters: Elise (12) en Lisanne
(14). Lisanne heeft een meervoudige verstandelijke handicap. Toch heeft dat haar ouders er nooit van weerhouden haar een zo normaal mogelijk leven te laten leiden. “We wilden dat Lisanne ook haar plekje in de samenleving kreeg.” De geboorte van Lisanne en de weg die de familie tot nu toe samen met haar heeft bewandeld leidde tot interessante inzichten. Fred Vahlkamp is iemand die daar iets mee wil doen. Niet werkloos toekijken, maar aan de slag. Een lange weg, met als eindresultaat een indrukwekkende documentaire, een maatschappelijk onderneming en - het belangrijkste van alles - Lisanne mag zijn wie ze is. Ze heeft haar plek in de maatschappij. In dit interview vertelt Fred Vahlkamp over die weg.
Geen vuiltje aan de lucht Net als veel ouders kan Fred het zich nog herinneren als de dag van gisteren: de geboorte van Lisanne. “Het was een prachtig, mooi meisje met schitterende, blonde haren. Zó lang, ze konden echt al geborsteld worden. Het hele ziekenhuis praatte erover. Er leek geen vuiltje aan de lucht. Niet lang daarna gingen we naar huis met een, naar wij dachten, kerngezonde dochter.” Echter, na een maand of zes begonnen zich de eerste ‘barstjes’ te vertonen. Lisanne vertoonde niet het gedrag dat een baby van zes maanden volgens de boeken zou moeten vertonen. “Lisannes’ moeder had veel eerder dan ik door dat er iets niet klopte. De keiharde klap kwam voor mij pas op de eerste verjaardag van Lisanne. Daar waren veel kinderen van haar leeftijd.
Answers! Opeens besefte ik: ‘Dit is niet goed. Er is echt iets aan de hand’.” De medische molen werd snel in gang gezet. Lisanne werd uitgebreid onderzocht om te kijken wat er nu precies met haar aan de hand was. “Na het tweede uitgebreide onderzoek waar ze bijna letterlijk binnenstebuiten werd gekeerd beseften we dat Lisanne meer schade had van deze onderzoeken dan dat wij er baat van hadden. We besloten er een punt achter te zetten. Artsen hebben nooit iets officieel vast kunnen stellen. Een diagnose hebben we nooit gekregen.” Lisanne heeft een achtergebleven motoriek. Verstandelijk zit ze op het niveau van een 3-jarige. Praten kan ze nauwelijks. De woordjes die ze beheerst zijn: papa, mama, ja en nee. “Ze lijkt zich vooral gespecialiseerd te hebben in dat laatste woordje. Dat gaat de hele dag door,” lacht Fred Vahlkamp. Ondanks de ontwikkeling van Lisanne wilden haar ouders toch dat zij op een zo normaal mogelijke manier zou opgroeien. Ook Lisanne verdiende een plek in de maatschappij. “We wilden niet dat Lisanne herinnerd zou worden als ‘dat meisje dat elke dag met het busje werd opgehaald’,” omschrijft haar moeder het typerend. Naar school Lisanne ging dan ook elke woensdag naar een reguliere peuterspeelzaal en later naar groep 1 van de Driemaster, een ‘gewone’ basisschool in Hardinxveld-Giessendam. “Vanaf het begin beseften we dat Lisanne niet mee zou kunnen in het normale lesprogramma, maar de school heeft het perfect opgepakt. Ze hebben een leerzame bijdrage geleverd aan de loopbaan van Lisanne. Maar het is niet alleen goed geweest voor Lisanne. Het heeft ook lerend effect gehad op de anderen in haar omgeving.” Lisanne ging tot en met groep acht elke woensdag naar De Driemaster. Op de andere dagen bezocht zij De Kleine Wereld, een school voor speciaal onderwijs, in Gorinchem. In groep acht besloot Fred Vahlkamp een documentaire te maken over zijn dochter, die
ondanks haar meervoudige handicap toch een reguliere school bezocht. Dit resulteerde in een ontroerende korte film. “Een mooi puur, maar vooral ook realistisch plaatje.” SamenBEleving “Na het maken van deze documentaire besefte ik dat ik meer wilde doen. Dat heeft me gebracht tot de maatschappelijke onderneming waar ik me nu mee bezig houd: De SamenBEleving. Zonder Lisanne was ik vast een arrogante kwal geworden. Als zakenman ben je geneigd te veel naar prestaties en verdiensten te kijken. Lisanne heeft me met beide benen op de grond gezet.”
De SamenBEleving moet een ontmoetingsplek zijn. Een plek waar iets in beweging gezet kan worden, zonder dat vooraf vast staat waar die beweging toe leidt. “Het kan dus echt van alles zijn. De ruimte kan gebruikt worden voor boeiende lezingen, gewoon om mensen te ontmoeten, een praatje te maken, maar ook als expositieruimte of een plek om een cursus te geven. Alles kan, zolang het maar een maatschappelijk belang heeft en het niet winstgevend is. Ik wil de Gorcumer (en de mensen daarbuiten) een plek geven waar ze zichzelf kunnen zijn, een plek waar ze dingen kunnen laten gebeuren. Dingen waar ze zelf invloed op hebben.”
“ WE WILDEN NIET DAT LISANNE HERINNERD ZOU WORDEN ALS ‘DAT MEISJE DAT ELKE DAG MET HET BUSJE WERD OPGEHAALD’ ” Fred Vahlkamp presenteert op zondag 9 januari ‘De SamenBEleving’ in Theater Peeriscoop aan de Boerenstraat 11B in Gorinchem. Geïnspireerd door zijn dochter Lisanne geeft Fred met een kwinkslag een presentatie over ‘zijn’ als mens en de betekenis daarvan in onze samenleving. De presentatie is een korte inleiding op de documentaire ‘Zijn’. Een korte film over een dag uit het leven van zijn meervoudig beperkte dochter Lisanne binnen het regulier onderwijs. De lezing van Fred maakt deel uit van een serie interessante lezingen, voordrachten, discussies of optredens die op bepaalde zondagen in Peersicoop worden gehouden. De foyer is vanaf 15.00 uur geopend. Fred Vahlkamp spreekt vanaf 16.00 uur. Voor meer informatie over Peeriscoop op Zondag: www.peeriscoop.nl. Zie ook www.desamenbeleving.nl voor meer informatie over Fred Vahlkamp en zijn plannen.
5
Bezint eer ge beperkt
De kansen en bedreigingen van internet
6
Door Adrie Beumken
Internet, het wereldwijde web: er gaat een heel, heel grote wereld voor je open.
In 0,632 seconden heb je op het zoekwoord ‘internet’ maar liefst 17.896.934 hits. Wát een mogelijkheden biedt het web. ������������ ��������������� ������������
������������� �������������� ��������������� ������������
Illustratie: Herman Roozen
Als je het over ‘web’ hebt, kun je het over verschillende dingen hebben: in de wereld van drukkerij is het een grote rol papier die een roterende pers continu voedt. Maar een web is ook een spinnenweb, of meer spiritueel gezien: een web van gedachten en verbeelding. Constante stroom informatie Mooie foto’s, prachtige kleurplaten, geweldige aanbiedingen, leerzame artikelen, educatieve programma’s, gezellige geestverwanten, aantrekkelijke contactadvertenties, bewegende beelden, schaterlach-humor, interessante vragen, boeiende antwoorden, spannende sprookjes, warme vakantiekiekjes, spannende achtervolgingen, romantische kampeerliedjes, panoramische vergezichten en leuke spelletjes. Het gaat maar door. Het is een constante, niet te stoppen stroom beelden en geluiden. Maar niet van alles wat op het internet te vinden is, wordt een mens blij. Voor jezelf is het al een hele opgave om een selectie te maken, dus stel je voor dat je in een positie terecht komt waar
Maar... er zit ook rotzooi tussen.
je anderen ondersteunt in het maken van keuzes en het onderscheid tussen goed en kwaad moet leren (her)kennen. Als ouder moet je bijvoorbeeld je kinderen leren omgaan met al die informatie. Wat is belangrijk, wat bruikbaar, wat is leuk, wat is nuttig? Dit geldt eigenlijk ook als je als begeleider werkt met mensen met een (verstandelijke) beperking. Dan word je soms ook ingeschakeld om iemand te ondersteunen in de vrijetijdsbesteding. Als dat maar goed afloopt... Een volwassen man van 37, die op zijn kamer gaat internetten. Dat klinkt onschuldig; niemand zal daar van schrikken. Maar dat is meteen anders wanneer je het hebt over een man met een verstandelijke beperking die seksueel actief is en die weet hoe hij via het internet bestellingen kan betalen. ‘Als dat maar goed afloopt’, denken nu de meeste lezers. De eerste vraag die je dan kunt stellen is: waarom zou het niet goed aflopen? Je kunt van alles via dat internet: van de aanschaf van een mooi kleurboek of het downloaden van een film of muziek tot het bekijken en misschien opgewonden raken van twee bloteriken die met elkaar aan het stoeien zijn. Is daar zo veel mis mee?
Maar tegelijkertijd leven we in de wereld van 2010. Met fraude, familiemoorden, steekpartijen, corruptie, misbruik, aanslagen. En alles wordt gretig, vaak meerdere keren, vertoond. Uit angst zijn we geneigd tot beschermen, uit voorzorg beperkingen op te leggen. Dat geldt ook voor het internet: door digitale blokkades op te werpen krijgen de mensen die door ons begeleid worden ‘uit voorzorg’ niet eens toegang tot bepaalde ‘informatie’. Die angst regeert, en volgens mij zouden wij dat niet moeten doen. Volgens mij moeten we blijven uitgaan van de kansen die het wereldwijde web ons biedt. Iedereen leert door ervaringen en vallen en opstaan hoort daar ook bij. Kinderen opvoeden, mensen ondersteunen; het blijft een gecompliceerde opgave. Internet biedt kansen en bedreigingen, maar het biedt vooral een heel grote, mooie wereld. Bezint eer ge beperkt! 6 resultaten van circa 108.000 voor veilig internetten (0,30 seconden): www.e-hulp.nl www.ookjij.nl www.ouders.nl www.stichtingkoei.nl www.kennisnet.nl www.williewebwijs.nl
In deze rubriek informatie over een nieuw boek, een leuke activiteit, een informatieve website, een interessante lezing of een spannende ontwikkeling. Dit keer....
HET GROOTSTE GELUK ZIT IN IETS KLEINS
Ze zeggen dat je anders bent. Maar ik zie het niet.
Ik zie alleen de binnenkant. En die zien zij weer niet.
‘Gewoon anders’ is de titel van de eerste gedichtenbundel van Connie Opmeer, geboren in 1969 in Papendrecht. Connie werkt bij Syndion, als begeleidster voor begeleiding en ondersteuning van Kind en Gezin. Haar werk, in de thuissituatie van de kinderen, geeft haar zoveel inspiratie dat er een dichtbundel uit is ontstaan. Ruim 50 gedichten, afwisselend kort en wat langer. Gedichten die ontstaan zijn uit gevoelens van de auteur rondom de liefde voor haar werk, de kinderen en hun ouders, het dagelijks leven. Thema’s die steeds terugkeren: het ‘anders’ zijn, alledaags geluk, de band met dieren, levensvragen. Wat vooral opvalt is de warmte en vreugde die uit het boekje stralen: deze gedichten zijn gemaakt met hart en ziel, door iemand die kan genieten van kleine en grote dingen. Iemand die geniet van het werken met kinderen met een handicap én het schrijven zelf! Dat is ook op de achterflap van het boekje, waar iets over de auteur staat, beschreven: ‘Sinds ze (Connie, red.) dit werk doet, leert ze steeds makkelijker te relativeren en laat ze u lezen dat het grootste geluk in iets kleins zit’.
Liefde voor het werk Je hoort vaak dat mensen die in de zorg werken, dat doen met enorm veel liefde. Ook uit de gedichten in deze bundel spreekt de liefde van de auteur voor haar werk. Dit is mooi verwoord in het gedicht ‘Mijn werk’, waarvan de laatste strofe luidt: ‘Mijn werk maakt het leven zoveel mooier’. Maar ook tussen de regels van de andere gedichten door lees je de betrokkenheid van de auteur bij de kinderen die zij zorg en ondersteuning biedt. Lees de eerste strofe van het gedicht ‘Een ander leven’: Je toet staat scheef, je lacht zo lief, wat gaat er in je om?
Mengeling De bundel bevat een mengeling van poëtische gedichten en een gedichten met een meer beschrijvende stijl. Het gedicht ‘PDD-NOS’ is van het laatste een goed voorbeeld, een voor de rest van de bundel opvallend lang gedicht, waarin wordt verwoord hoe een kind met PDD-NOS vecht tegen het anders zijn, dat niet wil accepteren en hulp niet kan aanvaarden. Ongetwijfeld voor ouders, en misschien ook voor kinderen, heel herkenbaar. Het gedicht dat de intro van dit artikel vormt is een mooi voorbeeld van de meer poëtische stijl, maar ook bijvoorbeeld het korte ‘Altijd een morgen’.
Gewoon anders Tot slot: de titel van het boekje lijkt in eerste instantie niet zo bijzonder: de woordspeling ‘gewoon anders’ wordt wel vaker gebruikt om mensen met een handicap te omschrijven. Toch blijkt uit het gedicht met dezelfde titel dat de auteur hier een originele eigen visie op heeft. Centraal staat de teckel, zo’n mal klein hondje met kleine kromme pootjes en veel te grote oren. Hij is ook op de voorkant van het boekje afgebeeld. Connie Opmeer schrijft: ‘De teckel is geen hond, de teckel is gewoon anders (...) net als jij (...) en anders is waar ik van hou (...)’.
Ik volg vandaag mijn droom voor morgen morgen wordt weer vandaag zo is er iedere keer opnieuw een morgen en blijft mijn droom gestaag
Geïnteresseerd in de dichtbundel ‘Gewoon anders’? Het boekje kost € 12,95. Te bestellen via www.boekscout.nl of stuur een mail naar
[email protected]. ISBN: 9789460896675.
7
ACHTER DE SCHERMEN nieuwtjes Syndion en zorg De rubriek ‘Achter de schermen’ beschrijft een organisatie die aan de zorg gelieerd is.
De CG-Raad De CG-Raad (Chronisch zieken en Gehandicapten Raad) is de koepel van organisaties van mensen met een chronische ziekte of een handicap. De organisatie wil dat iedereen, ook mensen met een handicap of een chronische ziekte, volwaardig kan meedoen aan het maatschappelijk leven. Daarom staat het realiseren van een samenleving waaraan mensen met een chronische aandoening of handicap als volwaardig burger deelnemen - op basis van gelijke rechten, gelijke kansen en gelijke plichten - centraal in de activiteiten. In de visie van de CG-Raad moet onze samenleving zó zijn ingericht, dat iedereen de kans krijgt zijn talenten en mogelijkheden tot hun recht te laten komen. Dat geldt voor werk, inkomen, onderwijs, zorg en gelijke rechten. De CG-Raad vertegenwoordigt ruim 160 landelijke en regionale organisaties. Daardoor is de organisatie een gesprekspartner voor overheden, de politiek, zorgverleners, dienstverleners en het bedrijfsleven. Behalve collectieve belangenbehartiging biedt de CG-Raad ook ondersteuning aan de afzonderlijke leden: de lokale en landelijke patiënten- en belangenorganisaties. Dat doet de organisatie door het geven van informatie (via publicaties en websites), het organiseren van studiebijeenkomsten en het bieden van juridische hulp. De CG-Raad heeft 4 adviesgroepen: specialisten en ervaringdeskundigen van de lid- en aangesloten organisaties. Zij helpen bij de vormgeving van het inhoudelijk beleid op verschillende terreinen, zoals onderwijs, werk en inkomen, mobiliteit en toegankelijkheid en zorg, voorzieningen en welzijn. De CG-Raad telt 60 medewerkers, van wie ruim een kwart zelf een handicap of chronische ziekte heeft. Meer informatie: www.cg-raad.nl
Syndion-ambassadeurs Hoe zorg je er als organisatie voor dat je bekend bent en dat mensen graag bij jouw organisatie willen werken? Syndion heeft vijf Syndion-ambassadeurs. Zij promoten op beurzen en banenmarkten (het werken bij) Syndion. Zij krijgen hiervoor een training van de koepelorganisatie VGN. Komend najaar geven zij presentaties op VMBO- en HAVO-opleidingen in de regio. Alliantie M3 op het web Syndion maakt deel uit van de Alliantie M3; een netwerkorganisatie van dertien kleine en middelgrote organisaties in de gehandicaptenzorg. De alliantie is opgericht om de menselijke maat te mobiliseren (M3) in het werk. Die raakt in de verdrukking door schaalvergroting en bureaucratisering in de zorg. De participanten in M3 delen kennis en ervaring met elkaar en staan samen sterker in de contacten met bijvoorbeeld VGN, Zorgkantoor en het Ministerie van VWS. Alliantie M3 heeft onlangs een eigen website gelanceerd: www.alliantiem3.nl. Geen geld meer voor pgb’s Minister Klink heeft besloten tot het instellen van een wachtlijst, voor mensen die vanuit een PGB (persoonsgebonden budget) zelf zorg willen inkopen. Het geld dat hiervoor gereserveerd was, was op. Veel cliënten (ook van Syndion) kiezen voor (een deel van) de zorg die zij nodig hebben voor een pgb, omdat zij hiermee meer zelf ‘eigen baas’ zijn over de geleverde zorg. Als een pgb niet wordt toegekend, kan de cliënt niet anders dan ‘zorg in natura’ afnemen. Syndion vindt het geen goede zaak dat de cliënt deze keuzevrijheid wordt afgenomen. Wij merken ook dat ouders die dachten voor hun kind een pgb te kunnen
aanvragen, onzeker worden. Wat betekent dit voor de zorg voor hun kind als hij of zij niet meer thuis woont? Het besluit heeft veel stof doen opwaaien. Op dit moment is het de vraag of het besluit zal standhouden. Bouw van De Vijfsprong gestart In Nieuwegein is de bouw van De Vijfsprong feestelijk van start gegaan: woningen voor jongeren met een verstandelijke handicap. Hun ouders, verenigd in Stichting De Vijfsprong, hebben het initiatief tot de bouw ervan genomen. Hun kinderen kunnen straks dichtbij huis, met de benodigde zorg, zelfstandig wonen. De zorg wordt door Syndion geboden. De toekomstige bewoners hielpen zelf enthousiast bij het slaan van de eerste paal. Nu moeten ze nog even geduld hebben: eind 2011 is De Vijfsprong klaar.
9 Stichting Netwerk Rondom Een zorg van veel ouders met een kind met een handicap is: hoe moet het straks met mijn kind als ik er niet meer ben? Als antwoord op deze vraag is de stichting Netwerk Rondom opgericht: een initiatief voor en door ouders van kinderen met een verstandelijke handicap. Deze stichting heeft als doel om kinderen die speciale zorg nodig hebben, op te vangen als hun ouders dat niet meer zelf kunnen. De rol die de ouders hebben wordt geleidelijk overgenomen, zodat de ouders zelf kunnen zien en ervaren op welke wijze dit gebeurt. Dit laat de ouders wennen aan de tijd dat zij zelf de zorg niet meer kunnen bieden en geeft hen gemoedsrust om tegen die tijd de zorg over te kunnen dragen. Uitgebreide informatie over de stichting is te vinden op www.netwerkrondom.nl. De stichting heeft ook een folder ontwikkeld voor ouders: Als u er niet meer
bent. Deze folder is aan te vragen via
[email protected] of via 030-236 37 99.
Organisatieontwikkeling van Syndion Syndion bestaat nu ruim twaalf jaar en is in de loop der jaren behoorlijk gegroeid. De organisatie telt ruim 1500 cliënten en 1250 medewerkers. Ook de regio waarin Syndion actief is, is groter geworden. De groei van de organisatie gaf aanleiding om na te denken over de organisatiestructuur. Met behulp van een organisatiedeskundige heeft Syndion besloten om vanaf 1 januari 2011 het werk op een andere manier te organiseren. Het uitgangspunt vormt de opnieuw geformuleerde visie van Syndion, waarin centraal staat dat het mensen met een handicap het recht hebben om zelf te kunnen kiezen hoe zij willen leven. Het werk wordt zou dicht mogelijk bij de cliënt georganiseerd. De professionaliteit en het vakmanschap van de medewerkers moet ervoor zorgen dat dit in praktijk wordt gebracht. Vanaf 2011 organiseert Syndion het
werk ten behoeve van de cliënten vanuit drie regio’s, onder leiding van drie regiomanagers: Regio Oost (Gelderse gemeenten, Leerdam, Vianen, Nieuwegein, Werkendam, Woudrichem en Aalburg), Regio Midden (Gorinchem en de gemeenten in de Alblasserwaard) en Regio West (Drechtsteden). De sectoren Dagbesteding en Wonen voor mensen met een lichamelijke / verstandelijke handicap gaan op in die regio’s. Vanwege het specifieke karakter van het werk van de sector Ondersteuning en begeleiding van Kind en Gezin wordt deze sector niet meteen in de regiostructuur ondergebracht. De verwachting is dat deze sector over uiterlijk twee jaar ook geïntegreerd zal zijn. De nieuwe structuur heeft tot doel het werk dat nu nog in sectoren geclusterd is, beter op elkaar af te stemmen. De verwachting is dat de cliënten er in de dage-
Zorgen over Prinsjesdag De stijging van de kosten van de AWBZ baart al jaren zorgen. De vorige staatssecretaris wilde de AWBZ al terugbrengen tot zorg aan ernstig en matig gehandicapten en langdurig zieken. In 2009 verloren 70.000 mensen hun AWBZ-recht. Het demissionair kabinet heeft nu weer besloten de uitbreiding van zorg volgend jaar te beperken vanwege overschrijdingen in de afgelopen jaren. De zorgkantoren kunnen dus voor 2011 minder zorg inkopen of moeten goedkopere zorg inkopen. Ook zijn er vanaf juli jl. bijna geen nieuwe PgB’s te krijgen. Het zijn slechte voorboden voor Prinsjesdag. Naast de AWBZ wordt ook bezuinigd op de gemeenten (WMO), zodat ook dat geen oplossing kan brengen.
Syndion en Pameijer schieten autistische jongeren te hulp Zorginstelling Charis in Oud-Beijerland, een tehuis voor acht autistische jongeren, moest op last van de Inspectie voor de Gezondheidszorg sluiten vanwege onvoldoende deskundig personeel. Syndion en Pameijer hebben besloten om gezamenlijk, in het belang van de cliënten, de zorg voor de korte termijn te garanderen. Syndion en Pameijer zorgen voor deskundige begeleiding en alle organisatorische werkzaamheden. De ouders en/of cliënten zullen nadat het huis weer ‘op de rit’ is, zelf een definitieve keuze maken voor een zorgaanbieder. Dat kunnen Syndion of Pameijer zijn, maar ook een andere organisatie. Op deze manier worden de cliënten in ieder geval niet de dupe van sluiting van hun huis. lijkse zorg of niks van merken, of hiervan juist voordeel ondervinden (bijvoorbeeld als zij meerdere diensten van Syndion afnemen). Ook de aanmelding van nieuwe cliënten wordt eenvoudiger, door het samenvoegen van de drie huidige Ingangen (de naam voor het loket waar nieuwe cliënten op dit moment terecht kunnen) tot één nieuw Cliëntservicebureau (zie ook het artikel op pagina 14).
Wendy, beveiliger: “Ik blijf werken aan mijn toekomst”
10
Door Mirjam Rinzema
Wendy Krüter heeft een droombaan, vindt ze zelf. Ze werkt 32 uur per week als beveiliger. Dat doet ze op verschillende plekken: in
winkels en bij organisaties
zoals het UWV of de sociale dienst.
Ze legt uit waarom dit voor haar heel bijzonder is. “Als kind wist ik al wat ik wilde worden: ik wilde later bij de politie werken”, vertelt Wendy. “Maar het zat me bepaald niet mee. Mijn jeugdjaren waren niet gemakkelijk en na een moeilijke persoonlijke periode kwam ik – nu alweer een jaar of 6, 7 geleden - bij Syndion terecht.” Wendy vindt het niet prettig om te praten over wat er ‘aan de hand is’. Ze kijkt veel liever naar wat er allemaal goed gaat en knokt om vooruit te komen in haar leven. Dat ze daarbij begeleiding van Syndion nodig heeft, weet ze en accepteert ze. “Ik ben dankzij die ondersteuning dichter bij mijn droom gekomen, en daar ben ik echt heel blij mee”, licht Wendy toe. Keihard knokken Het was geen gemakkelijke weg die Wendy aflegde. Toen ze een aantal jaren geleden bij de dagbestedingslocatie van Syndion op de Jan Valsterweg begon, werkte ze maar een paar dagdelen. “Inpakwerk, kopiëren en allerlei klusjes. Ik was blij met de afleiding, maar ik was in die tijd ook erg onzeker over wat ik aankon. En tóch begon het na een tijdje te kriebelen. Ik wilde meer, ik wilde heel graag aan het werk, functioneren in de maatschappij. Wég met die uitkering, al wist ik niet goed hoe.” Dat was het moment dat Aukje Smilda in beeld kwam, jobcoach bij Syndion. De eerste stap voor Wendy was: naar buiten. Uit de beschermde omgeving van de Jan Valsterweg de maatschappij in. Samen met enkele andere Syndioncliënten ging ze begeleid werken in een biologische winkel. “Toen ik dat aan bleek te kunnen, durfde ik weer te dromen. En realiseerde ik me dat ik er keihard voor wilde knokken. Ik was er aan toe om verder te gaan”, aldus Wendy. Op zoek De zoektocht begon, samen met jobcoach Aukje. De jeugddroom van het werken bij de politie lag op tafel en samen gingen Wendy en Aukje op zoek naar iets dat daar nauw bij aansloot: de beveiliging. Wendy: “Voor mij was het snel duidelijk: dat was de weg die ik wilde inslaan. Aukje was er wat minder zeker over, maar ze liet mijn wens en mijn gevoel boven haar twijfels gaan. Ik zag echt wel in dat het een pittig
traject zou zijn, dat het beroep van je vraagt dat je stevig in je schoenen moet staan, maar ik wilde er gewoon voor gaan. En uiteindelijk is het Aukje geweest die me daarbij heeft geholpen.” Op de voorlichtingsbijeenkomst van de opleiding zag de directeur meteen dat Wendy écht belangstelling had. In een gesprek met hem en Aukje speelde Wendy open kaart over haar persoonlijke situatie. De uitkomst was dat er een traject op maat werd bedacht. Wendy ging aan de opleiding beginnen, maar tegelijk ook al in de praktijk aan de slag, als stadswacht in Dordrecht. “Een geweldige tijd”, zegt ze daarover. “Ik leerde in korte tijd zo veel: over mezelf, over het werk. In die periode heb ik ontdekt wie ik ben en wat ik wil.” De opleiding was lastig: veel theorie, wetjes en regels, mappen vol met feitjes die je als beveiliger allemaal in je hoofd moet hebben. Het lastigste examen was een waarnemingsexamen, waarbij je na een filmpje van zo’n twee minuten tal van vragen moest beantwoorden. Wendy: “Ik zakte steeds weer. Maar ik heb doorgezet - Aukje heeft me daar trouwens geweldig bij geholpen - en toen ik het uiteindelijk haalde, had ik een 8!” Nu en de toekomst Solliciteren met het diploma op zak was opnieuw niet eenvoudig. Maar Wendy liet zich door een afwijzing niet uit het veld slaan. “Ik wilde in ieder geval niet thuis zitten, dus ik ben stage gaan lopen op het Da Vinci-college. Dat was erg leuk om te doen: afwisselend, veel contacten met leerlingen. En het was de opstap naar mijn huidige, betaalde baan bij een beveiligingsbedrijf.” Eind goed, al goed? Nou, zo zit Wendy niet in elkaar. Wendy: “ik blijf aan mezelf werken. Ik blijf bezig om mezelf te ontwikkelen. Ik weet dat ik op sommige gebieden nog veel kan leren. Mijzelf inleven in mensen die uit een andere cultuur komen bijvoorbeeld. Of leren hoe ik – als intussen ervaren beveiliger – stagiaires kan begeleiden. En... ik blijf dromen en werken aan het realiseren van die dromen. Als ik het echt wil, dan kan ik het bereiken. Dat weet ik nu wel van mezelf.”
Aukje, jobcoach: “Mijn visie: de cliënt moet het zelf doen”
11 Aukje Smilde, bij Syndion werkzaam als jobcoach, geniet zichtbaar van het ‘succesverhaal’ van
Wendy,
zoals ze dat zelf noemt.
“Natuurlijk gaat het niet altijd zo”, vertelt ze.
“Maar Wendy heeft mij wel iets laten zien: de dromen die iemand heeft, zijn een belangrijke motor om iets te kunnen bereiken.
Bij Wendy heeft het zo gewerkt.” Als jobcoach probeer je zo goed mogelijk wensen van cliënten aan te laten sluiten bij hun mogelijkheden, legt Aukje uit. “Het is belangrijk om je heel goed te verdiepen in de persoon met wie je aan de slag gaat. Die eerste fase, de beeldvorming, kan absoluut niet worden overgeslagen. Ik ga natuurlijk met de cliënt praten, maar ook met het netwerk van mensen om de cliënt heen: ouders, een partner, een persoonlijk begeleider, noem maar op. Soms is het zelfs nodig om medische gegevens op te vragen. Dit hele proces gaat natuurlijk in nauw overleg en met goedvinden van de cliënt.” Petje af Tijdens het gesprek blijkt duidelijk dat Aukje en Wendy elkaar goed kennen en aanvoelen. “Al denk je misschien dat het altijd heel gemoedelijk gaat, maar dan zit je er wel naast hoor!” lacht Aukje. “Ik heb ook heel wat keren tegengas moeten geven, er hebben verschillende pittige en confronterende coachingsgesprekken plaatsgevonden. Maar we zijn er altijd uit gekomen.” Wendy’s doorzettingsvermogen heeft veel indruk op Aukje gemaakt. “Toen zij met het plan kwam om de opleiding tot beveiliger te gaan doen, heb ik getwijfeld of dat wel de juiste keus was. Ik bleef Wendy maar bevragen: is het niet te moeilijk, is het niet te zwaar, wordt het geen teleurstelling? Om er zeker van te zijn dat ze wist waar ze ‘ja’ tegen zei. Totdat Wendy
tegen mij zei: ‘Aukje, waar ben jij nou eigenlijk bang voor? Ik wil dit echt doen’. Toen is bij mij de knop omgegaan en zijn we er samen voor gegaan. Het hele traject, stapje voor stapje. Van de ene uitdaging naar de andere: de opleiding, het examen, een stage, een betaalde baan... In zes jaar tijd heb ik Wendy zien groeien naar wat ze nu is. Ik kan daar maar een ding over zeggen: ongelooflijk knap en petje af!” Kapitein en matroos Over de rol van een jobcoach zegt Aukje: “Ik ben er niet om de regie van iemands leven over te nemen. Ik ben er om iemand te helpen ergens te komen, waar hij of zij zelf naartoe wil. Soms ben ik er natuurlijk ook om iemand realistisch te leren kijken naar de mogelijkheden. Maar het is niet aan mij om te zeggen: dit kan niet, dat kan niet. De cliënt moet het zelf doen, daar ben ik van overtuigd. Hij is kapitein op zijn eigen schip, ik ben de matroos. Dat doet recht aan de eigenwaarde van de mensen die ik begeleid; ik zou het niet anders willen. Dit sluit ook mooi aan bij de visie van Syndion: mensen hebben het recht om hun eigen leven te leiden; waar gewenst en nodig geeft Syndion ondersteuning. Het is een mooi, en soms ook ingewikkeld vak. Ik heb toch al in de loop der jaren zo’n 35 tot 40 cliënten begeleid. Zo mooi als bij Wendy gaat het niet altijd, maar toch lukt het vaak om mensen op hun plek te krijgen. Daar doe ik het voor.”
Op de middenpagina’s van Synchroon brengen we steeds een deel van Syndion in beeld. Dit keer: Metropole
IN BEELD
METROPOLE
Restaurant Metropole is gevestigd in een historisch pand vol sfeer, in de binnenstad van Gorinchem. Sinds 2007 is het een prachtige dagbestedingslocatie van Syndion. Bij Metropole werken volwassenen met een handicap, zowel in de bediening als bij het klaarmaken van de bestellingen. Het is een bijzondere werkplek, waar de cliënten de benodigde begeleiding krijgen om op een professionele manier kunnen werken. ’s Zomers is het terras open en kunt u er terecht voor een kopje koffie of thee, heerlijk gebak en een smakelijke lunch. Welkom bij Metropole, Melkpad 5, Gorinchem. Open van dinsdag t/m zaterdag, van 10.00 – 17.00 uur
METROPOLE, EEN BIJZONDER RESTAURANT
Help, wat moet ik kiezen? 14
Nieuw cliëntservicebureau borgt keuzevrijheid van cliënten Door Jos Huibers
Syndion heeft een organisatieontwikkeltraject voor de boeg. Dit traject is ingezet om het werk zoveel mogelijk vanuit de inhoud van de zorg te organiseren.
Met als doel om de visie op ondersteuning van mensen met een beperking, in de praktijk waar te maken. In het ontwikkelingstraject is daarom allereerst de visie van Syndion opnieuw geformuleerd (zie kader). De kern van deze visie is dat mensen met een handicap rechten hebben. Zij hebben het recht te kiezen hoe zij willen leven, het recht om zelf te ontdekken wat voor hen belangrijk is en op welke wijze hun leven kwaliteit heeft. Zij hebben er recht op zich te ontwikkelen in een door hen gewenste richting. Zij hebben er recht op zelf te kiezen, om mens te zijn onder de mensen, betekenisvolle relaties te behouden en aan te gaan. De waarde van de visie wordt bepaald door de mate waarin deze wordt waargemaakt in de praktijk. Kiezen is moeilijk Zelf beschikken, zelf kiezen, zoeken naar oplossingen en mogelijkheden verkennen; het is gemakkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan. Het maken van een goede keuze is vaak ingewikkeld. Je moet een goed beeld hebben van de vele keuzemogelijkheden en de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden kunnen afwegen. En als je dan eenmaal gekozen hebt, dan kan in de praktijk blijken dat het toch anders is dan je had verwacht. Dan moet je op je keuze kunnen terugkomen. Want het maken van een goede keus is wel erg belangrijk, zeker als het gaat om zaken die de kwaliteit van het leven bepalen: waar woon ik en met wie, waar werk ik en wat voor werk doe ik, wat doe ik in mijn vrije tijd. Grenzen aan de keuze Met deze visie maakt Syndion het zichzelf niet gemakkelijk. Als je de cliënt het recht toekent te kiezen, schep je de verwachting dat je met deze keuze ook rekening houdt en er naar handelt. Dat je dan niet kunt zeggen “Fijn dat u gekozen hebt en goed gedaan ook, maar helaas, dat wat u wenst, kunnen wij niet leveren”. Syndion belooft zelfs dat het ‘alle creativiteit zal ge-
bruiken om die ondersteuning te bieden die gewenst en nodig is’. Hiermee roept Syndion het risico over zich af dat de klant verwacht dat elke wens en elke keuze zal worden gevolgd en uitgevoerd. En dat kan niet! Er zijn nu eenmaal grenzen aan de mogelijkheden. Er zijn belangen en beperkingen binnen en buiten de organisatie, die het moeilijk maken om de belofte die deze visie oproept, waar te maken. Zo zijn er bijvoorbeeld de financiën. Elke creatieve oplossing heeft zijn prijs en die mag niet – langdurig - hoger zijn dan het voor de cliënt beschikbare budget. En dit budget wordt buiten de organisatie bepaald. Zo zijn er ook de wet- en regelgeving, procedures, protocollen en overheidsregels. Deze kunnen strijdig zijn met belangen van individuele cliënten. Maar Syndion zal zich hieraan moeten houden om het voortbestaan van de organisatie niet in gevaar te brengen. En er is de wetenschap dat de kwaliteit van de ondersteuning bepaald wordt door hen die de ondersteuning bieden. Niet elke vorm van ondersteuning is door iedereen uit te voeren. Syndion zal zich steeds inspannen de beste begeleiders aan te stellen, op te leiden en te coachen, maar toch kan het gebeuren dat niet die ondersteuning, zorg of begeleiding geboden kan worden, die voor de individuele klant noodzakelijk is. Of dat dit niet mogelijk is op de door de klant gewenste plaats. Eigen keus uit het zicht? Dit alles brengt het risico met zich mee dat de eigen keuze van de cliënt uit het zicht verdwijnt. De leidinggevende van een woonvorm heeft er uit financieel oogpunt belang bij dat alle plaatsen bezet zijn. Hij zal zich inspannen om voor een open plek een nieuwe bewoner te vinden of een bestaande bewoner af te raden te vertrekken en daarbij het belang van de organisatie zwaarder te laten wegen dan het belang van de cliënt. De leidinggevende van een dagbestedingproject heeft geen belang
15
bij de komst van een cliënt die zeer intensieve begeleiding nodig heeft, als de beschikbare begeleiders die niet kunnen bieden. Het is verleidelijk deze cliënt toch maar te verwijzen naar een andere plek, waarvoor hij niet gekozen heeft, maar waar de vereiste begeleiding wel geboden kan worden. Een nieuw cliëntservicebureau Toch heeft Syndion het aangedurfd de visie te formuleren zoals deze nu luidt. Syndion vindt dat mensen met een handicap zelf moeten kunnen kiezen hoe te leven en wil de keuzevrijheid van de cliënt borgen, ook al kennen we de praktische bezwaren. Daarom is besloten tot het inrichten van een nieuw cliëntservicebureau. Dit bureau is de opvolger van de huidige Ingangen en het Centrum voor Loopbaanbegeleiding (CLB). Op dit nieuwe bureau hebben de coaches of consulenten als belangrijkste taak cliënten te ondersteunen bij het kiezen. Het cliëntservicebureau brengt met de cliënt wensen en ondersteuningsvragen in beeld en zoekt naar een passend aanbod. Dit gebeurt natuurlijk voorafgaand aan of bij aanvang van de zorg, maar ook op vaste momenten nadat iemand cliënt van Syndion is geworden of als de cliënt hier om vraagt. De medewerkers van het cliëntservicebureau dienen geen ander belang dan het belang van de klant. Zij laten zich primair leiden door de wensen en behoeften van de cliënt. Zij ondersteunen de client bij de “onderhandeling” met het aanbod. Zij zoeken hierbij steeds naar een balans tussen het borgen van het belang van de cliënt en dat van de organisatie.
De cliënt centraal De medewerkers van het cliëntservicebureau hebben een aantal taken, die alle gekoppeld zijn aan de klant. Zij geven informatie, voeren kennismakingsgesprekken en intakegesprekken en helpen mensen wensen, vragen en verwachtingen te ontdekken en te formuleren. Zij bemiddelen bij het verkrijgen van de passende indicatie. Zij organiseren oriëntatiebezoeken, stages en kennismakingsdagen en ondersteunen de klant van vraag naar aanbod. En elke twee jaar spreken ze de cliënt opnieuw om te toetsen in hoeverre het geboden aanbod nog aansluit bij de vraag. Voorts zorgen zij voor alle noodzakelijke administratieve processen en dragen zij bij aan de inrichting van een basisdossier. De cliëntcoach helpt de cliënt zijn recht te nemen om zelf te kiezen. En dit in het besef dat er grenzen zijn aan wat mogelijk is. Dan zal gekeken moeten worden naar wat wel mogelijk is. De cliëntcoach zorgt ervoor dat hierbij het belang van de cliënt op de voorgrond blijft.
De visie van Syndion Mensen met een handicap hebben het recht om zelf te (kunnen) kiezen, hoe zij willen leven en op welke manier zij zich wel bevinden. Alles wat wij doen is erop gericht om mensen met een handicap te helpen zoeken naar wat voor hen belangrijk is in het leven. Wij gebruiken al onze creativiteit om die ondersteuning te bieden die zij wensen en nodig hebben. Ouders, familie, belangenbehartigers en anderen in het netwerk zijn daarbij nauw betrokken en treden in sommige gevallen op namens de cliënt. We laten ons leiden door twee principes: Mensen met een handicap hebben net als ieder ander eigenschappen, vaardigheden, wensen, dromen en verwachtingen. Zij hebben het recht om zich op hun eigen manier te ontwikkelen, invloed uit te oefenen op zaken die voor hen belangrijk zij en een leven te leiden dat past bij hun mogelijkheden. En Syndion staat voor een samenleving waarin plaats is voor iedereen. Waarin mensen met een handicap mens zijn onder de mensen, betekenisvolle relaties aan kunnen gaan en ruimte ervaren om zichzelf te zijn, ongeacht beperkingen. Wij doen er alles aan om daarvoor kansen te creëren.
16
Geloven in de kracht van mensen Door Marry van Dongen
Empowerment is het proces waardoor mensen meer invloed verwerven op beslissingen en acties die
van invloed zijn op hun leven, gezondheid en welzijn. Empowerment
gelooft in de kracht van mensen en doet een appel op die kracht. De kern van empowerment is het versterken van de capaciteit van mensen om meer zeggenschap te verkrijgen over de eigen situatie en, indien mogelijk, daar verantwoordelijkheid voor te nemen. Empowerment heeft een dubbele betekenis. Het gaat om het sterker worden van het individu, dat kracht en macht verwerft en de eigen invloed vergroot. Maar het gaat ook om de ondersteuning die geboden wordt bij dit proces. De invulling van een empowerment-bevorderend programma is afgestemd op de mogelijkheden van het individu of de groep. Enkele voorbeelden: Voor een immigrante die slecht Nederlands spreekt, is het ’empowerend’ als zij naar een gezelligheidsbijeenkomst in de buurt of naar een cursus Nederlands gaat. Voor een groep astmapatiënten in een belangenvereniging is het ‘empowerend’ als zij leren invloed uit te oefenen op beleidsbeslissingen in de gemeente rondom verkeer en dieseluitstoot. De betekenis van het begrip empowerment is afhankelijk van
de situatie of het levensdomein. Wanneer iemand bijvoorbeeld in een relatie ‘empowered’ is - in de zin dat hij/zij meer zelfvertrouwen heeft ontwikkeld - betekent dit nog niet dat deze persoon ook zelfvertrouwen heeft in andere omstandigheden, bijvoorbeeld in het werk. Twee dimensies Empowerment wordt in twee dimensies onderscheiden: Persoonlijke empowerment of het vermogen om beslissingen te nemen en controle te hebben over het eigen leven en Community-empowerment, het proces waarbij groepen of gemeenschappen meer invloed krijgen op de kwaliteit van leven door middel van sociale en politieke veranderingen. Beide dimensies kennen een driedeling: (zelf)beleving, (kritisch) bewustzijn en gedrag. We schreven het eerder: empowerment gaat over het versterken van de kracht van mensen. Deze kracht ligt op verschillende niveau’s: op individueel niveau, in contacten met anderen en op maatschappelijk niveau.
Morrow en Hawkxhurst (1998) stelden het volgende schema op: Persoonlijke, Interpersoonlijke kracht innerlijke kracht samen met anderen Permissie Zelfrespect, individuele rechten Goedkeuring, Erkenning en (keuze) vrijheden permissie van anderen In staat stellen Persoonlijke hulpbronnen, Hulp en ondersteuning competentie zelfachting van anderen Informatie/inzicht Zelfkennis Verhalen/metaforen delen, de stilte doorbreken
De taal van empowerment Communicatie en bejegening spelen een belangrijke rol bij empowerment. Taalgebruik en een bejegening die empowerment belemmeren, smoren bewustwording en groei en kunnen gevoelens van angst, afwijzing, mislukking of negativiteit oproepen. Een voorbeeld hiervan is: ‘Het zal nooit mogelijk zijn om...’. Met het uitspreken van zo’n zin geef je op voor je ergens aan begonnen bent. Taalgebruik dat empowerment bevordert, schept zelfbewustzijn en groei. Het geeft gevoelens van vertrouwen, vertrouwelijkheid en positiviteit. Bijvoorbeeld:
Sociaal politieke kracht in de maatschappij Volwaardig burgerschap, gelijke rechten, vastgelegd in wetgeving Toegang tot maatschappelijke hulpbronnen Sociale regels begrijpen en ter discussie stellen
‘Stel dat je....’. Dit impliceert mogelijkheden en creativiteit: kansen die open liggen. Gedrag Ook het gedrag is van invloed op het bevorderen of belemmeren van empowerment. Als iemand wordt uitgenodigd en uitgedaagd tot ontmoeting, versterkt dat de ander. Als iemand voor zichzelf grenzen stelt en onderhandelt of ‘nee’ durft te zeggen, versterkt iemand zichzelf. Het omgekeerde bedrag belemmert empowerment: als iemand op basis van vooronder-
Onderstaand schema geeft inzicht in de kenmerken van kracht op de verschillende niveau’s: Kenmerken Persoonlijk Interpersoonlijk en collectief Maatschappelijk-structureel en symbolisch-cultureel Erkenning Zelf-erkenning: gevoel van Erkenning door anderen: Maatschappelijke erkenning: eigenwaarde, zelfvertrouwen zich gehoord en gezien weten wetgeving die sociale uitsluiting en en zelfrespect discriminatie tegengaat, volwaardig burgerschap en het recht op verschil. Kennis/inzicht Zelfinzicht/zelfkennis: bewustzijn Collectieve kennis door het delen Inzicht in maatschappelijke besluitvan verinnerlijkte, maatschappelijke van verhalen ”Eigen stem” vormingsprocessen en de werking van beelden en opvattingen ontwikkelen als groep culturele beelden, waarden en normen Zeggenschap/autonomie (Gevoel van) controle en Responsief handelen Participatie in maatschappelijke zeggenschap over eigen leven Collectieve actie besluitvormingsprocessen Invloed op culturele beelden, waarden en normen Hulp/krachtbronnen Competenties en kwaliteiten Ervaring van en verlangen naar Toegankelijkheid van hulpbronnen (bv. Sterke intuïtie, flexibiliteit, verbondenheid, liefde. en voorzieningen, zoals onderwijs, doorzettingsvermogen, communiSteun en belangenbehartiging arbeid, zorg, catieve vaardigheden, humor). Rolmodellen Kapitaal en informatie Ervaring van zin (levenslust en Bondgenootschappen en vitaliteit). Uitstraling door kleding, netwerken uiterlijk, taalgebruik, stem, Collectieve rituelen, gebruiken, doelgerichtheid. Emoties (zoals taal en symbolen woede en verontwaardiging) Levensgeschiedenis en levenservaring. Spiritualiteit Bronnen van Beperkte energie Isolement Sociale overbodigheid kwetsbaarheid Kwaliteiten die valkuilen Onbegrip Bureaucratie worden. Life - events Onverschilligheid Geldgebrek en negatieve Ontbreken van perspectief Betutteling beeldvorming Bron: Mevr. Dr. G. Jacobs, Universiteit voor Humanistiek, Utrecht
stellingen iemand afremt tot het ondernemen van activiteiten of tot ontmoeting, werkt dat niet versterkend. En als iemand voor zichzelf muren opbouwt, is dat juist belemmerend. Zo zijn er ook nog andere voorbeelden van gedrag te bedenken die empowerment bevorderen of juist belemmeren. Een levenslange reis Het proces van empowerment is niet iets statisch: het een in feite een ‘levenslange reis’, een proces waarin iemand zichzelf leert kennen en steeds meer de regie over zichzelf en het eigen leven neemt. Degene die iemand in het proces van empowerment ondersteunt, is erop gericht dat het maken van keuzen een proces is, waarbij beide partijen betrokken zijn en waarbij men elkaar wederzijds beïnvloedt. Alleen dan komen S. Arnstein stelde de volgende ‘participatieladder’ samen: Burgercontrole Zelfbestuur/burgermacht niveau 8 Volledige autonomie over plan/project Gedelegeerde macht niveau 7 Besluitvorming deels in handen van cliënten Partnerschap niveau 6 Macht is herverdeeld op basis van wederzijdse instemming Symbolische participatie Verzoening niveau 5 Zetel in commissie naar gewaardeerde vertegenwoordiger Consultatie niveau 4 Advies gevraagd, maar hoeft niet in besluitvorming terug te komen Informeren niveau 3 Voorlichting ter bewustwording van eigen rechten Non-participatie Therapie niveau 2 Stoom afblazen onder de noemer van participatie Manipulatie niveau 1 Cliënten zijn er om adviezen klakkeloos goed te keuren Bron: C. Hogan, 2000
gedeelde informatie, kennis en gevoelens tot stand. Dit draagt bij aan het proces van empowerment Empowerment in relatie tot cliëntenparticipatie De overheid hecht grote waarde aan volwaardige cliëntenparticipatie. In de eerste plaats vanuit het oogpunt van kwaliteit. Het maakt voor de klant betrokkenheid bij en invloed op de uitvoering van het beleid mogelijk. Daarnaast is cliëntenparticipatie van belang voor de zorgorganisaties zelf. Betrokkenheid van cliënten kan op verschillende niveaus vorm krijgen. Op individueel niveau kan bijvoorbeeld vooraf de kwaliteit worden genormeerd en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. Op collectief niveau kan de klanttevredenheid worden gemeten. Syndion en empowerment Voor Syndion als zorgaanbieder ligt empowerment ten grondslag aan de geformuleerde visie. In onze werkwijze maken wij zo veel als mogelijk gebruik van de kracht en vaardigheden van cliënten en bouwen die zo mogelijk verder uit. Mensen met een handicap worden uitgenodigd en gestimuleerd om hun eigen kracht en mogelijkheden in te zetten en zelf de regie over hun leven te voeren. Ook bieden wij alternatieven aan in onze werkwijze, zodat cliënten op verschillende manieren kunnen leren om met situaties om te gaan. Cliënten kunnen een concrete vraag hebben en aangeven op welk domein zij zich zelf willen versterken. Met de begeleiders wordt deze vraag omgezet in een (haalbaar) doel. Dit doel wordt opgenomen in het persoonlijk ondersteuningsplan. Ook zijn er cliënten die geen concrete vraag hebben. Zij onderzoeken dan samen met hun persoonlijk netwerk en begeleiders wat voor hen in hun leven belangrijk is. Ook dit wordt opgenomen in het persoonlijk ondersteuningsplan. Syndion is in het werk en verschillende projecten steeds meer bezig met empowerment. In één van de komende nummers van Synchroon zal die praktijk aan bod komen.
17
Column Zotten en dwazen
‘Verrekte rt met daarop de tekst hi t-s ’n zo , uk Le M ROTTERDA k zorgt op p New Kids on the Bloc oe gr de n va t ee kr De Mongol’. lrechte hit. t katoen, voor een rege uk dr be op nu en e, ub YouT
te spreken. room zijn er minder over nd Sy wn Do t me d kin n Ouders van ee ten Cool Cat De directeur van modeke k. dru op de n aa h zic n Zij ergere ‘mongol’. ol’ op het shirt staat, maar go on ‘m en ge er t da n aa zijn voert e hetzelfde is.’’ Het is naar ard wa els vo ge e ,,d t da ook een Hij geeft echter toe etsen. ,,We willen echter kw te en ns me ng eli do be zeggen niet de gen kijken,’’ ing en met humor naar din lev en sam de n va n zij g afspiegelin f. jkbaar zegt hij tegen De Telegraa geren, weten die humor bli jon me na t me n da en , the Die samenleving rde tekst van New Kids on su ab de t me jes irt sh De te waarderen. tegelijk over de toonbank. Block gaan met duizenden Van gekken, dwazen, zotten en debielen naar cliënten, bewoners, deelnemers en mensen met een beperking - de terminologie voor het aanduiden van mensen met een laag IQ heeft in de loop van de tijd veel veranderingen ondergaan. Benamingen die nu als zeer stigmatiserend en beledigend worden beschouwd, waren ooit heel gewoon. Lang nadat de termen ‘zot’ en ‘dwaas’ tot het verleden waren gaan behoren, kwamen er benamingen in zwang die inmiddels al evenzeer als kwetsend worden ervaren. In 1905 werd door Alfred Binet en Théodore Simon de BinetSimon intelligentietest ontwikkeld. Voor mensen met een IQ lager dan 100 onderscheidt de test: idioten, lage imbecielen, hoge imbecielen, debielen en zwakbegaafden. Dit waren officiële termen, opgesteld met een positief doel voor ogen, namelijk het bieden van adequate hulp, maar ook deze termen beschouwen we inmiddels als scheldwoorden. Gaandeweg werd het idee dat de verstandelijk gehandicapte een zieke was die verpleging behoefde vervangen door een veel positiever uitgangspunt: de verstandelijk gehandicapte was een mens als ieder ander, een mens die weliswaar te maken had met beperkingen, maar die in staat moest worden gesteld een zo volwaardig mogelijk leven te leiden. Hedendaagse begeleid(st)ers zijn wat dat betreft in een gespreid bedje gekomen. De gehandicapte heeft zich een plaats in de samenleving verworven en wat rest is het voortborduren op wat al bereikt is, al moet gezegd dat we ook bij Syndion nog strijden tegen vooroordelen, tegen het onmondig houden van mensen, tegen het idee dat een verstandelijke handicap een ziekte is. Het vermijden van mogelijk kwetsende benamingen nam,
zeker toen het politiek correct denken geïntroduceerd werd, een hoge vlucht. Te hoog misschien, want inmiddels is men zó bang geworden om groepen mensen te stigmatiseren dat de term niet altijd de lading meer dekt. Systematisch worden alle nieuwe termen na verloop van tijd ook weer kwetsend, met als gevolg dat men zich in de vreemdste bochten gaat wringen om het anders zijn maar niet te benadrukken. Buitenlanders werden gastarbeiders, allochtonen, medelanders, nieuwe Nederlanders, en uiteindelijk Nederlanders met een niet-Westerse achtergrond. Zotten werden imbecielen, patiënten, geestelijk gehandicapten, mensen met een beperking, en uiteindelijk mensen met mogelijkheden. Vooral bij de laatste term kreeg ik het gevoel dat we te ver gegaan waren. Hoezo mensen met mogelijkheden? Hebben mensen zonder handicap dan geen mogelijkheden? Je ziet dat té politiek correct zijn mensen ook weer tekort doet, omdat hun beperkingen daarmee niet de plaats krijgen die ze verdienen. Beperkingen maken de mens, net als mogelijkheden. Beperkingen worden idealiter erkend als een onderdeel van wie iemand is. Pas wanneer je beperkingen onder ogen ziet, kun je vanuit de mogelijkheden verder denken en een ontwikkeling in gang zetten. En daar is iedereen bij gebaat. Bij Syndion spreken we over mensen met een verstandelijke handicap. Laten we dat ook gewoon zo houden en er geen energie meer in steken om er een wollige, verhullende term voor in de plaats te bedenken. Volwaardig burgerschap voor iedereen bereiken we alleen als we erkennen dat we allemaal verschillend zijn. Niet gelijk. Wel gelijkwaardig. Anke van der Kind Coördinerend begeleider sector Wonen VG
C
liënt aan het woord... ..........
“ Ik ben Eric, met een c niet met een k” Eric van Wijnen leert bij de TOP ook zonder ouders op pad te gaan Door Arianne Lievaart
Dit keer laat Synchroon Eric 13 jaar, aan het woord.
19 van Wijnen,
Hij stelt zich op een warme woensdagmiddag aan ons voor. “ Ik heet Eric, met een c en niet met een k.” “Ik heb een broer en een zus, en natuurlijk mijn vader en moeder. Wij wonen in Gorinchem. Op woensdag ga ik met school zwemmen en op zaterdag zwem ik bij de NOVOS, dat is zwemmen met muziek. Inmiddels heb ik mijn A, B en C-diploma. De school die ik bezoek heet nu de Cirkel maar toen ik erheen ging heette deze nog de Ireneschool. Inmiddels heeft onze school ook een nieuw plein gekregen.” TOP Eric heeft PDD-NOS, een aan autisme verwante stoornis. Hij bezoekt sinds februari van dit jaar de Tieneropvang van Syndion, ook wel de TOP genoemd. Daar komen iedere week zo’n tien jongeren met een handicap naartoe. De nadruk ligt op vrije tijdsactiviteiten die aansluiten bij de wensen en behoeften van de jongeren. Ook is er aandacht voor sociale en praktische vaardigheden. Eric vertelt over hoe hij bij de Tieneropvang terecht kwam: “Ik moest van mijn mama naar de TOP. Andere woensdagen daarvoor was ik alleen met mijn moeder thuis en gingen we soms wandelen. Eerst wilde ik niet naar de TOP, maar daarna ging het wel. De eerste keer ben ik komen kijken, de keer daarop bleef mijn moeder erbij en daarna kwam ik alleen. We hebben elke keer een ander thema zoals ‘Filmsterren’. Toen hebben we foto’s gemaakt. De juf komt in actie als we iets doen dat verkeerd is. Maar dat gebeurt niet zo vaak. Ik word blij van Petra (leiding) als ze een grapje maakt en van een cadeautje op mijn verjaardag. Het aller-leukste op de TOP tot nu toe vond ik het Glazen Toren-spel. Minder leuk Behalve tieneropvang organiseert Syndion voor jongeren met een handicap ook zogenaamde Fundagen: leuke en afwisselende activiteiten die aansluiten bij de belangstelling van de deelnemers. Ook daar laat Eric af en toe zijn gezicht zien, ook al zegt hij het minder leuk te vinden dat de Tieneropvang. “Ik ga niet zo vaak. In de meivakantie ben ik een dag geweest en deze zomer twee dagen. Leuk was de totempaal die we daar gemaakt hebben.” “Ik moet naar de TOP en de fundagen, omdat ik moet leren om dingen alleen te doen en van mijn vader en moeder weg moet kunnen. In de toekomst moet ik ook dingen zonder hen doen. Op zowel de TOP als op de fundagen heb ik vrienden. En het personeel is gezellig.” Zwemmen en voetbal Over wat Eric leuk vindt om te doen, vertelt hij: “Ik zou het erg leuk vinden om alleen te gaan zwemmen in het zwembad. Mijn ouders moeten mij daar dan afzetten en me weer ophalen. Thuis kijk ik graag naar voetbal op de tv. Maar ja, Spanje ging met een cadeautje de deur uit! Maar Nederland heeft zijn best gedaan.”
Een leven lang dienstbaar MEVROUW JO BESEMER NEEMT AFSCHEID VAN SYNDION
20
Door Aart Bogerd
Mevrouw Besemer –
“zeg maar Jo” – heeft al een heel
Zowel haar betaalde als haar vrijwillige werk had te maken met mensen met een handicap. Hoe dat zo gekomen is? “Omdat het nu eenmaal zo loopt. En ook omdat ik een zus met een handicap heb.” werk- en zorgleven achter de rug.
Jo was de oudste in het gezin toen in 1950 haar zus Anja geboren werd. Pas toen haar zusje 7 jaar was, werd duidelijk dat Anja een verstandelijke handicap had. Ze ging naar een zogenaamde imbecielenschool, de Voorthuyzenstichting. Het was in het gezin een tijd van veel getob. Jo: “Mijn moeder heeft een lange weg van hoop en teleurstelling moeten gaan.” Jo trouwde met Jan Besemer en ging bij de GGD werken. Werken bij de GGD Met veel plezier vertelt ze over haar beginjaren bij de GGD. Ook was zij als notuliste betrokken bij het Regionaal Revalidatie Advies Team (RRAT): een multidisciplinair team van artsen, verpleegkundigen, Sociale Dienst, GMD, Arbeidsbureau, woningbouwverenigingen, enzovoort, die bij wilden dragen aan een betere kwaliteit van leven en zorg voor mensen met een (lichamelijke) handicap. Het team - waarin ook de voor mensen met een handicap legendarische Leo Olivier - adviseerde over rolstoelen, woningaanpassingen en de bouw van rolstoelwoningen. En om nog een paar namen te noemen: de GGD-artsen Koopman en Salden, de artsen Worisek en Lingen uit Den Haag, en vooral de ook nu nog in Dordrecht wonende revalidatieverpleegkundige Dick van Gemert. Woonvorm Meteoriet Het was deze Dick van Gemert die, mede met de familieraad van de Mytylschool, het initiatief tot de Meteoriet aanzwengelde. Veel jeugdige gehandicapten in en om Dordrecht leken veroordeeld tot levenslang bij hun ouders
wonen. Een verpleeghuis was het enige alternatief in deze regio. Een voorbereidingsgroep ging aan de slag. Dick van Gemert werd secretaris, Dr. Zwijsen voorzitter, en Dirk Jongeneel (van de Sociale Werkplaats) tweede voorzitter. Uiteraard notuleerde Jo Besemer ook deze vergaderingen allemaal. Toen het ministerie - toen nog van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk - toestemming gaf, kon een architect worden aangetrokken. De start van de Meteoriet was een feit. Jo werd secretaris, Dick van Gemert werd benoemd tot directeur. Op 1 december 1977 werd de eerste paal geslagen door Piets van de Graaf, die ook één van de eerste bewoners zou worden. Jo Besemer noemt het nog steeds een hoogtepunt in haar vrijwilligerswerk. Werken aan gewoon wonen De ontwikkelingen in de Meteoriet stonden niet stil. De Meteoriet was opgericht voor mensen met een aangeboren danwel verworven lichamelijke handicap en een normale intelligentie. Later kwamen er meer alternatieven beschikbaar door de oprichting van de Focus woningen. Er kwam een genuanceerder toelatingsbeleid en gewoon wonen werd voor nog meer mensen toegankelijk. Een voorziening als de Meteoriet vroeg om extra investeringen. Niet alles kon met AWBZ-geld worden betaald. Daarvoor was er door notaris Kahlmann een vriendenstichting opgericht. Donateurs vulden de pot waaruit extra dingen konden worden betaald. Jo Besemer leverde vele jaren een
21 bijdrage aan de bestuursactiviteiten van de Stichting Vrienden. Vele mensen speelden een rol in de Meteoriet. Na Dick van Gemert en Hermien de Noten werd Theo Dekker directeur. Hij maakte de fusie tot Syndion mee. Bestuursleden waren onder anderen notaris Kahlmann, mevrouw Hoekstein en Dirk Jongeneel. Stichting Tehuis Gehandicapten Dordrecht Dirk Jongeneel was als directeur van de Sociale Werkvoorziening een initiatiefrijk man. Hij was naast zijn activiteiten voor de Meteoriet ook medeoprichter van de Stichting Tehuis Gehandicapten Dordrecht (TGD). Toen Jongeneel in 1985 een nieuwe secretaris zocht voor deze stichting, vroeg hij Jo Besemer. En zo geschiedde; Jo had er weer een taak bij. Dat was nog een heel karwei, want als doorgewinterde secretaresse en secretaris constateerde ze veel tekortkomingen in het archief. Er moest dus nogal wat achterstand worden ingehaald. “Maar”, aldus Jo Besemer, “ik had voor moeilijker klussen gestaan.” Toen Jo in 1985 secretaris van TGD werd, lagen er nog veel activiteiten in het verschiet: de eerste paal voor de Romboutslaan (1985), aankoop van de woningen aan het Geldelozepad (1986) en de Blaauwweg. Jo’s zus Anja ging aan de Romboutslaan wonen. Fusie Meteoriet en TGD De Stichting van de Meteoriet en de Stichting TGD werden in 1988/1989 samengevoegd tot de Stichting Voorzieningen Gehandicapten Dordrecht (VGD). Jo bleef, net als Dirk Jongeneel, bestuurslid tot 1993. Toen was de hoeveelheid werk al zo groot dat een Centraal Bureau met een directeur onvermijdelijk leek. Jo was dan ook niet verbaasd dat de nieuwe voorzitter, Leo Canisius, zocht naar samenwerking. In 1996 kwam Syndion tot stand, een fusie-organisatie van Stichting VGD en RSD in Gorinchem.
Intussen had Jo al weer nieuwe verantwoordelijkheden op zich genomen. Ze werd secretaris van de familieraad van Drechtstreek, vanwege haar zus. De familieraad werd breder door het samengaan met de Singel. Ook was ze vanaf 1994 actief in het bestuur van de VOGG, de algemene oudervereniging van mensen met een verstandelijke handicap. Dat is ze tot op heden gebleven. Inspraak Met de fusie tot Syndion kwam er weer een nieuwe periode. Jo Besemer schreef een brief over een goede overgang van inspraak. Er kwamen cliëntenraden en Jo ging van de familieraad over in de Sectorale Cliëntenraad. Ze werd zelfs secretaris van de Centrale Cliëntenraad en was nog enkele jaren lid van de Klachtencommissie. Jo vertelt dat ze blij is dat ze ontdekt heeft dat ook mensen met een handicap een goede rol in de inspraak kunnen hebben. “De commissies cliënten van de Sectorale Cliëntenraden riepen eerst
twijfels bij me op, maar inmiddels ben ik overtuigd van de goede bijdrage.” Eind van de activiteiten? Nou... nee! Na beëindiging van haar werkzame leven bij de GGD is nu wel de tijd gekomen om haar Syndionactiviteiten te beëindigen. De jaren gaan tellen. Toch blijft Jo Besemer actief in het VOGG-bestuur. “De activiteiten vragen niet veel tijd”, zegt ze. Ook voor het bestuur van de zogenaamde Vrijdagavonddeel / Vrijetijdswerk voor mensen met een verstandelijke handicap levert ze nog een bijdrage. En de WMO heeft haar aandacht; ze denkt mee over deze nieuwe weg om mensen met een handicap er bij te laten horen. Wel op een lager pitje, maar met dezelfde betrokkenheid als waarmee ze zich haar hele leven heeft ingezet! We vierden haar afscheid in het bijzijn van haar man, die haar inzet mogelijk heeft gemaakt. Jo, ontzettend bedankt voor je levenslange dienstbaarheid!
‘Het is goed zo!’
22
DE ZOON VAN ANNIE
EN MARK VAN DER KAMP GAAT ELKE MAAND LOGEREN Door Mirjam de Swart
Uit logeren gaan. Voor de meeste kinderen is het een feest, maar ook wel een beetje spannend.
Een paar dagen zonder ouders. Slapen in een vreemd bed. Niet je vertrouwde spulletjes om je heen.
Voor de meeste ouders is het eigenlijk niet anders. Fijn, want je hebt even je handen vrij. Je kunt even doen waar je met kinderen om je heen niet aan toekomt. Maar tegelijkertijd zijn daar ook de zorgen: Gaat het slapen wel goed? Worden er wel leuke dingen gedaan? Zal hij ons niet erg missen? Ook voor kinderen met een handicap is logeren in een vast logeergezin heel fijn (en spannend). Het voelt veilig en vertrouwd, maar is toch steeds weer een belevenis. Een uitje waar lang van te voren al naar wordt uitgekeken. En niet alleen door de logé. Ouders - en de rest van het gezin - kunnen even op adem komen. Even wat tijd voor zichzelf of om dingen te ondernemen die met een kind met een handicap moeilijk of onmogelijk zijn. Door af en toe zo’n vrij weekend te hebben is de zorg voor een kind met een handicap makkelijker vol te houden. Toch overstag Mark en Annie van der Kamp hebben twee jonge kinderen. Lisa van vier en Niels van zes. Niels heeft PDD-NOS (een aan autisme verwante stoornis). Hierdoor heeft hij een ontwikkelingsachterstand. Niels is een druk jongetje dat ieder moment van de dag in de gaten gehouden moet worden. “Als hij slaapt heb ik rust, maar de rest van de dag kan ik hem eigenlijk geen minuut uit het oog verliezen. Hem in de tuin laten spelen terwijl ik wat in huis doe, gaat niet. Alleen spelen houdt hij ook niet lang vol en even naar een vriendje is eigenlijk ook geen optie”, vertelt zijn moeder. Twee jaar geleden hakten Annie en Mark dan ook de knoop
door en meldden zij Niels aan voor een logeergezin. “Lange tijd dacht ik dat we het allemaal wel alleen op konden lossen. Als zijn toenmalige juf op De Rollebol, kinderdagcentrum van Syndion, ons niet had gewezen op deze mogelijkheid, hadden we het misschien nooit gedaan. Ik wilde geen hulp van buitenaf. Ik vond dat we het alleen ook wel konden redden. Ik was dus niet gelijk enthousiast, maar uiteindelijk zijn we toch overstag gegaan,” legt Annie uit. Helemaal gewend Inmiddels is Niels zes jaar en gaat hij eens in de vier weken naar een logeergezin in Hardinxveld-Giessendam. Doordeweeks bezoekt hij ZMLK-school De Cirkel in Gorinchem. “Ik ben nu helemaal gewend aan het idee dat Niels af en toe uit logeren gaat. Het is voor alle partijen goed en voor Niels is het vooral ook leuk. Hij wordt in het logeergezin overal bij betrokken. Hij gaat bijvoorbeeld mee naar de kerk, en laatst ging hij wokken met oma. Het logeergezin houdt goed in de gaten dat het niet te druk wordt voor Niels, ondertussen hebben ze daar heel wat ervaring mee.” Zorgvuldig zoeken Het klikt goed tussen de familie Bor -het logeergezin- en de familie van Niels (en Niels zelf natuurlijk). Dat is ook een voorwaarde, vindt Syndion. Zorgvuldig wordt er naar het wensenlijstje van de vraagouders gekeken en gezocht naar een logeeradres dat overeen komt met de wensen en eisen. “We werden gewaarschuwd dat het soms wel even kan duren voordat er een goed match is gevonden. Bij ons ging het uiteindelijk heel snel. De familie Bor had zich nog niet
23 zo lang ingeschreven als logeergezin en hun profiel sloot perfect aan op ons wensenlijstje. Bij de eerste ontmoeting met het gezin Bor bij ons thuis was er direct een klik. Het was een hele leuke middag.” Niet lang daarna ging de familie Van der Kamp langs in Hardinxveld-Giessendam om een kijkje te nemen in het huis van de familie Bor. De week daarop maakte Niels kennis met de familie. “We merkten dat hij zich gelijk thuis voelde. Dat was heel mooi om te zien. Toen zijn we het wekelijks gaan uitbouwen. Eest een uurtje spelen, daarna een middagje, vervolgens een hele dag. Na vijf weken was het dan zover; Niels ging voor het eerst logeren bij de familie Bor.” Gezin uit duizenden Annie en Mark hebben wel wat tijd nodig gehad om aan de logeeruitstapjes van Niels te wennen. Annie: “In het begin had ik een heel dubbel gevoel. Ik dacht vaak: ‘moet ik dit nu leuk vinden?’ als Niels weer ging logeren. Ik ging dan met tranen in mijn ogen naar huis. Het heeft dan ook best lang geduurd voordat we konden genieten van de weekenden zonder Niels. Maar dat lukt ons nu aardig. Het is goed zo.” Ook voor Niels was het logeren in een ‘vreemd’ gezin in het begin niet altijd even makkelijk. “Natuurlijk was het voor hem ook heel erg spannend. In het begin huilde hij steeds bij het afscheid, maar gelukkig bleek zijn verdriet over zodra wij weg waren. Nu gaat het heel goed in het gezin. Hij heeft daar echt zijn draai gevonden. Hij maakt echt deel uit van de familie. Heel bijzonder dat zo’n gezin dit wil doen voor een ander. De familie Bor is echt heel belangrijk voor ons. Het is een gezin uit duizenden.”
Syndion heeft meer dan tachtig logeergezinnen waar kinderen met een handicap logeren. Meestal een weekend per maand, soms ook een paar dagen in de schoolvakanties. De logeergezinnen vangen de logees vrijwillig op. Zij krijgen hiervoor een onkostenvergoeding. Vanuit Syndion is er een contactpersoon en het gezin krijgt begeleiding en ondersteuning. Bent u geïnteresseerd in de mogelijkheid uw kind in een gezin te laten logeren? Neem dan contact op met de Ingang:
[email protected] of 0183-651150. Of kijk bij onze vacatures. Lijkt het u leuk om zelf een kind met een handicap als logé te hebben? Neem dan contact op met
[email protected] of 0183-651150.
Ecowinkel Klaver 4
Ecowinkel Voor Klaver 4 verkoopt heerlijke zelfgemaakte jams en chutneys. Gemaakt met zelfgeteelde producten vers van het land. Daarnaast kun je hier ook terecht voor pindakaas, appelstroop en advocaat uit eigen keuken. Verder worden er diverse streekproducten verkocht en is er volop verse groente te verkrijgen.
Houtnijverij in Arkel
Wist u dat.... Er op De Houtnijverij in Arkel de mooiste spullen van hout worden gemaakt. Een origineel kraamgeschenk, bijzondere houten meubels of kinderspeelgoed. De medewerkers van De Houtnijverij draaien hun hand er niet voor om.
als het vers en lekker moet zijn
Ecowinkel Klaver 4 is gevestigd op Dagboerderij De Hoeff Bovenkerkseweg 12 3381 KB Giessenburg Tel. 0184-652107 Geopend maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 15.00 uur
De producten van De Houtnijverij kunnen via de winkelprojecten van Syndion aangeschaft worden. Ook is het mogelijk een bestelling te plaatsen bij De Houtnijverij. Producten worden dan via de winkelprojecten geleverd.
De Houtnijverij Vlietskade 4006 - 4241 WL Arkel - 0183-561884