Symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’
georganiseerd door de Konferentie Nederlandse Religieuzen, Landelijk bureau DISK en Justitia et Pax op zaterdag 30 november 2013 in het Ds. Person College te ’s-Hertogenbosch
1
2
Inhoudsopgave Pag.: Inhoudsopgave
3
Programma ‘Eerlijk zullen we alles delen’
4
Deel I: Plenaire gedeelte van het Symposium
5
IA: Woord van welkom Dennis Hendrickx o.praem., abt van Berne, lid Dagelijks Bestuur Konferentie Nederlandse Religieuzen
5
IB: Plenaire inleiding ‘Waarom zouden we alles eerlijk moeten delen’ Dr. Theo Salemink is historicus en theoloog, verbonden aan de ‘Faculteit Katholieke Theologie’ aan de Universiteit van Tilburg
8 8
Deel II: Workshops
19
IIA: De workshops zoals ze voorbereid zijn en met folders op het internet aangekondigd zijn
19
IIB: Verslagen van de workshops 1. Workshop Duurzaamheid: waar geef jij je talenten aan? 2. Workshop Triodos - ‘Iedereen is bankier’ 3. Workshop Stro (Social Trade Organisation) - Het nieuwe Geld 4. Workshop Justitia et Pax - Mensenrechten, wat kost dat eigenlijk? 5. Workshop Arme Kant van Nederland/EVA - Barmhartigheid en gerechtigheid 5a. Barmhartigheid en gerechtigheid 5b. Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving 5c. Elementen uit de discussie 6. Workshop Genoeg - Meer doen met minder 7. Workshop Omslag - Werkplaats voor duurzame ontwikkeling (samen met Transition Towns)
25 25 26 27 33 34 34 35 37 39
Deel III: Samenvatting en afsluiting
40
IIIA: Impressie van vijf workshops Dennis Hendrickx o.praem., abt van Berne, lid Dagelijks Bestuur Konferentie Nederlandse Religieuzen
40
IIIB: Symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’ Gerard Moorman is beleidsmedewerker KNR en Hub Crijns is directeur landelijk bureau DISK
42
Colofon
44
39
3
Programma ‘Eerlijk zullen we alles delen’ 09:30 uur: Inloop met koffie en thee 10:00 uur: Welkom en opening door bestuurslid KNR Spreker: Dennis Hendrickx o.praem., abt van Berne, lid dagelijks bestuur Konferentie Nederlandse Religieuzen 10.10 uur: Plenaire inleiding door Dr. Theo Salemink Spreker: Dr. Theo Salemink is historicus en theoloog, verbonden aan de ‘Faculteit Katholieke Theologie’ aan de Universiteit van Tilburg met de toespraak ‘Waarom zouden we alles eerlijk moeten delen?’
11.00 uur: Eerste workshopronde 12.30 uur: Middagpauze met lunch en bezoek van de stands van aanwezige organisaties 13.30 uur: Tweede workshopronde 15:15uur: Samenvatting en afsluiting Spreker: Dennis Hendrickx o.praem., abt van Berne, bestuurslid KNR 15:30 uur: Napraten, drankjes en hapjes 17.00 uur: Opruimen
4
Symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’ Zaterdag 20 november 2013 in het Ds. Pierson College in ’s-Hertogenbosch
Deel I: Plenaire gedeelte van het Symposium IA: Woord van welkom Dennis Hendrickx o.praem., abt van Berne, lid Dagelijks Bestuur Konferentie Nederlandse Religieuzen Een jaar geleden vond op 29 november in Amersfoort het symposium plaats dat nadrukkelijk aan de dag van vandaag vooraf is gegaan. Dit initiatief van Arbeidspastoraat Disk, Justitia et Pax en KNR kreeg de titel mee: ‘Eerlijk duurt het langst’. Een jaar en een dag verder luidt het thema ‘Eerlijk zullen we alles delen”. Vorig jaar kwamen economen en theologen aan het woord. Allerlei economische problemen werden geschetst en sterk levende vragen rond de financieel economische crisis passeerden de revue. Gepoogd werd elkaar deelgenoot te maken van flarden van mogelijke antwoorden welke aangereikt zouden kunnen worden vanuit het christelijke sociaal denken. Nu is het niet de bedoeling dat we de economische problematiek in zijn theoretische benadering aanvullen of het debat overdoen. De theorie van vorig jaar geldt vandaag als de basis, het fundament, als de ondergrond om met elkaar een concreet hedendaags bouwwerk op te zetten. Vandaag mogen we aan elkaar indringend de vraag voorleggen hoe veranderingen teweeg gebracht kunnen worden en welke rol we daarin zelf kunnen spelen. Diaconale Paus Franciscus Sinds een aantal maanden verkeren we wat deze uitdagende vragen betreft in goed gezelschap van de bisschop van Rome, Paus Franciscus. Hij laat nagenoeg geen moment voorbij gaan om de diaconale opdracht van kerk en kerk-zijn te benadrukken. Het is opvallend dat de wind uit Rome niet zoals een krantenkop dezer dagen aangaf met boodschappen komt over condooms of wat dies meer zij. Het is verademend dat voortdurend pleidooien klinken voor een open kerk en niet voor een gesloten bastion van een kerk die zich ‘vastklampt aan zekerheden’. Paus Franciscus constateert in zijn deze week uitgebrachte brief aan de kerkgemeenschap, in zijn apostolische exhortatie ‘Evangelii Gaudium’ dat de boodschap van de kerk vaak verborgen blijft achter regels van ondergeschikt belang. Een bijzonder en belangrijk gegeven dat naar ik hoop ook uitdrukkelijk zal klinken in de komende dagen aan het adres van onze bisschoppen, op Ad limina bezoek in Rome. Ook daar zullen naar ik hoop corrigerende, bemoedigende en uitdagende woorden en opdrachten klinken richting ons Nederlands episcopaat. Het gaat om een kerk die de deuren wijd openzet en de mensen opzoekt. Liever een open kerk die de straat opgaat en daar desnoods besmeurd en verwond raakt dan een “gesloten kerk die zich vastklampt aan haar zekerheden”. Zo’n wijziging in aandacht en instelling klinkt hoopvol, in algemene zin, maar ook concreet voor ons eigen land want dat is hard nodig als we het evaluatieverslag doorbladeren dat onze 5
bisschoppen voor Rome hebben geschreven. Opvallend en teleurstellend dat onze diaconale opdracht slechts minimaal aandacht en inhoud heeft gekregen, omdat tot aanwezigheid op dat vlak nauwelijks uitdagende en stimulerende initiatieven hebben geklonken en stappen zijn gezet. Bestuurders en leidinggevenden binnen onze kerk waren de grote afwezigen bij het maatschappelijke debat rond de grote financieel economische vraagstukken, rond de populistische politiek, rond opvang om een thuisgevoel te bieden aan illegalen. Denken en doen, praten en handelen Vandaag is het de bedoeling dat we met elkaar in gesprek gaan, dat we ons oor te luister leggen bij mensen die alternatieven hebben ontwikkeld en verder willen uitwerken op het vlak van duurzaamheid, mensenrechten, andere manieren van economie en van betalen. Vandaag is het de bedoeling dat we de wil tonen om ons met elkaar te laten inspireren rondom de vele initiatieven die opkomen. Het gaat erom dat we er kennis van nemen en dat we er verder over doordenken. Ook daartoe worden we vanuit Rome door de teamleider van de bisschoppen opgeroepen en gestimuleerd. Hij houdt ons niet mis te verstane vragen voor: richt ik mij tot wie het moeilijk heeft of heb ik schrik om mijn handen vuil te maken? Sluit ik mij op in mezelf, in mijn dingetjes, of merk ik op wie er nood heeft aan hulp? Dien ik enkel mezelf of kom ik ertoe om anderen te dienen, zoals Christus deed die kwam om te dienen in die mate dat Hij zijn leven gaf? Kijk ik wie om rechtvaardigheid vraagt in de ogen of kijk ik de andere richting uit om niet in die ogen te moeten kijken? Echte barmhartigheid vraagt om gerechtigheid Een oproep om met elkaar de handen uit de mouwen te steken: zo zou deze vervolgdag na vorig jaar genoemd kunnen worden. De reeds genoemde pauselijke brief van enkele dagen geleden zet ons mede op het spoor. “Een liefdadige levensstijl wil niet zeggen dat we onze eigen belangen moeten nastreven, maar dat we de lasten dragen van de armsten en zwaksten onder ons. Gastvrijheid alleen volstaat niet. Het volstaat niet om een boterham te geven als dit niet samengaat met de mogelijkheid om te leren op eigen benen te staan. Liefdadigheid die de armen arm achterlaat is ontoereikend. Echte barmhartigheid, die God ons geeft en leert, vraagt om gerechtigheid, vraagt erom dat armen de weg kunnen vinden om niet langer arm te zijn”. Met bondgenoten samen verder Vandaag hebben we elkaar uitgenodigd om de verschillende bestaande ideeën op tafel te leggen, om ze verder te ontwikkelen, om elkaar enthousiast te maken voor aangepaste andere wegen . Het is goed dat we dat doen niet enkel als kerkelijke organisaties, en dat nietkerkelijke initiatieven ook nadrukkelijk een plaats hebben om vragen rond een eerlijke economie bij elkaar op te roepen en met elkaar te delen. Er is alle reden toe om over en weer inspiratie op te doen want we mogen niet blijven steken: in een sfeer waarin het intrekken van de volledige triple A status van Nederland - zoals gisteren is afgekondigd - enkel aanleiding zou zijn om de eigen rijkdom en financiële betrouwbaarheid sterker te maken; om met onze overheid aan de band te lopen als zouden we ook geloven in een participatiesamenleving en gedecentraliseerd beleid als blijkt dat het vooralsnog enkel verpakkingen zijn voor ordinaire bezuinigingsmaatregelen. Bij de presentatie van zijn boodschap enkele dagen geleden gaf Paus Franciscus aan: “Ik smeek God om meer politici te geven die oprecht bekommerd zijn, om de samenleving, de mensen en de levens van de armen”.
6
‘Eerlijk zullen we alles delen’ wordt in deze dagen veelvuldig uitgezongen om Sint Nicolaas en zijn zwarte pieten te bekoren. ‘Eerlijk zullen we alles delen’ is het bindende motto voor deze dag en mag na 6 december niet verstommen. Ik hoop dat we over enkele uren met elkaar mogen zeggen dat het goed was om elkaar te inspireren, om elkaar te bemoedigen, om ideeën en suggesties met elkaar uit te werken. Ik wens u allen een goede en vruchtbare dag toe en ik geef graag de leiding over aan dagvoorzitter Victor Scheffers, die ons door het programma van de dag zal leiden.
7
IB: Waarom zouden we alles eerlijk moeten delen? Dr. Theo Salemink Inleiding zoals gehouden tijdens het Symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’, georganiseerd door DISK, Justitia et Pax en KNR op zaterdag 30 november 2013 in ’s-Hertogenbosch Het motto van deze bijeenkomst is, met een knipoog naar Sinterklaas: “Eerlijk zullen we alles delen”. De illegale versie gaat dan verder: “En ik een beetje meer dan jij”. Dat laatste is vandaag niet de bedoeling. Vandaag gaan juist de vele, mooie workshops over eerlijk delen, duurzaamheid, armoedebestrijding, eerlijk bankieren, fair trade, schuldhulpverlening, mensenrechten, de Arme Kant van Nederland, economie van het genoeg, consuminderen, barmhartigheid & gerechtigheid, groene kerk. Kortom, alles zullen we eerlijk delen. Wat gaat er komen? Ik zal niet op de inhoud van die workshops ingaan. Dat is niet mijn taak van vanmorgen. Ik stel een fundamentele vraag aan de orde. Waaróm moeten we eigenlijk alles eerlijk delen? En waarom vinden we de illegale aanvulling “en ik een beetje meer dan jij” zo oneerlijk? Waarom laten we Gods water niet over Gods akker lopen? En waarom zijn we niet overtuigd als iemand zegt: “Ik heb er hard voor gewerkt. Dus is het van mij.”? Ik stel dus een morele vraag en zal daarna op drie deelterreinen nader ingaan: 1. herverdelen van inkomen; 2. herverdelen van arbeid; 3. herverdelen van het gebruik van natuur en milieu. Een verhaal in stappen door het bos Het wordt geen groot, systematisch, academisch verhaal. Daar zijn andere gelegenheden voor, maar ook geen populair verhaal voor het gemoed. Het gaat wel ergens over, die vraag naar het waarom. Ik zal in mijn toespraak een kleine tocht maken, een aantal voetstappen zetten op die tocht langs de drie sociale kwesties. Of ik aan het einde boven op de berg uitkom met een vrij uitzicht en met een antwoord op de vraag naar het waarom, is nog maar de vraag. Ik denk dat het meer een voettocht door een groot bos is, met vele zijpaden, zonder groots uitzicht. Maar voetstappen tellen ook en zullen misschien ons meer bewust maken van zowel de urgentie als de voorlopigheid van antwoorden. Stap 1: We leven in een crisis We leven in een crisis en die gaat voorlopig nog niet over. En in een crisis worden alle oude zekerheden vloeibaar, ook die over eerlijk delen, verzorgingsstaat en werkeloosheid. Laat ik als eerste stap even stil staan bij de crisis waarin we nu zitten. Niemand had het verwacht, niemand had het aan zien komen, zegt men achteraf, maar ineens als donderslag bij heldere hemel gaat in 2008 de grote Amerikaanse bank Lehman Brothers failliet en moeten in 8
Nederland banken als ABN en ING gered worden. Een grote schrik loopt door de wereld. Gaat dit wel goed? In de media doen grote en soms religieuze metaforen de ronde. De crisis als een kosmisch ‘zwart gat’, waarin alles opgezogen wordt. Er wordt gesproken over een dreigende ‘meltdown’ van het systeem, over nucleaire fall-out en een ‘nucleaire winter’. En ook: gevaar van een financiële stormvloed of tsunami. Politici die de banken redden worden beschreven als ‘Saviours of the universe’, redders van het universum. Wouter Bos dus en Gordon Brown. Of: Vier Wochen Weltuntergang, Apocalyps. Een eindeloze rij van metaforen, die niets verklaren over de crisis, maar wel effect hebben op de crisis. Vooral wordt angst geproduceerd. We weten wat er sindsdien gebeurd is. De bankencrisis werd een economische crisis, een eurocrisis ook. De groei kwam tot stilstand, de werkloosheid explodeerde, landen dreigen failliet te gaan. Denk aan Griekenland. De tegenstellingen tussen Noord en Zuid Europa groeien. Hier 8% werkloosheid, daar 25% en de jongeren het dubbele. 700 bejaardenhuizen gaan dicht, thuiszorg wordt uitgekleed, de uitkeringen staan onder druk. En we weten het: deze crisis is nog niet afgelopen. Serieuze economen zeggen dat er tien jaar van stagnatie komt. Stap 2: Herinneren we ons de eerdere crises? We moeten ons herinneren hoe het vroeger gegaan is. Herinneren om niet te vergeten. Het is niet de eerste keer. Als we teruglopen in de tijd, terug vanaf 2008, komen we eerst een kwart eeuw explosieve, neoliberale groei tegen vanaf de jaren tachtig. Het was het tijdperk van de neoliberale beweging van Friedman, Thatcher en Reagan, maar ook van Lubbers en Kok. Het was het tijdperk van het geloof in de vrije markt. Privatisering, deregulering. Laat de markt het werk doen en alles gebeurt efficiënter. De markt zal rijkdom scheppen, ook voor de armen, de bomen leken tot in de hemel te groeien. Totdat de val kwam en ineens bleek dat veel op een luchtbel van lenen en schulden was gebouwd. Als we achter die kwart eeuw van neoliberale groei verder teruggaan in de tijd komen we in de periode rond 1980. Ook dat was een periode van crisis, met een werkloosheid van meer dan 10% in Nederland, een afbraak van de traditionele industrieën. Mijnen, textiel, schoenindustrie, metaal, scheepsbouw. We zijn het alweer vergeten. En dan gaan we nog verder terug in de tijd. Achter de crisis van begin tachtig strekt zich ruim een kwart eeuw verzorgingsstaat en Wederopbouw uit, een periode van ongekende economische groei in Nederland, maar ook van Keynesiaanse overheidsinvesteringen en regulering. De AOW kwam, de Algemene Bijstand en de WW en alle andere instituten van eerlijk delen. Toen was de ongelijkheid nog beperkt. En deze periode na WO II kan men alleen begrijpen als een reactie op de tijd ervoor. Een reactie op de oorlog zelf, maar vooral op de Grote Crisis van begin jaren dertig, wereldwijd. De oudste generatie kent die crisis nog uit eigen ervaring, wij vooral uit de verhalen. ‘Dat nooit meer’, was het naoorlogse motto. Nooit meer een gigantische werkeloosheid zonder verzekering en bijstand. Nooit meer een ineenstorten van de economie die niet alleen werkloosheid en armoede bracht, maar ook Hitler en oorlog en Auschwitz. Dat nooit meer. Kortom, de herinnering aan eerdere crises in de wereld van de 20e eeuw moet ons waarschuwen voor het grote gevaar van een economische crisis voor gewone mensen. Eerlijk zullen we alles delen om erger te voorkomen. Herinneren om nooit te vergeten. Stap 3: Crisis van de moraal We leven in een economische crisis en die is nog lang niet voorbij. Maar er is nog een andere crisis die het anno 2013 moeilijk maakt om eerlijk te delen. Moeilijker dan in het verleden. We leven ook in de crisis van de moraal. Ik bedoel nog niet eens zozeer dat 25 jaar neoliberale heerschappij de moraal van mensen aangetast heeft. Ook dat. Denk maar aan de 9
bonussencultuur of het grote graaien van een nieuwe groepen rijken en managers. Ik bedoel iets anders. Onze morele infrastructuur is in crisis geraakt. Mooi gezegd, maar wat bedoel ik daarmee? Stap 4: Crisis van het anonieme delen Allereerst dit. In vroeger tijden betrof eerlijk delen mensen die men kende. Familie, buurt, kennis, dorp, vereniging, vakbond, etc. Het was een persoonlijke band. Maar in onze moderne maatschappij worden de anderen die geld of goed of tijd nodig hebben anoniem. Het herverdelen gaat via ambtenaren, belastingen, regelingen, protocollen en procedures. En mensen geven eerder geld aan mensen die ze kennen dan aan anonieme medeburgers. Dus het delen via collectieve solidariteit kent een hogere drempel. Stap 5: Crisis in het delen met vreemde medeburgers Sinds de jaren tachtig worden anonieme burgers ook steeds meer ‘vreemde’ medeburgers. Een groeiend aantal anonieme medeburgers, die afhankelijk zijn van de sociale zekerheid, heeft een migrantenherkomst. Zij komen uit andere landen, hebben vaak een andere cultuur en taal, soms een andere huidskleur en zeker ook een andere godsdienst (islam, hindoeïsme, Afrikaanse godsdiensten). Hier tekent zich bij veel mensen op dit moment een nieuw moreel probleem af. Waarom zal ik een forser deel van mijn inkomsten af geven aan anonieme medeburgers die ‘voor mijn gevoel’ - zo luidt een groeiend sentiment bij veel Nederlanders niet bij ons land horen, die bovendien helemaal geen vertrouwde trekken lijken te vertonen, die zo anders en vreemd zijn, en voor wie het oudere gevoel van familiaal en lokaal medeleven of caritas ook niet opgaat. Stap 6: Crisis in het Europees delen Dat is nog niet alles. Anoniem kan ook ver weg zijn. Ondanks alle pogingen een Europese gemeenschap te scheppen bestaan de oude natiestaten nog steeds in Europa. En de economische crisis trekt haar sporen asymmetrisch. Sommige landen worden harder getroffen dan andere. En deze sommige landen zijn niet willekeurig verdeeld over Europa, maar bevinden zich vooral in Oost- en Zuid-Europa. Landen met van oudsher een grotere armoede, een slechte infrastructuur, slechter opleidingsniveau, minder hoogwaardige bedrijven en een falende overheid. Veel corruptie ook. Landen als Griekenland, Spanje, Portugal en Italië, vooral het Zuiden. Landen in Oost-Europa die heel lang tot het Oostblok hebben gehoord, tot de val van de Muur einde jaren 80. De morele vraag van overdracht van rijkdom en inkomen naar anderen betreft dus niet alleen anonieme medeburgers in het eigen land, of ‘vreemde’ medeburgers in het eigen land, maar ook anonieme buitenlanders ver weg. Waarom zouden wij in een rijker land geld en goed overhevelen naar landen als de genoemde Zuid-Europese? Hoe kan solidariteit robuust zijn en niet een overdracht in het bodemloze gat van corruptie en zelfverrijking van een elite aldaar? Stap 7: Sluier van vergeetachtigheid over de crisis Er komt nog iets bij. Er is in de afgelopen decennia ook een sluier van vergeetachtigheid en een cultuur van tevredenheid (Galbraith) neergedaald over Nederland. We zijn de vorige crises en oorlog vergeten, de ramp van massawerkloosheid en armoede. Wij moderne burgers zijn vergeten dat wij onze relatief welvarende positie, onze deelname aan het arbeidsproces, onze sociale zekerheid te danken hebben aan de strijd van de grote sociale bewegingen en aan de schrik voor de crisis van onze voorouders. Wij menen abusievelijk dat onze welvaart het loodrechte gevolg is van eigen inspanning: studie, hard werken, creativiteit, initiatief, moed, durf, etc. Zo ontstaat een cultuur van tevredenheid: “Ik heb ervoor gewerkt, ik heb er recht op, en ik mag er ook van genieten”. En dan komt de crisis hard aan. 10
Stap 8: Einde aan de Grote Verhalen Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 heeft zich nog iets anders voorgedaan, dat het morele spreken over de crisis moeilijker maakt. We hebben geen Grote Verhalen meer. De Grote Verhalen van het verleden over goed en slecht zijn geërodeerd. Dat betreft het christelijk verhaal, maar ook het socialisme en het sociaal liberalisme. Iedereen heeft de ‘ideologische veren’ laten vallen, naar een woord van de oud-premier Kok. De grote zuilen zijn opgelost. Wat overgebleven is zijn fragmenten, fragmenten van grote sociale en ethische bewegingen. En er zijn hier in Nederland ook nieuwe fragmenten bijgekomen, uit islamitische en boeddhistische traditie. En we hebben nog niet geleerd een dialoog tussen die fragmenten te voeren. We menen te snel dat ons eigen fragment de waarheid bevat. Stap 9: De infrastructuur van Grote Verhalen is verdwenen Er is nóg een ander probleem. Grote Verhalen kunnen niet zonder een infrastructuur. Maar in het neoliberale tijdperk zijn de kerken marginaal geworden, is de zuil verdwenen, de christelijke sociale beweging klein, het socialisme geen beweging meer en het liberalisme enkel pragmatisch en vaak opportunistisch. Boeddhisme en islam vormen geen nieuwe zuil. Hoe moeten we de morele verhalen uit de oude bibliotheek weer aan de man en vrouw brengen als er geen infrastructuur is, en slechts marginale kerken en kleine sociale bewegingen? Of vormen de sociale media een aanzet voor een nieuwe infrastructuur? Stap 10: Er is wel een historische bibliotheek Je kunt ook de positieve kant benadrukken. Er is ondanks alles nog steeds een historische bibliotheek waarin de bronnen van denken over eerlijk delen, over rechtvaardigheid, opgeslagen liggen en weer te raadplegen zijn, zelfs interactief. Dat zijn oude christelijke bronnen, socialistische bronnen, sociaal-liberale bronnen. En die bibliotheek is ook verrijkt met nieuwe collecties die we tot nu toe niet zo serieus namen: islamitische bronnen en boeddhistische bronnen. Niemand belet ons gebruik te maken van die bibliotheek en ieder heeft zo zijn of haar eigen leesvoorkeur. Laat ik vanuit die bibliotheek thans wat nader ingaan op drie sociale kwesties: herverdelen van inkomen, herverdelen van arbeid en herverdelen van natuur en milieu. Wat zeggen zij over het waarom van het delen? Stap 11: Herverdelen van inkomen Je zou het niet verwachten, maar in de afgelopen vijfentwintig jaar zijn de inkomensverschillen in Nederland niet kleiner maar groter geworden, ondanks alle neoliberale rijkdom. Marcel van Dam legt al in zijn boek Niemandsland (2009) een onrustbarende these op tafel. In de neoliberale tijd van booming bussines en groeiende welvaart zijn de armen er op achteruit gegaan. Het laatste hoofdstuk van zijn boek is cynisch getiteld ‘De onrendabelen’. De markteconomie is een welvaartsmachine gebleken, maar niet voor de ‘onrendabelen’, voor een groeiende groep mensen die door gezondheid, opleiding of psychische gesteldheid niet in staat zijn om mee te komen in de dynamiek van de wereldmarkt. En in de nieuwe crisis vanaf 2008 zal de positie van de armen en van middengroepen er verder op achteruit gaan, juist vanwege de vermeende noodzaak tot bezuiniging van de overheidsfinanciën na de giga-injecties in de banken en in de economie om een meltdown te voorkomen. Stap 12: Christelijke argumenten voor herverdelen van de welvaart Er is dus in de afgelopen tijd grotere ongelijkheid gegroeid. In de huidige crisistijd wordt dat nog erger. Moeten we ons nu sterk maken voor meer gelijkheid? Moet er meer geld overgeheveld worden naar de armen? Moet onze rijkdom herverdeeld worden? We spreken 11
vandaag toch over ‘eerlijk zullen we alles delen’. Maar waarom zouden we moeten herverdelen? Wat zijn de morele motieven daarvoor? Ik kijk naar de christelijke traditie. Is het christendom voor absolute gelijkheid? We kennen natuurlijk het oercommunisme uit de eerste gemeente van Jeruzalem. Ze hadden alles gemeenschappelijk en de rijken legden hun bezittingen aan de voeten van de apostelen. Maar dit absolute gelijkheidsideaal was toen verbonden met de verwachting dat heel snel het einde der tijden zou aanbreken. Het was dus een keuze voor een korte tussentijd tot het laatste oordeel. Maar het einde der tijden brak niet aan. Tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren. Het oercommunisme verdwijnt uit de kerken. We kennen natuurlijk wel het communisme van de kloosterorden: ze bezitten alles gemeenschappelijk, er is economische gelijkheid, al kan er grote rijkdom van de kloosters zelf zijn. Maar dit model is alleen geschikt voor een religieuze elite, niet voor de gewone man en vrouw. Hetzelfde ideaal treffen we aan bij de boeddhistische monniken. Stap 13: Christelijke argumenten voor herverdeling Laten we een volgende stap zetten op onze tocht. Hoe kijkt het latere christendom aan tegen rijkdom en economische ongelijkheid met het oog op gewone mensen? Als het niet meer het oercommunisme in Jeruzalem is. Twee visies zijn hier belangrijk. Ten eerste. Rijkdom werd in het christendom bekeken met een zekere huiver. Het is voor een rijke moeilijker om in de hemel te komen dan voor een arme en er is het verhaal over de kameel en het oog van de naald. We kennen ook het verhaal van de arme Lazarus en rijke vrek. Er is een religieuze huiver voor grote verschillen in rijkdom, omdat men in de rijkdom als zo danig een gevaar voor de ziel ziet. De mens is immers een pelgrim op aarde en is op weg naar een hemels vaderland. Zo klinken oude woorden. Eerder kiest men voor ascese, soberheid en eenvoud dan voor rijkdom en welvaart. Ten tweede is er met de komst van de nieuwe tijden veel veranderd. Het calvinisme was niet tegen rijkdom en welvaart, als het maar door eigen arbeid en spaarzin verworven was. En ook in de katholieke sociale leer is de oude huiver voor rijkdom getemperd. Er is een andere visie voor in de plaats gekomen. Door de rijkdom te herverdelen kan armoede en achterstelling bestreden worden. Rijkdom is op zich niet verkeerd als het maar goed besteed wordt. Deze visie bestaat ook in het Jodendom en de Islam. Stap 14: Is herverdelen caritas of recht? Dat roept de volgende vraag op. Is het goed besteden van rijkdom, het herverdelen van bezit, een vorm van vrijwillige caritas of gaat het verder en hebben de armen recht op een deel van de rijkdom? De Middeleeuwse kerkleraar Thomas van Aquino en moderne katholieke auteurs hebben daar een elegante en heel slimme theorie voor ontwikkeld. Laat ik de redenering in kaart brengen. Elk mens is een ‘imago Dei’, beeld van God, ook de niet-gelovige, en heeft daarom een absoluut recht op leven, ook de arme, ook degene die niet werkt. Dat recht op leven gaat vooraf aan alle andere rechten, ook vooraf aan het recht op particulier eigendom. En daarom hebben de armen een natuurlijk recht op een deel van de algemene rijkdom om in leven te blijven. En dat betreft niet enkel een biologisch minimum, maar een sociaal minimum. Als je vanuit de degene die inkomen verwerft, vanuit ‘de rijke’, kijkt heeft deze redenering het volgende effect. Wat mensen verdienen in de economie valt uiteen in twee delen. Een deel moet en mag de persoon gebruiken om zelf op een fatsoenlijk niveau in leven te blijven. Een niveau dat ook gepast is bij stand, cultuur en context. De rest van het inkomen moet niet beschouwd worden als een persoonlijk bezit, maar als een surplus, als een soort ‘noodfonds’ dat rechtens gebruikt kan worden om de armen te helpen. Dit is in de huidige tijd een sterk pleidooi voor een overdracht van inkomen van rijk naar arm, voor een systeem van 12
verzorgingsstaat, voor progressieve belastingen. Dat betekent niet een maatschappij met absolute economische gelijkheid, maar een maatschappij waar een deel van de rijkdom overgeheveld wordt naar mensen met weinig inkomen. Bijvoorbeeld via bijstand, sociale verzekeringen, basisinkomen, huurtoeslagen etc. In crisistijd zal deze aftopping zelfs forser kunnen en moeten zijn. “Nivelleren is een feest”, zei de voorzitter van de PvdA Hans Spekman en trapte daarmee op een zere teen, maar ergens had hij gelijk. Nivelleren in crisistijd is moreel gezien een deugd, ook al doet het pijn. Over hoe dat praktisch moet en wat het verstandigste model is, daar gaat de ethiek niet over en zeker niet de religie, zelfs niet de paus of een Raad van Kerken. Daar telt gezond verstand, wetenschap en politieke moed. En daar hoef je geen christen voor te zijn. Stap 15: Herverdelen van arbeid Het gaat niet alleen om herverdelen van de krimpende nationale rijkdom. Het gaat ook om het herverdelen van de betaalde arbeid. In de nieuwe crisis sinds 2008 staat arbeid onder grote druk. Er is sprake van massawerkloosheid, ook bij arbeidsgehandicapten, vrouwen, jongeren, in Nederland en in zwakkere regio’s en landen. Het oude ideaal van volledige werkgelegenheid, geboren uit de Grote Crisis van de jaren dertig, is van de politieke agenda verdwenen. Ook de kwaliteit van de arbeid en de arbeidsomstandigheden staan onder druk: flexibilisering van de arbeid, verlies aan baanzekerheid, gezondheid op de werkvloer, arbeidsvreugde. De zeggenschap, ten derde, van de werknemers, in het bijzonder van hun vakbeweging, is in de afgelopen tijdperk van neoliberale hegemonie stap voor stap verminderd. En ten vierde, de bescherming van mensen die geen werk meer hebben of geen werk kunnen krijgen in crisistijd wordt beperkt. Kortere WW-uitkering, lagere normen voor passende arbeid, snellere route van ontslag naar de bijstand, geen effectieve maatregelen om arbeidsgehandicapten op te nemen in betaalde arbeid. En ik zou ook kunnen wijzen op de asymmetrische verdeling van werkloosheid tussen bijvoorbeeld jong en oud, tussen allochtonen en autochtonen of tussen Noord-Europese en Zuid-Europese landen. Dat allemaal roept grote vragen op. Hoe verhoudt nationale inzet zich tot internationale solidariteit? Eigen arbeiders eerst? Of wijzen we op het fenomeen van racisme op de arbeidsmarkt? Op de positie van arbeidsmigranten op de arbeidsmarkt? Op de positie van illegalen? De politiek zegt dat het overheidstekort niet boven de 3% mag komen, een magische grens voor bezuinigingen in Europa, maar zegt niet dat de werkloosheid niet boven de 3% mag komen, zoals het FNV bepleit, of boven de 5% zoals de commissie Melkert van de PvdA bepleit. Daar geen magische grens. Ook hier: eerlijk zullen we alles delen. Delen van de arbeid. Iedereen werk. Iedereen een onafhankelijk inkomen, als het kan. Stap 16: Eerlijk delen van de arbeid Dat kan op twee manieren. Als er in crisistijd minder betaalde arbeid beschikbaar is, dan kunnen we het geringer aantal banen delen door allemaal minder te werken. In plaats van 40 uur 32 uur werken bijvoorbeeld. Arbeidstijdverkorting heette dat in de crisis van begin tachtig. En je kunt deeltijd werk gemakkelijker maken door het invoeren van een basisinkomen voor iedereen. Als recht, niet als gunst. Met zo’n basisinkomen, ook als het laag is, kunnen mensen gemakkelijker besluiten om het beperkte werk eerlijker te delen. De tweede weg is het stimuleren van de economische groei, investeren door de overheid, het scheppen van nieuwe banen zodat er meer banen voor iedereen zijn. Ook al loopt het overheidstekort op tot boven de 3%. Maar ook hier dringt zich de morele vraag op. Waarom zouden we eigenlijk de beschikbare arbeid moeten herverdelen, waarom is werkloosheid een ramp, waarom is volledige 13
werkgelegenheid wenselijk? Waarom is het niet: eigen schuld, dikke bult? En ook: waarom zouden werknemers zeggenschap moeten hebben op arbeid en arbeidsomstandigheden? Waarom hebben arbeidsgehandicapten die minder productief zijn recht op werk? Waarom zouden we een eerlijke verdeling tussen jong en oud, tussen Noord en Zuid, tussen allochtoon en autochtoon willen of moeten nastreven? Deze vragen hebben te maken met morele motieven voor het bijsturen in crisistijd. Maar waar halen we deze morele motieven vandaan? Bevat de geschiedenis een soort ‘morele bibliotheek’, waar we raad kunnen vragen? Het antwoord is ja. Stap 17: Twee argumenten rond het herverdelen van arbeid Laat ik twee voorbeelden over het belang van arbeid en het kwaad van werkloosheid uit die historische bibliotheek kort bespreken. In de socialistische traditie is altijd heel veel belang gehecht aan het beschermen van de werkgelegenheid van de arbeiders en aan het verbeteren van de kwaliteit van het werk en de zeggenschap. Het socialisme heeft een sociaal pathos in de maatschappij gebracht, waarbij strijd tegen onrecht, emancipatie uit onderdrukking en inzet voor een betere wereld cruciaal waren. Dat zijn linkse deugden geweest. De arbeider die vecht voor zijn eigen waarde en waardigheid, voor zijn eigen vrijheid. In een vergeten taal klinkt het in het lied De Internationale zo: Ontwaakt! verworpenen der Aarde Ontwaakt! verdoemd in hong’ren sfeer Reed’lijk willen stroomt over de Aarde en die stroom rijst al meer en meer Sterft, gij oude vormen en gedachten Slaaf geboor’nen, ontwaakt! ontwaakt! De wereld steunt op nieuwe krachten begeerte heeft ons aangeraakt Het tweede voorbeeld stamt uit de christelijke traditie. Hier wordt op de mythe in het bijbelboek Genesis terug gegrepen. De mens is geschapen als een ‘arbeidend wezen’. In de encycliek Laborem exercens (1981) (Door het verrichten van arbeid) spreekt Johannes Paulus II van een ‘evangelie van de arbeid’: “In het woord van de goddelijke Openbaring ligt de fundamentele waarheid diep verankerd dat de mens, die naar het beeld van God geschapen is, door zijn arbeid deelneemt aan het werk van de Schepper” (nr. 25). Deze leer over de mens als deelnemer aan het scheppingswerk van God – in de protestantse en oecumenische traditie vaak ook aangeduid als ‘rentmeesterschap’ - kan men aantreffen in het boek Genesis, het ‘eerste evangelie van de arbeid’, maar vindt zijn voltooiing in het leven van Jezus Christus. De paus noemt Jezus Christus een ‘man van de arbeid’, zelf een ‘zoon van een timmerman’. “Jezus Christus behoort tot de wereld van de arbeid en toont waardering en achting voor de menselijke arbeid” (nr. 26). Uit deze bronnen kunnen we motieven halen om ons te verzetten tegen het grote kwaad van massawerkloosheid. Vervolgens moeten we ons gezond verstand gebruiken, niet ons geloof, om te kijken hoe dat praktisch, efficiënt en politiek haalbaar kan gebeuren. Stap 18: Het dilemma van de noodzaak tot groei en zorg voor de aarde We moeten nog een laatste stap zetten. Hier tekent een krankzinnig dilemma af. Om uit de crisis te komen, is binnen de dynamiek van het kapitalistisch systeem economische groei noodzakelijk. Om het sociale zekerheidsstelsel te betalen is meer belasting nodig en voor meer belasting is economische groei nodig. Om de werkloosheid te beperken, zelfs met 14
arbeidstijdverkorting, is economische groei nodig. Om een duurzame welvaartsstaat te behouden is economische groei nodig. Om politieke destabilisatie te voorkomen is economische groei nodig. Om arbeidsgehandicapten aan het werk te krijgen is economische groei nodig. Maar, economische groei volgens het klassieke patroon van de laatste honderd jaar vergroot de druk op het milieu met alle gevolgen voor menselijke gezondheid en klimaatverandering. De grondstoffen raken uitgeput, de biodiversiteit verkleint, de temperatuur stijgt verder, de Noordpool ontdooit, toendra’s met permafrost veranderen in methaanfabrieken, de temperatuur stijgt sneller met alle terugkoppeling naar de economie. Een duivels dilemma. De aarde en de toekomstige generaties kunnen de innerlijke drang tot ‘oneindige’ groei niet meer aan en het lot van de toekomstige generaties wordt bepaald door onze uitweg uit de economische crisis. Hoe solidair zijn we met de toekomstige generaties? Men spreekt ook wel van een intergenerationele solidariteit. Hoe solidair zijn we met de aarde? Hoe solidair zijn we met de rest van de wereld? Hoe solidair met de nieuwe generaties? De kritische vraag is dan: waarom solidair? Stap 19: Argumenten voor solidariteit met de aarde Vooraf aan alles gaat een moreel motief dat allen aangaat: het welbegrepen eigen belang. Als we niets doen gaat onze eigen aarde, gaat onze gezondheid en onze toekomst, gaan onze kinderen ten gronde. Welbegrepen eigenbelang, om te overleven. Dat is een sterk moreel motief. Daar komen andere motieven bij, aangereikt door de wereldreligies en de wereldbeschouwingen. Solidariteit wereldwijd, solidariteit met de toekomstige generaties. We vormen allemaal samen een mensenfamilie. De aarde is een geschenk, zeggen het christendom en de islam. We zijn verantwoordelijk voor het behoud van de schepping: dat drukt zich uit in rentmeesterschap. Spirituele verbondenheid met heel de aarde. Respect voor alle leven, ook van dieren en planten, zegt Lord Boeddha. Maar daar zijn er niet mee. We hebben een groot motief om iets te doen. Maar welke weg kiezen we dan en welke deugden behoren daarbij? Er zijn twee wegen om dit dilemma op te lossen met ieder eigen, aparte morele argumentaties, zo blijkt. En in een aantal workshops vandaag kun je deze wegen tegenkomen. De eerste weg is die van ‘genoeg is genoeg’. We kunnen de aarde alleen maar redden voor ons zelf en de toekomstige generaties als we de groei beperken of tot nul terug brengen, een keuze voor een stationaire economie omwille van het overleven van de mensheid en de aarde. De tweede weg is die van een duurzame groei. De groei van de economie wordt niet afgeremd, maar anders ingericht. Daarbij gaat het om investeringen en productiviteitsverhoging die gebaseerd is op herwinbare grondstoffen en op duurzame energie. En deze keuze voor een duurzame groei kan ook de economische middelen verschaffen om de grote massawerkloosheid op te lossen. 15
Stap 20: De keuze voor het genoeg en voor duurzame groei Ik zal beide strategieën verder bespreken. Bij die eerste weg van matiging van de groei, van een economie van het genoeg gaat het om soberheid en eenvoud, om het beperken van hebzucht en een nieuwe levensstijl, een zekere huiver voor rijkdom, om rentmeesterschap en zorg voor de schepping, om verantwoordelijkheid en solidariteit. Voormalig bisschop van Rotterdam, Ad van Luyn, sprak over soberheid als een christelijke deugd. In de vorige crisis begin tachtig kwam uit de kring van de Wereldraad van Kerken de beweging van de economie van het genoeg op met bekende intellectuelen als Bob Goudzwaard en Harry de Lange. Hier is beslist sprake van een protestantse, calvinistische achtergrond, van huiver voor het ongeremde vooruitgangsgeloof binnen het kapitalisme en van een theologie over rentmeesterschap. Maar ook buiten die christelijke kring kan men deze geluiden horen. De filosoof Ton Lemaire spreekt in zijn boek De val van Prometheus uit 2010 over het gevaarlijk vooruitgangsgeloof van de moderne wereld. Alles moet groeien. Groei is een seculier dogma. Maar de grenzen van de aarde en de mens zijn bereikt, schrijft hij. Prometheus die het vuur van de vooruitgang van de goden stal is gevallen. De aarde is begonnen signalen te geven, schrijft hij, om ons uit deze Prometheus-droom te wekken. Hij is pessimistisch gestemd. Anderen zeggen dat er een tweede weg is. De uitweg uit de crisis is groei, maar dan wel duurzame groei. Investeren in nieuwe technologie die natuur en milieu ontziet, die de uitputting van de grondstoffen tegengaat, energie-neutrale huizen bouwt, zonnepanelen op het dak zet. Etc. Dat concept vind je in vele rapporten en manifesten. De Sociaal Economische Raad (SER) publiceerde in 2010 een groot rapport over Meer werken aan duurzame groei. FNV koos samen met Natuur en Milieu in 2009 voor een Green New Deal en publiceerde een Sociale en Groene Investeringsagenda. En in 2013 publiceerde de Melkert-commissie van de PvdA het rapport De bakens verzetten en koos voor een Groene Groei. Er zijn ook instanties die vanwege de bankencrisis pleiten voor een duurzaam geldstelsel en duurzame banken, bijvoorbeeld de Triodos. Het scenario van duurzame groei wordt niet gekenmerkt door een huiver voor rijkdom, door de deugd van soberheid, door kritiek op egoïsme en hebzucht, maar eerder door het geloof in de scheppingskracht van de mens, in creativiteit, geloof in zijn inventiviteit, de mens als mede-werker van God in plaats van enkel als rentmeester. De mens als creatief wezen, niet als sober wezen. Hoe te kiezen tussen beide wegen? De ene moraal is niet per se beter dan de andere. Ik leg enkele vragen voor. Als we door soberheid de crisis verlengen en de werkloosheid vergroten, wat dan? Geld moet rollen, zeiden ze vroeger. Als we door grote investeringen in milieuvriendelijke technologie het overheidstekort opjagen en daardoor de rente op de kapitaalmarkt voor Nederland verhogen en het vertrouwen van de beurzen verkleinen? Hier helpt geen moraal, geen religieuze bronnen. Hier helpt gezond verstand, kennis en politieke wil. Maar de morele bronnen geven aan hoe urgent de drie sociale kwesties van herverdeling van inkomen, arbeid en de aarde zijn. Het is vijf voor twaalf. Er moet iets gebeuren. Stap 21: Is de laatste stap gezet? Zijn we nu boven op de berg aangeland met een zuiver zicht over het land van geld en deugden? Nou nee, zo’n heldere, eenduidige en vooral ook exclusieve waarheid bestaat er in onze multiculturele, multireligieuze, veelkleurige wereld niet meer. We leven met elkaar in een veelvoudige wereld met vele bronnen van bezinning. Soms sluiten ze elkaar uit, soms vullen ze elkaar aan. Vaak leveren ze een verrassende synergie. Ik had ook nog voorbeelden uit de islamitische traditie kunnen geven die over Allah als de barmhartige spreken en de mens oproepen tot barmhartigheid en delen en die het moderne bankensysteem met haar rente afwijzen. 16
Ik had boeddhistische bronnen kunnen gebruiken die over compassie spreken, over het ideaal van een bodhisattva en over het delen van arbeid om niet en over de ‘middenweg’. Maar dat doe ik niet. Stap 22: De laatste stap van vandaag Laat ik tot slot de woorden van de nieuwe, sociale paus Franciscus citeren. Ze stammen uit de vorige week gepubliceerde tekst Evangelii Gaudium/De vreugde van het evangelie. Ze klinken radicaal. “Veel woorden zijn ongemakkelijk voor het bestaande systeem. Het is lastig als men over ethiek spreekt, het is lastig als men over een wereldwijde solidariteit spreekt, het is lastig als men over een herverdelen van de bezittingen spreekt, het is lastig als men over het verdedigen van de werkgelegenheid spreekt, het is lastig als men over een God spreekt die inzet voor gerechtigheid eist. […] We mogen niet meer op de blinde krachten en de onzichtbare hand van de markt vertrouwen. […] Ik wil helemaal niet een onverantwoord populisme verdedigen, maar de economie mag niet teruggrijpen op ‘geneesmiddelen’, die een nieuw vergif zijn. Bijvoorbeeld winsten vergroten via de afbraak van werkgelegenheid. Dat brengt alleen maar nieuwe ‘marginalen’ voort.” (EG, 203-204). Stap 23: Nagift ‘Eerlijk zullen we alles delen’ is het motto van dit Symposium en deze werkdag. Ik heb de bron van dit motto opgezocht. Zie de maan schijnt door de bomen Makkers staakt uw wild geraas ‘t Heerlijk avondje is gekomen ‘t avondje van Sinterklaas. Vol verwachting klopt ons hart Wie de koek krijgt, wie de gard Vol verwachting klopt ons hart Wie de koek krijgt, wie de gard O wat pret zal ‘t zijn te spelen Met die bonte harlekijn Eerlijk zullen we alles delen suikergoed en marsepein Maar, o wee, o bitt’re smart kregen wij voor koek een gard Maar, o wee, wat bitt’re smart kregen wij voor koek een gard Maar ik vrees niet dat wij klagen Vader, Moeder zijn te goed Was het ook niet alle dagen meestal waren wij toch zoet Ban dus vrij de vrees uit ‘t hart ‘k Wed er ligt geen enk’le gard Ban dus vrij de vrees uit ‘t hart ‘k Wed er ligt geen enk’le gard.
17
De tekst van dit lied is geschreven door Jan Pieter Heye en de muziek is van Hendrik Viotta. Het lied werd voor het eerst gepubliceerd in 1843. Heye was een arts die bekende liederen schreef als: Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot, In het groene dal, in het stille dal, Zie de maan schijnt door de bomen, Een karretje op den zandweg reed en De Zilvervloot In dit lied zit veel moraal, al is het voor kinderen. Eerlijk delen, maar misschien krijgen we wel de gard, de roede, straf. Worden we naar Spanje meegenomen, waar helemaal geen werk te vinden is. Maar de kinderen worden gerust gesteld. Vader en moeder zijn te goed om dat toe te laten en wij kinderen zijn toch niet zo stout geweest: “Ban dus vrij de vrees uit ‘t hart / ‘k Wed er ligt geen enk’le gard.” Dat is het burgermoralisme van de 19e eeuw. Zoet zijn en bang voor straf. Met burgermoralisme zullen we huidige crisis niet oplossen. Daarvoor zijn meer een sociale moraal en politieke strategie nodig, niet enkel zoet zijn en een goede vader en moeder. Ook nieuwe experimenten en projecten zijn nodig, bijvoorbeeld die vandaag in de workshops besproken worden. Ik hoop dat we zo inspiratie opdoen voor de weg die we te gaan hebben.
18
Deel II: Workshops Nadruk op workshops Het Symposium ‘Eerlijk duurt het langst’ uit 2012 werd gekenmerkt door een informatieve en ethische benadering, die veel stof tot nadenken gaf. Het digitale verslagboek is te vinden op: http://www.disk-arbeidspastoraat.nl/crisis10.pdf. In 2013 willen de organisatoren tijdens het Symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’ de aandacht vestigen op handelingsperspectieven, het in het in praktijk brengen van een eerlijkere economie en hoe deze vorm te geven in het dagelijks leven. Er zullen twee verschillende rondes voor workshops worden verzorgd door een aantal organisaties, waarbij iedere deelnemer aan per ronde één workshop zal kunnen deelnemen. Naar gelang het aantal deelnemers aan de dag kunnen per workshop 10 tot 20 deelnemers meedoen. De workshops hebben telkens een duur van ongeveer 1,5 uur. Kernvragen voor deze dag en de leidraad voor een workshop zijn: * Hoe de organisatie een bijdrage levert aan een eerlijke(re) economie? (Waarom en vooral ook hoe). * Het delen van ervaringen en inzichten die zijn opgedaan, met name met het oog op navolging door de deelnemers aan de workshop. * Het geven van concrete handelingsmogelijkheden aan de deelnemers (Wat doet de organisatie en wat kunnen anderen doen?). * Het betrekken van de deelnemers bij de workshop (interactie in plaats van een lang college of stevige lezing om zo de focus op het praktische te vergroten). Tijdens de pauzes, tussen de workshops door en aan het einde van de dag kunnen de deelnemers aan het Symposium een stand of tafel met informatie van de verschillende organisaties bezoeken.
IIA: De workshops zoals ze voorbereid zijn en met folders op het internet aangekondigd zijn 1. Landelijk Bureau DISK: Spelworkshop Spelenderwijs Duurzaam Landelijk bureau DISK heeft dit voorjaar het spel Duurzaamheid: waar geef jij je talenten aan? uitgebracht. Een voorproefje van het spel is te vinden op de website www.duurzaamheidentalenten.nl. Het spel is geschikt voor iedereen - jong en oud - die zich wil inzetten voor duurzaamheid. Je kunt het spel alleen, maar ook in een kleine groep spelen. Je ontdekt op een speelse manier hoe je je talenten (nog beter) kunt inzetten voor duurzaamheid, dat wil zeggen voor oplossingen die het evenwicht bewaren tussen nu en later, hier en elders in de wereld én tussen people, planet en profit. Na afloop van de workshop kun je een spelbox aanschaffen, zodat je in je eigen omgeving nog meer varianten van het spel kunt spelen. De workshop wordt verzorgd door de maker van het spel, Gerard van Eck. Hij kent de mogelijkheden van het spel als geen ander. 19
2. Cordaid – Bond zonder naam (is niet doorgegaan) Cordaid is al bijna 100 jaar betrokken bij armoedebestrijding in Nederland en Wereldwijd. Met de komst van de welzijnsstaat kwam het accent op ontwikkelingssamenwerking te liggen. Toch zijn we altijd betrokken geweest bij armoedebestrijding in Nederland. Armoede in Nederland bestaat. De overheid trekt zicht terug en het armoedebeleid wordt nu neergelegd bij gemeenten. Het budget en de ondersteuning nemen af en de verantwoordelijkheid om maatschappelijke vraagstukken van energie, zorg en armoede aan te pakken wordt bij de burger gelegd. Cordaid steunt lokale initiatieven die de eigen kracht van mensen versterken, zoals sociaal ondernemerschap, actief burgerschap en community initiatieven. Eerlijk delen en handelsmogelijkheden creëren we met elkaar. Door een zakelijke aanpak met sociale impact bundelen we krachten om zo met lokale coöperaties innovatieve en duurzame business modellen te ontwikkelen. In de workshop willen we ervaringen met nieuwe innovatieve initiatieven van sociaal ondernemerschap met elkaar delen en kijken naar de rol van de verschillende betrokken partijen. 3. Transition Towns - Economie van onderop (is samengevoegd met Omslag) Transition Towns (TT) zijn burgerinitiatieven (ruim 80 in Nederland, duizenden wereldwijd) waarin men streeft naar het terugbrengen van veerkracht in de lokale samenleving. Achtergrond is het samenkomen van drie mondiale crises: klimaatverandering, het einde van het (goedkope) olietijdperk en de ecologische noodzaak om ons economische groeimodel drastisch te hervormen. TT-groepen gaan in hun eigen woonplaats aan de slag rond allerlei thema’s om een duurzame samenleving te helpen creëren die veel aantrekkelijker is dan hetgeen waar we bij ongewijzigd beleid op af stevenen. TTwerkgroepen zijn actief rond o.a. lokale voedselproductie, educatie, verkeer/vervoer, energie, en ook de promotie van een duurzame, lokale economie. Dat laatste is precies waar het in deze workshop van Paul Hendriksen om draait. Hoe creëer je een economie die zich houdt aan ecologische grenzen en die het scheppen van meerwaarde voor de lokale gemeenschap als prioriteit heeft? Hendriksen (46) is een van de oprichters en woordvoerders van de Nederlandse tak van de Transition Towns beweging. Meer info over TT Nederland: www.transitiontowns.nl 4. Triodos - “Iedereen is bankier” Geld is onmisbaar in ons dagelijks leven. Bij veel van onze beslissingen laten we ons leiden door de aanwezigheid van - of het gebrek aan financiële middelen. Soms zijn we geneigd om onze mate van geluk af te meten aan de hoeveelheid geld die we bezitten. Kortom: geld is een belangrijke factor in ons leven en waar geld is, daar zijn ook banken. Banken hebben een speciale plek in onze maatschappij. Zij bewaren in feite ons geld en zorgen ervoor dat we hier via internet of door het gebruik van onze bankpas over kunnen beschikken. Maar wat doen banken eigenlijk met ons geld? Wat verwachten we eigenlijk van een bank? En wat is onze eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van de bank waar we klant zijn? 20
Triodos Bank organiseert een workshop rondom deze vragen. Triodos Bank is een van de duurzaamste banken ter wereld en stelt zich ten doel om geld te laten werken aan positieve maatschappelijke, ecologische en culturele veranderingen. De workshop wordt gegeven door Léonhard ten Siethoff. Hij werkt ruim dertien bij Triodos Bank en is Senior Relatiemanager Private Banking. In die functie is hij verantwoordelijk voor vermogensstructurering ten behoeve van vermogende kerken en congregaties en charitatieve instellingen. 5. Stichting STRO (Sociale Trade Organisation) - ‘Het Nieuwe Geld’ Economische crisis? Stijgende werkloosheid? Het eind van de euro? De Social Trade Organisation (STRO) ontwikkelt en test alternatieven voor het huidige geldsysteem: bedrijven en particulieren gebruiken een eigen lokale munt voor handel binnen hun regio en de reguliere munt voor handel buiten de regio. Voordelen: meer lokale en duurzame economische activiteit en werkgelegenheid, goedkopere leningen en geen speculatie. In deze workshop legt STRO medewerker Jaap Vink uit: * Hoe werken alternatieve geldsystemen? * Wat voor lokaal geld projecten zijn er in Nederland? * Hoe kunt u mee doen met een lokaal geld project? Deelnemers aan de workshop wordt gevraagd om hun input: wat is er allemaal voor nodig om lokaal geld initiatieven een doorbraak te laten maken naar het grote publiek? Bij de stand van STRO op het symposium kan het nieuwste doorgeefboek van STRO ‘Een ander soort geld’ gratis worden afgehaald. www.socialtrade.nl www.facebook.com/socialtrade www.twitter.com/socialtradeorg 6. SchuldHulpMaatje - Een sterk interkerkelijk netwerk op terrein van vrijwillige schuldhulp (is niet doorgegaan) Veel mensen met schulden staat het water aan de lippen. Het aantal mensen met (het risico op) schulden stijgt nog steeds. Sinds 2011 is op bijna 60 plaatsen een lokaal initiatief SchuldHulpMaatje gestart waarin plaatselijke kerken en organisaties samenwerken en vrijwilligers inzetten om mensen met schulden te begeleiden. Deze vrijwilligers zijn getraind om mensen effectief en preventief te begeleiden naar een schuldenvrij leven. De resultaten zijn zeer bemoedigend. Het netwerk zet zich ook in voor verbeteringen in beleid. In de workshop naast een introductie op de doelstellingen, werkwijze en praktijkervaringen van het netwerk SchuldHulpMaatje is ook ruimte voor uitwisseling over eigen vragen en ervaringen op terrein van schulden en schuldhulpverlening. De workshop wordt begeleid door Carla van der Vlist, teamleider Kerk in Actie Binnenlands Diaconaat en voorzitter landelijke Projectalliantie SchuldHulpMaatje. Voor meer informatie kijk alvast op www.schuldhulpmaatje.nl of www.uitdeschulden.nu 7. Justitia et Pax - ‘Mensenrechten, wat kost dat eigenlijk?’ Justitia et Pax staat voor mensenrechten en sociale gerechtigheid. Wereldwijd en in Nederland. We werken aan duurzame vrede en een rechtvaardige wereldsamenleving. 21
Dit doen we op verschillende manieren. We werken met onze partners aan capaciteitsversterking, zetten ons in voor mensenrechtenverdedigers, voeren lobby voor politieke, sociale en economische rechten en verbinden op verschillende niveaus organisaties en ideeën met elkaar. Met onze ‘mensenrechtenbril’ kijken we naar het huidige economische systeem. Een systeem waar de sterkste heerst, of beter gezegd, de rijkste, een systeem van uitsluiting en soms ook van uitbuiting, een systeem dat draait om geld. Alle dingen die wij dagelijks gebruiken, ons eten en drinken, elektriciteit, water, vervoer, kleding, telefoon en computer hebben een prijs. Zo kost een brood een paar Euro, een liter water nog geen Eurocent en een computer een paar honderd Euro. Maar waarom eigenlijk? Wie bepaalt dat? En waar is het op gebaseerd? Veel lijkt vanzelfsprekend, maar is het dat wel? En misschien wel het belangrijkst, wat zouden onze producten kosten als ze duurzaam geproduceerd zouden worden met respect voor de rechten van de mens? Tijdens de workshop zetten we de dagelijkse vanzelfsprekendheden even naast ons neer, laten we de prijs even de prijs en gaan we op zoek naar de verschillende waarden ‘achter’ deze prijs. Waarden zoals duurzaamheid, milieu, mensenrechten en menselijke waardigheid. En stellen we onszelf de vraag: ‘mensenrechten, wat kost dat eigenlijk?’. 8. Arme Kant van Nederland/EVA - Barmhartigheid en gerechtigheid Doel: binnen de kerken discussie bevorderen omtrent de eigen rol bij armoedeproblematieken en hulp aan mensen in nood. Door de jaren heen heeft de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA de rol van kerken gethematiseerd. Al bij de oprichting werd opgeroepen tot een breuk met de traditionele rol van armenzorg en liefdadigheid. Het opkomen voor het recht van de armen, bondgenoot zijn in de strijd voor structurele verbeteringen moest voorop komen te staan. In de loop van de jaren is dit thema steeds onder de titels ‘Armoede is onrecht’, ‘Helpen onder protest’ en ‘Barmhartigheid én gerechtigheid’ teruggekomen. Vanuit de politiek zijn er recentelijk uitspraken gedaan over de positie van de kerken en de rolverdeling tussen overheid en kerken en maatschappelijk middenveld, die veel beroering hebben gewekt. Armoede zou volgens deze politici een positieve functie hebben voor de samenleving, omdat het de mogelijkheid biedt om barmhartigheid te bewijzen aan de armen. De kerken en andere organisaties in het maatschappelijk middenveld krijgen daarbij de taak toebedeeld om met deze barmhartigheid de tekortkomingen van de overheid aan te vullen. Ook binnen de kerken zelf lopen de praktijk en de meningen over de rol en verantwoordelijkheid van kerken inzake armoede uiteen. In deze workshop gaat het dus om de spanning tussen de dienst van barmhartigheid (het helpen van de mens in nood), en de dienst van gerechtigheid (voorkomen dat mensen in nood komen, door eerlijke systemen te bevorderen). De workshop wordt begeleid door Dr. Trinus Hoekstra, projectmanager bij Kerk in Actie en mededirecteur van landelijk bureau DISK, en Dini van Velthooven-Olde, lid van de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA.
22
9. Genoeg - Naar een economie van genoeg ‘Genoeg’ is hét tijdschrift over duurzaam leven, met minder spullen, meer kwaliteit, minder gedoe en meer tijd. ‘Genoeg’ biedt elke twee maanden inspiratie en praktische informatie voor een creatiever leven met minder geld. Daarnaast is Genoeg de beweging van consuminderen of: less is more. Over dat alles gaat de workshop van Heleen van der Sanden, die tevens uitgever is van het tijdschrift ‘Genoeg’. Meer informatie is te vinden op de website www.genoeg.nl. 10. Emmaus Beweging - Eerlijk delen!? (is niet doorgegaan) Emmaus is een internationale beweging van Franse herkomst. De Emmausbeweging is ontstaan in het naoorlogse Parijs, in de tijd van de wederopbouw van de jaren ’50, De beweging is nu op vier continenten, in 37 landen met 337 erkende lidorganisaties te vinden. De kern van de beweging ligt binnen die lidorganisaties. Het overgrote deel van de lidorganisaties zijn woon- en werkgemeenschappen. Een deel van de leden zijn mensen die voor een sobere leef- en werkstijl kiezen die gebaseerd is op delen. De andere leden zijn veelal mensen die vanuit een noodsituatie bij Emmaus belanden en daar, door mee te werken, te delen met anderen, hun eigenwaarde herontdekken. Dat geeft hen de kracht om hun eigen lot in handen te nemen en te hun problemen op te lossen. De gemeenschappelijke factor is het samen wonen en het samen werken. Het wonen gebeurt in gemeenschapsverband, het werk is over het algemeen kringloopwerk. Dat laatste wil zeggen het verzamelen, bewerken en verkopen van wat de maatschappij afval durft te noemen en daarom weggooit. De workshop laat zien wat Emmaus is en betekent, maar ook dilemma’s rond eerlijk werken en delen komen aan bod. Er valt te luisteren, te zien, maar deelnemers worden ook geprikkeld om mee te doen en denken. 11. Vincentiusvereniging ’s-Hertogenbosch - beweging van barmhartigheid (is niet doorgegaan) De Vincentiusvereniging in ’s-Hertogenbosch is actief op velerlei gebied: kringloopwinkel, sociaal restaurant, directe financiële hulpverlening, boeken- en speelgoedbeurs, sociale activering, het aanbieden van vakanties in onze caravan en het organiseren van een breed kerstfeest voor mensen die heel goed een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Daarnaast participeert de vereniging in een aantal samenwerkingsverbanden in sociale activering en ondersteunt geldelijk een aantal organisaties als de voedselbank en de winterinloop voor dak- en thuislozen. Onze vereniging is nu zo’n 160 jaar present in onze lokale samenleving met thans ongeveer 250 vrijwilligers, helpt honderden steunzoekers per jaar een heeft een omzet van ruim een half miljoen euro. Onze organisatie heeft één betaalde kracht; geen der vrijwilligers of bestuursleden ontvangt enige vorm van betaling. Doel van de workshop is het overdragen van informatie over motivatie, werkwijze, inzet en organisatievorm. Daarnaast stellen wij voor te discussiëren over de rol en betekenis van dit soort charitatieve organisaties in onze samenleving tijdens de huidige ingrijpende economische en sociale omwenteling. 23
12. Omslag - Werkplaats voor Duurzame ontwikkeling (samen met Transition Towns) Omslag, Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling, brengt mensen bijeen rond de thema’s milieu, vrede, werk, cultuur, economie en solidariteit. Met acties, publicaties en doeactiviteiten werkt Omslag aan een kleurrijke, duurzame samenleving. Sinds de oprichting in 1994 is Omslag betrokken bij vele initiatieven die te maken hebben met een andere, meer duurzame en rechtvaardige economie. Enkele voorbeelden hieronder, veel meer is te vinden op www.omslag.nl. - Omslag introduceerde in 1995 de Internationale Niet-Winkeldag (Buy Nothing Day) in Nederland. De Niet-Winkeldag 2013 valt op zaterdag 30 november! (zie www.koopniets.nl). - Het ‘Servicepunt Anders Wonen Anders Leven’ van Omslag bundelt informatie over vele vormen van collectief, duurzaam of meer zelfvoorzienend wonen (zie www.omslag.nl/wonen). - Omslag propageert de Wereldmaaltijd: er is voedsel genoeg voor iedereen, als we maar eerlijk delen (zie www.wereldmaaltijd.nl). - Omslag was sterk betrokken bij de opkomst van de Transition Town-beweging in Nederland (zie www.transitiontowns.nl). Gewone mensen maken in hun alledaagse leven vele keuzes, die de economie in een bepaalde richting sturen. In de workshop inventariseren we de mogelijkheden en het streven is dat alle deelnemers naar huis gaan met drie concrete suggesties die ze meteen in hun eigen leven kunnen toepassen. Veel meer is te vinden in het tijdschrift ‘ZOZ’ dat Omslag uitgeeft (zie www.omslag.nl/zoz). Alle deelnemers aan de workshop ontvangen desgewenst het eerste nummer van ZOZ dat in 2014 verschijnt. 13. Kerk in Actie - Groene kerken bewegen naar duurzaamheid (is niet doorgegaan) Duurzaamheid is een veelgehoord begrip - ook in de kerk. Van verkooptafel voor fairtradeproducten tot een stevig beleid over hoe duurzaam de kerk wil zijn. In andere kerken ligt de nadruk op verwondering over de Schepping en zorg voor de natuur. En vele - zo niet alle - kerken zien om naar mensen die lijden onder de gevolgen van armoede en onrecht. Naast het bidden en geven van geld voor diaconale projecten, is er een groeiende vraag naar meer doen dan dat. Of beter gezegd; meer doen dan dat. Met de Groene Kerkenactie willen Kerk in Actie en Tear stimuleren dat kerken duurzamer en groener worden en dat die kerken - van beginner tot duurzame expert - elkaar kunnen vinden en stimuleren. De actie richt zich op alle kerk- en geloofsgemeenschappen die actief aan het werk willen gaan met duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en het vergroenen van de eigen gemeenschap. Bij het uitvoeren van het Symposium bleek dat er uiteindelijk minder aanmeldingen waren dan waar de organisatoren op hadden gehoopt. Ook kenden enkele aanbieders van een workshop praktische problemen (door ziekte), waardoor de uitvoering in het geding kwam. Uiteindelijk zijn er uit het gehele aanbod zeven workshops gehouden. In het navolgende komen daar inleidingen en/of verslagen van aan de orde.
24
IIB: Verslagen van de workshops Bij de uitvoering van de dag zijn twee workshops één ronde gehouden en enkele workshops weggevallen. De volgende workshops zijn gehouden. 1. Workshop Duurzaamheid: waar geef jij je talenten aan? Landelijk bureau DISK heeft dit voorjaar het spel Duurzaamheid: waar geef jij je talenten aan? uitgebracht. Deelnemers aan de workshop Spelenderwijs duurzaam kregen de mogelijkheid om te ervaren hoe het spel gespeeld wordt. Ze speelden een variant waardoor ze scherper zicht kregen op de maatschappelijke thema’s waar ze zich bij betrokken voelen. Uit in totaal 38 kaartjes koos iedere deelnemer drie thema’s. Vervolgens lichtten de deelnemers in kleine groepjes hun keuze toe. Ze besteedden daarbij aandacht aan hoe hun betrokkenheid bij de thema’s is ontstaan en wat ze met hun betrokkenheid doen. Wat opviel was de ontspannen sfeer waarin dit gebeurde. Er werd veel gelachen. Na afloop keken de deelnemers terug op hoe ze het spelen ervaren hadden. Ze waren zonder uitzondering verrast, dat ze als onbekenden zo snel diepgaand met elkaar in gesprek kwamen. Ook zagen ze goede mogelijkheden om het spel in hun eigen situatie te spelen. Vervolgens legde Gerard van Eck, de bedenker van het spel, uit hoe de andere onderdelen van het spel in elkaar steken. Het spel is geschikt voor iedereen vanaf een jaar of 16 die zich wil inzetten voor duurzaamheid. Je kunt het spel alleen, maar ook in een kleine groep spelen. Je ontdekt op een speelse manier hoe je je (nog beter) kunt inzetten voor duurzaamheid, dat wil zeggen voor oplossingen die het evenwicht bewaren tussen nu en later, hier en elders in de wereld én tussen people, planet en profit. In een handleiding staan 28 spelvarianten beschreven, maar er laten zich nog meer varianten bedenken, toegesneden op de situatie waarin je het spel wilt gebruiken. Er zijn varianten die je een scherper zicht bieden op de binnenkant van duurzaamheid (inspiratiebronnen, betrokkenheid en waarden); maar ook varianten die de blik juist richten op de buitenkant van duurzaamheid (activiteiten, rollen, omgeving). Meer informatie is te vinden op de website www.duurzaamheidentalenten.nl. Op deze website is een demoversie van het spel te spelen. Je kunt daar ook een exemplaar van het spel bestellen.
25
2. Workshop Triodos - ‘Iedereen is bankier’ De workshop ‘Iedereen is bankier’ door Leonhard ten Siethoff van Triodos Bank ging over de relatie tussen banken en haar stakeholders, zoals spaarders, beleggers, kredietnemers, aandeelhouders en medewerkers. Bij aanvang van de workshop kreeg elke deelnemer de vraag om voor zichzelf te formuleren wat hij of zij het liefst zou willen veranderen of zou willen bereiken in de wereld. Hoewel deze wensen vervolgens in de workshop beperkt aan de orde kwamen, vormde deze opdracht een interessante opmaat om je te verplaatsen in de rol die een bankier eigenlijk ook een beetje heeft. Banken hebben tenslotte een speciale plek in onze maatschappij. Particulieren en ondernemingen vertrouwen hun geld aan banken toe, in het vertrouwen dat banken daar verantwoord mee omgaan en gebruiken om nieuwe ontwikkelingen te financieren. Het besef dat iedere economische beslissing ook een morele consequentie heeft, leidde tot een geanimeerd gesprek tussen de deelnemers aan de workshops. Soms bleek de tijd zelfs tekort, zodat ook tijdens de pauze en na afloop er met enkele deelnemers uitgebreid werd nagepraat. De workshop werd afgesloten met een korte film waarin een mooi beeld werd gegeven van het feit dat kleine handelingen soms tot grote veranderingen kunnen leiden. ‘Klein als het nieuwe groot’. Onderstaand enkele plaatjes uit de presentatie:
26
3. Workshop STRO ( Social Trade Organisation) - Het nieuwe Geld Op 30 november organiseerden arbeidspastoraat DISK, de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) en Justitia et Pax in Den Bosch het symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’. Projectmanager Jaap Vink van STRO gaf die dag uitleg in de workshop ‘Het Nieuwe Geld’. Hoe werken alternatieve geldsystemen? Welke lokaal geldprojecten zijn er in Nederland? Hoe kunt u meedoen met een lokaal geldproject? Deelnemers aan de workshop, die twee keer gegeven werd, waren enthousiast maar hadden ook veel kritische vragen. Werkt dit wel? Mag dit wel? Lokaal geld is ook in Nederland aan een opmars bezig is, hetgeen bleek uit een aantal deelnemers aan de workshop dat zelf actief bezig is met lokaal geld. Behalve leden van zogeheten LETS systemen uit Houten en Den Bosch, waren ook de initiatiefnemer van Tijdbank Tijdpunten (http://www.tijdpunten.nl/) aanwezig en vertegenwoordigers van initiatieven in voorbereiding in Eindhoven en Tilburg. Workshop Social Trade Organisation: Het Nieuwe Geld Symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’, 30 november 2013
1. Inhoud: • Social Trade Organisation. • Crisis huidig geldsysteem. • Nieuw Geld: vele vormen. • Nieuw Geld: praktijk in Nederland. • Meer informatie over STRO en Nieuw Geld. 2. Nieuw Geld en de Social Trade Organisation • Social Trade Organisation (STRO): onderzoekt, ontwikkelt en brengt Nieuw Geld systemen in praktijk. • Doel korte termijn: sterke en duurzame lokale economieën. • Doel lange termijn: een ander geldsysteem wereldwijd. 3. Social TRade Organisation (STRO) • Stichting opgericht in 1970. • Missie: het ontwikkelen en introduceren van (economische) structuren die duurzamer zijn dan de huidige structuren. • Kantoren in Utrecht, Spanje, Brazilië, Uruguay en Honduras met 25 medewerkers.
27
• Aanpak: analyse / publicaties, demonstratie projecten en advies en software voor Lokaal Geld projecten. • Financiers: donateurs, Stichting DOEN (Postcodeloterij), Europese Unie, Regering Uruguay. 4. Crisis huidig geldsysteem: • Economie: hoge werkloosheid, bedrijven failliet. • Milieu: economie groeit ten koste van milieu. • Armoede: ongelijke verdeling van geld door rente. 5. Hervorming geldsysteem
1.Nieuw Geld: specialiteit STRO. 2.Aanpakken belastingparadijzen. 3.Tobin Tax (belasting op het financieel verkeer). 6. Nieuw Geld: het basisidee I • Een economie heeft smeermiddel nodig.
7. Nieuw Geld: het basisidee II • En toen was er GELD.
28
8. Nieuw Geld: het basisidee III • Verkopen en kopen van producten en diensten wordt met geld verrekend.
9. Nieuw Geld: het basisidee IV • Wat als er te weinig smeermiddel is?
10. Nieuw Geld: het basisidee V • Nieuw Geld: een eigen betaalmiddel, al dat niet uitwisselbaar met de euro.
11. Nieuw Geld: grote diversiteit • Doel: sociale banden versterken, goedkoop krediet, meer lokale handel, meer banen, etc. • Doelgroep: particulieren, boeren, bedrijven, overheden, etc. • Dekking: vertrouwen, geld, producten. • Vorm: papier of digitaal. • Schaal: wijk, stad, regio, land. • Verschillende modellen. 29
12. Doel Nieuw Geld • Sociale banden versterken: LETS (Local Exchange Trading System), tijdbanken, Makkie. • Meer lokale handel en banen: barter, C3. • Goedkoop krediet: C3, gemeenschapsbanken Brazilië. • Aantrekken goedkoop kapitaal: Costa Rica. 13. Doelgroep • Particulieren: LETS, Regiogeld. • Zorg: WeHelpen, Sankt Gallen (Zwitserland). • Boeren: Honduras, Costa Rica. • Bedrijven: WIR (Swiss Economic Circle of Duits: Wirtschaftsring Genossenschaft). • (lokale) overheden: Oostenrijk, Catalonië, Uruguay. 14. Doelgroep • Particulieren: LETS, Regiogeld. • Zorg: WeHelpen, Sankt Gallen (Zwitserland). • Boeren: Honduras, Costa Rica. • Bedrijven: WIR. • (lokale) overheden: Oostenrijk, Catalonië, Uruguay. 15. Dekking Nieuw Geld • Vertrouwen: ik verdien lokaal geld en vertrouw erop dat ik dat bij iemand anders kan uitgeven. Voorbeelden:LETS, tijdbanken. • Producten: lokaal geld is inwisselbaar voor producten, bv. voedsel, biobrandstof, bioscoopkaartjes. • Geld: lokaal geld is inwisselbaar voor euro / nationale munt, meestal tegen een omwisselkoers. Voorbeelden: C3, Regiogeld. 16. Vorm: papier of digitaal
17. Digitaal Lokaal Geld • Cyclos software voor online en mobiele betalingen. • In gebruik bij iets minder dan 100 projecten wereldwijd. • www.cyclos.org
30
18. Betalen en cash lenen
19. Schaal Nieuw Geld • Wijk: minder dan 50 gemeenschapsbanken in sloppenwijken in Braziliaanse steden; Brixton Pound. • Stad: LETS, tijdbanken. Bristol, Nantes, etc. • Regio: Regiogeld in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. • Land: WIR in Zwitserland. 20. Nieuw Geld in Nederland • LETS. • Tijdbanken. • Barter. • STRO plannen voor innovatief krediet. 21. LETS • Deelnemers kopen en verkopen spullen en diensten en betalen daarvoor met LETS punten. • Deelnemers voornamelijk particulieren, weinig bedrijven. • Gemiddeld 100 leden. 22. LETS • 89 LETS in NL (2012). Op de sheet staat een plaatje van Nederland en groen aangeduide regio’s met een LETS. • LETS contact: www.letscontact.nl/ 23. Tijdbanken • Zelfde idee als bij LETS, maar bij tijdbanken betalen deelnemer elkaar met ‘uren’. • Elk uur is evenveel waard, of het nu gaat om juridisch advies of babysitten. 24. Tijdbanken in Nederland • TimeBank. 1.000 leden. Vestigingen in Den Haag en Amsterdam. Bij serieuze belangstelling ondersteuning nieuwe vestigingen. www.timebank.cc • WeHelpen. Landelijke opererende tijdbank om vrijwilligerswerk (in mantelzorg) te stimuleren. 6.000 leden, mogelijkheid eigen subgroep. www.wehelpen.nl • Makkie. Tijdbank in Indische Buurt Amsterdam. www.makkie.cc • Zuiderling. Tijdbank Rotterdam-Zuid. www.zuiderling.nl • Bolster. Tijdbank Julianadorp (NH). www.bolster.cc. 31
25. Barters • Zelfde idee als LETS, maar deelnemers zijn bedrijven. • Beheerd door barterbedrijf dat inkomsten haalt uit heffingen op iedere transactie. • Aantrekkelijk voor bedrijven om ongebruikte capaciteit te verkopen, bv. lege hotelkamers, ongebruikte advertentieruimte in tijdschrift. 26. Barters in Nederland • TradeXchange www.tradexchange.nl/ • Barter your Business: Noord-Holland. www.barteryourbusiness.nl/barter • Tradeqoin: net van start www.qoin.org/nl/tradeqoin/ • DAM: alleen in Rotterdam www.rotter-dam.nl 27. STRO plannen in NL: krediet netwerk • Netwerk waar bedrijven in gehele keten risico op wanbetaling krediet delen, daardoor goedkoop krediet voor MKB mogelijk. • Soort barter, maar mogelijkheid tot omwisselen bartereenheden voor euro’s. • Test in 3 pilots in UK, Spanje en Italië. • STRO in gesprek met potentiële partners voor toepassing in NL. • MKB partners kunnen aansluiten. 28. Wat is nodig voor succesvol Nieuw Geld project? • Hoe dit soort projecten in de markt zetten? • Wat nodig om u over te halen mee te doen als particulier? En als bedrijf? • Kent u partijen in Nederland die interesse zouden hebben om te helpen bij de invoering van het kredietnetwerk? 29. Geld en Duurzaamheid boek Geld en duurzaamheid
30. Boek Nieuw Geld • Voorjaar 2014 nieuw STRO boek met uitleg van innovaties, achtergrond en praktijk • Voorpublicatie hoofdstuk 1 na afloop workshop of bij stand. • Voorinschrijving: boek gratis opgestuurd. Als je het hebt gelezen: of doorgeven aan iemand anders; of betalen; of terugsturen.
32
32. Meer informatie • STRO-NL: www.socialtrade.nl • Cyclos: www.cyclos.org • Facebook: www.facebook.com/socialtrade • Twitter: @SocialTradeOrg • Nieuwsbrief •
[email protected] of 030-2314314 4. Workshop Justitia et Pax – Mensenrechten, wat kost dat eigenlijk? ‘Mensenrechten, wat kost dat eigenlijk?’ Deze vraag stond centraal tijdens de workshop van Justitia et Pax. Veel producten - zoals consumentenelektronica, zeep en kleding - zijn, ook buiten de aanbiedingen om, betrekkelijk goedkoop. Wat zouden deze producten kosten als ze met respect voor mensenrechten worden gemaakt? Wat is onze sociale voetafdruk? En mag je deze vergelijking tussen kostenbesparingen en mensenrechten maken? De workshop leverde veel vragen en discussie op. Want hoe kun je nu een prijskaartje aan mensenrechten hangen? Natuurlijk zijn mensenrechten van belang, dat is toch vanzelfsprekend? Als mensenrechtenorganisatie kan Justitia et Pax zich goed vinden in deze kritiek. Mensenrechten vormen de basis voor haar programma’s en de samenwerking met verschillende plaatselijke Justitia et Pax commissies in bijvoorbeeld: Congo, Zuid-Soedan, Bangladesh en Pakistan. Maar hoe verhouden mensenrechten schendingen daar zich nou eigenlijk met ons consumerend gedrag hier? De meeste deelnemers van de workshop waren niet in het bezit van de nieuwste en hipste telefoon, of spijkerbroek, maar gebruikten wel allemaal dagelijks elektriciteit, zuinig weliswaar. De vraag waar we uiteindelijk op uitkwamen werd: waar komen onze dagelijkse producten vandaan en wat is er allemaal voor nodig? En, worden daar wellicht mensenrechten bij geschonden? Het werd een interessante oefening waarbij o.a. werd gekeken naar de herkomst en de sociale impact van sportschoenen, zeep en melk. En wat bleek, zelfs onze oerHollandse melk heeft een bijsmaakje. Het veevoer van de koeien is namelijk veelal genetisch gemodificeerde soja uit Zuid-Amerika. De (mogelijke) mensenrechtenschendingen hiervan zijn ontheemding van lokale (inheemse) gemeenschappen en negatieve milieu effecten voor de directe omgeving. 33
5. Workshop Arme Kant van Nederland/EVA - Barmhartigheid en gerechtigheid De workshop werd tweemaal gedaan, onder leiding van Hub Crijns, directeur van Landelijk Bureau DISK. Inleiders zijn Dini van Velthooven-Olde (werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA) en Trinus Hoekstra (projectmanager Kerk in Actie en mede-directeur DISK). Verslag: Peter de Bie (werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA). De eerste sessie had 12 deelnemers en de tweede 10. Uit een korte voorstellingsronde blijkt dat vrijwel alle deelnemers actief zijn in congregaties, parochies of diaconieën. De deelnemers krijgen de publicatie ‘Accra en de Millenniumdoelen’ mee. De Accra-verklaring die erin is opgenomen is een verklaring van protestantse kerken wereldwijd waarin de huidige economische verhoudingen onder kritiek worden gesteld. 5a. Barmhartigheid en gerechtigheid Dini van Velthooven, lid van de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA gaf een aftrap waarin zij stelde dat kerken veel energie steken in het geven van hulp aan armen, maar veel te weinig hun profetische stem laten horen vóór het recht doen aan de armen en tégen onrechtvaardige structuren en slecht politiek beleid. Zij verwijst onder meer naar de Accraverklaring, waarmee naar haar mening meer gedaan zou moeten worden in de kerken. Barmhartigheid en gerechtigheid. Dat zijn onze thema’s. Het zijn bijbelse thema’s. Wij zullen daarmee aan het werk moeten. Meestal hebben we geen moeite met barmhartigheid. Kijk maar bij de Kerken, de Vincentiusvereniging en diaconie. Ook in de maand december doen we veel aan barmhartigheid. Denk aan de voedselbanken, ruilwinkels, kledingbanken, maaltijdprojecten, etc. Het is barmhartig om de armen te helpen. Maar we hebben moeite met het begrip Rechtvaardigheid of gerechtigheid. Dan ontstaat er discussie: waar zijn wij mee bezig? Zijn we ook bezig met rechtvaardigheid? Dat valt tegen als je eens goed rondkijkt. Dan moet je actie voeren. En dat ligt heel moeilijk. In het bijzonder bij de kerken. Voor gerechtigheid moet je actie ondernemen. De politiek aanklagen, omdat ze geen recht doen aan de armen. 34
Volgens de bijbel, de heilige schrift moeten wij hier aan werken. De profeten komen regelmatig op voor deze rechtvaardigheid. Ze klagen de structuren, de machthebbers en rijken aan omdat armen geen recht wordt gedaan. Ook christus zegt in het nieuwe testament dat we recht moeten doen aan armen en verdrukten. In de Accra Verklaring, geplaatst in het boekje ‘Accra en de Millenniumdoelen’, dat u vandaag meekrijgt, zeggen de Gereformeerde Kerken uit vooral de Derde Wereld hartstochtelijk hetzelfde. Waarom storten wij ons daar ook niet op zoals we vaak bij de hulpverlening doen? Barmhartigheid en gerechtigheid zijn beide bijbelse opdrachten. We zouden ze beide evenveel moeten doen. Praat er met elkaar over vanmiddag. Waar zijn we mee bezig? 5b. Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving Trinus Hoekstra projectmedewerker Kerk in Actie en mededirecteur van landelijk bureau DISK plaatste in zijn inleiding de rol van de kerken in de context van de overgang van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving en schetste daarbij ook een historisch perspectief. Kerkelijke vrijwilligers springen daar in waar professionals het ten gevolge van allerlei maatregelen moeten laten afweten. De kerk lijkt zo een actieve speler te worden in de overgang naar de participatiesamenleving. Maar participatie kan niet voorgeschreven worden. Er moeten ook voorwaarden voor gecreëerd worden. Welke verzorgingsstaat is er nodig om de participatiesamenleving mogelijk te maken? Hoekstra zet barmhartigheid en gerechtigheid niet tegenover elkaar, maar ziet het als een dynamisch duo. Barmhartigheid moet aanzetten tot gerechtigheid en opkomen voor gerechtigheid zonder barmhartigheid kan gratuit worden. Wat is de rol en de verantwoordelijkheid van kerken ten opzichte van problemen als armoede en werkloosheid? In de loop van de geschiedenis is die rol en verantwoordelijkheid groot geworden. We beginnen voor het perspectief even met een historisch uitstapje. De rol en verantwoordelijkheid van kerken in relatie tot armoede en werkloosheid begon een beetje georganiseerd vorm te krijgen in de tijd van de doorontwikkeling van de steden, in de 15e en 16e eeuw. Omdat arbeid toen vanuit de behoefte aan arbeidskracht, in verband met een toenemende stedelijke productiviteit, een schaarser goed werd, problementariseerde men armoede. Armen en bedelaars werden klaargemaakt voor de arbeidsmarkt. Mensen die in de randgebieden bij de steden zelfvoorzienend leefden op de zogenaamde ‘gemene’ gronden, werden van die gronden afgejaagd, loonafhankelijk gemaakt en daarmee ook op de loonarbeid aangewezen. De kerken speelden een rol bij de leniging van armoede, maar werkten ook mee aan een zekere disciplinering van de armen tot productieve arbeidskrachten. Natuurlijk tot heil van de betrokken armen zelf, immers met arbeid konden ze in hun levensonderhoud voorzien. Maar de kerkelijke armenzorg paste tegelijkertijd ook in de ontwikkeling van een samenleving waarin loonarbeid een steeds grotere rol zou gaan spelen. Leniging van armoede en het verschaffen van werk stonden in het teken van het betonen van barmhartigheid en gerechtigheid. Men verwierf zich met werk levensonderhoud en nam daarmee ook een volwaardige plek in, in een samenleving waarvan de ordening ook in verband werd gezien met Gods wil. Zodoende was die met arbeid ingenomen plek in de samenleving ook een uitdrukking van gerechtigheid. Ongerechtigheid was aan de orde wanneer duidelijke afwijkingen van de maatschappelijke ordening als onrechtvaardigheden in 35
de maatschappelijke verhoudingen en in de arbeidsverhoudingen slopen. Arbeid kon dan gepaard gaan met werken onder slechte condities, ongezonde arbeidsomstandigheden en te lage lonen. Met name in de loop van de 19e eeuw namen ten gevolge van veranderende maatschappelijke verhoudingen en economische stagnatie de slechte condities waaronder arbeid verricht werd toe. Mede onder invloed van economische theorieën werd de hoogte van de lonen botweg bepaald door de prijs die ondernemers en werkgevers voor de arbeid wilden betalen. In tijden van werkloosheid kon zo een hoog aanbod van arbeidskrachten leiden tot extreem lage lonen. De industrialisatie die rond het midden van de 19e eeuw van de grond kwam betekende een geleidelijke verbetering van de slechte condities. Ondernemers kregen belang bij gezonde arbeidskrachten, terwijl arbeiders zich bewust werden van hun situatie, zich verenigden en steeds meer georganiseerd voor hun belangen opkwamen. Met name dat laatste is ook een belangrijke impuls voor de kerken geweest om onrechtvaardigheden in de condities waaronder arbeid werd verricht te onderkennen en te benoemen. Vaak waren de kerken dus niet de eersten om die slechte condities als onrechtvaardigheden aan de orde te stellen. De kerkelijke armenzorg maakte maar geleidelijk aan een ontwikkeling door van leniging van armoede en het disciplineren van armen met het oog op de arbeidsmarkt naar ook het onderkennen en benoemen van misstanden. Met name het element van gerechtigheid lijkt daarbij een ontwikkeling door te maken, van het feit met arbeid een plek in te nemen in de samenleving naar het oog krijgen voor de kwaliteit van de condities waarin en waaronder die arbeid verricht wordt. Denk aan gezonde arbeidsomstandigheden, een redelijk loon en in toenemende mate zeggenschap over de arbeid en de arbeidsomstandigheden. Ook die kerkelijke armenzorg paste bij de ontwikkeling van de toenmalige samenleving. Barmhartigheid en gerechtigheid vormen zo in de kerkgeschiedenis een dynamisch duo, waarvan de dynamiek in sterke mate wordt bepaald door de maatschappelijke omstandigheden. Hoe kijken wij vandaag de dag naar barmhartigheid en gerechtigheid? In deze tijd van economische crisis raken kerken, vaak via hun diaconieën, parochiële caritasinstellingen en vincentiusverenigingen meer en meer betrokken bij praktijken als van de voedselbank, schuldhulpverlening en initiatieven om werklozen te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd raken kerken via dezelfde diaconale instrumenten ook betrokken bij praktijken in het kader van bijvoorbeeld de WMO. Kerkelijke vrijwilligers springen daar in waar professionals het ten gevolge van allerlei maatregelen moeten laten afweten. De kerk lijkt zo een actieve speler te worden in de overgang naar de participatiesamenleving. Een samenleving waaruit de overheid zich als traditionele actor in het kader van de verzorgingsstaat meer en meer terug trekt en de civil society, de burgerlijke samenleving, waaronder de kerken, meer en meer een rol gaan spelen in het ‘in hun kracht zetten van burgers’. Wordt hier een diaconaat nieuwe stijl geboren, waarin de begrippen barmhartigheid en gerechtigheid als het ware samenvallen in het werken aan de nieuwe participatiesamenleving? Calvijn, een belangrijke grondlegger van het diaconaat in de 16e eeuw, stond een samenleving voor ogen waarin kerk en overheid samen verantwoordelijk zijn voor de zorg voor vreemdelingen, armen, wezen, weduwen en gehandicapten. In die samenwerking vindt Calvijn dat de burgers en de kerk het eerst aan zet zijn en dat de overheid slechts een aanvullende rol heeft. Het morele appèl bij die burgerlijke en kerkelijke zorg luidt ‘van ieder naar draagkracht, voor ieder naar behoefte’. Calvijn heeft de voorkeur voor een kleine en effectieve overheid die doet wat nodig is en waakt over het algemeen belang. In het Genève van de 16e eeuw betekent dit dat de overheid optreedt als marktmeester, marktcontracten reguleert en waakt over een rechtvaardige en adequate arbeidsmarkt. 36
In het kader van een betekenisgeving aan het begrip gerechtigheid wordt al jaren door de Arme Kant van Nederland/EVA bepleit om de hulp vanuit kerken bij armoedesituaties gepaard te laten gaan met protest. De betekenis van dit ‘helpen onder protest’ is dat men er tegen protesteert dat het nodig is dat mensen in armoedesituaties hulp van de kerken nodig hebben. Het feit van de armoede klaagt als het ware de onvolkomenheid van de door de overheid georganiseerde sociale zekerheid, de verzorgingsstaat, aan. De verzorgingsstaat schiet tekort in het voorzien in de sociale zekerheidsrechten van mensen. In de dagen van Calvijn is de leus ‘helpen onder protest’ in deze betekenis ondenkbaar. Er bestaat in die dagen geen door de overheid georganiseerde sociale zekerheid, geen verzorgingsstaat. Mensen zijn in situaties van armoede aangewezen op burgerlijke en kerkelijke initiatieven van liefdadigheid. Mensen behoren in de ogen van Calvijn in dit soort situaties de afhankelijkheid van elkaar te onderkennen en daarnaar te handelen. De overheid is niet in beeld als een verschaffer van sociale zekerheid, maar als handhaver van een minimale rechtsordening. Calvijn lokaliseert en organiseert de kerk met haar diaconaat als een instituut in deze samenleving met het oog op de onderlinge afhankelijkheid. De leus ‘helpen onder protest’ was denk ik wel denkbaar voor Calvijn als het gaat om protest tegen een samenleving die armoede voortbrengt. Maar dat protest had dan in de ogen van Calvijn wel alle geledingen van de samenleving, ook de kerk zelf, gegolden: burgers, ondernemers en overheid gezamenlijk. Hoe zal de leus ‘helpen onder protest’ gaan klinken in de participatiesamenleving die in onze tijd voor de deur staat. Hoe zal in die samenleving de dynamiek van barmhartigheid en gerechtigheid tot uitdrukking kunnen komen? Oud-minister Ella Vogelaar gaf afgelopen donderdag in ‘Trouw’ een aardige voorzet voor de beantwoording van deze vraag met te wijzen op de condities waaronder een burgerinitiatief in een wijk in Utrecht geslaagd was. In de eerste plaats was er een buurtpastor bij betrokken die de mogelijkheden en onmogelijkheden van mensen voor ogen had. En in de tweede plaats zat er achter de buurtpastor een bestuur met een netwerk door de hele stad. Dit waren de twee condities waaronder mensen in hun kracht konden komen. Een kerk komt zo zelf in beeld bij het bieden van de condities waaronder mensen zichzelf kunnen redden. Je zou dat ‘bieden van de condities’ in dit geval de lijn van de ‘barmhartigheid’ kunnen noemen. Een leus als ‘helpen onder protest’ heeft in een dergelijke situatie betrekking op de noodzaak van dergelijke condities en op het aan de orde stellen daarvan. En daarmee komt de lijn van de ‘gerechtigheid’ aan de orde. Daarmee komt het debat aan de orde dat niet simpelweg van de mogelijkheden tot participatie uitgegaan kan worden, maar dat voor participatie mogelijkheden de voorwaarden gecreëerd moeten worden en dat dit nog weer iets heel anders is dan participatie voor te schrijven, zoals momenteel in de nieuwe regels voor de bijstand staat te gebeuren, volgens welke burgerlijke gemeenten bijstandsgerechtigden verplicht aan het vrijwilligerswerk moeten zetten. Deze zomer stond er een aardig bericht in de krant over mensen in armoedesituaties in Leeuwarden en hoe die aan keken tegen de betekenis van ‘eigen kracht’. Dit betekende voor hen dat er in de binnenstad een Eigen Kracht Café zou komen, een ruimte waar mensen die in armoede leven aan hun eigen ontwikkeling kunnen werken, geholpen door anderen met dezelfde ervaring. 5c. Elementen uit de discussie In de twee workshops is heel veel gesproken en doorgedacht over de spanning die er blijkt te zitten tussen barmhartigheid doen en gerechtigheid nastreven.
37
Het woord ‘macht’ is van groot belang in de discussies over barmhartigheid en gerechtigheid. Het is heel moeilijk de machtsstructuren te doorbreken die achter onrecht zitten. En armen hebben meestal heel weinig macht. Het is nog steeds op veel plekken in de kerken zo dat men vindt dat politiek niet in de kerk thuishoort. Aanklagen en actievoeren liggen heel moeilijk. Diakenen/diakens en andere kerkelijke vrijwilligers zijn meestal ‘doeners’. Ze pakken het liefst klussen aan waarmee ze direct helpen: voedselbank, formulierenhulp, eetprojecten en ga zo maar door. Velen zien wel dat er structureel onrecht achter de noden zit, maar hebben niet de instelling en/of vaardigheden om daarmee aan de slag te gaan. Men weet vaak ook niet wélke actie er gevoerd zou kunnen worden. Wat zet zoden aan de dijk? Aanklagen en actievoeren wordt op het kerkelijk erf ook nogal eens bestempeld als ‘negatief gedoe’. Het is positiever en meer inspirerend om te helpen. Veel deelnemers aan de workshop zien heel weinig in acties vanuit de officiële kerkelijke organen. Aan de parochie, de bisschop of de officiële organen van de protestantse kerken heb je heel weinig. De verdeeldheid in kerken is te groot. Je kunt veel beter individueel en/of met een groep gelijkgezinden machthebbers aanspreken, ervaringen melden bij de sociale dienst, brieven schrijven, e.d.. Het is van groot belang om het niet alleen in de eigen parochie of gemeente te zoeken, maar allianties aan te gaan. Gelijkgestemden en bondgenoten zoeken en samen een beweging vormen. Met mensen uit verschillende kerken, maar ook samen met seculiere organisaties en personen. De mensen waar het om gaat, bijv. degenen de klanten van de voedselbank hebben ook grote moeite om zich te groeperen en samen naar buiten te treden. Deze mensen ervaren vaak een grote onmacht en zijn veel te druk met overleven. De ‘participatiesamenleving’ biedt allerlei kansen en ook valkuilen voor kerken. Kerken worden in toenemende mate serieus genomen als partners door de (burgerlijke) gemeenten. Nu er steeds minder geld is en er steeds meer door vrijwilligers gedaan moet worden, wordt er al gauw gekeken naar de kerken, zeker op de terreinen van WMO/zorg en armoede/werkloosheid. Daarbij is het van belang om daarin vooral verantwoordelijkheid te nemen, maar ook op te passen dat je niet misbruikt wordt. Er moeten ook de voorwaarden worden geschapen vanuit overheden om de participatiesamenleving mogelijk te maken.
38
Als zorginstellingen sluiten, ouderen te weinig zorg krijgen, etc. kan en moet de kerk enerzijds wel inspringen, maar er moet niet worden vergeten dat kerken langzamerhand ook vrij marginaal zijn geworden en maar een kleine bijdrage kunnen leveren. Ook werd het gevoel verwoord dat burgers wel wat te passief zijn geworden, dat er meer wederkerigheid nodig is en dat de anonimiteit van de verzorgingsstaat wel wat is doorgeschoten. Er is behoefte mensen in het gelaat te zien. Zo zijn er eetprojecten, formulierenbrigades, maatjesprojecten, etc. ontstaan, die een andere manier van kerkzijn laten zien. Van daaruit kunnen groepen met meer gezag de overheden aanspreken. Bij wat je dan van burgers vraagt, moet je niet de participatie van bovenaf met dwang en drang opleggen. Je moet rekening houden met wat mensen zelf willen en wat ze kunnen. Van mensen vragen dat ze fulltime werken en tegelijk verwachten dat veel zorg overgenomen wordt door de omgeving, is tegenstrijdig. Ook zijn er veel mensen met psycho-sociale problemen, waarmee je rekening moet houden. Niet iedereen kan dezelfde bijdragen leveren. Er wordt een voorbeeld genoemd van een bisdom in de VS, waar de leden via keukentafelgesprekken een eigen verkiezingsprogramma hadden gemaakt. Met alle politieke kandidaten werd gesproken en gevraagd op welke punten politici wilden samenwerken met parochies en scholen om de punten uit het bisdomprogramma waar te maken. Ze moesten per punt kleur bekennen: dit willen we wel en dat niet. 6. Workshop Genoeg - Meer doen met minder Op 30 november is in Den Bosch het symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’ geweest. Het symposium is een initiatief van drie kerkelijke organisaties en gaat over een duurzame en eerlijke economie. Heleen van der Sanden, hoofdredacteur van tijdschrift ‘Genoeg’, heeft er een workshop ‘Meer doen met minder’ gegeven. De nadruk ligt op het zelf doen: hoe kunnen we eerlijk delen in de praktijk brengen? En bij wat je allemaal al doet kun je telkens de vraag stellen: Kan het minder? Kan het anders? Kan het eerlijker, socialer, duurzamer? Kan het met anderen samen? 7. Workshop Omslag - Werkplaats voor duurzame ontwikkeling (samen met Transition Towns) De workshop is gegeven door Dick Verheul in samenwerking met Paul Hendriksen van Transition Towns. Gewone mensen maken in hun alledaagse leven vele keuzes, die de economie in een bepaalde richting sturen. In de workshop zijn de vele mogelijkheden van dat sturen op een rij gezet. Er is geprobeerd om elke deelnemer aan de workshop naar huis te laten gaan met drie concrete suggesties voor andere keuzes, handelen en dus ook sturen van economie. Bij die suggesties zijn ook betrokken de mogelijkheden, die de beweging van Transition Towns biedt, vooral in de grote steden. Beide keren bleek er te weinig tijd te zijn om alles rond te praten. 39
Deel III: Samenvatting en afsluiting Denis Hendrickx o.praem., abt van Berne, is lid dagelijks bestuur Konferentie Nederlandse Religieuzen
IIIA. Impressie van vijf workshops Denis Hendrickx heeft tijdens de middag gedeelten van vijf workshops meegemaakt, die in de middag in twee rondes gehouden zijn. Mensen konden dus aan twee verschillende workshops meedoen. In het plenaire slotgedeelte heeft hij zijn ervaringen gedeeld met de aanwezigen. In algemene zin is het mij opgevallen dat er zoveel bemoediging was rond al die verschillende initiatieven. Je voelde een sfeer van niet bij de pakken neer gaan zitten. Je proefde de hoop welke gekoesterd werd en het geloof dat aanwezig was in verandering en de daarmee samenhangende eigen kracht aan mogelijkheden. De hele dag door mocht je bij en met elkaar ervaren: een oproep tot bewustwording en het delen van enkele mogelijkheden voor concrete aanpak voor jezelf, in een groep, bij jou in de buurt, in je eigen organisatie. Bij de workshop ‘Duurzaamheid en talenten’ van landelijk bureau DISK kan met hulp van de gebruikte methode van spelvormen de kracht van het spel ervaren worden. Op speelse wijze kennis maken en laten maken met een niet eenvoudige problematiek, blijkt een goede methode om ingewikkelde zaken te beleven en aan de orde te stellen. Denkend aan en sprekend over duurzame verhoudingen in je bedrijf of je organisatie kwam de vraag naar boven waar je betrokkenheid zit. Heel persoonlijk werd de vraag gericht naar welk maatschappelijk thema je hart het meeste uitgaat. De vraag werd voorgehouden om een eigen persoonlijk antwoord te geven omtrent eigen gedachte en gevoelen waarvan je genoeg ter beschikking hebt. Welke overeenkomsten voel en ervaar je omtrent genoeg en te weinig, te veel en voldoende? Bij de workshop van Transition Towns stond als thema centraal: ‘de wereld is een grote verleiding’! Ga je voor je dromen of laat je je enkel leiden door het ‘haalbare’? Hoe kunnen we bij en met elkaar ontwaken uit het sprookje dat nagenoeg alles mogelijk is, dat alles kan groeien en alsmaar kan groeien? We constateren met elkaar dat we interen op onze planeet aarde en dat het gapende gat tussen oplossing of ramp steeds groter wordt en onoverbrugbaar lijkt. Hoe kunnen we in dit opzicht ruimere veerkracht terugbrengen in de samenleving? Een pleidooi werd gehouden met het oog op een transition economy: Waar begin je mee en met wie? Welke lokale veerkracht kun je op het spoor komen? Welke visie ontmoet je en kun je vormen? Met welke bestaande bedrijvigheid kun je tot nieuwe opzet van ondernemen komen? Te gast bij de Triodos bank ontkwamen we er niet aan enige gal te spuien omtrent de ‘eigen wijze en eigenwijsheid van de bankwereld’. Onze financiële wereld heeft veel aan vertrouwen verloren. Wat ligt er allemaal ten grondslag aan dat streven naar hoog rendement en wie of 40
wat kan en mag daar aan opgeofferd worden? We onderkenden met elkaar dat de vier spelers op het harde veld van dagelijks handelen nadrukkelijker met elkaar zouden dienen op te trekken (aandeelhouders, ondernemers, medewerkers en spaarders). Uitgerekend in de financiële wereld ervaar je de spanning tussen aspecten van het zijn van een op winst gerichte onderneming en het hebben van uitgangspunten van dienstverlening aan mensen en bedrijven. Bij de workshop van Justitia et Pax werd de productieketen van gewone voorwerpen doorlopen, zoals bijvoorbeeld van de mobiele telefoon. Een dagelijks veel gebruikt middel voor communicatie en informatie kent veel aspecten welke terug te voeren zijn op: gebruik van grondstoffen, fabricage en rechten van de arbeiders. We deelden inzicht in de verschillende processen en vulden het uitgebreide voorbeeld aan met ervaringen uit de wereld van het zo normaal lijkend dagelijks gebruik van licht en het kunnen beschikken over spijkerbroeken, zeep en suiker. Kunnen we invloed uitoefenen op de productieketen met het oog op sociale rechtvaardigheid en ecologische duurzaamheid en in welke mate. Welke rechten heb je? Een laatste workshop ging over barmhartigheid en gerechtigheid, zoals georganiseerd door de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA. Als christelijk en kerkelijk geïnspireerde mensen gingen we allereerst te rade bij de kerkelijke infrastructuur. We deelden de conclusie dat het diaconale aspect nogal eens het kind van de rekening is geworden bij de aandacht en het beschikbaar stellen van de schaarse financiële middelen. We deelden concrete ervaringen en mogelijkheden rond de voorbeelden van Schuldhulpverlening en voedselbank. We hielden voor elkaar een pleidooi om je te organiseren, om gelijkgestemden op te zoeken en zo met elkaar te verbinden. Kerk-zijn werd geformuleerd als een andere manier van werken, met meer nadruk op directe hulpverlening en wat minder op enkel verkondigende getuigenis. Zo komt er ook een verbinding tot stand tussen barmhartigheid doen en gerechtigheid nastreven. Het was al met al een dag van bemoediging en kennismaking om elkaar op te roepen en uit te nodigen niet bij de pakken neer te gaan zitten. En er is heel wat krachtvoer gedeeld met elkaar. En er zijn veel voorstellen en ideeën opgedaan om er concreet wat mee te doen, vanuit jezelf, in een groep, met anderen in je woonplaats, met bondgenoten in je bedrijf of organisatie.
41
IIIB. Symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’ Gerard Moorman is beleidsmedewerker KNR en Hub Crijns is directeur landelijk bureau DISK Op 30 november organiseerden Arbeidspastoraat DISK, Justitia et Pax en de Konferentie Nederlandse Religieuzen een symposium, dat met een knipoog naar het Sinterklaasfeest de titel droeg: ‘Eerlijk zullen we alles delen’. De insteek was vooral praktisch. Hoe kunnen veranderingen teweeg gebracht worden in de manier waarop economie wordt bedreven en welke rol kunnen we daarin zelf spelen? In de middag was er twee keer een ronde workshops met alternatieven rond duurzame economie. Denis Hendrickx o.praem., abt van Berne en lid van het dagelijks bestuur KNR, herinnerde de kleine honderd aanwezigen eraan dat we sinds een aantal maanden wat deze uitdagende vragen betreft in goed gezelschap verkeren. Paus Franciscus laat nagenoeg geen moment voorbij gaan om de diaconale opdracht van de kerk en christenen te benadrukken. In zijn Apostolische Exhortatie Evangelii Gaudium uit hij op niet mis te verstane wijze kritiek op een economie die mensen uitsluit. Waarom eerlijk delen? Dr. Theo Salemink, historicus, theoloog en docent aan de Theologische Universiteit Tilburg, stelde een fundamentele vraag aan de orde: waarom moeten we eerlijk delen? Ten antwoord liep hij de grote crises langs, die we hebben meegemaakt. Om te beginnen met de wereldwijde financiële kredietcrisis van 2008. Vervolgens de langdurige crisis van de jaren tachtig als gevolg van de wereldwijde oliecrisis. Daarna de Tweede Wereldoorlog en de jaren dertig, waarin Europa tengevolge van een wereldwijde beurscrisis en inflatiecrisis grote armoede en werkloosheid kende. Nog weer verder terug bracht de Eerste Wereldoorlog een grote neergang. Kortom, de herinnering aan eerdere crises in de wereld van de 20e eeuw moet ons waarschuwen voor het grote gevaar van een economische crisis voor gewone mensen. Eerlijk zullen we alles delen om erger te voorkomen. Sluier van vergeetachtigheid Anno 2013 beleven we ook een collectieve crisis van de moraal. Onze morele infrastructuur is in crisis geraakt. In vroeger tijden betrof eerlijk delen mensen die men kende: familie, buurt, vereniging, vakbond, kerk, etc. Er was een persoonlijke band. Maar in onze moderne maatschappij worden de anderen die geld of goed of tijd nodig hebben anoniem. Het herverdelen gaat via ambtenaren, belastingen en regelingen. En mensen geven eerder geld aan mensen die ze kennen dan aan anonieme medeburgers. Het delen via collectieve solidariteit kent een hogere drempel. Er is in de afgelopen decennia een sluier van vergeetachtigheid neergedaald over Nederland. Wij zijn vergeten dat wij onze relatief welvarende positie en onze sociale zekerheid te danken hebben aan de strijd van de grote sociale bewegingen en aan de schrik voor de crisis van onze voorouders. Wij menen abusievelijk dat onze welvaart het gevolg is van eigen inspanning: ‘Ik heb ervoor gewerkt, dus heb ik er recht op.’ En dan komt de crisis hard aan. Grote Verhalen hebben afgedaan Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 heeft zich nog iets anders voorgedaan, dat het morele spreken over de crisis moeilijker maakt. We hebben geen Grote Verhalen meer. Iedereen heeft de ideologische veren laten vallen, naar een woord van de oud-premier Kok. Ons resten nog slechts fragmenten van grote sociale en ethische bewegingen. De morele 42
infrastructuur is afgebrokkeld. Hoe kunnen de morele verhalen weer aan de man en vrouw worden gebracht? Er is ondanks alles nog steeds een historische bibliotheek waarin de bronnen van denken over eerlijk delen en rechtvaardigheid opgeslagen liggen en weer te raadplegen zijn, zelfs interactief. Dat zijn christelijke bronnen, socialistische bronnen, sociaal-liberale bronnen. En die bibliotheek is ook verrijkt met nieuwe collecties: islamitische en boeddhistische bronnen. Niemand belet ons gebruik te maken van die bibliotheek en ieder heeft zo zijn of haar eigen leesvoorkeur. Herverdelen van inkomen, arbeid en de planeet aarde Wat leren nu die grote crises uit de twintigste eeuw en de bibliotheek van de Grote Verhalen en sociale bewegingen? Er kan een eerlijker economie ontstaan als er gewerkt wordt aan (her)verdelen van inkomen, arbeid en de planeet aarde. Het lijkt op vloeken in de politieke kerk van anno 2013, maar Theo Salemink verwijst naar de grote debatten tijdens de jaren tachtig en negentig. Basisinkomen, of combineren van uitkering met betaald werk; herverdelen van het betaalde werk met bijvoorbeeld vervroegde uittreding en deeltijdwerk; hergebruiken van grondstoffen en materialen opdat we minder verspillen. Oplossingen en voorstellen die in deze tijd van crisis niet overwogen worden, maar wel veel kunnen betekenen. Verkleinen van de verschillen tussen rijk en arm ofwel een solidariteitsheffing op de zeer grote vermogens. Het lijkt amper iets op te lossen maar wie zich realiseert dat de bovenste 10% van de burgers ruim 60% van het vermogen bezit in Nederland beseft dat een noodlijdende overheid daar iets van mag verwachten. Workshop Barmhartigheid en gerechtigheid De workshop van de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA werd tweemaal gedaan, onder leiding van Hub Crijns, directeur van Landelijk Bureau DISK. Inleiders waren Dini van Velthooven-Olde (werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA) en Trinus Hoekstra (projectmanager Kerk in Actie en mededirecteur DISK). De eerste sessie had twaalf deelnemers en de tweede tien. Uit een korte voorstellingsronde bleek dat vrijwel alle deelnemers actief zijn in congregaties, parochies of diaconieën. De deelnemers kregen de publicatie ‘Accra en de Millenniumdoelen’ mee. De Accra-verklaring die erin is opgenomen is een verklaring van protestantse kerken wereldwijd waarin de huidige economische verhoudingen onder kritiek worden gesteld. Na de inleidingen ontstond een spannende discussie over wat je kan doen en of dat doen dan alleen maar barmhartigheid is (lees pleisters plakken) of ook zoden aan de dijk zet (lees gerechtigheid brengt). Samen doen, bondgenoten van elkaar worden, allianties aangaan, niet verketteren maar mensen helpen en tegelijk anderen uitdagen de oorzaken op te lossen: dat is de uitweg. Duurzaamheid en talenten Landelijk bureau DISK heeft dit voorjaar het spel Duurzaamheid: waar geef jij je talenten aan? uitgebracht. Deelnemers aan de workshop kregen de mogelijkheid om te ervaren hoe het spel gespeeld wordt. Uit in totaal 38 kaartjes koos iedere deelnemer drie thema’s. Vervolgens lichtten de deelnemers in kleine groepjes hun keuze toe. Ze besteedden daarbij aandacht aan hoe hun betrokkenheid bij de thema’s is ontstaan en wat ze met hun betrokkenheid doen. Na afloop waren de deelnemers verrast, dat ze zo snel diepgaand met elkaar in gesprek kwamen. Ook zagen ze goede mogelijkheden om het spel in hun eigen situatie te spelen.
43
Colofon Aan het verslagboek Symposium ‘Eerlijk zullen we alles delen’ werkten mee: Dennis Hendrickx, Theo Salemink, Gerard van Eck, Léonhard ten Siethoff, Jaap Vink, Dini Velthooven-Olde, Trinus Hoekstra, Peter de Bie, Pritha Belle, Gerard Moorman, Hub Crijns, en anderen. Het typewerk is verzorgd door de verschillende auteurs. Foto’s: Erica ’t Hoog KNR. Eindredactie: Hub Crijns. ’s-Hertogenbosch, 1 maart 2014.
Een uitgave van:
Konferentie Nederlandse Religieuzen Bezoekadres: Emmaplein 19A, ’s-Hertogenbosch Postadres: Postbus 111, 5201 AC ’s-Hertogenbosch Tel.: 073 - 6921321 www.knr.nl
Landelijk bureau DISK Luijbenstraat 17 5211 BR ’s-Hertogenbosch Tel.:073-6128201 www.disk-arbeidspastoraat.nl
Justitia et Pax Bezoekadres: Lutherse Burgwal 10, Den Haag Postadres: Postbus 16334, 2500 BH Den Haag Tel.: 070-3136 800 www.justitiaetpax.nl
44