Syllabus
Instellingsgebonden Regelgeving Stralingsbescherming Erasmus MC
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. I
Voorwoord Het Erasmus MC beschikt voor het toepassen van bronnen van ioniserende straling over een Kernenergiewetvergunning (type: complexvergunning). De stralingstoepassingen en de daaraan verbonden stralingsbeschermingszorg voldoen aan de voorschriften van deze vergunning, aan de Regeling stralingsbescherming Erasmus MC en aan andere documenten die onderdeel waren van de aanvraag van de vergunning. Iedereen die handelingen met stralingsbronnen gaat uitvoeren, daarbij aanwezig is of medisch verantwoordelijk is, is verplicht vooraf kennis te nemen van de instellingsgebonden regelgeving voor stralingsbescherming. Deze instellingsgebonden regelgeving bestaat uit de Regeling Stralingsbescherming Erasmus MC, algemene stralingsbeschermingsvoorschriften en specifiek voor de afdeling geldende voorschriften en werkprotocollen. De Regeling Stralingsbescherming Erasmus MC en de algemene stralingsbeschermingsvoorschriften kunt u vinden op de website van de Stralingsbeschermingseenheid (www.erasmusmc.nl/sbe). Voor de specifieke stralingsbeschermingsvoorschriften en werkprotocollen kunt u contact opnemen met uw toezichthoudend stralingsdeskundige. Voordat u door de Stralingsbeschermingseenheid wordt toegelaten tot het werken met stralingbronnen of daarbij aanwezig mag zijn, moet u aantonen voldoende kennis te hebben van stralingsbescherming en van de instellingsbreed geldende regels hierover. Deze syllabus is een hulpmiddel bij het vergaren van kennis over de instellingsgebonden regelgeving. Deze kennis moet worden aangetoond door het met voldoende resultaat afleggen van een toets.
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. II
Inhoudsopgave 1
Stralingsbeschermingsorganisatie in het Erasmus MC.......................................................... 5
1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Complexvergunning Regeling Stralingsbescherming Erasmus MC Belangrijkste kernpunten uit de Regeling
2
Stralingsbeschermingsvoorschriften bij het Erasmus MC................................................... 13
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Inleiding Stralingsbeschermingsvoorschriften Samenvatting van de voorschriften geldig voor alle gebruikers Samenvatting van de voorschriften voor röntgentoestellen en deeltjesversnellers (A) Samenvatting van de voorschriften voor open en ingekapselde radioactieve stoffen (B)
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
6 6 6 12
13 13 14 15 17
Blz. III
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
Inleiding en verantwoording Voor u ligt de syllabus met de instellingsgebonden regelgeving voor stralingsbescherming in het Erasmus MC. Deze syllabus is ontwikkeld door de Stralingsbeschermingseenheid van het Erasmus MC. U kunt deze syllabus zelfstandig doornemen of gebruik maken van de cursus die de Zorgacademie hierover verzorgt. Voorafgaande aan de cursus wordt van u verwacht dat u de syllabus reeds heeft doorgelezen. Ter ondersteuning van de inhoud van de lesactiviteiten worden kopieën van de dia’s die tijdens de cursus worden gepresenteerd beschikbaar gesteld.
Voor het volgen van de cursus en de bijbehorende toets kunt u contact opnemen met: Zorgacademie Erasmus MC, Unit Medische Beeldvorming en Radiotherapie Tel: 010 – 7043860 Email:
[email protected] Fax: 010 - 7044715 Kamer: Ce 342 In beperkte mate kan de toets ook worden afgelegd bij de Stralingsbeschermingseenheid. Tel: 010-7033500 Email:
[email protected] Kamer: NH-7e verdieping
Copyright © (2011)
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Niets uit deze module mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze dan ook en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stralingsbeschermingseenheid van het Erasmus MC.
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 4
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
1 Stralingsbeschermingsorganisatie in het Erasmus MC Dit hoofdstuk beschrijft de stralingsbeschermingsorganisatie in het Erasmus MC. Er wordt nader ingegaan op de kernenergiewetvergunning, de Regeling Stralingsbescherming Erasmus MC, en de schriftelijke interne toestemmingen. De verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de verschillende, bij radiologische handelingen, betrokken personen worden eveneens in dit hoofdstuk beschreven. Leerdoelen U kent de organisatiestructuur van de stralingsbeschermingsorganisatie;
U kent de verantwoordelijkheden van de diversen bij stralingsbescherming betrokken personen; U kent de belangrijkste kenmerken uit de Regeling Stralingsbescherming Erasmus MC.
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 5
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
1.1 Inleiding Ioniserende straling kan schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier, voor het milieu en voor goederen. Om deze (potentiële) schade te beperken - en indien mogelijk te vermijden - en om een veilig en verantwoord gebruik van stralingsbronnen te bevorderen, heeft de Raad van Bestuur beleid ontwikkeld. Dit beleid, de besluiten tot uitvoering en controle van dit beleid zijn door de Raad van Bestuur vastgelegd in de “Regeling Stralingsbescherming Erasmus MC”, verder Regeling genoemd.
1.2
Complexvergunning
Het gebruik van stralingsbronnen door het Eramus MC gebeurt binnen het regime van een complexvergunning volgens de Kernenergiewet. Een complexvergunning wordt door de overheid verleend aan organisaties met veel verschillende typen stralingsbronnen. De vergunning is, onder een aantal voorwaarden, geldig voor de gehele organisatie. In de complexvergunning is bepaald dat radiologische handelingen moeten voldoen aan de voorschriften van Regeling Stralingsbescherming Erasmus MC.
1.3
Regeling Stralingsbescherming Erasmus MC
De Regeling is een kaderregeling. De kaders zijn nader uitgewerkt in schriftelijke interne toestemmingen en stralingsbeschermingsvoorschriften. De Regeling heeft betrekking op personen, stralingsbronnen, ruimten en plaatsen, en radiologische handelingen bij of van het Erasmus MC. Personen De Regeling geldt voor alle personen die zich bevinden in ruimten of op plaatsen waarvoor het Erasmus MC verantwoordelijk is voor de stralingsbescherming. De Regeling geldt ook voor personen die – hetzij in dienst of onder gezag van het Erasmus MC - namens het Erasmus MC stralingsbronnen gebruiken op andere plaatsen of bij dit gebruik betrokken zijn. Stralingsbronnen De Regeling is van toepassing op alle stralingsbronnen van het Erasmus MC. De voorwaarden van de Regeling zijn eveneens van toepassing op stralingsbronnen van derden die zich bevinden in ruimten of op plaatsen waarvoor het Erasmus MC verantwoordelijk is voor de stralingsbescherming. Radiologische ruimten De Regeling is van toepassing op alle ruimten en plaatsen waarvoor het Erasmus MC verantwoordelijk is voor de stralingsbescherming. Radiologische handelingen De Regeling is van toepassing op alle radiologische handelingen die plaatsvinden binnen de kaders van de aan het Erasmus MC verleende vergunningen volgens de Kernenergiewet.
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 6
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
Organisatiestructuur
1.3.1
Het Erasmus MC is de vergunninghouder. De Raad van Bestuur treedt op als gevolmachtigde. De verantwoordelijkheid voor een adequate zorg voor stralingsbescherming is een gemandateerde verantwoordelijkheid. De Raad van Bestuur heeft een algemeen coördinerend stralingsdeskundige benoemd en heeft hem gemandateerd uitvoering te geven aan het beleid. De algemeen coördinerend stralingsdeskundige wordt hierbij ondersteund door de Stralingsbeschermingseenheid. De Stralingsbeschermingseenheid is een zelfstandig, gespecialiseerd organisatieonderdeel, dat functioneel en organisatorisch gescheiden is van afdelingen die stralingsbronnen gebruiken. Voor afdelingen waar radiologische handelingen plaatsvinden zijn toezichthoudend stralingsdeskundigen benoemd. Als beheerder van een stralingsbron treedt in de regel een afdelingshoofd op, of een andere lijn- of staffunctionaris die voldoende mandaat en volmacht heeft.
Overheid
mandaat en rapportage rapportage
kernenergiewetvergunningen
toezicht, instructie, begeleiding
vergunning, inspectie Raad van Bestuur
benoeming
Stralingsbeschermingseenheid Algemeen coördinerend stralingsdeskundige
schriftelijke interne toestemming
Afdeling beheerder
Toezichthoudend stralingsdeskundige
Radiologisch werknemer / bezoeker / patiënt
Figuur 1: Functionele organisatie stralingsbescherming Erasmus MC 1.3.2
Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat: -
radiologische handelingen gebeuren in overeenstemming met wet- en regelgeving.
-
maatregelen worden getroffen en de benodigde middelen worden verstrekt om nadelige gevolgen van radiologische handelingen zoveel als redelijkerwijs mogelijk te beperken;
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 7
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
-
er een adequate organisatie is voor stralingsbescherming.
-
er voldoende opgeleid personeel is voor het uitvoeren van radiologische handelingen en voor de stralingsbeschermingstaken;
-
de medische verantwoordelijkheid bij radiologische verrichtingen voldoende is geborgd;
De Raad van Bestuur is bevoegd tot het nemen van maatregelen die nodig zijn om een adequaat niveau van stralingsbescherming te creëren en in stand te houden. 1.3.3
Algemeen coördinerend stralingsdeskundige
De algemeen coördinerend stralingsdeskundige: -
treedt binnen het aan hem verleende mandaat zelfstandig op, namens de Raad van Bestuur;
-
is verantwoording verschuldigd aan de Raad van Bestuur.
De algemeen coördinerend stralingsdeskundige is verantwoordelijk voor een adequaat niveau van stralingsbescherming. Hij draagt zorg of zorgt voor het: -
voorbereiden van aanvragen van de vereiste vergunningen;
-
uitvoeren van verplichte meldingen aan de overheid;
-
verstrekken van instructies aan beheerders en toezichthoudend stralingsdeskundigen;
-
informeren van de Raad van Bestuur;
-
uitvoeren van centrale stralingsbeschermingstaken;
-
melden van stralingsincidenten aan de overheid.
De algemeen coördinerend stralingsdeskundige is bevoegd om binnen het werkingsgebied van de Regeling namens de Raad van Bestuur: -
aan personen bindende aanwijzingen te geven met betrekking tot de stralingsbescherming;
-
te bepalen dat radiologische handelingen niet mogen worden begonnen, moeten worden beperkt of moeten worden gestaakt;
-
middels schriftelijke interne toestemmingen te verklaren dat radiologische handelingen mogen worden begonnen of mogen worden hervat;
-
aan personen toestemming te verlenen radiologische handelingen uit te voeren of daarbij aanwezig te zijn;
-
aan stralingsdeskundigen en radiologisch werknemers eisen te stellen ten aanzien van de werkervaring, opleidingsniveau en type opleiding in de stralingsbescherming;
-
personen de toegang tot ruimten en plaatsen of het verblijf hierin te verbieden als hij dat vanuit stralingsbeschermingsoverwegingen noodzakelijk acht;
-
stralingsbronnen binnen of buiten het werkingsgebied van de Regeling te brengen;
-
ruimten en plaatsen te betreden waar en wanneer dat voor zijn taakuitoefening nodig is;
-
bij personen en instanties inlichtingen te vragen die nodig zijn voor een juiste taakvervulling.
1.3.4
Stralingsbeschermingseenheid
Stralingsdeskundigen van de Stralingsbeschermingseenheid zijn op basis van een door de algemeen coördinerend stralingsdeskundige verstrekt mandaat bevoegd om namens de algemeen coördinerend stralingsdeskundige: -
aan personen bindende aanwijzingen te geven met betrekking tot de stralingsbescherming;
-
personen de toegang tot ruimten en plaatsen te verbieden, dan wel uit ruimten en plaatsen te
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 8
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
(laten) verwijderen als zij dit vanuit stralingsbeschermingsoverwegingen noodzakelijk achten; -
radiologische handelingen, welke naar hun oordeel een ontoelaatbaar stralingsrisico veroorzaken of kunnen veroorzaken, op termijn of onmiddellijk te doen beperken of beëindigen;
-
ruimten en plaatsen te betreden waar en wanneer dat voor de taakuitoefening nodig is.
Bij de uitoefening van deze bevoegdheden wordt de toezichthoudend stralingsdeskundige betrokken. 1.3.5
Beheerders
De beheerder draagt als lijnverantwoordelijke zorg voor de financiële, personele en materiële middelen die nodig zijn om een adequaat niveau van stralingsbescherming te bereiken. Hij draagt zorg voor de beschikbaarheid van voldoende, goed opgeleid personeel, vervanging en onderhoud van stralingsbronnen, faciliteiten en ruimten en voor andere middelen die nodig zijn voor een goede stralingsbeschermingszorg. De beheerder gaat hierbij te werk in overleg en in afstemming met de toezichthoudend stralingsdeskundige(n). De beheerder draagt zorg of zorgt ervoor dat: -
maatregelen die voortvloeien uit de Regeling en die betrekking hebben op de stralingsbronnen, radiologische ruimten, plaatsen en/of faciliteiten waarover hij het beheer voert, worden getroffen en worden onderhouden;
-
schriftelijke interne toestemmingen tijdig worden aangevraagd en dat de in de aanvraag vermelde gegevens juist zijn;
-
radiologische handelingen met stralingsbronnen waarover hij het beheer voert en/of radiologische handelingen in ruimten of op plaatsen waarover hij het beheer voert, slechts dan worden verricht wanneer hij daarvoor een schriftelijke interne toestemming heeft;
-
er een of meer toezichthoudend stralingsdeskundigen zijn benoemd;
-
de
toezichthoudend
stralingsdeskundigen
hun
taken
en
aan
de
voorwaarden
van
stralingsbeschermingsvoorschriften kunnen voldoen. -
radiologische verrichtingen uitsluitend worden verricht door daartoe bevoegde artsen en dat de begeleiding van en taaktoedeling aan artsen-in-opleiding passen bij hun werkervaring en hun
-
deskundigheidsniveau in de stralingsbescherming; door de Stralingsbeschermingseenheid geconstateerde tekortkomingen stralingsbeschermingzorg, binnen de gestelde termijn, worden hersteld.
in
de
Bevoegdheden De beheerder is bevoegd om radiologische handelingen met stralingsbronnen waarover hij het beheer voert en radiologische handelingen in ruimten of op plaatsen waarover hij het beheer voert die naar zijn oordeel een ontoelaatbaar stralingsrisico (kunnen) veroorzaken, op termijn of onmiddellijk te doen beperken of beëindigen. Waar mogelijk gebeurt dat in overleg met de toezichthoudend stralingsdeskundige of de algemeen coördinerend stralingsdeskundige. 1.3.6
Toezichthoudend stralingsdeskundige
De toezichthoudend stralingsdeskundige is over de uitvoering van de taken met betrekking tot de stralingsbescherming verantwoording verschuldigd aan de algemeen coördinerend stralingsdeskundige. De toezichthoudend stralingsdeskundige draagt zorg of zorgt er voor dat: -
radiologische handelingen plaatsvinden binnen de kaders en voorschriften van de verleende
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 9
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
schriftelijke interne toestemming; -
een adequaat niveau van stralingsbescherming binnen zijn taakgebied wordt bereikt en behouden;
-
aanvragen van de benodigde schriftelijke interne toestemmingen deugdelijk worden voorbereid;
-
periodiek instructies worden verstrekt aan radiologisch werknemers
-
risico-inventarisatie en –analyse wordt uitgevoerd;
-
de algemeen coördinerend stralingsdeskundige en de beheerder voldoende regelmatig worden geïnformeerd over zijn taakuitvoering en bevindingen;
-
stralingsbronnen afdoende zijn beveiligd tegen onbevoegd gebruik;
-
stralingsincidenten tijdig aan de Stralingsbeschermingseenheid worden gemeld.
Bevoegdheden De toezichthoudend stralingsdeskundige is bevoegd om: -
radiologische handelingen die naar zijn oordeel een ontoelaatbaar stralingsrisico veroorzaken of kunnen veroorzaken, op termijn of onmiddellijk te doen beperken of beëindigen. Waar mogelijk gebeurt dat in overleg met de algemeen coördinerend stralingsdeskundige en de beheerder;
-
om een ieder waarop hij toezicht houdt en die naar zijn oordeel onverantwoord met stralingsbronnen te werk gaat, de radiologische handelingen (tijdelijk) te verbieden.
-
ruimten en plaatsen te betreden waar en wanneer dat voor de taakuitoefening nodig is.
De door de toezichthoudend stralingsdeskundige opgelegde beperkingen en maatregelen blijven van kracht totdat deze door hemzelf of door de algemeen coördinerend stralingsdeskundige worden herroepen. Bij afdelingen waar meerdere toezichthoudend stralingsdeskundigen zijn benoemd, kan een van deze deskundigen worden benoemd als coördinerend toezichthoudend stralingsdeskundige. 1.3.7
Leidinggevenden
Leidinggevenden zijn uit hoofde van hun functie verantwoordelijk voor de stralingsbescherming van werknemers van hun eenheid. De leidinggevende van radiologisch werknemers zorgt er voor dat: -
de Regeling en de bijbehorende voorschriften aan zijn werknemers bekend worden gemaakt en dat deze worden nageleefd;
-
zijn
werknemers
voldoende
instructie
over
de
radiologische
handelingen
en
in
de
stralingsbescherming hebben ontvangen; -
voldoende tijd en geld beschikbaar wordt gesteld voor opleiding, instructie en voorlichting van zijn werknemers;
-
aanwijzingen van de toezichthoudend stralingsdeskundige en de Stralingsbeschermingseenheid worden opgevolgd;
-
er voldoende middelen beschikbaar worden gesteld opdat de radiologische handelingen op verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden;
-
alleen
werknemers
toezichthoudend
die
daartoe
stralingsdeskundige
door zijn
de
Stralingsbeschermingseenheid
toegelaten,
worden
ingezet
bij
en
door
de
radiologische
handelingen; -
de
toezichthoudend
stralingsdeskundige
en
de
Stralingsbeschermingseenheid
worden
geïnformeerd over stralingsincidenten.
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 10
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
De leidinggevende werkt hierbij samen, voor zover als relevant, met de toezichthoudend stralingsdeskundige en de beheerder. 1.3.8
Radiologisch werknemers
Een radiologisch werknemer is een werknemer die bij de uitoefening van zijn beroep een effectieve dosis kan ontvangen die groter is dan 0,01 mSv per jaar of om andere redenen vanwege zijn betrokkenheid bij radiologische handelingen in deze categorie wordt ingedeeld. Het betreft personen die zijn ingedeeld als A-werknemer, B-werknemer, C-werknemer of D-werknemer. De categorieën A- en B-werknemer worden tezamen in het Besluit stralingsbescherming “blootgestelde werknemers” genoemd. Zij kunnen door hun beroepsmatige betrokkenheid bij radiologische handelingen een effectieve dosis van meer dan 1 mSv per jaar ontvangen . Een C-werknemer is een radiologisch werknemer die bij de uitoefening van zijn beroep bloot kan staan aan ioniserende straling, doch niet wordt gerekend tot de categorie blootgestelde werknemer, maar wel verplicht is gebruik te maken van persoonlijke beschermingsmiddelen, of moet voldoen aan stralingsbeschermingsvoorschriften. Tot de categorie C-werknemer worden ook gerekend werknemers die niet worden gerekend tot de categorie blootgestelde werknemer, maar als behandelend arts medisch verantwoordelijk zijn voor een radiologische verrichting, en artsen-inopleiding en andere werknemers die onder gezag van een behandelend arts een radiologische verrichting uitvoeren. Een D-werknemer is een radiologisch werknemer die niet voldoet aan de indelingscriteria voor Awerknemer, B-werknemer en C-werknemer, doch volgens de Stralingsbeschermingseenheid voorlichting en/of begeleiding nodig heeft. Radiologisch werknemers, in het bijzonder degenen die de radiologische handelingen verrichten, zijn (mede)verantwoordelijk voor de stralingsbescherming van zichzelf, andere personen en het milieu. Dit is inclusief het op correcte wijze toepassen van stralingsbronnen, de beschikbaar gestelde beschermingsmiddelen en meetinstrumenten en het melden van tekortkomingen in de werkomstandigheden, instructies, middelen en meetapparatuur bij de toezichthoudend stralingsdeskundige of de Stralingsbeschermingseenheid. Radiologisch werknemers zijn verplicht de aanwijzingen van de toezichthoudend stralingsdeskundige en stralingsdeskundigen van de Stralingsbeschermingseenheid op te volgen. 1.3.9
Schriftelijke interne toestemming
Radiologische handelingen worden uitsluitend uitgevoerd nadat de algemeen coördinerend stralingsdeskundige hiervoor een schriftelijke interne toestemming heeft verleend. In de schriftelijke interne toestemming zijn de kenmerken van de radiologische handelingen en de voorwaarden voor deze radiologische handelingen vastgelegd. De voorwaarden van de toepasselijke stralingsbeschermingsvoorschriften zijn eveneens onderdeel van de toestemming. De belangrijkste voorschriften zijn in hoofdstuk 2 samengevat. Een schriftelijke interne toestemming wordt voor een bepaalde tijd verleend aan de beheerder van stralingsbronnen, bergplaatsen, radiologische faciliteiten en/of ruimten en plaatsen. Een minimumeis voor verlening van een schriftelijke interne toestemming is dat een toezichthoudend stralingsdeskundige is benoemd.
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 11
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
1.3.10 Belangrijkste kernpunten uit de Regeling Radiologische handelingen worden alleen uitgevoerd als: 1. wordt voldaan aan wet-en regelgeving. 2. er een schriftelijke interne toestemming (SIT) is. 3. deze handeling is gerechtvaardigd. 4. de nadelen zo veel als redelijkerwijs mogelijk zijn beperkt. 5. de gebruiker voldoende kennis en ervaring heeft met de stralingstoepassingen en de daarbij behorende stralingsbescherming. 6. van te voren een risico-inventarisatie en analyse heeft plaatsgevonden.
Radiologische verrichtingen worden alleen uitgevoerd: 7. onder verantwoordelijkheid van een bevoegd arts en als de uitvoerende bevoegd en bekwaam is. 8. nadat de stralingsbron vooraf is goedgekeurd. Stralingsincidenten 9. Melden!
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 12
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
2 Stralingsbeschermingsvoorschriften bij het Erasmus MC 2.1
Inleiding
Het Erasmus MC heeft de (inter)nationale regels voor stralingsbescherming verwerkt in de Regeling stralingsbescherming Erasmus MC. De Regeling is een kaderregeling. De kaders zijn nader uitgewerkt in stralingsbeschermingsvoorschriften. Radiologisch werknemers zijn verplicht om op de hoogte te zijn van de inhoud van de stralingsbeschermingsvoorschriften en ernaar te handelen.
2.2
Stralingsbeschermingsvoorschriften
De interne regelgeving is op hoofdlijnen beschreven in de regeling en in meer detail vastgelegd in algemeen geldende stralingsbeschermingsvoorschriften. Op de website van de Stralingsbeschermingseenheid (www.erasmusmc.nl/sbe) treft u op de webpagina met voorschriften de volgende drie kolommen aan: 1e kolom, met het kopje “voor TSD-ers”: voorschriften voor toezichthoudend stralingsdeskundigen, 2e kolom, met het kopje “voor gebruikers”: voorschriften voor gebruikers, 3e kolom, met het kopje “Overig”: overige informatie.
Figuur 2.1 Webpagina Voorschriften (Website Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC)
Voorschriften voor toezichthoudend stralingsdeskundigen Voorschriften voor toezichthoudend stralingsdeskundigen zijn grotendeels samengesteld uit voorwaarden die horen bij een schriftelijke interne toestemming. De toezichthoudend stralingsdeskundige is, samen met de andere in paragraaf 1.3 vermelde betrokkenen, er voor verantwoordelijk dat aan deze voorwaarden wordt voldaan. Deze voorschriften zijn in de regel te herkennen aan de toevoeging “voor toezichthoudend stralingsdeskundigen1” in de koptekst. Radiologisch werknemers die geen toezichthoudend stralingsdeskundigen zijn hoeven niet bekend te zijn met de inhoud van deze voorschriften (het mag wel). Voorschriften voor gebruikers 1 Tot december 2009 werden toezichthoudend stralingsdeskundigen “lokaal stralingsdeskundigen“ genoemd. In veel voorschriften komt u deze benaming nog tegen.
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 13
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
In de voorschriften voor gebruikers is aangegeven op welke wijze gebruikers op een verantwoorde en veilige manier gebruik kunnen maken van stralingsbronnen. Ook zijn de aanvullende eisen beschreven (voorbeelden zijn: toelatingsprocedure, opleiding, medische begeleiding, enz.). Een aantal van deze voorschriften zijn vastgelegd in de vorm van gedragsregels. Gedragsregels geven aan hoe u op een verantwoorde wijze met stralingbronnen omgaat. Deze voorschriften zijn te herkennen aan het woord “gedragsregels” in de titel. Gedragsregels hebben een bindend karakter. Echter, van de gedragregels kan in overleg met de algemeen coördinerend stralingsdeskundige worden afgeweken als met een afwijkende werkwijze een zelfde niveau van stralingsbescherming wordt bereikt. De voorschriften zijn afhankelijk van het type stralingsbron onderverdeeld in vier groepen, namelijk voorschriften voor Ingekapselde bronnen, Open radioactieve stoffen, Röntgentoestellen en Deeltjesversnellers. De subgroepen “ingekapselde bronnen” en “open radioactieve stoffen” zijn bedoeld voor personen die de instellingsgebonden regelgeving B moeten volgen. De voorschriften van de subgroepen “röntgentoestellen” en “deeltjesversnellers” zijn bedoeld voor personen die de instellingsgebonden regelgeving A moeten volgen.
2.3
Samenvatting van de voorschriften geldig voor alle gebruikers Toelating tot radiologische handelingen en beroepsmatige blootstelling (A&Msv05006) u wordt toegelaten tot de omschreven handelingen met stralingsbronnen nadat u: o middels kopieën van diploma’s heeft aangetoond over de vereiste kennis van stralingsbescherming te beschikken; o de cursus “instellingsgebonden regelgeving” met goed resultaat heeft afgesloten; o de benodigde persoonsdosimeter(s) heeft ontvangen; o medische bent goedgekeurd (alleen voor A-werknemers); personen die worden ingedeeld in de A-categorie dienen jaarlijks medisch te worden gekeurd; blootgestelde werknemers zijn verplicht tijdens de radiologische handelingen en in radiologische ruimten de beschikbaar gestelde persoonsdosimeter te dragen; Nadat u aantoonbaar aan de toelatingscriteria heeft voldaan, ontvangt u schriftelijk toestemming van of namens de algemeen coördinerend stralingsdeskundige om de handelingen met stralingsbronnen uit te voeren.
2.3.1
2.3.2 Gedragsregels voor gebruikers van een persoonsdosimeter (A&Msv08009) dosimeters zijn persoonsgebonden;
beschrijf de dosismeters niet;
lever de persoonsdosimeter in voor de 9e van de maand;
Indien u verwacht dat u tijdens de wisselperiode (zie onderstaand schema) afwezig bent, levert u uw dosimeter voor uw afwezigheid in bij uw toezichthoudend stralingsdeskundige of uw dosimetriecontactpersoon;
de extra kosten voor verloren dosimeters en dosimeters die meer dan 4 perioden te laat zijn ingeleverd worden doorbelast aan de afdeling (de afdeling kan deze kosten aan u doorbelasten);
draag de persoonsdosimeter aan de voorkant van het lichaam op buik-of borsthoogte;
bij gebruik van een loodschort draagt u de persoonsdosimeter boven op het loodschort op borsthoogte of aan de halskraag;
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 14
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
bewaar de dosimeter op een plaats met een normaal achtergrondstralingsniveau, vraag uw toezichthoudend stralingsdeskundige op welke plaats dat voor uw afdeling is;
de dosismeetresultaten worden vastgelegd in een nationaal dosisregistratie en informatiesysteem (NDRIS); indien uw persoonsdosimeter in een stralingsveld is geweest terwijl u deze niet droeg, meldt u dit bij de Stralingsbeschermingseenheid;
uw dosisresultaten kunt u inzien via de webbased database van Philips
Gedragsregels voor radiologische handelingen door (zwangere) vrouwen (A&Msv09007) De equivalente dosis van het ongeboren kind dient zo laag als redelijkerwijs mogelijk te blijven, deze dosis mag niet meer zijn dan 1 mSv vanaf de melding van de zwangerschap; zwangere vrouwen voeren geen radiologische handelingen uit die leiden tot indeling in de Acategorie; vrouwen worden geadviseerd hun zwangerschap zo vroeg mogelijk te melden; draag vanaf de melding van de zwangerschap de persoonsdosimeter op buikhoogte. Dit geldt niet als u een loodschort draagt en de dosimeter lastig is te bevestigen op het loodschort (u blijft de dosimeter boven het loodschort op de voorgeschreven plaats dragen); vrouwen die borstvoeding geven worden vrijgesteld van handelingen waarbij een meer dan relevant risico bestaat op inwendige radioactieve besmettingen.
2.3.3
2.4
Samenvatting van de deeltjesversnellers (A)
voorschriften
voor
röntgentoestellen
en
2.4.1 Gedragsregels voor gebruikers van röntgentoestellen (A&Msv09001) Röntgentoestellen alleen worden alleen gebruikt door personen die hiervoor toestemming hebben gekregen van de toezichthoudend stralingsdeskundige;
werk volgens lokale werkprotocollen; houd doorlichttijden en het aantal opnamen zo klein mogelijk;
let op de veiligheid van omstanders;
niemand verblijft tijdens de röntgenopnamen onnodig in het strooistralingsveld rondom de patiënt;
personen die een patiënt tijdens röntgenopnamen of doorlichting medisch behandelen of daarbij assisteren dragen een loodschort. De toezichthoudend stralingsdeskundige kan het dragen van een schildklierkraag of loodglasbril bij bepaalde handelingen verplicht stellen;
personen die in de ruimte aanwezig zijn, kiezen een positie in de ruimte waarbij het stralingsniveau het laagst is. Algemeen geldt dat het stralingsniveau aan de intreezijde van de patiënt, groter is dan aan de uittreezijde. Posities in de buurt van de röntgenbuis (aan de intreezijde) worden dan ook zoveel mogelijk vermeden; als de afschermende werking van het loodschort rondom niet gelijk is, blijft u zoveel mogelijk met het meest beschermde lichaamsvlak naar de patiënt gekeerd staan;
beperk tijdens opname of doorlichting het uitvoeren van medische handelingen aan de patiënt zo veel mogelijk;
let er op dat de handen of andere lichaamsdelen van personen -niet zijnde de patiënt- niet in de primaire röntgenbundel komen; sta niet onnodig dicht bij de patiënt;
niemand wordt routinematig bij patiëntondersteuning ingezet;
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 15
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
indien de patiënt moet worden ondersteund is het verplicht een loodschort te dragen; röntgentoestellen zijn beveiligd tegen onbevoegd gebruik bij onbeheerd achterlaten;
blijf tijdens de opname op een afstand van ten minste één meter van de patiënt als u een loodschort draagt of op een afstand van 3 meter als u geen loodschort draagt;
waarschuw bij storingen of gebreken aan het röntgentoestel of stralingsveiligheidsvoorzieningen, of bij twijfel over de correcte werking daarvan zo spoedig mogelijk de toezichthoudend stralingsdeskundige, of bij diens afwezigheid de unithoofdlaborant(e), klinisch fysica of de instrumentele dienst.
Gedragsregels voor omstanders bij het gebruik van röntgentoestellen (A&Msv09002) Vraag toestemming aan de toezichthoudend stralingsdeskundige voor uw aanwezigheid bij het gebruik van röntgentoestellen; ga, zo veel mogelijk, achter een vaste afscherming staan; draag, indien u niet achter een vaste afscherming kunt gaan staan, een loodschort. De toezichthoudend stralingsdeskundige kan het dragen van een schildklierkraag bij bepaalde handelingen verplicht stellen; kies zo veel mogelijk een positie in de ruimte waar het stralingsniveau het laagst is. Algemeen geldt dat het stralingsniveau aan de intreezijde van de patiënt, groter is dan aan de uittreezijde. Posities in de buurt van de röntgenbuis (aan de intreezijde) worden dan ook zoveel mogelijk vermeden. Bij horizontale projecties is de gunstigste plaats schuin achter de patiënt ten opzichte van de röntgenbuis, onder een hoek van 45 met de röntgenbundel; sta niet onnodig dicht bij de patiënt; vermijd het routinematig vasthouden of ondersteunen van patiënten tijdens opnamen en doorlichten; voer de "druk-op-de-knop"-actie alleen uit als u daartoe bevoegd en bekwaam bent (5R-opleiding en individuele toestemming hebt van de SBE); o voer geen andere handelingen met het röntgentoestel uit. Verander dus geen instellingen; o let op de veiligheid van omstanders. Geef hen zo nodig aanwijzingen voordat u de opname start.
2.4.2
2.4.3 Gedragsregels voor gebruikers van deeltjesversnellers (A&Msv09004) Gebruik deeltjesversnellers alleen met toestemming van de toezichthoudend stralingsdeskundige en het verantwoordelijk unithoofd; werk volgens lokale instructies en werkprotocollen;
voer geen handelingen uit die de werking van de beveiligingsmaatregelen vermindert (bijvoorbeeld: overbrug geen deurcontacten); stel, voordat u de bestralingsruimte binnen gaat, zeker dat anderen de bestraling niet kunnen starten; zorg er voor dat alvorens de bestraling te starten alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen en procedures correct zijn uitgevoerd; controleer direct voor aanvang van de bestraling dat niemand in een (afgesloten) deel van de bestralingsbunker (technische ruimte) verblijft; zorg ervoor dat iedereen (behalve de te behandelen patiënt) de bestralingsruimte heeft verlaten voordat u de bestraling start;
de medewerker die als laatste de bestralingsruimte verlaat, drukt de stralingsbereidheidknoppen in;
betreed de bestralingsruimte niet als de rode of de oranje lamp van het verkeerslicht brandt;
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 16
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
bent u in de bunker en merkt u of vermoedt u dat een bestraling is gestart, loop dan direct naar de uitgang van het labyrint. Dit is richting de bedieningsruimte. Doordat u hierbij lichtcellen passeert, zal de bestraling stoppen;
waarschuw bij storingen of gebreken aan de deeltjesversneller of stralingsveiligheidsvoorzieningen, of bij twijfel over de correcte werking van het toestel, zo spoedig mogelijk de Medische Elektronica Afdeling (MEA). Informeer eveneens de toezichthoudend stralingsdeskundige en/of klinisch fysisch medewerker.
2.5
Samenvatting van de radioactieve stoffen (B)
voorschriften
voor
open
en
ingekapselde
2.5.1 Gedragsregels voor gebruikers van open radioactieve stoffen (A&Msv08005) Gebruik open stoffen alleen met toestemming van de toezichthoudend stralingsdeskundige, in daarvoor bestemde radiologische ruimten;
bestel alleen open stoffen met toestemming van de toezichthoudend stralingsdeskundige;
neem voor aanvang van de handelingen kennis van de eigenschappen van de stoffen; bestudeer, indien aanwezig, de risicoanalyse van de handelingen of voer deze zonodig uit;
controleer voor aanvang of de te gebruiken hulpmiddelen aanwezig zijn en naar behoren werken;
controleer of de aanwezige besmettingsmonitor geschikt is voor de te gebruiken radionuclide(n);
oefen, indien u niet bekend bent met de handelingen, eerst zonder radioactieve stoffen; voer radiologische handelingen met open radioactieve stoffen alleen uit als u geen wondjes of huidbeschadigingen aan de handen hebt, tenzij deze goed zijn afgedekt door bijvoorbeeld een pleister; zorg ervoor dat de deuren, ramen en vluchtwegen dicht zijn, zodat er ondruk blijft in de ruimte;
eet, drink of rook niet in de radiologische ruimte;
voer slechts handelingen uit die verband houden met de radiologische handelingen;
werk zodanig dat eventuele radioactieve besmettingen eenvoudig zijn te verwijderen;
voer de handelingen zo uit dat zo min mogelijk radioactief afval ontstaat; gebruik wegwerphandschoenen zodanig dat u zo min mogelijk voorwerpen besmet met radioactieve stoffen. Een “best practice” voorbeeld hiervoor is de één-handschoen-methode;
voorkom besmetting van (meet)apparatuur;
markeer potentieel besmet materiaal met het waarschuwingssymbool voor ioniserende straling; controleer de werkplek en de gebruikte voorwerpen tijdens de handelingen regelmatig op radioactieve besmettingen;
verwijder radioactieve besmettingen zo spoedig mogelijk; maak na afloop van de handelingen gebruikte materialen schoon, controleer de werkplek op besmetting en laat de werkplek schoon achter;
was uw handen en controleer daarna handen en kleding op radioactieve besmetting;
waarschuw de toezichthoudend stralingsdeskundige bij een besmetting; draag besmette materialen en kleding over aan de toezichthoudend stralingsdeskundige;
registreer in het logboek alle relevante gegevens die verband houden met stralingsbescherming;
laat bij een incident zo spoedig mogelijk de toezichthoudend stralingsdeskundige en/of de stralingsdeskundigen van de SBE waarschuwen, deze coördineren de verdere acties.
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 17
Instellingsgebonden regelgeving stralingsbescherming Erasmus MC
Gedragsregels voor gebruikers van ingekapselde radioactieve bronnen (A&Msv08007) Gebruik ingekapselde bronnen alleen met toestemming van de toezichthoudend stralingsdeskundige; haal geen ingekapselde bronnen uit een apparaat of uit de bronhouder; zorg er voor dat de bron goed beveiligd is, sluit bij het verlaten van de ruimte de deur af; laat het afvoeren van een ingekapselde bron over aan de toezichthoudend stralingsdeskundige; neem voor aanvang van de handelingen kennis van de eigenschappen van de ingekapselde bron; bestudeer, indien aanwezig, de risicoanalyse van de handelingen of voer deze zonodig uit; controleer voor aanvang of de te gebruiken hulpmiddelen aanwezig zijn en naar behoren werken; oefen, indien u niet bekend bent met de handelingen, eerst met een dummy-bron; houd afstand tot de ingekapselde bron; gebruik indien nodig "handling-tools" en pincetten; plaats, indien nodig, geschikt afschermingsmateriaal tussen uzelf en de ingekapselde bron; waarschuw direct de toezichthoudend stralingsdeskundige als u ziet dat de ingekapselde bron is beschadigd; gebruik alleen ingekapselde bronnen die volgens de voorgeschreven frequentie op lek zijn gecontroleerd, Uw toezichthoudend stralingsdeskundige kan u hierover informeren; berg de ingekapselde bron na gebruik direct weer op in de daarvoor bestemde bergplaats; laat bij een incident zo spoedig mogelijk de toezichthoudend stralingsdeskundige en/of de stralingsdeskundigen van de SBE waarschuwen, deze coördineren de verdere acties.
2.5.2
Gedragsregels voor het intern vervoer van radioactieve (afval)stoffen en ingekapselde radioactieve bronnen binnen het Erasmus MC (A&Msv08010) Vervoer alleen radioactieve stoffen als de toezichthoudend stralingsdeskundige of de Stralingsbeschermingseenheid (SBE) hiervoor toestemming heeft gegeven; zorg ervoor dat u tijdens het vervoer het ingevulde vervoersdocument bij u hebt; vervoer radioactieve stoffen niet in broek- of jaszak e.d.; breng de radioactieve stoffen direct naar de plaats van bestemming en onderbreek het vervoer niet; houd radioactieve stoffen continu onder toezicht; bij gebruik van een lift, zorgt u ervoor dat er zich geen andere personen gelijktijdig met de radioactieve stoffen in de lift bevinden. Hiervoor zijn uitzonderingen (zie voorschrift); berg na afloop van het vervoer de radioactieve stof op in de daarvoor bestemde bergplaats; controleer na afloop van het vervoer de lege transportverpakking op radioactieve besmetting.
2.5.3 #
© 2011
Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC
Blz. 18