SURINAME EN DE OORLOG •
DOOR C. F. G. GETROUW
Hoewel Suriname buiten de directe oorlogvoering gebleven is, hebben de oorlogsjaren beslissende invloed gehad op land en volk, zowel wat de materiële als wat de geestelijke ontwikkeling betreft. Nauwelijks was op 1 September 1939 Polen door de Duitsers aangevallen, of de oorlog had de belangstelling van allen. Het rechtsgevoel van de Surinamers kwam in opstand tegen deze daad van geweld. Met instemming werden dan ook de oorlogsverklaringen van Engeland en Frankrijk aan Duitsland vernomen. De ware aard van het Nazisme werd echter niet door allen ingezien. Wel konden de Surinamers niet instemmen met de theorie van ras en bloed, die de niet-Arische volken als minderwaardig beschouwt, maar men zag deze aan als de uiting van een kleine minderheid, die zeker voor de meerderheid zou moeten onderdoen, want in vroeger jaren hadden Duitse zendelingen het Christendom en de beschaving aan Suriname gebracht! Van deze goedgezinde Duitsers, zo meende men, zou toch zeker een krachtige invloed ten goede uitgaan! Men wist niet, dat hiervan geen sprake kon zijn. Dat de Nazies alle andere uitingen hadden gesmoord, zou pas later tot velen doordringen. Na de val van Polen berustte men in de gedachte, dat de oorlog voor ons land geen gevolgen zou hebben, daar Nederland neutraal zou blijven evenals in de eerste wereldoorlog. De plechtige verklaring van Hitler beschouwde men zelfs als een garantie hiervoor. Geheel anders werd de stemming, toen in den vroegen morgen van 10 Mei 1940 de verraderlijke aanval op het moederland bekend werd. Iedere Surinamer was toen de Duitsers vijandig, en zeer voldaan was men, toen diezelfde dag bekend werd, dat alle hier aanwezige Duitsers snel en zeker waren geïnterneerd. — 129 — De West-Indische Gids XXVII
9
130
C. F. G. GETROUW
Deze voldoening maakte later plaats voor ontstemming, toen bekend werd, welk een herenleven die geinterneerde vijanden leidden. De snelle capitulatie van het Nederlandse leger, in de hand gewerkt door de N.S.B.-ers, die de Duitsers de overrompeling van hun eigen vaderland hebben vergemakkelijkt, deed de achting voor de Hollanders sterk dalen. Men ging in iederen Hollander een N.S.B.-er zien, in staat om ook Suriname te verraden, zodra de Duitsers op welke wijze ook, hier een inval zouden doen. Deze stemming werd niet weinig bevorderd door het bericht, dat de enige Duitse boot in onze haven door de bemanning tot zinken was gebracht, natuurlijk door slap optreden der onzen. In drommen trok men naar den Waterkant, om de boot te zien, die eerst op één zijde hing en later geheel omsloeg. Er werden minder vleiende woorden geuit, natuurlijk binnensmonds, tegen de Hollanders, die eerst hun land verraden hadden, en hier geinterneerde Duitsers als heren behandelden, zeker uit vrees, dat bij een eventuele Duitse overwinning hiermede rekening zou gehouden worden. En de winstkans der Duitsers werd groot: op de capitulatie van het Belgische leger volgde het avontuur van Duinkerken, en tenslotte de overgave van Frankrijk. De vrees voor de Duitsers was ook oorzaak, meende men, dat erkende N.S.B.-ers met rust werden gelaten. Gezien de sterke positie der Duitsers, ook in sommige Zuidamerikaanse landen, was de vrees voor een aanval niet ongegrond. Het Bestuur heeft hiertegen direkt maatregelen genomen. Om begrijpelijke redenen werden de bedoeling der militaire maatregelen geheim gehouden. Maar iedereen zag de vergroting van het militaire apparaat met Inlandse troepen: schutters, stads- en landwachten, waarbij later een vrouwelijke afdeling gevoegd werd. Men zag het manoeuvreren met gevechtswagens, afweergeschut, terwijl op elk uur van de dag militaire auto's en jeeps door de stad raasden. De nieuwe barakken aan de Gemenelandsweg te Albina, te Moengo en aan de Tourtonnelaan gaven ons de overtuiging, dat aan onze verdediging hard werd gewerkt. De komst van Amerikaanse troepen, die op Zanderij en Zorg en Hoop hun kampementen hadden, liet niet na het gevoel van veiligheid te verhogen. Niet minder deed dit het groot aantal vliegtuigen, alsmede de twee blimps, die boven Paramaribo heen en weer trokken. Men hoorde van kustbatterijen te Leonsberg,
SUKINAME EN DE OORLOG
131
Purmerend en Nieuw-Amsterdam, die een aanval van de zeezijde zouden moeten bemoeilijken. En toch zou het kunnen gebeuren, dat de vijand zijn bommen liet vallen, ondanks de genomen maatregelen. Doch ook hierin was voorzien door de aanleg van schuilloopgraven langs de wegen en op terreinen. De scholen hielden geregeld oefeningen in het rennen naar de loopgraven. Een ambulancedienst zou de gewonden bijstaan, terwijl een geoefende brandweerbrigade het blussingswerk ter hand moest nemen. Zeer verdienstelijk heeft zich gemaakt de vereniging Suriname Waakt door in vlugschriften en radio de bevolking op de hoogte te houden van de verschillende veiligheidsmaatregelen. Op het erf van haar kantoor had ze een model-schuilplaats gebouwd. De staat van beleg was intussen afgekondigd, waardoor vele bevoegdheden in de handen van de militaire macht gelegd waren. Censuur op brieven werd ingevoerd, zelfs binnenlandse brieven waren daar aan onderworpen. Voor de veiligheid van onze deviezen werden ingesteld een deviezen-commissie en een import-controle, die bewezen hebben nuttige instellingen te zijn, want mede aan haar danken wij de goede positie van de Surinaamse gulden. Hiernaast kwam er een uitvoerverbod, ter voorkoming, dat wat wij zelf nodig hadden, uit winstbejag het land uit ging. Eigendommen en bezittingen van in bezet gebied wonende eigenaren en schuldeisers kwamen onder het beheer van een Commissie voor Rechtsverkeer in oorlogstijd. Al deze maatregelen van beschermende aard om onze positie veilig te stellen hadden niet steeds de onverdeelde instemming van iedereen, hetgeen ook niet verwacht kon worden. Immers, wat den een beschermt, ontneemt den ander een voordeel. Zo bijvoorbeeld de prijszetting en prijscontrole. De aanwezige voorraden goederen waren in korten tijd uitverkocht, en de invoerbeperking deed de vraag naar allerhande artikelen stijgen, waardoor de prijzen omhoog gingen. En toen kwam het Bestuur met de prijszetting, welke vanzelfsprekend toegejuicht werd door de verbruikers, maar becritiseerd door de producenten en handelaars. De groothandel, die vóór den oorlog een geweldige malaise had doorgemaakt, kreeg nu een plotselinge opleving, die ook het Gouvernement voordelen bracht in de vorm van oorlogswinstbelasting. Licht en schaduw vergezellen elkaar steeds; de een zijn dood
132
C. F. G. GETROUW
is de ander zijn brood. Zo was ook de rampzalige oorlog voor Suriname een tijd van stoffelijke welvaart. Het was de ironie van het leven, dat berichten omtrent wreedheden in Europa in de oren vielen van hen, die aan de oorlog een goed stuk brood, ja zelfs een flink kapitaal, te danken hadden. Is het niet verklaarbaar, dat uitdrukkingen als: ,,de oorlog heeft Suriname er bovenop gebracht" en ,,die gemene Hitler heeft ons aan brood geholpen" nogal eens gehoord werden? Men zoeke hierin geen gevoelloosheid, ja niet eens gebrek aan medegevoel. Het was de doodeenvoudige vaststelling van een feit door mensen, die jarenlang niets dan gebrek hadden gekend. Het was geen partij kiezen voor den vijand, geen sympathiebetuiging met de Duitsers, in genen dele, want men verafschuwde de wreedheden van de oorlog. Maar het was een — natuurlijk kortzichtig — zich verheugen in eigen welvaart, zonder nadenken over de vreselijke gevolgen van dezelfde oorlog elders. De grote massa doet niet aan filosofie, zij spoort geen oorzaken en gevolgen op, zij constateert alleen feiten. De uitbreiding van het defensie-apparaat ging in snel tempo voort. Hiervoor was nodig de aanleg van wegen en terreinen, het bouwen van barakken, het leveren van uniformen en schoeisel, waarvoor grote sommen werden uitgegeven. Het hout steeg in prijs; ambachtslieden, als timmerlui, metselaars, kleer- en schoenmakers, hadden de handen vol werk en de zakken vol geld. Omdat de defensiewerken zo goed betaalden, gingen ze voor alle andere; particulieren moesten wachten, ook moesten zij dezelfde prijzen betalen als de defensie. De beperking van den invoer en het grote verbruik der militairen deden de prijzen van inlandse goederen en landbouwproducten geweldig stijgen: rijst ging omhoog van 6 tot 20 cent het kg., eieren kon men voor 10 cent met moeite krijgen, terwijl bacoven en sinaasappels 4 stuks voor een kwartje kostten. Groenten, eieren en vlees, melk en vruchten waren moeilijk te bekomen; de ontzaglijke defensie slokte alles op; voor de burgerij bleef weinig over. Op eieren, melk en vlees werden maximumprijzen gesteld, en ook op kokosolie. Maar zodra was dit niet geschied, of de artikelen verdwenen van de openbare markt en waren alleen op de zwarte markt te krijgen. Met beleid en vastberadenheid is hiertegen opgetreden, maar dikwijls zonder succes. Naast de defensie was de uitbreiding van het bauxietbedrijf een oorzaak van vooruitgang. Niet alleen ging de Amerikaanse maatschappij naast haar mijnbedrijf op Moengo een tweede te Paranam
SURINAME EN DE OORLOG
133
exploiteren, maar ook de Hollandse Billiton Maatschappij begon bauxiet te ontginnen. Als gevolg hiervan kwamen verschillende grote bauxietschepen onze haven binnenvaren, om het kostbare erts te halen en te voeren naar de U.S.A., waar er alluminium uit werd bereid voor de geallieerde vliegtuigen. Met grote trots hoorden en lazen de Surinamers, dat, dank zij hun bauxiet de vliegtuigen van de R.A.F, en de Amerikaanse bommenwerpers door hun bombardementen de Duitsers tot overgave zouden dwingen. Dit mijnbedrijf bracht geld in omloop en stijfde de landskas, maar het onttrok arbeiders aan de landbouw door zijn hoge lonen, met het gevolg, dat de suikerproductie sterk ging dalen, zodat zelfs dit artikel moest gerantsoeneerd worden. En zij, die weten, hoe de Surinamer op suiker gesteld is, begrijpen wat 't voor 't volk betekende, uren in de rij te moeten staan, om tenslotte te vernemen, dat de partij van die dag uitverkocht was. Relletjes, waarbij de politie met de gummistok tussenbeide moest komen, waren geen zeldzaamheden. Eindelijk ging men de weg op, die zo vanzelfsprekend de enige juiste was, nl. die van het uitreiken van distributiebonnen. Met één slag waren alle ongeregeldheden verdwenen! Ook rijst moest een korte tijd gerantsoeneerd worden; er is zelfs rijst uit Brazilië ingevoerd, maar de kwaliteit is tegengevallen. Terwijl handelaars, producenten en handwerkslieden een goede tijd hadden, was er een groep, die er finantieel zeer slecht aan toe was; voor wie de oorlog werkelijk een economische ramp was. Dat waren zij, die voor een vast maandloon in dienst waren, vooral bij het gouvernement. Zij zagen zich geplaatst voor het onoplosbaar probleem om met een beperkt inkomen het hoofd te bieden aan de enorme prijsstijging van alle levensbehoeften. Een duurtetoeslag, die voor de eerste / 750.— (jaarinkomen) 30% bedroeg, bracht de oplossing niet. Levensmiddelen, kleding en schoeisel bleven voor hen te duur. De komst van vele vreemdelingen, de toename van het aantal huwelijken — een gevolg van de gunstige financiële positie — alsook de duurte van bouwmaterialen en de hoge arbeidslonen hadden tot gevolg een woningnood, die nog voortduurt. Ook hier moest het Bestuur optreden om prijsopdrijving en andere willekeur van huiseigenaren tegen te gaan. Een huurcommissie kreeg deze dankbare taak. Financiële vooruitgang is niet altijd, ja zelfs gewoonlijk zeer zelden, een zegen op moreel gebied. Er openbaarde zich een zekere roekeloosheid en ongebondenheid in het gedrag van velen, o.a.
134
C. F. G. GETROUW
in het met volle handen wegsmijten van het zo makkelijk verdiende geld. Natuurlijk werd er ook gespaard, zoals uit de verslagen van de Postspaarbank te zien is: toename van het aantal spaarboekjes en stijging van het spaargeld. Ook zijn er hypotheken en andere schulden afgelost. Maar degenen, die tot deze verstandige groep behoorden, waren gering in aantal in vergelijking tot de verkwisters, die het geld gebruikten voor feesten, dobbelspel en dranken. Losheid van zeden en onverschilligheid in het godsdienstig leven werden in de hand gewerkt door de aanwezigheid van vreemde militairen. Cafe's en restaurants waren steeds overvol; de dansende en schreeuwende gasten overstemden de radio, die altijd fortissimo galmde. Een grote mate van ruwheid openbaarde zich bij de rijpende jeugd, hetgeen de harten van weldenkende ouders, onderwijzers en geestelijken met zorg vervulde. De politie moest lichte meiden alsook een aantal jongelui, die georganiseerd in de avonduren de straten onveilig maakten, opbergen gedurende enige maanden, opdat fatsoenlijke burgers zich op straat konden wagen. Geen wonder dan ook, dat de geestelijken van verschillende richtingen bij elkaar kwamen om door gezamenlijke actie het kwaad tegen te gaan. Het resultaat was de oprichting van een Comité van Christelijke Kerken, dat in geschriften en door de radio voorlichting geeft op bijbels, zedenkundig en godsdienstig gebied. Voor het onderwijs betekende de betere financiële positie der bevolking een zeer sterke toename van het aantal leerlingen op de ulo- en mulo-scholen. Het gewoon lager onderwijs is kosteloos. Maar omdat de ouders meer verdienden, verlangden ze ook, dat hun kinderen meer en beter zouden leren, en ze toonden zich bereid het schoolgeld te betalen op de scholen voor uitgebreid en meer uitgebreid lager onderwijs. De overvloed van onderwijzers, die er in de vooroorlogse jaren bestond, maakte plaats voor een tekort, ook mede door de schutterij, waarin verschillende van hen waren ingelijfd. Men moest schoollokalen bijbouwen, maar leermiddelen waren er niet genoeg, vooral boeken, ontbraken. Dit tekort aan boeken heeft men trachten aan te vullen met eigen drukwerk en met gestencilde exemplaren, waarbij men echter moeilijkheden ondervond van papierschaarste en onvolmaakte drukkerijen, vooral waar het illustraties betrof. Uit de toename van 't leerlingenaantal op de betalende scholen mag worden afgeleid, dat het Surinaamse volk gesteld is op goed onderwijs en ook bereid is er voor te betalen, als het maar genoeg
SURINAME EN DE OORLOG
135
verdient. Wij moeten dit toejuichen, want de vooruitgang van een land, de verhoging van de levensstandaard en de geestelijke ontwikkeling van de bevolking zijn factoren, die van elkaar afhangen. Laten wij vooral niet vergeten, dat goede resultaten van landbouwkundige, sociale en hygiënische voorlichting afhankelijk zijn van het intellect, waarop zij zich richt. Is het volk niet ontvankelijk er voor door te laag ontwikkelingspeil, dan zijn alle uitgaven hieraan besteed door het Gouvernement niet verantwoord. Om tegemoet te komen aan het verlangen naar verdere studie werd opgericht de Vereniging voor Middelbaar Onderwijs, die een H.B.S.-cursus geeft, aansluitend bij het mulo, met een program van de hoogste 3 klassen van een 5-jarige H.B.S. Het ligt in de bedoeling erkenning der school te verkrijgen, en zolang deze er nog niet is, examen werk uit Holland te krijgen. Tot nu toe staat de zaak der examens nog niet vast, waardoor de ouders geen vol vertrouwen hebben in het instituut. Niet alleen aan schoolboeken ontstond gebrek door de gestoorde verbinding met Nederland, maar ook aan lectuur. Men vulde de leemte aan met boeken en tijdschriften uit Amerika. Over het algemeen kan gezegd worden, dat door de oorlog de invloed van Amerika op Suriname sterk is toegenomen. De Amerikaanse gedachte heeft veld gewonnen, ook de sympathie voor de Amerikanen is toegenomen. Niet het minst door het feit, dat zij beter betaalden dan de Hollanders. Ook meent men, dat zij hun werknemers beter weten te waarderen. Er zijn niet weinigen, die een economische bloei van ons land slechts van het Amerikaanse kapitaal verwachten, daar volgens hen deze tot nog toe niet aan de Hollanders is gelukt. Deze van Nederland afzijdige oriëntatie is ook in de hand gewerkt door grote ontevredenheid over het bestuur van den vorigen gouverneur, die de Surinaamse mentaliteit niet scheen te begrijpen, die hij niet als een gegeven factor beschouwde, waarmee rekening moest gehouden worden bij het bestuur, maar tegen deze mentaliteit inging. Botsingen met de volksvertegenwoordiging waren hiervan het gevolg, en toen een lid der Staten werd geinterneerd, culmineerde het conflict in het aftreden van aide gekozen statenleden, zodat de overblijvenden niet wettig konden vergaderen. De aanhankelijkheid van Suriname aan het Oranjehuis is ondubbelzinnig gebleken bij de bezoeken van Prins Bernhard en Prinses Juliana. Toen heeft men politieke gevoelens niet laten
136
SURINAME EN DE OORLOG
domineren over een enthousiasme, dat uit het hart voortkwam. Evenals bij andere volken ontwaakte ook bij de Surinamer* een zeker nationaliteitsgevoel, het besef, dat naast het algemeen lidmaatschap van het Koninkrijk der Nederlanden er ook een Surinaams burgerschap bestaat, een besef, dat lang sluimerend geweest is, doch zich nu algemeen ging openbaren. Men uitte verlangens naar wijziging van de staatsrechtelijke verhouding tussen Nederland en Suriname, en vol verwachting ziet men uit naar de daadwerkelijke resultaten van toezeggingen in deze richting, o.a. van een tehouden Rijksconfcrentie, waarvoor drie leden als vertegenwoordigers van ons land zijn aangewezen. Intussen begreep het Bestuur, dat de toestanden na de oorlog zich zouden wijzigen, en om niet verrast te worden, maar de bakens te kunnen verzetten voor het verloop van het getij, werd ingesteld een Commissie ter bestudering van naoorlogse problemen. Het rapport van de commissie is al verschenen; de daden moeten nog volgen. Als wij in het begin schreven, dat ons land buiten de directe oorlogvoering gebleven is, dan bedoelen wij geenszins daarmee, dat wij ons niet als oorlogvoerende partij beschouwden. Integendeel: ook wij hebben ons aandeel in de oorlogvoering gehad. Van onze bauxiet of alluminiumerts hebben wij al gesproken. Wij noemen nog even het Spitfirefonds, dat bijdragen inzamelde om vliegtuigen te kopen voor de geallieerde bombardementen boven Duitsland. Voorts memoreren wij, dat Surinaamse schepelingen op alle zeeën voeren ter onderhouding van de verbinding tussen de geallieerde landen. Maar bovenal zijn wij trots op onze jongens en meisjes, die op de roepstem van Hare Majesteit de Koningin zich begeven hebben naar het strijdtoneel. In Frankrijk en België hebben Surinamers gestreden. Op de slagvelden van Nw. Guinee en Borneo hebben zij de Nederlandse vlag verdedigd, ook met hun bloed. Hierdoor zijn natuurlijk de banden tussen Suriname en Nederland nauwer aangehaald. Mede hierop grondt Suriname zijn verwachtingen van economische opheffing door het Nederlandse kapitaal, dat de rijke natuurschatten zal exploiteren. En hiernaast politieke vrijheden. Moge het Nederland gelukken aan beide verlangens te voldoen.