1 GIPSY Geo-informatie in o-ver-draagbaar multidisciplinair onderwijs gebaseerd op innovatieve ICT Geo-information for Integrating Personal learning e...
GIPSY Geo-informatie in o-ver-draagbaar multidisciplinair onderwijs gebaseerd op innovatieve ICT Geo-information for Integrating Personal learning environments by web and mobile ICT SYstems
End review Katholieke Universiteit Nijmegen Wageningen Universiteit Vrije Universiteit Amsterdam Ron van Lammeren, Mathilde Molendijk, Paul van den Heuvel, Februari 2004
GIPSY rapport 2004-5
v. 2.0
Page 1
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
VOORWOORD Het GIPSY project startte in het voorjaar van 2001 dankzij de een advies van Hans Bronkhorst. Hij zorgde via een telefoontje voor een eerste ontmoeting tussen de projectpartners. Tussen Mathilde Molendijk, Euro Beinat, Arend Ligtenberg, Paul van de Heuvel en mijn persoon ontstond via een tweetal “brain storms” een spannend en ambitieus plan om mobiele technologie en geoinformatiekunde te verknopen ten behoeve van het onderwijs. Een plan dat in goede aarde viel bij de bureaus van alle drie de instituten en evenzo bij SURF. Vanaf december 2001 tot en met februari 2003 hebben zich vele personen ingespannen om dit project tot een goed einde te brengen. Een ieder wil ik namens het projectteam danken. Enkele namen moeten worden genoemd. Allereerst Frans Kampers, die als gemandateerde namens de opdrachtgever, zorgdroeg voor de live-link met het bureau van de WU; de klankbordleden Hank Bartelink, Piet Nienhuis, Henk Scholten en Arnold Bregt en alle externe enthousiastelingen van O2/Telfort, Fujitsu Siemens, Geomedia, ESRI Nederland, Scholten Awater, Geodan, Vertis, WISL, Alterra, KPN, NWO, TDN en Oracle die allen op uiteenlopende wijze support hebben gegeven. Ook vanuit SURF is voor een prima ondersteuning gezorgd; Desirée van den Bergh, Dik van Ingen Schenau en Regina Zwarthoed waren er op de juiste momenten. Pro-actieve collega’s die op passende wijze invulling geven aan de uitvoering van de werkpakketten zijn essentieel. Ik wil dan ook Peter de Klein, Bram Aarts, Sytze de Bruin, Lammert Kooistra, Oscar Vonder, Alfred Wagtendonk, Gertjan Geerling, Ron Wunderink, Nils de Reus, Petra Wentzel, Sytze Boschma, Patris van Boxtel, Natasja Vugts, Brit Buisman, Aldo Bergsma, Willy ten Haaf, Menno Ribbens, Janhein Loedeman, Philip Wenting, Truus van de Hoef, Erik Ploegmakers, Frans Rip, Marjanne Fontijn en Nancy Omtzigt bedanken voor de prettige samenwerking. Tenslotte wil ik alle studenten bedanken voor hun bijdrage. In het eerste jaar van het GIPSYproject waren zij de guinee pigs, hoewel de studentenpanels in datzelfde jaar aantoonden dat zij de techniek kritisch apprecieerden (“vet cool, maar kan het ook…..”) en diverse ideeën voor het gebruik aanreikten. In het tweede jaar bleken de ouderejaars studenten zeer enthousiast en gedegen met de producten aan de slag te gaan. De jongerejaars lijken zich nog steeds te verbazen: “Met mobieltjes leren………?”
1. SAMENVATTING Dit rapport geeft een terugblik op de resultaten van het SURF Educatie project GIPSY zoals die in de periode januari 2003 tot januari 20041 zijn gerealiseerd. Daartoe wordt in dit rapport achtereenvolgens ingegaan op de oorspronkelijke projectdoelstellingen, de wijze waarop deze gerealiseerd zijn en de daarbij geleerde lessen. Het project heeft het merendeel van de beoogde resultaten ( twee cursussen waarin mobiele ICT wordt ingezet voor ondersteuning van individuele en groep-leerprocesen) gerealiseerd. Vervolgens wordt ingegaan op de effecten van dit project op de drie in dit project samenwerkende organisaties. Daaruit blijkt dat de participerende instituten op uiteenlopende wijzen en deels gezamenlijke voortzetting geven aan dit project. Daarna gaat de aandacht uit naar de begrote en de gerealiseerde kosten. In dit project is sprake van een overschrijding van het projectbudget met 9% . Tenslotte worden de belangrijkste conclusies vermeld. Voor locatie gebaseerd leren zijn de volgende conclusies van belang. -
Met het oog op de evaluatie van de didactische aspecten van de inzet van mobiele technologie zullen in de toekomst duidelijkere criteria moeten worden gedefinieerd.
-
De kwaliteit en de beschikbaar van software blijft een kritische factor in Location Based Service projecten.
-
Het op grote schaal uitvoeren van studententests is bij wireless gebaseerde ICT toepassingen alleen goed mogelijk indien de studenten op grote schaal de beschikking hebben over deze technologie. Binnen het GIPSY project vormde dit een probleem.
Voor de resultaten in detail wordt via de bijlage verwezen naar de GIPSY-rapporten en project URL’s.
1
In de maanden januari en februari 2004 is werkpakket A afgerond
v. 2.0
Page 5
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
v. 2.0
GIPSY rapport 2004-5
Page 6
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
2. PROJECT KARAKTERISTIEKEN Het GIPSY project heeft de intentie van het voorstel het individueel- en groepsgericht-leren met betrekking tot onderwerpen uit de Geo-Informatiekunde plaats- en tijds-onafhankelijkheid te ondersteunen. De naam GIPSY refereert aan een toekomstige leren op mobiele, wellicht zwervende -maar toch geleide- wijze via het gebruik van draadloze ICT en plaatsbepalingtechnologie.
Doelstellingen Alle drie de instellingen, te weten KUN, VU en WU, hebben belang bij een goede onderwijskundige aanpak van de geo-informatie als onderwijsveld. Dit vakgebied is van belang voor diverse meer toepassingsgerichte opleidingen, zoals de milieuwetenschappelijke en geografische opleidingen. Doordat de Geo-informatiekunde als onderwijsgebied ook technisch van aard is, biedt het goede mogelijkheden tot het inzetten van innovatieve ICT. Het samenwerkingsverband van KUN, WU en VU kan door zijn schaalgrootte en complementaire expertise het doorvoeren van deze innovaties aanzienlijk vergemakkelijken. De drie partners in het project zijn actief op het gebied van onderwijs en ruimtelijke informatie en zien het project dan ook als een interessante uitdaging. Vernieuwend is het samenwerkingsaspect van het voorstel, aangezien het de eerste keer is dat de instellingen een intensieve samenwerking aangaan op het gebied van geo-informatie, daartoe ervaringen en materiaal uitwisselen en samen onderwijsmaterialen zullen definiëren, bouwen, onderhouden en evalueren. Ook zijn de toepassing van de ICT-mogelijkheden in het onderwijs innovatief, voor het Web gedeelte (oa. geo-informatie warenhuis) geldt dit, maar met name voor het mobiele deel over het “draadloos” aanbieden van onderwijs, “draadloos veldwerk” en de toepassing van bestaande “wireless” GIS technologieën. De implicaties hiervan op de organisatorische en ICT-infrastructuur bij de universiteiten vormt daarbij en passant een extra verkenning. Tenslotte is het project ook vanuit didactisch oogpunt innovatief. Ten eerste omdat de praktijkervaring bij de WU en VU geleerd heeft dat het creëren van een leergemeenschap bij afstandsonderwijs een lastige zaak is, en dit project de mogelijkheid biedt door combinatie van technische, didactische en inhoudelijke input hier oplossingen voor aan te dragen. Ten tweede is het vernieuwend een cursus op maat aan te bieden, rekening houdend met verschillende interesses, niveaus en leerstijlen van studenten. Tenslotte is er nog weinig bekend over didactische mogelijkheden en implicaties van “wireless education”.
v. 2.0
Page 7
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
Beoogde resultaten De beoogde resultaten bestaan uit twee cursussen, de “basiscursus Geo-informatie” en de “cursus Kennis integratie omgevingsbeleid”, die via een web-gebaseerde leeromgeving
Figuur 1: Samenhangende werkpakketen binnen het SURF Educatie project GIPSY (I verwijst naar werkpakketten (WP) A.1 en B.1, II naar Wp A.2 en B.2 en III naar WP A.3 en B.3). De Helpdesk naar WP H.
beschikbaar zijn en waarvan sommige onderdelen geschikt zijn voor draadloos internet. De cursussen zijn flexibel en modulair, al naar gelang de specifieke inhoudelijke interesse en benodigd aantal studiepunten van een student. Afgezien daarvan zal er inhoudelijke, didactische en technische kennis gegenereerd en gedissemineerd zijn over GIS- en ICTonderwijstoepassingen (web, draadloos internet).
Projectperiode Het project is onderverdeeld in 7 werkpakketten (figuur 1) en een disseminatie werkpakket. Tweemaal drie werkpakketten zijn gericht op de ontwikkeling van de twee vakken, te weten de cluster basiscursus Geo-Informatie bestaande uit de werkpakketten A1, A2 en A3 en de cluster cursus kennisintegratie omgevingsbeleid bestaande uit de werkpakketten B1, B2 en B3. De inhoudelijke definitie alsmede de aansluiting op kennisniveaus vormt daarbij een eerste insteek (werkpakketten A1 en B1). Vervolgens wordt de rol van Web-technologie, in relatie tot geoinformatie-technologie, ter ondersteuning van enerzijds individueel onderwijs (werkpakket A2) en anderzijds multidisciplinair projectonderwijs (werkpakket B2) uitgewerkt binnen de definities uit werkpakketten A1 en B1. De web- en geo-informatie-technologieën worden in werkpakketten A3
v. 2.0
Page 8
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
en B3 onderzocht op hun mobiele bruikbaarheid. In werkpakket A.3 staat de behoefte aan onderwijsmateriaal van de individuele student centraal. De afstemming tussen veldwerk en laboratorium- c.q. deskwerk krijgt een accent via werkpakket B3. In brede zin worden de twee ICT-gebaseerde cursussen gefaciliteerd via het werkpakket H. In dit werkpakket vindt een verkenning plaats van de structurele behandeling van studentenvragen m.b.t. inhoud en technologie van de twee vakken alsmede de inbedding van die behandeling in de organisaties. Het project kent een looptijd van 2 jaar. Het project start in december 2001 met de 'kick-off' bijeenkomst (moment 0 in figuur 2). Vervolgens kent het project een doorlooptijd vanaf januari 2002 (moment 1 in de tabel is gelijk met de maand januari) en eindigt in december 2003 (moment 24). In het kader van onderwijsvernieuwing bij o.a. KUN en WU kan het ontwikkelde cursusmateriaal
Figuur.2. Overall planning: A.1 t/m A.3 verwijzen naar de ontwikkeling van het basisvak gebaseerd op een individueel leertraject. B.1 t/ B.3 verwijzen naar de ontwikkeling van het integratievak gebaseerd op groepsleren. H verwijst naar de ontwikkeling van de Helpdesk en Y naar de kennisdisseminatie. vanaf januari 2003 worden ingezet. Het schema toont de perioden waarin de beoogde resultaten per werkpakket worden gerealiseerd.
v. 2.0
Page 9
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
Participerende instellingen Met de uiteindelijk verkregen cursussen en digitale cursusomgevingen zullen zowel docenten als studenten van alle drie de instellingen daadwerkelijk aan de slag gaan. Bij de KUN betreft dat opleidingen binnen de Faculteit der Beleidswetenschappen (m.n. Planologie, Sociale Geografie, Milieu-maatschappijwetenschappen), de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (m.n. Milieu-natuurwetenschappen, Biologie, Informatiekunde) en mogelijk ook de opleidingen Economie en Sociale Geneeskunde. Bij de VU gaat het om de opleidingen Water, Natuur en Ruimte / Milieu-Natuurwetenschappen (Faculteit Aard - en Levenswetenschappen), UNIGIS (FEWEB/RE), EPCEM (IVM) en de vakken “GIS en Remote Sensing” (FdA), “Netwerk en Informatie Economie” (FEWEB/RE) en veldwerk (FdA). Bij de WU zijn de opleidingen Landinrichting, Bos-en Natuurbeheer en Milieukunde van het Onderwijsinstituut Omgevingswetenschappen (OWI-O) erbij betrokken. Tabel 2.1 geeft aan welke aantallen studenten en docenten gebruik zullen maken van de resultaten. De aantallen zijn gebaseerd op de huidige trends in vergelijkbaar onderwijs en de inbedding van de twee cursussen in de periode 2001-2004, voorzover die nu (voorafgaand aan de Master-Bachelor invulling) bekend zijn. Instelling
Studenten
Docenten
VU
80
6
KUN
120
10
WU
200
10
Tabel 2.1: Aantal betrokken studenten en docenten getotaliseerd voor de twee beoogde cursussen2 Het project wordt uitgevoerd door Centrum voor Milieuwetenschappen van de KUN, het Spinlab van de VU en het Centrum voor Geo-Informatie van WU.
2
In het totaal hebben de afgelopen 2 projectjaren ruim 300 studenten het basisvak gevolgd. In dezelfde periode hebben 62 studenten het integratievak gevolgd. Het aantal docenten dat betrokken is geweest bedroeg bij de KUN 9, de VU 9 en de WU 12. v. 2.0
Page 10
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
3. PROJECT REALISATIE
Doelstellingen Werkpakket A1 t/m A3 - Basiscursus Geo-Informatie: er is een modulair opgebouwde basiscursus ontwikkeld (Web-based en deels mobiel). De cursus kent een ‘intake’ waardoor een student kan achterhalen welke kennis hij niet direct paraat heeft. Vanuit deze intake kan de student naar diverse modulen gaan. De cursus biedt studenten de mogelijkheden om via internet (zowel via de Desktop en Mobiel device) een module te bestuderen en te toetsen (self-assessment). De internetversie is, in verschillende vormen, door tenminste 150 studenten gebruikt. De mobiele versie is slechts door 5 studenten gebruikt (dit ivm. beschikbaarheid van test-server en devices). Werkpakket B1 t/m B3 - Kennis-Integratie Omgevingsbeleid: er is een cursus ontwikkeld (web based en deels mobiel) en in resp. 2003 (test) en 2004 aangeboden aan studenten. In totaal hebben 63 studenten daaraan deelgenomen. Er zijn in het eerste jaar 3 cases ontwikkeld en beschikbaar gesteld. In het tweede jaar betrof het 12 cases. De uitvoering van iedere case met daarin een specifieke veldwerk-component waarin wireless middelen werden gebruikt (XDA/lap top met GPRS en GPS) heeft in 10 gevallen plaatsgevonden. Werkpakket H - Helpdesk: er is een conceptueel model voor de virtuele helpdesk ontwikkeld. De beoogde, technische implementatie daarvan is niet gerealiseerd. Wel is aan de KUN een fysieke helpdesk, analoog aan die van de VU en WU gerealiseerd. Werkpakket Y - Kennisdisseminatie: op diverse wijze zijn de opgedane kennis en ervaringen uit- en overgedragen. Centraal daarbij stonden lezingen, workshops en artikelen. De meeste disseminatie-doelstellingen zijn gerealiseerd. De Digital Learning Objects-studiedag heeft niet plaatsgevonden in de omvang die wij oorspronkelijk hadden beoogd. Aantekeningen Een nadere blik op de realisatie van de beoogde produkten wordt in bijlage 1 gegeven. In didactisch opzicht valt nog weinig te zeggen omtrent de ideeën mbt. plaats (“pak je school op en leer”) en tijdsonafhankelijkheid (“24 uurs leren) van het leren. Uit de evaluaties van het mogelijk gebruik van XDA’s ter ondersteuning van het leren werden deze mogelijkheden wel door studenten herkend en erkend. In hoeverre dit gaat gebeuren hangt niet alleen van het aanbod van onderwijsmateriaal af, maar momenteel in sterke mate van de technologie en de kosten daarvan (oa.mobile devices en transmissiekosten). Het werken in teamverband in het integratievak leverde mede door de aard van de cases, de combinatie van veldwerk en deskwerk en de rol van Geo-ICT daarbij enthousiaste projectgroepen. De projectgroepen kwamen tot zeer interessante resultaten die in veel opzichten verder gingen dan de beoogde leerdoelen. Studenten waardeerden het gebruik van ICT.
v. 2.0
Page 11
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
Uitvoering ten opzichte van planning
Uitgaande van de beoogde planning kunnen aan de hand van de bovenstaande overzicht de volgende observaties worden gedaan.
v. 2.0
Page 12
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
Binnen het projectteam was nadrukkelijk meer interesse in en bevlogenheid ten aanzien van de mobile werkvormen aan de gang te gaan. Dit hield oa. in dat werkpakket B een vervroegde start kende en een jaar eerder dan gedacht een onderwijstest kon uitvoeren. Het betekende ook dat de totale doorlooptijd van de werkpakketten B versneld werd gerealiseerd. Dit in tegenstelling tot werkpakket A. Hier trad een nadrukkelijke vertraging op toen duidelijk werd dat de IMS Global Learning Consortium -concept mbt. het creëren van meta-informatie nog niet door docenten als zinvol wordt ervaren, dit veel tijd vraagt om in te voeren en dit alleen zinvol lijkt indien de technische infrastructuur (in dit geval een database structuur) al beschikbaar is. Het beschikbaar krijgen van die infrastructuur heeft uiteindelijk voor een forse stagnatie gezorgd. Pas na de midterm review is een keuze gemaakt die haalbaar bleek. Door allerlei ‘omgevingsfactoren’ kon de feitelijke implementatie pas in de tweede helft van 2004 plaatsvinden. In de maanden december 2003, januari en februari 2004 zijn de laatste testen met studenten gerealiseerd. Het idee mbt. ‘byte chuncks’, DLO’s die zijn te gebruiken via smart phones en PDA’s met draadloos dataverkeer, blijft een belangrijk uitgangspunt voor de opzet van cursussen en tests. Werkpakket H kende teveel technische-implementatie (oa. conversie van Oracle portal 1.0 naar 2.0) problemen om daadwerkelijk uitvoering te geven aan de beoogde doelen.
v. 2.0
Page 13
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
v. 2.0
GIPSY rapport 2004-5
Page 14
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
4. LESSONS LEARNED Rol van mobiele technologie Het draadloos digitaal leren kent vele gedaanten. Deze lopen uiteen van het gebruik van een Wireles LAN (WLAN) tot en met volledig veldlocatie-gebaseerd leren (location based learning). De verschillen tussen deze uiterste vormen hebben naast de didactische insteek ook te maken met de aanwending van de digitale technologie. Plaatsbepaling, transmissie-snelheid en de benodigde communicatie-vorm zijn daarbij van belang. Een belangrijk uitgangspunt om te komen tot afbakening en keuzen van een ‘draadloze’ onderwijsomgeving heeft in aanvang te maken met de locatie van de student. Uit het GIPSY project zijn enkele van die criteria besproken. In figuur 3 staat de ID-matrix. Een matrix waarmee didactische en ict kenmerken aan elkaar zijn te relateren. Wanneer de matrix bekijken kunnen we de volgende aspecten bespreken.
Figuur 3: ITC-Didactiek matrix Allereerst moet worden uitgezocht worden welke rol de leerlocatie van de student in het leertraject een rol speelt. Indien de leerlocatie eenduidig is, bijvoorbeeld het practicumlokaal, dan speelt Elearning (E) een belangrijke rol. Indien die locatie minder specifiek is, bijvoorbeeld in gebouw A vindt het onderwijs plaats, dan kan een Wlan (W) al een belangrijke invulling van het draadloos werken vormen. Indien de leerlocatie niet bepaald is, bijvoorbeeld omdat het leren overal kan plaatsvinden, dan is een Mobiele draadloze vorm (M) van belang. Vervolgens kan de aard van de mogelijke technologie worden bepaald. Daarvoor kan gekeken worden naar de didactisch vragen. Is het leerproces een individueel of groepsproces, kent het feedback van een of meerdere begeleiders, zijn er specifieke overlegvormen binnen de groep nodig. Indien de het leertraject vraagt om een draadloze omgeving dan is het zinvol om de rol de technologie nader te bepalen. Indien we opnieuw naar figuur 3 kijken dan kan het daarbij gaan om de rol van plaatsbepaling. Indien de plaatsbepaling essentieel onderdeel is van de leerstof of de feedback, dan richt zich de volgende vraag op de nauwkeurigheid van die plaatsbepaling. Veronderstel dat een student veldproeven moet uitvoeren op zes geprepareerde meetpunten dan is het noodzaak dat de student nauwkeurig naar die locatie kan navigeren. Het gebruik van een global positioning system (GPS) als onderdeel van die mobiele leeromgeving is dan gewenst. Als
v. 2.0
Page 15
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
die eisen lager zijn dan kan volstaan worden met de identificatie binnen het mobiele netwerk (CellID). Transmissie-snelheid heeft te maken met de hoeveelheid data die binnen de digitale leeromgeving wordt opgevraagd (downloaden) en opgestuurd (uploaden). In de mobiele leeromgeving vormt dit, ook met UMTS, een probleem. Het communicatie-protocol richt zich op het gebruik van voice en data en de aspecten van asynchroon of synchroon communiceren. Overigens is het communicatie-protocol niet mobiel specifiek, daar op de vast werkplek de variatie tussen e-mailen, chatten, telefoneren en videoconfereren ook allang geldt. Wel anders bij dit communicatie-protocol in de veldwerksituatie vormt de rol van de veldwerk-omgeving. Zo beïnvloeden het achtergrondsgeluid de verstaanbaarheid en de atmosferische omstandigheden de leesbaarheid van het beeldscherm. Er is dus een daadwerkelijk onderscheid te maken tussen mobiel leren en locatiegebaseerd leren.
Projectteam en -organisatie Bij aanvang van het project is er via een E-xchange cursus aandacht besteed via oa. de Belbintest aan de aard van de teamleden. Terugblikkend op de testresultaten en het functioneren van het team blijkt dat de Belbin-test een goede indicatie kan geven van de teamopbouw. Als projectleider sturing geven aan een projectteam, dat bestaat uit medewerkers van verschillende instituten, vereist vooraf aan het project inzicht in de aard van de aanstelling van die projectmedewerkers. Verantwoordelijkheid en rapportageplicht neerleggen bij trekkers van werkpakketten werkt zeer prettig en stimulerend. De back-up van de projectcoördinator door een financieel deskundige is essentieel en voorkomt onduidelijkheden mbt. tarieven en contra-financiering. De opdrachtgever en de klankbordgroep zijn belangrijk maar vereisen op de juiste momenten input. Integraal verslagleggen van werkzaamheden en resultaten vereist in een dergelijk, omvangrijke project nog meer aandacht en tijdsreservering. In dit project zijn vele applicaties, voorbeelden en tests uitgevoerd. Daarnaast is veel literatuur en web-site onderzoek gedaan. In de kwartaalrapportages is daarnaar verwezen en zijn de resultaten vermeld. Bij de eindrapportage blijkt echter dat het gestructureerd en geordend integreren van die resultaten een omvangrijke klus blijft. Om dit te voorkomen moet de projectleider cq. werkpakketverantwoordelijke per kwartaal meer tijd reserveren voor het geïntegreerde verslag.
Technologie De inzet van ICT in het onderwijs vraagt per definitie om het gebruik van die technologie. In dit project is gebleken dat het gebruik niet alleen afhangt van een beschikbare dan wel te ontwikkelen applicatie, maar ook van de beschikbaarheid van versies, licensies en servers, die beheerd worden en waarop experimenten mogen worden uitgevoerd. In een SURF-project waarin meerdere instituten participeren neemt de complexiteit van deze afhankelijkheid alleen maar toe. Een toename die voortkomt uit het gebruik van beveiligingsprotocollen, verschillende software, dan wel versies, en de toegankelijkheid voor studenten van andere instellingen. Ook hier geldt dat voorafgaand aan een projectstart, dan wel in de eerste fase van een project, synchronisatie en afstemming tussen de partners mbt. voornoemde aspecten (voorzover zinvol en relevant) moet plaatsvinden. De inmenging van SURF kan hierbij wellicht een sturend effect hebben. Ontwikkeling van applicaties door derden moet minstens een half jaar voor aanvang, ivm. offertetrajecten ed., worden opgestart.
v. 2.0
Page 16
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
De huidige transmissie-snelheid voor het uploaden en downloaden op basis van UMTS is weliswaar bruikbaar, maar wordt door studenten als te traag ervaren. De dekking van het door ons gebruikte UMTS-netwerk is goed. De wireless technologie vraagt om investeringen in nieuwe middelen (PDA’s, TabletPC’s, ed.) om uitgebreide studententests te kunnen uitvoeren. In dit project is daartoe, en gegeven de randvoorwaarde dat er geen bulk-aanschaf mag worden gerealiseerd, geen uitgebreide evaluatie van het wireless deel van werkpakket A uitgevoerd. Tijdens de midterm review is, in overleg met SURF, besloten om een extensie van Blackboard nl. Blackboard togo / unplugged in te zetten. Ondanks de interventie vanuit SURF bleek dat frontlinieprojecten kritisch zijn. De software hebben we niet werkende gekregen en daardoor wederom alternatieven moeten zoeken.
Didactiek In het project is enerzijds gezocht, via de Basiscursus, naar middelen om een Individueel leertraject te ondersteunen. Daarnaast is gezocht naar een opzet om het groepsleren, via het integratievak, te ondersteunen. Voor het individueel leren is dit niet in volle omvang gelukt omdat de uitgangspunten waarop het individueel leren stoelt niet duidelijk als vertrekpunt zijn uitgewerkt. Ook is het onderwijsmateriaal dat werd gebruikt te sterk gericht op de traditionele vorm van kennisverwerving. Dit in tegenstelling tot het groepsleren waarbij die uitgangspunten wel helder zijn geformuleerd en waarbij nadrukkelijk initiatieven, pro-actieve houding en samenwerking zijn ingebouwd. In de aanvangsfase van een project en indien de doelstellingen van het project daarop gericht zijn moeten de didactische criteria expliciet worden benoemd, alsmede de wijze waarop deze worden geëvalueerd. Overigens is de energie van de projectmedewerkers vnl. gericht geweest op het realiseren van het onderwijs, het aan de praat krijgen van de technologie en het instrueren van studenten en collega’s. Hierdoor is op de evaluaties na geen tijd geweest om gericht onderzoek te doen naar de didactische effecten.
Onderwijsmaterialen Tijdens het project was niet altijd duidelijk welke rechten aan welke onderwijsmaterialen (digitale en analoge teksten (incl. formules), opdrachten, gegevens, beeldmateriaal en softwareapplicaties) zijn verbonden. Met betrekking tot de Auteursrechten is in het project aangenomen dat 1.a) de ingebrachte leermaterialen per definitie toebehoren aan het instituut waar de leermaterialen oorspronkelijk zijn gemaakt. De project-participanten gebruiken deze materialen in licensie. 1.b) De tijdens het project ontwikkelde materialen zijn gemeenschappelijk eigendom van de participerende instituten. 1.c) Via bemiddeling van SURF kunnen andere onderwijsinstellingen de ontwikkelde materialen in licensie gebruiken. 2.a) Mbt. ontwikkelde softwarecode moeten aparte afspraken worden gemaakt. Tav. data, en met name de geografische gegevens, bleek in het project dat niet alle partners eenvoudig over deze gegevens kunnen beschikken. Indien een van de partners over een licnesie beschikt kan niet per definitie door alle partners gebruik worden gemaakt van de data. In het GIPSY-project is een spin-off project opgestart met NWO en TDN om de universiteiten en HBO’s beschikking te laten krijgen over de TDN-gegevens tegen een geringe, jaarlijks vergoeding.
v. 2.0
Page 17
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
Het probleem van de geografische gegevens doet zich ook voor mbt. het wederzijds gebruik van software-licensies. Uit oa. de project-contacten met Oracle bleek dat er weinig bereidheid bij de software-leveranciers aanwezig is om binnen een project de software voor de projectduur voor alle instituten op gelijkwaardige wijze beschikbaar te stellen. Tenslotte blijken ook de providers van telecom-diensten wel bereid om mee te denken en mee te praten, maar de benodigde licensies om gebruik te maken van UMTS diensten vereist wel degelijk een bedrijfs-contract. Opvallend is ook dat er mbt. prijsafspraken en –tarieven nog veel ontwikkelingen gaande zijn. Tijdens het GIPSY-project hebben zich minstens vier tariefwisselingen voorgedaan. Wisselingen die niet beheersbaar zijn.
Standaardisatie In de oorspronkelijke projectopzet is de term cursuswarenhuis gehanteerd om daarmee de link te leggen naar de zgn. clearinghouses en de daartoe ontwikkelde meta-informatie standaarden. Uit het project is gebleken dat aan de docentenkant het nut en noodzaak om Digitale Leer-Objecten (DLO) te beschrijven via meta-informatie niet erkend wordt. De discussie richt zich daarbij met name op het detail, de kleinste DLO die omschreven kan worden. In de discussie is ook aangegeven dat DLO een aspect is maar de inhoudelijke en volgordelijke relaties tussen DLO’s tussen DLO’s een andere. IMS voorziet daar niet in. Tussentijdse ervaringen lieten zijn dat het invoeren en controleren van de meta-informatie veel tijd vraagt. Bovendien bleek dat IMS niet geïmplementeerd voor handen is. IMS-achtige oplossingen vragen om aparte projecten c.q. trajecten en zijn vergelijkbaar met het archiveren zoals dat door bibliotheken wordt gedaan.
Kosten De terugkoppeling per kwartaal op basis van begrote tijdsbesteding en daadwerkelijke tijdsbesteding is zinvol. Toch is bijsturing niet altijd mogelijk ivm. contractafspraken die, door de instellingen die als werkgever fungeren, al zijn aangegaan met projectmedewerkers.
Onderwijs-ondersteuning: de inzet van wireless faciliteiten in het onderwijs vereist een specifiek beheer van middelen en software. Tijdens het GIPSY-project werden deze middelen verstrekt door de participerende instellingen. Het betekende allereerst een extra beheersinspanning. De wireless devices (Tablet PC, XDA, PDA, mobile phones en GPS – incl. allerlei batterijen) vereisen dat zij geregeld worden opgeladen, ivm. diefstal gevoeligheid moet dit in een afsluitbare ruimte gebeuren. Zowel het OS (Windows CE) en de pocket PC – applicaties vragen om onderhoud en updates. Ivm. het wireless dataverkeer moeten ook de SIMS worden beheerd (welke SIM (pin, puk, nummer, datacapaciteit) Waardoor duidelijk blijft bij wie, voor welke perioden, in welk devices deze in gebruik zijn. Het verstrekken en instrueren (oa. via help desk) van de wireless devices vereist extra inspanning. Ivm. kosten moet ook duidelijk worden op welke wijze data- en voice- activiteiten zijn te reguleren.
v. 2.0
Page 18
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
5. PROJECT EFFECTEN
Instituutspecifiek De effecten van het GIPSY-project zijn, ondanks allerlei onderwijsveranderingen in het kader van Bsc/MSc implementatie, per instituut verschillend maar uiterst positief. Bij de KUN heeft het project geleid tot de formele instelling van een fysieke helpdesk, de beschikbaarheid van de Basiscursus via Blackboard en het aanbod van Wageningse GIS-vakken in de diverse curricula. Bij de VU heeft het project geleid tot de beschikbaarheid van de Integratiecursus via Blackboard, de vraag vanuit diverse opleidingen om de veldwerkgerichte onderdelen van vakken te ondersteunen met mobiele oplossingen, de samenwerking met ICTO is veel intenser geworden en de resultaten hebben geleid tot een uitwerking in de UNIGIS-cursus. Bij de WU heeft de basiscursus geleid tot het intensiever gebruik van intake en self-assessments en de integratiecursus heeft met ingang van studiejaar 2003/2004 de status gekregen van een zogenaamd Academic Master Course. Dit vak is projectgericht en vormt een verplicht onderdeel van alle (!) MSc-opleidingen in de omgevingswetenschappen. Daarnaast is er net als bij de VU een breed appel om de mobiele technologie in meerdere vakken (met name met veldwerk) beschikbaar te krijgen. De realisatie binnen de opleidingen van de instituten is tav. de WU en de KUN gelukt binnen de beoogde doelstellingen. Bij de VU is dit uiteindelijk alleen binnen de opleiding FALW (voorheen FRA) gerealiseerd via de cursussen Digital Spatial Information (2de jaars), Advanced spatial techniques (4de jaar) en Meet en Veldtechnieken Twente (4de jaars).
Samenwerkingsspecifiek De samenwerking tussen de VU en de WU enerzijds en de KUN en de WU anderzijds zullen op passende wijze worden voortgezet. De VU en de WU hebben elkaar nadrukkelijk gevonden in de technologie en de toepassing van het plaatsgebonden leren. De KUN en de WU met name op het terrein van GIS-applicaties in het milieu-omgevingsonderwijs en –onderzoek in het kader van SWING. De VU en WU zullen in een vervolgproject van SURF – het project MANOLO – werken aan een verdergaande disseminatie van de mobiele technologie in het onderwijs.
Geo data In verband met de problemen ten aanzien van het gebruik van Geo-data is met NWO en TDN een traject ingezet om de universiteiten en hogescholen de beschikking te geven, tegen een beperkt jaartarief (6000 euro), over de authentieke topografische data set TOP10 VEC.
Didactiek De samenwerking tussen didactici en geo-informatiekunde-specialisten en –docenten heeft in dit project goed gewerkt. Vooral de meer onderwijskundig gerichte verkenningen en evaluaties zijn in samenwerking met de onderwijskundigen uitgevoerd. Bij de VU (ICTO) en de WU (CIO) heeft deze samenwerking tot nieuwe afspraken en projecten geleid.
v. 2.0
Page 19
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
v. 2.0
GIPSY rapport 2004-5
Page 20
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
6. KOSTENOVERZICHT Begroting vs. Uitvoering
tabel 6.1: eindoverzicht kosten: begroting vs. uitvoering Medio 2001 is een begroting (in guldens) gemaakt waarmee zo goed mogelijk een inschatting is gemaakt van de tijdsbesteding per werkpakket. Nu, ruim 30 maanden, wordt duidelijk op welke wijze de begrote kosten zich verhouden tot de daadwerkelijk uitvoering. De totale projectkosten kennen een overschrijding van iets meer dan 9%. Deze overschrijding komt volledig voort uit de personele middelen. Dit werd halverwege het project al duidelijk. Personele problemen in de eerste helft van het project creëerden wel kosten maar geen baten. In die gevallen dat dit zich heeft voorgedaan heeft de betreffende instelling de kosten voor haar rekening genomen en de betreffende werkzaamheden wel uitgevoerd. De rij “niet gedeclareerd ivm. max. Subsidie” geeft dit aan. Uiteindelijk is halverwege het project ook besloten om een deel van de begrote materiele middelen over te hevelen naar de personele middelen. Het huidige resterende bedrag bij totaal materieel is nog gebaseerd op de oorspronkelijke begroting van het controlling document en toont niet de overheveling van materieel naar personeel. Binnen de werkpakketten lijken zich grote problemen te hebben voorgedaan. Daar werkpakketten A.1 t/m A.3 nauw met elkaar samenhingen en dit gold eveneens voor werkpakketten B.1 t/m B.3 is hier niet echt sprake van grote verschuivingen. Werkpakketten A.1 t/ A.3 kennen gezamenlijk een negatieve begroting van 3408 euro. Werkpakketten B.1 t/m B.3 kennen een positieve begroting van 4514 euro. Werkpakket H is een tegenvaller geweest maar een deel van de begrote, materiele middelen zijn aan dit werkpakket gerealloceerd.
v. 2.0
Page 21
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
De coördinatiekosten zijn iets hoger uitgevallen (ruim 11%). Bij de uitvoering van de coördinatietaken is het begrote budget sturend geweest. Ondanks dit uitgangspunt bleek de tijd voor het coördineren van dit project aanzienlijk meer te zijn.
Einddeclaratie
tabel 6.2
einddeclaratie
In tabel 6.2 staat het opgevraagde subsidiebedrag over het 8ste projectkwartaal gespecificeerd. Dit bedrag vormt een onderdeel van de laatste 20% van het nog uit te keren subsidiebedrag.
Tip Omgang met risicovolle projecten, zoals het GIPSY project, kan op twee manieren verlopen. De eerste manier noem ik project-introvert. Deze vorm van omgang negeert de verwachting en de vraag van de afnemers (uit het onderwijs) en speelt direct in op de kosten-veranderingen (tariefwijzigingen en financiële tegenvallers) in de project-omgeving. Kostenbewaking staat centraal in deze benadering. De tweede manier noem ik project-extravert. Centraal staat daarin het invullen en vervullen van ambities en verwachtingen (in het onderwijs). Het budget vormt het middel waarmee deze ambities en verwachtingen kunnen worden gerealiseerd. Kostenbeheersing vormt weliswaar een belangrijk onderdeel van de coördinatie, maar uiteindelijk moet er een product (bij voorkeur innovatief) komen dat recht doet aan die ambitie en verwachting. In dit project is het, mede dankzij de steun en het vertrouwen van de participerende instituten, mogelijk gebleken om via de tweede manier het GIPSY-project uit te voeren. SURF Educatie projecten moeten project-extravert zijn. De projecten die zich daarbij met nieuwe technologie bezig houden dienen de mogelijkheid (oa. op basis van daartoe op te stellen criteria) te hebben om bij de eindrapportage een gedeelte van de daadwerkelijke overschrijding van het begrote budget te compenseren.
v. 2.0
Page 22
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
7. CONCLUSIES Het projectteam heeft met veel plezier en enthousiasme aan het project gewerkt. De behaalde resultaten zijn in lijn met de vooraf beoogde doelstellingen, hoewel niet alle doelstellingen even overtuigend zijn bereikt. De Basiscursus is wel gerealiseerd maar met moeite en niet in lijn met de oorspronkelijke IMS Global Learning Consortium-gerichte doelstellingen. De Integratiecursus is gerealiseerd en het betreft in alle opzichten (didactisch, inhoudelijk en technisch) een succesvol resultaat. De resultaten van werkpakketten A en B werken nadrukkelijk door in de onderwijsprogramma’s van de drie instituten en hebben belangstelling gewekt bij diverse andere universitaire en HBOinstellingen. Dit heeft oa. geleid tot het MANOLO projectvoorstel. De Helpdesk kende veel implementatie-technische problemen, waardoor er geen operationeel systeem volgens de ideaaltypische definitie is gerealiseerd. De Kennisdisseminatie is geslaagd mbt. workshops, seminars, artikelen en interne trainingen. Met het oog op de evaluatie van de didactische aspecten van de inzet van mobiele technologie zullen in de toekomst duidelijkere criteria moeten worden gedefinieerd. De kwaliteit en de beschikbaar van software blijft een kritische factor in Location Based Service projecten. Het op grote schaal uitvoeren van studententests is bij wireless gebaseerde ICT toepassingen alleen goed mogelijk indien de studenten op grote schaal de beschikking hebben over deze technologie. Binnen het GIPSY project vormde dit een probleem. De eigen externe omgeving van een SURF-project groep is inderdaad een zeer kritische factor bij de implementatie van technologie. Twee vormen om hiermee op zinvolle wijze mee om te gaan zijn: 1/ bijtijds die eigen omgeving verkennen en bruikbare projectgerichte afspraken maken; 2/de eigen externe omgeving oprekken en externe ontwikkelaars inschakelen. De begrote projectkosten zijn met 9% overschreden. De overschrijding is volledig voor rekening van de participanten. Onvoorziene financiële tegenvallers ten aanzien van de projectbegroting zijn in de projectuitvoering niet te compenseren.
v. 2.0
Page 23
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
BIJLAGEN Tabel 8.1 Resultaten per werkpakket WP
produkt
A1.1
Blue print
1
A1.2
Overzicht onderwijsmateriaal
2
A1.3
Beschrijving cursus modules
3
A1.4
zie A2.5
4
A2.1
Codering DLO
5
A2.2
Database DLO's
6
A2.3
Prototype Webbased cursus
7
A2.4
Instructie docenten
8
A2.5
Evaluatierapport cursus
9
A3.1
Evaluatierapport Mobile tools
10
A3.2
Course subset voor Mobile use
11
A3.3
Evaluatierapport Mobile subset
12
A3.4
Overall evaluatie cursus
13
B1.1
Blueprint
21
B1.2
Overzicht onderwijsmateriaal
22
B1.3
Beschrijving cursus modules
23
B1.4
zie B2.
24
B2.1/2
Structuur Website
25
B2.3/6
Opgaven, Instructies
26
B2.4
gegevens, modellen, ed
27
B2.5
Communicatie-protocol
28
B2.7
Portfolio
29
B2.8/9
Site-component
30
B3.1
Studierapport toepassing draadloos GIS
31
B3.2
Studierapport draadloze GIS-technologie
32
B3.3
Evaluatie tests en try-outs draadloze ICT
33
B3.4
Evaluatierapport cursus
34
H.1
Blueprint Helpdesk
61
H.2
Implementatie incl.. Cursus warenhuis
62
H.3/H.6
Ondersteuning tijdens cursussen
63
H.4
Bijstelling mbt. Cursussen
64
v. 2.0
Gereed Item
Page 24
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
H.5
Structurele inbedding stimuleren
65
Y.0
Kick off
81
Y.1
Project website
82
Y.2
Website E-xchange
83
Y.3
Workshop DLO
84
Y.4
Training Basiscursus
85
Y.5
Studiedag Mobile Learning
86
Y.6
Training Integratiecursus
87
Y.7
Velddag Mobiel veldwerk
88
Y.8
GIS en mobiel werken
89
Tabel 1.1 Tabel 1.1 geeft een overzicht van de beoogde resultaten per werkpakket en de behaalde resultaten. Indien een vakje in de kolom gereed wit is dan is het resultaat behaald. Indien het vakje lichtgrijs is, dan is het resultaat gedeeltelijk behaald. Bij een donkergrijs vakje is het resultaat niet of nauwelijks behaald. De kolom item geeft een uniek nummer dat verwijst naar de beschrijving van de resultaten in detail. Deze resultaten staan hieronder beschreven. 1. GIPSY Rapport 2004-1 Basiscursus Geo-Informatie 2. Bestand: IGI_new_blocks_LK.doc 3. GIPSY Rapport 2004-1 Basiscursus Geo-Informatie 4. GIPSY Rapport 2004-1 Basiscursus Geo-Informatie 5. GIPSY Rapport 2004-1 Basiscursus Geo-Informatie 6. Zowel op de Blackboard-site als een Perception site 7. URL:: Ga rechtstreeks naar http://www.kun.nl/blackboard/ voor gebruik vraag een username / password op bij [email protected] 8. Studiedag 9. Muggen-enquete 10. GIPSY Rapport 2003-1-Kansen voor XDA in het onderwijs 11. GIPSY Rapport 2004-1 Basiscursus Geo-Informatie 12. GIPSY Rapport 2004-1 Basiscursus Geo-Informatie 13. Muggen enquete 21 GIPSY Rapport 2004-2 Integratiecursus 22.Bestand 23 GIPSY Rapport 2004-2 Integratiecursus 24 GIPSY Rapport 2004-2 integratiecursus v. 2.0
Page 25
GIPSY
SURF tender SURF Educatie
GIPSY rapport 2004-5
25 URL: https://edu3.web.wur.nl/QuickPlace/grs30804_2003_1/Main.nsf/h_Toc/518c03f54a1ef5e3c1256caa0058 0847/?OpenDocument 26 zie 25 URL 27 zie 25 URL 28 zie 25 URL 29 zie 25 URL 30 applicatie 31 GIPSY Rapport 2003-2 Studentenwerk, 32 GIPSY Rapport 2004-3 Locatie Gebaseerd Leren, GIPSY Rapport 2004-8 Compueter asssisted fieldwork 33 GIPSY Rapport 2004-6 Kaarten via het Internet, GIPSY Rapport 2004-7 Location services and accuracy 34 GIPSY Rapport 2003-2 Integratiecursus, GIPSY Rapport 2004-9 Mobile GIS application for crop mapping 61 GIPSY Rapport 2003-4 Helpdesk 62 URL 63 Ondersteuning ivm. de implementatie-problemen is hier een beperkte invulling aan gegeven 64 Bijstelling ivm. de implementatie-problemen is hier geen invulling aan gegeven 65 Inbedding ivm. de implementatie-problemen is hier geen invulling aan gegeven 81 studiedag mei 2002: 82 URL http://www.quickplace.nl/gipsy/ 83 URL: http://www.geo-informatie.nl/gipsy/ 84 workshop VU, KUN, WU, TUT 85 training KUN 86 studiedag: november 2003 87 training KUN, VU, WU 88 velddag: juni 2003 89 velddag: juni 2003