009
ELINGSSAMENWERKING jaargang 9 / 04-2
een uitgave van
KWARTAALBLAD OVER SPORT & ONTWIKK
Superstadions, goud geld en eindelijk eenheid!
////////// GEEFT HET WK VOETBAL ZUID-AFRIKA VALSE HOOP? ///
Levchenko// HOCKEY// korfbal// Velzeboer///////////
// INHOUD Supporter 33 COLOFON Het kwartaalblad Supporter wordt uitgegeven door het programma Sport & Ontwikkelingssamenwerking van NCDO (Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling). Meningen die in artikelen worden weergegeven zijn niet per definitie de meningen van het programma Sport & Ontwikkelingssamenwerking. Hoofdredactie: NCDO-programma Sport & OS (www.sportdevelopment.org), Tessa Kocken Eindredactie en coördinatie: Schrijf-Schrijf tekst en meer (www.schrijf-schrijf.nl), Jens Middel Redactieraad: Frank van Eekeren, Helga van Kampen, Judith Kilsdonk en Willem Vissers Medewerkers: ANP, Fadoua Bouali, Ghislaine van Drunen, Frank van Eekeren, Evelien Hoekstra, Ronald de Hommel, Jens Middel, Floor Milikowski, Jeroen Kuipers, Olivier Rijcken, Laura Soer, Alex Velzeboer, Monique Velzeboer, Martien Versteegh. Redactieadres: NCDO, Tessa Kocken Mauritskade 63 1092 AD Amsterdam T: (020) 568 87 88 E:
[email protected] SSN 1562-7726 Ontwerp: Piraña grafisch ontwerp (www.pirana.nl) Druk: Artoos (www.artoos.nl) © NCDO 2009. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Coverfoto: FIFA-directeur Sepp Blatter wordt als een held begroet in een stadion-in-aanbouw in Zuid-Afrika. Dit land is door de FIFA verkozen als organisator van het WK Voetbal 2010. Veel ZuidAfrikanen zien het toernooi als bron van sociale en economische vooruitgang. Zie pagina 26. (Foto: ANP)
2
6 Merchandise ........ 4
Bond .................. 17
De Wissel ............ 5
Veld .................... 22
Positiespel .......... 10
Club ................... 25
Tribune ............... 11
De Libero ............ 31
26 18 Bezoek uit Zimbabwe “Jullie zijn te close met die blanken”, zeggen critici. Maar dat weerhoudt Afrikaanse sportleiders niet van een tocht naar Haarlem.
Troosteloos Oekraïne In het gastland van het EK Voetbal leven talloze straatkinderen. Oekraïens international Levchenko (FC Groningen) zet zich voor hen in.
Monique Velzeboer “Misschien mochten ze niet bij me bedelen omdat ik in een lagere kaste zat.” Een Olympisch kampioene over haar reizen door India en Afrika.
6 12 18
12 WK Voetbal: wondermiddel Voetbal is bijna een religie onder zwarten in Zuid-Afrika. De hoop is dat het WK 2010 eenheid brengt met blanken. Mogelijk of niet?
26
3
// MERCHANDISE
Onderscheiding Sterspelers herken je aan hun rugnummer. Zo weet iedereen dat Maradona, Ronaldo en Cruyff met nummer 10 speelden. Onderscheid jezelf ook en kies het nummer dat bij jou past. Bijvoorbeeld door het shirt ‘Lucky 77’ te dragen. Dat is niet alleen gemaakt van biologisch katoen, maar je steunt er ook Amnesty International mee. Geen toeval dat juist dit nummer is gekozen, want in 1977 ontving deze mensenrechtenorganisatie de Nobelprijs voor de Vrede. Het shirt is perfect voor informele voetbalpotjes, maar ook bij basketbalwedstrijden of in de sportschool misstaat het geen moment. Verkoopprijs € 24,95; te koop bij www.amnesty.nl
l Eerste zonnestraa Door de winter naar binnen gejaagd, maar nu toch wel zat van indoor sports? De lente zit in de lucht! Ga bij het eerste zonnestraaltje naar buiten – en dan bij voorkeur met een bal naar het strand. Niet zomaar met een bal, natuurlijk; je moet het nieuwe seizoen goed beginnen. Deze beachvolleybal is handgemaakt in Pakistan en heeft het Max Havelaar en FSC (Forest Stewardship Council)-keurmerk. Het rubber komt dan ook van een fair trade-rubberplantage in India. Veel eerlijker kun je een potje volleybal niet maken. Verkoopprijs € 24,50; te koop bij www.lotika.nl
Extra grip p
ti
? g y: in l d po le e k od g w u t m or jo e ly. is m o ir et ep fa h d e k o o c .m H he w C w w
Of je nu gaat hiken in de bergen of mountainbiken in de bossen, zorg dat je genoeg water drinkt. Maar koop geen plastic flesjes die je vervolgens per ongeluk in de natuur laat slingeren. Beter dan het milieu vervuilen, is de aanschaf van een duurzame bidon. En het is ook nog eens een stuk hipper. Bij Swiss Original althans; daar verkopen ze coole drinkflessen die een boodschap dragen, zoals de ‘Reduce, re-use, recycle’-variant. Naast de lifestyle-flessen, heeft Swiss ook speciale sportbidons. Die hebben een extra stevige grip, zodat je flesje water nooit meer per ongeluk uit je handen glipt. Verkoopprijs € 18,95; te koop bij www.swissoriginal.nl
4
// DE WISSEL
Opkomst Het leek me de beste manier om me voor te bereiden. Dus liep ik minstens één keer per week een rondje rond de Sloterplas. Op 8 maart, Internationale Vrouwendag, zou hier de eerste Mokumse vrouwenloop plaatsvinden. En daar wilde ik graag aan meedoen. Het evenement werd georganiseerd door AAC Atletiek – in samenwerking met de gemeente Amsterdam en het internationale vrouwenfonds WomenWin, dat sport inzet voor de empowerment van vrouwen. Dat de Sloterplas als locatie was gekozen, was voor mij bijzonder, want die heeft een belangrijke rol in mijn leven gespeeld. Op de lagere school had ik de jaarlijkse sportdag op het grasveld aan deze plas. En op de middelbare school moesten we er voor gym een paar keer per jaar omheen rennen. Maar ik was er ook buiten schooltijd te vinden. In de weekends rende ik met een oudere zus en vriendinnen een ‘rondje Sloterplas’ zodra we vonden dat het tijd was om af te vallen. Nu ik weer rond de plas liep, kwamen de herinneringen aan mijn zorgeloze jeugdjaren boven. Ik herinnerde me bovendien hoe wandelaars en hardlopers er in de jaren ‘80 en ‘90 overwegend blank waren. De omgeving bestond ook toen al grotendeels uit migranten, maar die begaven zich nauwelijks rond de plas.
Fadoua Bouali is columniste van de Volkskrant, auteur van Bevrijd door Allah, waarom een moslimvrouw haar mannen niet hoeft te gehoorzamen en ambassadeur van Women Win. Dit fonds ondersteunt wereldwijd sportprojecten voor de emancipatie en het welzijn van vrouwen. Bouali bezocht projecten in Afrika en het Midden-Oosten en werkt aan een boek over die ervaring.
Sinds een paar jaar is er echter een interessante verandering gaande. Ik ben steeds meer allochtone mensen gaan zien die het ‘rondje Sloterplas’ lopen. Niet toevallig. Drie jaar geleden ging hier een hardloopproject van start. Doel was allochtone vrouwen via hardlopen uit hun isolement te halen. Ik maakte van dichtbij mee hoe vrouwen door elkaar aangemoedigd werden. Hoe ze nu eens niet enkel naar buiten kwamen om naar de dokter te gaan, de kinderen naar school te brengen of boodschappen te doen bij de Dirk van den Broek. Ze gingen nu de deur uit voor een activiteit die puur en alleen voor henzelf was. En ik zie ze steeds vaker, de Marokkaans- en TurksNederlandse vrouwen die, met hun lange jassen en hoofddoeken boven stoere Nikesportschoenen, flink aan het zweten zijn. Omdat ze hun overgewicht kwijt willen. Omdat ze hun conditie willen verbeteren. Maar vooral omdat ze gewoon verslaafd zijn geraakt aan dat fijne geluksstofje dat vrijkomt door het hardlopen: de endorfine. Ik zag ze tijdens mijn voorbereiding op de Mokumse vrouwenloop en verwachtte dat hun opkomst groot zou zijn, die dag. Ik hoopte het in ieder geval. Het inschrijfgeld kwam immers ten goede aan het project ‘Boxgirls in Kenya’, waarin meisjes uit de sloppenwijken van Nairobi zich door middel van boksen zelfvertrouwen, discipline, teamwork, zelfrespect en zelfverdedigingstechnieken eigen maken. Sportende vrouwen in Nederland, veelal zelf met hun wortels in ontwikkelingslanden, konden dus heel direct een steentje bijdragen aan de empowerment van zusters in een ander ontwikkelingsland. Gewoon, door een ‘rondje Sloterplas’ te lopen.
5
// interview Bezoek uit Zimbabwe
‘Kijk, d A
Zimbabwaanse sportleiders aan de Nederlandse kust, onder wie Brighton Mugayi (tweede van rechts)
6
“Volgens mij dachten ze:
d aar heb je die frikaantjes’” Even weg. Weg van het politieke steekspel tussen president Mugabe en oppositieleider Tsvangirai, de geknakte economie, het groeiende voedseltekort en de dreigende cholera-epidemie. Eind vorig jaar verbleven sportleiders uit Zimbabwe een maand lang in Haarlem. Ze deelden er hun kennis met Nederlandse studenten aan de sportopleiding CIOS. >>>
7
// interview “Mijn vader wilde niet dat ik sportte, verbood het me. Niet zozeer omdat hij het ongepast vond, al worden sportende vrouwen in Zimbabwe al snel ‘sloeries’ genoemd. Hij was vooral bang dat ik mijn middelbare school zou verwaarlozen. Niet helemaal ten onrechte. Als ik had gekund, had ik alleen maar gesport. Nu deed ik dat ná school. Ik basketbalde op straat met jongens uit mijn buurt. Ik won van ze, stond elke dag twee uur op het veld. Stiekem, tot ik mijn diploma behaalde en daarmee mijn vaders bezwaren wegnam. Ik werd steeds beter, steeds sterker. En toen werd ik gebeld. Ik weet de datum nog: 3 januari. Of ik sportleider wilde worden in het Mutare Haarlem Sportleaders-project.” Haar ogen beginnen te glanzen als ze eraan denkt. Het was 2005 en de toen 18-jarige Moreen Magadu wilde niets liever dan sportleider zijn. Het project van de Stedenband Haarlem-Mutare was voor haar dé kans om zich alleen nog maar met sport bezig te houden – en daar ook nog eens voor betaald te krijgen. “Niet meteen”, zegt ze. “Ik moest eerst in opleiding. Die zou twee jaar duren, maar ik was heel fanatiek en slaagde al na een jaar. Sinds dat moment verdien ik meer dan de meisjes in mijn wijk die lerares werden; die op me neerkeken omdat ik met mijn gesport ‘niet serieus met mijn toekomst bezig zou zijn’. ‘Shit’, denken zij nu, ‘die Moreen weet wel degelijk wat ze aan het doen is’.” Sterkere tegenstander Het is moeilijk om in de stad Mutare gemotiveerde trainees te vinden, zegt Brighton Mugayi (27). Hij is binnen het Sportleadersproject verantwoordelijk voor alle opleidingen. “Er komen veel mensen af op onze recruteringsdagen. Maar zodra ze horen dat ze tijdens de trainee-periode niet betaald worden, haken ze af. ‘Ik kan toch niet voor niks komen?!’, roepen ze dan. Natuurlijk, Zimbabwe doorloopt een lastige periode. Het is niet makkelijk om aan eten te komen en veel mensen gaan naar Zuid-Afrika om werk te zoeken. Maar degenen die écht van sport houden, vinden een manier om die zoektocht naar eten te combineren met onze opleiding.” Zelf is hij altijd stapeldol geweest op sport. “Als jongetje dacht ik maar aan één ding: voetbal. Dan zag ik wedstrijden op tv en zei ik tegen mijzelf: ‘Dát zijn pas mannen. Zó wil ik zijn!’ Dus speelde ik de hele tijd met plastic ballen op straat.” Dat doet hij nog steeds. Maar hij coacht nu ook een jongens- en een meisjesvoetbalelftal. En hij korfbalt. In het nationale team van Zimbabwe zelfs. “Dat klinkt indrukwekkender dan het is. Er zijn nauwelijks korfballers in ons land en ons niveau is erg laag. We speelden in 2006 voor het eerst – meteen tegen het sterke Zuid-Afrika, ter kwalificatie voor het WK Korfbal. Dat was hetzelfde jaar waarin The Spirit of Sport, een Nederlandse organisatie, korfbal in Zimbabwe introduceerde [zie pagina 17, red.]. We verloren met 83-6. Maar langzaam worden we beter. En vanuit het Sportleadersproject motiveren we nu andere jongeren om óók te korfballen. Bijvoorbeeld tijdens onze belangrijkste activiteit: ‘Sport in de Wijk’. Hierin gaan we elke week met sportleiders en materiaal de
Zimbabwe... * ligt in zuidelijk Afrika; * is negen keer zo groot als Nederland; * telt circa 11 miljoen inwoners; * is onafhankelijk sinds 1980; * werd ooit ‘de graanschuur van Afrika’ genoemd,
maar kampt nu met voedseltekorten, enorme inflatie, werkloosheid, armoede, onderdrukking van kritische geluiden en een worsteling om de macht.
Chikanga Sakubva
Hobhouse
Dangamvura
“‘Shit’, denken zij nu, ‘die Moreen weet toch wat ze aan het doen is’”
8
townships in en stimuleren we iedereen, vooral kinderen, mee te doen met allerlei spelletjes en sporten.” Betere conditie Het Mutare Haarlem Sportleaders-project bestaat sinds 2000 en is een initiatief van de Stedenband Haarlem-Mutare. Het richt zich op de kansarme jeugd in de townships van de stad Mutare. Jongeren worden gerecruteerd om sportactiviteiten in hun wijk te organiseren en voorlichting te geven, bijvoorbeeld over hiv/aids en de gelijkheid van man en vrouw. Om te helpen in het opzetten van de organisatie, het ontwikkelen van trainingen en het organiseren van
Mutare... * ligt in het oostelijk hoogland van Zimbabwe, aan de
grens met Mozambique; * is vijf keer zo groot als Haarlem; * telt circa 250 duizend inwoners; * kent vier grote townships: Hobhouse, Chikanga, Dangamvura en Sakubva. Moreen Magadu uit onderstaand verhaal woont in haar vaders huis in Chikanga, Brighton Mugayi woont met vrouw en kinderen in een kamer in Hobhouse; * is een cruciaal handelscentrum van Zimbabwe. Moreen Magadu in Haarlem: "We werden onderschat."
sportevenementen, werden vrijwilligers van Nederlandse sportopleidingen naar Zimbabwe gevlogen. Sinds 2004 komen er ook Zimbabwaanse sportleiders naar Haarlem, om mee te lopen met studenten van sportopleiding CIOS. Moreen Magadu en Brighton Mugayi maakten deel uit van de meest recente delegatie. Hun groep van zestien sportleiders zette eind oktober 2008 voet op Nederlandse bodem – om eind november weer terug te vliegen. In de tussentijd draaide het om uitwisseling, uitwisseling en nog eens uitwisseling. “Van cultuur, bijvoorbeeld”, zegt Mugayi. “Wij bereidden de eerste week een traditionele Zimbabwaanse dans voor, die we uitvoerden voor de CIOS-studenten. En andersom leerden wij ook Nederland kennen. Hoe georganiseerd alles er is, hoe punctueel de mensen zijn, hoe geld niet keldert in waarde en hoe niemand ooit klaar lijkt te zijn. Ik logeerde bij twee studentes en die dachten na hun voetbaltraining niet: ‘Dit was het voor vandaag’. Nee, die gingen direct door naar het fitnesscentrum, om hun conditie nog nét een beetje aan te scherpen. Die gedrevenheid, die werkte aanstekelijk.”
“Ze zeiden: ‘Jullie zijn veel te close met die blanken’”
Hogere belasting “Ik zag ze wel kijken”, zegt Moreen Magadu, die vier jaar na haar traineeship in het bestuur zit van het Sport Leaders-project. “Niet de studenten waar we direct contact mee hadden, maar anderen. Ze zagen ons, fluisterden dingen in het Nederlands, lachten een beetje alsof ze grapjes over ons maakten. ‘Kijk, daar heb je die Afrikaantjes.’ Zelfs de studenten waar we wél direct contact mee hadden, leken ons te onderschatten. Alsof we niets wisten en alles van hen moesten leren. Dat veranderde pas toen we wat zeiden over hun veel te hoge dribbels tijdens het basketballen en even voordeden hoe het moest. Het ijs was helemaal gebroken toen ze zagen hoe wij met erg weinig materiaal – want zoveel spullen als in Nederland hebben we niet in Mutare – volledige sportlessen wisten te verzorgen. ‘Ongelooflijk!’, zeiden ze dan. ‘Jullie hebben dit gewoon met twee ballen gedaan!’” Zelf is Magadu vooral blij over de nieuwe aerobicmethodes die ze leerde, de kennis over spiergroepen die ze tijdens een CIOS-
fitnesscursus opdeed en de informatie over management die ze kreeg. “De organisatorische vaardigheden die ik me eigen heb gemaakt zullen hard nodig zijn. We zijn nu nog een gefinancierd project, maar willen een zelfredzame organisatie worden. Mede door een fitnesscentrum dat geld opbrengt. Of dat lukt, hangt echter niet alleen van ons af. De overheid sluit vooralsnog de deur voor onze ambities. Ze steunt ons deels, omdat we populair zijn in Mutare en een duidelijke bijdrage leveren aan het welzijn van de gemeenschap. Maar tegelijkertijd zegt ze: ‘Jullie zijn veel te close met die blanken’ en verhoogt ze de belasting op het geld dat wij uit Nederland krijgen.” Dat soort dingen maakt Magadu boos. “We worden gewoon bestolen. Zoals er ook wel eens ‘zomaar’ sportmateriaal verdwijnt dat naar ons wordt toegestuurd. Dozen zijn dan langs de één of andere instantie gegaan en komen opengescheurd bij ons aan, zonder dat te achterhalen valt wie er iets heeft uitgehaald. Je zou bijna bij de politiek aankloppen en klagen. Maar je kunt jezelf geen ruzie veroorloven in Zimbabwe – niet met de overheid, want dat is gevaarlijk. Mensen durven niet vrijuit te spreken. Ze kijken tv om de situatie in het land te volgen. En ze hopen in stilte dat er iets verandert.” ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Lees meer over het Mutare Haarlem Sportleadersproject! Ga naar www.haarlem-mutare.nl/sport en www.mhsmutare.org
Tekst: Jens Middel. Foto’s: Stedenband Haarlem-Mutare (p7), Jens Middel (p9).
9
// POSITIESPEL
WAT VIND IK HIERVAN? Trainees in het Mutare-Haarlem Sportleaders-project krijgen niet betaald. Veel mensen beginnen daardoor niet eens aan de tweejarige opleiding tot sportleraar. Anderen haken halverwege af. Zij geven de zoektocht naar werk en eten voorrang. Als gevolg hiervan heeft het project doorgaans onbemande opleidingsplaatsen. (Zie pagina 6-9.) Vertel Supporter wat je daarvan vindt, door in ongeveer 200 woorden te reageren op onderstaande stelling. Je maakt zo kans op het boek Nelson Mandela. De wedstrijd die een volk verenigde.
Als je de inwoners van Zimbabwaanse sloppenwijken een opleiding aanbiedt, moet je ze daarvoor betalen.
WAT VOND IK DAARVAN? De sport & ontwikkelingsorganisatie ARCA probeert kinderen in Braziliaanse sloppenwijken van de straat te houden. Ze wil voorkomen dat de kinderen in de criminaliteit belanden. Dat lukt aardig tot hun 16e jaar. Vanaf dat moment gaan jongeren echter op zoek naar manieren om geld te verdienen. ARCA raakt ze dan ‘kwijt’. Daarom zoekt de organisatie nu samenwerking met organisaties die werk voor hen kunnen vinden. De stelling in de vorige Supporter luidde:
Zonder aansluiting bij de arbeidsmarkt zijn ontwikkelingsprojecten voor jongeren zinloos.
WINNENDE REACTIE “Zinloos is een heftig woord, dat ik niet snel in de mond zou nemen. Seksuele voorlichting voor prostituees is bijvoorbeeld heel zinvol, maar aansluiting op de arbeidsmarkt lijkt me – zeker in het geval van minderjarige en/of onvrijwillige prostitutie – niet erg wenselijk. Dat aansluiting op de arbeidsmarkt in veel andere gevallen wél van het grootste belang is, leerde ik tijdens mijn eerste bezoek aan een ontwikkelingsland. In El Salvador sprak ik met leeftijdsgenoten over geweld tegen kinderen en één woord kwam in de vertaling van de tolk steeds terug: 'opportunities'. In El Salvador is scholing niet het grootste probleem, maar het vinden van een baan. Veel jonge mensen raken in een bende, omdat dat – naast groepsgevoel en status – ook
10
domweg voor bescherming en inkomsten zorgt. Wanneer een goed alternatief niet voorhanden is en jongeren bovendien vaak de zondebok van de maatschappij zijn, bieden kansen een uitkomst. Ontwikkelingsprojecten zouden er dus goed aan doen jongeren te stimuleren bij het grijpen en creëren van kansen voor scholing, banen en doorgroeimogelijkheden – ook binnen de ontwikkelingsorganisaties zelf. Want jongeren hebben geen behoefte aan medelijden. Jongeren hebben behoefte aan mogelijkheden.” Wieke Vink (17), Aalten
// TRIBUNE Lezers over Supporter Kritisch De meeste inwoners van de wijk waarin Dôdo Ferreira de Oliveira woont, zijn “warme, vrolijke mensen” (Supporter 32). Zegt Dôdo Ferreira de Oliveira zelf. Over het feit dat die wijk een Braziliaanse favela is en dat Braziliaanse favelas bekend staan om hun geweld en criminaliteit, daarover staat in dit interview niets. Nu kan ik me wel voorstellen dat Dôdo zelf zijn wijk in een positief daglicht wil stellen. Helemaal omdat hij daar voor een surfschool werkt die vast en zeker betalende buitenlandse bezoekers kan gebruiken – die wil je niet afschrikken. Maar betekent dit dat de Supporter-journalist dús geen kritische vragen hoeft te stellen; dat de toon van het artikel (en dit geldt voor het hele stuk) zo opvallend positief moet zijn? Een kritischer perspectief had denk ik voorkomen dat het artikel op een promotiepraatje lijkt. Daardoor denk ik als lezer al snel: “Het zal wel”, en ben ik de inhoud van het stuk bijna weer vergeten als ik de pagina heb omgeslagen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? M. Jonker, Amsterdam
Ook reageren op een artikel in Supporter? Stuur je reactie naar
[email protected] of naar NCDO AFD. SPORT & OS T.A.V. SUPPORTER POSTBUS 94020 1090 GA AMSTERDAM
Borduren Bijzondere reportage over Toevaans worstelen, oftewel Kuresh, in de laatste Supporter. Het is mooi om te zien hoe de Russische oud-kampioen Mongush Radislav zich inzet voor de weesjongens in zijn gemeenschap. Door hen onderdak, een opleiding en een training te
geven in deze traditionele sport, behoedt hij hen voor drank en drugs. En biedt hij hen een uitweg uit armoede, misschien ook wel uit het afgelegen Toeva. Wat wel opvalt: “voor deelname gelden geen restricties qua leeftijd; alleen qua sekse en gewicht of lengte”. Kuresh is een mannensport. Prima. Maar wat zijn de opties voor de Toevaanse weesmeisjes? Want die zullen er ook wel zijn. Gaan zij de sportjasjes en -broekjes borduren van de jongens? Misschien kan Radislav zijn weeshuis/sportschool uitbreiden met een naaiatelier? Geen onvertogen woord over zijn inzet en oprechtheid, maar het artikel roept wel de vraag op: en de meisjes dan? S. Pluim, Nijmegen
kunnen worden. Wij stellen dan op onze beurt vragen: ‘Waarom wil je wereldkampioen worden? Wat denk je daarmee te bereiken? Is het niet belangrijker dat vrouwen en kinderen in jullie land meer gaan sporten?’” Wat een betutteling! Mogen mensen in ontwikkelingslanden af en toe ook eens aan zichzelf en hun eigen dromen denken? Natuurlijk is het goed als vrouwen en kinderen ook gaan sporten. Maar het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Waarom dan meteen zo’n betuttelende toon ten opzichte van lokale organisaties die om materiaal vragen? Zij vertegenwoordigen toch de burgers? Westerse hulporganisaties zouden daar wel eens wat meer naar mogen luisteren. A. de Groot, Zaltbommel
Vingertje In het artikel ‘Niemand buitenspel’ in Supporter 32 vertelt Leonie Hallers over het programma ‘Sport & Ontwikkelingssamenwerking’ van de Nederlandse Sport Alliantie (NSA). De NSA zet zich in voor gelijkheid in de wereld: sport, spel en beweging voor iedereen. Een mooi streven. De organisatie werkt in ontwikkelingslanden zoals Burkina Faso, Kenia en Indonesië. Daar moet iedereen toegang krijgen tot sport. Helemaal mee eens. Maar waarom moet dat weer met dat wijzende westerse vingertje, zoals de volgende quote van Hallers illustreert: “Mensen denken soms dat als ze maar het juiste materiaal hebben, ze wel wereldkampioen
11
// REPORTAGE Straatkinderen in troosteloos Oekraïne Ze slapen tussen ondergrondse verwarmingsbuizen, stelen om te overleven en snuiven lijm om de honger te verdrijven. Oekraïne, samen met Polen gastland van het komende EK Voetbal, telt honderdduizenden straatkinderen. “Vroeger vielen ze me niet zo op”, zegt de Oekraïense FC Groningenaanvoerder Evgeny Levchenko. Nu vecht hij tegen bureaucratie en corruptie om opvanghuizen op te zetten.
Roeslan praat De laatste keer dat hij wat gegeten heeft? Kolja (13) kan het zich niet herinneren. Apathisch zit hij in een kamer van een leegstaand huis in Krasnoarmeisk, een troosteloze industriestad in Oost-Oekraïne. Buiten ligt sneeuw, binnen is het steenkoud. Eén van de ramen is met plastic dichtgeplakt en in de schimmelige ruimtes heerst een beestachtige stank. Een wc is er niet; zijn behoeften doet Kolja buiten, achter het huis. Electriciteit, licht en verwarming ontbreken eveneens. Behalve een oude tafel, twee stoelen, een broodtrommel en een schaaltje waarop hij zijn sigarettenpeuken uitdrukt, heeft
12
Kolja niets. Niemand zorgt voor hem. Eerst stierf zijn vader, daarna overleed zijn moeder. Beiden waren verslaafd aan drugs en alcohol. “Ik mis mijn moeder zo erg”, vertelt Kolja met een versteend gezicht. “Ik moet vaak denken aan de tijd dat ze nog twee ogen had, toen mijn vader haar andere oog nog niet kapot had geslagen.” Dronken De enige die af en toe langskomt, is zijn 25-jarige broer Sacha. “Ik ben bang voor hem”, vertelt Kolja. “Als hij niet in de gevangenis zit, is hij dronken en slaat hij mij. Hij heeft mijn hond doodgemaakt. En
Roeslan (14) in de tuin achter een opvangtehuis
niet ...hij voetbalt hij pakt mijn geld af.” Dat geld verdient Kolja door kolen te stelen uit treinwagons die op het rangeerterrein nabij zijn leegstaande huis staan. De kolen verkoopt hij aan mensen die hij kent. “Ik verdien ongeveer 30 grivna [bijna 3 euro, red.] per dag.” Makkelijk is dat niet. “Ik moet eerst langs een paar honden. Ik ga nooit zonder steen en stok op pad.” En dan bedriegen de kopers Kolja ook nog regelmatig. Telkens als hij thuiskomt, hoopt hij dat zijn broer niet dronken op de vloer ligt te slapen. “Daarom barricadeer ik de deur met een stuk ijzer als ik wegga”, vertelt hij. “Ik kruip altijd door een raampje naar
buiten.” Om de honger te verdrijven, snuift Kolja lijm. Naar school is hij nog nooit geweest. “Ik zat op een stuk of vier internaten, maar daar werd ik slecht behandeld. Dus liep ik weg. Ik kan niet lezen of schrijven. Maar ik heb een vriend. Dat is mijn nieuwe hond: Nadzieschka.” Mijnwerkers Kinderen als Kolja, daarvan zijn er honderdduizenden in Oekraïne. De grove armoede in deze voormalige Sovjetstaat doet veel ouders uit wanhoop naar de fles grijpen. Het gevolg is dat ze geen geld en >>>
13
// REPORTAGE Straatkinderen in troosteloos Oekraïne
Kolja (13) barricadeert zijn deur en kruipt door een raampje naar buiten als hij op pad gaat.
kracht meer hebben om hun kinderen te verzorgen. Veel kinderen lopen daarom weg van huis. Ze slapen onder bruggen, in parken, in treinwagons, of onderaards tussen de buizen van de stadsverwarming in de grotere steden. Veel straatkinderen trekken in de winter naar De Krim in het zuiden. Daar is het wat warmer dan in het noorden, waar de temperatuur tot minus twintig graden daalt. Veel kinderen bedelen, raken aan de drugs, komen in de prostitutie terecht, worden misbruikt. En bijna niemand kijkt naar ze om. Eén van de weinigen die dat wel doet, is Aleksander Dreval. Hij is coördinator van de Stichting Breath Oekraïne [zie kader]. “Voor sommige kinderen is het beter om op straat te leven dan
14
thuis te zijn”, zegt Dreval. “Er zijn veel gezinnen waar de ouders verslaafd zijn en kinderen geslagen worden.” De straten van Krasnoarmeisk, dichtbij het kantoor van de Stichting Breath Oekraïne, zijn grijs en troosteloos. Smerige Lada’s rijden door enkeldiepe plassen en langs scheefhangende, bovengrondse gasleidingen aan de kant van de weg. De sneeuw op straat is zwart gekleurd. “Krasnoarmeisk is een mijnstad”, zegt Dreval. “De bewoners gebruiken nooit witte verf. Binnen de kortste keren is alles toch weer bruinzwart.” De economische crisis heeft ook in OostOekraïne hard toegeslagen. Dreval: “Vanochtend hoorde ik dat wéér honderd mijnwerkers zijn ontslagen.” Door de toegenomen inflatie zijn de lonen het afgelopen jaar bijna gehalveerd. In de Donbass, het zware-industriegebied in Oost-Oekraïne, kunnen de mensen de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Profvoetballer Elena Belitskaya is hoofd jeugdwerk van de gemeente Krasnoarmeisk. Haar kantoor staat vol dossiers van kinderen die op straat zijn beland. “Alleen al in onze stad hebben we er meer dan tweehonderd geregistreerd”, vertelt ze. “We sturen ze naar internaten, maar daar krijgen ze te weinig aandacht. Daarom zijn we zo blij met Nico.” Belitskaya doelt op Nico de Borst: fervent marathonloper en bestuurslid van eredivisieclub Sparta. Hij stond in 1995 aan de
Stichting Breath... ... kwam tot stand in 1995. De stichting is de moederorganisatie van drie gelijknamige stichtingen in Roemenië, Oekraïne en Georgië. Deze werden respectievelijk in 2000, 2006 en 2007 opgericht. Doel van de Stichting Breath is de de leefsituatie van hulpbehoevende kinderen te verbeteren en hen te helpen een zelfstandig bestaan op te bouwen. “Sport neemt een belangrijke plaats in”, stelt de organisatie in haar missie. “Zowel in fondsenwerving als besteding. Sport is niet alleen gezond maar kan ook veel betekenen voor de mentale ontwikkeling en sociale vaardigheden van kinderen. Via sport leren zij omgaan met winst en verlies, leren zij hun emoties beheersen, leren zij samenwerken en leren zij luisteren, bijvoorbeeld naar een trainer of scheidsrechter. Kortom: sport is een prima middel om weer structuur in het leven van kinderen te brengen.” De Stichting Breath heeft naast Levchenko nog een aantal aansprekende ambassadeurs, zoals sportjournalist Hugo Borst, Voetbal International-hoofdredacteur Johan Derksen, AZ-speler David Mendes da Silva, oudvoetbalinternational Adri van Tiggelen, commentator Humberto Tan en de Nederlandse presidentsvrouw van Georgië, Sandra Roelofs. Lees meer over de Stichting Breath! Ga naar www.stichtingbreath.nl Meer weten over Levchenko? Kijk op www.levchenko.nl
wieg van de Nederlandse Stichting Breath [zie kader]. In 2006 werd mede op zijn initiatief de Oekraïense Stichting Breath opgericht. Die opende in januari een tehuis voor tien straatkinderen in Beregowo, een stadje in het westen van het land. “Daar krijgen ze wél de individuele aandacht die ze nodig hebben”, zegt Belitskaya. De Stichting Breath Oekraïne wil in juni een vergelijkbaar kindertehuis in Krasnoarmeisk openen. Het pand is al gekocht. “Het moet een beetje worden zoals het huis van pater Leonid”, stelt Aleksander Dreval. Leonid, een forse Oekraïener, knapte een vervallen bedrijfshal op met behulp van giften. Nu wonen daar, onder zijn vleugels, 23 kinderen die hem als een soort vader beschouwen. De stille Roeslan en de levenslustige Axana bijvoorbeeld. Die laatste pakt een fotomapje van haar stapelbed en laat een verbleekte zwart-witfoto foto zien. “Hier was mijn moeder 24”, zegt ze, “zes jaar ouder dan ik nu ben.” Op de foto ernaast is de moeder 37 en duidelijk getekend door drankmisbruik. Kort nadat dat beeld geschoten was stierf ze, vertelt Axana. Haar stem wordt dof. “Mijn vader zit in de gevangenis. En waar mijn zusje is, weet ik niet.” Roeslan (14) is ondertussen aan het spelen in de tuin. Hij schiet de ene na de andere bal in het doel. Een prater is hij niet. “Ik wil profvoetballer worden”, zegt hij alleen, terwijl hij een aanloop neemt. “Sjachter Donetsk is mijn favoriete club. Maar ik wil ook wel naar Real Madrid.” >>>
15
// REPORTAGE Straatkinderen in troosteloos Oekraïne Steekpenningen Of Roeslan Evgeny Levchenko kent? Natuurlijk, die zit in het nationale team van Oekraïne. Dat won in februari nog een vriendschappelijk duel tegen Zweden. Maar Levchenko is méér. De voetballer raakte bevriend met Nico de Borst toen hij in 2003 van Vitesse overkwam naar Sparta Rotterdam. ‘Lev’ was onder de indruk van De Borsts inzet voor kansarme kinderen, waarop De Borst op zijn beurt aan de middenvelder vroeg of de Stichting Breath iets kon betekenen voor kinderen in Oekraïne. De twee bezochten de geboortestreek van Levchenko. Ze besloten zich samen in te zetten voor de lokale straatkinderen. “Vroeger vielen die me niet zo op”, vertelt de profspeler. “Maar nu zie ik er veel.” Naast tehuizen in Beregowo en Krasnoarmeisk wil de Stichting Breath Oekraïne ook een tehuis in Konstantinovka oprichten. “Daar, in mijn geboortestad, hebben we al een groot stuk grond in optie”, zegt Levchenko, die inmiddels voor FC Groningen speelt. “Genoeg voor een klein dorp voor 60 kinderen, inclusief voetbalveld.” Als het aan ‘Lev’ ligt, wordt er meteen gebouwd. Maar zo eenvoudig is het niet. “We ondervinden veel tegenwerking in Oekraïne. Het papierwerk kan heel lang duren als je niet bereid bent om af en toe steekpenningen te betalen. Maar we hebben besloten om in principe alles eerlijk te laten verlopen. Dat kost tijd en energie.” Voor Levchenko zijn de tehuizen niet alleen een veilige plek waar kinderen tot rust kunnen komen en de weg naar school kunnen terugvinden. “We willen in de tehuizen ook veel aandacht aan beweging geven, zodat de kinderen zich psychisch én lichamelijk ontwikkelen.” Wie weet blijken de straatkinderen dan ware sporttalenten. Die kan het land goed gebruiken, want in 2012 organiseert Oekraïne samen met Polen het EK Voetbal. “De Stichting Breath wil dat jaar diversen kindertehuizen hebben gebouwd”, zegt Levchenko. “In alle vier de Oekraïense speelsteden.” •••• Tekst: Jeroen Kuiper. Foto's: Ronald de Hommel, ANP (p15)
16
// BOND
International Korfball Federation De IKF zette met The Spirit of Sport Foundation het programma Korfball & Development op. Doel: korfbal in het buitenland promoten en via de sport een positieve invloed hebben in ontwikkelingslanden. Welmers is actief betrokken bij dit programma. Alle continenten “Korfbal is ruim honderd jaar geleden bedacht door Nico Broekhuysen, docent op een Amsterdamse middelbare school”, vertelt Welmers. “Toen was het hier nog uniek dat jongens en meisjes in één team speelden. In sommige kringen bestond weerstand, maar veel mensen waren enthousiast. Door dat enthousiasme zijn er nu 105.000 korfballers in Nederland. “We gunnen andere landen hetzelfde plezier", zegt Welmers. IKF's wereldwijde introductie van korfbal begon in Europa, maar heeft vooralsnog geleid tot 57 korfbalorganisaties, verdeeld over alle continenten. Jonge mensen “De IKF voelt sociale betrokkenheid. Daarom werken we samen met The Spirit of Sport Foundation. Het is prachtig dat we zo kunnen bijdragen aan ontwikkeling. Bijvoorbeeld de gelijkheid tussen man en vrouw. We organiseren onder meer korfbalcursussen in ontwikkelingslanden. Dat begint met een kennismaking met de sport. In Malawi was 40 procent van de deelnemers vrouw. Dat zo’n percentage vrouwen ergens aan deelneemt, is heel bijzonder in dat land – en het geeft aan hoe de aantrekkingskracht van korfbal sociale barrières overwint.” Het gaat bij Korfball & Development echter niet alleen om vrouwenemancipatie. Korfball & Development realiseert ook Community Sport Centers in ontwikkelingslanden. Dat zijn sportclubs met een multifunctionele accommodatie: naast sport is er ook ruimte voor educatie en voorlichting. "Als je een groep jongeren hebt, en dat heb je al snel hebt als je sport aanbiedt, dan kun je die gelegenheid benutten om voorlichting te geven", legt Welmers uit. "Zo brachten we in Zimbabwe bijvoorbeeld de Knock out Aids-campagne voor het voetlicht." De centra dragen ook bij aan werkgelegenheid, benadrukt Welmers. “Ze worden geëxploiteerd door de lokale bevolking.”
ter mengde teamsport ge e ig en de is al fb “Kor kor heel goed de gelij do ar da n ka En d. el wer ker ouw bevorderen. Ze vr en an m en ss tu heid me tschappelijke deelna aa m de r aa w en nd in la het elfsprekend is.” Aan nz va et ni en w ou vr van van s, hoofdbestuurslid er m el W nk He is rd woo F). rfball Federation (IK Ko l na io at rn te In de tratie: Olivier Rijcken.
Tekst: Martien Versteegh. Illus
Beperkende rol De IKF richt zich niet op alle landen. "We krijgen liever iets goed voor elkaar in enkele landen, dan bijna niets in alle. Voor we ergens aan de slag gaan, kijken we daarom eerst of ons plan kans van slagen heeft, of het verantwoord is er mensen heen te zenden en of korfbal er past in de cultuur. In Zimbabwe en Malawi zijn onze activiteiten bijvoorbeeld heel succesvol. En we zijn ook bezig om projecten op te zetten in landen als Argentinië, Paraguay, Uruquay en Nepal. Maar in Afghanistan, bijvoorbeeld, speelt religie een te bepalende, beperkende rol. Daar kunnen we nu simpelweg geen gemengde sport introduceren. Nog niet.” ••••••••••••••••••••••••••
Lees meer over de IKF op www.korfball.org. En over The Spirit of Sport op www.the-spirit-of-sport.org. Benieuwd hoe jouw sportbond aan MVO kan doen? Stuur een e-mail naar:
[email protected]
17
// na de sport
De successen mogen talrijk zijn geweest. En de wil om door te gaan groot. Maar op een gegeven moment is een topsportcarrière echt voorbij. En dan? In deze Supporter: Monique Velzeboer, Olympisch kampioene shorttrackschaatsen in 1988.
“Rolstoelen botsten, SPELERS Haar schaatsloopbaan eindigde abrupt toen ze in 1993 ten val kwam tijdens een training.
Kennen ze je nog, aan de top van de schaatswereld? “De ouderen, maar de jongeren niet. Logisch: sommigen waren nog niet eens geboren toen ik mijn medailles haalde. Dat is ook alweer twintig jaar geleden.”
“Een dwarslaesie”, meldde de dokter. Sinds dat moment rijdt de Olympisch kampioene in een rolstoel.
Mis je die tijd? “Iemand vroeg me laatst: ‘Sport je nog?’ ‘Nee joh!’, zei ik. Het is als weten dat je ooit naar de kleuterschool ging, het daar leuk had, maar er nu te oud voor bent. Ik doe nu andere dingen. Ik fotografeer.” Wat fotografeer je? “Grotendeels portretten, voor particulieren, voor tijdschriften. Ik haal mensen uit hun omgeving en zet ze in een studio. Het gaat in mijn foto’s om hén, niet om waar ze wonen of leven. Het is mooi om te zien hoe mensen met hun gezicht voortdurend andere emoties uitdrukken. Ik kies automatisch voor de krachtige uitdrukkingen. Er staan allerlei soorten personen voor mijn camera, maar ik heb een voorkeur voor kinderen. Waarom weet ik niet. Zoals ik evenmin weet waarom ik liever witte achtergronden heb dan groene. Waarom ik liever achter dan voor de camera sta. Of waarom ik mij minder prettig voel als ik op locatie fotografeer. Het is nu eenmaal zo.” Wordt je weleens gevraagd om op locatie te werken? “Voor het Liliane Fonds ga ik regelmatig op reis. Doorgaans één keer per jaar, maar in 2008 driemaal: in januari en juli naar Ghana en eind november naar Kenia. Misschien was dat wel iets te veel van het goede. Het was vermoeiend en ik merkte dat ik daardoor minder begon te genieten van Afrika; van hoe kleurrijk het er is, hoe chaotisch, hoe druk. Ik voelde minder verwondering. En dan ga je als fotograaf anders kijken. Ik beleefde het project in Kenia, hoe indrukwekkend ook, toch minder intens. Dat vond ik jammer.” Wat doe je tijdens zo’n reis? “Ik maak vooral portretfoto’s van gehandicapte kinderen die dankzij het Liliane Fonds onder meer schoolgeld, protheses en medische >>>
18
VIELEN, WIELEN BOGEN”
19
Liliane Fonds
Monique Velzeboer is ambassadeur van het Liliane Fonds. Net als bijvoorbeeld ex-tophockeyster Minke Booij, met wie Velzeboer in november 2008 vier dagen lang Liliane Fonds-kinderen in Kenia bezocht. Het fonds geeft hulp aan tienduizenden kinderen en jongeren met een handicap. Ze doet dat in 80 ontwikkelingslanden, verspreid over Azië, LatijnsAmerika en Afrika. Geen overbodige luxe. Want van de ruim 34 miljoen kinderen met een middelzware tot ernstige handicap die naar schatting in ontwikkelingslanden leven, blijft het merendeel zonder hulp van buitenaf verstoken van revalidatie. Armoede is hiervan de belangrijkste oorzaak. Lees meer over het Liliane Fonds. Ga naar www.lilianefonds.nl Lees meer over de Monique Velzeboer Foundation en bestel kalenders en kaarten voor het Liliane Fonds. Ga naar www.moniquevelzeboerfoundation.nl
zorg krijgen. Door deze hulp krijgen ze kans op een goede toekomst. Mijn foto’s worden gebruikt voor communicatiemateriaal van het Liliane Fonds. Maar ik maak er samen met Erma Rotteveel – een jeugdvriendin die vormgeefster is – ook kalenders, ansichtkaarten en agenda’s van. Die verkoop ik weer via mijn stichting, de Monique Velzeboer Foundation. De opbrengst gaat naar het Liliane Fonds.” Was je altijd al zo sociaal betrokken? “Dat heb ik meegekregen van mijn ouders. Als gezin hadden we vroeger ook een Foster Parents-kindje. Sommige mensen richten zich op het milieu, anderen op dieren, weer anderen op de medemens. Wij vielen onder die laatsten. Niet dat we dieren niet leuk vonden, trouwens, maar we kwamen wél van de boerderij; dieren, die moesten soms gewoon geslacht worden, dat hoorde erbij. Mijn betrokkenheid werd wel anders toen ik voor het eerst in een ontwikkelingsland kwam. Vanaf dat moment voelde ik sterker de neiging om echt iets te doen.” Welk land was dat? “India. Negen jaar geleden. Een vriendin vroeg me of ik meeging. Zij ging een paar dagen, als stewardess van de KLM. Een korte periode leek me prima. Ik was bang dat ik er twee weken zou zitten en al snel zou merken dat ik nergens naartoe kon met mijn rolstoel. Dat viel mee. Ik heb echt dingen kunnen zien. We zaten via de KLM
20
in een heel luxe hotel, maar gingen ook naar een weeshuis waar we oude kleren langs brachten. En we bezochten een arme wijk waar ik prachtige foto’s kon maken. Mijn vriendin verbaasde zich. ‘Als ik foto’s maak, word ik continu om geld gevraagd’, zei ze. ‘Maar bij jou wordt geen moment gebedeld.’ Eén kindje leek het te proberen, kreeg een klap van een ander en werd streng toegesproken door zijn moeder. Misschien dat men mij niet om geld mocht vragen omdat ik gehandicapt was. Omdat ik daardoor in een lagere kaste zit, of zo. Toen ik weer in de auto zat en niemand mijn handicap zag, werd ik er wel weer om gevraagd.” Raakt dat bedelen je? “Ik vind het altijd moeilijk om niets te geven. Op het moment dat ik in een ontwikkelingsland ben, denk ik altijd: wat heb ik zelf nou eigenlijk nodig? Terug in Nederland houd ik dat een tijdje. Tot ik op een gegeven moment denk: nou, ik moet toch maar weer eens nieuwe kleding kopen.” Wat maakte indruk op je tijdens je laatste reis door Kenia? “Esra, een jongetje wiens rompje elke dag in twee beenprotheses werd gezet. Als hij ook zijn ene armprothese goed had zitten, pakte hij zijn krukken en ging voetballen. Ik weet zelf hoe zwaar het is om met beugels te moeten staan. Maar hij deed het gewoon – met één arm. Omdat hij wilde spelen. Zo zie ik tijdens mijn reizen wel vaker
// NA DE SPORT Monique Velzeboer kinderen die ondanks hun handicap heel veel kunnen. Kinderen die op een schoolplein aan het rolstoelbasketballen zijn, bijvoorbeeld. In Kenia waren de baskets eigenlijk zitstoelen met een gat erin. Het ging er ontzettend hard aan toe: rolstoelen botsten, spelers vielen op de grond, wielen bogen. Maar dan werd de boel weer teruggebogen, hezen de kinderen zich in hun gammele rolstoelen en ging iedereen luid lachend verder.” Is een sportcarrière een reële toekomstoptie voor gehandicapte kinderen in Kenia? “Ik ontmoette er een paralympiër die voor zijn medaillewinst in Beijing 40.000 euro bleek te hebben gekregen. Dat is een fortuin in dat land. Met dit soort beloningen probeert het Paralympisch Comité van Kenia gehandicapten te motiveren een sportcarrière te beginnen. Ik sprak echter ook met een lid van dat comité. Die vertelde dat de overheid niet gemakkelijk geld geeft om gehandicaptensport van de grond te krijgen. En dat het materiaal van gehandicapte atleten in Kenia ver achterloopt ten opzichte van het Westen. Het comitélid vroeg of het Liliane Fonds niet financieel kon bijschieten. Ik zei hem dat dat meer iets was voor de Johan Cruyff Foundation of Right To Play. Had hij nog nooit van gehoord, maar hij zou contact met ze opnemen.” Krijg je naast spelende kinderen en rijke paralympiërs ook nog iets mee van de ellende? “Ik maak zelf vooral portretten. De meeste kinderen vinden het leuk op de foto te komen, dus ik zie veel vrolijke gezichten. Ik krijg hun levensverhaal pas te horen na fotoshoots, via Wieke [Biesheuvel, Libelle-columniste, red.]. Zij interviewt hen en hun gezin, onder meer voor de kalenders. Ik ga altijd mee met die huisbezoeken. In Ghana kwam ik bij een gezin waar een meisje met een open ruggetje gewoon op de grond sliep. Ik ontdekte dat ze doorligplekken had. Vreselijk. Ze had het, als 13-jarig meisje, niet tegen de mannelijke ‘mediator’ van het Liliane Fonds durven zeggen – en hij had niet de
medische training om het op te merken. Ze werd direct in behandeling genomen en inmiddels zijn de plekken weg. Slapen doet ze nu gelukkig ook op een matras. Wat ook veel indruk op me maakte: een moeder die per se wilde dat haar zoon naar school ging. Dat deed hij ook, maar dit betekende wel dat het gezin niet genoeg geld had om elke dag te eten.” Je weet dat er in zo’n land talloze kinderen zijn die nog minder geld, zorg en eten hebben. Word je daar niet moedeloos van? “Je kunt wel zeggen: ‘Ik kan maar één of een paar mensen helpen, dus doe ik niks.’ Maar waarom zou je je niet druk maken om de ene persoon die je wel kunt helpen? Jij bent toch ook maar één op de 4 miljard? Maak je je dan ook niet druk om jezelf? Ik vind één kind al de moeite waard. Gelukkig zijn er meer mensen die zo denken. Zoals de plaatselijke ‘mediators’ van het Liliane Fonds. Die zijn de hele dag in touw om gehandicapte kinderen te helpen met school, vervoer en medische hulp. Tijd voor een sociaal leven nemen ze niet. Het is heel inspirerend dat zulke mensen bestaan.” Had je zelf niet graag ontwikkelingswerker willen zijn? “Ieder zijn passie. Als ik in mijn passie, fotografie, iets kan betekenen voor een ander, graag. Maar ontwikkelingswerk? Zelfs als ik dat fysiek zou kunnen, zou ik nog niet zo lang in het buitenland willen zitten. Ik denk na tien dagen reizen al: ‘Ok, nu wil ik weer terug.’ Naar mijn huis, mijn zoontje. Dat wil niet zeggen dat ik niet geniet van mijn reizen voor het Liliane Fonds. Integendeel. Medailles winnen op de Olympische Spelen, dat is een heel intense ervaring. Maar het is ook heel tijdelijk en heeft minder impact op je dan je van tevoren verwacht. Vroeger wilde ik de beste zijn, maar als ik nu zou moeten kiezen tussen Olympisch succes en de reizen voor het Liliane Fonds, dan vind ik de laatste waardevoller. Ik denk dat het je gelukkiger maakt iets te doen voor een ander, dan iets te winnen voor jezelf.” ••• Tekst: Jens Middel. Foto's: Monique Velzeboer (p20, p21), Alex Velzeboer (p3, p19).
21
// veld Kort nieuws LEZEN Sportief en sociaal Ze is één van de beste lange-afstandslopers ter wereld. Toch is er voor Lornah Kiplagat meer in het leven dan topsport. Ze heeft een maatschappelijke missie. In haar High Altitude Training Centre te Kenia biedt zij kansarme en getalenteerde kinderen de mogelijkheid om op haar kosten het best denkbare onderwijs te volgen. In Van Jesse Owens tot Lornah Kiplagat. Sporters met een missie vertelt ze de gerenommeerde sportjournalisten Guus van Holland en Raf Willems over de achtergronden en doelstellingen van dit project. Ook volgt de lezer haar gedurende een jaar in de voorbereidingen op de Olympische Spelen in Beijing. Dat Kiplagat in maatschappelijk opzicht deel uitmaakt van een sportieve traditie blijkt uit de portretten van vierentwintig andere legendarische olympische helden waarmee dit boek gelardeerd is. Of ze nu Jesse Owens of Cassius Clay heten, Katharine Witt of Florence Griffith – allen verbaasden ze de wereld met hun prestaties en allen verbonden ze die prestaties met een hoogst persoonlijk maatschappelijk engagement.
Van Jesse Owens tot Lornah Kiplagat. Sporters met een missie (Uitgeverij De Arbeiderspers) is verkrijgbaar in de boekhandel. Adviesprijs: €18,95. ISBN: 9789029566476.
22
Dvd’s over de kracht van sport Vijftig documentaires, interviews en films over sport & ontwikkelingssamenwerking. Zoals de Netwerk-documentaire ‘Voetballen op 1 been’ over de leden van het Amputee Soccer Team van Rwanda. Of de RTL-productie ‘De kruistocht van Kalusha’. Het is allemaal terug te vinden op het 3dvd-pakket dat vanaf half april bij NCDO is te bestellen. Het gaat om een herziene uitgave van ‘De kracht van sport in beeld’. Deze bestaat voor de helft uit nieuw beeldmateriaal. Daarin komt in tien hoofdstukken onder meer de rol van sport voor gehandicapten, vrouwenemancipatie, wederopbouw, uitwisseling en gezondheid aan bod. Organisaties als de KNVB, Feyenoord, Right To Play, Todos, IBISS, War Child, Stedenband Haarlem-Mutare (zie pagina 6) en Nike werkten belangeloos mee aan ‘De kracht van sport in beeld’ door hun beeldmateriaal beschikbaar te stellen.
De dvd’s kunnen op alle soorten computers en dvd-spelers afgespeeld worden. Interesse? Stuur een mail naar
[email protected].
‘Meer’ dan mooie kleren FC Barcelona, Nike en VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR hebben een nieuwe campagne gelanceerd: MÉS (‘meer’ in het Catalaans, de taal die in Barcelona wordt gesproken). De campagne draait om een exclusieve Nike-collectie: de MÉSsportkleding. Deze kleren zijn niet alleen sportief, maar ook milieuvriendelijk: ze zijn gemaakt van honderd procent organisch katoen en voor de opdrukken is soya-inkt gebruikt. De FC Barcelona-stichting en UNHCR verkopen de shirts, broeken en caps. De opbrengst van MÉS-producten gaat naar sportprojecten voor kansarme jongeren en vluchtelingen in de hele wereld. Een ideale manier voor consumenten om bij te dragen aan een betere en sportievere wereld.
Lees meer over (of koop iets uit) de MÉScollectie! Ga naar www.mesfootball.org/mes/en.
Stem voor empowerment! Hoe kan sport worden ingezet voor de maatschappelijke en economische empowerment van vrouwen? Welke obstakels moeten overwonnen worden om die inzet te realiseren? En hoe kunnen deze obstakels ook daadwerkelijk worden overwonnen? Als lid van de online community ‘GameChangers’ kon iedereen ter wereld tussen november 2008 en maart 2009 suggesties aandragen. Het was ook mogelijk andermans suggesties te becommentariëren. De grote publieksprijs wordt tussen 1 en 13 april bepaald. Leden van de community kunnen dan online stemmen op de allerbeste suggestie. De winnaar krijgt 5000 euro van de Nike Foundation. ‘GameChangers’ is dan ook een project van Nike en Ashoka’s Changemakers: een non-profit platform voor mensen die oplossingen bedenken voor urgente sociale problemen. Deelnemers aan de ‘GameChangers’competitie kunnen ook andere prijzen winnen. Nike UK kiest bijvoorbeeld de beste Brits-Ierse inzending. Deze verdient 5000 pond en mediatraining. Nike Brazil selecteert de beste aan hardlopen gerelateerde inzending uit Brazilië – en geeft deze 5000 reais. Ook Women Win selecteert een idee. De winnaar krijgt maar liefst 15.000 euro én de kans om met Women Win samen te werken aan het realiseren van zijn of haar idee.
Sportieve vrouwen, verenigt u!
Volg de competitie en stem! Ga naar
Samen sporten: wat inspireert meer en wat versterkt de band tussen vrouwen beter – zelfs over culturele grenzen heen? De organisatie WomenWin [zie ook pagina 5] lanceert 20 september de eerste Internationale Sportdag voor en door Vrouwen. Internationaal, omdat niet alleen in Nederland een loop gehouden zal worden. De bedoeling is dat dit wereldwijd gebeurt: in Guatemala, Ethiopië, Amerika, Indonesië, Afghanistan – waar dan ook, zolang het maar op hetzelfde moment is. In Amsterdam zal de eerste ‘Women Win Damloop’ van start gaan, zo genoemd omdat het evenement voorafgaat aan de Dam-tot-Damloop. WomenWin roept alle geïnteresseerde organisaties op om hun achterban te mobiliseren tot deelname.
www.sportforchange.changemakers.net.
Lees meer over Women Win! Ga naar Meer weten over de Nike Foundation en Ashoka’s Changemakers?
www.womenwin.org.
Kijk op www.nikefoundation.org en www.changemakers.net.
23
// IN MEMORIAM Peter Serry Een niet weg te denken
medespeler
NCDO is diep geschokt door het overlijden van Peter Serry. Hij kwam eind januari om bij een brand in het Nakumatt-winkelcentrum in Nairobi, Kenia.
NCDO leerde Serry, voormalig directeur van de Mathare Youth Sports Association (MYSA) kennen in 2003, tijdens de NextStep bijeenkomst in Amsterdam. Hij was een zeer bevlogen professional, die veel heeft betekend voor MYSA en het veld van sport & ontwikkeling in het algemeen. MYSA werd mede dankzij Serry een gerenommeerde sport & ontwikkelingsorganisatie in Nairobi, die sport op innovatieve wijze inzet om wekelijks duizenden jongeren de kans te bieden op een betere toekomst. MYSA is zeer bekend geworden vanwege de wijze waarop ze jongeren via sport leiderschapsvaardigheden leert. En vanwege het feit dat ze sportlessen en -faciliteiten aanbiedt in ruil voor vrijwillig gemeenschapswerk, zoals het opruimen van straatvuil of het geven van hiv/aidsvoorlichting. Naast het verdienen van punten op het voetbalveld kunnen spelers zo ook punten buiten het veld verdienen. Onder de bezielende leiding van Serry ontving MYSA onder andere de Prins Claus Award en werd het project genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede.
Peter Serry werkte veel samen met de KNVB Academie. Hij volgde in 2000 de internationale coachcursus van de KNVB. In 2006 werd hij de tweede Keniaan met een officieel UEFA-B diploma. KNVB huurde Peter Serry sinds die tijd in als internationaal voetbaldocent voor internationale coachcursussen. Dat gebeurde in het kader van het Football for Development-programma. De cursussen vonden plaats in ontwikkelingslanden als Zuid-Afrika, Zambia, Mozambique, India, Vietnam en Senegal. Na de onlusten rond de Keniaanse verkiezingen in 2007 richtte Peter Serry zelf de Football for Peace Foundation op, waarbij voetbal er succesvol voor zorgde dat verschillende bevolkingsgroepen elkaar weer leerden waarderen. In 2008 nam Peter Serry afscheid van MYSA en richtte hij met ondersteuning van de KNVB Academie het Kenya Soccer Institute op. Peter Serry was een voorbeeld voor de jeugd in Mathare Valley en voor vele anderen – in en buiten Kenia. NCDO zal Peter Serry als dynamische, zeer gewaardeerde en niet weg te denken speler van het sport & ontwikkelingsveld missen. NCDO wenst zijn vrouw, zijn drie kinderen en iedereen die om hem gaf veel sterkte toe met de verwerking van dit grote verdriet. •••••••••••••••••••••••••••••••
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
24
// CLUB Stanley Tshabalala
ster De prijsuitreiking was erg officieel, want de mini van Onderwijs was aanwezig.
Netjes op een rij, in het oranje, hebben we gelijk maar het volkslied gezongen.
“Leuk, geweldig, indrukwekkend, grappig.” Aan superlatieven geen gebrek op oegandatour.web-log.nl. Ze slaan allemaal op een reis van een meisjesteam van Hockey Club Reeuwijk. In Oeganda overhandigde dat team tweeëneenhalf jaar geleden ongeveer 22.000 euro aan Hospice Africa: een organisatie die lokale artsen en verpleegkundigen opleidt in de zorg voor ernstig zieke kinderen. De meisjes hadden het bedrag zelf bijeen gesprokkeld met inzamelacties en klusjes. In Oeganda ontmoetten ze kanker- en aidspatiënten, maakten ze trips door de natuur en
speelden ze tegen plaatselijke teams. “We verwachtten een laag niveau”, aldus hun blog. “Maar ze waren HEEL snel en HEEL fel op die hobbelige velden. Bijna niet bij te houden.” HC Reeuwijk is druk bezig met een follow-up. Het hoe, waar en waarheen zijn vooralsnog niet duidelijk. •••••••• Contact met HC Reeuwijk of andere sportverenigingen die ‘iets’ doen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking? Stuur dan snel een e-mail naar
[email protected]!
HC REEUWIJK & OEGANDA
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
“Bijna niet bij te houden”
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
25
// WK 2010
Eindelijk Eenheid! of toch niet? >>>
Foto vorige pagina: FIFA-president Sepp Blatter wordt toegejuicht tijdens zijn bezoek aan één van de voetbalstadions-in-aanbouw in Zuid-Afrika. De nieuwe stadions staan voor veel Zuid-Afrikanen symbool voor de verwachte economische en sociale vooruitgang die het WK 2010 hen zal brengen.
Het eerste WK Voetbal op het Afrikaanse continent: in 2010 is het zover. De verwachtingen zijn hoog gespannen. En niet alleen op sportief gebied. Kan het toernooi de kloof dichten tussen blank en zwart in gastland Zuid-Afrika?
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ••••••••••••••••••••••••• ••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ••••• ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••
Lebo Malepe is fan van de Kaiser Chiefs. Altijd al geweest. Hij werd geboren in Orlando East, één van de tientallen buurten van township Soweto. Elke week kijkt hij naar de voetbalwedstrijden van ‘zijn’ elftal. Op tv, want toegang tot het stadion is duur en het kost veel tijd om er met zijn minibusje te komen. Malepe houdt van voetbal. En kijkt reikhalzend uit naar 2010. Niet alleen om van zijn favoriete sport te genieten. Hij is ook eigenaar van een backpackers hostel – en daarmee, verwacht hij, gaat hij heel veel winst maken tijdens het WK. Grasveld en camping Op het aangrenzende grasveld drinken een paar rugzaktoeristen een biertje. Een puppy scharrelt wat rond. “Op het moment is het niet zo druk”, zegt Malepe. “Maar het gaat erg goed! We krijgen gasten uit de hele wereld. In de zomermaanden zitten we regelmatig vol. En het kan alleen maar beter worden, nu het toernooi eraan komt.” Ondernemend als hij is, heeft Malepe grote plannen. In 2010 worden er honderdduizenden supporters verwacht. Uit Afrika, maar ook uit Europa, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten. Dus zal er behoefte zijn aan extra bedden, zeker in Johannesburg, waar in totaal veertien WK-wedstrijden zullen worden gespeeld. “Het aantal kamers dat ik heb, zal straks niet genoeg zijn. Dus heb ik vrienden uit de buurt gevraagd om hun huis voor die vier weken om te bouwen tot een homestay.” Het grasveld voor de deur, waar nu iedere middag wordt gevoetbald door de jonge jongens van ‘Lebo’s Backpackers Football Team’, zal voor de gelegenheid worden omgebouwd tot camping. “Ik zie het al helemaal voor me”, zegt Malepe glunderend. “Tussen de tenten hebben we elke avond
28
barbecue en muziek. Je kunt dansen en natuurlijk kijken we alle wedstrijden. Het wordt één groot feest!” Religie en nagelbijten Malepe is slechts één van de vele Zuid-Afrikanen die geloven in het gunstige effect van het WK. Gunstig voor de portemonnee. Maar niet alleen dat. President Mbeki noemt het wereldkampioenschap bijvoorbeeld nu al een waardevolle gebeurtenis voor de ziel van het land. Want in een jonge democratie als Zuid-Afrika zijn na de gruwelen van de apartheid mijlpalen nodig om een nieuwe, positieve geschiedenis op te bouwen. “En”, stelt Mbeki, “het WK is zo’n mijlpaal.” De hoop is dat het voetbal blank en zwart Zuid-Afrika dichter bij elkaar zal brengen. Die staan nog altijd ver van elkaar vandaan. Alleen al in hun liefde voor sport. Neem zwarte Soweto-inwoners als Lebo Malepe. Ze zijn gek van voetbal. Het is er bijna een religie, met als hoogtepunt de Soweto-derby tussen de Kaizer Chiefs en de Orlando Pirates. Als die twee ploegen tegenover elkaar staan, staat het leven in de township even stil. Blanken kunnen dat enthousiasme zelden opbrengen voor Zuid-Afrikaans voetbal. Zij zitten voor een andere sport aan de bank gekluisterd. Na een lang rugbyseizoen stonden de Sharks uit Durban en de Bulls uit Pretoria dit jaar in de finale van de Currie Cup. Nagelbijten voor de blanken, maar voor de zwarte bevolking was het een zaterdag als elke andere. Regel en uitzonderingen In 1998 sprak voormalig president Thabo Mbeki nog over ZuidAfrika als ‘a country of two nations’: de arme zwarte bevolking en de welvarende blanke gemeenschap. Sport weerspiegelt die
Voor het eerst sinds het einde van de apartheid wist het nationale voetbalteam, ‘Bafana Bafana’, zich dit jaar niet te plaatsen voor de Africa Cup of Nations. Een schril contrast met het succes van 1996, toen het toernooi, gespeeld in eigen land, nog werd gewonnen en Bafana Bafana zich twee keer op rij (1998, 2002) plaatste voor het WK. Vijf maanden voor het WK 2010, is Zuid-Afrika dan ook de grote afwezige wanneer de beste landen van Afrika samenkomen in Angola. In Zuid-Afrika zelf zijn de verwachtingen voor het WK inmiddels bijzonder laag. Goed nieuws is wel dat de ploeg van de Braziliaanse bondscoach Joel Santana de laatste vijf (oefen)wedstrijden wist te winnen. De weg omhoog lijkt dus ingezet. In Zuid-Afrika kan iedereen weer langzaam gaan hopen op een stunt.
••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••• ••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ••••• •••••••••••••••••••••••••••••• ••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••• ••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ••••••••••••••• •••••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
tegenstelling: voetbal is voor de zwarten, rugby voor de blanken. De uitzonderingen bevestigen de regel. In het nationale voetbalelftal is Ajax Cape Town-verdediger Brett Evans het enige blanke lid van de selectie. En Bryan Habana was één van de weinige zwarte spelers van het Zuid-Afrikaanse rugby-elftal dat in 2007 wereldkampioen werd. Tijdens een voetbalwedstrijd zijn de tribunes gevuld met zwarte toeschouwers. Bij een rugbywedstrijd zijn de supporters voor het overgrote deel blank. “Het is niet zo dat blanke Zuid-Afrikanen niet van voetbal houden”, probeert journaliste Hilary Venables uit te leggen. “Als Manchester United een trainingswedstrijd in Zuid-Afrika speelt, zitten de tribunes vol met blanke fans. We houden gewoon niet zo van Zuid-Afrikaans voetbal. Maar dat komt ook omdat het niveau hier niet zo hoog is.” De raciale spanningen rondom het WK kwamen nog eens extra aan het licht door een uitspraak van de toenmalige minister van sport, Essop Pahad. Hij zei vorig jaar dat blanke Zuid-Afrikanen hoopten dat de organisatie van het toernooi zou falen. Geloof en uitdaging In Zuid-Afrika bestaat de hoop dat de kloof tussen zwart en wit kan worden overbrugd door de kracht van sport; dat het hele volk tijdens het WK deelt in het enthousiasme voor voetbal. In de woorden van hét gezicht van Zuid-Afrika, Nelson Mandela: “Het wereldkampioenschap zal helpen om mensen samen te brengen. Als er íets op deze planeet is dat de kracht heeft om mensen met elkaar te verbinden, dan is dat voetbal.” Duitsland wordt hierbij vaak als voorbeeld genomen. Toen het WK daar in 2006 gehouden werd, schaarden mensen uit het westen én uit de voormalige DDR zich gezamenlijk achter hun Mannschaft. Voor het eerst sinds de Tweede
Kort nadat Nelson Mandela was benoemd tot eerste zwarte president van Zuid-Afrika maakte hij trots bekend dat zijn land gastheer zou zijn voor het WK rugby van 1995. Opmerkelijk, want rugby stond te boek als ‘blanke sport’. Het nationale team, ‘De Springbokken’, werd gehaat door de zwarte bevolking. Maar Mandela greep het toernooi bewust aan om zijn volk te verenigen. Aan de blanken wilde hij laten zijn dat hij geen wrok koesterde en dat hij niet alleen president van zwart Zuid-Afrika wilde zijn, maar ook van het blanke deel. De zwarte bevolking wilde hij laten zien dat het tijd was om het verleden te laten rusten en het gehate rugby te omarmen. Dat Zuid-Afrika het toernooi tegen alle verwachtingen in wist te winnen, zorgde voor een vreugde-explosie in het hele land. Door voor het begin van de finale het veld te betreden in een shirt van de Springbokken, slaagde Mandela erin om zelfs de meest sceptische zwarte Zuid-Afrikanen achter het rugbyteam te krijgen. Het gewonnen WK en het gezamenlijke feest achteraf worden nog altijd gezien als het hoogtepunt van verbroedering tussen blank en zwart in het nieuwe Zuid-Afrika.
Rugby
voetbal
// WK 2010
Wereldoorlog werd weer trots met Duitse vlaggen gezwaaid. Uit recent onderzoek blijkt dat de meeste Zuid-Afrikanen geloven dat het WK ook in hún land eenheid zal brengen. Een flinke uitdaging, meent Denver Hendricks. De rugbyliefhebber was als hoofd van het Ministerie van Sport in 1995 mede verantwoordelijk voor het WK Rugby in Zuid-Afrika. Tegenwoordig houdt hij zich als professor aan de Universiteit van Pretoria bezig met sport & ontwikkeling. “Sport kan groepen absoluut bij elkaar brengen”, aldus Hendricks. “Maar dat is haast onmogelijk als er zulke grote verschillen zijn als nu in Zuid-Afrika. En dan gaat het niet zozeer om verschillen in huidskleur, als wel om ongelijke levensstandaard. Een voetbalwedstrijd verandert niet dat de één moet leven van één rand per dag, terwijl de ander in een mooi huis woont en een Mercedes voor de deur heeft.” Rijk en arm “De verschillen in Zuid-Afrika zijn te groot, en de armoede te ernstig, om met sport op te kunnen lossen”, stelt Hendricks. “Het enige dat we met sport kunnen bereiken is een emotionele piek, zoals bij het behalen van de wereldtitel Rugby in 1995 [zie kader rechtsboven, red.]. Even ging iedereen, blank en zwart, de straat op om het te vieren. Maar toen de euforie voorbij was en iedereen weer terug moest naar zijn eigen leven, bleken de tegenstellingen tussen blank en zwart, tussen rijk en arm, nog altijd even groot. Natuurlijk zullen een succesvolle organisatie en een goede prestatie van ons nationale team het land goed doen en mensen bij elkaar brengen. Maar dat effect zal van korte duur zijn.” ••••••••••••••••••••• Tekst: Floor Milikowski en Evelien Hoekstra. Foto: ANP.
29
// SPELAANWIJZINGEN Meer weten over sport & ontwikkelings samenwerking? Zelf een sportieve bijdrage leveren aan een betere wereld? Er zijn diverse websites waar je terecht kunt. Supporter zet er een aantal voor je op een rijtje.
Zoek je informatie of wil je kennis en ideeën u itwisselen?
www.sportdevelopment.org Op dit webportaal van programma
SPORT 4 SOCIALISATION “Veel gehandicapte kinderen die naar de sportsessies in Mutare komen, mengen zich voor het eerst met andere leeftijdsgenootjes. Voor hen is het natuurlijk enorm wennen. Veel kinderen worden fysiek sterker en spelen nu met het sport- en spelmateriaal. Daarnaast zijn er kinderen die eerder niet overweg konden met andere kinderen en nu wel. Zowel ouders en sportleaders als social workers merken deze vooruitgang op. Ook in de gemeenschap zien we veran. dering. Men komt geinteresseerd kijken naar de sport- en spelactiviteiten en neemt actief deel aan de sessies!” Lees verder op de website: www.sport4socialisation.com Kijk voor meer leden van het netwerk Sport & Ontwikkelingssamenwerking op: www.sportdevelopment.org
30
Sport & Ontwikkelingssamenwerking van NCDO vind je info, tools en tips voor sport & ontwikkelingssamenwerking in Nederland.
www.sportanddev.org Dit internationale platform voor sport & ontwikkelingssamenwerking biedt niet alleen informatie en projectvoorbeelden, je kunt er ook ideeën, ervaringen en kennis uitwisselen. www.toolkitsportdevelopment.org Wat maakt een project
succesvol en wat zijn de valkuilen? Deze toolkit bundelt beschikbare kennis en ervaringen. Praktische tools als checklists en handleidingen helpen je zelf projecten op te zetten.
Wil je zelf een project opstarten en ben je op zoek naar subsidiemogelijkheden?
www.sportdevelopment.org fondsen en subsidies - Op deze
site vind je een overzicht van verschillende mogelijkheden in Nederland om financiering voor een project te krijgen.
www.sport.nl/ontwikkelingssamenwerking Deze webpagina geeft basisinformatie over het nieuwe programma ‘Sportcoalities aan de slag’ van NOC*NSF. www.ncdo.nl subsidie aanvragen - Bij NCDO kun je subsidie
aanvragen voor activiteiten in Nederland waarmee je Nederlanders betrekt bij internationale samenwerking en bij het leven van mensen in ontwikkelingslanden.
www.impulsis.nl Impulsis is een loket voor ondernemende mensen in ontwikkelingslanden en in Nederland. Je kunt er terecht voor advies, uitbreiding van je netwerk, expertise en financiële steun.
// DE LIBERO
De fietsrenner 10.000 uur oefenen. Dat is nodig om tot een topprestatie te komen. De Canadese historicus Malcolm Gladwell pakte zijn rekenmachine, bestudeerde de levens van uitblinkers als Bill Gates en The Beatles en kwam tot deze verbluffend eenvoudige slotsom.
Frank van Eekeren werkt als senior adviseur en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Ook is hij namens NOC*NSF manager van ‘Sportcoalities aan de slag’, een programma gericht op de versterking van de inzet van Nederlandse organisaties voor sport & ontwikkelingssamenwerking.
Ik vind dat niet veel, 10.000 uur. Een snelle berekening leert dat mijn zoon tijdens de Olympisch Spelen van 2028 de voor een sporter ideale leeftijd van 23 jaar heeft bereikt. Met een beetje discipline moet hij 50.000 trainingsuren kunnen halen. Ik reken op vijf gouden medailles. Het kereltje zit lekker op schema. In de wieg maande ik hem al tot koprollen en zodra hij enigszins kon lopen volmaakte ik in de achtertuin zijn splijtende pass met het linkerbeen. Regelmatige trainingskampen bij opa, die gelukkig ook zijn verantwoordelijkheid neemt, zorgden ervoor dat hij op zijn tweede handiger was met golfclub en tennisracket dan met mes en vork. En tegenwoordig heeft de aanstaande kampioen zijn zinnen gezet op ‘fietsrennen’, wat in zijn kleutervocabulaire synoniem is voor zo hard mogelijk, staand en zonder helm, op zijn fiets door smalle brandgangen racen. Ondanks enkele onzachte confrontaties met de betonnen schutting van de buren, zitten we nu, al met al, reeds op zo’n 8.000 uur.
botfracturen bij mijn kleuter, maar omdat ik bang ben in de toekomst door het leven te gaan als de nieuwe Petr Krajicek. De aanpak van deze doortastende vader leidde weliswaar tot een hoge positie op de wereldranglijst voor zoon Richard, maar een erg leuke jeugd schijnt de Wimbledonwinnaar niet gehad te hebben. En ook Richard’s halfzus Michaëla lijkt meer behoefte te hebben aan een knuffel van haar vader dan aan weer een nieuwe trainer. Ja, voor je het weet verandert je eigen mislukte sportloopbaan je in een slavendrijver en wordt je kind gescout door Childwatch of Unicef. Deze kindvriendelijke organisaties bewaken de rechten van het kind en tellen wereldwijd het aantal kindarbeiders. Momenteel staat de teller op 246 miljoen en een opvallend aandeel daarvan werkt in de sport. Naast de slachtoffertjes van overambitieuze ouders zoals ik, zijn dat – aldus de kinderbeschermers – vooral piepjonge werknemers in dienst van sportproducenten als Lotto, Kappa en Fila. Deze kinderen komen weliswaar met gemak aan hun 10.000 uur in de sport, maar het is zeer onwaarschijnlijk dat het geestdodend naaien van modieuze tennisoutfitjes zal leiden tot een Grand Slam-titel. Het valt niet mee op een verantwoorde manier topkleding of topsporters te produceren. Dromen van goudstukken of gouden medailles gaat al snel ten koste van schone handen en een zuiver geweten. Bovendien zijn de risico’s te groot. Als je niet oppast loopt de consument in de sportwinkel over naar merken die zich wél duidelijk uitspreken tegen kinderarbeid. Of besluit je eigen aankomende turn-, voetbal-, tennis-, golf- en fietsrenkampioen in opstand te komen tegen zijn strakke trainingsregime en verspilt hij zijn kostbare uren volledig aan kleurboeken of lego. Voor je het weet sta je met lege handen. Ook dat is een verbluffend eenvoudige slotsom.
Natuurlijk, soms knaagt mijn geweten. Niet zozeer uit angst voor onherstelbare
31
DIT NUMMER UIT? En nieuwsgierig naar het volgende? Neem KWARTAALBLAD OVER SPORT
dan nu een gratis abonnement op Supporter
KING jaargang 9 / 04-20
09
(zie kader hieronder). En lees elk kwartaal: // INTERVIEWS MET BEKENDE SPORTERS // SPORTREPORTAGES UIT VERRE LANDEN // INFORMATIEVE ACHTERGRONDARTIKELEN // SCHERPE OPINIESTUKKEN EN COLUMNS // NIEUWS OVER SPORT & ONTWIKKELING // KOOPTIPS EN SPELAANWIJZINGEN
een uitgave van
// EN MEER!
terview it Zimbabwe
sportleiders aan de Nederlandse kust, onder
& ONTWIKKELINGSSAMENWER
“Volgens mij dachten ze:
‘KijK, d aar heb je die a friKaantjes’” // na de sport
SUPERSTADI
ONS, GOUD
GELD EN EIND //////// ELIJK EENH // GE EF T HET WK VOET EID! BAL ZUIDAFR LEVCHENKO/ IKA VALSE HO / HOCKEY OP?/////// // KORF / BAL// VELZ EBOER///// //////
steekspel Even weg. Weg van het politieke en oppositieleider tussen president Mugabe het Tsvangirai, de geknakte economie,
de successen Mogen talrijK zijn geweest. en de wil oM door te gaan groot. Maar op een gegeven en de dreigende MoMent voedseltekort is een topsportcarrière groeiende echt voorbij. en dan? in deze supporter: Monique velzeboer, olyMpisch KaMpioene shorttracKschaats jaar verbleven en in 1988. cholera-epidemie. Eind vorig
“Rolstoelen botsten, sPeleRs VIelen, WIelen boGen” een maand sportleiders uit Zimbabwe
er hun kennis lang in Haarlem. Ze deelden aan de met Nederlandse studenten
// REPORTAGE Straatkinderen in troosteloos Oekraïne
sportopleiding CIOS. >>>
Haar schaatsloopbaan eindigde abrupt toen
ze in 1993 ten val kwam tijdens een training.
“Een dwarslaesie”, meldde de dokter. Sinds
dat moment rijdt de Olympisch kampioene in
een rolstoel.
// WK 2010
Kennen ze je nog, aan de top van de schaatswereld? “De ouderen, maar de jongeren niet. Logisch: sommigen waren nog niet eens geboren toen ik mijn medailles haalde. Dat is ook alweer twintig jaar geleden.”
Mis je die tijd? “Iemand vroeg me laatst: ‘Sport je nog?’ ‘Nee joh!’, zei ik. Het is als weten dat je ooit naar de kleuterschool ging, het daar leuk had, maar er nu te oud voor bent. Ik doe nu andere dingen. Ik fotografeer.”
wat fotografeer je? “Grotendeels portretten, voor particulieren, voor tijdschriften. Ik haal mensen uit hun omgeving en zet ze in een studio. Het gaat in mijn foto’s om hén, niet om waar ze wonen of leven. Het is mooi om te zien hoe mensen met hun gezicht voortdurend andere emoties uitdrukken. Ik kies automatisch voor de krachtige uitdrukkingen. Er staan allerlei soorten personen voor mijn camera, maar ik heb een voorkeur voor kinderen. Waarom weet ik niet. Zoals ik evenmin weet waarom ik liever witte achtergronden heb dan groene. Waarom ik liever achter dan voor de camera sta. Of waarom ik mij minder prettig voel als ik op locatie fotografeer. Het is nu eenmaal zo.”
STichTinG BREATh...
7
wie Brighton Mugayi (tweede van rechts)
door Kolja (13) barricadeert zijn deur en kruipt een raampje naar buiten als hij op pad gaat.
wordt je weleens gevraagd oM op locatie te werKen? “Voor het Liliane Fonds ga ik regelmatig op reis. Doorgaans één keer per jaar, maar in 2008 driemaal: in januari en juli naar Ghana en eind november naar Kenia. Misschien was dat wel iets te veel van het goede. Het was vermoeiend en ik merkte dat ik daardoor minder begon te genieten van Afrika; van hoe kleurrijk het er is, hoe chaotisch, hoe druk. Ik voelde minder verwondering. En dan ga je als fotograaf anders kijken. Ik beleefde het project in Kenia, hoe indrukwekkend ook, toch minder intens. Dat vond ik jammer.”
18
wat doe je tijdens zo’n reis? “Ik maak vooral portretfoto’s van gehandicapte kinderen die dankzij het Liliane Fonds onder meer schoolgeld, protheses en medische >>>
19
14
SUPPORTER: SPORTIEF BETROKKEN De impact van sport reikt verder dan het sportveld. Steeds meer mensen beseffen dat. Van overheden tot sportbonden. En van hulporganisaties tot sportliefhebbers. Zij weten dat sport van invloed is op politieke en sociale verandering. Dat het een waardevol middel is tegen armoede, onrecht, oorlog en ziektes. En ze willen daar graag méér over weten.
kracht meer hebben om hun kinderen te verzorgen. Veel kinderen lopen daarom weg van huis. Ze slapen onder bruggen, in parken, in treinwagons, of onderaards tussen de buizen van de stadsverwarming in de grotere steden. Veel straatkinderen trekken in de winter naar De Krim in het zuiden. Daar is het wat warmer dan in het noorden, waar de temperatuur tot minus twintig graden daalt. Veel kinderen bedelen, raken aan de drugs, komen in de prostitutie terecht, worden misbruikt. En bijna niemand kijkt naar ze om. Eén van de weinigen die dat wel doet, is Aleksander Dreval. Hij is coördinator van de Stichting Breath Oekraïne [zie kader]. “Voor sommige kinderen is het beter om op straat te leven dan
gezinnen waar de ouders thuis te zijn”, zegt Dreval. “Er zijn veel worden.” De straten van verslaafd zijn en kinderen geslagen van de Stichting Breath Krasnoarmeisk, dichtbij het kantoor Smerige Lada’s rijden door Oekraïne, zijn grijs en troosteloos. bovengrondse enkeldiepe plassen en langs scheefhangende, De sneeuw op straat is zwart gasleidingen aan de kant van de weg. zegt Dreval. “De gekleurd. “Krasnoarmeisk is een mijnstad”, de kortste keren is alles Binnen bewoners gebruiken nooit witte verf. crisis heeft ook in Oosttoch weer bruinzwart.” De economische “Vanochtend hoorde ik dat wéér Oekraïne hard toegeslagen. Dreval: Door de toegenomen inflatie honderd mijnwerkers zijn ontslagen.” gehalveerd. In de Donbass, het zijn de lonen het afgelopen jaar bijna kunnen de mensen de zware-industriegebied in Oost-Oekraïne, eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Profvoetballer van de gemeente Elena Belitskaya is hoofd jeugdwerk vol dossiers van kinderen die op Krasnoarmeisk. Haar kantoor staat stad hebben we er meer dan straat zijn beland. “Alleen al in onze ze. “We sturen ze naar internatweehonderd geregistreerd”, vertelt aandacht. Daarom zijn we zo blij ten, maar daar krijgen ze te weinig de Borst: fervent marathonloper met Nico.” Belitskaya doelt op Nico Hij stond in 1995 aan de en bestuurslid van eredivisieclub Sparta.
stichting is de ... kwam tot stand in 1995. De gelijknamige moederorganisatie van drie en stichtingen in Roemenië, Oekraïne in 2000, Georgië. Deze werden respectievelijk van de Stichting 2006 en 2007 opgericht. Doel hulpbehoevenBreath is de de leefsituatie van hen te helpen de kinderen te verbeteren en te bouwen. “Sport een zelfstandig bestaan op in”, stelt de neemt een belangrijke plaats in fondsen“Zowel organisatie in haar missie. is niet alleen werving als besteding. Sport voor de betekenen veel ook kan gezond maar vaardigheden van mentale ontwikkeling en sociale omgaan met winst en kinderen. Via sport leren zij beheersen, leren zij verlies, leren zij hun emoties bijvoorbeeld samenwerken en leren zij luisteren, Kortom: sport is naar een trainer of scheidsrechter. structuur in het leven een prima middel om weer Stichting Breath heeft van kinderen te brengen.” De aansprekende naast Levchenko nog een aantal Hugo Borst, ambassadeurs, zoals sportjournalist dacteur Johan Voetbal International-hoofdre da Silva, oudDerksen, AZ-speler David Mendes Tiggelen, commentator voetbalinternational Adri van presidentsvrouw Humberto Tan en de Nederlandse van Georgië, Sandra Roelofs. Breath! Ga naar Lees meer over de Stichting www.stichtingbreath.nl Kijk op Meer weten over Levchenko? www.levchenko.nl
Breath [zie kader]. In 2006 werd wieg van de Nederlandse Stichting Stichting Breath opgericht. Die mede op zijn initiatief de Oekraïense tien straatkinderen in Beregowo, opende in januari een tehuis voor “Daar krijgen ze wél de een stadje in het westen van het land. hebben”, zegt Belitskaya. De individuele aandacht die ze nodig een vergelijkbaar kindertehuis in Stichting Breath Oekraïne wil in juni is al gekocht. Krasnoarmeisk openen. Het pand het huis van pater Leonid”, stelt “Het moet een beetje worden zoals Oekraïener, knapte een Aleksander Dreval. Leonid, een forse van giften. Nu wonen daar, vervallen bedrijfshal op met behulp hem als een soort vader onder zijn vleugels, 23 kinderen die de levenslustige Axana bijvoorbeschouwen. De stille Roeslan en van haar stapelbed en laat beeld. Die laatste pakt een fotomapje zien. “Hier was mijn moeder 24”, een verbleekte zwart-witfoto foto ben.” Op de foto ernaast is de zegt ze, “zes jaar ouder dan ik nu drankmisbruik. Kort nadat moeder 37 en duidelijk getekend door vertelt Axana. Haar stem wordt dat beeld geschoten was stierf ze, En waar mijn zusje is, weet ik dof. “Mijn vader zit in de gevangenis. aan het spelen in de tuin. Hij niet.” Roeslan (14) is ondertussen het doel. Een prater is hij niet. “Ik schiet de ene na de andere bal in alleen, terwijl hij een aanloop wil profvoetballer worden”, zegt hij club. Maar ik wil ook wel neemt. “Sjachter Donetsk is mijn favoriete naar Real Madrid.” >>>
15
Eindelijk Eenheid! of toch niet? >>>
Daarom lezen zij Supporter. Het enige tijdschrift in Nederland over sport als instrument in ontwikkelings samenwerking. Over de personen en organisaties die dit instrument gebruiken. En over de wijze waarop mensen in ontwikkelingslanden hun sport ervaren. Leer de impact van sport kennen. Neem een gratis abonnement op Supporter, een grensverleggend sportief tijdschrift. Mail je naam en adres naar:
[email protected]