Nieuwsbrief nr 3 | december 2013
Suïcidepreventie in Amsterdam Voortgang van de vier subprojecten Nieuws - gesprek met coördinator Lyna Polikar • Minder suïcides in Amsterdam - opmerkelijke trendbreuk • Gatekeeperstraining - sleutelfiguren, huisartsen, jongeren, evaluatie • Casemanagement - nieuwe casemanager, achtergronden • Terugblik conferentie - veel positieve reacties • Recht op euthanasie • Hoop doet leven - de 113Online Suïcide Survival Guide
Nieuwe Achtergracht 100 1018 WT Amsterdam Postbus 2200 1000 CE Amsterdam
‘Geef me dan tenmínste nog een knuffel’ interview met Estefania Laney
en 23-jarige studente, stagiaire bij de GGD, voorkomt sprong E suïcidale man van Westerkerk – de gatekeeperstraining in praktijk
Telefoon 020 555 5495 www.gezond.amsterdam.nl/suicidepreventie 1
2
3
4
5
6
7
Nieuws | gesprek met coördinator Lyna Polikar
Minder suïcides in Amsterdam Voor het eerst sinds 2007 is in Amsterdam in 2012 het aantal suïcides gedaald. In 2011 maakten er nog 106 mensen een eind aan hun leven, in 2012 waren dat er 93, een daling van meer dan 10%. Of deze daling een direct gevolg is van ons project, is door de lage aantallen niet vast te stellen, maar de trendbreuk is wel opmerkelijk. In Europese landen is het aantal suïcidedoden sinds 2007 steeds gestegen, in Nederland in 2012 zelfs nog met 7% ten opzichte van 2011, van 1647 naar 1753. Gatekeeperstraining
Suïcidaliteit bespreekbaar maken en je leren inleven in de gedach ten van iemand, die nog maar één uitweg ziet. Dit zijn de belang rijkste ingrediënten van de gatekeeperstrainingen, die door de GGD sinds 2011 gratis aangeboden worden aan sleutelfiguren in Amsterdam, die in hun werk met suïcidale mensen te maken kunnen krijgen, zoals buurtregisseurs, maatschappelijk werkers, school artsen en -verpleegkundigen, schuldhulpverleners, klantmanagers van DWI en vrijwilligers. Inmiddels hebben 630 professionals en vrijwilligers de training gevolgd. De reacties zijn zeer positief.
Sleutelfiguren Nieuw is de samenwerking met sleutelfiguren uit diverse etnische groepen, zoals religieuze leiders uit de Surinaamse, Hindoestaanse, Antilliaanse en Afrikaanse gemeenschap. Door het vertrouwen van hun achterban zijn zij makkelijker in staat het taboe op suïcide te doorbreken en het onderwerp bespreekbaar te maken. Contacten met deze sleutelfiguren worden vanuit de GGD al langer onder houden in verband met onder andere voorlichting over seksuele gezondheid en lifestyle. Huisartsen Huisartsen hebben tot dusverre van weinig animo voor de training blijkgegeven. Projectleider Lyna Polikar betreurt dat. ‘Ik denk dat zij het belang onderschatten,’ zegt zij. ‘Veel huisartsen volgen wel trainingen op het gebied van angststoornissen en depressies. Maar daar wordt niet genoeg aandacht aan het omgaan met suïcidaliteit besteed. Alleen al erover praten kan heel veel schelen. We weten dat huisartsen het erg druk hebben, maar het gaat hier om een training van 3,5 uur…’
1
2
3
4
5
6
7
‘Automutilatie komt op scholen meer voor dan je zou verwachten. Een uiting van wanhoop, eenzaamheid, onbegrip en opgesloten zijn’ Jongeren Vanuit scholen is er daarentegen steeds meer interesse voor de gatekeeperstraining. Voor een middelbare school uit de omgeving van Amsterdam was de aanleiding daarvoor wel zeer dramatisch. De school kreeg in korte tijd met maar liefst twee suïcides van leerlingen te maken. ‘Ook automutilatie,’ vertelt Lyna Polikar, ‘komt op scholen meer voor dan je zou verwachten. Het zijn uitingen van wanhoop, eenzaam heid, onbegrip en opgesloten zijn, waarover zeker gepraat zou moeten worden. Ik denk dat de training daarbij zou kunnen helpen. Evaluatie Wat bereiken we nou precies met de training en hoe verhouden zich de kosten tot dit resultaat? Het aantal suïcides in Amsterdam is te laag om een causaal verband met de training aan te kunnen tonen, maar het aantal pogingen kan, zeker op langere termijn, wél iets zeggen. Klinisch psycholoog Martin Steendam van GGZ Friesland is onlangs begonnen aan promotieonderzoek naar de effectiviteit en kosteneffectiviteit van de gatekeeperstrainingen, die ook in zijn omgeving worden georganiseerd. Het onderzoek is een samenwer kingsproject van GGZ Friesland, GGD Amsterdam, de VU Amster dam en het Trimbos-instituut. Voor het werven van nieuwe groepen en het organiseren van de trainingen is per juni 2013 Marian Levens als onderzoeksassistent aangesteld. Lyna Polikar, projectleider
Marian Levens, onderzoeksassistent
Geïnteresseerd in de training of het onderzoek? Mail Marian Levens
[email protected]
1
2
3
4
5
6
7
Casemanagement voor suïcidepogers
Jaarlijks worden in Nederland zo’n twintig duizend mensen op afdelingen voor spoedeisende hulp (SEH) behandeld voor pogingen tot suïcide. In 2011 zijn wij met het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ) in Amsterdam West een pilot gestart voor begeleiding van de suïcidepogers, die gezien worden bij de SEH met als doel deze mensen (opnieuw) in zorg te krijgen. Toeleiding naar zorg blijkt een zeer arbeidsintensief traject met onzeker resultaat. Daarnaast zit bijna 60% van de benaderde patiënten al in zorg. Om die reden concentreren wij ons in het vervolg van de pilot op een kleinere doelgroep: suïcidepogers die nog niet in zorg zijn of die wel in zorg zijn, maar van wie de psychiater een niet-pluisgevoel meldt. Dit is ook de groep waarbij we de meeste winst denken te behalen. De tijd die deze nieuwe manier van werken uitspaart, zal gebruikt worden om het project uit te breiden naar een ander ziekenhuis. De onderhandelingen met het ziekenhuis zullen binnenkort beginnen. Nieuwe casemanager De casemanager, die de pilot startte, heeft vanwege een nieuwe functie zijn taken overgedragen aan de sociaal psychiatrisch verpleegkundige Monique van Raan. Zij heeft veel ervaring bij onder andere bij Jeugdgezondheidszorg van GGD Amsterdam en bij Vangnet & Advies van GGD Haarlem. Achtergronden Psychiatrische problematiek, schulden en relatieproblemen zijn vaak genoemde achtergronden van de zelfmoordpogingen waar het SLAZ mee te maken krijgt Voor allochtone meisjes lijkt vooral cultuurproblematiek en problemen in de relaties met ouders en broers te spelen. Veel pogingen, denkt psychiater en hoogleraar ziekenhuispsychiatrie Adriaan Honig, hoofd van de afdeling spoed eisende hulp op het SLAZ, blijven buiten beeld vanwege schaamte. Er is ook een groot grijs gebied waarbij niet helemaal duidelijk van een poging sprake is.
Monique van Raan, sociaal psychiatrisch verpleegkundige
1
2
3
4
5
6
7
Terugblik conferentie
Op 31 mei dit jaar organiseerden wij de conferentie Suïcide voor kom je samen, met als doel kennis en ervaringen te delen, netwer ken te vormen en de zorg rond suïcide te verbeteren. VU-hoogle raar Suïcidepreventie Ad Kerkhof liet recente cijfers zien, waaruit onder andere een verband tussen suïcide en de economische crisis duidelijk naar voren kwam. Opvallende gegevens over 2011: 44% van de 1647 plegers was onder behandeling bij de GGZ, 33% was in het voorafgaande kwartaal ontslagen uit een kliniek; 69% had een eerdere poging gedaan, bij 11% was suïcide eerder in de familie voorgekomen. Kerkhof presenteerde tevens de multidisciplinaire richtlijn voor diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag, waarin het leggen van contact met de patiënt en het bespreekbaar maken van de doodswens een belangrijk thema is. Een doodswens is altijd resultaat van kwetsbaarheid- en stress factoren, betoogt Kerkhof, als hulpverlener moet je proberen dááraan iets te doen. Meer dan nu het geval is, zouden daarbij ook partners en familieleden betrokken moeten worden. Hulpverleners van Arkin en GGZ InGeest vormden de meerderheid van de aanwezigen. Onder hen bleken veel twijfels en emoties te leven in verband met de vraag: waar houdt je verantwoordelijkheid op en wanneer weet je of je het goed hebt gedaan? ‘Een patiënt is altijd jóuw patiënt, tot je weet dat hij in andere goede handen is,’ drukte psychiater en directeur Behandelzaken van GGZ InGeest Jan Mokkenstorm hen op het hart. Projectleider en organisator van de conferentie Lyna Polikar kreeg veel positieve reacties op de conferentie. Zij denkt dat partijen nog lang niet uitgepraat zijn over het onderwerp en ziet alle redenen om met elkaar in gesprek te blijven. Zie voor een uitgebreid verslag en alle presentaties http://www.ggd.amsterdam.nl/geestelijke/suicidepreventie/conferentie-suicide/
Recht op euthanasie
Moet je de doodswens van mensen altijd blijven bestrijden, of moet je soms juist helpen deze op een humane manier te helpen uit te voeren? De vraag werd tijdens de conferentie al kort aan gestipt. ‘Je moet altijd naast je patiënt gaan staan,’ reageerde spreker Jan Mokkenstorm. ‘En een correct menswaardig euthana siebeleid is een manier om suïcide terug te dringen.’ Lyna Polikar is voorstander van het recht op euthanasie en onder schrijft de mening van Mokkenstorm. Zij is in contact met de Neder landse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), waarvan vertegenwoordigers binnenkort ook deelnemen aan een training. ‘Ik denk dat er soms misverstanden bestaan over deze vereniging en hun doelgroep,’ zegt Lyna Polikar. ‘Het is niet zo dat mensen die de NVVE bellen, vastbesloten zijn zich het leven te benemen, soms willen ze alleen weten of het mógelijk is. Vaak is die verzekering al voldoende om verder te kunnen. Hebben ze tóch besloten, dan helpt de NVVE hen dit op een waardige manier te doen.’
Hoop doet leven
Suïcide is het fatale eindpunt van een eenzame en zware lijdens weg, stelt psychiater Jan Mokkenstorm in zijn op 10 september (Wereld Suïcidepreventiedag) gepresenteerde boek Hoop doet leven. Een weg die begint met innerlijke pijn en een gevoel van uitzichtloosheid. Mokkenstorm, directeur van 113Online, denkt dat veel mensen die zich het leven benemen, te helpen zouden zijn geweest. Zijn boek geeft tips en technieken om uit de wanhoop te komen voor mensen die aan zelfmoord denken, maar het is ook een zelfhulpboek voor familie, vrienden en andere naastbetrok kenen van mensen, die niet meer willen leven. Hulpverleners vinden er mogelijkheden om mensen in nood extra te ondersteunen en het onderwerp zelfmoord beter bespreekbaar te maken. De 113Online Survival Guide, Jan Mokkenstorm, €16,95, Uitgeverij Boom
1
2
3
4
5
6
7
Studente voorkomt sprong suïcidale man van Westertoren
‘Geef me dan tenmínste nog een knuffel’ Was het een film? Nee, het was echt. De 23-jarige studente Estefania Laney, gids op de Westertoren, ziet zichzelf geconfronteerd met een man die vast besloten is van de 42 meter hoge omloop te springen. Ze houdt het hoofd erbij. Het was een winderige, bewolkte zaterdag in de nazomer, de middag voor het Prinsengrachtconcert. ‘Toevallig had ik het er net nog met een collega over gehad,’ vertelt Estefania. ‘Zij zei: “Als bij mijn rondleiding ooit iemand van de toren springt, ga ik er nooit meer op.” Je bent altijd een beetje op je hoede. Je weet dat hoge gebouwen aantrekkelijk zijn voor mensen met zelfmoordplannen. Maar hoe je zult reageren als je zo iemand echt meemaakt?” Aan het groepje van zes mensen waarmee Estefania de 87 meter hoge toren tot het eerste balkon beklimt, is niets bijzonders te merken. ‘Een Engels sprekend groepje toeristen, en hij. Alles was normaal. De man – groot, breed, een jaar of vijftig, type knuffelbeer – deed gewoon gezellig mee. Hij had zelfs nog wat aanvullingen op mijn verhaal. Ik zag wel dat hij veel littekens op zijn arm had, maar je ziet wel gekkere dingen. Toen wilde hij na afloop niet naar beneden.’
Training
Estefania Laney, studente Medische Antropologie en Sociologie aan de UvA
Ze herinnert het zich haarscherp. ‘De andere mensen waren al verdwenen. “Ik ben vastbesloten,” zei hij, “ik spring eraf, je houdt me niet tegen!” Hij wachtte alleen, zei hij, tot er minder mensen op straat waren. Eerst werd ik heel kwaad,’ zegt Estefania. ‘Ik dacht: niet op mijn rondleiding. “Heb je al die kinderen gezien beneden?!” riep ik. Ik wilde naar hem toelopen. En toen zag ik tot mijn verba zing - want alle tassen waren afgeleverd - dat hij een groot mes trok, en even later ook nog een hamer.’ Het leek een film. ‘Ik zag
1
2
3
4
5
6
7
‘Later is hij nog een keer teruggekomen om me te bedanken en zich te excuseren, dat was wel fijn’
‘Ik weet niet of ik terugviel op de geleerde vaardigheden,’ zegt Estefania. ‘Misschien leerde ik wel sneller van mijn fouten dan ik anders zou hebben gedaan. Ik probeerde eerst de aandacht te vestigen op de kinderen die beneden liepen, maar kreeg toen snel door dat ik het beter over hém kon hebben. Ik vroeg wat er aan de hand was. Hij vertelde over zijn leven en ik erkende dat het moeilijk was. Uitkering, huis afgepakt, de klassieke dingen, die mensen ongelukkig maken. We praatten over de Westerkerk en de GGZ en op het laatst begon hij te huilen. Toen zei ik: “Oké, ik snap waarom je het wilt doen. Ik kan je niet tegenhouden. Maar als het echt moet, laat me je dan tenmínste nog een knuffel geven.” Hij liet het toe. Dat was het keerpunt.’ ‘Ik voelde,’ zegt Estefania, ‘dat het hem raakte en dat ik daarmee rust creëerde. Ik achtte mezelf niet competent om hem naar beneden te praten, maar ik wist wel dat ik even wat tijd had. Ik zei dat ik even naar de andere mensen moest – die al lang beneden
Teksten Yvonne van Osch en Lyna Polikar, coördinator Suïcidepreventie in Amsterdam E-mail
[email protected], tel. 020-555 5495, http://www.gezond.amsterdam.nl/suicidepreventie Interview Yvonne van Osch,
[email protected] Ontwerp Frissewind, profs in communicatie en design, Amsterdam Fotografie Roy Borghouts en Lyna Polikar
Ongelukkig
waren – en probeerde in het trappenhuis snel 112 te bellen. Is het wel levensbedreigend, vroeg ik me nog af? Het werd een verve lende, moeizame toestand, met onderbrekingen en herhalingen enzo. Maar toen mijn verhaal na vijf minuten eenmaal doorkwam, waren ze er ook binnen vijf minuten. Ze hebben de man naar beneden gehaald, toen was het voorbij.”
Angstzweet
Zo is het gegaan. Opmerkelijk genoeg is de landelijke en zelfs de Amsterdamse pers vrijwel aan de rol van de doortastende gids voorbij gegaan. In summiere berichten wordt gesproken over ‘hulpdiensten’, die snel ter plaatse waren en de man ‘van de toren hebben gepraat’. Estefania vindt deze weergave van de feiten vreemd, maar haalt er verder haar schouders over op. Of ze het leven van de man heeft gered, durft ze niet te zeggen. ‘Ik heb in ieder geval zó gehandeld, dat hij op dat moment niet gesprongen is. Maar je weet het niet. Toen hij met de politie beneden kwam, gaf hij iedereen een hand, alsof het een grote show was geweest. Een ontzettende anticlimax, als je net een uur totaal op je naadje bent geweest. Ik rook nóg mijn angstzweet toen ik daar stond. Later is hij nog een keer teruggekomen om me te bedanken en zich te excuseren, dat was wel fijn.’ Het leven is weer verder gegaan. Estefania, druk bezig met haar master, gidst nog steeds mensen op diverse torens in de stad. Volgend jaar begint ze aan een nieuwe stage, nu bij Mentrum. Ze werkt óók nog een dag per week in een verpleeghuis. Enge dromen van de man op de toren heeft ze niet, maar ze denkt er nu en dan nog wel aan. ‘Het moeilijkste,’ zegt ze, ‘was om me om te draaien en weg te lopen, juist toen ik contact met hem gekregen had, daar op de omloop. Het moest, maar dat gevoel van verraad zal ik nooit vergeten.’
Colofon
mezelf in zijn zonnebril. Rood aangelopen, strak, in survivalmodus.’ Overleven was het. Je hoofd koel houden, nadenken, het goede doen. Was het toeval, dat het uitgerekend Estefania Laney over kwam? Of een door het lot gestuurde fortuinlijke samenloop van minder fortuinlijke omstandigheden? De inmiddels 24-jarige uit Huizen, studente Medische Antropologie en Sociologie aan de UvA, koestert sinds haar studie een fascinatie voor de randen van de samenleving en dat waar niet makkelijk over gesproken wordt. Kort voor de gebeurtenis deed zij nog een onderzoeksstage voor het project Suïcidepreventie van de GGD Amsterdam, waarbij ze uit interesse ook de gatekeeperstraining gevolgd had, een training die hulpverleners helpt suïcidale gedachten bespreekbaar te maken dezen bij de ander voorzichtig af te buigen.
1
2
3
4
5
6
7