ActiZ vernieuwingsvisie: eigen regie en samenredzaamheid. Met reacties van overheid, inkopers, ouderenorganisaties, de beroepsgroep en uit de zorgpraktijk
pag. 2 en 24
JAARKRANT
ActiZ.2010
Succes, vernieuwing en vertrouwen in de zorg Han Noten voorzitter ActiZ, organisatie van zorgondernemers
Het jaar 2010 was in een aantal opzichten een succesvol jaar voor de branche van verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, kraam- en jeugdgezondheidszorg. Uit de benchmark in de zorg 2010 bleek dat zorgorganisaties over het geheel beter presteren en dat medewerkers tevreden zijn over hun werk. Aardig was ook dat tijdens het benchmarkcongres in oktober politici onder de indruk waren van onze leden: van de transparantie, maar ook van de prestaties die ze leveren. Dat maakt mij trots op onze branche. De kraamzorg werkt samen met andere partijen hard aan het terugdringen van
babysterfte; daartoe heeft ActiZ onder andere afspraken gemaakt met de vereniging van verloskundigen, KNOV. En in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is vooruitgang geboekt met de centra voor jeugd en gezin (CJG’s), waarin de JGZ-organisaties zich goed kunnen positioneren.
erop dat we het niet eens zijn over de inhoud van het AWBZ-pakket. Dat blijkt ook weer uit het regeerakkoord, waarin de wens geformuleerd is om in een nieuwe wet basisrechten van de cliënt vast te leggen. Maar die rechten staan
beleidsbeïnvloeding, alleen en samen met cliënten- en ouderenorganisaties en anderen. Het succes daarvan zal pas later zichtbaar worden, maar duidelijk is wel dat draagvlak bestaat voor onze visie.
Dat maakt mij trots op onze branche
Discussiepunten Moeilijke momenten hebben we ook gekend. De cao-onderhandelingen verliepen moeizaam, maar uiteindelijk hebben we wel overeenstemming bereikt met de vakbonden over goede arbeidsvoorwaarden. De branche kwam ook dit jaar weer onder vuur te liggen in de media, bijvoorbeeld over het aanbieden van extra diensten tegen bijbetaling. Natuurlijk mogen zorgorganisaties geen geld vragen voor AWBZ-gefinancierde zorg, maar het lijkt
Cliënt en zorg
Werken in de zorg
LOC: “We maken nu samen de balans op.”
Vernieuwing in werkomstandigheden
Yvonne van Gilse (LOC) en Karin Lieber (ActiZ) over het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg.
• Levensfasebeleid • Digitale zelfroostering • Sociale innovatie
niet ter discussie: in het kwaliteitskader Verantwoorde zorg is al veel geborgd, er is het zorgleefplan en sinds 1 januari 2011 zijn de tweezijdige algemene leveringsvoorwaarden erbij gekomen. Blijft over de discussie: ‘wat hebben we over voor de ouderenzorg’ als politiek agendapunt voor 2011.
Vernieuwing De vernieuwingsvisie die ActiZ begin 2010 presenteerde, gaf input voor
Efficiënt en doelmatig zorg inzetten, is niet voldoende. We moeten ook investeren in kwaliteit: in opleiding en begeleiding van zorgprofessionals, in technologische toepassingen en goede werkprocessen. Voorbeelden van vernieuwing in de zorg vindt u terug in deze jaarkrant. Het regeerakkoord sluit deels aan bij onze vernieuwingsplannen. Vrijheid en vertrouwen zijn kernwoorden die het kabinet gebruikt, en die ook ik de zorg
Scheiden wonen en zorg
18
Afschaffen verzorgingshuizen: “laten we niet een groep mensen in de kou staan?” Lees meer op pagina 10
toewens. Vrijheid om te ondernemen, vrijheid voor de zorgprofessionals om hun capaciteiten ten volle te gebruiken en het vertrouwen dat zorgorganisaties en zorgprofessionals zich optimaal inzetten voor de cliënt.
Lees meer op pagina 12
Twee bestuurders bespreken het concept verzorgingshuis.
Jeugd en gezin
Samenwerking in kraamzorg en jeugdgezondheidszorg •V erbeteren geboortezorg samen met verloskundigen • L eren over CJG’s met GGD Nederland, MO-groep en VNG Lees meer op pagina 20-21
2
Actiz.2010
Visie op langdurige zorg
JAARKRANT
De vernieuwingsvisie in het kort
G ZORAAG VR
Transitie: naar meer regie voor de cliënt Het moet anders in de langdurige zorg, daarover is iedereen het eens. ActiZ en haar leden zetten zich in voor vernieuwing en verandering.
Verdere bezuinigingen zullen leiden tot verschraling en versobering van de zorg. Tegelijkertijd groeit de vraag naar zorg door de vergrijzing, verandert de zorgvraag en ontstaat een tekort op de arbeidsmarkt. Cliënten willen langer thuis blijven wonen en als zij in zorg komen, hebben ze vaak complexere zorgvragen. Kortom, vernieuwing in de zorg is nodig: traditionele, aanbodgestuurde zorg moet plaats maken voor vraaggestuurde zorg, waarbij de cliënt meer regie en eigen verantwoordelijkheid heeft, en zorgaanbieders inzetten op arbeidsbesparende maatregelen en innovaties in de zorg. Het jaar 2010 stond in het teken van verandering. Het begon met de heroverwegingscommissies die de toenmalige regering eind 2009 had ingesteld: zij moesten zoeken naar bezuinigingen. Ook voor de langdurige zorg was een commissie ingesteld. Voor ActiZ was dat aanleiding om een eigen, onafhankelijke commissie aan te stellen, die nieuwe wegen voor een toekomstbestendige langdurige zorg onderzocht. Want dat er niet meer geld bij zou komen voor de zorg, leek toen een uitgemaakte zaak. De door ActiZ ingestelde commissie nam niet bezuinigingen als uitgangspunt, maar de transitiebeweging in de zorg die al ingezet was. Het resultaat is vastgelegd in een visiedocument voor de langdurige zorg: ‘Naar autonomie, verbondenheid en
een gezond leven.’ Dit is nu de leidraad van ActiZ in de komende jaren.
Innovaties ActiZ directeur Aad Koster licht toe: “De vraag aan de commissie kwam niet uit de lucht vallen en het resultaat viel in vruchtbare en voorbewerkte bodem. ActiZ was intensief betrokken bij het transitieprogramma langdurige zorg (TPLZ), met mensen en middelen, en veel deelnemers aan het programma zijn leden van ActiZ. in 2008 hebben we de raad voor Sociale innovatie geïnstalleerd om vernieuwingen in de werksfeer te stimuleren. En het Aedes-ActiZ kenniscentrum is al jaren bezig met innovaties en ondersteunt veel experimenten en pilots.”
en er zijn veel projecten en experimenten waarin cliënten en zorgprofessionals samen werken aan manieren om het welbevinden van de cliënten te verhogen.” “ActiZ ziet het als haar taak om kennis over deze innovaties te verspreiden en contacten te faciliteren,” vervolgt Koster. Dat doet ze via diverse leernetwerken voor onder andere Zorg op afstand, interculturalisatie en virtual learning communities (VLC’s). in 2010 is ActiZ gestart met een eigen transitieprogramma om kennis en ervaring binnen en buiten de organisatie te verbinden. Onderdeel daarvan zijn zogenoemde toekomstateliers, waarin de koplopers op innovatiegebied uit de zorg en andere sectoren hun ervaringen uitwisselen.
geeft aan dat het resultaat van de zorg en dienstverlening het uitgangspunt zou moeten zijn voor de bekostiging.” Daarnaast vindt ActiZ dat het principe van regie bij de cliënt pas echt werkt, als hij ook zeggenschap krijgt over zijn budget. in 2010 zijn belangrijke stappen
‘Als de zorgverleners zich richten op zelfredzaamheid, is het niet houdbaar om te financieren op uren geleverde zorg’ – Aad Koster, ActiZ
‘We willen meer oplossingen samen met het veld ontwikkelen’ – Eitel Homan, NZa ActiZ en haar leden hebben het visiedocument omarmd en geïncorporeerd in hun eigen beleid. in de toekomstvisie staat de eigen regie en zelfredzaamheid van de cliënt centraal, met ondersteuning van zorgprofessionals en zorgorganisaties. “Om dat voor elkaar te krijgen, moeten de leden van ActiZ fors aan de slag,” stelt Koster. Veel organisaties zijn al bezig, onder andere binnen het TPLZ. “Zij veranderen werkwijzen en processen
Randvoorwaarden Niet alleen processen en werkwijzen moeten veranderen, maar ook de financiering. ActiZ lobbyt in Den Haag om optimale randvoorwaarden te creëren. “Als een cliënt langer zelfstandig blijft en de zorgverleners zich richten op zelfredzaamheid, is het niet houdbaar om te financieren op uren geleverde zorg,” stelt Koster. “Wat dat betreft hebben we het tij mee, want ook het regeerakkoord
gezet in die richting middels de voorbereiding van een voucher experiment. Het principe hierachter is dat de cliënt een voucher krijgt op basis van zijn zorgindicatie, die hij bij de zorgaanbieder van zijn keuze kan inwisselen. Op pagina 14 staat hierover meer. Ook dit is onderdeel van de transitiebeweging. Om de overheid mee te krijgen, is het belangrijk dat de branche laat zien wat zij doet en wat de zorgondernemers nodig
Grotere regie en eigen verantwoordelijkheid voor de cliënt, zelf- en samenredzaamheid vormen de kern van de visie. Het sociale netwerk van de cliënten speelt een grote rol: wat kan hij zelf en samen met zijn familie of mantelzorgers? De zorgprofessionals ondersteunen hen. De relatie tussen cliënt en zorgprofessional is de spil van de zorg: daar wordt ook de kwaliteit van zorg bepaald. De zorgverlener moet voldoende vrijheid en beslissingsbevoegdheid hebben om de cliënt optimaal te ondersteunen. Om deze visie vorm te geven, moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. De zorgorganisaties zelf moeten bijdragen door training en scholing te geven en professionals te ondersteunen bij hun werk. Passende financiering is nodig, bijvoorbeeld door cliëntvolgende bekostiging, zodat de cliënt maximale keuze van zorgaanbieder heeft. Meer hierover in het katern bekostiging. Daarnaast spelen stelselwijzigingen een rol, zoals het scheiden van wonen en zorg (zie katern wonen en zorg) en de overheveling van taken uit de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet.
hebben om te innoveren. “ActiZ zoekt de koplopers op het gebied van transitie op en inventariseert de mogelijkheden en uitdagingen. We bespreken met andere partijen hoe we belemmeringen uit de weg kunnen ruimen. Daarnaast sluiten we coalities met andere partijen om oplossingen te zoeken voor belemmeringen en om onze leden te laten zien dat de branche er niet alleen voor staat.”
Draagvlak “Met de beroepsgroepen kijken we wat zij nodig hebben voor de ondersteuning van zelfredzaamheid van cliënten en het gebruik van nieuwe technologieën. Met ouderen en cliëntenorganisaties bespreken we hoe we kunnen voldoen aan de behoeften van de cliënten en wat zij zelf kunnen doen. De verzekeraars zijn een belangrijke partner als het gaat om investeringen in de zorg en ruimte voor verandering.” Draagvlak voor de toekomstvisie van ActiZ is er steeds meer: in juli 2010 sloot ActiZ aan bij zeven cliënten- en ouderenorganisaties die een vergelijkbare visie hebben op de ouderenzorg: meer eigen regie voor de cliënt. Daarnaast overlegt ActiZ met het Landelijk overleg Cliëntenraden (LOC) en Zorgverzekeraars Nederland over plannen voor de toekomst van de langdurige zorg. Het doel: zelfredzaamheid en eigen regie van de cliënt in de langdurige zorg, wordt breed gedeeld. Over de weg daar naar toe zijn nog wel verschillen te overbruggen. PFS Vernieuwingsprojecten en programma’s worden ontwikkeld en uitgevoerd op velerlei gebied. Door de krant heen staan voorbeelden hiervan.
Actiz.2010
3
JAARKRANT
ActiZ vroeg aan vijf stakeholders hoe zij innovatievoorbeelden aankijken tegen de toekomstvisie van De leden van ActiZ zitten ondertussen niet stil. Velen voeren pilots, projecten en programma’s uit om de zorg effectiever en efficiënter te maken, beter te organiseren en te vernieuwen. Hieronder en door de hele krant ActiZ en de toekomst van de langdurige heen staan voorbeelden van deze vernieuwingen. zorg in het algemeen. Zorggemeenschappen van de Veranderend leiderschap: Ondernemerschap: Zelforganisatie
Iris van Bennekom, tot 1 maart 2011 directeur langdurige zorg VWS “De zorg wordt anders. Voor de intensieve zorgfase, de laatste drie levensjaren, hebben de zorgprofessionals wel een antwoord: die zorg is niet anders dan de zorg die nu wordt geleverd in de verpleeghuizen. Maar de fase daarvoor, daarin worden nieuwe eisen gesteld aan de zorgorganisaties. Dat is een moeilijk proces. Enerzijds is er weerstand tegen andere vormen van zorgverlening en angst voor verandering. Anderzijds zijn zorgorganisaties nu vooral bezig met de vraag: hoe houd ik mijn organisatie overeind? Zij zijn op zoek naar hun bestaansrecht in een nieuwe context. Daar ligt mijns inziens de rol voor ActiZ: om de angst te bezweren en organisaties te ondersteunen bij de veranderingen. ik zou graag een transformatieagenda van ActiZ haar toekomstvisie zien: hoe neemt ze haar leden mee? Je moet dat proces zelf ter hand nemen, anders overkomt het je. Het is de taak van ActiZ om te ondersteunen, te inventariseren wat nodig is en aangeven hoe de branche kan omgaan met de veranderingen. VWS heeft dan de rol om deze signalen om te zetten in beleid. Het programma in voor zorg is succesvol en biedt veel kennis en informatie. Het is nu aan het veld om die veranderingen door te zetten.”
Eitel Homan, bestuurder Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) “De NZa kijkt iets anders aan tegen de visie op regie en eigen verantwoordelijkheid van de cliënt dan ActiZ. Het is nog zoeken naar de juiste prijsprikkel voor de veranderingen. Want de branche wil een goede kwaliteit leveren voor een goede prijs; wij willen goede kwaliteit voor een scherpe prijs. Daar zit wel een klein, maar belangrijk verschil. Wij zien ook een zwaardere rol voor zorgverzekeraars. We hebben elkaar nodig voor bijvoorbeeld arbeidsbesparende innovaties in de zorg. Er zijn nog manco’s in de reguliere bekostiging voor innovaties en die moeten we repareren. Bij extramurale zorg worden alleen de uren achter de voordeur vergoed. Voor een programma als Zorg op afstand is dat lastig, want hoe breng je dan de tijd in rekening? We willen meer oplossingen samen met het veld ontwikkelen, het veld kan meedenken over prestatiebeschrijving en tarieven. ik ben er een voorstander van om de nieuwe visie uit te proberen in experimenten, zoals de weekregistratie van rivas, en als dat goed gaat, ze geleidelijk uit te werken. Bij de opschaling van experimenten moet de overheid randvoorwaarden scheppen, daar neemt de NZa haar rol. Maar het veld moet het doen.”
Wim van Minnen, directeur CSO, koepel van ouderenorganisaties “De ActiZ visie is een gedeelde visie met de CSO. Het is mooi dat ActiZ constructief met de ouderen- en cliëntenorganisaties optrekt. Maar nu is het zaak voor ActiZ om meer leden harder te laten bewegen. Over een jaar of tien krijgen we een verschuiving in oudereninstroom, met andere wensen en eisen en een andere levensstijl en een ander leven dan de huidige 85+ers. Het ‘eigen regie’-verhaal loopt daarop vooruit. De rol van inkopende zorgkantoren moet kleiner worden. De bulkinkopen van de ouderenzorg door zorgkantoren werken averechts. Doordat hij productieafspraken heeft, kan een aanbieder in de verleiding komen om achterover te gaan leunen – hij hoeft niets meer te doen om klanten binnen te halen. Maar als er ruimte komt voor een directe relatie cliënt-aanbieder, moet de aanbieder harder werken. De CSO kan bijdragen door ouderen assertiever te maken. Cliënten moeten slechte zorg- en dienstverlening niet pikken, zodat zorgaanbieders druk ervaren. Mijn advies aan ActiZ, maar ook aan cliënten is: laten we niet teveel naar Den Haag blijven kijken. We moeten het samen organiseren; buiten de regels stappen, lef hebben. De regels passen zich ook wel aan aan de nieuwe situatie. We moeten durven met elkaar.”
Atie Schipaanboord, directeur Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) “Een toekomstbestendige zorg betekent dat zorgorganisaties een goed niveau van professionals in huis moeten hebben, met opleidingsmogelijkheden en medezeggenschap. De professional moet een zekere professionele autonomie hebben richting patiënt, het vak moet tot zijn recht kunnen komen. ActiZ en haar leden hebben de rol om die ontwikkeling te steunen. De beroepsontwikkeling verandert. De zorg wordt ingewikkelder, de vraagstukken complexer, cliënten worden mondiger en de combinatie zorg-wonen-welzijn vraagt
zorgcombinatie Nieuwe Maas
vraaggericht
De zorggemeenschappen in de zorgcombinatie Nieuwe Maas zijn geënt op de oorspronkelijke Zonnehuizen uit 1920, waar particulieren gezamenlijk voor hun ouderen zorgden. Mark Janssen, voorzitter van de raad van Bestuur wil het uitgangspunt in een modern jasje gieten: “We bieden zorg met ziel en zakelijkheid. Medewerkers bespreken met de cliënt en zijn familie hoeveel uur er beschikbaar is en beslissen dan samen hoe de zorg eruit kan zien. Soms willen kinderen hun moeder helpen bij het in bad doen als de professional de overdracht doet. De professional kan tijdens het badderen wat anders doen en de cliënt kan vaker in bad.” Met vrijwilligers bespreken de medewerkers de behoeften van cliënten en zij bedenken samen welke rol zij daarin kunnen vervullen. Zorgcombinatie Nieuwe Maas gebruikt een procesmatige aanpak. Volgens Janssen leidt dat tot echte gemeenschapszin. iedere afdeling of groep vormt een werkgroep met leidinggevenden, zorgmedewerkers, familieleden en vrijwilligers. Zij bepalen een gezamenlijke aanpak voor die afdeling. Dat betekent dat het er op iedere afdeling anders aan toe kan gaan. “We willen niet teveel randvoorwaarden stellen. De mensen moeten het zelf ontdekken en dan gaat de rest ook vanzelf,” zegt Janssen.
“De toekomstige cliënt zal geen genoegen meer nemen met het vaste zorgaanbod. We kunnen niet gewoon ‘bruinbrood, witbrood en melk’ blijven leveren, terwijl de vraag van de cliënt verandert,” stelt bestuurder Albert Arp van beweging 3.0. Zorgorganisaties zijn gewend om zorg te bieden die zij nodig vinden en zoals is vastgelegd in regelgeving en normen. Het vraagt een omslag om te vragen wat de cliënt wil, en daar de zorg op af te stemmen. Beweging 3.0 gaat die omslag aan door de introductie van ondernemend leiderschap. “We investeren in het trainen van leidinggevenden en medewerkers. Gastvrijheid is daarin een belangrijk aspect. Hoe ontvang je nieuwe cliënten hoe achterhaal je wat ze graag willen en wat ze gewend zijn? Leidinggevenden leren hoe ze medewerkers kunnen inspireren en hoe ze zorg anders kunnen organiseren,” legt Arp uit. Bijvoorbeeld als cliënten op verschillende tijden warm willen eten, dan kun je de maaltijden beter aanbieden in een restaurant.
Careyn Zuwe Aveant vult ondernemerschap breed in. Naast de publiek gefinancierde zorg, heeft Careyn commerciële bedrijven opgericht om te kunnen investeren in zorgvernieuwing. Zo zijn er bedrijven opgericht voor iCT en domotica, administratie, personeel en hulpmiddelen. “De zorg laat veel geld weglekken naar het bedrijfsleven,” zegt bestuurder Ton Overbeek. “Je kunt als zorgaanbieder de winst op bijvoorbeeld een rolstoel ook zelf pakken. Dat is wat wij doen.” De winst van de commerciële activiteiten steekt Careyn volledig in zorginnovatie. “Met eigen geld kun je consistenter vernieuwen, je bent niet meer afhankelijk van projectmiddelen die per definitie onzeker zijn.” Volgens Overbeek is vernieuwing leuk voor organisatie en medewerkers. Maar “vernieuwen doe je niet binnen een jaar, het kost tijd en energie om medewerkers mee te nemen. Toch is hierdoor wel meer dynamiek ontstaan.” ‘Zelforganisatie’ is ook hier de succesformule. Bij Careyn mogen steeds meer medewerkers hun werk in wijkteams zelf organiseren. “Dan komt de motivatie vanzelf. Als management moet je vooral belemmeringen weghalen en minder institutioneel gaan denken, dan kunnen medewerkers en cliënten heel veel zelf.”
Deze voorbeelden komen uit ‘Op weg van denken naar doen. Veranderingen en innovaties in de praktijk van verpleging en verzorging en zorg thuis’, een uitgave van ActiZ, NPCF en STOOM, 2011.
andere competenties van de professional. De lat komt hoger te liggen. V&VN bespreekt samen met de beroepsgroep wat de veranderingen in de zorg betekenen voor de inhoud van het vak, de competenties en taken. Uiteindelijk zullen hier nieuwe beroepsprofielen uit voort komen. in dit proces komen we spanningsvelden tegen, bijvoorbeeld tussen de standaardisatie van zorg en autonomie van de professional. Of: hoe ga je om met iCT-toepassingen zonder de menselijke maat te verliezen, waar zit de balans tussen zorg op afstand en contact met de cliënt? En: wanneer ben je pro-actief met preventie bezig en wanneer ben je bezig met bemoeizorg achter de voordeur en is dat erg? Dit vraagt meer samenwerkings- en communicatievaardigheden van de professional en tussen professionals. Een multidisciplinaire aanpak is nodig. Daar ligt ook een taak voor ActiZ en haar leden: om een goed niveau van deskundigheid binnen de instellingen te halen, teamwerk te bevorderen en versnippering van taken tegen te gaan.”
Pieter Hasekamp, algemeen directeur Zorgverzekeraars Nederland (ZN) “De toekomstvisie van ActiZ is een goed initiatief en over een aantal punten zijn ZN en ActiZ het eens. Zo willen we ruimte vinden in de bekostiging om te belonen naar prestaties, dus betalen voor het leveren van kwaliteit, waarbij kwaliteit staat voor kwaliteit van leven en zelfredzaamheid. We willen af van het uurtje factuurtje principe. Hoe, dat is nog de vraag. We kijken nu samen naar kwaliteit van zorg, transparantie en cliënttevredenheid en welke stappen we kunnen zetten naar de prestatiebeloning. ActiZ heeft daarin een belangrijke rol. ZN en ActiZ verschillen van mening over de uitwerking van de vorm van de financiering. Waar ActiZ de financiering door de cliënt als hoofdlijn ziet, hebben wij voorkeur voor de inkoop van langdurige zorg door zorgverzekeraars. Voor een kleinere groep cliënten zal het persoonsgebonden budget (PGB) een goede oplossing zijn, als zij in staat zijn om zelf te kiezen. Dat neemt niet weg dat we beiden af willen van de zorgkantoren. Onderbrengen van de AWBZ zorg bij verzekeraars betekent ook een betere aansluiting tussen langdurige zorg en Zvw en dat is gunstig voor de cliënt.”
4
Actiz.2010
Politiek
JAARKRANT
Verkiezingsjaar 2010
vervolg van katern Visie op langdurige zorg
Nieuwe mogelijkheden voor VVT De val van het kabinet en de verkiezingen betekenen onrust voor de branche, maar creëren ook mogelijkheden. ActiZ presenteert haar visie bij de politieke partijen, ook in combinatie met andere organisaties. Het regeerakkoord belooft extra geld voor de langdurige zorg.
Branche innovatie Contract TNO en ActiZ bundelen hun krachten voor een tweejarig programma voor kleine en middelgrote zorgorganisaties waarin het delen, verbinden en samenvoegen van kennis centraal staat. Op 15 december sloten beide organisaties een Branche innovatie Contract. Het Branche innovatie Contract heeft tot doel om innovaties in het ondernemerschap te stimuleren. Leden van ActiZ delen kennis met elkaar en met TNO. Dat doen zij in verschillende werkvormen en middels een online community. Deze laatste zal op termijn ook breder toegankelijk zijn voor andere leden van ActiZ. Het BiC sluit aan bij de toekomstvisie van ActiZ en haar transitieprogramma. Leden van ActiZ kunnen deelnemen aan twee van de vijf kennismodules in het programma: 1. Zorg op afstand en health 2.0 2. Personalisering van verzekeringsinformatie 3. Sociale innovatie 4. innovatie- en transitiemanagement 5. Preventie, voegsignalering en gezondheidsbevordering
Transitieprogramma Langdurige Zorg Het Transitieprogramma Langdurige Zorg, een subsidieprogramma van het ministerie VWS, is begin 2011, na vier jaar, officieel geëindigd. ActiZ was nauw betrokken bij het programma, middels het programmateam en de adviesgroep innovatie en investeerde in de uitwisseling van kennis en ervaringen. Deelnemende organisaties kwamen voor een groot deel uit de sector van verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg. Bekende voorbeelden uit het programma zijn Buurtzorg en Zorg op afstand. Andere initiatieven verbinden zorg en welzijn. ActiZ blijft de initiatieven van haar leden ondersteunen, vanaf 2011 onder de vlag van haar eigen transitieprogramma, dat al in 2010 gestart is.
Verkiezingsjaar 2010: de val van het kabinet Balkenende iV maakt dat er niet alleen gemeenteraadsverkiezingen zijn, maar ook Tweede Kamerverkiezingen. De uitkomsten van de 19 ambtelijke werkgroepen die bezuinigingsscenario’s voor verschillende sectoren zouden uitwerken, komen daardoor in een veel politieker daglicht te staan. De ambtelijke scenario’s spelen een belangrijke rol, deels in verschillende partijprogramma’s en, belangrijker, bij de concrete keuzes van de partijen die deelnemen aan de regeringsformatie.
Vernieuwingsvisie Als alternatief voor de scenario’s van de werkgroep voor de zorg, presenteert ActiZ haar vernieuwingsvisie ‘Naar autonomie, verbondenheid en een gezond leven’. Deze visie is de basis voor beleidsbeïnvloeding in de verkiezingsperiode en tijdens de kabinetsformatie. De formatie geeft ruimte voor het aandragen van concrete voorstellen en visies uit het maatschappelijk middenveld. ActiZ gebruikt deze ruimte op twee manieren. in een bredere coalitie met patiënten- en cliëntenorganisaties en vanuit de werkgeverskant, samen met VNO-NCW en MKB-Nederland levert zij ideeën voor houdbare langdurige zorg. Dat is van cruciaal belang, want het regeerakkoord is een belangrijk moment voor de toekomstige regeringspartijen om duidelijke te keuzes maken, ook over de langdurige zorg.
Regeerakkoord Op 1 oktober wordt het regeerakkoord gepresenteerd. in eerste instantie reageert ActiZ voorzichtig positief op de plannen van het nieuwe kabinet. Tegen de verwachting in, wordt de sector langdurige zorg als enige sector ontzien bij de forse bezuinigingen van het kabinet. Sterker nog, er is voor deze sector extra geld gereserveerd, rond 860 miljoen euro structureel. Over de wet- en regelgeving is ActiZ kritisch. Het voornemen van het kabinet om administratieve lasten flink aan te pakken, juicht ActiZ toe, maar zij wil ‘eerst zien, dan geloven’. De richting van meer regie voor de cliënt,
zoals beschreven in de visie van ActiZ, lijkt ondersteund te worden door het nieuwe kabinet. Maar over de invulling van hoe die regie gestalte krijgt, zullen nog veel discussies volgen. Veel van de aangekondigde maatregelen zijn in het regeerakkoord nog algemeen geformuleerd. Dit biedt kansen voor ActiZ om te proberen de wet- en regelgeving zodanig te beïnvloeden dat het voor de leden van ActiZ gunstig uitpakt. Daar begint ActiZ al direct mee na aantreding van het kabinet. De aangekondigde maatregel om 30-plussers in het MBO voortaan zelf voor hun opleiding te laten betalen, krijgt kritiek van diverse
partijen. ActiZ voert met verschillende partners, waaronder de MBO-raad en VNO-NCW, een actieve lobby tot premier rutte aan toe, om deze voor de VVT, jeugdgezondheidszorg en kraamzorg zeer ongunstige maatregel van tafel te krijgen. ED/ PFS
‘Hoofdpijndossiers’ liggen stil In de zomer 2010 schrijft ActiZ ‘overdrachtsdossiers voor nieuwe woordvoerders van de politieke partijen en Kamerleden’. Hierin worden de belangrijkste knelpunten in de verpleegen verzorgingshuiszorg en thuiszorg (VVT), jeugdgezondheids- en kraamzorg beschreven. De Kamerleden kunnen niet direct aan de slag met alle dossiers; door de val van het kabinet zijn de meeste wetgevingstrajecten in de Tweede Kamer
immers stil komen te liggen. Veel zaken op het terrein van gezondheidszorg zijn in het voorjaar controversieel verklaard. Dat heeft na- en voordelen. Stilstand op bijvoorbeeld het kapitaallastendossier laat de onduidelijkheid over de toekomstige financiering van zorgvastgoed voortduren Aan de andere kant blijkt het voortduren van de oude financieringswijze voor ActiZ leden niet per se ongunstig uit te werken.
Een ander voorbeeld is de Wet Cliëntenrechten zorg. ActiZ en de collega-branches, verzameld in Branchebelang organisaties Zorg (BOZ) zijn niet gelukkig met een aantal onderdelen van deze nieuwe wet. Dit wetsontwerp is door het vorige kabinet ongewijzigd naar de Tweede Kamer gestuurd, ondanks een vernietigend oordeel van de Raad van State. Omdat het wetsontwerp controversieel is verklaard, kwam de
besluitvorming hierover stil te liggen. Nu VWS ook bezig is met de zorginstellingen beginselenwet, liggen de kaarten weer anders. ActiZ meent dat de cliënten en de branche het best gediend zijn met een integratie van beide wetten, waarbij ook het bestaande besluit Zorgaanspraken AWBZ wordt ingepast. ED
ActiZ.2010
Benchmark in de zorg
JAARKRANT
5
Agnes Wolbert (PvdA) over de ActiZ benchmark 2010
“Tevreden medewerkers leveren betere kwaliteit” Het is goed dat zorginstellingen zich via een benchmark-onderzoek kwetsbaar en open opstellen, vindt Kamerlid Agnes Wolbert. Volgens haar stimuleert onderlinge vergelijking de middengroep om op te schuiven naar het niveau van ‘excellente organisaties’.
“Managers hebben soms de neiging vooral naar de prestaties van hun organisatie ten opzichte van vorig jaar te kijken. Als het beter gaat, zijn ze tevreden. Maar je ziet pas echt hoe de organisatie presteert als je de resultaten afzet tegen die van collega’s. Wie zich meet aan de koplopers in de sector, wordt geprikkeld om het nog beter te gaan doen.” Voor Agnes Wolbert, Tweede Kamerlid voor de PvdA, is het duidelijk: een benchmark is een mooi instrument om kwaliteit te verbeteren.
Benchmark 2010 geeft zicht op verbeteringen en knelpunten
“Je moet het debat over zorg met feiten kunnen voeren”
Ze vindt het cruciaal dat de ActiZ benchmark in de VVT-sector ook de medewerkerstevredenheid in beeld brengt. “Natuurlijk zeggen metingen bij klanten veel over je prestaties. Maar het is misschien nog wel belangrijker dat de medewerkers aantoonbaar tevreden zijn. Als ze hun werk graag doen, leveren ze vanzelf ook meer kwaliteit.”
‘Veranderingsprocessen krijg je niet op een achternamiddag rond’ Signaal Na het Benchmark-congres van ActiZ in oktober 2010 sprak Wolberts collega Eelke van der Veen. Hij stelde dat de politiek te vaak vooral op incidenten reageert. Wolbert herkent het beeld, maar volgens haar is dit niet het grootste probleem. “Het beeld van een sector wordt uiteindelijk vooral bepaald door de prestaties van de grootste gemene deler. Willen we echt wat bereiken, dan moeten we de groep die gewoon gemiddeld presteert verder laten opschuiven naar boven.” Wolbert leest in de ActiZ benchmark dat medewerkerstevredenheid soms lijdt onder de grote structuurveranderingen in de zorg. “Met zo’n signaal moeten wij in de politiek iets doen. In Den Haag heerst soms het beeld dat een vernieuwing rond is met een besluit over een bepaalde structuurwijziging. Maar veranderingsprocessen krijg je niet op een achternamiddag rond. De politiek zou zich beter moeten realiseren dat innovatie echt ruimte nodig heeft.” MvB
Op 1 oktober 2010 presenteerden PricewaterhouseCoopers en ActiZ het benchmark-rapport ‘Transitie naar toekomstbestendige zorg’. De VVT-sector heeft weer belangrijke stappen vooruit gezet, zo valt daar uit op te maken. Koen van Haaren, directeur van Ananz, onderstreept het belang van de benchmark.
Meer regie voor de cliënt én ruimte voor de professional om de cliënt te ondersteunen. Dat is in een notendop de transitie waar de ActiZ-leden mee bezig zijn. Uit de ActiZ benchmark 2010 blijkt dat zowel cliënten als medewerkers deze ontwikkeling waarderen. Voor Koen van Haaren, directeur van Ananz, onderdeel van de St. Anna Zorggroep, is het een herkenbaar resultaat. Maar hij ziet ook de nodige uitdagingen voor zijn organisatie. Vooral als het gaat om het ondersteunen van medewerkers naar meer vraaggerichte zorg. “Uit de benchmark blijkt dat managers vaak in een spagaat zitten. Dat beeld herken ik. Je moet zorgen voor goede bedrijfsresultaten, maar ik zie ook dat medewerkers zich soms overladen voelen en moeite hebben om met alle veranderingen om te gaan.” Volgens Van Haaren leveren de bouwstenen van de benchmark hem belangrijke informatie waar hij vooral op moet letten. En op brancheniveau geeft een benchmarkanalyse zicht op de knelpunten, waar de sector vervolgens specifiek beleid op kan zetten om zorgondernemers te ondersteunen. Volgens Van Haaren is het belangrijk om
de ‘rode draad’ te schetsen door de hele branche. Als het in media of politiek over de zorg gaat, is het volgens hem nu veel te vaak ‘n=1’ wat de klok slaat. “Incidentenpolitiek doet geen recht aan wat er werkelijk speelt in onze sector. Uit de benchmark blijkt bijvoorbeeld dat de neiging van medewerkers om de zorg te verlaten, aanzienlijk lager is dan in de media soms wordt beweerd.”
Uitdaging Van Haaren deelt de opvatting van ActiZ dat de investeringsruimte voor zorgvernieuwing beperkt is. “De benchmark laat zien dat de sector veel zal moeten investeren in automatisering. Ook voor ons speelt die vraag. Hoe kan ik met goede ict-toepassingen mijn medewerkers ondersteunen? Zeker als je nieuwe gebouwen neerzet, is het een hele uitdaging om de automatisering goed rond te krijgen. Ananz is het gelukt om ook Europese zorgvernieuwingsgelden binnen te halen. Maar daarmee ben je er niet. Het is goed dat ActiZ met de benchmark kan aangeven voor welke uitdagingen zorgondernemers op dit vlak staan.” MvB
Benchmark in de zorg 2010 In het voorjaar van 2010 startte ActiZ samen met PwC een nieuw benchmarktraject. In oktober werd de eerste ronde afgesloten met een congres met een presentatie van de resultaten. Deze tonen aan dat de sector belangrijke stappen vooruit heeft gezet. De waardering van cliënten en zorgprofessionals voor de zorg is gestegen. Ook zijn de medewerkers positiever over hun werk. De VVT-sector is er verder in geslaagd om haar financiële positie iets te verbeteren. Aan de benchmark 2010 namen ruim 100 leden van ActiZ deel. Voor het onderdeel cliënten is gebruik gemaakt van de gegevens van de landelijke CQ-metingen. Bijna 52.000 medewerkers vulden de vragenlijst van de Medewerkermonitor in. De algemene medewerkertevredenheid steeg significant van 6.8 naar 7.2.
Mythes De benchmark laat zien dat thuiszorgcliënten die zorg niet als beter ervaren wanneer zij meer uren zorg krijgen. De kwaliteit van zorg gaat om de mate waarin cliënten ervaren dat de zorg aansluit bij de werkelijke behoeften en niet om het aantal uren. Ook prikt de benchmark de mythe door dat grote zorgorganisaties per definitie slecht presenteren: bij de best presterende organisaties in de benchmark zitten twee grote organisaties. Overhead is laag bij grote organisaties en zij hebben meer middelen voor de zorgverlening. Meer leest u in het benchmarkrapport ‘Transitie naar toekomstbestendige zorg.’ PFS
6
ActiZ.2010
Samenwerking en ketenzorg
JAARKRANT
Complianceprogramma mededinging De leden van ActiZ stemden in met een branchebreed complianceprogramma voor de verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg en kraamzorg. Daartegenover vraagt ActiZ begeleiding en duidelijkheid over de regels van de NMa. Dit zogenoemde tweesporenbeleid zet ActiZ voort in 2011. Om meer duidelijkheid te krijgen over samenwerking binnen de mededingingsregels van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), heeft ActiZ met haar leden een complianceprogramma opgesteld. Dit houdt in dat zorgorganisaties de mededingingsregels toepassen en dit borgen in hun bedrijfsvoering,
bijvoorbeeld door dit te beleggen bij een speciaal aangewezen medewerker. Daarmee laat de branche zien dat zij de regels van de mededinging kennen en respecteren. Zo bouwen zij vertrouwen op en creëren draagvlak voor ondernemerschap in de zorg. Dat is één spoor.
Duidelijkheid Het tweede spoor is het verkrijgen van meer duidelijkheid en rechtszekerheid over de mededingingsregels, vooral over ketenzorg. Want dat blijft nodig. Zorgorganisaties willen meer begeleiding van de NMa en nieuwe regels in de vorm
van een groepsvrijstelling voor overeenkomsten voor ketensamenwerking. De NMa ziet vooral de risico’s en nadelen van samenwerking. Tegelijkertijd vragen zorginkopers zoals gemeenten en zorgverzekeraars dat zorgaanbieders samenwerken met andere zorgaanbieders in het kader van ketensamenwerking; ook als het een concurrent betreft. Een voorstel van ActiZ en NMa om via een collectieve alternatieve regeling een streep onder het verleden te zetten, kreeg onvoldoende steun van de leden. Deze regeling had tot doel om zaken uit het verleden versneld af te wikkelen en
tegelijk duidelijkheid te krijgen over mededinging in de zorg. De leden gaven aan bang te zijn dat het debat over mededingingswet- en regelgeving versus kwaliteit van zorg en het belang van de cliënt naar de achtergrond zou verdwijnen. Bovengenoemd tweede spoor moet volgens ActiZ dit debat actueel houden. PFS
Frieslab onderzocht marges mededingingswet Onduidelijkheid over de Mededingingswet remt samenwerking in de zorg, maar zorgaanbieders hebben meer ruimte dan ze nu benutten. Dat concludeert Frieslab in een recent rapport.
“In gesprekken met zorgaanbieders hoor ik steeds dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit, de NMa, hét knelpunt is voor zorgondernemers.” Sanja Bouman, auteur van het Frieslab-rapport ‘Keten of Kartel? Onderzoek naar het kartelverbod in ketenzorg’, constateert bij zorgondernemers “een zekere terughoudendheid” om de vernieuwing in samenwerking te zoeken. “De Mededingingswet is inderdaad ingewikkeld en onvoldoende
met enkele vormen van samenwerking.” Een voorbeeld: twee zorgaanbieders willen samen een integraal team in een wijk realiseren. Dit mag als de gemeente aanbesteedt, liefst samen met het zorgkantoor. Bouman: “De NMa noemt aanbesteding goed voor de concurrentie. Het creëert het concurrentiemoment vroeg in het proces.” Als samenwerking goed is voor de klant,
brengt wat het doel is, de beoogde resultaten en de verbetering die een samenwerking realiseert. “ActiZ heeft het instrument inmiddels overgenomen en werkt de monitor uit.”
Reactie ActiZ Aad Koster zegt in reactie op het rapport van Frieslab: “Dat onze leden de ruimte voor samenwerking niet optimaal
‘Je gaat niet graag experimenten met samenwerkingsafspraken als er een boete van 4 miljoen euro boven je hoofd hangt’ concreet, met ruimte voor verschillende interpretaties. Maar we stellen ook vast dat er meer kan zonder dat je in conflict hoeft te komen met de NMa.” Om de mogelijkheden in beeld te krijgen, legde Frieslab de NMa enkele casussen voor. Bouman: “Het was geen toetsing, maar een informeel gedachte-experiment
de concurrentie niet beperkt, efficiencywinst oplevert en bijdraagt aan innovatie, zal de NMa geen bezwaar hebben, zo stelt Bouman. Om aanbieders te helpen deze voorwaarden op papier te krijgen, heeft Frieslab een zogeheten mededingingsmonitor ontwikkeld. Het is een eenvoudige vragenlijst die in beeld
gebruiken, verbaast mij niet. Zij zijn bang gemaakt door de hoge boetes uit het verleden. Je gaat niet graag experimenten aan met samenwerkingsafspraken als er een boete van 4 miljoen euro boven je hoofd hangt. Daarom ben ik blij met het monitorinstrument van Frieslab.” MvB
TILEC onderzoekt concurrentie op thuiszorgmarkt
Stoppen of doorrijden bij oranje? Kiezen we voor concurrentie of voor samenhangende zorg? Volgens Eric van Damme is het geen kwestie van of-of. Hij deed onderzoek op het snijvlak van mededinging en samenwerking.
Met de marktwerking in de zorg deed concurrentie tussen zorgaanbieders haar intrede. Een geïntegreerd zorgaanbod vergt echter juist intensieve samenwerking tussen aanbieders. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) is alert op samenwerkingsafspraken die in haar
ogen de keuzevrijheid van de cliënt beperken. Veel zorgondernemers hebben het gevoel in een spagaat te zitten tussen ketensamenwerking en kartelvorming. In opdracht van ActiZ heeft het Tilburg Law and Economics Center (TILEC) onderzoek gedaan op het snijvlak van
mededinging en samenwerking in de thuiszorg. Het TILEC concludeert dat afspraken tussen aanbieders noodzakelijk kunnen zijn om goed op elkaar afgestemde zorg te leveren. Volgens directeur Eric van Damme, hoogleraar Algemene Economie aan de Tilburg University, staan concurrentie en integrale zorg niet per se haaks op elkaar. “Het gaat erom het zorgsysteem zo in te richten dat er een optimale prijs-kwaliteitverhouding ontstaat. Kwaliteit is dus het kernpunt. De NMa keurt samenwerkingsvormen daarom goed als ze aantoonbaar beter zijn voor de cliënt.” Van Damme realiseert zich dat hier meteen een probleem opdoemt. Want hoe toon je die meerwaarde nu onomstotelijk aan? Extra lastig, nu niet goed duidelijk is met welke meerwaarde de NMa genoegen neemt. Maar toch, het is aan de sector om aan te geven dat je verder gaat omdat de zorg dan beter wordt, aldus
Van Damme. “Uitgangspunt daarbij is wel de bestaande wetgeving. Als het licht oranje is, moet je besluiten of je stopt of juist gas geeft. Ik denk dat de NMa eerder zegt dat het licht al rood is,
aanname dat de zorg een sector is als alle andere en dat afspraken per se verdacht zijn. Dat is een verkeerde toonzetting. Het is een gegeven dat de zorgmarkt volgens andere principes
‘Concurrentie en integrale zorg staan niet per se haaks op elkaar’ terwijl zorgaanbieders vinden dat ze nog kunnen oversteken. Daar moet je over in gesprek.” Zou het toezicht van de NMa niet wat soepeler moeten? Volgens Van Damme is de NMa “minder dogmatisch” dan soms wordt gesteld. In hun documenten omschrijven ze – weliswaar “tamelijk abstract” – onder welke omstandigheden samenwerking wél kan. Tegelijk is Van Damme ook kritisch op de aanpak van de NMa: “De nieuwe NMa-richtsnoeren voor de zorg gaan nog steeds uit van de
werkt dan bijvoorbeeld de benzinemarkt. De richtsnoeren zouden daarom fundamenteel moeten worden herzien. Mijn boodschap: ga de dialoog aan over zinvolle samenwerking binnen de kaders van de wet.” MvB
ActiZ.2010
Cliënt en zorg
JAARKRANT
vervolg van katern Samenwerking en ketenzorg
Dementiezorg: een hordenloop Zorgaanbieders zijn in veel regio’s zeer actief geweest om samenhangende ketenzorg voor mensen met dementie en hun naasten op te zetten. Dat blijkt uit het in 2010 verschenen eindrapport van de eerste fase van het Programma Ketenzorg Dementie, dat door Deloitte is opgesteld. ActiZ neemt deel in het programma samen met het ministerie van VWS, AlzheimerNederland, VNG en ZN. Doel van het programma is om een integraal antwoord te bieden op de zorgvraag van mensen met dementie en hun omgeving. Er is voortgang geboekt, maar sommige knelpunten zijn nog niet opgelost. Zo is de contractering van ketenzorg dementie binnen de AWBZ licht gestegen in 2010. Helaas hebben zorgkantoren minder meerjarige afspraken gemaakt dan het jaar daarvoor en is minder compensatie geboden voor toegepaste kortingen op de maximumtarieven. De extra inspanningen voor ketenzorg worden daarmee steeds minder beloond. Structurele bekostiging van de ketenzorg is er nog niet. In afwachting daarvan heeft VWS via tijdelijke regelingen ‘tijdelijke continuïteit’ voor casemanagement gerealiseerd. Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van VWS heeft toegezegd dat casemanagement dementie in de Zorgverzekeringswet geregeld zal worden. ActiZ zet zich ervoor in dat dit een integrale functie wordt over de schotten van Wmo, AWBZ en Zorgverzekeringswet heen. In het tweede deel van het programma ligt het accent op verbreding: gemeenten en huisartsen worden actiever betrokken bij de dementieketen. ActiZ participeert in het opstellen van een integrale zorgstandaard voor dementiezorg, die helpt de kwaliteit en de bekostiging van goede dementiezorg verder te brengen.
7
Het belang van algemene zorgleveringsvoorwaarden In het kader van de versterking van de positie van de cliënt in de zorg zijn onder auspiciën van de SER door ActiZ, Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN), Consumentenbond, en cliëntenorganisaties LOC en NPCF tweezijdige algemene leveringsvoorwaarden gemaakt. Deze zijn in 2010 door alle partijen goedgekeurd.
uitbreiding naar het persoonsgebonden budget en het volledig pakket thuis. Ook wil ActiZ graag tweezijdige algemene leveringsvoorwaarden voor de Wmogefinancierde thuiszorg vaststellen.
De zorg was tot nu toe de grote afwezige Lidmaatschapseis De tweezijdige leveringsvoorwaarden zijn op 1 januari 2011 van kracht geworden. In 2010 zijn alle voorbereidingen getroffen. Na ondertekening van de leveringsvoorwaarden door alle partijen, hebben de leden van ActiZ zich voorbereid op de implementatie, onder andere door het verspreiden van ruim 500.000 boekjes met de leveringsvoorwaarden. Daarnaast is de geschillencommissie opgetuigd. De Consumentenbond is tevreden: “De zorg was tot nu toe de grote afwezige in de sectoren waarvoor we algemene leveringsvoorwaarden hebben opgesteld,” zegt algemeen directeur van de Consumentenbond
Naar de geschillencommissie stappen is makkelijker dan naar de rechter Bart Combée. “Wij vinden het daarom een groot succes dat de verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) als eerste zorgbranche nu tweezijdige leveringsvoorwaarden hebben. Dat is goed nieuws voor de cliënten.” ActiZ deelt de tevredenheid van de consumentenbond. “Met de leveringsvoorwaarden in combinatie met de governanceregeling en de kwaliteitsgegevens op Kiesbeter.nl geeft de branche aan dat zij in staat is tot zelfregulering,” stelt ActiZ directeur Aad Koster.
Rechten en plichten Voordelen zijn er voor zowel cliënten als zorgondernemers. Combée licht toe: “De tweezijdige leveringsvoorwaarden creëren duidelijkheid voor consumenten en ondernemers over de wederzijdse verwachtingen. Dat maakt de kansen op conflicten kleiner. En als er toch een conflict is, is het makkelijker om dit op te lossen want de partijen kunnen voor een bindende uitspraak bij de geschillencommissie terecht. Dat is makkelijker dan naar de rechter stappen.” De rechten en plichten van cliënten en zorgaanbieders staan beschreven in een evenwichtige relatie, vindt ActiZ. Belangrijke onderdelen van de voorwaarden zijn onder andere: wie is verantwoordelijk voor de zorg van de cliënt, wie kan hij aanspreken, wat zijn de plichten van de cliënt en het verpleegof verzorgingshuis of de thuiszorg? Met de leveringsvoorwaarden weten cliënten en zorgaanbieders wat ze aan elkaar hebben en waar ze elkaar aan kunnen houden. Voor de kraamzorg zijn tweezijdige leveringsvoorwaarden in voorbereiding. Naar verwachting worden deze in het voorjaar van 2011 goedgekeurd door zorgaanbieders en zullen ze per 1 januari 2012 van kracht worden. Daarnaast staan de leveringsvoorwaarden voor de VVT sector model voor
De tweezijdige algemene leveringsvoorwaarden zijn een lidmaatschapseis voor zowel ActiZ als BTN. Combée complimenteert de brancheorganisaties daarmee: “Dat maakt de voorwaarden extra krachtig. Ook is het mooi dat de zorgkantoren de onderschrijving van de algemene tweezijdige leveringsvoorwaarden als voorwaarde voor zorginkoop hebben gesteld,” besluit hij. “Daarmee is duidelijk dat dit geen gebakken lucht is.” PFS
8
ActiZ.2010
Cliënt en zorg
JAARKRANT
ActiZ geeft kleur aan de zorg Het programma ‘ActiZ geeft kleur aan de zorg’ liep af in 2010. In het laatste jaar van dit tweejarig programma is verdere voortgang geboekt op diverse onderdelen van het interculturalisatieprogramma. De ambassadeursleernetwerken, waar bestuurders en zorgprofessionals ervaringen uitwisselden over cultuursensitief beleid waren succesvol. Een nieuwe website actizkleurrijkezorg.nl is gelanceerd en na onderzoek is een aanvulling op het zorgleefplan gemaakt.
Kleur in cliëntenraden Eigen gewoontes belangrijk voor oudere migrant Onderdeel van het programma ActiZ geeft kleur aan de zorg is ook
het betrekken van cliënten met een andere culturele achtergrond in
cliëntenraden. Dat gaat niet vanzelf. Landelijk Overleg Cliëntenraden
Migranten die gebruik maken van ouderenzorg hechten sterk aan het
(LOC) en ActiZ ontwikkelden daarom het project ‘interculturalisatie
leven zoals ze dat gewend zijn. In dat opzicht verschillen hun wensen
van cliëntenraden’.
en behoeften weinig van Nederlandse ouderen. Dat blijkt uit onderzoek van het NIVEL in opdracht van ActiZ. Met subsidie van ActiZ deed het NIVEL onderzoek onder ongeveer honderd cliënten of hun familieleden uit vijf verschillende culturen (Antillianen, Chinezen, Marokkanen, Turken en Surinamers) naar wat oudere migranten belangrijk vinden voor de kwaliteit van leven, hun wensen en behoeften. Net als autochtone ouderen hechten zij aan het leven zoals ze dat gewend zijn. Ze hebben dezelfde basisbehoeften aan veiligheid en sociale contacten en vinden een respectvolle bejegening belangrijk. Door verschillen in taal, andere (eet)gewoontes en andere opvattingen over hygiëne is de ervaren kwaliteit van zorg en van leven echter vaak anders.
Zorgleefplan De resultaten uit het onderzoek hebben geleid tot een aanvulling op het Zorgleefplanmodel van ActiZ. In het zorgleefplan, dat voor alle cliënten in verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg wordt opgesteld, leggen zorgverlener en cliënt de afspraken over de zorgverlening en de wensen en behoeften van de cliënt vast. De aanvulling voor cliënten met een niet-Nederlandse achtergrond geeft een handvat om in te gaan op hun cultuurspecifieke wensen in gesprek met de cliënt en de familie.
Binnen het project zijn in 2009 en 2010 diverse activiteiten uitgevoerd. Het LOC geeft in de brochure “medezeggenschap in alle tonen” tips voor autochtone cliëntenraden om in gesprek te komen met oudere migranten. Doel daarvan is om de cliëntenparticipatie in de cliëntenraden vanuit de migrantengemeenschap te vergroten.
In 2010 zijn in samenwerking met onder andere het Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (NOOM) en Pharos, zeven bijeenkomsten belegd tussen cliëntenraadsleden en migranten(organisaties), gecombineerd met een training ‘interculturele communicatie’. Daarnaast is onder zorgaanbieders in de ouderenzorg een inventarisatie gedaan naar de beschikbaarheid van informatie in diverse talen. Op dit gebied is er zeker nog ruimte voor verbetering. De resultaten van de activiteiten zijn gepresenteerd op een slotbijeenkomst eind 2010. Een van de conclusies was dat migranten niet gewend zijn aan de Nederlandse structuur van overleggen en dat bezien moet worden of meerdere en andere vormen van voorlichting aan de orde zijn.
Nieuwe website kleurrijke zorg ActiZ ondersteunt haar leden om een intercultureel beleid te bevorderen, onder andere door kennis en ervaring beschikbaar te maken. Praktijkvoorbeelden, handreikingen, instrumenten, toolkits, nieuws en andere informatie zijn bijeengebracht op de website www.actizkleurrijkezorg.nl, die in 2010 vernieuwd is. Bij de invulling van de site is nadrukkelijk verbinding gelegd met vertegenwoordigers van migrantenorganisaties zoals het NOOM en met kenniscentra waaronder Forum, Pharos, Mikado en Vilans.
Actiz.2010
Cliënt en zorg
JAARKRANT
9
veel problemen in een vroeg stadium opsporen en actie ondernemen,” licht De Kort toe. “Wij hebben nu in een pilot 550 vijftigplussers opgeroepen. Van hen blijkt 47 procent tot een risicogroep te behoren,
‘Je haalt de zorg naar voren’ zij hebben bijvoorbeeld een hoge bloeddruk of afwijkende bloedsuikerspiegel. De meesten van hen wisten dat niet. Door deze mensen te monitoren en het te hebben over een gezonde levensstijl kunnen veel problemen voorkomen worden.” Ook op bedrijfseconomisch terrein voorziet De Kort goede resultaten. “Je haalt de zorg naar voren, dus met preventieve activiteiten genereer je veel bedrijvigheid. En voor de toekomst verlicht je de zorglasten.” Daarmee sluit het programma goed aan bij de visie van ActiZ voor een toekomstbestendige langdurige zorg.
Preventie en eigen regie Aandacht voor preventie is onderdeel van een toekomstbestendige zorg. Het besef groeit dat ook zorgaanbieders in de care een rol in preventie hebben. Een voorbeeld hiervan is ‘De gezonde regio’.
in het programma ‘De gezonde regio’ werkt zorgorganisatie rivas samen met verzekeraar Trias, GGD Zuid-Holland Zuid, de ambulante GGZ, huisartsen en patiëntenorganisatie Zorgbelang Zuid-Holland aan een nieuwe kijk op gezondheid in de regio Gorinchem. Gezondheid wordt gepromoot vanuit het idee: naar de groenteboer in plaats van naar de huisarts, een stuk wandelen in plaats van antidepressiva slikken. De cliënt staat centraal in het programma; het wordt samen met de inwoners van Gorinchem uitgevoerd en niet alleen voor hen.
Bewustwording
Wat is nodig voor een goed preventiebeleid? Klein beginnen met organisaties en mensen die er in geloven, dat is volgens De Kort de beste strategie. “De mensen moeten er ook echt iets aan hebben. Mensen beginnen vanaf een jaar of 45-50 meer interesse te krijgen in hun eigen gezondheid en gezond leven. Dan staan ze ook meer open voor preventie. De zorgprofessionals kennen het belang van gezondheid en welzijn voor cliënten, zij zijn makkelijk te overtuigen van het nut van preventie. En we hebben een goede partner in de verzekeraar – een goed klimaat helpt.” Een tip voor de beleidsmakers bij de overheid: “Er zijn dingen die je op weg kunnen helpen. Bijvoorbeeld de zorg effectief maken door de aanbieder een bedrag te geven per inwoner, met de opdracht te zorgen dat ze gezond zijn.” Zolang de zorg gericht blijft op het behandelen van ziekte, zijn er weinig prikkels om te investeren in preventie. PFS
Het eerste project was de aanpak van obesitas bij schoolkinderen in samenwerking met scholen en de gemeente. Een succes, vindt bestuurder Pieter de Kort van rivas. De kinderen en hun ouders werden bewuster van gezondheid en gezond eten. Specifiek voor de ouderenzorg is het project vroegsignalering van ouderdomsrisico’s, zoals diabetes, hart- en vaatziektes. “Met een simpele diagnosemethode kun je
Preventiekracht dicht bij huis Goede preventie draagt bij aan kosteneffectieve zorg, wat in tijden van vergrijzing en een toenemende druk op de arbeidsmarkt steeds belangrijker wordt. Veertig leden van ActiZ deden en doen mee aan het programma PreventieKracht dichtbij huis van ZonMw, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS. Dit programma heeft tot doel om goede preventie lokaal te organiseren, met een gevarieerd aanbod van (kosten)effectieve inter-
venties die laagdrempelig zijn en toegankelijk voor de juiste doelgroepen. Het is een vervolg op het programma PreventieKracht Thuiszorg, dat ZonMw tussen 2007 en 2009 samen met ActiZ heeft uitgevoerd. In 2010 lag de nadruk erop om preventie hoog of hoger op de agenda te krijgen bij thuiszorgorganisaties en op betere samenwerking bij de verschillende partijen: thuiszorg, gemeenten (als zorginkopers) en zorgaanbieders.
Daarnaast zijn moeilijk te bereiken doelgroepen in beeld gebracht. Voor 2011 stellen ZonMw en ActiZ het doel om in te zetten op co-financiering en een groeiende rol van zorgverzekeraars. Ook de rol van de gemeenten is vaak nog onvoldoende duidelijk. Het programma PreventieKracht dicht bij huis heeft een looptijd van drie jaar (2010-2012).
ActiZ.2010
10 Cliënt en zorg Narrativi-wàt?! Column Gerdienke Ubels Daarnaast hebben en zijn zorgverleners ook hun eigen verhaal. Dat verhaal nemen ze mee naar hun werk, dat verhaal wordt beïnvloed door wat ze er meemaken en door wie ze er tegenkomen. Het herkennen, respecteren en ondersteunen van dit proces is het hart van goed zorgverlenerschap. Daarvoor is ook ruimte voor reflectie nodig en het delen van je verhaal. Verhalen vertellen is onderdeel van de ouderenzorg. Voor mij viel het kwartje bij de uitspraak: “We hebben niet alleen een levensverhaal, we zijn een levensverhaal.” Die uitspraak is van Bill Randall, één van de grondleggers van de narratieve gerontologie. Zijn woorden sloegen in als een bom. Zo wáár, zo simpel, zo inspirerend. Onze identiteit, onze kijk op het leven, hoe wij ons manifesteren als mens in deze wereld: we praten erover in de vorm van verhalen. Dat maakt ons narratieve wezens: we maken ons kenbaar door het vertellen van ons verhaal. Telkens een stukje, telkens een invalshoek. Zo horen we wie we zijn, wie we worden, hoe we onderweg zijn en oud(er) worden.
Een zorgorganisatie is een mini-maatschappij waarin zorgverleners en zorgontvangers elkaar ontmoeten, als vertellende en vertelde levensverhalen. Zorgorganisaties zijn in dat opzicht narratieve gemeenschappen. In een proces van co-creatie ontstaat kwaliteit van leven, werk en zorg. Het herkennen, respecteren en ondersteunen van dat proces is het hart van een succesvolle zorgorganisatie. De narratieve gerontologie levert inzichten op voor cliënten, medewerkers en zorgorganisaties. Over hoe je van daaruit kunt werken aan (het verbeteren van) de ouderenzorg in Nederland en welke rol het kwaliteitskader Verantwoorde zorg erin kan spelen, schreef ik een hoofdstuk voor
Aandacht voor het levensverhaal is de kern van de ouderenzorg Vertellen gaat niet zonder luisteraars, echt of imaginair. Ze voeden ons met vragen en hun vragen nodigen ons uit een nieuw element in ons eigen verhaal te benoemen. Luisteraars zijn zo medeauteurs van ons verhaal. We hebben ze nodig om het verhaal te laten ontwikkelen, te verkennen en te begrijpen. “We hebben niet alleen een levensverhaal, we zijn een levensverhaal.” Als dit waar is, dan is aandacht voor dat levensverhaal de kern van de ouderenzorg. En daarvoor hoeven we niets toe te voegen aan de zorg, we hoeven alleen maar anders te kijken naar wat we doen. Het levensverhaal van ouderen moet centraal staan. Het herkennen, respecteren en ondersteunen van de eigen identiteit van ouderen is het hart van goede zorg. Ouder worden is niet alleen een biologisch, maar vooral ook een biografisch proces. Als zorgverlener ben je vóór alles een personage in het verhaal van je cliënt.
het boek ‘Storying Later Life. Issues, Investigations, and Interventions in Narrative Gerontology.’ (Redactie Gary Kenyon, Ernst Bohlmeijer en Bill Randall: New York, Oxford University Press, 2010). Een zeer gevarieerd boek, met bijdragen uit Canada, USA, Engeland, Duitsland en Nederland. Misschien is het toeval, maar de meeste Nederlandse bijdragen betreffen de praktijk van de narratieve gerontologie. Ze beschrijven concrete programma’s en interventies om te werken met het belang van levensverhalen in de ouderenzorg. Er zijn in Nederland al goede voorbeelden voorhanden. Het zou geweldig zijn als iedere zorgorganisatie gaat werken vanuit de kracht van het (eigen) verhaal! Gerdienke Ubels is senior beleidsmedewerker bij ActiZ
JAARKRANT
Dubbelinterview over het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg
“Cliënten en zorgaanbieders zijn de grootste klantkenners” Het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg is voor verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg hét instrument om kwaliteit te meten. Driekwart van de zorgorganisaties en betrokken cliëntenraden zegt dat de metingen tot verbeteringen hebben geleid. Karin Lieber en Yvonne van Gilse in gesprek over de zoektocht naar goede kwaliteit. ontwikkelen samen één taal om over kwaliteit te spreken. Alle partijen – zorgaanbieders, cliënten, inspectie en
liefst elf CQ-vragenlijsten ontvangen; van de gemeente, de verzekeraar, van zorginstellingen. Een duidelijk voorbeeld
Kwaliteitsverbetering kan niet zonder goed leiderschap
“Het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg heeft ieders bewustzijn aangescherpt voor wat goede zorg is. En misschien nog wel belangrijker: het heeft de sector enthousiast gemaakt voor het systematisch werken aan verbeteringen. Het kwaliteitskader werkt duidelijk inspirerend.” Karin Lieber, bestuurder van de Zinzia Zorggroep en ActiZ-bestuurslid, ziet een toenemend draagvlak bij besturen en raden van toezicht in de VVT-sector. “Dat is essentieel, want kwaliteitsverbetering kan niet zonder goed leiderschap.” Ook Yvonne van Gilse, directeur van LOC Zeggenschap in Zorg, is enthousiast over het kwaliteitskader. Vooral omdat alle betrokkenen nu samen nadenken over wat kwaliteit is. “Het is interessant dat we vanuit verschillende perspectieven, van bewoners tot bestuurders, bezien wat er nodig is om goede zorg te realiseren.” Toch kunnen cliënten nog nauwer bij het proces worden betrokken, meent Van Gilse. “Ik hoor vanuit cliëntenraden dat het gesprek over beschikbare meetgegevens, bijvoorbeeld uit de CQ-index, niet altijd op gang komt.” Dat is jammer, vindt ze, want in kwaliteitsbeleid gaat het om meer dan de kale cijfers. “Juist de interpretatie is belangrijk. Daarover moet je met elkaar in gesprek, om samen te bekijken wat je wil verbeteren en op welke manier.”
Eén taal voor kwaliteit Het meten van kwaliteit in een zorgorganisatie gebeurt op twee manieren: via een cliëntenraadpleging (de CQ-index) en met zorginhoudelijke metingen. Tijdens de ‘Meet en verbeterdag Verantwoorde zorg’ op 27 september 2010 stelde ActiZ dat het kwaliteitskader hét instrument is om kwaliteit te toetsen. Lieber ziet het als een zoektocht: “We
zorgkantoren – hebben op dit dossier een eigen rol. We zijn allemaal gebruikers met verschillende belangen. Cliënten en zorgaanbieders zijn de grootste ‘klantkenners’. Deze partijen vormen dus een vanzelfsprekend zwaartepunt in het meten van kwaliteit.” Van Gilse is het daarmee eens. “De winst van het samenwerken aan kwaliteit is dat we nu samen de balans opmaken. Ik denk dat we vanuit onderling vertrouwen kunnen werken aan een nieuwe visie op kwaliteit en op ieders rol daarin.” Lieber noemt
het een spannend proces. “Ik ben overtuigd van het gedeelde besef dat we elkaar daarin niet kwijt willen raken.”
Stapels CQ-lijsten Het vorige kabinet heeft besloten een Nationaal Kwaliteitsinstituut Gezondheidszorg op te richten. Daarin moet alle expertise over veiligheid, doelmatigheid en transparantie van de zorg samenkomen om de kwaliteit van de zorg te vergroten. Zowel Lieber als Van Gilse ziet kansen in het plan. Lieber: “Cruciaal is dat het idee met wijsheid ingevuld wordt. Ik zie bijvoorbeeld een rol voor het instituut in het reguleren van de meetdrift. Kwaliteit is een allemansvriend geworden, en als we niet oppassen zien we straks door de bomen het bos niet meer.” Van Gilse herkent het beeld. “Mijn eigen vader krijgt thuiszorg. Inmiddels heeft hij per e-mail maar
van zinloos stapelen.” Volgens Lieber zou het vooral van wijsheid getuigen als het kwaliteitsinstituut uitgaat van de concrete relatie tussen professional en de cliënt. “Kwaliteit komt niet voort uit systemen, maar volgt de logica van mensen, van verbinding, van communicatie. Ik hoop dus van harte dat men straks niet de logica van bekostiging en doelmatigheid centraal stelt.” MvB
Actiz.2010
Cliënt en zorg
JAARKRANT
De balans tussen vrijheid en veiligheid is onderdeel van kwaliteit van zorg
“risico’s horen gewoon bij het leven” Vrijheidsbeperkende middelen in de zorg werden jarenlang gebruikt vanuit het idee dat dat goed was voor de veiligheid van de cliënten. Het gebruik van Zweedse banden, onrustdekens of aanschuifbladen voorkwam dat kwetsbare ouderen konden vallen. “Nu zien we in dat het een schijnveiligheid is,” zegt Duijf. “Want door de bewegingsvrijheid te beperken, gaan mensen met dementie fysiek, mentaal en cognitief achteruit en lopen daardoor meer risico op ernstig letsel.” Daarnaast is de kwaliteit van leven niet gediend met vrijheidsbeperkende middelen: mensen willen blijven leven zoals ze gewend zijn, met bewegingsvrijheid en zorgorganisaties moeten dat ondersteunen. “Bepaalde risico’s horen gewoon bij het leven,” aldus Duijf. “Dagelijks vallen mensen tijdens het sporten, fietsen of in huis. Dus ook in verpleeghuizen, hoezeer we ook ons best doen om valletsel te voorkomen.”
Mensen willen blijven leven zoals ze gewend zijn, met bewegingsvrijheid Cultuuromslag
De visie op veiligheid in de zorg voor kwetsbare ouderen is complexer geworden. Niet alleen het voorkómen van vallen maar ook kwaliteit van leven en bewegingsvrijheid zijn belangrijk. Projectleider Elly Duijf van IDé-Innovatiekring Dementie vertelt wat dat betekent voor zorgorganisaties, zorgmedewerkers, cliënten en hun familie.
Om de huidige inzichten in de praktijk te brengen, is een cultuuromslag nodig bij de zorgorganisaties, maar ook bij familieleden van (toekomstige) cliënten. Er heersen nog veel verouderde verwachtingen en er is onvoldoende kennis over en inzicht in de mogelijkheden van alternatieve methodes. De vereiste cultuuromslag en invoering van nieuw beleid kost tijd. “Er is geen pasklaar antwoord voor alle cliënten,” legt Duijf uit. “Het is een kwestie van goed observeren en maatwerk leveren voor iedere cliënt. Voor iedere dementerende is het risico anders, en mensen gaan heel verschillend om met risico’s.” Belangrijk is ook om de familie erbij te betrekken en goed te communiceren over het veiligheidsbeleid van de zorgorganisatie. “Dat helpt ook de zorgmedewerker, die verantwoordelijk is voor de zorg voor de cliënt. Als een weloverwogen risico is genomen en een cliënt valt, dan moet de medewerker zich wel beschermd weten door de afspraken met de familie, en door het management.” “Het allerbelangrijkste is dat zorgorganisaties vanuit een visie vrijheidsbeperkende middelen terugdringen,” besluit Duijf. “Ze doen dat niet omdat de inspectie zegt dat het moet, maar uit betrokkenheid met de kwaliteit van leven van hun cliënten.” PFS
Veiligheid en de IGZ Veiligheid staat hoog op de agenda van het IGZ. De inspectie deed in 2010 twee onderzoeken rond dit thema: naar de voortgang van het convenant om de Zweedse band uit te bannen en naar medicatieveiligheid. Over het gebruik van de Zweedse band constateerde de IGZ dat verpleeg- en verzorgingshuizen goede voortgang boekten, maar dat nieuwe werkwijzen nog niet verankerd zijn. Over medicatieveiligheid vond de inspectie dat er nog teveel risico’s waren. ActiZ heeft samen met de apothekers (KNMP) en de specialisten ouderengeneeskunde (Verenso) het initiatief genomen voor een Task Force medicatieveiligheid. Daarin participeren alle ketenpartijen.
11
Zorg op afstand
Zorg op afstand is een innovatief antwoord op de veranderende en groeiende zorgvraag in Nederland. Met moderne communicatietechnieken, zoals een videoverbinding, kan meer zorg verleend worden bij mensen thuis zonder extra inzet van personeel. Tot 2010 was het programma ‘Zorg op afstand, dichterbij’ onderdeel van het Transitieprogramma Langdurige Zorg. De experimentele fase van zorg op afstand is nu voorbij, het programma heeft haar bestaansrecht bewezen. Cliënten voelen zich zekerder, het systeem ondersteunt zelfzorg en resulteert in minder opnames in ziekenhuizen, verpleeg- of verzorgingshuizen. Toch wordt zorg op afstand nog te weinig gebruikt. Deels vanwege de hoge investeringskosten voor de zorgorganisaties en het feit dat zorg op afstand op projectbasis wordt gefinancierd. Ook spelen ethische vraagstukken rond privacy en veiligheid mee, onbekendheid bij professionals en gebrek aan kennis van iCT bij de huidige generatie ouderen. Eind 2010 heeft ActiZ Zorg op Afstand opgenomen in haar reguliere takenpakket onder de noemer zorg en technologie. Hieronder vallen ook andere technologische toepassingen als domotica, robotica en het electronisch cliënten dossier. ActiZ overlegt met het ministerie van VWS, CVZ en NZa over structurele financiering van zorg op afstand.
Eerste meting kwaliteit kraamzorg Aanbieders van Kraamzorg zijn per 1 januari 2010 volgens de Kwaliteitswet zorginstellingen verplicht zich te verantwoorden over de kwaliteit van de geleverde zorg. ActiZ heeft zich hier binnen de stuurgroep zichtbare zorg kraamzorg hard voor gemaakt. in 2010 hebben de kraamzorgorganisaties voor de eerste maal hun kwaliteitsgegevens aangeleverd bij Zichtbare Zorg voor opname in het jaardocument zorg. Daarvoor hebben zij twee metingen gedaan: een zorginhoudelijke meting en de meting van cliëntervaringen, de zogenoemde CQ-index. De resultaten van deze metingen worden in de loop van 2011 openbaar.
Actiz.2010
12 Werken in de zorg
JAARKRANT
Personeel tevreden met digitale zelfroostering
Nieuwe cao VVT
De cao voor 2010-2012 stelt dat werkgevers rekening houden met een goede balans tussen werk en privéleven van de werknemers. Dat kan bijvoorbeeld door zelfroostering. Zorgorganisatie Schakelring nam hierop al een voorschot in 2010 met een pilot ‘digitale zelfroostering met punten’. in een schema. Medewerkers uit zijn team vullen vervolgens individueel, vanachter de computer thuis en desgewenst in overleg met hun partner, hun voorkeuren in. “Dan is 80 procent van het rooster ingevuld,” verklaart
Het is een heel eenvoudige systematiek, en dat maakt het ook zo mooi “Uit het medewerkertevredenheidonderzoek in 2009 bleek de werk-privé balans een belangrijk verbeterpunt te zijn,” licht Guy Buck, bestuurder van Schakelring toe. Dat had te maken met de roostering. Een oplossing vond Buck in een Zweedse methode voor digitale zelfroostering met punten, die hij in 2010 in een pilot op drie afdelingen uitprobeerde. in drie stappen komt het rooster tot stand. Eén: de teamleider inventariseert de benodigde personele inzet en zet deze
Buck. Over blijven de minder populaire uren. Twee: medewerkers kunnen diensten verschuiven, van hun voorkeur naar de minder populaire uren. Daar krijgen ze punten voor, die worden opgeteld door de computer. Drie: voor de uren die overblijven, wijst de computer de medewerkers met het laagste puntenaantal aan: “Degene die het minst flexibel was in fase twee is ‘de zak’. Die moet dan verschuiven van een populaire naar een impopulaire dienst.”
Sociale innovatie: volop vernieuwing
“Het is een heel eenvoudige systematiek, en dat maakt het ook zo mooi,” vindt Buck. “Het is objectief en transparant en legt de verantwoordelijkheid laag in de organisatie. Belangrijk is dat het hier gaat om een digitaal instrument. Zo voorkom je dat degenen met de grootste mond de beste dienst krijgt.” Na driekwart jaar is de tevredenheid van de medewerkers gestegen: de balans werk-privé was echt verbeterd. Medewerkers willen niet meer terug naar de oude roostering en de ondernemingsraad staat achter de nieuwe systematiek. Ook de teamleiders zijn tevreden, want het spaart hen tijd. Buck: “Voorheen waren zij altijd druk met de roostering, nu hebben ze meer tijd om de dingen te doen die ze volgens mij moeten doen, namelijk begeleiden en coachen van medewerkers.” in 2011 voert Schakelring de systematiek in de hele organisatie door. PFS
Cao-onderhandelingen verlopen vaker moeizaam, maar het afgelopen jaar bleken de obstakels af en toe wel erg groot. Toch is de nieuwe cao voor de verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg en kraamzorg er gekomen. De werkgevers en vakbonden begonnen de gesprekken in maart en in december stemden alle partijen in. Waarom was het zo moeilijk? Een factor
was de economische crisis van 2009. Daardoor was voor de werkgevers de nullijn het aanvankelijke uitgangspunt voor alle cao’s in alle sectoren waarover begin 2010 onderhandeld werd. in de loop van het jaar bleek dat er ruimte was om wel een salarisverhoging te bieden. Die ruimte kwam door het toegenomen vertrouwen dat de overheid de toenemende arbeidskosten in 2011 zal vergoeden. Daarnaast werden ook in de marktsector cao’s boven de nullijn afgesloten. Ook de uitwerking van het persoonlijk levensloop budget was een heikel punt. De werkgevers wilden dat werknemers zelf konden kiezen hoe zij het persoonlijk levensloop budget inzetten: in extra vrije uren, extra uren voor scholing of in geld. De bonden wilden deze keuzevrijheid niet. Uiteindelijk is een compromis gevonden die recht doet aan alle partijen. Andere hoofdpunten uit de cao zijn: een regeling voor de overgang van personeel bij aanbestedingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo); afspraken over de bevordering van de instroom van jeugdigen en zij-instromers; en een minimaal scholingsbudget per organisatie van 2 procent van de loonsom en afspraken over de zeggenschap van werknemers over hun werktijden. PFS
Levensfasebeleid Het tekort aan arbeidskrachten, de groeiende zorgvraag en het verhogen van de pensioenleeftijd maken duurzaam werken steeds belangrijker. ActiZ startte in 2010 tien pilots samen met haar leden
Sociale innovatie gaat bij uitstek over vernieuwing van arbeid in de sector. Samen met veel zorgorganisaties is ActiZ bezig met projecten, programma’s en
voor verschillende vormen van duurzaam werken.
experimenten op dit gebied. Een overzicht van de hoogtepunten in 2010. Doel van sociale innovatie is het vernieuwen en verbeteren van de zorg, de kwaliteit van arbeid, de arbeidsproductiviteit en het optimaal ontplooien en benutten van capaciteiten en talenten van medewerkers. in 2010 richtte ActiZ zich vooral op het verspreiden en verbreden van kennis en ervaring onder haar leden. in dat kader werd onder andere een drukbezocht seminar gehouden over sociale innovatie. Meer dan honderd bestuurders, directeuren en HrM-mensen kregen informatie maar vooral ook voorbeelden en inspiratie uit de praktijk. Zo presenteerde de MeanderGroep haar aanpak rond wijkgericht werken en de wijze waarop zij persoonlijk ondernemerschap bij medewerkers bevordert.
Leergang Volop belangstelling was en is er ook voor de Leergang sociale innovatie die in 2010 is opgezet. in 2011 start een nieuwe reeks. Managers leren hier hoe zij vernieuwing succesvol in hun bedrijf kunnen implementeren. ActiZ gebruikt zoveel mogelijk praktijkvoorbeelden, niet als blauwdruk maar als inspiratie-
en ervaringsbron. in 2010 werd onder andere gebruik gemaakt van de ervaringen bij Beweging 3.0, Pleyade, Vierstroom en Zuwe Zorg. Ook boort ActiZ kennis en ervaring aan uit andere sectoren. Naast samenwerking met het Nederlands Centrum voor Sociale innovatie sloot de brancheorganisatie een Branche innovatie Contract af met TNO. Ook digitaal, via zogenoemde VLC’s (Virtual Learning Communities) zijn tientallen leden van ActiZ bezig met het thema sociale vernieuwing.
Nieuwe organisatie Vorig voorjaar ontwikkelde ActiZ haar vernieuwingsvisie op de zorg (lees het interview met Aad Koster op pagina 2). Bij die visie hoort een nieuwe rol voor de zorgprofessional, namelijk primair inzetten op het ondersteunen van zelfredzaamheid bij cliënten. in 2010 werden voorbereidingen getroffen voor een experiment in 2011 om een zorgorganisatiemodel te ontwikkelen dat werkt vanuit de gedachte om zelfredzaamheid te bevorderen en ondersteunen. JK
“Gemotiveerd en gezond personeel draagt maximaal bij aan de arbeidsproductiviteit en dus de zorgverlening.”
zodat medewerkers zich verder kunnen ontplooien. “De eerste reacties van deelnemende
richt je levensfasebeleid als zorgorganisatie goed in, dan snijdt het mes aan twee kanten Pilots
Duurzaam werken betekent simpelweg arbeidsomstandigheden creëren die passen bij de levensfase van de medewerker. Zo wil een moeder of vader met jonge kinderen wellicht wat minder uren werken; zijn de kinderen naar de middelbare school dan komt er misschien weer ruimte en behoefte om meer uren te werken. Met levensfasebeleid biedt een organisatie een betere balans tussen werk en privé en dat verhoogt de motivatie van medewerkers. “richt je dat levensfasebeleid als zorgorganisatie goed in, dan snijdt het mes aan twee kanten”, stelt Frans van rooijen, beleidsmedewerker van ActiZ.
in 2010 startten ActiZ en sociale partners pilots met tien zorgorganisaties. Aan de hand van vijf thema’s doen de zorgorganisaties en hun medewerkers ervaring op met duurzaam werken en levensfasebeleid. Een van die thema’s is de Workability index. Dat is een vragenlijst die meet in welke mate werknemers lichamelijk en geestelijk in staat zijn hun werk te doen. Met die kennis kunnen zowel de individuele medewerkers als de organisatie hun voordeel doen. Een ander voorbeeld is de loopbaanscan. Zo’n scan helpt om medewerkers concreet inzicht te geven in hun eigen ontwikkeling en loopbaanwensen. De organisatie kan vervolgens kijken hoe zij de doorstroming kan bevorderen
bestuurders, HrM-managers en medewerkers zijn zeer positief”, aldus Frans van rooijen. in 2011 worden resultaten bekend gemaakt en aangeboden aan de leden van ActiZ. JK
Actiz.2010
Werken in de zorg
JAARKRANT
Cao VVT algemeen verbindend Vlak voor de afloopdatum van de cao VVT 2008-2010 werd deze in februari 2010 alsnog algemeen verbindend verklaard voor alle werkgevers in de sector van verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg (VVT), kraam- en jeugdgezondheidszorg. Dat duurde zo lang omdat partijen bij de cao schoonmaak daartegen bezwaar hadden gemaakt. Zij stelden dat de cao niet van toepassing kon zijn op huishoudelijke zorg binnen de Wmo, hiervoor zou de cao schoonmaak moeten gelden. De bezwaren werden echter niet gehonoreerd door de minister van Sociale Zaken (SZW). Zowel ActiZ als de vakbonden waren hier blij mee. Voor de werknemers huishoudelijke verzorging werkzaam bij schoonmaakorganisaties betekende dit in veel gevallen een verbetering van de arbeidsvoorwaarden: zij kwamen onder de cao VVT te vallen.
13
Arbeidsmarktcampagne Open Armen Op initiatief van ActiZ is in 2010 een landelijke arbeidsmarktcampagne van start gegaan. Doel van de campagne is de bekendheid met het werken in de VVT en kraamzorg te vergroten en het imago te verbeteren om tekorten op de arbeidsmarkt in de zorg te verminderen.
Voor de leden van ActiZ was het voordeel dat de financiële concurrentie binnen de huishoudelijke verzorging binnen een gelijk speelveld plaatsvindt: alle werkgevers zijn gehouden aan dezelfde arbeidsvoorwaarden. ActiZ gaat de nieuwe cao, die geldt tot 1 maart 2012, eveneens voor algemeen verbindend verklaring voorleggen aan de minster van Sociale Zaken.
Het thema van de campagne is ‘open armen’: verpleeg-en verzorginghuiszorg, thuiszorg, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg verwelkomen nieuwe medewerkers in de zorg met open armen. De campagne richt zich op vmbo-ers en zij-instromers. Kern van de campagne is de website openarmen.nl. Om jonge mensen te interesseren voor het werken in de VVT en de kraamzorg, zijn nieuwe media ingezet. Zo trokken twee acties op Hyves veel bezoekers naar de website. Bij beide acties konden de bezoekers via een interactief spel een ‘ViP’ dag winnen in een zorgorganisatie. Daarnaast zette de campagne traditionelere werkwijzen in om de campagne onder de aandacht te brengen, op NS stations en op bussen waren bijvoorbeeld campagneposters te zien. Voor de zorgorganisaties is een toolkit gemaakt die zij voor eigen wervings- en imagoactiviteiten kunnen gebruiken. De campagne liep gedurende heel 2010. Uit de evaluatie aan het eind van het jaar bleek de campagne succesvol: er is een hoge waardering voor de campagne en thema en de boodschap van ‘Open Armen’ werden herkend. De website was succesvol en trok 220.000 bezoekers. De aanbeveling is dan ook om de campagne voort te zetten.
De arbeidsmarktcampagne loopt tegelijkertijd met de campagne ‘Mijn tijd voor de zorg’, die tot doel heeft realistisch beeld te geven van ouderen- en thuiszorg. Met deze realiteitscampagne wil ActiZ een maatschappelijke discussie over ouderen- en thuiszorg op gang brengen. Op pagina 22-23 staat hierover meer.
Vernieuwing in ouderenzorg door HBO opleiding De komende jaren zal de zorgvraag van kwetsbare ouderen alleen maar toenemen en complexer worden. De zorgsector moet zich daarop voorbereiden. Daarom heeft ActiZ het initiatief genomen voor een nieuwe functie en opleiding: de HBO-Verpleegkundige gerontologie geriatrie (HBO-VGG).
De HBO-VGG-er is niet alleen verpleegkundige, maar ook onderzoeker, innovator en regisseur. Een maatschappelijke businesscase die in oktober 2010 werd gepresenteerd toont aan dat de HBOVGG-er de zorg beter en efficiënter maakt. Ook directeur Math Gulpers van verpleeghuis de Lückerheide heeft dit geconstateerd na zijn eerste ervaring met stagiaires met een HBO-VGGopleiding. “Dit hebben we nodig voor de toekomst, de HBO-VGG-er heeft een belangrijke waarde voor de psychogeriatrische verpleeghuizen,” zegt Gulpers. “Op de werkvloer zijn er meer en meer problemen door toename van de complexiteit van de zorgvragen en administratieve bezigheden en bezuinigingen. De zorgprofessionals komen hierbij soms grenzen tegen van wat ze kunnen. De HBO-VGG-er levert een bijdrage aan de mogelijkheden om zorg van goede kwaliteit te blijven leveren.”
een voorbeeld: “Het viel me op dat bewoners kort na de opname in het verpleeghuis vaker vallen. Stefanie heeft dat onderzocht en een beleidsadvies geschreven.” Linssen vult aan: “ik analyseer gegevens en probeer de oorzaken te achterhalen. Vervolgens stel ik een plan op hoe we valincidenten kunnen voorkomen, zonder dat wij vrijheidsbeperkende middelen hoeven te gebruiken. Het gaat er om dat de bewoner zich veilig voelt en niet beperkt wordt in zijn autonomie.” Zowel de directeur als de verpleegkundige zijn zeer enthousiast over de HBO-VGG functie. Een basisvoorwaarde voor succesvolle uitoefening van de functie is wel ruimte voor innovatie en onderzoek, dus ruimte om de functie tot haar recht te laten komen, stellen beiden. Dan levert het voor de organisatie ook veel op.
“Ze zorgt dat processen efficiënter en effectiever kunnen verlopen” Gulpers: “De HBO-VGG-er past gedeeltelijk in een bestaande formatieplaats: de 50% van de tijd dat ze op de werkvloer is. En de overige 50% betaalt zich makkelijk terug, door de extra taken die ze uitvoert en omdat ze zorgt dat processen efficiënter en effectiever kunnen verlopen. Dat draagt bij aan de kwaliteit van leven van de bewoners en de kwaliteit van werken van medewerkers.”
Vijf experimenten Valincidenten Een van de eerste afgestudeerden van een HBO-VGG opleiding is Stefanie Linssen, die nu bij de Lückerheide werkt. Over haar functie is ze enthousiast: “Het is een overstijgende functie, waarbij ik enerzijds aansluiting heb met bewoners en medewerkers en anderzijds houd ik me bezig met onderzoek en beleid.” Gulpers noemt
in het project werkt ActiZ samen met hogescholen en vijf zorgorganisaties, met steun van V&VN, Verenso, de HBO-raad en diverse lectoraten ouderenzorg en subsidie van VWS. De andere deelnemende zorgorganisaties zijn Laurens, Brabantzorg, Hilverzorg en Zinzia Zorggroep. Meer informatie is te vinden op www.hbo-vgg.net PFS
Actiz.2010
14 Bekostiging
JAARKRANT
Meer regie bij cliënt Een manier om de cliënt meer regie te geven over zijn zorg is om hem inkoopmacht te geven. Dat kan bijvoorbeeld door vouchers, een soort tegoedbonnen die hij kan inleveren bij de zorgaanbieder van zijn keuze. In 2011 start een test met veertig cliënten in Friesland.
ActiZ heeft samen met LOC in 2010 het initiatief genomen om met steun van het ministerie van VWS deze test op te zetten. Zorgaanbieders, een verzekeraar, de gemeente Leeuwarden, cliëntondersteuners en cliëntenorganisaties zijn er bij betrokken, om gezamenlijk te leren van dit project.
Inkoop Bestuurder Johan Lettink van zorgorganisatie Noorderbreedte is vanaf het begin betrokken bij het project. “Nu is vaak het zorgkantoor of de gemeente klant bij de zorginkoop,” stelt Lettink. “Wij willen een overeenkomst met de cliënt.” in het experiment krijgt de cliënt op basis van zijn zorgindicatie een voucher. Met de zorgaanbieder maakt hij afspraken hoe het voucher besteed wordt en dat wordt vastgelegd in het zorgleefplan. “Nieuw is dat ze nu ook aan de cliënt inzichtelijk moeten maken wat de zorg kost.”
Overheveling geriatrische revalidatiezorg Door snellere en intensievere revalidatie voor ouderen, verbetert de kwaliteit van hun leven. De geriatrische revalidatiezorg wordt in 2013 overgeheveld van AWBZ naar Zorgverzekeringswet. In proeftuinen worden de mogelijkheden hiervoor onderzocht.
De test zal ook laten zien wat het werken met vouchers betekent voor de bedrijfsvoering. “Dat vraagt een forse investering in nieuwe bedrijfsvoering bij alle partijen,” zegt Lettink. Zo moet het huidige AZr systeem opnieuw worden ingericht en dat is een mega-operatie.” Toch is Lettink overtuigd van de waarde van deze vernieuwing: “Het levert minder bevoogding en een duidelijke betaalrelatie op. En de verantwoordelijkheid voor de zorg komt weer bij de cliënt te liggen.”
Draagvlak Het experiment kan rekenen op de steun van VWS en op politieke steun: het CDA heeft aangegeven achter een vorm van betaling met vouchers te staan. Met het experiment willen ActiZ en het LOC niet alleen aantonen dat een voucher-systeem werkt, maar ook welke randvoorwaarden nodig zijn om het experiment op bredere schaal door te voeren. Zie ook de brochure “Op weg van denken naar doen”, ActiZ, NPCF en Stoom, 2011. PFS
Ongeveer 55.000 cliënten ontvangen geriatrische revalidatiezorg in het verpleeghuis. in 2009 heeft het ministerie van VWS besloten om deze zorg over te hevelen van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) en per 2013 te financieren middels DBC’s. Voorbereidingen voor de overheveling zijn in 2010 gestart.
cliënt in de keten beter op elkaar gaat aansluiten en de kwaliteit van de zorg in de keten verbetert. Dit kan leiden tot een kortere ligduur in het ziekenhuis en een kortere behandeling in het verpleeghuis. Hierdoor kan een cliënt eerder naar huis, met eventueel nog revalidatiebehandeling thuis.
Proeftuinen
Transitietarief en DBC’s
Het is belangrijk om te kijken welke knelpunten en ontwikkelingen een rol spelen. Daarom heeft ActiZ gepleit om zogenoemde proeftuinen op te zetten met een tweeledig doel: vernieuwend aanbod ontwikkelen en samenwerking tussen ketenpartners stimuleren. in 2011 starten 17 regionale proeftuinen. Hierin werken ziekenhuizen en verpleeghuizen samen met elkaar en met revalidatieklinieken, thuiszorg, andere eerstelijnorganisaties en zorgkantoren en -verzekeraars. Samen creëren zij een nieuw aanbod, zoals kortere intensievere revalidatiezorg in verpleeghuizen, revalidatiezorg thuis, transmurale begeleiding en nieuwe revalidatietechnieken gericht op zelfredzaamheid. ActiZ vindt de overheveling een goede ontwikkeling, omdat de op herstelgerichte geriatrische revalidatiezorg beter past in de Zvw dan in de AWBZ. De verwachting is dat de totale zorg voor de
De proeftuinen en een aantal andere aanbieders van geriatrische revalidatiezorg hebben dankzij een voorstel van ActiZ afspraken met zorgkantoren gemaakt over transitietoeslagen per diagnosegroep. Dit maakt een intensievere en kortere behandeling in het verpleeghuis mogelijk. De inzet van deze behandeling wordt ook meegenomen in de DBC-registratie. in 2010 zijn de voorbereidingen gestart, zodat in 2011 zo’n 50 organisaties van start kunnen gaan met de DBC-registratie. JD
Zorgcontractering De invoering van persoonsvolgende bekostiging blijft hoog op de agenda staan voor ActiZ en haar leden. Dat bleek uit de jaarlijkse enquête AWBZzorgcontractering onder de leden van in 2010. Het “geld volgt cliënt principe” wordt langzamerhand wel vaker gebruikt bij de contractering voor zorg in natura, maar nog steeds hebben de klassieke productieafspraken de overhand. Daarbij maken zorgaanbieders
en zorgkantoren afspraken over prijs èn volume voor het contractjaar. Bij persoonsvolgende bekostiging blijven de volumeafspraken achterwege: daar bepaalt de keuze van de cliënt het volume. Het zorgkantoor vergoedt aan de zorgondernemer de geleverde zorg. In 2010 heeft ActiZ voor het eerst de uitkomsten van deze enquête besproken met de grote concessiehouders: Achmea,
Agis, CZ, Menzis en UVIT. Daarin is ook de voortgang met persoonsvolgende bekostiging besproken. ActiZ monitort de zorgcontractering door het jaar heen. Ook stelt ze potentiële knelpunten aan de orde. In 2010 leidde dat tot een dringend verzoek aan Achmea, de NZa en het ministerie van VWS om de bevoorschotting te handhaven, wat Achmea inwilligde.
Actiz.2010
Bekostiging
JAARKRANT
Vereenvoudiging indicatiestelling De indicatiestelling kan eenvoudiger. Daar hebben zowel de cliënten als de zorgorganisaties baat bij: door een sneller en makkelijker proces krijgt de cliënt sneller zorg en verminderen de administratieve lasten.
15
AWBZ naar verzekeraars: eerst inhoud, dan uitvoering Column Frank Bluiminck
Sinds 1 januari 2010 geven zorgverleners eenvoudige indicatieadviezen waarbij het Centrum indicatiestelling Zorg (CiZ) een controlerende functie heeft. Dit heet taakmandatering. Voorheen kon alleen het CiZ indicaties afgeven. Zorgorganisaties zijn positief, maar maken nog weinig gebruik van deze mogelijkheid. Deels komt dat door technische problemen, maar vooral vinden zorgorganisaties dat de mogelijkheden binnen de taakmandatering te beperkt zijn: het CiZ blijft veel indicaties zelf doen, en de eerste indicatie wil het CiZ altijd zelf blijven doen.
Standaardprotocollen ActiZ heeft de knelpunten en mogelijke oplossingen geïnventariseerd en aangekaart bij het CiZ. Dit heeft onder andere geleid tot een uitbreiding van taakmandatering en standaardprotocollen. Zorgverleners kunnen nu sneller en makkelijker een aanvraag voor AWBZ zorg doen. Voor ActiZ en haar leden gaat dit echter nog niet ver genoeg. Cliënten kunnen zelf een grotere rol spelen in de indicatieaanvraag met behulp van de zorgprofessional, vindt senior beleidsmedewerker Herma Oosterom van ActiZ. Dat past binnen de toekomstvisie waarin cliënten meer regie en verantwoordelijkheid hebben voor hun eigen zorg. “Dat vereist natuurlijk vertrouwen in de cliënt en de zorgverlener,” licht Oosterom toe. “Daarvoor zijn volgens ActiZ voldoende middelen aanwezig: het CiZ kan de indicaties controleren en de benchmark in de zorg geeft een controlemogelijkheid op de prestaties van de organisatie. De cliënt houdt altijd de mogelijkheid om zich rechtstreeks tot het CiZ te wenden voor een indicatie.”
Cliëntprofielen Een andere ontwikkeling, het gebruik van cliëntprofielen bij de indicatiestelling, baart ActiZ zorgen. Een cliëntprofiel is een beschrijving van een groep veelvoorkomende cliënten. Elk cliëntprofiel is verbonden met een zorgzwaartepakket dat recht geeft op een bepaald aantal uren zorg. Maar als een individuele cliënt niet past in het profiel, bestaat het risico dat hij niet op zijn feitelijke zorgbehoefte wordt geïndiceerd. ActiZ vindt het zorgwekkend, net zoals cliëntenorganisaties LOC, dat VWS de regelgeving over toewijzing van zorg op basis van cliëntprofielen per 2011 heeft gewijzigd. Cliënten die buiten een cliëntprofiel vallen, komen daardoor in de kou te staan. PFS
zich verhoudt tot het loket ‘welzijn’. En wat is de meerwaarde voor zorgaanbieders? Is het ‘verhangen van de bordjes’ of gaat er echt iets wezenlijks veranderen?
Al enige jaren hangt het besluit in de lucht om de AWBZ niet langer door zorgkantoren te laten uitvoeren, maar door de zorgverzekeraars. Het besluit leek vorig jaar nabij, maar het toenmalige kabinet gaf op het laatste moment een ‘no go’. In het huidige regeerakkoord is het afschaffen van de zorgkantoren en uitvoering van de AWBZ door zorgverzekeraars opgenomen. Zorgkantoren hebben geen vrienden die voor hen opkomen, dat is duidelijk. Dus lijkt het logisch hun taken over te laten nemen door de eigenaren, de zorgverzekeraars. Zorginhoudelijk is het ook plausibel: ouderen en chronisch zieken die gebruik maken van de AWBZ-zorg, maken ook veel gebruik van Zorgverzekeringswetzorg. Het wordt voor verzekeraars makkelijker om samenhang aan te brengen tussen de care en de cure. Uitvoering van de AWBZ door zorgverzekeraarsa lijkt hiermee een logische keuze. Gewoon doen dus, zou je denken. De vraag is wel: Welke meerwaarde heeft dit voor cliënten en zorgaanbieders? Eén loket voor zorg is weliswaar een mooi theoretisch concept, maar nog niet tastbaar voor de verzekerde. Onduidelijk is ook hoe het loket ‘zorg’
Deze vragen lijken voor ministerie, ZBO’s, zorgkantoren en verzekeraars nog niet aan de orde. Zij richten zich op complexe juridische en budgettaire vraagstukken enerzijds, en de integratie van zorgverzekeraars en zorgkantoren anderzijds. Je hoeft geen profeet te zijn om te voorspellen dat deze processen heel veel tijd en energie gaan kosten, waarbij de blik helemaal naar binnen gericht is en niet op de zorginhoudelijke vernieuwing. ActiZ is in toenemende mate bezorgd dat deze tussenstap de komende jaren alle aandacht vraagt, zonder dat er echt iets verandert.
spel rond prijs en volume binnen het vastgestelde budget naar een partnership om de zorgvraagstukken van de huidige tijd op te lossen. En als we van deze jaarlijkse ‘verdeelronde’ van productieafspraken overgaan op meerjarencontracten, gericht op innovatie en verbetering. Op die manier kunnen we uitdagingen in de langdurige zorg de komende jaren aan. De vraag is ook wat een goed moment is om de uitvoering te wijzigen. Het kabinet wil de AWBZ vanaf 2013 laten uitvoeren door verzekeraars. Het is logischer eerst de zorg te herordenen over de Zvw, AWBZ en Wmo. Er zijn een aantal overhevelingen gepland, zoals begeleiding (naar de Wmo) en revalidatiezorg (naar de Zvw). Het zou ook goed zijn om eerst de extramurale verpleging en verzorging onder te brengen in de Zvw. Als deze
Eén loket voor zorg is een mooi theoretisch concept Wij zien de uitvoering van de AWBZ door zorgverzekeraars vooral als tussenstap op weg naar een grotere integratie van de AWBZ in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Maar het moet wel een tussenstap zijn die meerwaarde biedt. Het is een zinvolle exercitie als de eigen regie en zelfredzaamheid en de keuzevrijheid van de cliënt wordt bevorderd. En het is zinvol als het bijdraagt aan een nieuwe dynamiek in de zorginkoop en -verkoop, die helpt te bewegen van een jaarlijks
overhevelingen uitgevoerd zijn, is ook duidelijk welke zorg in de AWBZ blijft, en dat is dan ook een goed moment om dit te laten uitvoeren door de verzekeraars. Kortom: eerst de inhoud, dan de vorm. Frank Bluiminck is manager team branchebelang, ondernemerschap en jeugd bij ActiZ
ActiZ.2010
16 Bekostiging Aanvullende diensten in de zorg tegen betaling: een uitkomst
“De grenzen zijn bereikt” De grenzen aan de AWBZ zorg zijn bereikt. Nu moeten keuzes gemaakt worden welke zorg uit publieke middelen gefinancierd kan worden, en welke niet. Die discussie is gekoppeld aan het maatschappelijk debat over de verantwoordelijkheid van cliënten voor hun eigen zorg, stelt directeur Wil Koopmans van zorgorganisatie ZINN.
JAARKRANT
Geen extra korting thuiszorg Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) mag de thuiszorg in 2011 niet korten met 1,7 procent. Dat oordeelde de rechtbank van Den Haag in december 2010 in het kort geding van ActiZ tegen VWS over de korting van 1,7%, ofwel €58 miljoen euro, op de extramurale AWBZ-tarieven voor dit jaar. ActiZ maakte bezwaar tegen een nieuwe bezuinigingsmaatregel die VWS in 2011 wilde invoeren. Deze maatregel zou een eerdere bezuiniging van €115 miljoen uit 2008 vervangen. De bezuiniging wordt door de zorgorganisaties nagenoeg volledig uitgevoerd door doelmatige inzet van zorg-uren per cliënt: zij gebruiken
niet de gehele indicatieruimte als dat niet nodig is. Dat doen de zorginstellingen al drie jaar op een rij. Deze werkwijze is in de praktijk ingeslepen en zal niet zo maar verdwijnen. Het bezuinigende effect werkt dus structureel door in de komende jaren. De nieuwe bezuinigingsmaatregel heeft dan ook het effect van een extra korting, en dat kan niet de bedoeling zijn. De rechter deelt de bezwaren van ActiZ en concludeert dat de Staat onmiskenbaar onrechtmatig handelt jegens ActiZ met de tariefkorting op de functies Persoonlijke verzorging en Begeleiding. Ook voor de andere functies wordt geen tariefkorting doorgevoerd.
Inkoop verpleging thuis
“Het Nederlandse systeem van zorgzwaartepakketten en indicaties biedt in mijn beleving het minimum van het minimum,” vindt Koopmans. “Dat is een maatschappelijke keuze, en daar heb ik mee te leven. Nederland heeft een goed opvangsysteem, maar dat is nadrukkelijk geen hangmat. De burger moet zich afvragen: hoe word ik ouder, wie gaat er voor mij zorgen als dat nodig is, en wie betaalt dat? De afgelopen twintig jaar heeft de staat gezegd: wij zorgen voor u, wij bepalen welke zorg u nodig heeft en wij betalen dat. De zorgaanbieders willen graag diensten leveren om de kwaliteit van leven van hun cliënten te verhogen maar zij lopen tegen financiële beperkingen van het systeem op.”
‘Ik bied extra welzijnsdiensten aan om te leveren wat men verwacht en wil’
Zorgverzekeraars UVIT en CZ willen medisch specialistische verpleging thuis (MSVT) straks niet meer inkopen bij de thuiszorg, maar alleen nog bij het ziekenhuis. Mede door lobby van ActiZ en door protesten van ziekenhuizen en de beroepsgroep ging dit niet op 1 januari 2011 van start, zoals de verzekeraars van plan waren. Door inzet van MSVT kunnen patiënten uit het ziekenhuis eerder naar huis en thuis verdere zorg ontvangen. De medisch specialist blijft verantwoordelijk
voor de zorg, maar de verpleging thuis wordt geleverd door een specialistisch verpleegkundige van de thuiszorg. Thuiszorgorganisaties sluiten daarvoor contracten met verzekeraars. Als de integrale inkoop door UVIT en CZ doorgaat, krijgen thuiszorgorganisaties te maken met verschillende manieren van inkoop waar verschillende afhandelingtrajecten bijhoren. Zo kan per cliënt wisselen of ze een contract hebben met de verzekeraar of als onderaannemer met het ziekenhuis. ActiZ pleit ervoor dat in 2011 de verzekeraars de tijd zullen nemen om de aanpak en gevolgen van inkoop van MSVT uitsluitend via ziekenhuizen goed door te spreken met alle partijen.
Bevoorschotting Verwachtingen De verwachtingen van de bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen en hun familie zijn hoog en de zorgorganisaties kunnen daar niet altijd aan voldoen. Althans, niet binnen de AWBZ financiering. Koopmans: “Cliënten en hun familie verwachten vaak dat alles kan, ook het ommetje en het heen en weer brengen naar het zwembad. Ik zou het dolgraag allemaal willen doen, maar bij een zzp (zorgzwaartepakket) drie kan dat niet. Ik zit in een spagaat tussen wat ik wil en wat mogelijk is binnen de zorgzwaartebekostiging.” En daarin is Koopmans niet de enige: dit is een algemeen probleem voor zorgondernemers. “Ik bied extra welzijnsdiensten aan, niet om er rijk van te worden, maar om te bieden wat men verwacht en wil. Voor de mensen die dat niet kunnen betalen bieden we extra’s met behulp van vrijwilligers. Cliënten die dat wel kunnen en willen, betalen voor de aanvullende welzijnsdiensten die niet binnen de AWBZ vallen. Daarop spelen wij in.” Bang voor een tweedeling in de maatschappij is Koopmans niet. Integendeel, ze vindt dat het de taak is van een zorgondernemer om te anticiperen op veranderende en verschillende wensen van een cliënt. “De een wil een glaasje wijn bij het eten, de ander drinkt nooit wijn. Je moet gedifferentieerde zorg kunnen leveren.”
Pluspakketten Iedereen heeft recht op basiszorg van goede kwaliteit, dat staat buiten kijf. ActiZ vindt ook dat dit niet ter discussie mag staan. Het aanbieden van extra diensten tegen betaling is onderdeel van ondernemerschap. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn: - een cliënt betaalt nooit bij voor basis AWBZ-verzekerde zorg; - aanvullende diensten worden, in overleg met de cliëntenraad vormgegeven; - aanvullende diensten mogen nooit verplicht opgelegd worden. Het werken met aanvullende diensten in pluspakketten is relatief nieuw. Daarom organiseert ActiZ samen met Dosaris cursussen voor haar leden. PFS
Achmea is gevoelig gebleken voor de kritiek van ActiZ op het voornemen om de bevoorschotting van AWBZ zorg begin 2011 te beëindigen. Achmea was van plan om te gaan werken op declaratiebasis. ActiZ voorzag dat zorginstellingen in de Achmea-regio’s hierdoor onnodige kosten moesten maken en zelfs in liquiditeitsproblemen konden komen. Daarnaast zou een ongelijk speelveld
gecreëerd worden. Daarom heeft ActiZ zich samen met een aantal zorgaanbieders actief ingezet richting Achmea, de NZa en ZN en heeft hierover vragen aan minister Klink gesteld. Achmea heeft besloten om de bekostigingssystematiek in 2011 iets aan te scherpen op basis van de gerealiseerde productie, maar de bevoorschotting wel te handhaven.
Contracteerplicht intramurale zorg De contracteerplicht van verpleeg- en verzorgingshuizen door verzekeraars wordt voorlopig nog niet afgeschaft. ActiZ pleit voor een zorgvuldige voorbereiding daarvan. In 2010 en 2011 zijn er nog teveel onzekerheden. Bovendien zijn zorgorganisaties nog druk bezig met andere veranderingen in regelgeving en bekostiging. Zo is de invoering van de zorgzwaartepakketten pas dit
jaar geheel ingevoerd. Ook is er nog geen duidelijkheid over de financiering van vastgoed en de invoering van een zogenoemde normatieve huisvestingscomponent. Overigens is ActiZ wel voorstander van het afschaffen van de contracteerplicht: zij is het met het ministerie van VWS eens dat dit een belangrijke stap is om de AWBZ meer vraaggericht te maken.
Actiz.2010
17
Bekostiging
JAARKRANT
sen van het werkrooster. We zijn slimmer gaan werken.” ZorgContact is begeleid vanuit in voor zorg!, een ondersteuningsprogramma van Vilans en VWS. Met een adviseur uit dit programma en een interne projectgroep, stelde Schilte per afdeling vast hoe het dienstenpatroon er uit moet
Als leiding moet je steeds laten zien dat je zelf ook met hart en ziel gaat voor de organisatie
Zorgzwaartebekostiging stimuleert andere werkorganisatie
Scherper onderscheid tussen zorg en service ZorgContact, dat zorg- en dienstverlening levert aan ouderen in Zandvoort en omgeving, kampte met een fors begrotingstekort. Dit kwam vooral door hoge personele kosten. “Zonder meer snijden zou ten koste gaan van de zorg voor de cliënten,” zegt interim-bestuurder Karina Schilte. “Het werd snel duidelijk dat onze formatie niet goed paste bij de zzp’s van onze cliënten. Een vacaturestop was onvermijdelijk en de inzet van onze flexpool moest fors naar beneden. Maar de crux was toch wel het aanpas-
Minder personeelskosten zonder dat de zorg er onder lijdt, een sluitende begroting en veel enthousiasme voor zorgvernieuwingen. Dat is de opbrengst van een verbetertraject waar ZorgContact in 2010 hard aan heeft getrokken.
zien om kwalitatief verantwoorde zorg te leveren. Bij de organisatorische aanpassingen was de systematiek van de zorgzwaartebekostiging verhelderend. Schilte: “We kwamen erachter dat veel cliënten niet goed geïndiceerd waren. Soms zaten ze in een te lage zzp. Daar is dan omzetwinst te realiseren. Maar we bleken ook veel dingen te doen die niet uit de zzp’s gefinancierd worden. Nu maken we een scherper onderscheid tussen noodzakelijke zorg en aanvullende service, bijvoorbeeld een boodschapje doen.”
Masterplan Veranderen gaat van au!, dat heeft Schilte zich steeds goed gerealiseerd. Het proces “hakte er stevig in” op de werkvloer. “We hebben veel gedaan voor de betrokkenheid. Als leiding moet je steeds laten zien dat je zelf ook met hart en ziel gaat voor de organisatie.” Nu de zaak op orde is, kan Schilte weer meer in de medewerkers investeren. ZorgContact heeft een masterplan opgezet om de kwaliteit van zorg te borgen op de werkvloer. “We gaan met onze mensen werken aan zorginhoudelijke thema’s als wondverzorging en medicatiebeheer. En we willen de teams veel ruimte geven om te reflecteren op het werk. Als mensen ervaren dat je met een andere organisatie meer kunt bereiken, geeft ze dat echt een boost.” MvB
invoering zzp’s “grotendeels succesvol” De zorgzwaartebekostiging is door de meeste zorgorganisaties in de langdurige zorg succesvol ingevoerd (zie grafiek). De sector van verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) loopt daarbij voorop. Dat bleek in november 2010 uit een onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS onder 850 zorgorganisaties. Sinds 1 januari 2010 moeten alle zorgorganisaties in de langdurige zorg (VVT, GGZ en gehandicaptenzorg) werken met zorgzwaartepakketten (zzp’s). Cliënten krijgen een zorgindicatie op basis van een bepaalde zorgzwaarte. Bureau HHM, Casemix en Q-Talent concluderen in het rapport ‘Werken met ZZP’s, inventari-
satie ondersteuningsbehoefte’ dat de zorgbehoefte van cliënten daadwerkelijk meer centraal staat. De onderzoekers noemen de invoering van de zpp’s “grotendeels succesvol”, maar wijzen ook op een paar aandachtspunten. Zo staat de vertaling van zzp’s naar strategie, beleidsvorming en bedrijfsvoering bij de meeste organisaties nog in de kinderschoenen. De VVT-sector loopt hierbij voorop, terwijl ruim een kwart van de ggz-instellingen nog onvoldoende scoort. Veel organisaties hebben behoefte aan ondersteuning, bijvoorbeeld bij de communicatie met (potentiële) cliënten en bij het realiseren van de cultuuromslag die nodig is.
Daarnaast vormt de toegenomen administratieve last voor zorgorganisaties een knelpunt. ActiZ herkent het beeld uit het onderzoek. De invoering van de zzp systematiek is een groot en ingewikkeld project. Veel zorgondernemers blijken de invoering overigens aan te grijpen voor innovaties in hun werkwijze, zoals ZorgContact de invoering van zorgzwaartebekostiging gebruikte bij haar organisatieverandering.
Stand van zaken invoering zzp’s. Bron: Werken met ZZP’s, inventarisatie ondersteuningsbehoefte, In voor zorg.
Werken met ZZP’s, inventarisatie ondersteuningsbehoefte
50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Kopgroep
Middengroep
Stand van zaken invoering zzp’s. Bron: Werken met ZZP’s, inventarisatieondersteuning
Staartgroep
V&V GGZ GZ Totaal
ActiZ.2010
18 Wonen en zorg
JAARKRANT
Naar oplossing financiering zorgvastgoed
Scheiden wonen en zorg: over de toekomst van de verzorgingshuizen
“De bekostigingssystematiek maakt niet uit, als het product maar blijft” Het verzorgingshuisconcept kan niet zomaar verdwijnen. Bestuurders Irene Vriens en Becker Awad geven hun visie op de toekomst van het verzorgingshuis.
klein bedrag kunnen de andere bewoners meedoen. Zo is er meer AWBZ geld beschikbaar voor meer activiteiten.” Vriens houdt een warm pleidooi voor het behoud van het concept van de verzorgingshuizen: beschermd wonen met aandacht voor welzijnsactiviteiten. Een pleidooi dus om voorzichtig om te gaan met de scheiding van wonen en zorg.
Zorg thuis
De discussie over scheiden van wonen en zorg is niet nieuw. Al jaren lang vindt een verschuiving plaats van verzorgingshuiszorg naar een verpleeghuiszorg. Ouderen blijven langer thuis wonen en gaan pas later naar een beschermde woonomgeving, als de zorgvraag hoger is. Er wordt al wel gesuggereerd dat het verzorgingshuis helemaal afgeschaft kan worden. “Maar laten we dan niet een groep mensen in de kou staan die de verzorgingshuiszorg wel nodig hebben?” vraagt Irene Vriens, bestuurder van de Koperhorst in Amersfoort, zich af. Hoe gaan we in de toekomst om met mensen die een beschermde woonomgeving nodig hebben, maar nog niet naar een verpleeghuis hoeven, dat is de kernvraag in de discussie over scheiden van wonen en zorg.
De diverse woonvormen komen samen in een centrale hal met een gemeenschappelijke receptie. “De meerwaarde van deze combinatie ten opzichte van zorg thuis zit in de ruimte voor ongeplande zorg,” licht Vriens toe. “Net als de thuiszorg bieden wij geplande zorg. Maar als een bewoner in een seniorenwoning ongeplande zorg nodig heeft, is de zorgverlener dichterbij en sneller aanwezig. Bovendien bieden we een beschutte en veilige omgeving en allerlei activiteiten en gezelligheid die bijdragen aan het welbevinden van de bewoners. Ook kunnen bewoners binnenshuis boodschappen doen, dus als ze niet naar buiten willen, hoeft dat niet. Door de beschikbaarheid van al deze diensten stellen ze de zorgvraag langer uit en wordt de vraag kleiner.”
“Laten we niet een groep mensen in de kou staan die de verzorgingshuiszorg wel nodig hebben?” beschikbaarheid van zorg is anders niet rendabel te organiseren. Welzijnsactiviteiten kunnen dan geleverd worden door welzijnsorganisaties en vrijwilligers. De gemeenschapszin die Vriens binnen haar organisatie bevordert, ziet Awad in de wijk ontstaan.
“Door de beschikbaarheid van al deze diensten stellen mensen hun zorgvraag langer uit” Winst dus voor de cliënt en voor de AWBZ omdat daar minder een beroep op wordt gedaan.
Combinatie Een voorbeeld van beschermd wonen toont de Koperhorst in Amersfoort. Bij binnenkomst ziet de bezoeker een bewegwijzering naar het verzorgingshuis, service & zorgwoningen, seniorenwoningen en een verpleegafdeling.
Awad is stellig over het einde van de verzorgingshuizen: “Ze zijn niet meer van deze tijd. Bewoners hebben steeds meer verschillende levensstijlen en woonwensen.” Daarin moet het woonaanbod voorzien. Awad ziet een oplossing in het ‘Volledig Pakket Thuis’, een vorm van verpleeghuiszorg thuis. Maar ook hij ziet een meerwaarde van clustering van cliënten dichtbij een verpleeghuis. Met name de 24-uurs
In de Koperhorst kunnen de diensten voor de seniorenwoningen en de servicewoningen bestaan dankzij het aanpalende verzorgingshuis. “De activiteiten worden toch al georganiseerd voor de verzorgingshuisbewoners, en voor een
draagkrachtige ouderen met een klein AOW-tje. Als hun sociale woningbouwwoning niet geschikt is voor mensen met een zorgvraag, waar moeten zij dan heen? Wonen voor ouderen stelt al snel specifieke eisen aan de woning: bredere gangen en deuropeningen zodat mensen zich met een rollator of rolstoel kunnen bewegen. Een grote badkamer, waarin een rolstoel past en waar mensen geholpen kunnen worden. Aanpassingen die voor een woningcorporatie niet heel aantrekkelijk zijn, want ze zijn duur. Het bouwen van sociale zorgwoningen is niet rendabel voor woningbouwcorporaties en dat maakt de corporaties terughoudend, constateert Awad. Vriens heeft in haar eigen organisatie te maken met bewoners die financieel gezien beter af zijn met een intramurale zorgindicatie waarbij de woon-compo-
AOW-tje In de discussie van VWS over scheiden van wonen en zorg speelt de welzijnsfunctie uit de verzorgingshuiszorg nauwelijks een rol. Veel meer gaat het over de financiën. Maar ook aan de financiële kant van scheiden van wonen en zorg zitten haken en ogen. Beide bestuurders maken zich zorgen over de verzorging voor minder
nent uit de AWBZ wordt gefinancierd, dan in een seniorenflat waar ze zelf de huur moeten betalen. Dat is een discussie over inkomens, stelt Vriens, niet over zorg. Maar in het kader van scheiden van wonen en zorg moet deze discussie wel gevoerd worden.
Behoud Duidelijk is voor zowel Awad als Vriens, dat om scheiden van wonen en zorg in goede banen te leiden, de ministeries van VROM en VWS nauw moeten overleggen. De zorgondernemers zijn niet tegen de scheiding, maar vinden dat VWS goed moet nadenken over het behoud van de zorg- en welzijnsdiensten die cliënten zo lang mogelijk ondersteunen om zelfstandig te blijven en eigen regie te houden. “Het maakt voor mij niet uit waar het geld vandaan komt, maar breek het product niet af,” besluit Vriens. PFS
ActiZ en de betrokken overheidsinstanties zoeken al jaren naar een oplossing voor de bekostiging van zorgvastgoed. In 2010 heeft ActiZ een belangrijke bijdrage geleverd aan de discussie, een definitief besluit heeft het ministerie van VWS nog niet genomen. Sinds de afschaffing van het bouwregime op 1 januari 2009 hebben de verpleeg- en verzorgingshuizen nog geen duidelijkheid over de nieuwe bekostiging van het zorgvastgoed. Onder het bouwregime kregen zorgondernemers de werkelijke kapitaallasten van het gebouw in hun budget vergoed. In de nieuwe systematiek wordt er een kapitaal-lastenvergoeding – de normatieve huisvestingscomponent (NHC) – toegevoegd aan de zorgzwaartepakketten. Zo ontstaat er een integrale vergoeding voor zowel zorg als wonen. ActiZ stelde eind 2009 voor om de NHC in één keer in te voeren voor zowel oude gebouwen als nieuwbouw. De kosten voor nieuwbouw zouden hierbij gedekt worden met inverdieneffecten op oudere gebouwen. Zorgaanbieders worden aangezet tot nieuwbouw door concurrentie: in oude gebouwen ontstaat leegstand, die niet vergoed wordt.
Voorwaarden Het ministerie van VWS heeft nog niet op alle fronten duidelijkheid geboden, maar sloot in haar ambtelijke brief van oktober 2010 wel aan bij het voorstel van ActiZ om de NHC voor alle bouw in te voeren. ActiZ stelt, samen met haar leden, een aantal voorwaarden voor een goede oplossing voor de financiering van het zorgvastgoed: het systeem van contracteerruimte moet afgeschaft worden; een oplossing van de boekwaardeproblematiek bij huur is nodig; het tarief (niet jaarlijks onderhandelbaar) moet betrouwbaar zijn; in de uitwerking van het overgangsregime moet de boekwaardeproblematiek opgelost worden. Ook kan de kapitaallastenvergoeding niet los gezien worden van het scheiden van wonen en zorg. ActiZ overlegt met de NZa en VWS over de technische uitwerking van het overgangsmodel.
Actiz.2010
Wonen en zorg 19
JAARKRANT
Dubbelinterview over wonen, zorg en welzijn in crisistijd
Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg in 2010
“Er zit veel lucht in het systeem” Het zijn roerige tijden voor woningcorporaties en zorgorganisaties. Effecten van de crisis, Brusselse regels en overheidsbeleid rond zorgfinanciering, ze leiden soms tot onzekerheid. Veel zorgorganisaties en corporaties hadden in 2010 moeite om hun plannen met zorgvastgoed te realiseren. Stagnatie dreigt terwijl de noodzaak voor nieuwen verbouw in de sector manifest is. ActiZ-lid Willy van Egdom, bestuurder van het Bartholomeus Gasthuis, begon haar werk in 2007. Het was nog geen crisis, maar de instelling zat wel in zwaar weer. Het Bartholomeus is met zijn ruim 600 jaar een van de oudste instellingen van Nederland, en zit al die tijd in hetzelfde pand. “Onze missie was om dat te koesteren. ik zag het meteen als een enorme kans, want het gebouw en de locatie in de Utrechtse binnenstad hebben een enorme potentie.” Van Egdom had naar eigen zeggen ‘geen idee’ van de regelgeving. Dus toen ze in haar enthousiasme een radicaal plan op tafel legde, kreeg ze de zaak niet volledig vergoed uit de gebruikelijke potjes. “Maar ik was zo overtuigd dat ik dacht: we gaan toch door. De gemeente Utrecht was enthousiast, en na een paar gesprekken droeg de gemeente bij aan de financiering.” Nog altijd miste Van Egdom een deel om het complete plan door te voeren. Maar na uitgebreide sponsorwerving kon de bouw – middenin crisistijd – uiteindelijk toch van start gaan.
Zij opereren in een omgeving met veel onzekerheden, ook op het
Echte problemen oplossen
De Wmo-budgetten krimpen, de AWBZ is onzeker en de staat doet “een forse greep in de kas” van de corporaties, aldus Windmüller. “Als we dan met de ruggen naar elkaar toe gaan staan, lossen we de echte problemen niet op.
Als je goed luistert naar de markt, dan is er een weg, stelt Van Egdom vast. Directeur Harrie Windmüller van BrabantWonen beaamt dat onmiddellijk. “Er zijn woningcorporaties die zich terug-
financiële vlak. Maar deze moeilijke situatie hoeft niet per se tot stagnatie te leiden. Dat leren bijvoorbeeld de ervaringen van het
verdubbeld, in ruil voor de helft van de bestuurlijke zeggenschap. De balanspositie van de nieuwe organisatie is zo enorm verbeterd, en we kunnen nu echt samen aan de slag met de vraag van onze gezamenlijke klant.”
Bartholomeus Gasthuis en BrabantWonen. Regels als hulpmiddel Maakt het eigenlijk nog wel uit wie er in Den Haag zit? Volgens Windmüller gaat het vooral om de ruimte die een overheid geeft. “Je moet een paar dingen regelen op landelijk niveau. Maar uiteindelijk is een goede afstemming van wonen, zorg en welzijn een lokale bezigheid. Alleen daar kun je komen tot een passende, gebiedsgerichte aanpak.”
trekken op hun core business. ik zie onze rol breder. Het gaat om de sociale problemen van deze tijd. Denk aan het tot stand brengen van sociale samenhang in multiculturele wijken en het leefbaar houden van kleine kernen. We moeten een gezamenlijk antwoord vinden op de vraag van burgers naar wonen, welzijn en zorg.”
ik ga liever het grijze gebied in, samen met anderen.” Naast BrabantWonen is er nu BrabantZorg, vertelt Windmüller, een samenwerkingsverband met een zorgorganisatie met 33 locaties en
Van Egdom ziet wel dat corporaties en zorgondernemers door Haags beleid in een spagaat kunnen komen bij het rond krijgen van de keten. “Maar er zit ook erg veel lucht in het systeem. ik heb gemerkt dat enthousiasme kan overslaan op anderen, ook op degenen die over de regels gaan. Dan wordt een regel een hulpmiddel in plaats van een hindernis.” Bartholomeus Gasthuis is een van de good practices uit ‘Het Tweede Begin’, een studie naar ‘langer doorgaan’ met
“Als je goed luistert naar de markt, dan is er een weg vijfduizend ‘bedden’. “We hebben hun zorgvastgoed gewaardeerd zoals wij dat altijd deden: bereken de onderhoudskosten, bepaal de huurwaarde, gooi de leningen in één emmer en voeg de restwaarde van de grond toe. De vastgoedwaarde die daar uit kwam hebben wij
bestaand zorgvastgoed. BrabantWonen zoekt intensieve samenwerking met lokale partners. Beide organisaties delen hun ervaringen met wonen en zorg in roerige tijden met andere woningcorporaties en zorgorganisaties. Kijk op www.kcwz.nl. MvB
Het Kenniscentrum Wonen-Zorg is een samenwerkingsverband van ActiZ en Aedes, de vereniging van woningcorporaties. Het onderwerp ‘Crisistijd, innovatietijd?’ was in 2010 het centrale thema voor het kenniscentrum. In roerige tijden is het zoeken naar manieren om ‘het bestaande’ te versterken en nieuwe kansen en innovaties te vinden. Met het Kennisprogramma Zorgvastgoed droeg het kenniscentrum bij met nieuwe inzichten, goede voorbeelden en ideeën over bouwen voor kwetsbare groepen. Het kenniscentrum presenteerde een handreiking ‘Rekenen aan zorgvastgoed’ en bood aandacht aan thema’s als planologische knelpunten bij kleinschalig wonen in de wijk, het ‘langer doorgaan’ met bestaand zorgvastgoed, levensloopgeschikt bouwen, ‘slim ontwerpen’ en het creëren van omgevingen die het welbevinden van bewoners en medewerkers versterken (Healing Environment). Ook organiseerde het kenniscentrum een Toekomstatelier Wonen-Zorg, het eerste toekomstatelier uit een serie. De toekomstateliers beogen leden van ActiZ te ondersteunen en te stimuleren bij vernieuwingen in de zorg. Hierbij komen koplopers in de vernieuwing samen met innovatoren uit andere sectoren en bureaumedewerkers van ActiZ om ideeën en ervaringen uit te wisselen.
Afbouw meerpersoonskamers Healing environment goed voor algeheel welbevinden De verpleeghuizen hebben er hard aan gewerkt om het aantal meerpersoonskamers (met meer dan twee bedden) af te bouwen. Sinds 1998 is het aantal drie en meerbedsplaatsen sterk gereduceerd. Ten opzichte van 2009 is in 2010 het aantal plaatsen verminderd met 36 procent, rapporteerde het ministerie van VWS in oktober 2010 (zie tabel). Een goed resultaat, maar het doel dat in 1998 werd gesteld om alle meerbedsplaatsen in 2010 af te bouwen is niet gehaald. Zorgorganisaties hebben wel verbeterplannen opgesteld, maar door diverse belemmeringen zijn de plannen
nog niet uitgevoerd. Deels is dit te wijten aan de financiële crisis en de veranderende regelgeving in de financiering van de kapitaallasten.
mentaal en lichamelijk welbevinden van de bewoners en andere Naast de drie- en meerpersoonskamers zijn er nu nog niet splitsbare tweepersoonskamers in gebruik. in veel van de lopende verbeteringstrajecten worden ook deze niet splitsbare kamers omgevormd naar één- en splitsbare tweepersoonskamers. in 2011 stelde VWS dat, gelet op het individueel afdwingbaar recht op een één-persoonskamers in de zorgbeginselenwet, ook deze snel afgebouwd moeten worden.
Aantal plaatsen in drie- en meerpersoonskamers Driepersoonskamers Vierpersoonskamers Vijfpersoonskamers Zespersoonskamers Totaal Bron: Ministerie van VWS
2012 54 1.228 60 0 1.342
Hoe kan de fysieke omgeving positief bijdragen aan het sociaal,
2011 630 3.172 65 12 3.879
08/2010 531 4.840 200 30 5.601
05/2009 1.530 7.072 125 72 8.789
01/1998 2256 20.755 1.995 2.658 27.665
gebruikers van een gebouw? Dat is de kernvraag die bij healing environment wordt gesteld. in een gebouw waar zorg verleend wordt, moeten risico’s op ongelukken en bijvoorbeeld infecties zo veel mogelijk zijn uitgebannen. Maar het moet ook comfort bieden en uitnodigen tot ontmoeting, bijvoorbeeld in een gezellig restaurant. En het moet een prettige plek zijn om te werken. Uit onderzoek is inmiddels veel bekend over de effecten van de fysieke omgeving op de mens. Een healing environment begint al met locatie van het gebouw en bijvoorbeeld de plaatsing ten opzichte van de zon.
Maar ook de indeling, materialen, de installaties en de akoestiek zijn essentieel. Het Aedes-Actiz Kenniscentrum WonenZorg, informatiepunt voor kennis op het terrein van wonen, welzijn en zorg, geeft op www.kcwz.nl schematisch weer wat een gebouw tot een veilige, prettige en uitnodigende woon- en werkomgeving maakt. Ook in bestaande gebouwen is er veel mogelijk, bijvoorbeeld met keuzes in inrichting, verlichting, kleur en dergelijke. De principes van healing environment zijn essentieel bij het bouwen voor
kwetsbare groepen, bijvoorbeeld voor mensen met dementie. Het Kenniscentrum presenteerde eind 2010 tijdens een themamiddag een evaluatieonderzoek van AKTA en Vilans naar kleinschalig wonen. Aansluitend was er een rondleiding door De Hogeweyk in Weesp, waar het concept van healing environment is vertaald in een kleine ‘wijk’. Deze ‘wijk’ heeft zoveel mogelijk herkenbare elementen uit de vertrouwde omgeving van de bewoners, van een gezellig terras tot groepswoningen in de eigen leefstijl. MvB
ActiZ.2010
20 Jeugd en gezin
JAARKRANT
Stuurgroep adviseert over terugdringen babysterfte
“Een bevallende vrouw moet je niet alleen laten” In vergelijking met andere EU-landen is de babysterfte in Nederland relatief hoog. In een breed gedragen advies deed de Stuurgroep zwangerschap en geboorte voorstellen om de zorg rond zwangerschap en geboorte te verbeteren. De rol van de kraamzorg is daarbij cruciaal.
moet kijken,” zegt Harmelink, die tot begin 2010 bestuurder was van kraamzorgorganisatie Naviva. “Het gaat in de begeleiding om de gehele context van de cliënt. En je moet iemand die gaat bevallen niet alleen laten. Als een vrouw zich veilig voelt, werkt dat positief op de voortgang van de bevalling.”
Cruciale rol
Verontrustende cijfers over babysterfte leidden in 2008 tot de Stuurgroep zwangerschap en geboorte. Deze stuurgroep, die overgaat in het College Perinatale Zorg, publiceerde op 30 december 2009 haar eindadvies ‘… een goed begin; Veilige zorg rond zwangerschap en geboorte’. ActiZ was vertegenwoordigd door bestuurslid
Niet alleen vanuit een medische invalshoek naar de bevalling kijken Irma Harmelink, bestuurder van ZorgAccent en Thuiszorg NW Twente. De stuurgroep ziet een belangrijke rol weggelegd voor de kraamzorg. Zo moet de kraamverzorgende vanaf het eerste begin van de baring aanwezig zijn om de aanstaande moeder te ondersteunen bij haar bevalling. “Daarmee is duidelijk onderkend dat je niet alleen vanuit een medische invalshoek naar de bevalling
Een ander belangrijk element van een voortdurende begeleiding is dat meteen kan worden ingegrepen als er iets verkeerd dreigt te gaan. Harmelink: “Een kraamverzorgende moet dan wel goed zijn toegerust om signalen te kunnen interpreteren en tijdig medische hulp in te schakelen als dat nodig is. Het advies van de stuurgroep onderstreept dat alle betrokken professionals samen verantwoordelijk zijn. Door de kraamzorg mee te nemen in de richtlijnontwikkeling rond zwangerschap en geboorte, is de cruciale rol van deze discipline nu veel explicieter benoemd.” Die rol is inmiddels uitgewerkt in het Kwaliteitskader Vervroegde Inzet Kraamverzorgenden. Dit document, direct voortgekomen uit het advies van de stuurgroep, moet de kwaliteit van zorg aan moeder en kind tijdens de baring waarborgen. Vooral vrouwen uit achterstandsgroepen en allochtone vrouwen maken relatief weinig gebruik van kraamzorg, vertelt Harmelink. “Deels is dat een kwestie van onbekendheid met het belang van goede kraamzorg. Maar een belangrijke belemmering is ook de eigen bijdrage. Bij een gemiddeld aantal van 49 uren kraamzorg loopt die, met een paar euro per uur, al snel op. Als we serieus werk willen maken van het terugdringen van babysterfte, zijn we er niet alleen met een betere samenwerking tussen de disciplines. De politiek zal aan de uitvoering van het advies ook echt financiële consequenties moeten verbinden.” MvB
Kwaliteitskader vroegtijdige inzet kraamzorg bij bevalling Continue begeleiding tijdens de bevalling kan bijdragen aan het terugdringen van babysterfte. Dat is een van de aanbevelingen uit het advies van de stuurgroep zwangerschap en geboorte. ActiZ en KNOV hebben hierover afspraken gemaakt en vastgelegd in het Kwaliteitskader Vervroegde Inzet Kraamverzorgenden. Met dit kwaliteitskader wordt de kwaliteit van zorg aan de moeder en haar kind gewaarborgd. Onder regie en verantwoordelijkheid van de verloskundige kan in de vroege fase van de bevalling ook een kraamverzorgende worden ingezet. Het kwaliteitskader Vervroegde Inzet Kraamverzorgenden beschrijft de competenties en voorwaarden waaraan de kraamverzorgende moet voldoen om vervroegd ingezet te worden bij een bevalling. Daarnaast zijn afspraken geformuleerd over de samenwerking tussen verloskundigen en kraamzorgorganisaties. De verloskundige bewaakt te allen tijde
de voortgang en conditie van moeder en kind en zal ook eerder in de laatste fase van de bevalling aanwezig zijn om samen met de kraamverzorgende de kraamvrouw te begeleiden. Het kwaliteitskader is een eerste uitwerking van het advies van de stuurgroep zwangerschap en geboorte om babysterfte terug te dringen. Het kwaliteitskader is ontwikkeld door de KNOV en ActiZ in samenwerking met Naviva kraamzorg, Yunio kraamzorg, kraamzorg Groene Kruis (Limburg) en verloskundige praktijk Moriaen.
ActiZ.2010
Jeugd en gezin
JAARKRANT
VNG ondersteunt zorgaanbieders bij invoering
Digitaal dossier JGZ
“CJG wordt het scharnierpunt tussen preventie en zorg” In 2011 moeten alle 418 gemeenten minstens één Centrum voor Jeugd en Gezin hebben. Volgens Wim Hoddenbagh van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten biedt de invoering van de CJG’s grote kansen voor preventie.
In zijn mooiste vorm is een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) een soort consultatiebureau+: een toegankelijke voorziening die vrijwel alle ouders bereikt, aangevuld met laagdrempelige opvoedingsondersteuning. Dat zegt Wim Hoddenbagh, projectleider invoering CJG bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Om deze voorziening te kunnen realiseren, is een nauwe samenwerking nodig tussen gezondheid, welzijn, onderwijs en bijvoorbeeld kinderopvang. Hoddenbagh ziet het CJG vooral als een netwerkorganisatie, waarin professionals informatie met elkaar delen en niet over maar met ouders praten. “In zo’n netwerk hebben
Tot 2009 richtte Hoddenbaghs invoeringswerk zich vooral op de verantwoordelijke wethouders. Gemeenten verlenen echter zelf geen zorg, zegt hij, dus het was logisch dat de zorgaanbieders meer in beeld kwamen. Samen met GGD Nederland, MO-groep en ActiZ organiseerde de VNG in 2010 enkele masterclasses. “Die hadden een veranderkundige insteek: hoe geef je leiding aan het proces naar samenwerking? Bij samenwerking gaat het allereerst om ontmoeten. Ik zie de invoering van het CJG dan ook echt als een proces waarin we van elkaar leren.” Een concreet product is een e-book, een interactieve pdf, praktisch gesorteerd per invoeringsstap. Daarnaast biedt het invoeringstraject ondersteuning op locatie. Vlak voor de Kamerbehandeling van de rijksbegroting 2011 wees ActiZ de politiek op het belang van primaire preventie binnen de CJG’s. ActiZ signaleert een verschuiving van preventie naar risicozorg. Hoddenbagh deelt de zorg van ActiZ, maar ziet juist ook veel kansen.
Ik zie de invoering van het CJG dan ook echt als een proces waarin we van elkaar leren mensen elkaars 06 en willen ze de ander ook echt helpen. Je moet een kind desnoods bijna letterlijk bij de hand durven nemen om het bij je collega onder te brengen.” De vorming van CJG’s als netwerkorganisatie is nog niet overal een feit. Maar Hoddenbagh is optimistisch: “Bij veel professionals leeft al heel lang de wens om zo te werken.”
“Het meeste geld gaat nu inderdaad naar dure zorg voor multiproblemgezinnen. Maar juist vanuit de concrete samenwerking binnen een CJG, kun je preventie een veel steviger plek geven in de ‘cirkels’ van ondersteuning rond gezinnen. Een goed CJG werkt straks op het scharnierpunt tussen preventie en zorg.” MvB
Nederlands Centrum Jeugdgezondheid In 2010 werd het onafhankelijke Nederlands Centrum JeugdgezondJeugdgezondheidszorg heeft meer aandacht gekregen van het vorige en het huidige kabinet. Dat is een positieve ontwikkeling, zegt Ron Axt, bestuurslid van NCJ en bestuurder van Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Rivierenland. “De problematiek is de laatste decennia alleen maar groter geworden.” Axt vindt dat het veld daarop nu door moet pakken. “Het gaat om de inhoud, we willen allemaal hetzelfde: een gezonde jeugd en gezonde ontwikkeling.” Daar ligt een rol voor het nieuwe Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.
heid (NCJ) opgericht, als opvolger van het RIVM/ Centrum Jeugdgezondheid. Het wordt geleid door ActiZ, GGD Nederland en de beroepsverenigingen. Ron Axt, bestuurslid van het NCJ, vertelt over de uitdagingen waar het NCJ voor staat.
Wat doet het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid? Axt: “De doelstellingen en ambitie van het NCJ zijn drieledig: het stimuleren van de innovaties in de jeugdgezondheidszorg; een kenniscentrum voor de jeugdgezondheidszorg zijn en pleitbezorging voor een gezonde jeugd. Het NCJ opereert vanuit het perspectief van de cliënt. Het idee is om ouders en kinderen meer stem te geven bij de ontwikkeling van jeugdgezondheidszorgprogramma’s en meer uit te gaan van de behoefte van de ouders. Zo ontstaat een grotere diversiteit in het aanbod voor ouders die meer of minder behoefte hebben aan ondersteuning. Dat is één vorm van innovatief denken. Innovatie is ook nodig om de doelgroep te bereiken: communicatie met de jeugd is anders dan vroeger. De jeugd bereik je nu via de nieuwe media. Daarnaast blijft het NCJ natuurlijk de ontwikkeling van de kinderen volgen. Zaak is om niet alleen richtlijnen voor de professionals op te stellen, maar ook regie te
21
voeren op het huidige woud van richtlijnen en protocollen. Teveel verschillende instanties overladen de professionals met kwaliteitsrichtlijnen. Ik vind dat het NCJ daar een toegevoegde waarde in kan gaan krijgen. We ondersteunen de visie van het voormalig ministerie van Jeugd en Gezin dat je de eigen kracht van gezinnen in eigen omgeving moet gebruiken om gezondheid en ontwikkeling van jeugd te bevorderen en problemen in later stadium te voorkomen. Het NJC pleit ervoor, net als ActiZ, om daarbij niet alleen te focussen op de probleemjeugd en problemen in gezinnen, maar ook energie te steken in vroegsignalering en preventie.”
Wat is anders aan het nieuwe NCJ? “Onder het RIVM hield het centrum zich meer bezig met richtlijnontwikkeling en protocollering. Niets ten nadele van het RIVM, maar uit het veld kregen we terug dat er meer behoefte was aan samenwerking in de keten, innovatie en het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Het NCJ is er voor de keten, voor belangen van ouder en kind, de organisaties en de professionals. We willen aansluiten bij behoeften uit het veld. Ook belangrijk, en daar hebben we in 2010 veel aandacht aan besteed samen met de directeur, is het aanbrengen van een focus: niet meer alles willen doen, maar keuzes maken.” In 2011 zal het NCJ deze keuzes presenteren. PFS
Met ingang van 2010 krijgt ieder kind dat in Nederland wordt geboren een digitaal dossier voor de jeugdgezondheidszorg (DD JGZ). Dit dossier bevat informatie over het kind, de gezinssituatie en de omgeving. Nagenoeg alle jeugdgezondheidszorg-leden van ActiZ hebben het digitale dossier in 2010 ingevoerd. Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen van de JGZ houden het digitaal dossier bij voor kinderen van 0-19 jaar. Ze gebruiken het voor registratie en informatie bij elk contactmoment. Het DD JGZ vergemakkelijkt het overdragen van informatie over het kind op de leeftijd van vier jaar en bij verhuizingen en zorgt ervoor dat de informatie altijd bij de hand is. ActiZ ondersteunde haar leden bij de implementatie van het digitaal dossier middels informatie- en intervisie-bijeenkomsten en een digitaal platform. Daarnaast neemt ActiZ deel aan de stuurgroep DDJGZ, die de landelijke eisen opstelt om de uitwisselbaarheid van gegevens te borgen.
Wat werkt in de thuisbegeleiding? Een thuisbegeleider komt bij de mensen die hulp nodig hebben thuis en gaat samen met de cliënt aan de slag. Hij of zij neemt een praktische insteek: hulp bij de opvoeding van kinderen, het levensritme, zorgen dat mensen hun zaakjes weer op orde krijgen. ActiZ liet onderzoeken wat werkt in de thuisbegeleiding onder cliënten, thuisbegeleiders, managers en gemeenten. Belangrijk is een integrale aanpak en de focus op het zo snel mogelijk weer zelfredzaam worden van de cliënt. Daarmee is thuisbegeleiding een waardevolle vorm van hulp: het is laagdrempelig en relatief goedkoop. Bovendien past deze vorm van zorg heel goed in de visie op de langdurige zorg waarbij eigen regie en verantwoordelijkheid van cliënten het uitgangspunt is. De thuisbegeleiding kan voorkomen dat zorg langdurig nodig is. De inzet van thuisbegeleiders is in 2010 gestegen. Dat bleek uit een inventarisatie van de behoefte aan thuisbegeleiders. In de komende jaren zullen naar verwachting 1800 thuisbegeleiders nodig zijn. Er lijkt weer groei te zijn. Dit zijn de vruchten van het profileringtraject voor de thuisbegeleiding waarmee ActiZ in 2008 is gestart. De aandacht voor preventie en de nadruk in het regeerakkoord op eigen regie voor de cliënt kunnen in 2011 een positieve werking hebben op de waardering voor de thuisbegeleiding. Meer hierover staat in de brochure “Thuisbegeleiding in beeld” op actiz.nl.
22 Campagne mijn tijd voor de zorg
ActiZ.2010 JAArKrANT
Een realistisch beeld van de ouderen- en thuiszorg In januari 2010 ging de publiekscampagne Mijn tijd voor de zorg van start. Aan de vooravond van overheidsbezuinigingen in de ouderenzorg, vergrijzing en een krappe arbeidsmarkt, vonden ActiZ en haar leden het hoog tijd om te laten zien wat er in de praktijk achter de voordeur van de ouderen- en thuiszorg gebeurt.
Edwin: Mij is vooral bijgebleven het enthousiasme waarmee is bijgedragen aan dit fantastische initiatief! Een team dat met elkaar maar één ding wilde: de zorg met hart en ziel naar buiten dragen. Op mijn bijdrage in de Libelle heb ik veel positieve reacties gekregen en dat heeft mij doen beseffen dat de campagne wordt gevolgd door veel mensen!
Lucia: Afgelopen jaar is er veel aandacht geweest voor de zorg in media en politiek. Opvallend vond ik de eenzijdige benadering en het gemis aan visie uit de praktijk. Het was me een waar genoegen om die lacune te mogen opvullen.
Zes medewerkers uit de zorg hielden op de website www.mijntijdvoordezorg.nl een dagboek bij om te laten zien wat de effecten zijn van regelgeving, zoals minutenregistratie en zorgzwaartebekostiging, maar ook wat hun werk zo de moeite waard maakt. Met de campagne zetten zorgaanbieders een realistisch beeld neer van de ouderen- en thuiszorg en vroegen zij aandacht voor het belangrijke werk dat in de sector wordt verricht. Daarmee wilden zij een maatschappelijke discussie op gang brengen op basis van de realiteit, vanuit het hart van de zorg, waarin het draait om de medewerker en de cliënt. Op de website van Mijn tijd voor de zorg schreven Bekende Nederlanders zoals Kluun en Jan Terlouw, een gastblog. Ook bestuurders, cliënten en stakeholders schreven mee.
‘Marktwerking, concurrentieanalyse, targets... We maken hier toch geen borrelnoten’
‘ Wilt u hem met of zonder zeven pagina’s regels en voorschriften?’
Volg de dagboeken van medewerkers en managers in de zorg op mijntijdvoordezorg.nl
Volg de dagboeken van medewerkers en managers in de zorg op mijntijdvoordezorg.nl
-00040_bs210x297_Borrel.indd 1
03-05-2010 09:51:30
in de loop van het jaar kwamen de bloggers steeds meer in de schijnwerpers te staan. Zij werden echt Bekende Zorgmedewerkers (BZ-ers). Hun persoonlijke blogs werden als column in de Libelle en Elsevier geplaatst. Froukje reageerde op stellingen in een panel van Metro in de aanloop naar de verkiezingen, Gerda ging op Omroep Max in discussie met Fleur Agema. Edwin stond in Noordhollands Dagblad, Winni in de rubriek vrouwenpower in Libelle. Met een campagne-hyves, de Linkedin groep Mijn tijd voor de zorg, een campagneTwitter en een eigen YouTube-kanaal werd de campagne en de blogs via netwerken verder verspreid en werden discussies gevoerd.
Acties • Op de Open dag van de Zorg op 20 maart 2010 zetten jaarlijks veel zorgorganisaties de deuren open. De campagne sloot hierop aan met het aanbieden van een activiteit: ‘Kom verhalen halen’. Zorgaanbieders konden aan de slag met een draaiboek en tips en gepersonaliseerde posters. Namens de campagne lazen Harm Edens en Jet Berkhout voor aan bewoners. • Op de Dag van de Verpleging rolden zorgaanbieders door heel het land spandoeken naar beneden om medewerkers te bedanken voor hun tijd voor de zorg. Cindy abseilde die dag van de euromast om een spandoek uit te rollen voor het oog van de volop aanwezige media. • In de zomer trad Dries Roelvink op in Scheveningen waarvoor bewoners, vrijwilligers en familie van zorgorganisatie Bosch en Duin in Scheveningen uitgenodigd waren.
ActiZ.2010 JAArKrANT
Campagne mijn tijd voor de zorg 23 Vooruitblik Cindy: iedereen heeft een mening over ‘de zorg’, maar weinig mensen hebben een goed beeld van wat er zoal bij komt kijken. Of mensen hebben een gekleurd beeld, door eigen ervaringen of door de media. Dit kan zowel erg positief, als erg negatief zijn. ik wil laten zien dat het niet zo zwart-wit is.
Gerda: ik vond het debat met Fleur Agema een hele belevenis en top om te doen. Erg leuk was het voorlezen van mijn blog op het ActiZ congres en daar in de pauze over praten met bestuurders. Het is goed om met anderen te delen wat je zoal meemaakt in je werksituatie.
Campagne slaat nieuwe richting in De VVT-campagne Mijn tijd voor de zorg krijgt medio 2011 een nieuw thema. De campagne zal overgaan in een programma dat zich in 2011 en 2012 volledig gaat richten op de toekomst van de ouderenzorg, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg. Met het programma zullen ActiZ en haar leden laten zien welke stappen nu al gezet worden om ook in de toekomst kwalitatief goede zorg te blijven bieden.
Nieuwe situatie
inrichten en organiseren van de zorg voor ouderen. Met meer geld alleen gaat het niet lukken om goede zorg in de toekomst te kunnen blijven garanderen. Er is een transitie nodig, een omslag in de zorg met bijvoorbeeld meer ruimte voor de professional en ook meer aandacht voor preventie en zelfredzaamheid van burgers. in de kabinetsplannen is de ouderenzorg een van de weinige sectoren die er geld bij krijgen. Dit vraagt om een nieuwe invulling van de campagne.
in de anderhalf jaar dat de campagne Mijn tijd voor de zorg liep, is er het nodige veranderd in de maatschappij. in 2010 is een breed maatschappelijk draagvlak ontstaan voor het anders Winni: Het is een voorrecht om dit te mogen doen. ik mag de wereld laten zien hoe mooi de mensen zijn op z’n kwetsbaarst. Heel bijzonder. Je ontmoet mensen zomaar op straat die zeggen wat een geweldig werk ik heb of hoe veel plezier ze beleven aan een kijkje in mijn 'keuken'.
Deze actie leverde onder andere foto’s en artikelen op in het AD en de Telegraaf. • Op 28 september begonnen de thuiszorgmedewerkers hun werkdag vol glamour. Zij maakten hun entree ’s morgens over de rode loper. Samen met Mijn tijd voor de zorg hadden negen zorgorganisaties op de dag van de Thuiszorg de rode loper uitgelegd.
Resultaten Uit de 1-meting van onderzoeksbureau Motivaction blijkt dat de campagne een bereik van 11 % heeft. Dat is vrij laag maar niet ongewoon gezien de lage mediainvestering. De campagne werd wel erg goed gewaardeerd en belangrijk gevonden. De boodschappen en de vorm van de campagne werden positief ontvangen. De thematiek van de campagne stond niet ter discussie. NH/iK
Froukje: Het cliëntencontact en alles wat daarbij hoort vind ik het meest bijzondere aan mijn werk, en daar schrijf en vertel ik dan ook graag over. De reacties van collega’s en anderen op mijn blogs waren vaak erg leuk. Er was herkenning, ontroering en verontwaardiging.
24 De praktijk
Actiz.2010 JAARKRANT
Een mantelzorger, wijkverpleegkundige en vrijwilliger over de vernieuwingsvisie van ActiZ
De spil in de zorg De visie van ActiZ waarin de cliënt meer regie en verantwoordelijkheid krijgt, wordt door veel partijen onderschreven. De theorie is goed: cliënten weten wat ze willen. Dit betekent meestal hun leven in eigen hand houden en zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Maar hoe zit het in de praktijk? ActiZ ging langs bij een cliënt en haar mantelzorger en verpleegkundige en bezocht een vrijwilligster in het zorghuis ’t Huis aan de Vecht.
Cliënt en mantelzorger Netty en Jan de With
De benedenwoning in de Utrechtse wijk Zuilen is vol leven. Jan en Netty houden erg van beesten: een ara laat af en toe luidkeels van zich horen, een hondje springt bij het bezoek op de bank, een paar fretten laten zich wakker schudden voor de foto. Jan zet koffie, Netty zit tevreden in haar rolstoel. Jan zorgt al ruim twintig jaar voor Netty. Netty zit na een herseninfarct in een rolstoel, ziet slecht en haar geestelijke vermogens gaan achteruit. De eerste drie jaar deed Jan alles zelf. Toen begaf zijn rug het. “Optillen in en uit bed gaat niet meer,” zegt Jan. “Eigenlijk kan ik alleen nog koffie en thee zetten en wat boodschappen doen.” De thuiszorg helpt Netty bij haar persoonlijke verzorging. Drie dagen per week gaat Netty naar de dagopvang, omdat ze dat leuk vindt en om Jan te ontlasten. De andere dagen geeft Jan, binnen zijn mogelijkheden, aandacht en zorg. Een van de twee dochters woont dichtbij, in Nieuwegein. Ze mogen haar bellen als er iets is, “maar ze werkt, ook vaak in het weekend. Dus we kunnen en willen niet steeds een beroep op haar doen.” Meer regie en verantwoordelijkheid voor de cliënt? Jan ziet dat somber in. Meer mantelzorg voor Netty is niet voorhanden. “Familie en vrienden zijn uit beeld verdwenen sinds Netty dat herseninfarct heeft gehad. Contact met de buren hebben we hier niet. Met de vorige buren wel, daar konden we wel terecht en zij konden ook altijd een beroep op mij doen. Vroeger was er meer burenhulp, dat is er niet meer.” Die contacten zijn verwaterd. Jan heeft weinig vertrouwen dat vrijwilligers een oplossing kunnen bieden: “Vrijwilligers zie je hier niet. Waar moeten die vandaan komen?” Netty zegt dat ze ook best activiteiten met vrijwilligers zou willen doen, maar in feite is dat voor haar niet anders dan de dagopvang. Met de thuiszorg en de dagopvang houden Jan en Netty het toch goed vol. Het wordt wel moeilijker, zegt Jan, maar “zolang ik kan, blijf ik haar bij me houden.” En dat is de kern van de zelfredzaamheid.
De zorgprofessional Anita van de Velden Wijkverpleegkundige Anita van de Velden van Aveant uit ook haar twijfels over de oplossing om vrijwilligers in te zetten. “Het is de vraag of er genoeg vrijwilligers zijn om vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen.” Het idee achter de eigen regie en de verantwoordelijkheid voor de cliënt vindt Anita goed, mits de cliënt die eigen verantwoordelijkheid aan kan. in de praktische uitwerking ziet ze enige hobbels. “Hoe zit het met de begeleiding van vrijwilligers? Het zal veel tijd kosten om cliënt, mantelzorger, vrijwilliger en zorgverlener op één lijn te krijgen. We zijn nu zo bezig met de drukte van alledag, ik weet niet hoe we een en ander dan vorm moeten geven. Ook moet er ruimte voor komen in de zorgindicatie. Overigens zou ik de grotere regiefunctie die je dan krijgt als wijkverpleegkundige wel heel leuk vinden.” Anita brengt ook huisbezoeken in het kader van het programma Zichtbare Schakel (van ZonMw). Dit landelijke programma is onder de vorige staatssecretaris van VWS opgezet om de wijkverpleegkundige weer als spil in de wijk te laten fungeren. iedere deelnemende organisatie mag dit naar eigen inzicht invullen. Aveant heeft in de Utrechtse wijk Zuilen twee wijkverpleegkundigen aangesteld die huisbezoeken afleggen zodat de zorgprofessionals alle mogelijke zorgvragen in beeld krijgen en tijdig hulp en zorg kunnen verlenen. Dit past bij de werkwijze van Anita. “ik werk hier nu elf jaar, en ik maak echt deel uit van de gemeenschap. Daardoor kan ik meer betekenen voor de mensen.”
Actiz.2010
De praktijk 25
JAARKRANT
De vrijwilligster Ans Verrips
“Dit is mijn uitje,” zegt Ans Verrips, een pittige dame van 69, over haar vrijwilligerswerk bij ’t Huis aan de Vecht, Axion in Utrecht. Zij is een van de 130 vrijwilligers uit de pool van het zorghuis, al twintig jaar. Eerst bijna elke middag, nu twee ochtenden in de week. “ik was mantelzorger voor mijn moeder, die vorig jaar op haar 92ste overleed, en ik ga al 11 jaar iedere middag op bezoek bij mijn man in het verpleeghuis.” Haar echtgenoot raakte verlamd door een herseninfarct. Tussen de zorg voor haar moeder en haar man, is het vrijwilligerswerk een rustmoment. “Het is even heel wat anders,” vindt ze. Vrijwilligerstaken in het Huis aan de Vecht zijn heel divers, van het halen en brengen van mensen in een rolstoel, wandelen, tot helpen met de bingo en de rommelmarkt. Ook begeleiden de vrijwilligers de activiteitenclubs, zoals korfbal, volksdansen, bridge, de handwerkclub en het bloemschikken. Ans begeleidt nu het handwerken. Ans is het deels eens met de ActiZ visie: “Zorgorganisaties mogen wel een groter beroep doen op vrijwilligers,” meent Ans. Over zo lang mogelijk thuis wonen is Ans stellig: “Mijn moeder woonde tot het einde thuis, en eigenlijk kon dat op het laatst niet meer. Mijn man komt iedere donderdagmiddag thuis. Maar ik zie hem om vier uur al onrustig worden, dan wil hij eigenlijk terug.” Thuis blijven is niet altijd de ideale optie. Maar in het verpleeg- of verzorgingshuis moet wel voldoende aandacht zijn. En ja, die kan voor een groot deel ook door vrijwilligers gegeven worden. PFS
26 Verenigingsnieuws
Actiz.2010 JAARKRANT
Bijeenkomsten
ijeenkomsten er 245 leden de 10 regiob in 2010 bezochten ongeve ActiZ en de ijeenkomsten bespraken van ActiZ. in de voorjaarsb zorg en de een toekomstbestendige leden de nieuwe visie op het thema sto inging. in het najaar nd compliance regeling meded de zorg centraal. transitie en vernieuwing in omsten voor ongeveer 40 themabijeenk Verder organiseerde ActiZ vastgoed en onderwerpen waaronder leden, over uiteenlopende kraamzorg in sier jeugdgezondheidszorg, kapitaallasten, digitaal dos antwoorde ver in (CJG), kwaliteitskader de centra voor jeugd en gez de nieuwe cao. AWBZ, sociale innovatie, zorg, pakketmaatregelen enbijeenanisatie van specifieke led Nieuw in 2010 was de org eidszorg ndh kraamzorg en jeugdgezo komsten voor de leden die bieden. oord. eveer 7500 vragen beantw De CAO helplijn heeft ong
De branche in cijfers Bij ActiZ waren op 31 december 2010 410 zorgondernemers aangesloten. Jaarlijks leveren zij aan circa 1,6 miljoen mensen zorg en diensten in verpleeghuizen, verzorgingshuizen, beschermde woonomgeving, aan huis, in de kraamzorg en op consultatiebureaus. ActiZ is één van de grootste werkgeversorganisaties in Nederland. Er werken circa 410.000 mensen in de aangesloten organisaties en er worden 50.000 alfahulpen bemiddeld. De omzet van de aangesloten organisaties ligt rond de 13 miljard euro. Meer cijfers staan op Actiz.nl.
Nieuwe websites
ActiZ heeft haar websites vernieuwd, zowel de publieke site als het ledennet. Deze vernieuwing bleek een duidelijke verbetering: beide websites werden aanzienlijk vaker bezocht dan in 2009. De publieke site geeft algemeen nieuws en informatie over de belangrijkste ontwikkelingen binnen ActiZ en in de branche. Het ledennet brengt een verdieping van deze informatie, laat zien wat ActiZ doet in de belangenbehartiging voor haar leden en maakt een vertaling van politieke besluitvorming en nieuwe beleidsregels voor de zorgorganisaties.
Publicaties 2010 • Branchebeeld 2009 van het kwaliteitskader Verantwoorde zorg • Brochure vakantiewerkers 2010 • De ontdekkingsreis, Aedes-ActiZ kenniscentrum wonen zorg • Handreiking bij het contracteerbeleid AWBZ 2011 • Handreiking bij het contracteerbeleid Zorgverzekeringswet 2011 • Jeugdgezondheidszorg: buurtzorg voor de jeugd. Hoe organisaties bijdragen aan kansen voor alle kinderen. • JGZ-perspectief, #61 en #62 • Kostprijsmodel voor de thuiszorg • Kwaliteitskader Verantwoorde zorg VVT • Overdrachtsdossier van zorgondernemers 2010 • Naar autonomie, verbondenheid en een gezond leven • Naar een nieuw evenwicht tussen zorg en zakelijkheid. Strategisch beleidsplan 2010-2012 • Transitie naar toekomstbestendige zorg. inzichten vanuit de benchmark in de zorg 2010 • Van meten naar verbeteren. Samen komen tot beter doen, LOC en ActiZ • Wat doet thuisbegeleiding? informatie over thuisbegeleiding • Werken aan mentaal welbevinden De publicaties zijn te vinden op actiz.nl of te bestellen via het ledengedeelte van www.actiz.nl.
Virtual learning Nieuwe wegen om te komen tot kennisuitwisselingen zijn onderzocht en ingeslagen. Naast de traditionele bijeenkomsten en leernetwerken, biedt ActiZ nu ook virtual learning communities (VLC’s) op de thema’s mantelzorg, logistiek en sociale innovatie. Hier kunnen leden van ActiZ samenwerken met en leren van anderen. De VLC’s worden ondersteund door de Casemanagementgroep.
pers Belangenbehartigeninoptgimaenal te behartigen onderhoudt ActiZ
r led Om de belangen voor haa soonlijke contacten met erlei stakeholders. Van per vel t me ten externe contac listen. Via public affairs, Pr tot interviews met journa politici en beleidsmakers ing te beïnvloeden. ActiZ beleid en beeldvorm rt bee pro n cte nta sco per en leiding gegrepen het regeerakkoord als aan en gen zin kie ver de iZ Act in 2010 heeft ste thema’s helder voor chappen op de belangrijk t om haar visie en kernboods eedde ActiZ allianties me de politiek. Daarnaast sm bij n nge bre te ht de tlic eel voe ged het amenlijk de en zorgverzekeraars om gez ties isa gan nor ere oud en cliëntenvisie verder te brengen.
Actiz.2010
Opinie 27
JAARKRANT
Colofon Teksten Pauline Fuhri Snethlage (hoofdredacteur) Marc van Bijsterveldt Jacqueline Donga Esther Dijk Nicole Huttenhuis Jaap Knoppert Imre Krull Met dank aan alle medewerkers van ActiZ Eindredactie Charlotte Harkema Jenneke Penning
De dekking van de AWBZ is beperkt
Klantwaarde, Marktwaarde en het Pluspakket Commentaar Theo Poiesz
Individualisering is al een aantal jaren een dominante maatschappelijke trend. In profit- en non-profitmarkten gaat het niet meer om ‘de’ klanten of afnemers; het gaat om meneer Jansen en om mij. Dit heeft zich vertaald in een sterke aanboddifferentiatie. Een andere dominante trend is de toenemende focus op klantwaarde. Klantwaarde is gestoeld op de kwaliteit-prijsverhouding zoals die door de afnemer wordt ervaren. De klantwaarde bepaalt de marktwaarde van organisaties. De combinatie van deze twee ontwikkelingen wijst op het belang van geïndividualiseerde klantwaarde. Dit concept dwingt aanbieders tot fundamentele keuzes. Een geïndividualiseerd aanbod verhoogt de kwaliteit, maar ook de prijs. Een gestandaardiseerd aanbod houdt de prijs laag, maar creëert geen enthousiaste klanten. Standaardisatie leidt immers tot gewenning.
Verschillende redenen legitimeren het surpluspakket: 1. Er is niet voor niets een scheiding tussen het basis- en surpluspakket. Dat iedereen gelijk behandeld moet worden bij een zorgbehoefte, betekent niet automatisch dat iedereen met een zorgbehoefte ook gelijk is. De zorgsector is onderdeel van de maatschappij waarin individuele verschillen nu eenmaal bestaan. Het is onduidelijk waarom de zorg hier, om principiële of andere redenen, een uitzondering op zou moeten vormen. Alsof met het optreden van een zorgbehoefte verschillen ten aanzien van leeftijd, gezinssituatie, achtergrond en inkomen ineens (moeten) wegvallen. 2. De tweedeling in de maatschappij wordt sterk gerelativeerd als het surpluspakket gezien wordt als een keuze die niet alleen afhankelijk is van de zorgbehoevende zelf, maar ook van diens sociale omgeving. De voor een bepaalde surplusdienst benodigde extra tijd kan worden geboden door professionals, maar vaak ook door mantelzorgers. De sociale omgeving kan desnoods met geld bijspringen als de betrokkene zelf niet kan betalen. 3. Opnemen van het surpluspakket in het basispakket zou wellicht een onevenredig beroep doen op de toch al kwetsbare maatschappelijke solidariteit. 4. Als de zorgsector het surpluspakket niet aanbiedt, zullen andere sectoren het initiatief oppakken. Het zou naïef zijn te veronderstellen dat partijen in andere sectoren op eerbiedige afstand blijven als zij commerciële mogelijkheden zien. De zorg kan het initiatief beter zelf houden. Bovenstaande argumenten garanderen niet dat het surpluspakket op een verstandige manier wordt gepresenteerd. Het opdelen van een surplusdienst in fragmenten (‘extra tandenpoetsen’), ridiculiseert het idee achter het surpluspakket en verhoogt de kans dat de politiek losse incidenten oppikt om het eigen gelijk te bewijzen. Zorgaanbieders doen er daarom goed aan zelf een integraal surpluspakket te ontwikkelen, al of niet in samenwerking met andere (niet-zorg)aanbieders. Het vergroot de eigen marktwaarde en de geboden klantwaarde en draagt zo bij aan de overall kwaliteit van zorg.
Een gestandaardiseerd aanbod houdt de prijs laag, maar creëert geen enthousiaste klanten Bij producten en diensten die gekenmerkt worden door lage betrokkenheid van klanten (benzine, energie, suiker, etc.) ligt standaardisatie voor de hand. Bij producten en diensten met een hoge betrokkenheid zoals zorg, is er juist behoefte aan een geïndividualiseerd en dus gedifferentieerd aanbod. Het basispakket voor de AWBZ-zorg is gestandaardiseerd. Dit biedt dus geen antwoord op de roep om maatwerk rond aanvullende voorzieningen. De vraag of, en zo ja hoe, dit moet gebeuren is lastig te beantwoorden omdat ‘het’ basispakket onderwerp is van politieke discussie. Moet het basispakket met collectieve middelen uitgebreid worden om te voorzien in individuele behoefteverschillen of moeten individuen zelf bijbetalen als zij hun persoonlijke behoeften ingevuld willen zien? De laatste mogelijkheid staat bekend als ‘surpluspakket’. Tegenstanders hiervan vrezen dat het voor een tweedeling in de maatschappij zorgt omdat sommige groepen patiënten/cliënten het niet kunnen betalen.
Theo Poiesz is hoogleraar Economische Psychologie aan TiasNimbas Business School, Tilburg. Hij bekleedt de door ActiZ ingestelde bijzondere leerstoel Healthcare Management.
Fotografie Michel Boulogne (p. 1, 9, 11, 13, 18, 24 en 25) Anneke Frenk (p. 5) hollandse meesters (p. 26) Gerdien Paauw (p. 8) Jenneke Penning (p. 19) Jan Willem Ritman (p. 14) Nationale beeldbank (p. 4, 14 en 15) Archief ActiZ illustraties Studyo-n, ’s Hertogenbosch, www.studyo-n.nl Tekenteam, Delft, www.tekenteam.nl Ontwerp en opmaak hollandse meesters, Utrecht Drukwerk ALTiJDDRUKWERK, Utrecht Publicatienummer: 11.008 Uitgave ActiZ Postbus 8258 3503RG Utrecht Telefoon (030) 273 93 93
[email protected] www.actiz.nl Verkrijgbaar Toegezonden aan leden en relaties van ActiZ. De ActiZ jaarkrant 2010 is gratis te downloaden via www.actiz.nl. Op beperkte schaal is de jaarkrant na te bestellen onder vermelding van publicatienummer 11.008 via
[email protected]
© ActiZ Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ActiZ. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid en met gebruikmaking van de meest actuele gegevens tot stand gekomen. Het is evenwel niet geheel uitgesloten dat de informatie in deze uitgave onjuistheden en/of onvolkomenheden bevat. ActiZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade ontstaan door eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
28 Ledenlijst Aafje Thuiszorg Huizen Zorghotels \ Aardema Thuiszorg \ Accolade Zorggroep \ ActiefZorg \ ActiVite \ Kloosterverzorgingshuis Agnietenhove \ Algemene Stichting Bejaardenzorg \ Allévo Zorg- en Dienstverlening \ Amaliazorg \ Amaris Zorggroep \ AMSTA \ Ananz wonen-welzijn-zorg \ Christelijk zorgcentrum ‘t Anker \ Anour B.V. \ Antroz \ Archipel \ Argos Zorggroep \ AriënsZorgpalet \ Atlant Zorggroep \ Attent wonen welzijn zorg \ AV Zorggroep \ Algemeen Chr. Stg voor Wonen en Zorg Avondlicht \ Avoord Zorg & Wonen \ AxionContinu \ azM Herstelzorg \ Bartholomeus Gasthuis \ Bartiméus Wonen Ermelo \ Ouderencentrum Beek en Bos \ Stichting Verpleeghuis Bergweide \ BerneZorg \ Woon-, Zorg- en Dienstencentrum Bethanië \ Beweging 3.0 \ Stichting Woonzorgcentrum De Beyart \ Zorgcentrum Het Bildt \ Stichting Zorgcentrum De Blanckenbörg \ Zorgorganisatie De Blije Borgh \ BrabantZorg \ Breederzorg Thuiszorg \ Stichting Woon-zorgcentra deBreedonk \ Bruggerbosch \ Beter Thuis Wonen Thuiszorg BV \ Stichting Zorgboerderij Buitengewoon \ Buurtzorg Nederland \ Cardia, Hart voor zorg \ Careaz \ Catharina Stichting \ Stg ouderenzorg Kapelle, zorgcentrum Cederhof \ Cedrah, Centraal Bureau \ Cicero Zorggroep \ Cordaan \ Stg Zorg en Verpleging Goeree-Overflakkee/CuraMare \ Stichting Curamus \ Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn Flevoland \ De Gouden Leeuw Groep \ De Pieter Raat Stichting \ Zorgcentrum De Posten \ Stichting Dé Provinciale Kraamzorg Zeeland \ De Stouwe Stichting voor Zorg- en Dienstverlening \ De Woonmensen \ De Zorggroep \ Den Bouw \ Stichting Huisvesting Ouderen Westerbork, ‘t Derkshoes \ Diafaan Wonen, zorg en dienstverlening \ Dignis | Lentis Zorg voor Ouderen \ Woon- Zorg-en Dienstcentr. ‘t Dijkhuis \ Parnassia, verpleeghuiszorg Dorestad \ Drie Gasthuizen Groep \ Driezorg - Stichting voor Wonen, Zorg en Welzijn \ PC Stichting Woon&Zorg Centrum Scheveningen, Duinrust \ Stichting de Duynsberg \ Elisabeth Otter-Knoll Stichting \ Espria \ Expl. Stichting Westerholm / RikkersLubbers \ Frankeland, centrum voor verzorgd wonen, verpleging en welzijn \ Woon- en Zorgcentrum Friso \ De Gelderhorst, Landelijk Centr. voor Oudere Doven \ GGD Amsterdam \ GGD Gooi en Vechtstreek \ GGD regio Nijmegen \ Goodwillcentra Amsterdam Thuiszorg Leger des Heils \ Stichting Groenhuysen \ Woon- Zorgcentrum Groot Hoogwaak \ Hanzeheerd \ P.C.S.Z. Voor Ouderen, De Harg-Spaland \ Zorg- en wooncentrum De Haven \ Stichting Woongemeenschap voor Ouderen Verzorgingshuis Heemzicht \ Stichting voor Wonen en Zorg Herfstzon \ Hervormde Stichting Sonneburgh \ Zorgorganisatie Het Hoge Veer \ Home Care Rotterdam, Home Care Regio Rotterdam \ Het Hooge Heem \ Zorgcentrum Horizon \ ‘t Huis op de Waard \ Huis ter Leede \ KVH Glorieux \ Huize Het Oosten \ Huize Regina \ Huize Sint Franciscus \ Woon- en Zorgcentrum Humanitas \ Inovum \ Internos Katholieke Stichting Thuiszorg \ Interzorg NoordNederland \ Interkerkelijke Stg Zorgvoorzieningen De Brug \ Burgemeester van Julsinghatehuis \ KVH De Keerderberg \ Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen \ Zorgcentrum De Kooimeer \ Stichting Verzorgingshuis De Koperhorst \ Stichting Kraamzorg de Waarden Groep \ Stichting Kraamzorg Het Groene Kruis \ Stichting Beheer Geboortezorg Nederland, Kraamzorg Rotterdam e.o. \ Kwadrantgroep \ De Lange Wei \ Laurens \ Leger des Heils Midden Nederland \ Lelie Zorggroep \ Mienskipssintrum Leppehiem \ Leveste Care \ Stichting Verpleeg-Verzorging De Leystroom \ Swinhove Groep, De Lichtkring \ Liemerije \ Leger des Heils Zuidwest Nederland, Zorgcentrum De Linde \ Livio \ Verzorgingshuis Het Maanderzand \ MagentaZorg \ Malderburch \ Stichting Zorgcombinatie Marga Klompé \ Woonzorgcentrum Maria Dommer \ Julia Stichtingen KVH Mariënburg/Agnietenhove \ De Marke \ Markenheem, centra voor zorg en dienstverlening \ Stichting DG. Zorgcentrum Het Mennistenerf \ Meriant Heerenveen \ Woon- en zorgcentrum De Merwelanden \ Monseigneur Blom Stg Congregatie Zusters van Sint Jozef \ Nederlandse Provincie Minderbroeders Kapucijnen \ Mosae Zorggroep \ Mr. L.E. Visserhuis \ Multi Maatzorg BV \ Woon-zorgcentrum Munnekeweij \ Naviva Kraamzorg \ Zorgcentrum Nebo \ Woon- en Zorgcentrum de Nieuwpoort \ Noord Nederlandse coöperatie van zorginstellingen \ Olcea Nieuwe Zorglandschap B.V. \ Verzorgingscentrum Oldenhaghen \ Omring \ Orbis Thuis \ Stichting Dienstencentrum Oud Burgeren Gasthuis \ Stichting Bej.zorg Zrs Dominicanessen, Oud-Bijdorp \ Stichting Ouderenzorg Kanaalzone \ Pantein \ Stichting Verpleeghuis Het Parkhuis \ Protestant-Christelijke Stichting Waardeburgh \ Stichting Hervormd Centrum Pennemes \ Stichting Pro Senectute \ Proteion Thuis \ Protestantse Zorggroep Crabbehoff \ Zorgcentrum La Providence \ PuurZuid \ R.K. Stichting Zorgcentra Meerlanden \ Raphaëlstichtiing, Rudolf Steiner, Zorg \ Residentie Buitenzorg \ Het Retraitehuis \ Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam \ Riederborgh \ Rijnland Zorggroep \ Rivas Zorggroep \ Riwis Zorg & Welzijn \ R.K. Zorgcentrum Roomburgh \ Rosa Spier Huis \ Stichting Rosengaerde \ RST Zorgverleners \ Woonzorgcentrum Ruitersbos \ S.V.B.H. Avondlicht \ SAG Zorgontwikkeling BV \ Verpleeghuis Salem \ Savant Zorg \ Saxenburgh Groep \ Schiewaegh \ Het Schild, Centrum voor visueel gehandicapte ouderen \ Zorgcentrum De Schutse \ Servicecentrum Het Laar Verzorging \ Sevagram \ Stichting Sint Anna \ Stichting Sint Annaklooster \ Verzorgingshuis Sint Barbara \ Stichting Zorgcentrum Sint Franciscus \ Stichting Sint Jacobs Gasthuis \ Gasthuis Sint Jan de Deo \ Sint Joris Zorg- en Dienstverlening \Zorgcentrum Sint Jozef \ Stichting Sint Jozefoord kloosterverzorgingshuis \ Sint Pieters en Bloklands Gasthuis \ Zorgcentrum ‘t Slot \ STBN \ Steinmetz | de Compaan \ Stichting Eilandzorg SchouwenDuiveland \ Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW)\ Stichting Ouderenzorg Noord Beveland \ Stichting Verenigde Zorgcentra Schijndel \ Stichting Zorgcombinatie Nieuwe Maas \ Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen \ Stichting Alerimus \ Stichting Alkcare \ Stichting Azora \ Christelijke Stichting BCM zorg- en dienstverlening \ Stg Beukenstein voor Verpleging en Verzorging \ Stichting Brentano Amstelveen \ Stichting Careyn Zuwe Aveant \ Stichting Carinova \ Stichting Carint Reggeland Groep \ Stichting Coloriet \ Stichting De Annenborch \ Stichting De Bilthuysen \ Stichting De Goede Zorg \ Stichting De Hoven \ Stichting De Opbouw \ Stichting De Riethorst Stromenland \ Stichting Woon- en zorgcentra De Rijnhoven \ Stichting De Waalboog \ Stichting De Wever \ Stichting De Wielborgh \ Stichting De Zorgboog \ Stichting De Zorgcirkel \ Stichting DSV \ Stichting Eckmunde \ Stichting Elisabeth \ Stichting Et Bientwark \ Stichting Eykenburg \ Stichting Florence \ Stichting GGD Jeugdgezondheidszorg \ Stichting GroenekruisDomicura \ Stichting Haagse Wijk- en Woonzorg \ Stichting Het Spectrum \ Stichting HilverZorg \ Stichting HOZO \ Stichting Humanitas Woonzorgplus Den Haag \ Stichting Humanitas \ Stichting Innoforte \ Stichting Insula Dei Huize Kohlmann \ Stichting J.A.B.C. Beth Shalom \ Stichting Jan Berchmans \ Stichting Kalorama \ Stichting Land van Horne \ Stichting Libertas Leiden \ Stichting LuciVer \ Stichting MaasDuinen \ Stichting MariaOord \ Stichting MeanderGroep Zuid-Limburg \ Stichting Mevlana Zorg & Welzijn \ Stichting Maatschappelijk Multimaatzorg & Welzijn \ Stichting Christelijk Verpleeghuis Norschoten \ Stichting Nusantara \ Stichting P.C. Woonzorg Unie Veluwe \ PC Stichting Ouderenzorg Haarlemmermeer \ Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest \ Stichting Pleyade \ Stichting QuaRijn \ Stichting Respect Zorggroep Scheveningen \ Stichting Saffier \ Stichting Samen Zorgen \ Stichting Schakelring \ Stichting Sensire \ Stichting SHDH \ Stichting Sint Elisabeth \ Stichting Sint Jacob \ Stichting Solace Zorg \ Stichting Sutfene \ Stichting tanteLouise-Vivensis \ Stichting Thuiszorg Rotterdam \ Stichting Trimenzo \ Stichting Vecht en IJssel \ Stichting Vilente \ Stichting Vitras/CMD \ Stichting Vrijwaard \ Stichting Vughterstede \ Stichting Wassenaarse Zorgverlening SWZ \ Stichting Werkt voor Ouderen \ Stichting Woonzorg West Zeeuws-Vlaanderen \ Stichting Wonen en Zorg Purmerend \ Stichting Woonzorgcentra Flevoland \ Stichting Zorgbeheer De Zellingen \ Stichting ZorgBreed \ Stichting Zorgcentra De Betuwe \ Stichting Zorgcentra De Ronde Venen \ Stichting Zorgcentra Rivierenland \ Stichting Zorgcontact \ Stichting Zorgfederatie OldenzaalStichting Zorggroep Amsterdam Oost \ Stichting Zorggroep De Residentie \ Stichting Zorggroep Oldael \ Stichting Zorggroep Pasana \ Stichting Zorgpalet Baarn-Soest \ Stichting Zorgpalet \ Stichting Zorgverlening v.d. Ger. Gem. Zeeland \ Stichting ZuidZorg \ Stichting Thuiszorg Midden Gelderland \ Surplus De Markenlanden \ Surplus Zorg \ Stichting Voorzieningen Ouderen Noord-Nederland \ Stichting Verzorgingshuizen Regio Oost (SVRO) \ Stichting Voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) \ Swinhove Groep \ Zorgcentrum Talma Haven \ Temel Thuiszorg BV \ Stichting Thuiszorg & MaWe Rivierenland \ Stichting Thuiszorg Diakonie \ Thuiszorg Diensten Centrale \ Thuiszorg Groningen \ Stichting Thuiszorg West Brabant \ Stichting Thuiszorg Zuidwest Friesland \ Topaz \ Torenerf \ TriviumMeulenbeltZorg \ Vaartland \ Valkenhof, centrum voor verpleging en verzorging \ Van Neynselgroep \ Van Ommerenpark \ Van Zeelandstichting \ Vérian \ Stichting Bronovo-Nebo, Verpleeghuis NEBO \ Viattence \ Vierstroom \ Hervormde Stichting Bejaardenzorg De Vijverhof \ Kloosterverzorgingshuis Vincent Depaul \ VITA zorg & welzijn \ Vitaal Thuiszorg BV. \ Vitalis WoonZorg Groep \ Viva! Zorggroep \ Vivantes Zorggroep \ Vivent \ Vivium Zorggroep \ Vivre \ Volckaert - SBO \ Vredenbergh \ Vredenoord \ Zorgcentrum Vredewold \ Vreedenhoff \ Woon- en Zorgcentrum De Vriezenhof \ W&S Zorgbureau \ Stichting Warande \ De Westerkim \ WIJdezorg \ Zorgcentrum De Wijngaerd \ Wilgaerden \ Stichting Berkumstede, woonzorgcentrum De Wissel \ Verzorgingshuis De Wittenberg \ WoondroomZorg BV \ WoonZorgcentra Haaglanden \ Stichting Woonzorgcentra Zuiderhout \ Woonzorgconcern IJsselheem \ Woonzorggroep Samen \ Woon- en Zorgcentrum De Wulverhorst \ WWZ-Mariënstaete-Valent \ De Zevenster, centrum voor senioren \ ZINN \ Zinzia Zorggroep \ Zonnehuisgroep Amstelland \ Zonnehuisgroep Noord \ Zorggroep Drenthe \ ZorgAccent & Thuiszorg NoordWest Twente \ Zorgbalans \ Zorgcentra Betuweland \ Regionale Stichting Zorgcentra de Kempen \ Stichting Zorgcentra Zuidwest-Drenthe \ Zorgcentrum Aelsmeer \ Stichting Zorgcombinatie Interzorg \ Zorgcombinatie Noorderboog \ Zorgcombinatie Zwolle \ Stichting Zorggarant Noord-Nederland \ Zorggroep Almere \ Zorggroep Apeldoorn en omstreken \ Zorggroep Charim \ Zorggroep De Leiboom \ Zorggroep De Vechtstreek \ Zorggroep Elde \ Zorggroep Ena \ Zorggroep Groningen \ Zorggroep Hof en Hiem \ Zorggroep Maas & Waal \ Zorggroep Manna \ Noorderbreedte persoonlijke zorg en wooncomfort \ Stichting Zorggroep Noordwest-Veluwe \ Zorggroep Oude en Nieuwe land \ Zorggroep Plantein \ Zorggroep Raalte \ Zorggroep Reinalda \ Zorggroep Sint Maarten \ Zorggroep Solis \ Zorggroep Tangenborgh \ Zorggroep Tellens \ Zorggroep Tellus \ Zorggroep Ter Weel \ Zorggroep West en Midden Brabant \ Zorgpartners Midden-Holland \ Zorgplein Maaswaarden \ Zorgspectrum Het Zand \ Zorgspectrum \ Zorgstichting ‘t Heem \ Zorgstroom \ Zorgverlening het Baken \ Zorgwaard \ ZuidOostZorg \ Stg Klooster verzorgingshuis, Zusters Onder de Bogen \ ZZG zorggroep
Dank voor alle goede zorg