Subpersonen en hun credo’s -de Adviseur/adviseuse: ‘Ik geef altijd advies zelfs als daar niet om gevraagd wordt, ze hebben mijn raad nodig’ -de Advocaat van de duivel: ‘Ik kom altijd op voor het tegendeel en lig dwars’ -de Agnost: ‘Ik weet het niet en wil ook niet weten’ -de Alchemist: Ik maak van lood goud van een nadeel een voordeel,etc.’ -de Angsthaas: ‘Ik ben altijd bang heb zelfs angst voor de angst’ -de Babbelaar: ‘Ik praat heel veel en zeg niks tot weinig’ -de Betweter: ‘Mijn visie is de beste en enig juiste’ -de Bodybuilder: ‘Ik ben mijn lichaam dus daar leef ik voor’ -de Boekhouder: ‘Ik houd precies bij wart ik voor jou heb gedaan en wat jij voor mij hebt gedaan als debet en credit en de balans moet een batig saldo laten zien’ -de Bonvivant/levensgenieter: ‘Het leven is genieten, neem het ervan!’ -de Clown: ‘Het leven is een grap, ik lach mijn pijn weg’ -de Coach: Ik probeer het beste in je naar boven te halen en ervoor te zorgen dat men zichzelf leert kennen’ -de Controlefreak: ‘Het moet zoals ik het wil en niet anders, ik wil alles kunnen beheersen’ -de Criticus: ‘Je bent niet oké, niet goed genoeg, ik keur je af’ -de Denker: ‘Ik denk dus ik ben(Descartes), naast denken is er niets’ -de Dictator: ‘Zwijg, doe wat ik zeg en beveel, ik bepaal wart er gebeurt’ -de Doener: ‘Ik ben een ‘human doing’ en moet altijd wat doen om me goed te voelen’. -de Dominee: ‘Ik houd een preek en je moet me gehoorzamen’ -de Dramaqueen/king: ‘Het is tragisch, dramatisch allemaal, ‘t valt niet mee’ -de Dromer: ‘Ik wou dat alles anders was zoals in mijn dromen’ -de Duivel: ‘Ik straf je en laat je in de hel leven, je bent verdoemd’. -de Emotionele: ‘Ik voel heel veel en dat is niet altijd zo fijn’ -de Evocateur: ‘Ik zie talenten, vaardigheden, capaciteiten in anderen en benoem deze om ze er bewust van te maken’ -de Expert: ‘Ik blink uit op mijn vakgebied en weet daar alles van en deel mijn kennis en inzichten’ -de Exploitant: ‘Ik moet wat aan je kunnen verdienen’. -het Geïdealiseerde Ik: ‘Ik ben prima, oké, helemaal goed en alleen maar goed en liefde, geen fouten passen bij mij’ -de Gek: ‘Ik heb geen oog voor de realiteit en leef in een illusie die ik voor de werkelijkheid houd’ -de Gelovige: ‘Ik houd vast aan mijn geloof het geeft me zekerheid’ -de Generaal: ‘Een man zonder plan is geen man’ (Nietzsche) -de Goeroe: ‘Ik ben gerealiseerd en houd satsangs over het leven’
-Guus Geluk: ‘Ik heb altijd geluk’ -Gijs Gans: ‘lekker luieren en niks doen dat is het voor mij’ -de Gourmand: ‘Ik geniet van lekker eten en weet dat op waarde te schatten’ -de Hedonist: ‘Ik wil alleen genot, lust en plezier’. -de Held: ‘Ik red het gezin uit de nood en geef het goede voorbeeld’. -de Helper/redder: ‘Ik weet wat goed voor de ander is en geef zelfs ongevraagd mijn hulp en neem de verantwoordelijkheid over’. -de Hoer/Gigolo: ‘Ik doe het alleen voor het geld’ -de Hoopvolle: ‘Als ik eenmaal dat en dat heb zal ik gelukkig zijn’. -de Hulpbehoevende: ‘Ik heb hulp nodig kan het niet zelf, ben machteloos’ -het Ideaal IK: ‘Ik pas me zo aan dat ik in de smaak val bij bijna iedereen’ -de Indiaan: ‘Ik leef in harmonie met de natuur en met de Grote Geest’. -het Innerlijke Kind: ‘Ik wil spelen en plezier hebben en groeien’ -de Innerlijke Moeder: ‘Ik wil voor je zorgen en bemoederen’ -de Innerlijke Vader: ‘Ik wil je beschermen en terechtwijzen’. -de Innovator: ‘Zie ik maak alle dingen nieuw’(Jezus) en onderneem’ -de Intellectueel: ‘Ik ben belezen en leer graag, mijn IQ is heel hoog, ik heb veel feitenkennis’. -de Intelligente: ‘Ik weet altijd overal wat op te vinden, problemen los ik op of leer ermee te leven in harmonie’. -de IJskoning(in): ‘Alles laat me koud, geen interesse heb ik, ik voel me boven alles verheven’. -de Klager/zeurpiet: ‘Het deugt niet, ze doen het me ten onrechte aan, ik ben ontevreden en terecht’ -de Kluizenaar: ‘Ik zonder me af en leef in isolement en doe het daar mee’ -de Klusjesman/vrouw: ‘Ik knap alles netjes op in mijn huis en tuin’. -de Koopzieke: ‘Ik moet altijd shoppen en koop te veel’ -de Kok: ‘Ik kook met liefde en toewijding en de resultaten zijn verrukkelijk’ -de Koning(in): ‘Ze moeten mij met eerbetoon en respect en hoogachting behandelen’. -het Lachebekje: ‘Ik lach mijn pijn weg en glimlach altijd naar iedereen’. -de Lafaard:’Ik durf niks te ondernemen uit angst voor repercussies en mislukkigen’. -de Leerling: ‘Ik leer graag, de ware meester is de meesterlijke leerling!’ -de Leugenaar: Ik lieg nooit, vertel mijn versie van de waarheid’. -de Levende dode: ‘Ik dood mijn tijd en ben blij als er weer een dag kapot is’ -de Lezer: ‘Verbeter jezelf door de geschiften van anderen te lezen en je krijgt gemakkelijk waar die anderen veel moeite voor hebben moeten doen’ (Socrates) -de Manisch-depressieve: ‘Himmelhochjauchzend und zum Tode betrübt’ -de Masochist: ‘Ik heb geleerd om van pijn en straf te gaan houden’
-Meneer onafhankelijk/vrijheid: ‘Ik wil zelf mijn beslissingen nemen en mijn vrijheid staat voorop’ -Mevrouw samen zijn//delen: ‘Laten we gezamenlijk wat doen’. -de Minderwaardige: ‘Sorry dat ik geboren ben, ik ben de aandacht niet waard’ -de Mopperaar: ‘Ik ben het er niet mee eens er is ook altijd wat’. -de Muzikale: ‘Ik luister graag naar muziek en muziceer zelf ook graag’ -de Naïeve: ‘Ik geloof iedereen op zijn woord en wordt vaak bedrogen’ -de ‘Namedropper’: ‘Ik haal autoriteiten aan en citeer ze graag om mijn zwakke woorden kracht te geven’. -de Narcist: ‘Ik ben de beste, alles draait om mij, ik wil geen kritiek, ik ben perfect’ -Nummer 9: ‘Ik wil scoren en succes en applaus’ -de Onderwijzer: ‘Ik leer de ander graag iets’ -de Onderzoeker: ‘Ik onderzoek alles en behoud het goede’ (Bijbel) -de Oplichter: ‘Ik neem het niet zo nauw als ik er maar bij win dan mag ik bedriegen’. -de Opportunist: ‘ik heb geen principes, pak elke kans op voordeel en waai met de winden mee’ -de Opschepper: ‘Ik kan het allemaal zo goed veel beter dan wie dan ook’ -de Optimist: ‘Ik zie de mogelijkheden in de moeilijkheden, niets is te moeilijk voor hen die willen’ -de Papagaai: ‘Ik haal mijn mening uit de media, de kranten en de TV en praat dat na’. -de Paranormale: ‘Ik ben helderwetend, helderziend, helderhorend, etc. en ben dus gerealiseerd en heel bijzonder’. de Patripsych: ‘Ik bevader en weet wat goed is voor de ander, ik ben de autoriteit in opvoeding’ -de People Pleaser: ‘Ik maak het de mensen graag naar de zin’ -de Perfectionist: ‘Het is nog niet goed genoeg, moet perfect zijn’ -de Pessimist: ‘Ik zie de moeilijkheden in de mogelijkheden, niks lukt en niks is goed. -de Pestkop: ‘ik plaag en pest graag dan voel ik me meer en beter dan de ander’ -de Politie-agent: ‘Ik betrap je op een overtreding en bekeur je’ -Produktieman/vrouw: ‘Wat heeft het vandaag opgeleverd, wat zijn de resultaten’ -de Rebel: ‘Laat mij mijn eigen gang maar gaan, ik durf er tegenin te gaan’ -de Rechter: ‘Ik oordeel over goed en kwaad en veroordeel’ -de Rentmeester: ‘Ik beheer alles goed en heb zorg voor wat aan mij is toevertrouwd’
-mr.of mrs Rigide: ‘het is zoals het is en ik houd vast aan mijn standpunten en verander niet en ben daar trots op’. -de Ridder: ‘Ik kom voor je belangen op en bescherm je’ -de Sadist: ‘Ik doe anderen graag pijn en kwel en straf ze’ -de Samoerai: ‘Ik strijd ervoor en win’ -de Scepticus: ‘Ik geloof het niet, heb mijn twijfels, eerst zien dan geloven’ -de Schone Schijn: ‘Ik doe net of alles goed met me gaat en speel mooi weer en zeg prima, zelfs als het niet zo goed met me gaat’ -de Schrijver: ‘Ik verwerk mijn gedachten en gevoelens door over ze te schrijven en als een ander daar ook wat aan heeft is dat fijn’. -de Sexuele: ‘Ik wil mijn lusten bevredigen, alles draait om de sex’ -het Slachtoffer: ‘Ik kan er niks aan doen dat ik altijd de dupe ben, ze doen het me aan en ik heb gelijk’. -de Slimmerik:’Ik ben iedereen te slim afen listig en sluw’ -de Sloddervos: ‘Ik ruim niks op en maak rommel’ -het Sloofje: ‘Ik sloof me voor iedereen uit maar niemand is er voor mij’ -de Solist: ‘Ik doe het liever alleen’. -de Speler: ‘Voor mij is het leven een spel volgens Eric Berne’s ‘Games people play, ik speel het spel mee’ -de Spijtoptant: ‘Had ik maar anders gehandeld, dat was niet goed van me’. -de Spirituele: ‘Ik ben bewustzijn en voel mij verbonden met alles en iedereen’. -de Spitsvondige: ‘Ik vind altijd wel een uitweg en een oplossing’ -de Stille/teruggetrokkene/eenzame: ‘Niemand begrijpt me, niemand helpt me, ik ben alleen’ -de Stresskip: ‘Geen tijd, ik moet nog snel even...,’t heeft haast, opzij,opzij,opzij (Herman van Veen). -de Verslaafde: ‘Ik moet mijn kick hebben anders voel ik me niet goed’ -de Verstrooide professor: ‘Waar heb ik dat en dat toch gelaten, ik vergeet veel dingen te doen’. -de Verwijter: ‘Ik neem jou alles kwalijk, je komt ook nooit eens op tijd, etc.’ -de Verzamelaar: ‘Ik moet altijd wat verzamelen een collectie aanleggen’ -de Vluchter: ‘Ik vlucht in amusement en vertier om aan mezelf te ontsnappen’ -de Volwassene: ‘laten we even overleggen en tot een verstandig compromis komen en doen wat goed is’. -de Vrijwilliger: ‘Ik help anderen gratis uit medeleven en dat geeft me een goed gevoel’ -de Vrome: ‘Mijn geloof is me heilig daar mag niemand aan komen’. -de Wantrouwer: ‘Ik vertrouw niemand’ -de Wetenschapper: ‘Ik wil eerst bewijs’.
-de Woedende: ‘Ik lig dwars, heb negatieve kritiek, kom altijd te laat, ben sarcastisch en kwaad op de wereld’. -de Wreker: ‘Ik wil wraak, zal het hem/haar vergelden en betaald zetten’ -de Zakenman/vrouw: ‘Als jij wat voor mij doet doe ik wat voor jou’ -de Ziektewinstman/vrouw: ‘Nu ik ziek ben krijg ik zorg en aandacht’. -het Zwarte Schaap: ‘Ze moeten altijd mij hebben, ik ben altijd de pineut!’. -de Zwerver: ‘Ik moet altijd ergens anders naar toe ben nergens thuis’.