Global Challenges, Local Answers, Personal Action! Wie pakt de bal op?
usualunusual Together we build a brighter future We achieve breakthroughs by inspiring and connecting people
usualunusual 2
3
Inhoudsopgave
Deel I GLOBAL CHALLENGES
HOOFDSTUK1:
De redelijke politiek
11
HOOFDSTUK2:
12
HOOFDSTUK 3:
15
De onredelijke economie
De uitputtende maatschappij
Deel II LOCAL ANSWERS
HOOFSTUK 4:
20
HOOFDSTUK 5:
22
De globaliserende wereld draait door
De toekomst tegemoet aan de hand van vier paradigma’s
HOOFDSTUK 6:
23
Paradigma1 – Machtsdenken is niet meer effectief
HOOFDSTUK 7:
Paradigma 2 – We moeten anticiperen op de nieuwe wereldorde
HOOFDSTUK 8:
24 26
Paradigma 3 – De verantwoordelijkheid verschuift van de politiek naar het bedrijfsleven
HOOFDSTUK 9:
Paradigma 4 – De jeugd heeft de energie en wijsheid om de wereld te verbeteren
30
Deel III HOOFDSTUK 10:
34
TOT SLOT –
36
Mijn persoonlijke actie
Wie pakt de bal op?
Het zonnige kustplaatsje Estoril, vlakbij Lissabon, en het natte Achlum in Friesland stonden onlangs model voor wat we de global village noemen. Daar werden de uitdagingen waar de wereld voor staat, de Global Challenges, benoemd. Vervolgens boog een lange stoet sprekers uit alle delen van de wereld zich over de antwoorden, de Local Answers. Door de globalisering is er geen verschil in hiërarchie meer tussen global en local. ‘Think Global, Act Local’ en ‘Think Local, Act Global’ lopen door elkaar heen. Wie er nu bovenuit moet gaan steken, is het individu. De actie die nu nodig is, is persoonlijke actie. Dat is mijn overtuiging en in die overtuiging werd ik bevestigd in Estoril waar ik als gastspreker aanwezig was op de Estoril Conference 2011, Global Challenges, Local Answers en in Achlum waar ik te gast was op de Conventie van Achlum, door Achmea georganiseerd ter ere van haar 200-jarige bestaan. De inhoud van dit boekje is een weergave van wat ik heb gehoord in Estoril en Achlum gedurende de maand mei 2011 in combinatie met mijn eigen bespiegelingen. Dit boekje bestaat uit drie delen. Deel I, Global Challenges, beschrijft de algemene bewegingen in de wereld en wat de uitdagingen zijn waar wij allen voor staan. Deel II, Local Answers, is een overzicht van de antwoorden uit verschillende hoeken van de wereld, aan de hand van vier paradigma’s. Het eerste paradigma is: machtsdenken is niet meer effectief. Het tweede paradigma is: we moeten anticiperen op de nieuwe wereldorde. Het derde paradigma is: de verantwoordelijkheid verschuift van de politiek naar het bedrijfsleven. Het vierde paradigma is: de jeugd heeft de energie en wijsheid om de wereld te verbeteren. Deel III, Personal Action, gaat over ieders persoonlijke bijdrage aan een betere wereld en is een oproep aan ieder individu. Together we build a brighter future.
6
7
Deel I Global Challenges LANGE TIJD IS HET WESTEN HET CENTRUM VAN DE WERELD GEWEEST. DAT GAAT NU VERANDEREN. ONZE BESTAANDE WERELD NADERT HET EINDE VAN HAAR ‘LIFECYCLE’ VANWEGE DE GROEIENDE GETALLEN: BEVOLKINGSGROEI IN ANDERE WERELDDELEN, PRODUCTIECIJFERS, MARKTAANDELEN. VOEDSEL, ENERGIE EN WATER STRIJDEN OM DE PODIUMPLAATSEN VAN DE SCHAARSTE. DEMOCRATISEREN IS NIET HETZELFDE ALS VERWESTERSEN DUS IS HET WESTEN NOG MAAR EEN VAN DE WERKELIJKHEDEN. HOE VORMEN WE EEN MEER PLURIFORME WERELD? ALS WE KIJKEN NAAR DE HUIDIGE GANG VAN ZAKEN DAN KUN JE ZEGGEN DAT AMERIKA HANDELT ZONDER NA TE DENKEN EN EUROPA NADENKT ZONDER TE HANDELEN. ER HEERST ANGST, WANTROUWEN EN ONZEKERHEID. EUROPA WORDT EEN OUDE MAN DIE ZICHZELF EN WAT HIJ HEEFT ANGSTVALLIG PROBEERT TE BESCHERMEN. DEMOCRATIE VERVALT IN KLEINE BELANGENGROEPEN DIE ZICHZELF BELANGRIJKER VINDEN DAN DE REST. WE MAKEN ONS ENORM DRUK OM AL DIE AFRIKAANSE IMMIGRANTEN TERWIJL WE IN 2050 ONGEVEER 50 MILJOEN MENSEN NODIG HEBBEN IN EUROPA. ONDERTUSSEN IS DE ONDERNEMERSGEEST IN AZIË UIT DE FLES. LANDEN IN HET VERRE OOSTEN MAKEN GEBRUIK VAN DE WET VAN DE REMMENDE VOORSPRONG VAN HET WESTEN. ZE DENDEREN MET HOGE SNELHEID VOORBIJ.
DE GLOBAL CHALLENGES VORMEN EEN KLUWEN DIE JE UITEEN KUNT 8
RAFELEN IN DRIE HOOFDLIJNEN: POLITIEK, ECONOMIE EN MAATSCHAPPIJ. 9
Hoofdstuk 1: De redelijke politiek Globalisering leidt tot meerdere realiteiten. En waar iemand er een eigen realiteit op na houdt, is het lastig zoeken naar een common ground, naar rationaliteit. Het is juist rationaliteit die een land in staat stelt een politiek systeem van de grond te krijgen. Rationaliteit tilt een gemeenschap van mensen naar een hoger plan, naar een georganiseerde staat. Zonder rationaliteit ben je geneigd alleen te vertrouwen op de mensen in je omgeving, je eigen clan, en niet op een onpersoonlijke staat die solidariteit vraagt van jou als burger. Mensen zijn eerder geneigd om vrienden te begunstigen dan vreemden. Met allerlei nare bijverschijnselen, zoals vriendjespolitiek, als gevolg. Het ter hand nemen van een sociaal contract is het moment dat een volk een hoger plan opzoekt. Mensen zien in dat het in hun eigen belang is om zich te committeren aan het algemeen belang. Er ontstaat een politiek systeem dat, mits goed functionerend, een voorwaardenscheppende kracht kan zijn voor een natie, zowel in
10
economisch als in sociaal-cultureel opzicht. Europa heeft een grote geschiedenis van staatsinrichting en ontwikkeling daarin. Maar China heeft al sinds de 3e eeuw voor Christus een moderne staat waarbij mensen op min of meer rationele wijze werden geselecteerd voor een functie bij de overheid. Aziatische landen zijn succesvol omdat ze een kopie zijn van wat China al meer dan 2000 jaar zo goed regelt: bureaucratie. Er is sprake van ‘genuine accountability’, ofwel geen gedoe met mensen die geen belasting betalen. Je kunt je afvragen of het democratisch genoeg is, maar een feit is dat ook een land als India ondanks haar totalitaire overheid, snel besluiten kan nemen en overgaan tot actie. Die snelle besluitvorming is onmiskenbaar een verschil met landen in het westen. En omdat we terecht komen in een wereld waar meerdere realiteiten bestaan, moeten we erkennen dat de macht en kracht van Aziatische landen leidt tot een realiteit waar de rest van de wereld steeds meer rekening mee moet houden.
11
Hoofdstuk 2: De onredelijke economie
WAAR EEN STAAT WORDT GESTICHT OP BASIS VAN REDE, ZO WORDT DE ECONOMIE AL SINDS DE OUDE GRIEKEN GEZIEN ALS ONREDELIJK: ZE WORDT GEREGEERD DOOR GEVOEL EN EMOTIE, DOOR BEHOEFTE EN HEBZUCHT. BEHOEFTEN ZIJN WILLEKEURIG, VERANDERLIJK, SUBJECTIEF EN ONEINDIG: ALTIJD MEER, BETER, NIEUW, ANDERS. DE ECONOMIE BESTAAT TRADITIONEEL ALTIJD NAAST DE STAAT MET DIEN VERSTANDE DAT DE STAAT WEL DE TAAK HEEFT OM TOE TE ZIEN OP HET NALEVEN VAN REDELIJKE AFSPRAKEN: BELOFTES NAKOMEN, NIET LIEGEN, RESPECTEREN VAN ELKAARS EIGENDOM. 12
Marx wist het al en Weber had al een antwoord Karl Marx concludeerde al meer dan 100 jaar geleden dat het gevaar van het liberale kapitalisme is dat de winsten worden geprivatiseerd en de risico’s worden afgewenteld op de maatschappij. Dat leidt tot ongelijkheid. En naarmate de ongelijkheid toeneemt vervreemden ‘arbeiders’ van hun werk, ze zijn niet langer eigenaar van hun werk. Volgens Marx zou dat onherroepelijk leiden tot revolutie onder de arbeiders en afschaffing van de vrije markt. Het alternatief was communisme. Wat Marx echter niet voorzag was dat arbeiders zich weliswaar gingen organiseren, maar vervolgens vrijwillig deel gingen uitmaken van het systeem van het kapitalisme via het democratische systeem; ze lieten zich vertegenwoordigen. Zij wilden er ook de vruchten van plukken. Het communisme mislukte dus.
Ook oud-politica Femke Halsema constateert dat de onredelijkheid van de economie de redelijke sfeer van de staat binnendringt. In Achlum beschrijft zij de situatie in Nederland: ‘Ons land is met toenemende snelheid rijker geworden en Nederlanders zijn steeds meer gaan consumeren. Welvaart is een doel op zich geworden en niet een middel om andere zaken tot stand te brengen, zoals solidariteit. Dat leidt tot sociale tegenstellingen en onherstelbare schade aan het milieu. Ik heb zelf meegemaakt dat politieke plannen en programma’s steeds meer werden afgerekend op de mate van economische groei, ook door journalisten trouwens. Dat heeft tot gevolg dat een thema als Onderwijs steeds minder aantrekkelijk wordt omdat de opbrengst van onderwijs niet wordt meegenomen in de economische berekeningen. Onderwijs is verworden tot een kostenpost.’
Politiek filosoof Francis Fukuyama werd in 1989 beroemd met het essay ‘The End Of History’. Daarmee bedoelde hij dat, na het mislukken van het communisme, er een eind is gekomen aan ideeën die een alternatief bieden voor het liberale kapitalisme. En het punt is nu dat ook aan het liberale kapitalisme een einde lijkt te zijn gekomen. De laatste dertig jaar volgen crisissen elkaar in rap tempo op, met de crisis van 2008 als klapstuk: ‘Het export model raakt uitgeput dus het groeimodel komt tot stilstand.’ Fukuyama, een van de sprekers in Estoril, laat zien dat democratie – politieke gelijkheid – geen voorwaarde is voor gelijke verdeling. De onredelijkheid van de economie dringt binnen in de redelijke sfeer van de staat. De financiële sector is volgens hem gevaarlijk voor de democratie omdat het macht concentreert: een klein deel heeft alles. Als dan ook nog blijkt dat in de VS mensen soms niet eerlijk hebben gewerkt voor hun rijkdom en dat rating agencies onderdeel waren van het spel, dan leg je een bommetje onder de mentale kracht van Amerikanen in hun ‘land of opportunity’.
Wat te doen? Daarop had Max Weber, tijdgenoot van Marx, een antwoord. Weber zei dat de grens aan instituten wordt bepaald door de inkomstenbron. Als die bron opdroogt dan moet je op zoek naar een nieuwe bron. Het belangrijkste dat moet veranderen, is de mens zelf. En daarvoor is een doorbraak nodig: confront the brutal facts!
Confront the brutal facts! Uitermate confronterend is de topeconoom Nouriel Roubini, beroemd geworden vanwege zijn grote voorspellende kracht ten aanzien van de financiële crisis van 2008. Met ogenschijnlijk gemak vertelt hij over de ontwikkeling van de economie met de overbekende ‘als dit, dan dat’ logica die we allemaal nog kennen van de middelbare school. In Estoril houdt Roubini zijn gehoor een spiegel voor en concentreert zich voor de gelegenheid op de situatie in de Eurozone. Allereerst laat hij zien dat de marktpositie van de Eurozone daalt en dat vooral Azië daarvan
13
profiteert. De VS blijven min of meer stabiel en Zuid-Amerika, Afrika en het Middenoosten groeien licht. Roubini vertelt zijn sombere klinische verhaal exact op de dag dat Portugal 78 miljard euro aan steun krijgt toegewezen van het IMF. Toeval bestaat niet. Roubini: ‘De crisis in de Eurozone begon met een te hoge schuld in de private sector. Die private schuld werd overgeheveld naar de maatschappij en werd een nationale schuld waarna het escaleerde in een internationale schuld: die van de eurozone. De crisis heeft verschillende oorzaken en componenten. Belangrijkste componenten zijn het ontstaan van een overheidstekort en een toenemende vergrijzing. De vergrijzing verhoogt de druk op kosten voor sociale zekerheid en zorg en het verhoogt de druk op de arbeidsmarkt. Demografisch gezien worden we topzwaar en dat heeft gevolgen voor de sociale samenhang. Neem bijvoorbeeld pensioenen. Die worden opgebracht door werkende mensen ten faveure van de oudere generatie. De gevolgen van de financiële crisis zullen doorwerken op de solidariteit tussen mensen. Solidariteit zal ook op de proef worden gesteld door een meer supranationale ontwikkeling. Er ontstaat een gat tussen de landen in de kern van de eurozone die het relatief goed doen, Duitsland is daarvan de belangrijkste, en landen in de periferie van de eurozone die dreigen om te vallen. Griekenland, Portugal en Ierland zijn daarvan de recente voorbeelden. De landen in de zogenaamde periferie hebben een aantal overeenkomsten. Zij hebben een overheidstekort en een grote nationale schuld. Griekenland bijvoorbeeld heeft een groot deel van de financiële hulp nodig om de rente te kunnen betalen op reeds bestaande leningen. Daar komt bij dat banken onstabiel zijn en een druk leggen op het spaargeld van burgers. Er vindt een credit crunch plaats: om te groeien heb je geld nodig maar dat geld is er niet dus kan er geen sprake zijn van snel herstel. Laatste overeenkomst tussen landen in de periferie is dat er nooit hervorming van de private sector heeft plaatsgevonden. Daardoor ontstaat het fenomeen dat de lonen al jaren onevenredig stijgen ten aanzien van de productie met als gevolg verslechtering van de concurrentiepositie. Met name landen in Oost-Europa en Azië profiteren daarvan. Zij produceren eenvoudigweg goedkoper.’
14
Om het tij te keren zijn er volgens Roubini vier mogelijkheden: economische groei, sparen, devalueren van de munt of rigoureuze krimp. ‘Economische groei hoeven we op korte termijn niet te verwachten. Er is geen geld, geen hoge productiviteit, geen hervormingen in de private sector en een toenemende vergrijzing. De tweede optie, sparen, is ook geen oplossing voor de korte termijn. Sparen moet je geleidelijk doen, zoals in Duitsland is gebeurd in een periode van 10 jaar tijd. Snel geld opzij zetten leidt tot de ‘paradox of thrift’: je haalt geld uit de markt wat tot gevolg heeft dat de economie verder inzakt en de werkloosheid stijgt. De derde optie, devalueren van de munteenheid, is voor landen in de eurozone uiteraard geen optie. Zij zijn gebonden aan de euro. Deze maatregel is met succes toegepast in bijvoorbeeld de VS en het VK. Met een gedevalueerde munt word je concurrentiepositie op de internationale markt sterker. Je producten worden goedkoper en dat kan een duw in de rug zijn om de economie uit het slop te halen. De koers van de euro maakt pijnlijk duidelijk dat er conflicterende belangen bestaan tussen de kernlanden in de eurozone en de landen in de periferie. De euro is op dit moment ongeveer USD 1,45 waard. Voor een sterk land als Duitsland is dat een prima koers maar voor de landen in de periferie is de munt te duur. Hoe los je zo’n conflicterende situatie op?’ Roubini’s conclusie is droog: ‘Als economische groei niet is te verwachten op korte termijn, als sparen te lang duurt en als je geen invloed kunt uitoefenen op de valutakoersen, dan blijft er nog maar een mogelijkheid over: snel en rigoureus de economie hervormen. Laten krimpen dus. En dat betekent met zijn allen een stap terug in levensstandaard, te beginnen met het verlagen van de lonen. Met hard werken kun je dan op zijn vroegst over vijf jaar groei verwachten.’ Een laatste veelbetekenende uitspraak van Roubini blijft lang in de zaal hangen: ‘Nobody is coming from Mars to help.’ De mooie afsluiting van Roubini doet een beroep op het individu. Economie, en ook politiek, vereisen zelfreflectie van mensen. Want een belangrijk deel van economie is emotie en dat aspect speelt zich af op het individuele niveau. Ik kom daar op terug in Deel III, Personal Action.
Hoofdstuk 3: De uitputtende maatschappij ‘We leven in het tijdperk van het Anthropoceen’, vertelt milieudeskundige Viriato Soromenho-Marques in Estoril. ‘Anthropoceen is een specificering van de geografische aanduiding Holoceen. Het Anthropoceen wordt gekenmerkt door de invloed van de mensheid op het ecosysteem. En die invloed is desastreus. Meer CO2 leidt absoluut tot instabiliteit van de planeet. Maar de belangrijkste menselijke eigenschap in het Anthropoceen is de houding van totale ontkenning.’ De term Anthropoceen duidt de vervlechting aan van mens en natuur én typeert de menselijke natuur. Ik begin met de mens. Verstedelijking, vergrijzing en vervreemding De wereldbevolking groeit razendsnel. In 2000 leefden er ongeveer 6 miljard mensen op de wereld, in 2050 zullen dat er 10 miljard zijn. De snelle groei komt vooral uit Azië. De groei zal echter minder snel gaan dan in de eerste tien jaar van deze nieuwe eeuw. Men verwacht zelfs dat de groei rond 2050 zal stoppen. Een andere ontwikkeling is de verstedelijking. Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid wonen er nu even veel mensen in steden als in rurale gebieden. Het aantal megasteden zal ook flink toenemen. Op dit moment zijn er wereldwijd 21 steden met 10 miljoen inwoners of meer. In 2025 zullen er 29 steden zijn met meer dan 10 miljoen inwoners. De helft daarvan ligt in Azië. Tokyo is met 36,7 miljoen inwoners de grootste stad ter wereld. De drie ‘steden van 10 miljoen’ in Europa, Istanbul, Moskou en Parijs, groeien niet of nauwelijks de komende 15 jaar. 12% van de wereldbevolking woont in sloppenwijken. Dat is ongeveer 1 op de 8 mensen. 10% van de wereldbevolking is analfabeet (Nederland telt volgens Prinses Laurentien overigens ook 1,5 miljoen mensen die niet kunnen lezen en schrijven). Het lastige is dat er wisselende ideeën zijn over de groei van de wereldbevolking. Schaarste, in voedsel, water en energie, zal een grote invloed hebben op de groei. Maar hoe groot die invloed is, kan niemand zeggen. Wat wel als een paal boven water staat is dat de wereldbevolking veroudert. Vooral na 2020 groeit het aantal ouderen flink. Europa heeft al te maken met krimp en vergrijzing wat een druk legt op de sociaal culturele ontwikkeling van dit continent. Dominique De Villepin, voormalig minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk en ook te gast in Estoril, noemde in dit opzicht dat de angst voor immigratie misschien niet terecht is. Europa heeft in 2050 zo’n 50 miljoen extra mensen nodig. Angst en vooroordelen werken vervreemding in de hand, terwijl we elkaar dus hard nodig hebben. Over religie bijvoorbeeld bestaan hardnekkige vooroordelen. Dé religie die de wereld in haar greep houdt is de islam. De Islam wordt, zonder met de ogen te knipperen, gekoppeld aan terrorisme; geheel ten onrechte overigens. Een goed
15
voorbeeld is Al Qaeda. Bin Laden is uiteindelijk gepakt maar de verbinding met de democratische wereld was al veel eerder gevonden. Door de mensen zelf. De Islam wordt gestigmatiseerd. In Estoril legt Fukuyama uit dat er twee modellen zijn van islamisering, en die moet je beide vergelijken voordat je oordeelt. Aan de ene kant is er het model dat Iran aanhangt. Dat is het model dat de dreiging voedt. Aan de andere kant is er het model van Turkije, een groeiende, ondernemende en relatief open samenleving die het westen wil verbinden met het oosten. En over vooroordelen gesproken: de snelst groeiende religie ter wereld, vooral in ZuidAmerika en Afrika, is het Protestantisme. Waarom? Omdat Protestantisme sterk wordt geassocieerd met zakelijk succes. Schaarste Dan de natuur. De schaarste in de wereld spitst zich toe op voedsel, energie en water. Eerder schreef ik al dat het groeimodel geen stand kan houden. De mensheid heeft zelf de schaarste teweeg gebracht. Maar nadenken over een nieuw systeem is vooralsnog te moeilijk. Het lukt maar moeilijk om samen tot oplossingen te komen. Intussen wordt de situatie slechter. Voedsel Na de voedselcrisis van 2007-2008, toen in een jaar tijd de prijzen van rijst, maïs en tarwe met bijna 40% stegen, ontstonden er rellen in tientallen landen. Oorzaken toen waren een groeiende vraag in opkomende economieën, met India en China voorop, stijging van de brandstofprijzen en stijging van de kunstmestprijzen. Er kwam een run op grondstoffen waardoor de grondstoffenmarkt voer werd voor beleggers en speculanten. Steeds meer stemmen gaan op om de grondstoffenmarkt met rust te laten; niet alleen om het voedselprobleem in toom te kunnen houden, maar ook om de basis van de transactiemarkten, namelijk kostprijs per stuk, niet te veel geweld aan te doen. Energie In Estoril kwam het cliché maar weer eens op tafel: wie olie heeft, controleert de wereld. Strategische plaatsen als Panama, Suez en Gibraltar worden gecontroleerd en de vraag rijst of de Arabische Lente nou zo goed is voor het evenwicht in de wereld, lees veiligstellen van de olieproductie en stabiliseren van olieprijzen. In Libië bijvoorbeeld, een belangrijke maar niet eens de grootste speler, is de olieproductie recentelijk met 80% gedaald. En de alternatieven? Fukushima heeft de realiteit van een nucleaire ramp voor wat 16
betreft kernenergie weer in ons bewustzijn geplant; steenkool is en blijft bedreigend vanwege de CO2 uitstoot. Alternatieve energiebronnen zoals bioethanol gaan ten koste van vruchtbare grond om voedsel te produceren. Windenergie stuit op verzet van natuurbeschermers en zonne-energie is vooralsnog erg duur. Wereldwijd is de verdeling als volgt: 54% van de energie wordt opgewekt met olie, 27% met steenkool, 6% met kernenergie en 13% met alternatieve bronnen, zoals windenergie, zonne-energie en bio-energie. Wat betreft toenemend energieverbruik zijn de ogen gericht op China. Maar de pot verwijt de ketel, vindt China. ‘Laten we eens kijken naar de consumptie van energie, dan zijn landen als de Verenigde Staten veel grotere gebruikers. Zeker per hoofd van de bevolking. En wij moderniseren in snel tempo, we slaan de stap van industrialisatie voor een groot deel over. En dat is een stap die Europa weliswaar groot heeft gemaakt maar die ook voor veel uitstoot heeft gezorgd,’ zegt Victor Gao, directeur van de China National Association of International Studies, in Estoril. De productie van ‘speedtrains’ illustreert de hoge snelheid waarmee China gebruik maakt van de wet van de remmende voorsprong in het westen. China raast hard voorbij. Water Een van de duidelijkste signalen dat de natuurlijke bronnen onder druk komen te staan, is de toenemende schaarste aan water. In 2030 woont de helft van alle mensen op aarde in een gebied waar niet genoeg water is. Toenemende droogte en vervuiling zijn belangrijke oorzaken voor het toenemende gebrek aan schoon water. En aan de andere kant zorgt de stijgende zeespiegel er voor dat en groot deel van de wereldbevolking onder die zeespiegel zal leven, met alle dreiging van dien. Bovendien gaat het vaak om gebieden die juist vruchtbaar zijn. Het waterprobleem vergroot over het algemeen de neerwaartse spiraal van schaarste. Water wordt ten eerste gebruikt voor drinkwater, ten tweede voor voedselproductie, ten derde voor het fabriceren van consumptiegoederen en ten vierde voor het opwekken van energie. Alle vier komen dus onder druk te staan. We kennen allemaal het voorbeeld van een t-shirt: om een t-shirt te produceren is 2700 liter water nodig. Iedereen heeft een stapel t-shirts in de kast liggen. Het individu is dus onderdeel van het probleem en dus onderdeel van de oplossing.
17
Deel II Local Answers
DEEL I GAF EEN BEELD VAN POLITIEK, ECONOMIE EN MAATSCHAPPIJ IN DE WERELD. HET IS ONMOGELIJK OM UITPUTTEND TE ZIJN. IN DEEL II GAAN WE EEN STAP DIEPER EN LEZEN WE WAT DE LOCAL ANSWERS ZIJN. IK DOE DAT AAN DE HAND VAN VIER PARADIGMA’S DIE IK DESTILLEER UIT DE LEZINGEN DIE IK VOLGDE EN ZELF GAF EN AAN DE HAND VAN DE GESPREKKEN DIE IK VOERDE IN ESTORIL EN ACHLUM EN IN DE TUSSENLIGGENDE TIJD MET COLLEGA’S EN KLANTEN. MAAR IK BEGIN MET EEN HOOFDSTUK OVER WAT GLOBALISERING IS. DAT GAAT DIEPER DAN HET GLOBALE BEELD UIT DEEL I.
18
19
Hoofstuk 4: De globaliserende wereld draait door
Globalisering begon meer dan duizend jaar geleden in China, zeggen de Chinezen. Nee, globalisering begon vijfhonderd jaar geleden in Portugal, zeggen de Portugezen. Het meest fundamentele antwoord komt echter uit Afrika: ‘Globalisation started in Africa. From the Cradle of Mankind people spread all over the world.’ We zijn dus allemaal verbonden. Bill Clinton refereerde daar aan in Achlum met de opmerking dat mensen voor 99,5% hetzelfde zijn en slechts voor 0,5% verschillen. Dankzij globalisering is de wereld verbonden en wordt duidelijk dat de overeenkomsten inderdaad groter zijn dan de verschillen. Het individu telt serieus mee; of hij of zij nou staat op het Tahrirplein, op Times Square, op het Rode Plein, op Mandela Square, op het Cinelandia Plein of op De Dam, het individu krijgt een steeds grotere stem via de grootste plaza ter wereld: Facebook. Volgens wetenschapper Alex Bennet hebben social networks een stimulerende werking op het collectieve bewustzijn. Zij beschrijft deze bottom up beweging als de combinatie van hardware, software en humanware.
20
Het westen daalt af op de piramide van Maslow tot wereldniveau Het punt is dat globalisering onbeheersbaar is geworden vanwege de verandering van machtsverhoudingen. Het grote machtsdenken en imperialisme dat de wereldorde in haar greep hield, bestaat niet meer. En de financiële crisis en toenemende schaarste doet het westen nog harder de piramide van Maslow aftuimelen. Deze piramide die de menselijke behoeften ordent is in de loop van de geschiedenis stap voor stap beklommen, van het meest primaire niveau van lichamelijke behoeften omhoog via behoefte aan veiligheid en zekerheid, behoefte aan saamhorigheid, behoefte aan erkenning en zelfrespect en helemaal aan de top de behoefte aan zelfverwezenlijking. De lichamelijke behoeften zoals voedsel en energie zijn vooralsnog voorhanden maar worden steeds duurder. De behoefte aan veiligheid en zekerheid, het tweede niveau, is zeer actueel. Maar de niveaus daarboven, behoefte aan saamhorigheid, erkenning en zelfverwezenlijking worden allemaal bedreigd. En daarmee komt er een nivellering met het wereldniveau, een geografische emancipatie. ‘De aarde wordt plat’ schreef Thomas Friedman een paar jaar geleden al.
Vrijheid en verantwoordelijkheid Nivellering is slechts een kant van de medaille. De andere kant is vrijheid. De zwaar bevochten vrijheid van elk mens wint steeds meer aan terrein, over de hele wereld heen. Maar vrijheid leidt gemakkelijk tot ongelijkheid: inequal recognition. En vrijheid zonder verantwoordelijkheid werkt individualisme in de hand dat ruimte biedt voor hebzucht en slechtheid. In een vrij land heb je altijd de mogelijkheid om sluiproutes te vinden ten koste van een ander. En dan geven social networks niet alleen stem aan de vrijheid maar bieden ze ook ruimte om invloed uit te oefenen op andere mensen zonder dat je rekenschap hoeft af te leggen. Wat we goed moeten begrijpen is dat er geen weg terug is naar isolatie. De ‘global connectedness’ is een feit en dat leidt tot een snelle verspreiding van goed nieuws, maar ook van problemen, ook financiële problemen. De belangrijkste conclusie die we kunnen trekken is dat, in het licht van de uitdagingen die de wereld momenteel op de proef stellen, ieder individu moet beseffen dat hij of zij onderdeel is van het geheel. Niemand kan zich meer afzonderen of weglopen of de handen aftrekken van de problemen in andere landen. Problemen elders hebben onmiskenbaar effect op de thuissituatie. We wonen nou eenmaal in de global village.
21
Hoofdstuk 5: De toekomst tegemoet aan de hand van vier paradigma’s Om te kunnen bouwen aan een betere toekomst moeten we de volgende vier paradigma’s goed begrijpen. Paradigma1 – Machtsdenken is niet meer effectief De wereld draait niet meer om macht maar om beïnvloeding, een meer feminiene eigenschap dan een masculiene. Invloed is een vorm van verbinding die de vrijheid en de waarde van het individu in tact laat. Degene die dat het beste toepast en die bovendien het beste is georganiseerd, zal een zekere massa aan zich binden. Een goed voorbeeld van deze ontwikkeling is de Arabische lente en het volk dat zich heeft verenigd en in opstand komt tegen de zittende macht. Paradigma 2 – We moeten anticiperen op de nieuwe wereldorde Het westen heeft op economisch vlak het nakijken maar kan een sterke duurzame toekomst tegemoet zien dankzij de opgebouwde waarden die elk mens gelijke rechten geeft. De tegenstelling is nu dat het westen staat voor vrijheid en democratie en dat Azië staat voor groei, ontwikkeling en daadkracht. Wij moeten die tegenstellingen niet uitvergroten maar samenbrengen, zowel in het westen als in Azië. Paradigma 3 – De verantwoordelijkheid verschuift van de politiek naar het bedrijfsleven De rol van de politiek wordt steeds meer bepaald door de economische ontwikkelingen en verliest aan geloofwaardigheid. Bedrijven hebben per definitie baat bij een stabiele en energieke samenleving. Iedere organisatie moet zichzelf afvragen welke waarde ze creëert voor medewerkers, klanten, organisatie en de maatschappij. In deze gelijke viereenheid. Grote organisaties zijn, mits verantwoord, de ideale kweekvijvers voor talent, ambitie en gedeelde waarden. De markt krijgt er dus een doel bij dat ze eigenlijk al vanzelfsprekend zou moeten hebben, namelijk verantwoordelijkheid nemen voor de maatschappij en creëren van maatschappelijke waarde. Paradigma 4 – De jeugd heeft de energie en wijsheid om de wereld te verbeteren De jeugd is niet alleen onbevangen, ze is ook wijs, verbonden en breed geïnformeerd. Jonge mensen raadplegen veel bronnen en zijn niet zomaar overtuigd van gelijk of niet gelijk. Het is de taak van de oudere generatie om alles in het werk te stellen om de jeugd naar voren te schuiven, te helpen en snel de verantwoordelijk te leren dragen.
22
In de volgende hoofdstukken verdiepen we ons in de Local Answers naar aanleiding van elk van de vier paradigma’s.
Hoofdstuk 6: Paradigma1 – Machtsdenken is niet meer effectief In Estoril had ik een ontmoeting met Larry King, een van de meest succesvolle tv-journalisten van CNN. ‘King Larry’ is inmiddels met pensioen, maar heeft nog even veel vuur als twintig jaar geleden. Hij heeft de tijd meegemaakt van de ware ‘anchormen’, niet alleen voor een tv-show maar ook voor de publieke opinie. Hij kon de Amerikaanse visie op Vietnam beïnvloeden door de juiste vragen te stellen. Maar die tijd is helemaal voorbij: “The days of the giants are gone because now there are a lot of platforms for information”. En dat is kenmerkend voor onze tijd waarin meer wordt gezonden dan ontvangen. De wereld lijkt ongrijpbaarder te worden, ook letterlijk. Ik heb begrepen dat 20% van de inwoners van de grote steden in Nederland geen vaste woon- of verblijfplaats heeft en derhalve niet traceerbaar is voor de Belastingdienst. Ongrijpbaarheid heeft te maken met verlies van macht. De remedie is niet om de macht aan te scherpen maar om meer te handelen vanuit invloed. De huidige situatie in de wereld is een enorme test voor democratische instituten’, zegt Francis Fukuyama in Estoril, ‘Elk land moet op een dag haar sociale contract, afspraken tussen burger en staat, herzien. Dat levert pijn op want de voordelen worden kleiner. Maar zijn democratische landen klaar om dat te doen? Over het algemeen beslissen democratieën niet, het ontbreekt ze aan leiderschap. Dus trekken mensen zich terug op zichzelf en hun eigen omgeving, zowel landen als individuen. Iedereen houdt vast aan zijn eigen markt, aan zijn eigen systeem. Mensen willen erkenning dat ze betere mensen zijn dan andere mensen, dat heet inequal recognition. En dan draait de democratische wereld door. De politiek raakt verlamd door toenemende polarisatie en de onevenredige invloed van lobbyisten.’ De crisis begon op de huizenmarkt in de VS. Maar nog altijd lobbyen de makelaars er lustig op los. Steden als Detroit zijn spooksteden, met waanzinnig veel leegstand van huizen en mensen die leven in motels en auto’s. En de overheid doet niets. Machtsdenken wordt onmachtsdenken omdat het ontbreekt aan vertrouwen.
Vertrouwen Geert Mak gaat in Achlum in op dat vertrouwen. Hij noemt Nederland een high trust society. In Nederland zijn er relatief weinig wetten en regels, een informele belofte volstaat meestal. Niet voor niets kent het land een van de hoogste welvaartniveaus ter wereld. In Nederland zijn niet alleen de aandelen uitgevonden maar ook verzekeringspolissen en de vroegste vormen van papiergeld. Dat duidt op vertrouwen: op basis van een afspraak kon je je geld omwisselen voor goederen en kon je je waardepapieren omwisselen voor geld. Vrijheid Machtsdenken staat ook lijnrecht tegenover vrijheid en dat pikken mensen niet langer. Femke Halsema benadrukt in Achlum dat de kracht van Nederland altijd is geweest om op een duurzame en rustige manier te veranderen. De laatste jaren echter raakt ons land geobsedeerd door de crisis en gevoelens van onveiligheid. Onnodig, vindt Halsema, het overgrote deel van Nederland heeft helemaal niet te maken met problemen omtrent veiligheid. Ze trekt een parallel met de politieke geschiedenis van Nederland. In de 19e eeuw werd het fundament van onze moderne rechtstaat gelegd. En na die tijd hebben we ons voornamelijk beziggehouden met het uitvoeren van die wetten. Tot een paar jaar geleden. Toen barstte er plots een discussie los over het fundament, de grondwetten: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en het respecteren van de trias politica. Halsema verklaart deze kentering door twee ontwikkelingen. Ten eerste heeft de globalisering veel en zeer grote problemen en crisissen in de huiskamers gebracht. Politici reageren met machteloosheid, angst en radeloosheid. En ten tweede is het paradigma over multiculturalisme veranderd. Lange tijd werd multiculturalisme gezien als een bevestiging van de kracht van onze vrijheid. Maar langzamerhand begonnen steeds meer mensen datzelfde multiculturalisme als een bedreiging van onze vrijheid te zien, ingegeven door hardnekkige integratieproblemen, terrorisme en de opkomst van populisme. Halsema stelt vast dat in Nederland de waarden en vrijheid helemaal niet worden aangetast en dat de enige bedreiging van vrijheid de mensen zelf zijn. Zo laten politici zich steeds meer leiden door gedrag dat ze onwenselijk vinden in plaats van dat gedrag te toetsen op wettigheid. Door te proberen onwenselijk gedrag wettelijk te verbieden, wordt de vrijheid van ons allemaal aangetast. 23
Hoofdstuk 7: Paradigma 2 – We moeten anticiperen op de nieuwe wereldorde
hebben nog de beste kans van slagen. Daar heerst cohesie, een nationale identiteit. Andere landen hebben die cohesie niet maar veel meer etniciteit, stammen en verschillende religies. Solidariteit In Estoril komt een onverwacht solidair geluid uit het Middenoosten. Abdullah Dahlan, houder van diverse commissariaten in Saoedi-Arabië en voormalig directeur van de Saoudische Kamer van Koophandel, zegt: ‘De Arabische wereld is niet verantwoordelijk voor de economische crisis. Maar de crisis heeft wel alle landen in de wereld geraakt. De Arabische wereld is de eerste die profiteert van de crisis vanwege de stijgende olieprijzen. Maar de crisis raakt de gewone man. Ik word er helemaal niet gelukkig van om op deze manier rijk te worden want andere landen zijn de dupe. We moeten elkaar helpen. Per slot van rekening heb ik zelf mijn opleiding genoten in de VS. We moeten een wereld bouwen waarin alles eerlijker wordt verdeeld. Ik zou graag zien dat onze winsten uit de verkoop van olie worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van andere landen.’
Hoeveel seizoenen kan de Arabische Lente mee? Volgens Francis Fukuyama is de Arabische Lente van 2011 onderdeel van de derde democratiseringsgolf die in 1974 startte in Portugal met de Anjerrevolutie. In die derde golf - de eerste golf vond plaats na de Franse Revolutie en de tweede vond plaats vlak na de Tweede Wereldoorlog – ging het aantal democratieën van 40 naar 110. Aanvankelijk sloeg die laatste vonk van democratisering, die duurde tot 1989 toen de Berlijnse Muur viel, niet over op Noord-Afrika en het Middenoosten. De opinie was dat Arabieren niet kunnen democratiseren. Fukuyama: ‘We hebben recentelijk geleerd dat Arabieren niet anders zijn dan andere mensen. Je waardigheid behouden en je niet laten weerhouden door het regime is universeel, blijkt nu.’
24
Het Middenoosten is op dit moment tegelijkertijd een belofte als een gevaar. Revoluties zijn nog nooit veroorzaakt door de armen maar door de middenklasse, door mensen die een stap op de maatschappelijke ladder hebben gezet maar op enig moment niet meer verder kunnen klimmen. De laatste tientallen jaren is de middenklasse wel degelijk gegroeid wereldwijd, ook in Arabische landen. Jonge mensen geven aan wat ze willen en doen het nu ook. Zonder een goed politiek systeem en instituten die de democratie steunen, kan een land de jeugd niet helpen. Je hebt een regering nodig, politieke partijen, wetten, verkiezingen. In een jonge democratie zoals in Noord-Afrika en het Middenoosten moet alles nog worden opgebouwd. De hoop onder de mensen zal enorm op de proef worden gesteld. Tunesië en Egypte
Ook Dominique De Villepin doet een beroep op de solidariteit, maar dan die van Europeanen: ‘Dit is niet de tijd voor eenlingen. De Arabische Lente? Beste Europeanen, het zijn onze buren. Deze tijd vraagt om solidariteit, binnen de Eurozone, maar ook met de wereld daarbuiten. En bovendien hebben we geen andere keus. We moeten persoonlijk commitment hebben. Wees pragmatisch, grijp kansen aan en koester uw geschiedenis want die bepaalt uw identiteit. Howard Dean, voormalig gouverneur van Vermont, voegt er nog een moreel appèl aan toe: ‘Europa heeft niet alleen een economische noodzaak om er bovenop te komen, maar ook een morele. De milieustandaard in Europa is het hoogste in de hele wereld, net als de mensenrechten. Op die terreinen bent u een voorbeeld voor de rest van de wereld.’ Kortom, we moeten vasthouden aan onze morele waarden. Maar dat brengt ook een morele plicht met zich mee. Solidariteit is een mooi goed, maar we mogen niet vergeten dat dat inhoudt dat we onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en anderen aanspreken op hun verantwoordelijkheid.
25
Hoofdstuk 8: Paradigma 3 – De verantwoordelijkheid verschuift van de politiek naar het bedrijfsleven Begin 2011 schreef Michael Porter een artikel met de titel ‘Creating Shared Value’. Hij schrijft erover: ‘The concept of shared value recognizes that societal needs, not just conventional economic needs, define markets. It also recognizes that social harms or weaknesses frequently create internal costs for firms—such as wasted energy or raw materials, costly accidents, and the need for remedial training to compensate for inadequacies in education. And addressing societal harms and constraints does not necessarily raise costs for firms, because they can innovate through using new technologies, operating methods, and management approaches—and as a result, increase their productivity and expand their markets.’ Bedrijven zullen steeds meer businessplannen ontwikkelen die rekening houden met het creëren van waarde voor medewerkers, klanten, aandeelhouders én maatschappij. Omdat ze de wederzijdse afhankelijkheid met maatschappij en milieu onderkennen. En ook op het diplomatieke vlak krijgt het bedrijfsleven steeds meer invloed, zo werd eerder in 2011 duidelijk op het World Economic Forum in Davos. In Achlum haakt Bill Clinton daar op in. Volgens hem is de essentie van de moderne tijd dat de problemen waarmee we worden geconfronteerd dusdanig groot en ingrijpend zijn – denk bijvoorbeeld aan milieuproblemen, ziektes en veiligheidsvraagstukken – dat snelle actie en samenwerking een noodzaak zijn om überhaupt tot een oplossing te komen.
26
Empowerment Maar daarvoor is wel empowerment nodig van individuen, bedrijven en overheden, zegt Fatima Carioca in Estoril. Zij is professor op de Portugese Business School AESE: ‘Er is een nieuwe holistische visie nodig waarin ethiek en business samenkomen. De financiële crisis lijkt te gaan over bedrijven en huishoudens. Maar in feite verandert de crisis onze levens en dwingt ons te handelen. We praten nog te veel over de bekende zaken zoals de prijsstijgingen van grondstoffen en ruwe materialen. Het gaat echter om de onbewuste dingen, zoals geloofwaardigheid, over drempels heen stappen, instituten en overtuigingen opzij durven zetten, de verdeeldheid tegengaan, de dialoog tussen oost, west en zuid intensiveren en de samenwerking met NGO’s verbeteren. Daarvoor hebben we moed, optimisme en solidariteit nodig.’ Zelfreflectie Empowerment én zelfrelfectie, als het aan Gylfi Zoega ligt. Deze IJslander deelt graag de lessen die zijn land heeft geleerd na de fikse financiële val twee jaar geleden. Hij houdt mensen een ijskoude spiegel voor: ‘U moet de feiten onder ogen zien. Waarom is er op nationaal niveau niet voldoende toezicht in sommige landen? Waarom hebt u zoveel geld geleend? En wat stelt u daar tegenover? Wie is verantwoordelijk? Door de problemen af te wentelen op de maatschappij vertroebelt het beeld en komt de Eurozone vroeg of laat in gevaar. Beter is het om banken failliet te laten gaan. Dan heb je een heldere probleemstelling. Deze crisis leidt onherroepelijk tot maatschappelijke problemen. Jonge mensen kunnen geen eigen huis meer kopen. En staar u niet blind op valuta regimes.
Door de IJslandse munt hebben we een extreem hoge rente. Daar wordt door speculanten ook misbruik van gemaakt. We moeten op zoek naar de diepere laag, en die zit in de cultuur van naties, van mensen.’ Stabiliteit Ook historicus Geert Mak doet een beroep op het bedrijfsleven, in combinatie met de high trust cultuur in met name Nederland: bedrijven in Nederland mogen, ondanks de meest berekenende economische bril, het vertrouwen niet uit het oog verliezen. Deels uit morele overwegingen maar ook omdat het domweg geld kost als het vertrouwen afneemt. Vertrouwen heeft altijd al gediend om een stabiele markt te creëren op basis waarvan geld kon worden verdiend. Stabiliteit is ook de prioriteit voor China. Victor Gao: ‘Voor ons is het heel simpel. Wij willen groeien en om te kunnen groeien moeten we de binnenlandse stabiliteit handhaven en in het buitenland bijdragen aan het handhaven van wereldvrede. Het beste dat China kan doen voor de rest van de wereld is om het eigen huis op orde te krijgen en te houden. Maar onze ambities zijn niet meer dan fair. Met 20% van de wereldbevolking vinden we dat we ook 20% marktaandeel in de wereldhandel mogen nastreven.’ Welbegrepen eigenbelang Willem van Duin, voorzitter van de Raad van Bestuur van Achmea, gelooft heilig dat de behoefte aan solidariteit en de bereidheid daar iets voor te doen groter is dan de werkelijkheid doet vermoeden. Voor van Duin is het onderwerp dermate cruciaal voor het verbeteren van de samenleving dat hij er onderzoek naar heeft laten doen. En hij wordt bevestigd in zijn geloof. ‘Individuele mensen zijn te weinig op de hoogte van het feit dat zoveel anderen zich ook willen inzetten voor de samenleving’, zegt hij in Achlum, ‘We zijn steeds minder bereid om ons in elkaar en in de werkelijke inhoud van problemen te verdiepen. Dat moeten we doorbreken. Het is belangrijk dat mensen ervaren dat hun individuele belangen samenvallen met het algemene belang. Dit welbegrepen eigenbelang is de grote motivatie om met elkaar solidariteit te creëren.’ Feitelijk
doet
Van
Duin
een
oproep
de redelijkheid weer terug te brengen in de samenleving, de redelijkheid die in het gedrang is gekomen doordat de economie te veel invloed heeft gekregen op de samenleving. Het bijzondere is dat Willem van Duin stelt dat mensen weliswaar zelf verantwoordelijkheid moeten nemen om solidariteit tot stand te brengen, maar dat het bedrijfsleven daarin een belangrijke rol moet spelen. Zij moeten het voortouw nemen om mensen te helpen en te faciliteren om hun eigen verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Het Braziliaanse wonder Is de rol van de politiek dan uitgespeeld? Zeker niet. Qua organisatiestructuur hebben overheden nog altijd een voorsprong, maar ze zullen heldere keuzes moeten maken. Luiz Alberto vertelt in Estoril wat het succes is geweest van Brazilië als opkomende economie: ‘Ons land zat aan de grond. Brazilië kende een gigantische inflatie, een historisch record. Alleen Zimbabwe was erger. Toen kwam er een nieuwe atmosfeer van welwillendheid. Daarover zeggen wij altijd: Brazilië werd 500 jaar geleden ontdekt maar Brazilië ontdekte de wereld 15 jaar geleden. Mensen moesten ondernemend worden en geschoold. We danken het Braziliaanse wonder aan een doelgerichte en stabiele overheid die de koers bleef vasthouden. President Lula was de belangrijkste aanjager. En dat heeft effect gehad op de hele Zuid-Amerikaanse regio. Veel landen in Zuid-Amerika zijn de laatste tien jaar economisch gegroeid.’ Een stabiele overheid is dus erg belangrijk. Maar wat Brazilië aantoont is dat de economie alleen groeit als je heldere keuzes maakt, ondernemerschap stimuleert en consequent je visie blijft volgen.’ Ook Bill Clinton benadrukt in Achlum het belang van een visie die zo krachtig is dat individuen weten wat ze moeten doen om bij te dragen aan die visie; niet alleen voor landen moet die er zijn, maar ook voor de wereld.
om
27
usualunusual
28
29
Hoofdstuk 9: Paradigma 4 – De jeugd heeft de energie en wijsheid om de wereld te verbeteren Tijdens mijn ontmoeting met Larry King vertelde hij wat hij zo waardeerde aan Barack Obama: ‘Obama is such an outstanding father for his children.’ Dat raakte me diep omdat het de kern is van waar het leven over gaat namelijk zorgen voor de volgende generatie. Jeroen Smit zei eens: ‘We laten de wereld slechter achter voor onze kinderen dus laten we zorgen dat we dan in elk geval betere kinderen achterlaten.’
30
land, Portugal, waar ik samen met 200 studenten aan had gewerkt. Een toekomstvisie voor een land in financiële nood gepresenteerd met jeugdige energie! Een van de studentes die de visie presenteerde deed dat helemaal uit haar hoofd. Toen ik haar naderhand vroeg hoe ze dat voor elkaar had gekregen antwoordde ze: ‘Ik geloof hier in, ik geloof dat dit bijdraagt aan een beter Portugal. En als ik erin geloof dan kost het me geen enkele moeite om het te onthouden.’
‘De jeugd moet ons leiden’, zegt Howard Dean, voormalig gouverneur van Vermont, ‘Ons ideaal wordt door onze kinderen geleefd. Jonge mensen leven al lang dat gemixte leven met andere mensen. Zij zijn wereldburgers. De jonge generatie is bezig de wereld te veranderen, een wereld waarin minder nationalisme is en minder religieuze wrijving. President Obama is de verpersoonlijking van die jonge generatie. De jeugd vertegenwoordigt ook een stille hoop voor de toekomst: dat we de wereld met elkaar besturen.’
Dat jeugdige elan zag ik ook terug tijdens het jongerendebat in Achlum waar fel werd gedebatteerd over Nederland. En dat jeugdige elan zie ik terug in mijn zoon Jip die op zijn 16e begon met het Jeugdkabinet en twee jaar lang Jeugdpremier van Nederland was. En na die twee jaar schreef hij er een boek over met de titel ‘Het kan allemaal zoveel beter’. Dat was zijn conclusie na veel ontmoetingen met politici in Den Haag waar hij de stem van de jeugd vertegenwoordigde.
Een van de hoogtepunten in Estoril was het moment dat ik een groepje studenten uitnodigde om bij mij op het hoofdpodium te komen staan. Het was de eerste keer tijdens de hele conferentie dat jonge mensen aan deze kant van de zaal stonden. En ze hadden een boodschap. Zij presenteerden namelijk een toekomstvisie voor hun
Inderdaad, de jeugd moet het doen, maar wij moeten helpen. Om het westen te revitaliseren moeten wij, de ouder wordende generatie, laten zien dat we uit onze passiviteit kunnen breken, dat we onze zelfgenoegzaamheid kunnen laten varen. We moeten inspireren, activeren, beseffen dat we moeten
gaan rennen, hoe oud sommigen van ons ook zijn. We kunnen niet meer wachten. Het moet nu gebeuren. Ze hebben gelijk: in Europa praten we zonder daadkrachtig te handelen. Laten we beginnen met de bron van onze welvaart, een bron die overigens ook schaarser wordt: talent. We moeten ons talent koesteren. Landen in de Eurozone, vooral in de periferie, moeten oppassen dat talentvolle jongeren niet voor langere tijd vertrekken. Naar Azië bijvoorbeeld want daar zit op dit moment de mondiale dynamiek. Vergelijk het met voetbal. Europese landen zijn grote voetballanden. Extreme talenten moeten worden gekoesterd, ze moeten de beste willen worden dus moeten wij zorgen dat ze competitief kunnen zijn. Ze hebben goede coaching nodig. Als ze naar het buitenland vertrekken, zorg dan dat het aantrekkelijk voor ze is om weer thuis te komen.
31
Deel 3 Personal Action
Howard Dean voegt er aan toe: ‘Een CEO die 500 keer meer verdient dan de gemiddelde medewerker in zijn bedrijf, is excessief. Elk systeem dat te maken krijgt met excessen, mislukt.’
ZOWEL IN DEEL I, WAARIN GLOBAL CHALLENGES CENTRAAL STONDEN, ALS IN DEEL II MET DE VIER PARADIGMA’S EN DE LOCAL ANSWERS, KEERDE TELKENS EEN ONVERVULD THEMA
Ontkenning Als de economie eenmaal instort dan vluchten mensen allereerst in ontkenning. Ontkenning leidt ertoe dat er haastig wordt gezocht naar herstel, en herstel wordt ook direct gepredikt. Het nare gevolg daarvan is dat mensen niet leren van fouten en de kern niet wordt aangepakt. Herstel is slechts artificieel en je kunt wachten op de volgende crisis. Daarnaast wordt ontkenning vergemakkelijkt door het systeem; eerder konden we lezen dat de min of meer abstracte politiek en economie het individu overstijgen en tot ver over de landsgrenzen reiken. De hele wereldeconomie bestaat uit communicerende vaten. De globale verbondenheid geeft het individu een stem maar biedt het individu net zo goed een schuilplaats om te ontsnappen aan verantwoordelijkheid.
TERUG. EN DAT IS DE PERSOONLIJKE ACTIE. WAT GA JIJ DOEN OM EEN BETERE WERELD TE BOUWEN? DAAROVER GAAT DEEL III.
PERSOONLIJKE ACTIE IS LASTIG MAAR NOODZAKELIJK. LASTIG OMDAT HET JE DAGELIJKS CONFRONTEERT. IN DEEL I WERD DE ECONOMIE BESPROKEN, MET EEN CONFRONT-THE-BRUTALFACTS UITWERKING DOOR NOURIEL ROUBINI TEN AANZIEN VAN DE ECONOMISCHE SITUATIE IN DE EUROZONE. DAT WAS WAT MECHANISCH. IN DATZELFDE HOOFDSTUK GAF IK AAN DAT DE ECONOMIE ONREDELIJK IS, HET HEEFT ALLES TE MAKEN MET GEVOEL EN EMOTIE. EN DAT IS HEEL INDIVIDUEEL. DE BEURSHANDELAAR ZAL ZEGGEN: HET IS ALLEMAAL PSYCHOLOGIE. DE PSYCHOLOOG ZAL ZEGGEN: ALLES IS EMOTIE. MAAR WELKE EMOTIES HEBBEN GELEID TOT EEN SLECHT DRAAIENDE ECONOMIE? HEBZUCHT. DAAR IS IEDEREEN HET OVER EENS. MAAR ER IS MEER, EN DAT IS ONTKENNING, ONZEKERHEID, WANTROUWEN EN ANGST.
Hebzucht ‘Als hoofd HR van ABN in Londen had ik eens een junior trader aan mijn bureau. Hij was 26. Hij zei dat hij gedemotiveerd was omdat zijn bonus lager was uitgevallen dan 1 miljoen pond. Ik zei tegen hem: als je niet snel terug gaat naar je bureau, dan bel ik je moeder. En in Nederland is er een publieke hetze gaande over bonussen. Er gaan stemmen op die alle bonussen vanaf 2008 met terugwerkende willen belasten: met 100%!’ Dat zegt Pauline van der Meer Mohr in Estoril. Zij is voorzitter van het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ze vervolgt: ‘Het gaat om economische problemen maar ook om waarden en historie. Hoe zorg je dat wholesale bankers anders gaan werken, dat Amerikanen minder gaan uitgeven? Er is geen wet tegen hebzucht. Het enige dat we kunnen doen is waarden definiëren en er ook naar leven en investeren in de opleiding van leiders van de volgende generatie. De vraag is natuurlijk wel hoe mensen die er een potje van hebben gemaakt de jonge generatie gaan onderrichten.’
Onzekerheid, Wantrouwen en Angst Op een gegeven moment valt de crisis niet meer te ontkennen en worden mensen letterlijk op zichzelf teruggeworpen. Ze raken hun baan kwijt, kunnen hun hypotheek of huur niet meer betalen, hebben geen vooruitzicht op een nieuwe baan omdat de economie voorlopig niet zal herstellen en moeten aankloppen bij hun familie en vrienden voor ondersteuning en onderdak. Zekerheid, een van de pijlers waarop de moderne welvaartsamenleving is gebouwd, ebt weg en maakt plaats voor onzekerheid, wantrouwen en angst. Polarisatie neemt toe, net als xenofobie. ‘Angst, ‘zegt de Portugese schrijver Mia Couto in Estoril, ‘was altijd een drijfveer om meer te leren. Maar angst is een machtsmiddel geworden dat inspeelt op gevoelens van onveiligheid en niet op het gevoel van onrechtvaardigheid. Muren worden gebouwd om andere muren te beschermen die ons helpen tegen de komst van buitenstaanders. De realiteit is dat geweld jegens onze kinderen niet wordt gepleegd door vreemden maar door bekenden.’ Wijzelf dus.
Hoofdstuk 10: Mijn persoonlijke actie Hebzucht, ontkenning, onzekerheid, wantrouwen en angst. Menselijke emoties en tegelijkertijd zand in de radertjes van de economie. Hoe kun je dat keren? In hoofdstuk 8 kwam empowerment, zelfreflectie en welbegrepen eigenbelang aan de orde. Maar ik denk dat het verder gaat. Ik denk dat er meer behoefte is aan altruïsme: geven zonder eigenbelang. Dat is net als liefde. En liefde is de meest drijvende kracht van mensen. Het is in elk geval mijn meest drijvende kracht. Mijn persoonlijke actie is dat ik mijn hoger doel nastreef in alles wat ik doe. Dat hoger doel is: Together we build a brighter future. We achieve breakthroughs by inspring and connecting people. Om dat doel te bereiken heb ik 22 jaar geleden een bedrijf opgericht dat ik blijf uitbouwen. Vanuit dat bedrijf inspireren en verbinden we mensen in grote organisaties, creëren we werk en banen, leiden we jonge mensen op. Daarnaast richten we ons op de buitenwereld met een leerstoel aan de Universiteit Utrecht, met verbindingscampagnes en het verspreiden van de blauwe bal van verbinding, met maatschappelijke projecten zoals verbindingslessen voor schoolkinderen en met samenwerkingen, zoals met topkok Moshik Roth met wie we hoogwaardig voedsel bereikbaar willen maken voor mensen op scholen en in verzorgingstehuizen. Het belangrijkste daarbij is dat ik me elke dag bewust afvraag of ik waarde toevoeg aan mijn omgeving: gezin, familie, collega’s en maatschappij.
34
35
Tot slot – wie pakt de bal op? Het slotakkoord van dit boekje is voor u. Bij al mijn activiteiten gebruik ik de blauwe bal van verbinding. op deze bal staat het &-teken, symbool van verbinding. En telkens als ik de bal in een groep gooi dan gebeurt er iets, dan is er actie. Mensen gooien de bal naar elkaar, ze ontspannen, ze maken verbinding. Met dit artikel werp ik opnieuw de blauwe bal van verbinding… WIE PAKT DE BAL OP? Salem Samhoud 25 juni 2011
36
37
usualunusual 38
39
usualunusual Together we build a brighter future We achieve breakthroughs by inspiring and connecting people