Studiewijzer Veva opleidingen • Monteur mechatronica
91080
• Monteur tester mechatronica
91092
Schooljaar
:
2015-2016
Leerweg
:
BOL
Inhoudsopgave 1 2 3.0 4.0
Voorwoord Crebonummer opleiding Onderwijsvisie Noorderpoort Praktische zaken ROC Noorderpoort
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12
WiFi Noorderpoort E-mail Laptop Noorderpoortkaart Veilige school Aan – afwezigheid Begeleiding Studie en handicap Taal en rekenen algemen informatie Studiekosten Studentenraad Ondernemingsacademie
5.0 Regelgeving Noorderpoort 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Onderwijsovereenkomst (OWO) Praktijkovereenkomst (POK) Noorderpoort deelnemersinstituut Klachtenregeling Examenreglement 5..5.1 OER ( onderwijs en examenregeling) 5.6 Vrijstellingen
6
Opleiding VEVA
6.1 6.2
Kerntaken en werkprocessen
7 Studieprogramma 7.1 welke vakken worden er gegeven 7.2 7.2.1 7.3 7.4 8.0
BPV ( Beroepspraktijkvorming) Algemene omschrijving BPV Portfolio ( praktijkwerkboek) Indeling en lessentabel schooljaar
8.1 8.2 8.3 8.4
Leerjaar 1 BOL opleiding Leerjaar 2 Bol opleiding
9.0
Procedure examinering en toetsing
9.1 Examens 9.1.2 Nederlands Examineringseisen
Opmerking [RMg1]: Aanpassen inhoudsopgave en numbering onderdelen.
9.1.3 9.1.4 9.1.5 9.1.6 9.1.7
Rekenen examineringseisen Loopbaan Burgerschap (inspanningsverplichtingseisen) Beroepspraktijkvorming Engels ICT
10 11
Diploma Studiebegeleiding
11.1 Studielopbaanbegeleider ( SLB-er, voorheen mentor) 11.2 Studentenbegeleider (batter) 11.3 Bijspijkerlessen 11.4 LBS Administratief Leerlingbegeleidingsysteem (LBS/ Magister)
12. Leerplichtambtenaar 13 Job enquete en panelgesprekken 14 Docenten
1.0
Voorwoord Voor je ligt de studiewijzer van je opleiding. Het uitgangspunt voor het onderwijsprogramma van je opleiding en de examinering is vastgelegd in een aantal landelijk vastgestelde documenten. Dit zijn: • Voor de beroepseisen: het bij de opleiding behorende kwalificatiedossier, versie 2015. Hieronder valt ook de beroepspraktijkvorming (BPV); • Voor de landelijke generieke eisen voor taal en rekenen : de referentieniveaus Nederlandse taal en Rekenen en de ERK-niveaus voor Engels; • Voor Loopbaan en Burgerschap: het landelijke vastgestelde document ‘Kwalificatie-eisen Loopbaan en Burgerschap’. In de studiewijzer staat algemene informatie over jouw opleiding en allerlei wetenswaardigheden over de leer- en onderwijsactiviteiten, de begeleiding en de examinering. en het onderwijsprogramma voor deze opleiding en wat je per studieonderdeel (lessen en andere onderwijsactiviteiten per leerjaar) moet volgen. Je vindt ook een beschrijving van de voortgangsbeoordeling en de overgangsregels van leerjaar 1 naar leerjaar 2. Daarnaast staat er in hoe de begeleiding is geregeld. Verder informatie over de specifieke huishoudelijke schoolregels en wetenswaardigheden over schoolkosten, boeken, licenties etc..
Daarnaast vind je in de studiewijzer informatie over de precieze inhoud van je opleidingstraject, de voortgangsregels binnen de opleiding en de examineringsvereisten. De school vindt het belangrijk om jou hierin wegwijs te maken. De studiewijzer wordt aan het begin van je opleiding ter beschikking gesteld.
-
Algemene informatie over de opleiding
-
Hier vind je informatie over de opleidingsregels met betrekking tot je examinering.
-
bestaat uit de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van je opleiding. Hierin staat globaal uit welke studieonderdelen de opleiding bestaat, waarin je wordt geëxamineerd en welke studieonderdelen je behaald moet hebben om voor diplomering in aanmerking te komen.
-
2.0
Crebonummer en kwalificatiedossier Opleiding
CREBO nummer
22046
kwalificatiedossier:
2015
Naam kwalificatiedossier:
Veiligheid en Vakmanschap
CREBO nummer kwalificatie:
91080/ 91092
1
Versie kwalificatiedossier:
Naam kwalificatie:
Monteur mechatronica Monteur tster mechatronica
Naam Kenniscentrum:
Kenteq
Leerweg:
Begeleide onderwijstijd inclusief BPV
Aantal leerjaren:
BOL
3200/4800
2 /3
BBL Automotive en Logistiek School voor:
Teamcode:
2
T_AUL07
3.0 Onderwijsvisie Noorderpoort Ontwikkel je talent Noorderpoort kiest onomwonden voor het succes van studenten. Ons onderwijs is gericht op een succesvolle beroepsopleiding waarna je kunt toetreden tot de arbeidsmarkt of kunt doorstromen naar een vervolgopleiding. Noorderpoort wil jou maximaal begeleiden in je (studie)loopbaan en je rol in de samenleving. Ook kun je altijd bij Noorderpoort terug komen om je te laten bij- of omscholen. Toekomstgericht middelbaar beroepsonderwijs Door snelle technologische en economische ontwikkelingen ligt je loopbaan niet meer tientallen jaren vast. Bedrijven vragen van werknemers brede vakbekwaamheid, flexibiliteit en dat ze zich blijven ontwikkelen. ‘Het opleiden van ondernemende vakmensen vereist goed onderwijs’ Sterke eigenschappen Noorderpoort gaat uit van jouw sterke eigenschappen. We willen jou versterken in je persoonlijke talentontwikkeling, voorbereiden op je rol in de samenleving, op beroep en vakmanschap en je de begeleiding geven die daarbij nodig is. In ons onderwijs is er een goede balans in de ontwikkeling van (vak)kennis, vaardigheden, houding en persoonlijkheid. Noorderpoort noemt haar onderwijsvisie ‘Onderwijs als begeleidingsmodel’. We bieden betrokkenheid, structuur, nodigen uit tot reflectie, geven duidelijke feedback op je voortgang en sturen waar nodig bij. We verwachten van jou een actieve, betrokken houding. Ontwikkelings- en praktijkgericht leren en opleiden In de BOL opleidingen gaat het om een combinatie van school en stage. Door een mix van methoden en verschillende vormen van leren ga je je vaardigheden oefenen, kennis opdoen, werken aan beroepshouding en je persoonlijke capaciteiten ontwikkelen. Opleidingen zijn daarom opgebouwd rondom leertaken in een praktijkgerichte, zo arbeidsgetrouw mogelijke leeromgeving. Praktijkleren kan zowel in de echte beroepspraktijk plaatsvinden als in de beroepspraktijkvorming (BPV) maar krijgt ook voor een deel vorm binnen de school. In de BBL opleidingen staat het leren op de werkplek centraal. Aansluitend op de beroepspraktijk is er begeleid onderwijs op school. Onze kracht is dat we regionale samenwerkingspartners (bedrijven, maatschappelijke organisaties) betrekken bij onze opleidingstrajecten. Zo zorgen we dat je opleiding en vaardigheden straks optimaal aansluiten bij wat de arbeidsmarkt vraagt en zoekt. Bij Noorderpoort ontwikkel je dus op een slimme en in de praktijk toepasbare manier je talent. Dat is goed voor je toekomst en het vinden van een baan. Informatie over het Noorderpoort is te vinden op www.noorderpoort.nl.
3
4.0 Praktische zaken ROC Noorderpoort Je bent enthousiast gestart met je opleiding. Je gaat werken aan je eigen toekomst en straks ben je met een diploma op zak klaar voor de arbeidsmarkt. Noorderpoort helpt je graag om je doel te bereiken. Wij gaan er van uit dat je studie leuk is, dat jij het fijn vindt op school en dat je studie zonder problemen verloopt. Gedurende je studie kan het echter voorkomen dat je toch tegen zaken aan loopt. (vanuit jezelf of dat school het ergens niet mee eens is) Dan is het voor jou belangrijk om na te kunnen lezen wat je rechten en plichten zijn. Hieronder staat de wettelijke regelgeving. Er wordt onder elk kopje kort uitgelegd wat de regeling inhoudt en waar je de officiële documenten vindt. 4.1 Wifi en ICT Wanneer je studeert bij Noorderpoort, kun je op al onze scholen kosteloos gebruik maken van het draadloze Noorderpoort netwerk. Verbinding maken met Wi-Fi Via het wifinetwerk kun je overal binnen Noorderpoort verbinding maken met je laptop of ander mobiel apparaat. Voor inloggen binnen Noorderpoort gebruik je je Noorderpoortinlog. Handleidingen voor het maken van verbinding met Wifi voor meerdere typen laptops, tablets en smartphones vind je op de website van Noorderpoort.
meer info www.noorderpoort.nl studentinfo wifi en ict wifi
Leuk weetje: Wereldwijd werken verschillende onderwijsinstellingen met Eduroam. In het noorden zijn dat bijvoorbeeld de Hanzehogeschool Groningen en Rijksuniversiteit Groningen. Met je Noorderpoortlogin kan je ook gebruik maken van het Eduroam netwerk. Je loginnaam moet je dan wel met @st.noorderpoort.nl intypen. Inlognaam en wachtwoord Je ontvangt per brief een eigen inlognaam, wachtwoord en Noorderpoort e-mailadres. Als je na 1 augustus 2013 bij Noorderpoort bent begonnen, staan je inlognaam en e-mailadres ook op je Noorderpoortkaart (zie hierna). Gedurende je studie krijg je van Noorderpoort het MS Office pakket. Dit zal altijd de nieuwste versie zijn. Wanneer je binnen Noorderpoort wisselt van opleiding of locatie, blijven je inlognaam en wachtwoord gewoon geldig. Dat geldt ook voor de e-mail en je MS Office. Inlognaam of wachtwoord vergeten? Ben je na 1 augustus 2013 begonnen bij Noorderpoort dan staat je inlog op de Noorderpoortkaart. Het kan voor komen dat je je wachtwoord niet meer weet. Het is mogelijk zelf je wachtwoord te resetten. Daarvoor moet je eerder je wachtwoord hebben geregistreerd. Door een aantal vragen te beantwoorden is het mogelijk om later met behulp van die vragen een nieuw wachtwoord aan te maken.
www.noorderpo inlog &
4.2 Noorderpoort e-mail Iedere student krijgt een Noorderpoort e-mailadres. Dit e-mailadres is een belangrijk middel voor de school om met je te communiceren. We gaan ervan uit dat je minstens eenmaal per (school)dag je mail checkt en indien nodig (als de school bijvoorbeeld aankondigt dat er een belangrijk bericht aan komt) vaker.
4
Handige tip: Kijk je elke dag naar je privé mail? Dan kan je er voor kiezen je Noorderpoort email automatisch door te sturen naar je privé account. Een handleiding hiervoor vind je op de website van Noorderpoort. Jouw Noorderpoort e-mailadres Als student van Noorderpoort heb je een inlognaam voor het Noorderpoortnetwerk. Je e-mailadres is gebaseerd op deze inlognaam. Is je login bijvoorbeeld gr.vdmeer dan is je e-mailadres
[email protected]. Het wachtwoord voor je mail is gelijk aan het wachtwoord voor inloggen op het Noorderpoortnetwerk. Als je je wachtwoord verandert, geldt dat voor zowel je inlog op het Noorderpoortnetwerk als je e-mail. Instructies voor het gebruik van je mail vind je op de website van Noorderpoort. Verstandig gebruik We gaan er van uit dat je verstandig met je e-mail account om gaat. Het is dus
www.noorderpoort.nl studentinfo wifi en ict noorderpoort e-mail
niet toegestaan om dreigende, beledigende, seksueel getinte dan wel discriminerende berichten te versturen, kettingbrieven te versturen, pornografisch materiaal te verspreiden, illegale inhoud te verzenden, commerciële activiteiten te ontplooien, virussen of zogenaamde ‘wormen’ te verspreiden of anderszins berichten te versturen die Noorderpoort of anderen kunnen schaden. 4.3 Laptop Binnen Noorderpoort werken bijna alle studenten met een laptop omdat onze opleidingen steeds meer gebruik maken van digitaal onderwijsmateriaal. Op de website van Noorderpoort hebben we voor je op een rijtje gezet waar je rekening mee kunt houden bij de aanschaf van een laptop als je deze ook binnen Noorderpoort wilt gebruiken. Handige tip: Start de lesdag met een volle accu in je laptop.
www.noorderpoort.nl studentinfo wifi en ict laptops
4.4 Noorderpoortkaart Als Noorderpoortstudent ontvang je de Noorderpoortkaart. Dit is een multifunctionele chipkaart. Printen, kopiëren en betalen Met de Noorderpoortkaart kun je printen, kopiëren en betalen. Op school staan speciale automaten waarmee je de kaart kunt opwaarderen. Actuele prijzen voor printen en kopiëren, vind je samen met een handleiding voor printen op de website van Noorderpoort. Studentenkaart
De Noorderpoortkaart geldt ook als je studentenkaart, zorg dus dat je hem altijd bij je hebt. Op de kaart staat je studentnummer of ID, daar kan naar gevraagd worden. Andere opleiding of locatie Wissel je binnen Noorderpoort van opleiding of locatie dan blijft je kaart gewoon geldig.
5
www.noorderpoort.nl studentinfo noorderpoortkaart
4.5 Veilige school Noorderpoort begeleidt je in een prettige, veilige leeromgeving om een beginnend beroepsbeoefenaar te worden door goed onderwijs en goede begeleiding te geven. Het is belangrijk is dat iedereen zich daarbij prettig en veilig voelt op school. Dit bereiken we door op een plezierige manier met elkaar om te gaan. We verwachten dat iedereen zich daar voor inzet en zich daar verantwoordelijk voor voelt. Zo gaan we met elkaar om Ons uitgangspunt is dat we anderen net zo behandelen als we zelf behandeld willen worden. Noorderpoort verwacht van medewerkers, studenten en ouders dat zij zich gedragen volgens de gangbare omgangsnormen. Dit betekent dat we respect voor elkaar hebben en elkaars privacy niet schenden. Noorderpoort verwacht van jou dat je: •
bijdraagt aan een goede sfeer op school;
•
respect toont voor anderen (ongewenst gedrag zoals pesten, geweld, agressie, discriminatie of (seksuele) intimidatie accepteren we niet);
•
respect hebt voor andermans spullen;
•
zelf initiatieven neemt om eventuele problemen op te lossen;
•
betrokken bent bij medestudenten en medewerkers;
•
iedereen accepteert zoals hij /zij is ongeacht mening, huidskleur, geloof, seksuele voorkeur;
•
in sociale media rekening houdt met privacy van medewerkers en medestudenten;
•
op school geen alcohol en/of drugs gebruikt en geen wapens bij je draagt.
Incidenten Mocht er toch sprake zijn van ongewenst gedrag, ga dan naar je studieloopbaanbegeleider of de vertrouwenspersoon. Aarzel niet en meld incidenten altijd. Word je gepest of voel je je niet veilig op school? Blijf er niet mee rondlopen. In ons pestprotocol lees je welke stappen jij kunt ondernemen als je wordt gepest en hoe wij je kunnen helpen.
www.noorderpoort.nl studentinfo veilige school pesten
Vertrouwenspersoon Heb je te maken met ongewenst gedrag, dan kun je ook ondersteuning van een vertrouwenspersoon krijgen. Op iedere School is er een vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersoon luistert naar je en zoekt samen met jou naar een oplossing.
www.noorderpoort.nl studentinfo veilige school vertrouwenspersoon
Sociale media Sociale media hebben een belangrijke rol gekregen in ons leven. Zij maken het mogelijk om samen te werken, te communiceren, te leren en jezelf te profileren. Ook bij gebruik van social media hoort respect voor anderen en respect voor jezelf. Bedenk bij alles wat je doet dat iedereen kan meelezen, dus ook je (toekomstige baas), je school, je medestudenten, je docent, mensen met verkeerde
6
www.noorderpoort.nl studentinfo veilige school social media
bedoelingen en justitie. Wat je via internet plaatst, is vaak niet of nauwelijks te verwijderen. Kortom wees heel voorzichtig en zuinig op je ‘online imago’, vooral in relatie tot je professionele toekomstplannen.
Klachten Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. We hopen dat het niet zo ver komt, maar soms resulteren fouten of incidenten op school in klachten. Heb je het probleem niet kunnen oplossen met je docent, studieloopbaanbegeleider (SLB’er) of de teammanager, dan kun je een beroep doen op de klachtencommissie.
www.noorderpoort.nl studentinfo klachten
4.6. Aan- en afwezigheid Noorderpoort gaat ervan uit dat studenten 100% aanwezig zijn. Door het ondertekenen van de onderwijsovereenkomst heb je je ook verplicht om 100% aanwezig te zijn en je daarvoor te zullen inspannen. Afwezigheidsmelding Als je ziek of anderszins verhinderd bent, meld je dit ‘s ochtends tussen 08.00 – 09.00 uur. Het telefoonnummer hiervoor vind je elders in deze gids. Te laat komen Als je te laat op school komt, meld je dit bij de frontoffice/receptie. Tel.Nr. 050 …….. Ziek naar huis Als je ziek bent, meld je dit bij frontoffice/receptie en je studieloopbaanbegeleider. Betermelding Ga je weer naar school? Meld je dan beter bij de frontoffice/receptie. Verlof aanvragen Verlof, voor bijvoorbeeld doktersbezoek of wegens familieomstandigheden, vraag je ruim van tevoren aan bij je studiebegeleider of teammanager. Nooit op de dag zelf. We gaan er van uit dat afspraken (bijvoorbeeld voor de tandarts) buiten de schooltijden en niet tijdens de lessen worden gemaakt. Extra verlof, buiten de vakanties om, kan op last van de onderwijsinspectie in principe niet worden toegestaan. Slechts indien er sprake is van zeer zwaarwichtige omstandigheden, kun je een schriftelijk verzoek indienen bij de teammanager. Die bepaalt of het verzoek wordt ingewilligd. Langdurige afwezigheid Het kan voorkomen dat je langdurig afwezig bent als gevolg van bijvoorbeeld langdurige ziekte of zwangerschap. Daarvoor gelden de volgende bijzondere regels. Lees ze goed door en volg deze regels. Daarmee voorkom je vervelende gevolgen. Melden/aanvragen • Langdurige afwezigheid door ziekte of zwangerschap moet je altijd schriftelijk melden/aanvragen bij de SLB’er in verband met afspraken over de studievoortgang. Ook als je vooraf weet dat je
7
enkele dagen afwezig bent wegens ziekte, bijvoorbeeld bij een operatie in het ziekenhuis, dan meld je dit. Er kan een schriftelijke verklaring van een arts gevraagd worden. • Als je niet meer naar school wilt omdat je een probleem hebt, dan zoekt de leerplichtambtenaar RMC – in overleg met school– naar een oplossing. • Bij een bol-voltijd traject meld je, in verband met studiefinanciering, zelf je langdurige afwezigheid bij de DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs). Ongeoorloofd afwezig (spijbelen) Hieronder verstaan we: één of meer uren of dagen afwezig zijn zonder met geldige reden afgemeld te zijn. Ook de lessen die je mist als gevolg van te laat komen vallen hieronder. Bij herhaling is de procedure als volgt: • Je studieloopbaanbegeleider zal contact opnemen met je ouders. • Er kan een afsprakenformulier met daarin duidelijke afspraken worden opgesteld door de studieloopbaanbegeleider. meer info • Indien dit niet werkt wordt er een contract ondertekend waarin duidelijke afspraken staan tussen jou en de directie (met kopie aan je ouders). • In het uiterste geval word je van school verwijderd.
www.noorderpoort.nl studentinfo regelgeving onderwijsovereenkomst
Controle absentie: De docent en de studieloopbaanbegeleider (SLB’er) controleren dagelijks de absentie en de SLB’er overlegt in bijzondere gevallen met de tweedelijnsbegeleiding over verdere acties. Verzuim in relatie tot leerplicht Als je lang of vaak ongeoorloofd afwezig bent hebben we als school de plicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar, aan het regionaal meld- en coördinatiepunt voor voortijdig schoolverlaters (RMC) en aan het verzuimportaal van DUO. Voor deze melding gelden regels. Je vindt de regels en de consequenties van ongeoorloofd afwezig zijn op de website van het Noorderpoort.
www.noorderpoort.nl studentinfo aan- en afwezigheid leerplicht
4.7 Begeleiding Studeren doe je vooral zelf en ook het leren studeren is je persoonlijke verantwoordelijkheid. Maar je staat er niet alleen voor als je bij Noorderpoort studeert. Ons onderwijsteam biedt je een basisbegeleiding en als je het nodig hebt ook extra en/of speciale begeleiding. Studieloopbaanbegeleider Iedere Noorderpoortstudent heeft een studieloopbaanbegeleider (SLB’er). De SLB’er is je coach en je vraagbaak. Hij of zij begeleidt jou en heeft individueel contact met je over je planning, voortgang en ontwikkeling. Als je ouders of verzorgers vragen hebben, kunnen ze ook bij deze persoon terecht. Je blijft altijd zelf verantwoordelijk voor je studievoortgang, maar kunt daar dus ook hulp bij vragen. Extra begeleiding Soms is de hulp van de SLB’er niet voldoende en kan extra begeleiding nodig zijn. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als je twijfelt over je beroeps- of studiekeuze of wanneer je een specifieke
8
leerbelemmering hebt zoals dyslexie. Ook persoonlijke problemen die je het leren bemoeilijken kunnen een reden zijn voor extra begeleiding. Voor deze extra begeleiding kan de hulp van een studentbegeleider van het Begeleiding & Advies Team (BAT) van de school worden ingeschakeld. De hulp kan bestaan uit individuele gesprekken, specifieke hulp bij het leren studeren, of onderzoek en advies bij vragen over leermogelijkheden en studiekeuze. De extra begeleiding kan ook leiden tot doorverwijzing naar specialistische begeleiding of als het om een probleem gaat dat buiten school ligt (zoals een relatieprobleem in het gezin, een schuldprobleem of psychosociale problemen) naar hulpverleningsorganisaties buiten de school. Jij bent als student degene die de vraag om extra begeleiding stelt. In bepaalde situaties zal de SLB’er zelf initiatief nemen om je door te verwijzen naar het BAT. Speciale begeleiding Heb je intensieve ondersteuning nodig of heel specialistische hulp? Dan kan je een beroep doen op de specialistische begeleiding van de Studentendienstverlening van Noorderpoort.(SDV) Een aantal voorbeelden •
Heb je extra faciliteiten nodig omdat bij jou de diagnose dyslexie is gesteld? Dan helpt
•
Blijkt je studiekeuze door een leer- of gedragsprobleem niet de juiste te zijn? Dan helpen we je bijvoorbeeld met onderzoek bij je beroepskeuze.
Studentendienstverlening je om deze faciliteiten aan te vragen.
Soms is er meer nodig dan de standaard begeleiding en extra begeleidingsvoorzieningen van Noorderpoort. Noorderpoort kan je doorverwijzen naar specialistische hulpverleningsinstanties waarmee een samenwerkingsverband bestaat.
www.noorderpoort.nl studentinfo begeleiding
Begeleiding bij vertrek van school Wanneer je stopt met je opleiding, ben je verplicht je uit te schrijven door middel van het invullen van een formulier. Ook heb je een exitgesprek. Je bent zelf (of je ouder/verzorger is) verantwoordelijk voor een juiste afwikkeling van de uitschrijvingsprocedure en financiële afwikkeling met de studiefinanciering (Dienst Uitvoering Onderwijs).
4.8 Studie en Handicap Niet van toepassing vanwege eisen Min. Van Defensie
4.9
Nederlands en Rekenen Wat zijn de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen? Referentieniveaus taal en rekenen zijn richtlijnen van de Rijksoverheid. Ze beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het eind van hun 9
schoolloopbaan op het gebied van Nederlandse taal en rekenen. Aanvang opleiding Voor zowel Nederlands en rekenen wordt er aan het begin van de opleiding een toets afgenomen, die ook wel nulmeting wordt genoemd. Hier wordt bepaald welk niveau de student voor de vakken Nederlands en Rekenen op dat moment heeft en wat de uitgangssituatie is voor de opleiding. Scoort de student lager dan 1F, dan wordt deze automatisch doorverwezen naar TRON (taal en reken ondersteuning Noorderpoort). Zodra de student is doorverwezen naar TRON, is hij/zij verplicht deze lessen te volgen. Scoort de student 1F, dan kan deze ondersteuning aanvragen bij de vakdocent op school om extra lessen te krijgen en op die manier op 2F te komen.
Referentieniveaus Nederlandse taal Nederlands bestaat uit 5 onderdelen: - Lezen - Luisteren - Schrijven - Spreken en Gesprekken voeren . De eerste twee worden centraal geëxamineerd, de andere drie zijn instellingsexamens. Rekenen Met de referentieniveaus rekenen zijn van elkaar te onderscheiden kwaliteiten beschreven. De fundamentele kwaliteiten richten zich op basale kennis en inzichten en zijn gericht op een meer toepassingsgerichte benadering van rekenen Binnen het gebied van rekenen zijn er vier domeinen, die samen de relevante inhouden dekken: 1. 2. 3. 4.
Getallen Verhoudingen Meten en Meetkunde Verbanden
Elk domein is bij rekenen opgebouwd uit de onderdelen: •
• •
10
notatie, taal en betekenis, waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal; met elkaar in verband brengen, waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik; gebruiken, waarbij het gaat om rekenvaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen.
Elk van deze onderdelen is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt te karakteriseren: • • •
paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken; functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak; weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht.
De referentieniveaus rekenen werken door in toetsen en examens. Alleen zo kan worden bekeken én vastgelegd tot welk niveau een leerling zich heeft ontwikkeld. Om een diploma te kunnen halen, is het niveau 2F voor Nederlands en Rekenen verplicht. Examen Het centraal examen mag pas worden afgenomen als ten minste de helft van de voor de student geldende studieduur is verstreken. De eindcijfers voor Nederlands en Rekenen worden vermeld op een bijlage bij het diploma.
Sinds enige tijd gelden nieuwe eisen voor taal en rekenen. Taal en rekenen zijn basisvaardigheden die je in het dagelijks leven nodig hebt. Op school, bij het boodschappen doen, het reizen met de trein, het aanvragen van studiefinanciering of het halen van een rijbewijs en natuurlijk ook om je beroepsopleiding goed te kunnen volgen en je beroep met succes uit te kunnen oefenen. Meer aandacht voor taal en rekenen Veel jongeren zijn helaas onvoldoende taal- en rekenvaardig en dat belemmert hun functioneren in de maatschappij en het bedrijfsleven. Om dit te verbeteren is landelijk een onderwijsbreed intensiveringsprogramma taal & rekenen gestart. Voor het hele onderwijs, van primair tot hoger onderwijs, zijn zogenaamde generieke (gelijkluidende) eisen voor Nederlandse taal en rekenen geformuleerd. Voor de mbo niveau 4 opleidingen is dat ook gebeurd voor Engels. Voor wie en waar moet je aan voldoen? Wil je een mbo-diploma behalen, dan moet je niet alleen voldoen aan de beroepseisen uit het zogenaamde kwalificatiedossier die bij je opleiding behoren, maar ook een minimaal niveau voor taal en rekenen aantonen. Anders gezegd: het voldoen aan de generieke eisen voor Nederlands, rekenen en Engels (niveau 4) is een voorwaarde voor het behalen van je diploma. Dit wordt getoetst met verplichte schoolexamens en landelijke examens. De eisen gelden voor alle mbo-studenten op de niveaus 2, 3 en 4, onafhankelijk van de leerweg. Kort gezegd komt het erop neer dat je minimaal een vijf moet halen op ieder vak en dat twee vijven niet zijn toegestaan. Wanneer gaan de nieuwe eisen in?
11
De niveaueisen zijn al enkele jaren geleden ingegaan en sinds die tijd doen studenten examen in Nederlandse taal, rekenen en Engels (niveau 4). Gaandeweg wordt de zak-/slaagregeling ingevoerd. Voor niveau 4 studenten geldt deze regeling in 2014-2015 voor Engels en Nederlands en een jaar later ook voor rekenen. Voor de niveau 2 en 3 studenten www.noorderpoort.nl studentinfo t taal en rekenen
gaat de zak-/slaagregeling in voor Nederlands in het schooljaar 2015-2016 en voor rekenen in 2016-2017. Wat doet Noorderpoort?
Noorderpoort wil maximaal bijdragen aan goede resultaten bij taal en rekenen. Dat gebeurt door normale lessen op het rooster, maar ook met extra ondersteuning via TRON: Taal en Reken Ondersteuning Noorderpoort voor studenten met hardnekkige achterstand op taal en/of rekenen. Aan het begin van je opleiding word je getoetst op taal en rekenen. Als je een achterstand hebt van meer dan 1 niveau onder het eindniveau van je nieuwe opleiding, kun je extra ondersteuning krijgen. Ook later in je opleiding is dit altijd nog mogelijk. We adviseren je bij achterstand zo snel mogelijk gebruik te maken van de extra ondersteuning zodat je zo snel mogelijk inloopt.
www.noorderpoort.nl TRON studentinfo
4.10 Studiekosten Als je bij Noorderpoort komt studeren, ben je studiekosten verschuldigd. Hieronder lees je hoe dit geregeld is. Lesgeld (bol) Studenten die op 1 augustus 18 jaar of ouder zijn én op of na 1 oktober ingeschreven staan bij Noorderpoort betalen lesgeld (bol) of cursusgeld (bbl). Voor het schooljaar 2015-2016 zijn de bedragen als volgt: Opleiding
Niveau
Lesgeld
Cursusgeld
Wie int dit bedrag?
BOL
1 t/m 4
€ 1118
-
DUO
Uitgebreide informatie hierover kun je vinden op de website van Noorderpoort. Hier kun je ook vinden hoe je moet handelen in bijzondere situaties, zoals bij ernstige ziekte of voortijdig stoppen met de opleiding. Informatie over het betalen van lesgeld vind je op de website van DUO.
www.noorderpoort.nl studentinfo studiekosten les- en cursusgeld
www.duo.nl
Schoolkosten Als je les- of cursusgeld betaalt, krijg je toegang tot de lessen en de examens die bij jouw opleiding horen. De school dient zorg te dragen voor een voldoende basisuitrusting en gebruiksmaterialen die nodig zijn voor het onderwijs, de begeleiding en examinering. De school kan je verplichten om bepaalde persoonsgebonden benodigdheden aan te schaffen die noodzakelijk zijn om de opleiding te kunnen volgen. Hieronder vallen boeken, readers, een laptop/computer, software licenties, onderwijsbenodigdheden, werkschoenen en kleding. Daarnaast kan een vrijwillige bijdrage worden gevraagd voor zaken waarvoor de school geen bekostiging van de overheid ontvangt. Dit gaat bijvoorbeeld om aanvullende activiteiten als excursies,
12
diplomavieringen, verzekeringen, etc. De studentenraad heeft instemmingsrecht op de hoogte en de besteding van de vrijwillige bijdrage. De schoolkosten zijn per opleiding verschillend en zullen jaarlijks (gespecificeerd) in rekening worden gebracht. Studiefinanciering Als je achttien jaar of ouder bent en je volgt een voltijdopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs, dan heb je recht op studiefinanciering, mits je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Zie hiervoor de informatie op de website van DUO. In geval van financiële problemen Lukt het je niet om je boeken en lesgeld te betalen? Dan kun je de hulp inschakelen van het Hindrik Schollemafonds. Het fonds helpt jou een oplossing te zoeken als je opleiding in gevaar komt doordat je financiële problemen hebt. Dat kan in de vorm van een eenmalige gift, maar ook door met je mee te denken en je tips en informatie te geven. Meer informatie vind je op de website van Noorderpoort.
www.duo.nl
www.noorderpoort.nl studentinfo studiekosten ondersteuning
4.11 Studentenraad Sinds oktober 2011 heeft Noorderpoort een studentenraad. De studentenraad is hèt vertegenwoordigende orgaan voor alle studenten van Noorderpoort. Samenstelling studentenraad De studentenraad bestaat uit 7 tot 15 studenten die afkomstig zijn van verschillende scholen van Noorderpoort. Op de website van Noorderpoort kun je vinden wie deze studenten zijn. De studentenraad wordt jaarlijks gekozen uit en door studenten van Noorderpoort. Iedere geïnteresseerde student kan zich aanmelden om toe te treden tot de studentenraad om zo bestuurservaring op te doen, wat erg nuttig is voor je carrière. Over de studentenraad De studentenraad vertegenwoordigt alle studenten en beslist en adviseert mee over allerlei zaken binnen (en buiten) Noorderpoort. Ze overlegt met het College van Bestuur en vertegenwoordigt jouw belangen binnen de school.
Voorbeelden van onderwerpen die aan bod komen binnen de studentenraad zijn: • de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding; • studiekosten; • de informatievoorziening aan studenten, o.a. over roosters en wijzigingen; • voorzieningen binnen het onderwijs; • uitval en het inhalen van lessen; • pesten; • medezeggenschap op school; Contact opnemen
13
www.noorderpoort.nl studentinfo studentenraad
Heb je vragen, ideeën of loop je tegen problemen aan? Neem dan contact op met de studentenraad door een mailtje te sturen naar:
[email protected]. 4.12 Ondernemersacademie Groningen De Ondernemersacademie biedt je een unieke kans als je ondernemer wilt worden. Zit jij in het laatste jaar van jouw mbo-opleiding niveau 3 of 4 van het Noorderpoort of een ander ROC en zit jij vol ideeën over het starten van jouw eigen bedrijf? Dan kun je je aanmelden bij de Ondernemersacademie Groningen. Hier volg je naast reguliere lessen een programma dat je voorbereidt op het ondernemerschap. Dit programma houdt onder andere het volgende in: • workshops; • coaching door een ondernemer; • opbouwen van een eigen netwerk. Met een tijdsinvestering van gemiddeld twee uur in de week kun jij een mbo-ondernemerscertificaat halen, als extraatje naast jouw mbo-diploma. Hiermee heb jij als kersverse ondernemer voldoende kennis van zaken om een eigen bedrijf vorm te gaan geven. Contactpersonen: Jos Oldenburger (manager assistent Ondernemersacademie Groningen) T (050) 575 33 52, bgg (050) 547 09 00 E
[email protected] Lily Stap (projectleider Ondernemersacademie Groningen) M 06 51 80 96 24
14
www.noorderpoort.nl studentinfo ondernemersacademie
www.jonglerenondernemen.nl
5.0 Regelgeving Noorderpoort 5.1 Noorderpoort Onderwijsovereenkomst (OWO) Elke student bij het Noorderpoort ondertekent voor aanvang van de studie een Onderwijsovereenkomst. Bij de Onderwijsovereenkomst horen Algemene Voorwaarden waarin de rechten en plichten van zowel het Noorderpoort als van de student staan. De studentenraad heeft instemmingsrecht op de algemene voorwaarden van de OWO. 5.2 POK (Praktijkovereenkomst) Een deel van je beroepsopleiding bestaat uit beroepspraktijkvorming (BPV). Je gaat dan daadwerkelijk in een bedrijf aan de slag om vaardigheden te oefenen. Soms doe je ook examen in de BPV. Voor aanvang van de BPV onderteken je een Praktijkovereenkomst (POK). In de Algemene Voorwaarden bij de POK staan je rechten en plichten tijdens de BPV. 5.3 Noorderpoort Deelnemersstatuut In het deelnemersstatuut staan de algemene rechten en plichten van zowel de student als het Noorderpoort. De studentenraad heeft instemmingsrecht op het studentenstatuut. 5.4 Algemene Klachtenregeling Noorderpoort Voor gevallen van onvrede die uitmonden in een klacht heeft Noorderpoort een klachtenregeling. Informatie hierover vind je op de website van het Noorderpoort. Meer info: 5.5 www.noorderpoort.nl - Studentinfo Noorderpoort Examenreglement - Klachten De OER is leidend voor het onderwijsprogramma en de examinering. Bij het examenplan in de OER hoort het Noorderpoort Examenreglement. Hierin staan de rechten en plichten ten aanzien van examinering voor zowel het Noorderpoort als de student beschreven, evenals de klachtenprocedure met betrekking tot examinering.
5.5.1 De OER (Onderwijs- en examenregeling) Op basis van het kwalificatiedossier maakt de opleiding de onderwijs- en examenregeling (OER). Dit is een document waarin de kwalificatie-eisen en het examenplan van een mbo-opleiding per kwalificatie staan beschreven. Ook de eisen voor Nederlandse taal, rekenen, moderne vreemde talen en Loopbaan en Burgerschap staan hierin vermeld. Je moet als student aan de kwalificatie-eisen van het OER voldoen. Elke mbo-opleiding is verplicht om dit document vóór aanvang van de opleiding aan jou ter beschikking te stellen. Cohort Het OER wordt elk jaar voor het nieuwe cohort opnieuw gemaakt en geldt in principe voor de duur van de gehele opleiding. Een cohort is een groep studenten die start in het eerste jaar van de opleiding. Het OER en de studiegids gelden voor de gehele studieduur van de opleiding en zijn ook van toepassing op studenten (zij instromers) die later instromen in deze groep. De studiegids wordt eveneens voor elk nieuw cohort gemaakt.
15
Tussentijdse wijzigingen OER Soms gebeurt het dat een onderwijsprogramma of een examenplan gedurende de opleiding wijzigt. Dit kan veroorzaakt worden door wijzigingen in de landelijke, wettelijke regelgeving, maar bijvoorbeeld ook door het introduceren van een nieuwe leermethode waardoor het examenplan van de opleiding aangepast moet worden. Over belangrijke wijzigingen/aanpassingen word je als student tijdig geïnformeerd. Als je van cohort wisselt is de OER van het nieuwe cohort waarin je instroomt van toepassing. Je moet dan aan de kwalificatie-eisen van dat OER voldoen. De studiegids Deze studiegids en de OER van de opleiding horen bij elkaar. In deze studiegids staat gedetailleerde informatie over de onderwijsactiviteiten die gedurende de opleiding worden aangeboden en de leerstof. Je vindt hierin ook op welke wijze de Meer info: studievoortgang wordt gemeten en hoe de student wordt begeleid. Bovendien bevat deze www.noorderpoort. studiegids algemene informatie over het Noorderpoort en over jouw school. Alle bijbehorende nl documenten Alle formele documenten die horen bij de regelgeving vind je op de website van het Noorderpoort. Kwalificatiedossier Elke mbo-opleiding is gebaseerd op een landelijk kwalificatiedossier dat door de minister van Onderwijs is vastgesteld. In dit dossier staat globaal wat het beroepsdeel van de opleiding inhoudt en waaraan je moet voldoen om je diploma te behalen.
Meer info:
www.kwalificatiesmbo.nl
5.6 Vrijstellingen Het kan zijn dat je voor bijvoorbeeld voor Nederlands, Engels en rekenen al examen gedaan hebt op je vorige opleiding. Je kan dan een vrijstelling voor een examen aanvragen als je in het desbetreffende onderdeel op hetzelfde of op een hoger mbo-niveau examen hebt gedaan en daarvoor ten minste het cijfer 6 hebt behaald én het te maken examen binnen twee studiejaren na het schooljaar valt waarin je het examen behaald hebt. Ook havisten, vwo’ers en HBO’ers die ten minste het eindcijfer 6 hebben behaald kunnen een vrijstelling voor dat onderdeel aanvragen. Je kan vrijstelling voor een examen aanvragen door een formulier in te vullen en dit samen met de bijbehorende bewijsstukken in te leveren bij de teammanager. Het formulier kan je bij je SLB-er krijgen. Je kan géén vrijstelling voor de onderwijstijd voor de lestijd krijgen. Daarnaast moet je de ontwikkelingsgerichte toetsen maken, omdat je een onderhoudsplicht hebt voor het vak. Voor een zinvolle besteding van de lessen van het desbetreffende vak overleg je met je SLB-er. Er zijn in principe drie opties: Als je op het te behalen niveau een voldoende hebt voor het examen maar een onvoldoende op een onderdeel hebt gehaald, kan je dit onderdeel extra gaan oefenen. Als je geen onvoldoende hebt voor een onderdeel kan je oefenen om een niveau hoger te bereiken, bijvoorbeeld 3F. Als je moeite hebt met een ander vak of achterstanden hebt, kan je de onderwijstijd hiervoor gebruiken. Wanneer kun je in aanmerking komen voor een vrijstelling van een bepaald vak of onderdeel? Om na te gaan of de mbo-student in aanmerking komt voor vrijstelling heeft de examencommissie de volgende informatie nodig: - Gegevens over het studiejaar van je vorige opleiding waarin eerdere examens van Nederlands, Engels , LB en Rekenen zijn afgelegd en het behaalde resultaat; - Studieduur van de opleiding in het kader waarvan de student een vrijstelling aanvraagt (
16
bijvoorbeeld vast te stellen aan de hand van het OER of de onderwijsovereenkomst van deze student); NB: Een studiejaar loopt van 1 augustus tot 1 augustus. o In het geval op bovenstaande gronden aan een mbo-student een vrijstelling is verleend, maar student loopt vervolgens (niet voorziene) studievertraging op, dan blijft de verleende vrijstelling van kracht. o De eis van ‘niet meer dan twee studiejaren verstreken’ geldt vanaf het studiejaar waarin het examen is afgelegd tot het moment dat de student opnieuw een mbo-opleiding afrondt .
17
6. Opleidingen VeVa Wij geloven in het Noorderpoortmotto ‘Met elan en Groninger nuchterheid’. Dit geldt zeker in het beroep als militair waarin samenwerken en kameraadschap centraal staat. Daarom kiezen we voor samen. Samen een doel afspreken en daar samen voor gaan. Samen een school vormen. Een school die iedereen inspireert, ouders/verzorgers, studenten én medewerkers. Ons onderwijs is praktijkgericht. Stages bij Defensie vormen daarom een belangrijk onderdeel van het programma. Op school kiezen we voor gevarieerde onderwijsvormen, aangeboden door deskundige docenten en militaire instructeurs. Jouw inzet en motivatie zijn medebepalend voor je studieresultaten, maar daarmee trappen we waarschijnlijk een open deur in. Tijdens de opleiding helpen we je jouw sterke punten te ontdekken en verder te ontwikkelen, zodat je, nadat je je diploma hebt behaald, onze school verlaat als iemand die op zijn eigen benen staat, verantwoordelijkheid aan kan en initiatief kan nemen. Dit is iets wat binnen Defensie zeer gewaardeerd zal worden. Als jij je inzet en motivatie toont, maken we er samen een succes van! Team Veiligheid en Vakmanschap
Over welke competenties moet je allemaal beschikken om het beroep van militair uit te oefenen en hoe dat in de opleiding vorm wordt gegeven in de theorie- en praktijkvakken lees je in de volgende hoofstukken.
6.1 Uitgangspunten van de opleiding VEVA
1. 2. 3.
De uitgangspunten van de opleiding voor de ontwikkeling van een beroepshouding binnen Veiligheid en Vakmanschap zijn: De opleiding geeft vorming en hierbij staat centraal dat een student/ aspirant militair in de VEVA-opleiding de hier geldende normen en waarden naleeft, discipline en maatschappelijk verantwoord gedrag toont. De opleiding schoolt studenten en helpt hen bij kennisontwikkeling, vaardigheidsontwikkeling en beroepscompetentie-ontwikkeling. Wij doen dit op basis van ons vakmanschap met als uitgangspunt verantwoorde onderwijskundige leertheorieën en pedagogische basisprincipes. De opleiding begeleidt studenten naar hun beroepsdoel middels een systematiek van studieloopbaanbegeleiding en coaching waarin de student wordt gestimuleerd om gedreven en gemotiveerd aan het bereiken van zijn/haar doel te werken. De opleiding maakt verschil tussen de inhoud en de wijze waarop het leren plaatsvindt binnen de beroeps specifieke vakken enerzijds en de AVO-vakken anderzijds. 6.2 Doelstelling Veiligheid en Vakmanschap Wij willen elke student vormen, scholen, begeleiden en opleiden tot een beginnend beroepsbeoefenaar opdat competente studenten uitgedaagd worden om te solliciteren bij Defensie. Wij doen dit met een leerprogramma dat is vastgelegd op basis van de landelijke vereisten voor MBO-opleidingen. 6.3
18
Beroepsbeeld en Beroepshouding : 6.3.1. Wat doet een militair? Het MBO-diploma en het certificaat Veiligheid en Vakmanschap zijn een voorbereiding op een loopbaan bij Defensie. Als iemand dit diploma heeft behaald, kan hij als militair een loopbaan starten bij Defensie. Afhankelijk van de gevolgde uitstroom kan hij zijn loopbaan starten in verschillende functies/rangen. De militair kan zijn werk doen in verschillende contexten. Hij is als militair werkzaam: • op het land (op kazernes/luchtmachtbasis) • op het water (aan boord van een varende eenheid) De militair voert de volgende taken uit op niveau 2 of niveau 3 volgens de MBO-kwalificatiestructuur: • Uitvoeren van militaire basisvaardigheden, zoals het nemen van maatregelen tegen achtergebleven munitie en mijnen of het optreden bij incidenten. • Uitvoeren van leiding geven en/of coördinerende taken, zoals het (tijdelijk) aansturen van teamleden en het communiceren van een plan aan de teamleden. • Uitvoeren van militaire beveiligingstaken, zoals surveillance en toe- en uitgangscontroles. • Uitvoeren van basis-technische en basis-logistieke vaardigheden, zoals het onderhouden van voertuigen. Deze taken zijn alleen voor de uitstromen grondoptreden. • Uitvoeren van nautische en algemene scheepstaken, zoals onderhoud aan de varende eenheid, assisteren bij het laden en lossen en het varen met kleine vaartuigen. Deze taken zijn alleen voor de maritieme uitstromen. De aankomend onderofficier voert daarnaast de volgende taak uit op niveau 3 van de MBOkwalificatiestructuur: het verzorgen van instructie en training voor zijn team. Verschil niveau 2 en niveau 3 De aankomend medewerker (niveau 2) ontvangt opdracht van zijn leidinggevende, hij voert deze opdracht uit en legt verantwoording af aan zijn leidinggevende. Verder heeft hij een coördinerende rol op laag niveau. Dit betekent dat hij op verzoek van zijn leidinggevende de groep instructies geeft binnen een specifieke opdracht of dat hij de leidinggevende ondersteunt. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. De aankomend onderofficier (niveau 3) voert ook bovenstaande werkzaamheden uit, maar hij geeft zelfstandig leiding aan zijn team en verzorgt de instructie en training voor zijn team. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende.
6.3.2. Waar werkt een militair? De VeVa student kan ,na het behalen van zijn diploma solliciteren bij de CLAS (Commando Landstrijdkrachten), CLSK (Commando Luchtstrijdkrachten) of CZSK (Commando Zeestrijdkrachten. Eenmaal in dienst bij één van de krijgsmachtdelen, volgt hij daar eerst een algemene basisopleiding. Vervolgens kan hij doorstromen naar een functieopleiding. De functies waarin hij terecht kan komen, zijn zeer divers, van operationele functies (gevechtsfuncties) tot technische of logistieke functies. Het uitstroomprofiel grondoptreden bereidt specifiek voor op een carrière bij de CLAS, CLSK of CZSK.
19
Als onderdeel van de rijksoverheid levert de krijgsmacht als uitvoerende organisatie een bijdrage aan het veiligheids- en defensiebeleid van Nederland, zowel nationaal als internationaal. De defensieonderdelen dragen bij aan internationale vredesoperaties van de NAVO, de VN, de OVSE en de EU. De gediplomeerde aankomend medewerker/ aankomend onderofficier leert, werkt en leeft in een binnenlandse of buitenlandse militaire omgeving en voert taken uit op bijvoorbeeld kazernes, aan boord van een varende eenheid en in het (militaire) veld. 6.3.3. Eisen voor instroom en doorstroom: waar moet een (technisch) militair aan voldoen? De militair moet voldoen aan de door Defensie gestelde aanstellingseisen. Voor meer informatie, zie: Diensten Centrum Psychologisch Advies en Selectie, onderdeel van het Ministerie van Defensie, http://www.defensie.nl/cdc/personeelsondersteuning/psychologisch_advies/. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is het belangrijk dat een militair goed kan samenwerken en zelfstandig kan functioneren. Daarnaast moet hij ethisch bewust zijn en in zijn gedrag en houding de voor de krijgsmacht geldende regels, waarden en normen naleven. Hij moet zich gedragen conform de gedragscode van Defensie, de militair-disciplinaire eisen en de militaire hiërarchie. Hij moet de bereidheid tonen tot het aannemen van instructies en verbetervoorstellen om zich verder te ontwikkelen. Ook is het belangrijk dat hij in zijn toekomstige functie bij Defensie onder verschillende (extreme) omstandigheden en met gevaar voor eigen leven, zijn taken kan blijven uitvoeren. Tenslotte moet hij bereid zijn langere tijd van huis te zijn.
6.3.4. Doorstroom Het diploma aankomend onderofficier op niveau 3 geeft geen toegang tot een opleiding op hbo-niveau. Het geeft wel toegang tot een opleiding op het naast hoger gelegen niveau. Ook hier kan de onderwijsinstelling bepalen of en op welke manier vrijstellingen verleend kunnen worden. Dat geldt zowel bij horizontale als bij verticale doorstroming. Binnen de sector orde en veiligheid bestaat op dit moment geen verwante opleiding op niveau 4.
6.3.5. Arbeidsmarktrelevantie: Loopbaanperspectief Het diploma Veiligheid en Vakmanschap en het certificaat Veiligheid en Vakmanschap moeten worden beschouwd als een voorbereiding op een loopbaan bij Defensie. Een student die de combinatie heeft gevolgd van een certificeerbare eenheid en een technisch of logistiek diploma kan een loopbaan starten en voortzetten bij zowel Defensie als daarbuiten; zie www.kansopwerk.nl. Gezien de grote hoeveelheid van functies en beroepen heeft Defensie een goed beroepsperspectief te bieden. Tevens heeft Defensie een beleid waarmee na de aanstellingstermijn goede doorstroommogelijkheden op de civiele arbeidsmarkt zijn. 6.3.5.1. Aankomend medewerker (grondoptreden/mechatronica) De aankomend medewerker kan bij de CLAS, de CZSK en de CLSK gaan werken. De aankomend medewerker volgt dan eerst nog een deel van een algemene basisopleiding. Deze opleiding is met name gericht op schietvaardigheden, wapengebruik en gevechtshandelingen. De CLAS heeft de algemene militaire opleiding (AMO). Een aankomend medewerker op niveau 2 kan kiezen voor een manschap-functie (soldaat/korporaal). De CZSK heeft voor de aankomend medewerker de eerste maritiem militaire vorming (EMMV), de bedrijfsveiligheid opleiding en de opleiding algemene scheepstaken.
20
Voor mariniers is er de eerste vakopleiding tot marinier (EVOMARNS). Voor de CLSK geldt de initiële militaire opleiding (IMO). Vervolgens kan de aankomend medewerker (niveau 2) doorstromen naar een functieopleiding. 6.3.5.2. Aankomend onderofficier (grondoptreden/mechatronica) De aankomend onderofficier kan bij de CLAS, de CZSK en de CLSK gaan werken. Hij moet dan eerst nog een deel van de algemene militaire vorming/basisopleiding en (een deel van) een vaktechnische opleiding volgen. De militaire vorming/basisopleiding is met name gericht op schietvaardigheden, wapengebruik en gevechtshandelingen. De functies waarin de aankomend onderofficier terecht kan komen zijn zeer divers, van operationele functies (niet-civiel vakspecifiek) tot technische of logistieke functies (civiel vakspecifiek). Het MBO-diploma aankomend onderofficier (niveau 3) geeft toegang tot de Koninklijke Militaire School (KMS) van de CLAS en de Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL) van de CLSK (mits goedgekeurd door Defensie).
6.4. Beroepshouding Tijdens de opleiding worden competenties ontwikkeld die belangrijk zijn in een toekomstige loopbaan. Competenties hebben te maken met kennis, vaardigheden en gedrag die voor het gekozen beroepenveld noodzakelijk zijn. Met andere woorden: de werkhouding bepaalt de mate van succes. Samen met de docenten en in het bijzonder de SLB-er wordt een leerroute uitgestippeld die past bij de diplomavereisten van de opleiding. De voortgang in je leerproces wordt hierbij regelmatig geëvalueerd om vast te stellen welke vorderingen je maakt.
6.5. Beroepsgerichte kwalificatiestructuur en competentiegericht leren. Voor het schooljaar 2015-2016 geldt voor alle MBO-opleidingen de beroepsgerichte kwalificatiestructuur. Hierin is door het Ministerie van Onderwijs vastgelegd wat een student moet hebben geleerd en behaald voordat er een diploma mag worden uitgereikt. Competentiegericht leren is een onderdeel van de kwalificatiestructuur. Hierbij is het uitgangspunt van leren dat dit praktijkgericht plaatsvindt. Het is immers jouw (toekomstige) praktijk in jouw beroep. Het beroepsspecifieke deel van je opleiding bestaat uit kerntaken, werkprocessen, competenties en beroepsspecifiek taal en rekenen. Bij het competentiegericht leren, worden persoonlijke vaardigheden ontwikkeld en vakkennis en beroepsgebonden vaardigheden aangeleerd. Deze beroepsgebonden vaardigheden sluiten uiteraard aan op wat Defensie vraagt. Beroepseisen veranderen echter snel. Ook daarom werkt het Noorderpoort nauw samen met Defensie, zodat studenten modern en up to date onderwijs geboden wordt. 6.6. Kerntaken en werkprocessen van de opleiding VeVa niveau 2 en 3 Een kerntaak beschrijft een belangrijke activiteit die bij een beroep hoort. Zo’n kerntaak kun je opdelen in kleinere activiteiten. Die activiteiten heten werkprocessen. De kerntaken en werkprocessen zijn te lezen in de OER(onderwijs examenreglement) van de opleidingsvariant.
In dit deel kun je lezen welke competenties je als aankomed medewerker en onderoffiecier bij Defensie moet uitvoeren en hoe die geëxamineerd en afgetoetst worden tijdens je schoolperiode en op de BPV. We noemen dat de kerntaken. De handelingen die je daarvoor moet verrichten noemen we
21
werkprocessen. Binnen Veiligheid en Vakmanschap heb je onderstaande kerntaken: kerntaak
Mechatronica niveau 2
Mechatronica niveau 3
1 voert militaire basisvaardigheden uit
X
X
2 geeft leiding en of voert coördinerende taken uit
X
X
3 geeft instructie en leiding
X
4 voert militaire beveiligingstaken uit 5 voert basis technische en basis logistieke vaardigheden uit
Naast de kerntaken van de vakken Mechatronica (MECH) wordt de vrije ruimte voor de uitstroomrichtingen gevuld met bij het niveau behorende kerntaken van Veiligheid en Vakmanschap. ( zie bovenstaand schema. Om te voldoen aan de eis “veilig werken” moet een leerling een VCA-bewijs (Veiligheid Veiligheid Certificaat e Aannemer) kunnen overleggen voor het eind van het 2 leerblok (halverwege december) van de opleiding. De kerntaken van de uitstroomrichtingen zijn te vinden in de OER en(Onderwijs Examen Reglementen) op ELO (Elektronische Leer Omgeving Noorderpoort). 6.7.
Aanvullend veiligheidscertificaat t.b.v. een baan binnen Defensie Voor de uitstroomrichtingen MECH en LOG worden in de vrije ruimte de bij het niveau behorende kerntaken van veiligheid en vakmanschap gevolgd. Na het positief afronden van deze kerntaken ontvangt de student een veiligheidscertificaat. In de MBO- opleidingen MECH leert de student een vak waarvan het diploma zowel binnen Defensie als in de samenleving een volledige civiele waarde heeft. Daarbinnen maakt de student kennis met Defensie en loopt stage bij krijgsmachtonderdelen. Hij/zij wordt voorbereid op een functie bij Defensie. De student specialiseert zich in de uitstroom. De studenten die bij Defensie willen werken, volgen daarnaast een certificeerbare eenheid van de opleiding Veiligheid en Vakmanschap. Deze staat geprogrammeerd in de vrije ruimte. De opleiding kan worden gevolgd op zowel niveau 2 als niveau 3. Niveau 2 duurt 18 maanden en bereidt de student voor op een functie als soldaat/korporaal. Op niveau 3 duurt de opleiding 30 maanden en wordt de student voorbereid op de functie van onderofficier.
7. 22
Het Studieprogramma 7.1 welke vakken worden er gegeven Om de kerntaken en werkprocessen te kunnen uitvoeren moet je behalve praktisch ook theoretisch geschoold worden en daarom krijg je les in de volgende vakken. Mechatronica niveau 2/3
VAK
1 les”uur” = 30 minuten
MILITAIRE VORMING
24
LOFT
9
NEDERLANDS
4
REKENEN
4
ENGELS
4
Loopbaan en burgerschap*
4
Vakspecifiek
12 / 16
SLB uur
2
*Loopbaan en burgerschap
totaal
alleen in leerjaar 1 Deel 7.2.1: Uitstroomrichting mechatronica niveau 2
23
Monteur mechatronica
Niveau 2 2.1.1
Beroepsinformatie
2.1.1.1 Beeld van de beroepengroep
Als monteur mechatronica ga je leren handmatig om te gaan met metaal, kunststoffen etc. Dit betekent vijlen, boren, zagen buigen, etc. Ook draaien en frezen behoren tot de werkzaamheden. Je leert ook om te gaan met diverse verbindingstechnieken als solderen, lassen, bouten, etc. Uiteindelijk ga je deelproducten maken en assembleren (samenstellen van delen). Dit leidt tot een compleet geheel als bijv. een machine en/of installatie. Dit is beschreven in een officieel document. (kwalificatiedossier)
2.1.2.1.Wat doe je als je werkt in de machinebouw mechatronica? Alleen of samen met collega’s zorg je ervoor dat machines worden samengesteld en opgebouwd uit verschillende onderdelen. Soms maak je delen van machines, soms zet je ook complete machines in elkaar. Daarna test je de machine en zorg je voor installeren en afregelen ervan. Een kopieermachine moet het papier exact doorvoeren want anders loopt het vast. Een affuit moet gericht en gesteld en ingeregeld worden anders wordt er niet juist gevuurd met een kanon bijvoorbeeld. Jij bent degene die deze machines bouwt, bij de klant (eenheid) installeert én zorgt dat ze goed werken. Dat is dus technisch werk maar ook creatief. En je moet goed met klanten kunnen omgaan want regelmatig kom je ook bij de klant over de vloer.
2.1.1.3
Waar kom je als je werkt in de machinebouw mechatronica?
Je werkt meestal bij technische eenheid van defensie. Je werkt daar in een werkplaats of op een aparte afdeling waar onderdelen worden gemonteerd en machines worden samengesteld. Regelmatig werk je ook in zogenaamde geconditioneerde ruimten als een ‘cleanroom’ of speciale ESD ruimten (elektro statisch neutrale ruimte). Dit zijn ruimten waar belangrijke omstandigheden als temperatuur en hygiëne aan hoge eisen voldoen, omdat dit nodig is voor de kwaliteit van producten of om objectief te kunnen testen. Voor eindmontage of testwerkzaamheden ga je soms naar testruimten toe.
24
2.1.1.4
Kenmerkend voor jou
Als het vak van machinebouw mechatronica je aanspreekt, is het goed te bedenken of de volgende kenmerken op jou van toepassing zijn: Je hebt natuurlijk aanleg voor techniek. Je doet graag dingen samen met anderen, maar vindt het ook leuk om alleen op pad te zijn. Ook kun je heel nauwkeurig werken en storingen signaleren en oplossen. Je bent stressbestendig, dienstverlenend en klantgericht. Je kunt dus ook goed met andere mensen omgaan. Bovendien heb je aandacht voor veiligheid en milieu. Tevens ben je “militair” en voldoe je dus ook aan de 8 basis eigenschappen als kameraadschappelijk, gedisciplineerd, accuraat etc.
2.1.1.5
Kiezen voor machinebouw mechatronica
Binnen de opleiding machinebouw mechatronica kun je kiezen uit verschillende richtingen en afhankelijk van het defensie onderdeel waar je werkt doorgroeien naar specialistische functies. Welke eisen worden aan deze vakrichtingen gesteld? Wat moet je in huis hebben als je de arbeidsmarkt opkomt?
Monteur mechatronica
Aan de hand van voorbeelden, foto’s en uitleg van je leidinggevende stel je zelfstandig onderdelen voor machines samen en monteer je die. Dat kunnen allerlei soorten machines zijn. Hierboven hebben we al een paar herkenbare voorbeelden genoemd. Je werkt binnen de eenheid, meestal in een hal waar uit verschillende onderdelen complete machines worden samengesteld en gebouwd en/of gerepareerd/aangepast. Je werkt soms alleen, maar meestal samen met collega’s.
2.1.1.6 Typering beroepsgroep
De beroepsbeoefenaar (monteur, monteur tester, machinebouwer en allround machinebouwer) is hoofdzakelijk werkzaam bij bedrijven in de machine-industrie en apparatenbouw die mechatronische producten vervaardigen. Dit betekent dat de bedrijven machines of onderdelen van machines vervaardigen die zowel een fysisch proces (bijvoorbeeld beweging of een thermisch proces) als een beheersingsproces bevatten. Het beheersingsproces betreft de aansturing van het fysische proces.
Te denken valt aan: • Verbindingsapparatuur (tel, etc.), • Grondgebonden uitrusting bij de Luchtmacht, • Installaties aan boord van schepen van de Koninklijke Marine • Rupsvoertuigen bij de Landmacht, • Wapens, • kopieermachines en • vele andere. De machines werken vaak met hoge nauwkeurigheid en grote snelheden. Het gaat zowel om toeleverende bedrijven die
25
half- fabricaten aanleveren als om bedrijven die een compleet eindproduct vervaardigen. Het kan zowel om kleine als om grotere bedrijven gaan.
2.1.1.7 Loopbaanperspectief
Binnen de machinebouw mechatronica liggen de volgende loopbaan- en opleidingsmogelijkheden voor de hand:
De monteur mechatronica op niveau 2 kan doorgroeien naar de uitstroom monteur tester mechatronica op niveau 3 of naar de uitstroom machinebouwer op niveau 3, zich verbreden tot monteur elektrotechnische industriële producten en systemen.
De monteur tester mechatronica op niveau 3 kan na een aantal jaren werkervaring doorstromen naar allround machinebouwer op niveau 4, zich verbreden tot machinebouwer op niveau 3, monteur service en onderhoud op niveau 3, eerste monteur service elektrotechniek op niveau 3 of eerste monteur elektrotechnische industriële producten en systemen op niveau 3.
De machinebouwer op niveau 3 kan na een aantal jaren werkervaring doorstromen naar allround machinebouwer op niveau 4, zich verbreden tot monteur tester mechatronica op niveau 3, monteur service en onderhoud op niveau 3, eerste monteur service elektrotechniek op niveau 3 of eerste monteur elektrotechnische industriële producten en systemen op niveau 3.
26
Mechatronica binnen VeVa voor niveau 2
Hoe ga je je vak leren?
Dit alles ga je aanleren door lessen te volgen in techniek en praktijk. Na iedere 3 weken theorie en praktijk op school, volgt 1 week beroepspraktijkvorming binnen defensie. Dit betekent werken en leren op een kazerne.
Hoe word je begeleid?
Op school heb je een mentor (studie loopbaan begeleider) die samen met jou de voortgang op school en de BPV monitoren en indien nodig bijsturen. Op de BPV werkplek zijn er begeleiders van defensie.
Hoe wordt de voorgang beoordeeld?
Je vorderingen worden getoetst op school door theorietoetsen en in de praktijklessen door het inleveren van beroepstaken. Daarin staan praktijkopdrachten bijv. Op de BPV werkplek word er een beoordeling verzorgt door de defensie begeleiders. Per schooljaar zullen er een X aantal theorietoetsen (vakleer) worden afgenomen. Ook zul je de beroepstaken moeten afronden. Je moet voldoende staan voor beide onderdelen om deel te mogen nemen aan de proeve van bekwaamheid. Deze is aan het einde van het tweede schooljaar gepland op school in de praktijkruimte. Er wordt ook een toets VCA (veiligheid certificaat aannemer) door een extern bureau afgenomen hetgeen 10 jaar geldig is.
27
Deel 7.2.2: Uitstroomrichting mechatronica niveau 3
Monteur tester mechatronica
niveau 3 2.2.1 Beroepsinformatie
2.2.1.1 Beeld van de beroepsgroep
Als monteur mechatronica ga je leren handmatig om te gaan met metaal, kunststoffen etc. Dit betekent vijlen, borenzagen buigen, etc. Ook draaien en frezen behoren tot de werkzaamheden. Je leert ook om te gaan met diverse verbindingstechnieken als solderen, lassen, bouten, etc. Uiteindelijk ga je deelproducten maken en assembleren (samenstellen van delen). Dit leidt tot een compleet geheel als bijv. een machine en/of installatie. Dit is beschreven in een officieel document. (kwalificatiedossier)
2.2.1.2 Wat doe je als je werkt in de machinebouw mechatronica?
Alleen of samen met collega’s zorg je ervoor dat machines worden samengesteld en opgebouwd uit verschillende onderdelen. Soms maak je delen van machines, soms zet je ook complete machines in elkaar. Daarna test je de machine en zorg je voor installeren en afregelen ervan. Een kopieermachine moet het papier exact doorvoeren want anders loopt het vast.Een affuit moet gericht en gesteld en
28
ingeregeld worden anders wordt er niet juist gevuurd met een kanon bijvoorbeeld. Jij bent degene die deze machines bouwt, bij de klant (eenheid) installeert én zorgt dat ze goed werken. Dat is dus technisch werk maar ook creatief. En je moet goed met klanten kunnen omgaan want regelmatig kom je ook bij de klant over de vloer.
2.2.1.3 Waar kom je als je werkt in de machinebouw mechatronica?
Je werkt meestal bij technische eenheid van defensie. Je werkt daar in een werkplaats of op een aparte afdeling waar onderdelen worden gemonteerd en machines worden samengesteld. Regelmatig werk je ook in zogenaamde geconditioneerde ruimten als een ‘cleanroom’ of speciale ESD ruimten (elektro statisch neutrale ruimte). Dit zijn ruimten waar belangrijke omstandigheden als temperatuur en hygiëne aan hoge eisen voldoen, omdat dit nodig is voor de kwaliteit van producten of om objectief te kunnen testen. Voor eindmontage of testwerkzaamheden ga je soms naar testruimten toe.
2.2.1.4 Kenmerkend voor jou
Als het vak van machinebouw mechatronica je aanspreekt, is het goed te bedenken of de volgende kenmerken op jou van toepassing zijn: Je hebt natuurlijk aanleg voor techniek. Je doet graag dingen samen met anderen, maar vindt het ook leuk om alleen op pad te zijn. Ook kun je heel nauwkeurig werken en storingen signaleren en oplossen. Je bent stressbestendig, dienstverlenend en klantgericht. Je kunt dus ook goed met andere mensen omgaan. Bovendien heb je aandacht voor veiligheid en milieu. Tevens ben je “militair” en voldoe je dus ook aan de 8 basis eigenschappen als kameraadschappelijk, gedisciplineerd, accuraat etc.
2.2.1.5 Kiezen voor machinebouw mechatronica
Binnen de opleiding machinebouw mechatronica kun je kiezen uit verschillende richtingen en afhankelijk van het defensie onderdeel waar je werkt doorgroeien naar specialistische functies. Welke eisen worden aan deze vakrichtingen gesteld? Wat moet je in huis hebben als je de arbeidsmarkt opkomt?
Monteur tester mechatronica
Binnen het bedrijf bouw je complete machines van de verschillende onderdelen. Daarna test je of alles goed functioneert. Bij het testen van een prototype (een eerste ‘proefexemplaar’ van een machine) of een product dat heel precies moet kunnen werken, assisteer je de programmeur, besturingstechnicus of elektrotechnicus. Je moet daarbij goed in staat zijn problemen die zich voordoen op te lossen. Je moet goed alleen kunnen werken maar ook samen met collega’s. Van de testresultaten maak je een rapport. Je bent ook verantwoordelijk voor inregelen, uitlijnen en afstellen van de machine.
29
2.2.1.6 Typering beroepsgroep
De beroepsbeoefenaar (monteur, monteur tester, machinebouwer en allround machinebouwer) is hoofdzakelijk werkzaam bij bedrijven in de machine-industrie en apparatenbouw die mechatronische producten vervaardigen. Dit betekent dat de bedrijven machines of onderdelen van machines vervaardigen die zowel een fysisch proces (bijvoorbeeld beweging of een thermisch proces) als een beheersingsproces bevatten. Het beheersingsproces betreft de aansturing van het fysische proces.
Te denken valt aan: • • • • • • •
Verbindingsapparatuur (tel, etc.), Grondgebonden uitrusting bij de Luchtmacht, Installaties aan boord van schepen van de Koninklijke Marine Rupsvoertuigen bij de Landmacht, Wapens, kopieermachines en vele andere. De machines werken vaak met hoge nauwkeurigheid en grote snelheden. Het gaat zowel om toeleverende bedrijven die half- fabricaten aanleveren als om bedrijven die een compleet eindproduct vervaardigen. Het kan zowel om kleine als om grotere bedrijven gaan.
2.2.1.7 Loopbaanperspectief
Binnen de machinebouw mechatronica liggen de volgende loopbaan- en opleidingsmogelijkheden voor de hand:
De monteur tester mechatronica op niveau 3 kan na een aantal jaren werkervaring doorstromen naar allround machinebouwer op niveau 4, zich verbreden tot machinebouwer op niveau 3, monteur service en onderhoud op niveau 3, eerste monteur service elektrotechniek op niveau 3 of eerste monteur elektrotechnische industriële producten en systemen op niveau 3.
De machinebouwer op niveau 3 kan na een aantal jaren werkervaring doorstromen naar allround machinebouwer op niveau 4, zich verbreden tot monteur tester mechatronica op niveau 3, monteur service en onderhoud op niveau 3, eerste monteur service elektrotechniek op niveau 3 of eerste monteur elektrotechnische industriële producten en systemen op niveau 3.
30
De allround machinebouwer op niveau 4 kan zich verbreden tot technicus elektrotechnische industriële producten en systemen op niveau 4, technicus service elektrotechniek op niveau 4 en werkvoorbereider/tekenaar, doorgroeien naar specialist of leidinggevende op het gebied van mechatronische producten en systemen.
De mechatronicus op niveau 4 kan zich verbreden tot technicus elektrotechnische industriële producten en systemen op niveau 4, technicus service elektrotechniek op niveau 4 en werkvoorbereider/tekenaar, doorgroeien naar specialist of leidinggevende op het gebied van mechatronische producten en systemen.
31
Mechatronica binnen VeVa voor niveau 3
Hoe ga je je vak leren?
Dit alles ga je aanleren door lessen te volgen in techniek en praktijk. Na iedere 3 weken theorie en praktijk op school, volgt 1 week beroepspraktijkvorming binnen defensie. Dit betekent werken en leren op een kazerne.
Hoe word je begeleid?
Op school heb je een mentor (studie loopbaan begeleider) die samen met jou de voortgang op school en de BPV monitoren en indien nodig bijsturen. Op de BPV werkplek zijn er begeleiders van defensie.
Hoe wordt de voorgang beoordeeld?
Je vorderingen worden getoetst op school door theorietoetsen en in de praktijklessen door het inleveren van beroepstaken. Daarin staan praktijkopdrachten bijv. Op de BPV werkplek word er een beoordeling verzorgt door de defensie begeleiders. Per schooljaar zullen er een X aantal theorietoetsen (vakleer) worden afgenomen. Ook zul je de beroepstaken moeten afronden. Je moet voldoende staan voor beide onderdelen om deel te mogen nemen aan de proeve van bekwaamheid. Deze is aan het einde van het tweede schooljaar gepland op school in de praktijkruimte. Er wordt ook een toets VCA (veiligheid certificaat aannemer) door een extern bureau afgenomen hetgeen 10 jaar geldig is.
32
7.2 BeroepsPraktijkVorming (BPV) Naast de theoretische scholing vormt de BPV een belangrijk onderdeel van de opleiding. In dit hoofdstuk lees je wat dit allemaal inhoudt en aan welke eisen je moet voldoen om je bpv-periode succesvol af te ronden. 7.3. Algemene omschrijving BPV Opbouw , fasering en inrichting onderwijs en BPV Alle opleidingen zijn opgebouwd uit een aantal blokken van 4 weken: 3 lesweken en een BPV week. Bij vakanties kan in het rooster hiervan afgeweken worden. Je hebt totaal in het eerste jaar dertig lesweken en tien BPV- weken. Gedurende de lesweken heb je onderstaande lesuren. Tijdens je BPV-week heb je 45 uren BPV op de kazerne. Bekijk de jaarplanning op ELO.
In onderstaand schema kun je de periode, duur en manier van beoordelen mbt BPV lezen. Periode
Duur
(zie WSFTOP)
(zie WSFTOP)
Gedurende je hele opleiding
10 BPVweken per heel schooljaar
Beschrijving van het BPVonderdeel
Manier van beoordelen
Resultaat
Zie Stichting Praktijk Leren (SPL)
Door middel van de BPV-werkboeken geeft de BPVbegeleider een advies. De school geeft de eindbeoordeling.
Onvoldoen-de/ voldoende/ goed
De student zorgt dat van iedere BPV week een afgetekende verantwoording in het portfolio zit. BPV totaal
Voldoende
WERKZAAMHEDEN TIJDENS DE BPV De werkzaamheden die je tijdens de BPV moet verrichten, zullen per BPV-bedrijf en per werkplek verschillen. Je krijgt vanuit school een praktijkwerkboek mee met opdrachten die je in ieder geval moet uitvoeren en die afgetekend moet worden door je praktijkbegeleider. Dit praktijkwerkboek neem je te zijner tijd mee in het gesprek met de SLB-er over het Go- of No Go-moment i.v.m. de deelname aan je examens. Je bent zelf verantwoordelijk voor het ontvangen van dit praktijk-werkboek.
33
DE PRAKTIJKOVEREENKOMST (POK) In de praktijkovereenkomst staan de rechten en plichten van de school, de BPV-plek en de deelnemer tijdens de stage vermeld. Dit document moet aan het begin van de stage door de school, de BPV-plek en door jou zijn ondertekend. Deze POK, inclusief de algemene voorwaarden, vind je op de website van het Noorderpoort (www.noorderpoort.nl) bij „het studentenplein‟. Begeleiding tijdens de BPV: Tijdens de BPV komt je stagecoördinator in principe 2 keer op bezoek om je vorderingen te volgen en te bespreken. De voortgang en het afsluiten van je portfolio worden besproken met je studieloopbaanbegeleider. 7.4. Schoolportfolio WAT IS EEN PORTFOLIO ?| Een portfolio is jouw persoonlijke map, waarin je per vak bewijzen verzamelt op weg naar het examen. Je vult het portfolio steeds met nieuwe bewijzen aan. Aan het einde van je opleiding moet uit je portfolio blijken dat je alle competenties, die bij je opleiding horen, onder de knie hebt, zodat je goed voorbereid aan je examen begint. WAT MOET ER IN JE PORTFOLIO ? Aan het begin van het schooljaar krijg je van alle vakken de lesplanners uitgereikt, waarop staat welke bewijsstukken je in je portfolio moet hebben. Jouw studievoortgang wordt bepaald door de door jouw behaalde resultaten en de bewijsstukken in je portfolio. WIE BEWAART JE PORTFOLIO ? De verantwoordelijkheid voor het bewaren van het portfolio ligt bij jou. Je neemt je portfolio altijd mee naar de gesprekken met je SLB-er. Met je SLB-er maak je immers belangrijke afspraken. Ook neem je je portfolio mee naar de vakken waar dat gevraagd wordt. HET SCHOOLPORTFOLIO EN JE DIPLOMA Je studieloopbaanbegeleider controleert en adviseert. Het portfolio heeft alleen geldigheid indien het correct is afgetekend door de studieloopbaanbegeleider. Het bezit van een goedgekeurd portfolio is dan ook een voorwaarde voor het behalen van je diploma! Sommige onderdelen van het portfolio worden ook bewaard in het examendossier.
34
8.0 Indeling en lessentabel opleiding VeVa Hierover word je door de vakdocenten geïnformeerd. In ELO kun je de details terugvinden zoals de BPV-planning, lesplanning op vakniveau. Uiteraard kun je e.e.a. in detail terugvinden op je rooster.
.
35
9.0 Procedure examinering en toetsing
( summatief en formatief)
9.1 Examens Examens zijn testen of je voldoet aan de eisen uit het kwalificatiedossier (document met omschrijving van de “eindexameneisen”). Ze geven een eindbeoordeling. In het kwalificatiedossier, te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl, staat opgenomen wat je leert en aan welke eisen je moet voldoen om je diploma te behalen. De resultaten van de examens moeten voldoen aan de eisen van de opleiding om een diploma te behalen. Belangrijke examens zijn de Proeve van Bekwaamheid (PVB), het examenproject en de tentamens die opgenomen worden in het examendossier en waarin je moet laten zien dat je aan de diploma-eisen voldoet. Informatie over examenregels kun je vinden in het Noorderpoort examenreglement op www.noorderpoort.nl en in het OER op Nelo. Tijdens de Proeve van Bekwaamheid, het examenproject of tentamen moet je aantonen, dat je alles in voldoende mate beheerst wat je tijdens je studie en binnen de werkprocessen aan competenties hebt verworven. De aanwezige beoordelaars kijken of je volgens de eisen van de opleiding op het niveau zit van een beginnend beroepsbeoefenaar. Is dat het geval dan zal de school je het diploma uitreiken. 9.1 Proeve van Bekwaamheid, Examenproject en Tentamen 9.1.1. Proeve van Bekwaamheid Een Proeve van Bekwaamheid is een kwalificerend examen dat binnenschools school wordt ingezet om een kerntaak met één of meerdere werkprocessen te examineren in de beroepspraktijk.
9.1.2. Examenproject Een examenproject is een kwalificerend examenproduct dat binnen school wordt ingezet om één of meerdere werkprocessen te examineren. Het examenproject vindt plaats in een gesimuleerde beroepsomgeving. 9.1.3. Tentamen Een tentamen is een kwalificerend examenproduct om vakkennis en vaardigheden te examineren die cruciaal zijn voor de uitoefening van het beroep en onvoldoende aan de orde komen in de PVB of examenprojecten.
HET NOORDERPOORT EXAMENREGLEMENT In het Noorderpoort examenreglement beschrijft het Noorderpoort de regels wat betreft de organisatie van de examens en hoe om te gaan met afwijkende situaties. Hierbij moet je denken aan wat te doen bij fraude, te laat komen, kandidaten met een leerbeperking e.d.. Ook de procedure voor bezwaar en beroep staat erin. Zie www.noorderpoort.nl, tabblad studentinfo, rubriek Examenreglement mbo. Het Examenreglement en de Examenregeling geven samen de examinering van een opleiding vorm. Soorten toetsen en examens Bij deze opleiding krijg je te maken met twee soorten toetsen: 1. Formatieve toetsen (proeftoetsen om je niveau en ontwikkeling vast te stellen) 2. Summatieve toetsen ( examens, deze tellen mee voor de diplomering) Je kunt hier lezen wat het verschil is tussen een summatieve toets en een formatieve toets. FORMATIEVE TOETSEN Bij formatieve toetsen wordt er gekeken naar je voortgang. Dit betekent dat er wordt gekeken naar
36
Opmerking [RMg2]: Zoals in studiegids 2014/2015..
wat jij al kunt en op welke gebieden je je nog beter kunt ontwikkelen. Ook wordt gekeken of de opleiding bij je past. Je hebt verschillende vormen van formatieve toetsen. Met behulp van formatieve toetsresultaten kan dus gemeten worden of je een vak al op het vereiste niveau beheerst. Is dat niet nog niet geval, kun je samen met je coach of docent overleggen hoe je naar dit niveau gaat toewerken. Je wordt opgegeven voor de summatieve toetsen nadat je een gesprek hebt gehad met je docent/coach over het resultaat van de formatieve toetsen. In het gesprek besluit de docent/coach van het betreffende vak in overleg met jou of je aan de hand van de resultaten voldoende voorbereid bent op het examen. Gezamenlijk vind je dat je er aan toe bent examen te doen voor betreffende vak en dat de kans van slagen groot is. Als je aan alle formatieve toetsen voldaan hebt , kun je opgegeven worden voor het examen. SUMMATIEVE TOETSEN Summatieve toetsen zijn toetsen die testen of je voldoet aan de eisen uit het kwalificatiedossier (document met omschrijving van de “eindexameneisen”). Ze geven een eindbeoordeling. De resultaten van de summatieve toetsen moeten voldoen aan de eisen van de opleiding om een diploma te halen. *
Voor informatie over de summatieve toetsing van de Algemeen vormende vakken verwijzen we naar de Onderwijs Examen Regeling van het Noorderpoort
9.2.
Het examen bestaat uit de volgende onderdelen: In de onderstaande tabel kun je alle examenonderdelen in een overzicht vinden:
Kwalificerend
Soort toetsing
beoordeling
Nederlands Luisteren 2F generiek en beroepsspecifiek Nederlands Lezen 2F generiek en beroepsspecifiek Nederlands Gesprekken voeren 2F generiek en beroepsspecifiek Nederlands Spreken 2F generiek en beroepsspecifiek Nederlands Schrijven 2F generiek en beroepsspecifiek Rekenen 2F generiek en beroepsspecifiek Engels Luisteren beroepsspecifiek Engels Lezen beroepsspecifiek Engels Gesprek voeren beroepsspecifiek Engels Spreken beroepsspecifiek Engels Schrijven beroepsspecifiek Loopbaan & Burgerschap
digitaal
Cijfer
digitaal
Cijfer
Mondeling
Cijfer
Mondeling
Cijfer
schriftelijk
Cijfer
digitaal
Cijfer
Mondeling
Cijfer
digitaal
Cijfer
Mondeling
Cijfer
Mondeling
Cijfer
Digitaal
Cijfer
Opdrachten en aftekenlijsten praktijkwerkboek
Voldaan
BPV (beroepspraktijkvorming)
37
Goed/Voldoende/Onvoldoende
opmerking
Defensie in internationaal verband CBRN, TIM en materieelherkenning Proeve van Bekwaamheid Mechatronica ( school ) Kerntaak 1 niveau 2 Proeve van Bekwaamheid Mechatronica ( school ) Kerntaak 1 niveau 3 Projecttaak Mechatronica ( school ) Kerntaak 1 niveau 3
schriftelijk
Goed/Voldoende/Onvoldoende
schriftelijk
Goed/Voldoende/Onvoldoende
PVB
Goed/Voldoende / Onvoldoende
PVB
Goed/Voldoende / Onvoldoende
Projecttaak Schriftelijk en praktijk
Goed/Voldoende / Onvoldoende
9.2.1 Nederlands Examinering valt onder Noorderpoortexamenreglement: Bij diplomering in schooljaar 2015-2016 geldt dat: • •
Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn. Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Het behaalde resultaat voor Nederlands wordt vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Het examen Nederlands bestaat uit 5 onderdelen die in het 2e gedeelte van je opleiding afgenomen worden. In het onderstaande schema wordt aangegeven waar en hoe deze examens worden afgenomen en hoe de onderlinge weging is van de onderdelen. Er is dus sprake van 5 afzonderlijke examens. In schema: LAYOUT
Onderdelen Nederlands
tussentijd se toetsing
Referentieniveau 2F
Luisteren
formatief
(telt voor 25% mee voor het eindcijfer)
Lezen 25%
formatief
Spreken 12,5 %
formatief
38
Wanneer opgave en deelname aan summatieve toetsing
Bij voldoende ontwikkeling en progressie op de formatieve toetsen Bij voldoende ontwikkeling en progressie op de formatieve toetsen
Examen Plaats afname examen
wanneer
Score Cijfer op
Cito (digitaal)
Locatie van Schendel straat
Periode 5/6
2F
Cito (digitaal)
Locatie van Schendel straat
Periode 5/6
2F
Periode 5/6
2F
Mondeling ,schriftelijk, digitaal
Toa (mondeling) school
Gesprekken voeren 12,5 %
Schrijven (inclusief taalverzorging) 25 %
formatief
Bij voldoende ontwikkeling en progressie op de formatieve toetsing
school Toa (mondeling)
Periode 5/6
2F
school formatief
Toa (digitaal)
Periode5/6 2F
Het eindresultaat voor het examen Nederlands telt mee bij het uiteindelijke oordeel of je wel of niet geslaagd bent. Het behaalde niveau moet minimaal een 5 of hoger zijn. Elke leerling cursist heeft recht op 2 examen- en toetsmomenten per onderdeel, een 3e toets/examen moment zal via een motivatiebrief moeten worden aangevraagd bij de examencommissie. (Zie examenreglement Noorderpoort) 9.2.2
Rekenen Examinering valt onder het Noorderpoort examenreglement: • •
• • •
Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag-/zakbeslissing. Voor rekenen is de instelling vanaf 2013-2014 verplicht om in elk geval aan studenten die hebben deelgenomen aan de pilotexamens een bewijs uit te reiken van de behaalde resultaten. Bij diplomering m.i.v. het schooljaar 2016-2017 geldt dat: Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 10). Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen ( één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands.
•
De behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma.
•
Bij het examen rekenen krijg je één toets ( Cito) waarbij alle 4 onderdelen gelijktijdig worden getoetst.
Procedure voor het vak rekenen: Onderdelen van het vak rekenen Referentieniveau 2F
Ontwikkeling en progressie aantonen via
Getallen Verhoudingen
Formatieve toetsing Formatieve toetsing
Meten/ meetkunde Verbanden
Formatieve toetsing
39
Formatieve toetsing
Examen deelname Cito toets (summatief) Bij voldoende ontwikkeling en progressie bij de formatieve toetsen aanmelding voor deelname aan de Cito toets
Plaats afname examen
Van Schendel locatie
Wanneer
Periode 5/6
Score-voorschrift Niveaubepaling
Cijfer op 2f
9.2.3
Loopbaan Burgerschap Studenten in het MBO worden niet alleen opgeleid voor een beroep, maar ook voorbereid op de arbeidsmarkt. Tijdens je opleiding komen niet alleen de beroepshouding en de vaardigheden aan bod die nodig zijn voor het beroep van jouw keuze, maar ook de kennis, houding en vaardigheden die horen bij ‘Loopbaan en Burgerschap’ (L&B). Dat betekent, dat je op school niet alleen wordt opgeleid voor het beroep maar ook wordt voorbereid op deelname aan de maatschappij en je loopbaan (carrière) die daarin wilt maken. Daarom gaan wij op school onderwerpen behandelen die je helpen na te denken en te beslissen over zaken als: -
Is het beroep (militair) mijn eigen keuze? Waar ben ik goed in? Welke mogelijkheden heb ik nu en wat moet ik (nog) leren of doen om dit doel te bereiken? Wat zouden de dilemma’s kunnen zijn? Welke contacten (netwerken) heb ik nodig? Hoe kan ik mijn eigen loopbaan (carrière) sturen?
Bij burgerschap vorming gaat het over de onderwerpen: -
-
Meedoen (participeren) in het politieke domein: onder andere stemmen, duurzaamheid, Veiligheid, globalisering (wereld denken), ondernemerschap, meerdere culturen en levensbeschouwing (godsdienst). Als werknemer functioneren; onder andere rechten en plichten, samenwerken, duurzaamheid, rol en belang consumentenorganisaties, vakbonden. Als kritisch consument functioneren; onder andere grondrechten en plichten in Nederland, ethisch en integer handelen, doel en invloed van sociale en professionele netwerken. Deelname aan sociale verbanden; het herkennen van verschillende (sub)culturen in Nederland, respect tonen voor verschillen en culturele verscheidenheid. Zorgen voor eigen gezondheid; weten welke invloed jouw leefstijl heeft op je eigen gezondheid, welke gezondheidsrisico’s van leefstijl hebben op je werkomgeving op basis daarvan keuzes kunnen maken en activiteiten ondernemen die bijdragen aan een gezonde leefstijl
Gedurende de opleiding (in leerjaar 1) moet je voldoen aan de eisen die vanuit school worden gesteld aan de onderdelen Loopbaan en Burgerschap. Dit is nodig voor het behalen van je diploma. De eisen (de te maken opdrachten) staan in de jaarplanning van L&B (in LBS en in je portfolio), de verantwoording wordt vervolgens afgetekend op een formulier in je portfolio. Kwalificatie Loopbaan en Burgerschap -
40
Kwalificatie 1: Loopbaan. Wordt gedaan door de SLB in de mentor-coach uren. Dit gedurende de gehele opleiding. Kwalificatie 2: Burgerschap. De politiek-Juridische dimensie. Wordt gedaan in de burgerschapslessen in het eerste leerjaar met 2 lesuren per lesweek. Kwalificatie 2: Burgerschap. De economische dimensie. Wordt gedaan in de burgerschapslessen in het eerste leerjaar met 2 lesuren per lesweek. Kwalificatie 2: Burgerschap. De sociaal-maatschappelijke dimensie. Wordt gedaan in de burgerschapslessen in het eerste leerjaar met 2 lesuren per lesweek. Kwalificatie 2: Burgerschap. De dimensie vitaal burgerschap. Wordt gedaan in de burgerschapslessen in het eerste leerjaar met 2 lesuren per lesweek.
In totaal voor de opleiding worden er 60 lesuren burgerschap verzorgd.
9.2.4 ENGELS De Engelse taal is nu de meest gesproken taal ter wereld. En dat is niet zonder reden. Bij alle dingen waarbij sprake is van internationale samenwerking spreekt men Engels. Zo wordt bij de luchtvaart en bij de Marine alleen Engels gesproken. In Nederland spreekt bijna iedereen Engels. We groeien ermee op en in veel dingen om ons heen worden we er dagelijks mee geconfronteerd. Denk maar aan de televisie en het internet. Binnen Defensie is dit niet anders. Veel militairen, die op internationale missies worden gestuurd, moeten de Engelse taal goed beheersen om hun vak uit te kunnen oefenen. Veel studenten bij VEVA hebben vanaf de basisschool enkele jaren Engels gehad. Het Engels bij VEVA sluit hier zoveel mogelijk bij aan. Niet iedereen beheerst het Engels even goed. Vandaar dat met een starttoets wordt begonnen. Het is de bedoeling om vervolgens zoveel mogelijk aan te sluiten bij wat studenten al beheersen. We gebruiken hiervoor TOA-toetsen als 0-meting. Een dergelijke meting wordt aan het begin van je opleiding afgenomen. Het Engels bij VEVA wordt deels generiek als ook beroepsspecifiek aangeboden. Je zult het Engels leren wat nodig is om je toekomstig beroep goed uit te kunnen oefenen. Dit geldt voor studenten op niveau 2 en 3. Het Engels is zoveel mogelijk afgestemd op datgene wat militair en vakmatig wordt aangeboden. Bij GROP ligt de nadruk op het spreken, luisteren,lezen, gesprekken voeren en schrijven . Het beroepsgerichte Engels hangt nauw samen met de lessen Militaire Veiligheid. Bij de uitstroomrichtingen zullen ook onderwerpen worden aangeboden die met het betreffende vak te maken hebben. Uiteindelijk zal het Engels ook bij de examinering in praktische beroepssituaties worden getoetst. Domeinen De Engelse lessen bevatten de onderdelen: lezen. luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Bij elke opleiding worden deze domeinen op bepaalde niveaus geëxamineerd. Deze niveaus worden ERK-niveaus genoemd. Het zijn internationale, Europese afspraken over wat mensen op een niveau moeten kunnen laten zien bij de examinering aan het einde van de opleiding. Dit zijn de niveaus: A1, A2, B1, B2 en C1. Voor de inhoudelijke niveaubeschrijvingen ga naar http://www.erk.nl/leerling/. De vaardigheden die je hebt ontwikkeld op je vorige opleiding liggen waarschijnlijk tussen niveau A1 en B1. De gebruikte methode begint dan ook bij onderwerpen die op niveau A1/A2 worden aangeboden. In het algemeen geldt dat Engels bij de opleiding GROP niveau 2 op A2 niveau wordt gegeven. Leerlingen, die een niveau 3 opleiding volgen, ligt het niveau op B1. Voor de uitstroomrichting mechatronica ligt dit weer anders. Voor nadere informatie zie de kwalificatiedossiers Veiligheid en Vakmanschap 2015 en Mechatronica 2015. Ook in het portfolio wordt een onderdeel Engels opgenomen, waarop staat wat bewaard moet worden. Vaak zijn dit de toetsen, die worden afgenomen. Daarnaast wordt verwacht dat alles bewaard wordt wat in de loop van de opleiding is gemaakt. Dit is wat in het portfolio moet zitten: 1. De toetsen, die in de loop van het jaar worden afgenomen. 2. Producten, zoals verslagen, rapporten en presentaties. 3. Bewijsstukken van toetsen, die worden afgenomen. Als je om wat voor reden dan ook een toets niet maakt, moet je zelf een afspraak met de docent maken om deze (toets) in te halen. Het is jouw verantwoordelijkheid toe te zien op het compleet zijn
41
van je portfolio, inclusief toetsen. Er wordt in overleg gelegenheid geboden om een bepaalde toets te herkansen. Tot slot de examens
9.2.5 LOFT
Tijdens de uren LOFT (lichamelijke Oefening en Fysieke Training) train je voor het examen van kerntaak 1, “Voert militaire basisvaardigheden uit” en wel specifiek voor Werkproces 1.3 “Maakt zich inzet gereed”. Tijdens deze uren ga je werken aan de volgende competenties: Beslissen en activiteiten initiëren. •
Aandacht en begrip tonen.
•
Samenwerken en overleggen.
•
Vakdeskundigheid toepassen.
•
Plannen en organiseren.
•
Instructies en procedures opvolgen.
•
Gedrevenheid en ambitie tonen.
Dit doe je door het trainen van je kracht en je uithoudingsvermogen in vele verschillende trainingsvormen zoals circuittraining, terreinwerk, fitness, looptraining maar ook spel komt aan de orde. Alles is er op gericht om er voor te zorgen dat je aan het eind van je opleiding mentaal en fysiek fit bent zodat je vooral de lichamelijke maar ook de mentale belasting van een beginnende militair goed aan kan. Je voortgang wordt in 2 beoordelingen per schooljaar vastgelegd door een aantal formatieve toetsen. In de laatste periode van je opleiding vindt op de kazerne de zogenaamde “Diagnostische Fysieke Toets Krijgsmacht” plaats, waarin je uiteindelijke fitheidscluster wordt bepaald. Dit cluster bepaald voor welke functies je kunt solliciteren. Het examen van Werkproces 1.3 vindt uiteindelijk op school plaats aan de hand van het officiële examenprotocol van de S.P.L. Tijdens de schoolperiode zijn er 4 momenten waarop een deel van het examen plaatsvindt, de summatieve beoordeling. Tevens wordt tijdens de LOFT uren uit Werkproces 1.4 het zwemmen geëxamineerd. Dit gebeurt direct aan het begin van het schooljaar en bij een onvoldoende. Een herkansing wordt aangeboden. De algemene regels voor dit examen zijn als volgt: •
Er is voor dit werkproces en voor het onderdeel zwemmen uit werkproces 1.4 één beoordelingsformulier.
•
De beoordelaars vermelden op het beoordelingsformulier de aan de kandidaat toegekende score per test in de daarvoor bestemde tabel
•
Het afronden van de 0 – meting is een voorwaarde voor deelname aan test 2. Het behalen van test 2 is een
•
Het behalen van alle testen is een voorwaarde voor het behalen van het gehele werkproces.
•
Na afname van test 4 wordt op het beoordelingsformulier de waardering onvoldoende, voldoende of goed
voorwaarde voor deelname aan test 3. Het behalen van test 3 is een voorwaarde voor deelname aan test 4.
toegekend voor het gehele werpproces. Alle behaalde resultaten zijn terug te vinden op ELO. 9.2.6
Militaire vorming
Op school leer je wat je in de praktijk nodig hebt. Dit gebeurt met zowel theoretische als praktische lessen. We gaan op school uit van zo realistisch mogelijke beroepssituaties. Om in zo’n situatie goed te handelen, moet je allerlei kennis en vaardigheden hebben. Dit leer je op school. Het leren vanuit beroepssituaties heet ‘competentiegericht leren’. Enkele voorbeelden van beroepssituaties uit het onderdeel Veiligheid zijn: •
42
Exercitie
Opmerking [RMg3]: Dit moet nog worden vastgesteld.
• • • • • • • • • • •
Zelf Hulp Kameraden Hulp (Militaire EHBO) Kaartlezen Verbindingen bedienen en radiotelefonie procedures Militaire ethiek Gevechtsopleiding buddysysteem Fysieke trainingen met militaire instructeurs Verplaatsingen te voet Verkennen en beveiligen van terreinen Optreden bij incidenten en calamiteiten Uitleg, opbouwen, beveiligen bivak Uitvoeren van coördinerende taken
De begeleiding van de studenten tijdens de militaire vormingslessen wordt verzorgd door een militair instructeur. Tijdens de opleiding wordt je voor niveau 2 6x getoetst en voor niveau 3 12 X. Hieraan moet je hebben voldaan. De summatieve toetsing vindt plaats aan het eind van de opleiding m.b.v. examenproducten van Stichting Praktijk Leren (SPL).
43
9.2.7 Deel 2.1: Uitstroomrichting mechatronica niveau 2
Monteur mechatronica
Niveau 2 Hoe en wanneer wordt geëxamineerd?
De proeve van bekwaamheid vindt plaats aan het eind van de opleiding en moet met een voldoende worden afgerond om aanspraak te kunnen maken op een vakdiploma. Tevens zullen dan AVO, LB, Loft voldoende moeten zijn. Uiteindelijk zul je dan een diploma monteur mechatronica en een veiligheid certificaat defensie ontvangen en kun je solliciteren voor een functie bij defensie.
44
Formatieve Toetsplan Monteur Mechatronica
Toetsplan Veiligheid en Vakmanschap Opleiding Monteur mechatronica
Crebo91080 Cohort 2015 Kwalificatiedossier machinebouw mechatronica
Toetsen
Inhoud Werkprocessen
Toetsvorm
Contex t
Periode
Competentie s
1
Niveau bepaling Nederlands, lezen, luisteren en schrijven
TOA digitaal
ROC
Sept 15
2
Niveau bepaling Rekenen
TOA digitaal
ROC
Sept 15
3
Niveau bepaling Engels, lezen, luisteren en schrijven
TOA digitaal
ROC
Sept 15
4
5 km
Fysiek
ROC
Gehele opleidin g
DCP
1. 3
Til/draag discipline 5
Voortgangstoetsen Nederlands alle domeinen
Schriftelijk en mondeling
ROC
Okt 15 t/m dec 16
6
Voortgangstoetsen Rekenen
Schriftelijk
ROC
Okt 15 t/m dec 16
7
Voortgangstoetsen Engels
Schriftelijk
ROC
Okt 15 t/m dec 16
Lezen, luisteren en schrijven 45
8
Voortgangsopdrachte n Loopbaan en burgerschap
Schriftelijk
ROC
Sept15 tot juni 16
9
Afsluiting Loopbaan en burgerschap
Schriftelijk
ROC
Juni 16
1 0
Afsluiting Generiek Ned, Rek alle domeinen
Schriftelijk en mondeling
CITO en ROC
Jan 17
1 1
Afsluiting Engels generiek Lezen, luisteren en schrijven
schriftelijk
ROC
Dec 16
1 2
Voortgangstoetsen
Mondeling
ROC
Jan 17 t/m juni 17
militair Engels spreken en gesprekken voeren
1. 1
2. 2
1. 4 1. 8
1 3
Voortgangstoetsen in relatie tot vakspecifiek Ned en Rek
Schriftelijk en mondeling
ROC
Jan 17 t/m juni 17
1 4
Voortgangstoetsen militair
Theorie en praktijk
ROC
Gehele opleidin g
1 5
Final proeve week
Gebaseerd op proeve van bekwaamhei d
Bpv
Mei 17
1. 1
2. 1
1. 2
2. 3
1. 4 1. 5 1. 6 1. 7 1. 46
8
Toets plan Veiligheid en Vakmanschap Opleiding Monteur mechatronica Jaar 1 sept.2015 – juli
2016
Toetsen
Crebo 91080 Cohort 2015 Kwalificatiedossier machinebouw mechatronica
Inhoud
Toets vorm
Werkprocessen
Competenties
1.1
E, K, L, S, T
Context Periode
Schriftelijk extern
Sept.dec
Schriftelijk intern
Sept dec
Computerbased intern
Sept juli
4 Beroepstaak 1
Schriftelijk intern
Sept mrt
5 Beroepstaak 2
Schriftelijk intern
Mrt juli
1 VCA 2 Polytechniek 1 3 Cadcollege elektro metaal
47
1.2 1.3 1.4
Toets plan Veiligheid en Vakmanschap Opleiding Monteur mechatronica Jaar 2 sept. 2016 – juli
2017
Toetsen
1 Polytechniek 2
Crebo 91080 Cohort 2015 Kwalificatiedossier machinebouw mechatronica
Inhoud
Toets vorm
Werkprocessen
Competenties
1.1
E, K, L, S, T
Context Periode
Schriftelijk intern
Sept okt
Schriftelijk intern
Nov dec
3 Beroepstaak 4 1.4
Schriftelijk intern
Jan – febr.
4 Beroepstaak 5
Schriftelijk intern
Mrt apr
5 Beroepstaak 6
Schriftelijk intern
Mei juni
Praktijk intern
Juni juli
2 Beroepstaak 3
Proeve van bekwaamheid
48
1.2 1.3
Deel 2.2: Uitstroomrichting mechatronica niveau 3
Monteur tester mechatronica
niveau 3 Hoe en wanneer wordt geëxamineerd?
De proeve van bekwaamheid vindt plaats aan het eind van de opleiding en moet met een voldoende worden afgerond om aanspraak te kunnen maken op een vakdiploma. Tevens zullen dan AVO, LB, Loft voldoende moeten zijn. Uiteindelijk zul je dan een diploma monteur mechatronica en een veiligheid certificaat defensie ontvangen en kun je solliciteren voor een functie bij defensie.
Formatieve toetsplan Monteur Tester Mechatronica
Toetsplan Veiligheid en Vakmanschap Opleiding Monteur tester mechatronica 49
Crebo 91092
Cohort 2015 Kwalificatiedossier machinebouw mechatronica Toetsen
Inhoud Werkprocessen
Toetsvorm
Contex t
Periode
Competentie s
1
Niveau bepaling Nederlands, lezen, luisteren en schrijven
TOA digitaal
ROC
Sept 15
2
Niveau bepaling Rekenen
TOA digitaal
ROC
Sept 15
3
Niveau bepaling Engels, lezen, luisteren en schrijven
TOA digitaal
ROC
Sept 15
4
5 km
Fysiek
ROC
Gehele opleidin g
DCP
1. 3
Til/draag Discipline 5
Voortgangstoetsen Nederlands alle domeinen
Schriftelijk en mondeling
ROC
Okt 15 t/m dec 16
6
Voortgangstoetsen Rekenen
Schriftelijk
ROC
Okt 15 t/m dec 16
7
Voortgangstoetsen Engels
Schriftelijk
ROC
Okt 15 t/m dec 16
Lezen, luisteren en schrijven 8
Voortgangsopdrachte n Loopbaan en burgerschap
Schriftelijk
ROC
Sept15 tot juni 16
9
Afsluiting Loopbaan en burgerschap
Schriftelijk
ROC
Juni 16
Schriftelijk en mondeling
CITO en ROC
Jan 17
10 Afsluiting Generiek Ned, Rek alle 50
domeinen 11 Afsluiting Engels generiek Lezen, luisteren en schrijven
schriftelijk
ROC
Dec 16
Mondeling
ROC
Jan 17 t/m juni 18
13 Voortgangstoetsen in relatie tot vakspecifiek Ned en Rek
Schriftelijk en mondeling
ROC
Jan 17 t/m juni 18
14 Voortgangstoetsen militair
Theorie en praktijk
ROC
Gehele opleidin g
12 Voortgangstoetsen militair Engels spreken en gesprekken voeren
1. 1
2. 2
1. 4 1. 8
15 Final proeve week
1. 1
2. 1
3. 1
1. 2
2. 2
3. 2
1. 4
2. 4
1. 5
2. 5
1. 6
2. 6
1. 7 1. 8
51
Gebaseerd op Bpv proeve van bekwaamhei d
mei 18
Toets plan Veiligheid en Vakmanschap Opleiding Monteur tester mechatronica Jaar 1 sept.2015 – juli
2016 Toetsen
Crebo 91092, Cohort 2015
Inhoud
KD machinebouw mechatronica Toets vorm
Werkprocessen
Competenties
1.1
E, K, L, S, T
Context Periode
Schriftelijk extern
Sept.dec
Schriftelijk intern
Sept dec
Computerbased intern
Sept juli
4 Beroepstaak 1
Schriftelijk intern
Sept mrt
5 Beroepstaak 2
Schriftelijk intern
Mrt juli
1 VCA 2 Polytechniek 1 3 Cadcollege elektro metaal
1.2 1.3 1.4
Toets plan Veiligheid en Vakmanschap Opleiding Monteur tester mechatronica Jaar 2 sept. 2016 – juli
2017 Toetsen
1 Polytechniek 2
Crebo 91092,Cohort 2015
Inhoud
KD machinebouw mechatronica Toets vorm
Werkprocessen
Competenties
1.1
E, K, L, S, T
Context Periode
Schriftelijk intern
Sept okt
Schriftelijk intern
Nov dec
3 Beroepstaak 4 1.4
Schriftelijk intern
Jan – febr.
4 Beroepstaak 5
Schriftelijk intern
Mrt apr
5 Beroepstaak 6
Schriftelijk intern
Mei juni
2 Beroepstaak 3
1.2 1.3
Toets plan Veiligheid en Vakmanschap 52
Opleiding Monteur tester mechatronica Jaar 3 sept. 2017 – juli
2018 Toetsen
1 Polytechniek 3
Crebo 91092,Cohort 2015
Inhoud
KD machinebouw mechatronica Toets vorm
Werkprocessen
Competenties
1.5- 1.7
B, C, E, J, K, L, S, T, Q
Context Periode
Schriftelijk intern
Sept juni
Schriftelijk intern
Sept dec
3 Kernboek 2a
Schriftelijk intern
Jan – mrt
4 Kernboek 2b
Schriftelijk intern
Apr juni
5 Projecttaak 1
Praktijk intern
Sept juni
2 Kernboek 1
2.1- 2.2- 2.3- 2.42.6
10. Wanneer mag een student examen afleggen? Regels voor deelname aan de examens Leerperiode
53
Niveau
Niveau
2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Leerjaar 1 Organisatie/rangen ZHKH/Veilige plaats CBRN/Patrouille WLP/Observatie post ZHKH/AAW/Gobs Leerjaar 2 Verkenningen Checkpoint/Search Gesprekstechnieken Lesgeven COVO Leerjaar 3 ZHKH/CBRN/AAW Soc part/Verk/Checkpoint
2
3
x x x x x
x x x x x
x x
x x x x x x x
Voor niveau 2 geldt dat hij of zij voldaan moet hebben aan de 7 toetsen die af genomen worden zoals bovenstaand vermeld. Voor niveau 3 geldt dat hij of zij voldaan moet hebben aan de 12 toetsen die af genomen worden zoals bovenstaand vermeld. Met behulp van de resultaten uit de toetsen en het afgetekende praktijk werkboek kan dus gemeten worden of je het vereiste niveau beheerst. Is dat niet nog niet geval, dan kun je samen met je SLB’r overleggen hoe je naar dit niveau gaat toewerken. Je wordt opgegeven voor de examens nadat je een gesprek hebt gehad met je SLB’r over het resultaat van de toetsen en het ingevulde praktijk werkboek (Go or No go moment). In het gesprek besluit de SLB’r in overleg met jou of je aan de hand van de resultaten voldoende voorbereid bent op het examen. Gezamenlijk vind je dat je er aan toe bent examen te doen en dat de kans van slagen groot is Voor de niveau II leerlingen zal dit gesprek plaatsvinden in december 2016. Voor de niveau III leerlingen zal dit gesprek plaatsvinden in november 2017.
Als school gaan wij ervan uit dat je de opleiding volledig bijwoont. Daarbij is de onderwijsovereenkomst het uitgangspunt. Daarin staat dat je: - verplicht bent deel te nemen aan de voor jou geldende onderwijsactiviteiten. Onderwijsactiviteiten zijn bijvoorbeeld alle geroosterde uren, BPV, toetsing en individueel gemaakte afspraken. - een inspanningsverplichting hebt. Dat wil zeggen dat we een actieve rol en optimale inspanning van je verwachten met het oog op het behalen van de opleiding binnen de gestelde termijn.
Herkansingen: hoe vaak mag je een examen herkansen?
Voor jou is één herkansing mogelijk binnen de reguliere opleidingstijd. ( zie voor verdere uitleg examenreglement) Als je na twee kansen nog geen voldoende behaald hebt, kun je een schriftelijk verzoek indienen bij de school examen commissie.
Betrokkenheid werkveld bij de examinering
De BPV begeleiders worden tijdens Proeves van Vakbekwaamheid en examenprojecten op de BPV-locaties en op school ingezet als assessoren (beoordelaars).
Vaststellen van de examenresultaten en diplomering
Het vaststellen van de examenresultaten vindt plaats aan het einde van de examenperiode. De vaststellingscommissie bestaande uit de teammanager en een afvaardiging van het docententeam, stelt de resultaten vast. Ze doet een voordracht aan de schoolexamencommissie die uiteindelijk definitief vastlegt wie een diploma gaat ontvangen. Je ontvangt een diploma als alle onderdelen, zoals aangegeven in het OER, met een voldoende zijn afgerond.
54
Noorderpoort examenreglement
Hoe de opleiding bij examinering om gaat met zaken als fraude, ziekte, aangepaste examens voor studenten met een leerbeperking, herkansing, het vaststellen van de uitslag e.d., staat in het Noorderpoort examenreglement. Op het studentenplein (‘studentinfo’) van de website van het Noorderpoort www.noorderpoort.nl kun je dit reglement vinden.
Bezwaar en beroep Indien je het niet eens bent met een beslissing zoals bijvoorbeeld de uitslag van het examen of maatregel ongeldig verklaren wegens fraude, kun je bezwaar maken bij de schoolexamencommissie. Hoe je dat moet doen, staat in het Noorderpoort examenreglement onder het kopje ‘bezwaar en beroep’. Schriftelijk bezwaar Je moet binnen vijf werkdagen bij de voorzitter van de schoolexamencommissie schriftelijk bezwaar indienen. De termijn begint de dag nadat de uitslag bekend is gemaakt. Het schriftelijk bezwaar houdt in: • de naam en adres van de indiener • datum van indiening • omschrijving van de beslissing of maatregel waartegen het bezwaar wordt ingediend (kopie meesturen) • de gronden voor bezwaar. Termijnen van uitspraak De schoolexamencommissie beslist zo mogelijk binnen tien werkdagen na indiening van het bezwaar. De commissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van tien werkdagen. De beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan de indiener van het bezwaar. Indien deze minderjarig is, stuurt de schoolexamencommissie ook aan de ouders/wettelijke vertegenwoordiger(s) een afschrift van haar beslissing. Bij een beslissing ten aanzien van een bezwaar, vermeldt de schoolexamencommissie de mogelijkheid van beroep bij de commissie van beroep.
11
Studiebegeleiding Naast de docenten, zijn er nog een aantal functionarissen die jou kunnen ondersteunen tijdens je studie. .
11.1 Studieloopbaanbegeleider
( afgekort slb-er)
Op het lesrooster staat ook mentoraatuur. Je slb-er deelt mee hoe dit uur ingevuld wordt. Dat kan verschillen en hangt af van de lesperiode, van jullie eigen wensen of ideeën, van behaalde resultaten of van ontwikkelingen op school. In het begin van het jaar is er altijd veel aandacht voor kennismaking met elkaar en met de school De Slb-er is je eerste aanspreekpunt. Aan het begin van het jaar krijg je een slb-er toegewezen. Met hem of haar bespreek je de lopende zaken. Je hebt als student in Noorderpoort recht op begeleiding van een studieloopbaanbegeleider. De studieloopbaanbegeleider kijkt mee met jou naar je studievoortgang in de opleiding en signaleert eventuele problemen die de voortgang belemmeren zo nodig schakelt hij/zij extra, d.w.z. meer gespecialiseerde begeleiding in binnen de school. Soms kan doorverwijzing naar hulp buiten de school nodig zijn. De SLB-er is je coach, je vraagbaak, je studieloopbaan- begeleider (SLB-er). Hij begeleidt de klas en heeft ndividueel 55
contact met je over je planning, voorgang en ontwikkeling. Hij / zij bespreekt de resultaten van de voortgangsvergaderingen. Hij / zij houdt contact met je docenten. Hij / zij onderhoudt desgewenst / indien nodig contact met ouders en begeleiders. • Als het nodig blijkt te zijn, verwijst hij / zij je naar een ander begeleider of naar een vertrouwenspersoon. • Hij / zij houdt je studieresultaten bij. • Hij / zij ziet erop toe dat je gemaakte afspraken nakomt.
Mocht je met je studieloopbaanbegeleider ergens niet uit komen, dan kan je altijd terecht bij de studentenbegeleider. De SLB-er kan een beroep doen op extra begeleiding en kan doorververwijzen naar TRON (Taalen rekenondersteuning). De SLB-er is de schakel tussen TRON en de student.
11.2 Studentenbegeleider (Batter) Je kunt bij een studentenbegeleider terecht als je: • •
problemen hebt die niet met of door je docent of je coach kunnen worden opgelost. moeite hebt met presteren en als de hulp van vakdocent en/of coach geen uitkomst biedt. • vragen hebt over een vervolgopleiding of over je studiefinanciering. • een andere opleiding denkt te gaan volgen en inlichtingen over die opleiding wilt inwinnen. Voor de opleiding VeVa is mevr. A.Kamphuis de 2e lijnsbegeleider. Een studentenbegeleider heeft de mogelijkheid je door te verwijzen naar een andere (externe) hulpverleners, de zogenaamde derdelijnsbegeleiders.
11.3 Bijspijkerlessen (TRON) Wanneer je achterstand blijkt te hebben in Nederlands, rekenvaardigheid, ICT of één of meer van de andere vakken uit het eerste leerjaar heeft dat veel consequenties voor andere vakken en je studievoortgang. Daarom hebben we voor deze vakken bijspijkeruren (TRON)in het leven geroepen, waarin de docent je helpt de achterstand(en) weg te werken. Voor Nederlands en rekenvaardigheid krijg je in de eerste lesweek een toets om te kijken hoe je ervoor staat. Deze lessen kunnen aansluitend op de bloklessen worden gegeven.
11.4 Leerling Begeleidings-Systeem LBS / Magister Om de voortgang van de studenten te kunnen bewaken en bewijzen, maakt de school voor Automotive & Logistiek gebruik van een leerlingvolgsysteem. Alle vorderingen worden hierin bijgehouden, zodat we iedereen op een duidelijke en adequate manier kunnen informeren over zijn/haar voortgang. De gegevens worden alleen gebruikt om de voortgang van de student te volgen, bij te sturen en te bespreken. De gegevens zijn toegankelijk voor de mentor/coach, de docenten, het directe management en voor de student zelf. De gegevens zullen niet openbaar worden gemaakt noch worden doorgespeeld aan derden anders dan in deze alinea genoemd.
56
Aan het begin van het schooljaar zullen inlogcodes verstrekt worden.
12. Leerplichtambtenaar Sinds enige jaren zijn de leerplichtambtenaar en de RMC-trajectbegeleider aanwezig binnen onze school. Deze ambtenaren houden spreekuur voor de studenten en de docenten. Het doel van het spreekuur is dat het beginnend verzuim zo snel mogelijk aangepakt en teruggedrongen wordt. De school meldt studenten aan voor het spreekuur indien:- de leerling meer dan 6 keer te laat komt of- de leerling tot 16 uur in een periode van 4 weken heeft gespijbeld. Het spreekuur geldt voor alle studenten ( uitgezonderd studenten van de BBL leerweg) van de school en vindt plaats voordat er een officiële melding wordt gedaan bij het Duo verzuimportaal. Mocht uit het gesprek blijken dat er veel problematiek achter het beginnend verzuim schuilt gaat en dat een waarschuwingsgesprek niet afdoende is, wordt er melding bij de leerplicht/RMC, via het Duo verzuimportaal gedaan. Melding bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente Leerlingen tot 18 jaar: Bij driedagen achtereenvolgende verzuimdagen, bij meer dan 16 uur in 4 weken en bij 10 te laat komen wordt de student samen met zijn ouders uitgenodigd door de leerplichtambtenaar op het gemeentehuis van de woongemeente. Melding bij de RMC trajectbegeleider van de woongemeente Leerlingen tussen 18 en 23 jaar Bij verontrustend verzuim, motivatieproblemen en als de student langer dan een maand zonder geldige reden niet op school is wordt hij of zij uitgenodigd door een trajectbegeleider van het RMC. Leerplichtwet en RMC –wetgeving De Leerplichtwet is streng. De wet zorgt ervoor dat ieder kind tot zijn 18e verjaardag naar school gaat, verplicht. Ouders of verzorgers zijn er verantwoordelijk voor dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Ze worden er dan ook op aangesproken als dat niet gebeurt. Scholen zijn verplicht spijbelende studenten te melden bij de leerplichtambtenaar, na uiterlijk drie achtereenvolgende verzuimdagen. Ook meldt de school wanneer de leerling gedurende vier opeenvolgende lesweken meer dan 16 uren verzuimt.Heeft een student nog geen startkwalificatie dan is hij/zij volgens de wet verplicht tot de 18e verjaardag een opleiding te volgen. Gaat hij/zij niet naar school en/of naar de opleidingsplaats (het werk) en of BPV (beroepspraktijkvorming), dan zijn ouders/verzorgers en de deelnemer strafbaar. De leerplichtambtenaar zal de student oproepen voor een gesprek over het verzuim. Deze ambtenaar kan ook proces-verbaal opmaken.De ouders en deelnemer zelf riskeren een boete
13.
Job enquête Binnen de school voor Automotive & Logistiek wordt in ieder geval één keer per jaar onder studenten een enquête (JOB) afgenomen. De uitkomst hiervan wordt in verschillende vergaderingen
57
besproken. Belangrijk voor ons is dat binnen het team de uitkomst van deze enquête besproken wordt met studenten of tijdens panelgesprekken. Natuurlijk kun je zelf ook punten inbrengen en om een panelbijeenkomst vragen!
Studentenpanel Dit is een gesprek met een deelnemersafvaardiging (per klas en per studierichting) met iemand van het schoolmanagement m. Centraal staan hierin de vragen: Wat gaat goed op school en wat zou er misschien beter geregeld kunnen worden? Te bespreken onderwerpen: • BPV (stage) • Examinering • Docenten • Omgang met deelnemers • Rechtsbescherming van de deelnemer • Studeerbaarheid van het programma De uitkomsten van zowel de Job enquête als de panelgesprekken maken duidelijk waar jullie als deelnemers tevreden over zijn en waar jullie wellicht minder tevreden over zijn. Deze uitkomsten zijn voor de school van groot belang om aan de hand hiervan weer verbeterplannen op te zetten
14.
Docenten Het team van de opleiding VeVa bestaat uit de volgende docenten: Stagecoördinator : Dhr. R.J. Swieringa Studieloopbaanbegeleider: J.C. Scholte en P.Venema Studentenbegeleider: Mevr.A.Kamphuis Docenten: J.C. Scholte en P.Venema
58
Opmerking [RMg4]: Nog in tevullen