Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam
[email protected]
Studiehandleiding Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek II (7014C445AY)
masterjaar Cursusjaar: 2013-2014 Semester: 1
coördinator/contactdocent: uitvoerende docenten:
Dr. Alithe van den Akker (
[email protected]) Dr. Henny Bos, Prof. Dr. Michael Merry, Prof. Dr. Geertjan Overbeek, Dr. Floor van Rooij, Dr. Alithe van den Akker
Amsterdam, oktober 2013 1
1. Deelname aan het onderwijs en tentamen 1.1 Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de aanmeldingsperiode aanmelden via het Studenteninformatiesysteem (SIS). De aanmeldingsperiode van het eerste semester loopt van 17 juni t/m 01 juli 2013. De aanmeldingsperiode van het tweede semester loopt van 02 december t/m 16 december 2013. Mocht je problemen hebben bij het aanmelden voor de vakken via SIS neem dan tijdens de aanmeldingsperiode contact op met de onderwijsadministratie via
[email protected]. De onderwijsadministratie zoekt dan samen met jou uit wat het probleem is en lost het samen met jou op. Zie voor meer informatie www.student.uva.nl/mpw in de A-Z lijst Vak- en tentamen-aanmelding en SIS. Let op na de aanmeldingsperiode kun je je niet meer zelf via SIS voor vakken aanmelden. De aanmelding is dan gesloten. Na de aanmeldingsperiode kun je uitsluitend via de onderwijsadministratie worden aangemeld voor vakken op een vaste na-aanmeldingsdag* onder de volgende voorwaarden: 1. uiterlijk tot en met de eerste week waarin het vak is gestart 2. uitsluitend dan wanneer er nog plaats beschikbaar is 3. én tegen betaling van 70 euro administratiekosten * datum van de na-aanmeldingsdag moet nog worden vastgelegd. Deze datum wordt t.z.t. doorgegeven door de onderwijsadministratie via een e-mailbericht aan alle studenten.
1.2 Deelname herkansing De aanmelding geldt voor het onderwijs alsmede voor de eerste afsluitingsgelegenheid. Studenten die het vak niet bij de eerste afsluitingsgelegenheid hebben behaald worden door de onderwijsbalie voor de herkansing aangemeld. Meld je op tijd af voor vak(ken) waar je niet aan gaat deelnemen.
2. Inleiding 2.1 Algemeen De module ‘Grondslagen, methodologie en analyse van praktijkgericht onderzoek II’ is één van de vijf modules van de Master Opvoedingsondersteuning in semester 1. De Module richt zich met name op het verwerven van vaardigheden met betrekking tot het opzetten, uitvoeren en beoordelen van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. De module is zo opgebouwd dat zowel aandacht wordt besteed aan algemene vaardigheden (in de werkgroepen en practica), als ook aan het schrijven en ontwikkelen van het eigen onderzoeksvoorstel (in de werkgroepen, masterclasses en individuele begeleidingsgesprekken). De module bouwt hierbij voort op de kennis die is opgedaan in de module ‘Grondslagen, methodologie en analyse van praktijkgericht onderzoek I’ en de overige module uit Blok 1. 2.2 Opdoen van vaardigheden met betrekking tot praktijkgericht onderzoek In verschillende werkgroepen wordt geoefend met het toepassen van enkele vaardigheden, o.a. ethische aspecten praktijkgericht onderzoek, opzetten van een onderzoek en beoordelen van onderzoek. Daarnaast zijn er verschillende practica waarin geoefend wordt met het analyseren van kwantitatieve (met behulp van SPSS) en kwalitatieve (met behulp van MAXQDA) gegevens. 2.3 De afstudeer/praktijkopdracht De vraagstelling die parallel aan de voorgaande modulen ontwikkeld is, wordt gedurende deze laatste module uitgewerkt tot een theoretisch en methodologisch onderbouwd onderzoeksvoorstel voor een wetenschappelijk praktijkonderzoek. Buiten de vaardighedenpractica en werkgroepen die ondersteunend kunnen zijn bij het maken van keuzes voor het onderzoeksdesign, de planning en de toekomstige uitvoering, wordt het eigen onderzoeksvoorstel ook besproken in de werkgroepen en in een masterclass. In deze masterclass wordt in een kleine groep onder leiding van de docent (de master) gereflecteerd op de betekenis en onderliggende vooronderstellingen van het eigen onderzoeksproject. Daar2
naast wordt de student nog individueel begeleid door de eigen UvA begeleider.
3. Voorkennis en aansluiting met andere modulen Deze module is één van de vijf modules binnen het mastertraject Opvoedingsondersteuning die voorafgaan aan de daadwerkelijke uitvoering van het afstudeerproject en daarvoor de theoretische basis leggen. De module bouwt voort op de module ‘Grondslagen, methodologie en analyse van praktijkgericht onderzoek I’ (zie ook 2. Inleiding). Voorkennis die vereist is zijn specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van de Pedagogische wetenschappen en algemene academische vaardigheden. Deze kennis en vaardigheden betreffen (zie ook OER): -
kennis van en inzicht in pedagogische processen in verschillende cultureel en historisch gesitueerde opvoedingscontexten; kennis van de voornaamste theorieën en onderzoeksmethoden met betrekking tot opvoeding, opvoedingsprocessen en –middelen; kennis van en inzicht in de ontwikkeling, opbouw en structuur van het pedagogisch beroepsveld en van de organisatie en werkwijze van pedagogische zorgsystemen; kennis van de beginselen van relevante nevenwetenschappen, zoals psychologie, onderwijskunde, neurologie en filosofie; kennis van de beschikbare methoden voor de verschillende fasen van de diagnostische beoordeling (‘assessment’) van opvoedingssituaties; kennis van de belangrijkste interventiemodellen en –strategieën en de belangrijkste methodieken voor begeleiding van beroepsopvoeders; kennis van methoden van evaluatieve, waaronder beroepsethische, afweging met betrekking tot de praktische beroepsuitoefening als pedagoog; gespreksvoering, observatie en rapportage; testafname en interventieplanning.
4. Leerdoelen Deze module heeft de volgende leerdoelen (zie ook Dublindescriptoren in bijlage 1 en eindtermen opleiding in bijlage 2): In termen van kennis en inzicht dient de student: • kennis van en inzicht in de conceptuele en normatieve problemen die zich voordoen bij de ontwikkeling en formulering van een onderzoeksvoorstel op basis van een vraagstelling uit de praktijk te hebben (eindtermen PW: 1). • kennis van en inzicht in de methodologie van wetenschappelijk praktijkonderzoek te hebben (eindtermen PW: 1, 8). In termen van toepassen van kennis en inzicht dient de student: • wetenschappelijke habitus te ontwikkelen onder meer tot uitdrukking komend in een realistische taxatie van de opbrengsten van het uit te voeren (eindtermen PW: 5, 10). • in staat te zijn tot het hanteren van geavanceerde technieken van pedagogisch onderzoek (eindtermen PW: 4). • in staat te zijn tot het zelfstandig opstellen van een theoretische en methodologisch onderbouwd onderzoeksvoorstel voor een wetenschappelijk praktijkonderzoek (eindtermen PW: 5). • in staat te zijn tot het toepassen van pedagogische kennis binnen een voor de pedagogisch relevant werkterrein en dit te relateren aan empirisch onderzoek en theoretische posities binnen de pedagogiek (eindtermen PW:3). In termen van attituden dient de student • in staat te zijn tot het reflecteren op onderzoeksvoorstellen en onderzoeksverslagen van derden (eindtermen PW: 1, 5). • besef te hebben van de ethische aspecten van de beroepsmatige omgang met anderen, zowel cliënten als proefpersonen, met inbegrip van de bredere consequenties van eigen onderzoeksresultaten eindtermen (eindtermen PW: 10). 3
5. Inhoud Werkgroepen Werkgroep 1, 28 oktober (LET op! Gesplitste groepen -zie blackboard voor de indeling-: 13-15 uur in JK.3.88A en 13-15 uur in JK.1.83) Vertaling inhoud blok 1 naar Afstudeerprojecten Tijdens deze werkgroep bijeenkomst worden studenten gestimuleerd om actief na te denken over de wijze waarop de thema’s uit de colleges van de modulen ‘het werkveld opvoedingsondersteuning’ en ‘professionaliteit in de opvoedingsondersteuning’ een rol kunnen spelen in de individuele afstudeeropdrachten. Werkgroep 2, 31 oktober Ethische aspecten In de werkgroep wordt ingegaan op de ethische aspecten van de afstudeerprojecten. Ter voorbereiding dient een huiswerkopdracht te worden gemaakt. Deze Blackboardopdracht komt minimaal een week van te voren op blackboard te staan. Werkgroep 3, 4 november Praktische aspecten schrijven onderzoeksvoorstel Tijdens de werkgroep wordt allereerst ingegaan op het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Hierbij zal ook aandacht worden gegeven aan projectmanagement (budget en tijd) Daarnaast worden verschillende voorbeelden van onderzoeksvoorstellen besproken (van o.a. afstudeeropdracht OOS, NWO, ZonMW) en wordt een begin gemaakt met het oefenen van het beoordelen van onderzoeksvoorstellen. Literatuur • Bryman, A. (2012). Social Research Methods. New York: Oxford University Press. (Hoofdstuk 4). Studiehandleiding ‘het afstudeerproject’. Werkgroep 4, 9 december Beoordelen van onderzoeksvoorstellen en kwaliteit van onderzoek Tijdens deze werkgroep wordt verder gegaan met het beoordelen van de kwaliteit van de eigen onderzoeksvoorstellen. Daarnaast wordt geoefend met het beoordelen van al uitgevoerd onderzoek.
Practica Deze module kent 6 practica, waarbij de eerste 4 practica zich richten op kwantitatieve analysen met behulp van SPSS en de overige 2 practica zich richten op de analysen van kwalitatief materiaal. Het doel van de practica is het opfrissen van eerdere vaardigheden en het aanreiken van nieuwe vaardigheden om de uitvoering van het afstudeerproject te vergemakkelijken. Practicum 1, 7 november: Practicum 2, 11 november: Practicum 3, 14 november: Practicum 4, 21 november: Practicum 5, 28 november: Practicum 6, 5 december:
Opschonen (o.a. missings, hercoderen), PCA, Betrouwbaarheidsanalyses Toetsen van effectiviteit van een interventie m.b.v. ancova in SPSS Correlaties, regressieanalyse en het toetsen van mediërende factoren in SPSS Het toetsen van modererende factoren in SPSS Eerste kennismaking met MAXQDA Coderen, analyseren en rapporteren
Masterclass Data: 18 november of 25 november of 2 december (let op, 2 december 2 mogelijkheden, zie blackboard) 4
Alle studenten volgen tijdens de module éénmaal een masterclass. Studenten kunnen zich tijdens de tweede werkgroep van de module inschrijven op een datum. In deze masterclass wordt in een kleine groep onder leiding van de docent (de master) gereflecteerd op de betekenis, onderliggende vooronderstellingen (o.a. soorten opvoedingsdoelen) en ethische aspecten van het eigen onderzoeksproject. Eén week voor de masterclass dient een A4 aan Prof. Dr. Michael Merry te worden gestuurd (
[email protected]) en aan de overige studenten die aan de betreffende masterclass deelnemen met daarop 1) wat de vraag van de instelling is, 2) wat het achterliggende idee is en 3) wat je zelf al aan theoretische onderbouwing hebt. Studenten dienen voor de bijeenkomst elkaars A4tjes te hebben gelezen.
6. Literatuur
Brace, N, Kemp, R, & Snelgar, R (2012). SPSS for psychologists. Basingstoke: Palgrave Macmillan.
7. Onderwijsvormen Tijdens deze module worden verschillende onderwijsvormen gebruikt: Werkgroepen In de werkgroepen wordt geoefend met verschillende aspecten van het opzetten en beoordelen van het eigen afstudeeronderzoek en onderzoek in het algemeen. Van de studenten wordt aanwezigheid en actieve participatie verwacht. Practica Hierin worden onder leiding van een docent analyse vaardigheden opgefrist en verder uitgediept. Van de studenten wordt aanwezigheid en actieve participatie verwacht. Masterclass Onder leiding van de master wordt gereflecteerd op de betekenis, onderliggende vooronderstellingen en ethische aspecten van het eigen onderzoeksproject (Inschrijving voor specifieke bijeenkomst gedurende tweede werkgroep). Blackboard De docenten plaatsen eventuele wijzigingen in programma, aanvullende literatuur en andere relevante informatie op blackboard. Er wordt van de studenten verwacht dat zij meerdere keren per week blackboard checken. Tijdsinvestering De tijdsinvestering voor deze cursus is 168 uur (6 EC). Overig Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en).
5
8. Rooster De locatie van het onderwijs en tentamens vind je op http://rooster.uva.nl. Houd de Mededelingen op de studentenwebsite http://www.student.uva.nl/mpw en/of de blackboardomgeving van Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek II in de gaten voor roosterwijzigingen. Wk Datum
1
Locatie
Activiteit Docent
REC-JK 1.83 REC-JK 3.88A
WG 1
Prof. Dr. Geertjan Overbeek, Transitiebijeenkomst Dr. Henny Bos, (2x, voor indeling zie blackboard) Dr. Alithe van den Akker
31 oktober 13:00-15:00
REC-P 1.24
WG 2
Dr. Henny Bos
Ethische aspecten
4 november 13:00-15:00
REC-JK 1.83
WG 3
Dr. Alithe van den Akker
Schrijven van een onderzoeksvoorstel (plus beoordelen onderzoeksvoorstel)
7 november 13:00-15:00
REC-P 1.27
Pract. 1
Dr. Alithe van den Akker
SPSS: Opschonen (o.a. missings, hercoderen), PCA
11 november 13:00-15:00
REC-P 1.27
Pract. 2
Dr. Alithe van den Akker
14 november 13:00-15:00
REC-P 1.27
Pract. 3
Dr. Alithe van den Akker
REC-JK 1.83
MC 1
Prof. Dr. Michael Merry
REC-P 1.27
Pract. 4
Dr. Alithe van den Akker
SPSS: Moderatie
REC-JK 1.83
MC 2
Prof. Dr. Michael Merry
Masterclass
REC-P 1.27
Pract. 5
Dr. Floor van Rooij
Kwalitatieve analysen: kennismaking met Maxqda
REC-JK 3.88A REC-JK 1.83
MC 3/4
Prof. Dr. Michael Merry
Masterclass (2x, voor indeling zie blackboard)
REC-P 1.27
Pract. 6
Dr. Floor van Rooij
Kwalitatieve analysen: coderen, analyseren en Rapporteren
REC-JK 1.83
WG 4
Dr. Alithe van den Akker
28 oktober 13:00-15:00
2 2 3
3 4 4 5 5 6
6 7 7 8
18 november 13:00-15:00 21 november 13:00-15:00 25 november 13:00-15:00 28 november 13:00-15:00 2 december 11:00-13:00/ 13:00-15:00 5 december 13:00-15:00 9 december 13:00-15:00 12 december 13:00-15:00 19 december 13:00-15:00
Thema hoor- en / of werkcollege
SPSS: Toetsen van effectiviteit van een interventie (nonparametrisch, parametrisch,covariaten). Betrouwbaarheidsanalyses SPSS: Correlaties, Regressieanalyse, Mediatie Masterclass
Beoordelen van onderzoek(svoorstellen) Tentamen: SPSS
REC-P 1.27 REC-M1.01
Tentamen: beoordelen van onderzoek
6
9. Van de student verwachte activiteiten
10.
Bestuderen van de literatuur Actieve participatie werkgroepbijeenkomsten, practica en masterclasses Aanwezigheid wordt verwacht
Beoordeling Tentamenstof (stof behandeld in de werkgroepen en practica). Spss toets met open vragen (50% tentamencijfer), beoordelen onderzoeksvoorstel (50% tentamencijfer) en onderzoeksvoorstel (moet met GO beoordeeld zijn). Tentamendatum: 12 december (SPSS), 19 december (beoordelen van onderzoek(svoorstellen)). Herkansing op 13 februari 2014
Toetsvormen:
In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vind je meer algemene informatie over toetsing, bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de OER in de digitale studiegids, en op www.student.uva.nl/pow onder Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER bevat ook andere belangrijke informatie, zoals over volgordeverplichtingen, aanwezigheidsverplichtingen, keuzepunten en minoren. NB. In de OER is het volgende vastgelegd: Deel A, artikel 3.3.: In geval van een paper, verslag, opdracht of scriptie, zoals beschreven in deel A van deze regeling, artikel 3.4, lid 3, is de herkansing in de vorm van revisie. Indien een paper, verslag, opdracht of scriptie met een voldoende beoordeeld is, zoals in artikel 3.6, lid 2, is vastgelegd, mag deze eveneens herkanst worden. Deel A, artikel 3.6.2: De eindbeoordeling van een onderdeel is voldoende bij een 5,5 of hoger. Eindbeoordelingen tussen 5,0 en 6,0 worden in de registratie afgerond op hele cijfers. Deel A, artikel 3.6.3: Bij deeltoetsingen wordt de eindbeoordeling bepaald op basis van een (gewogen) gemiddelde van de samenstellende delen. Daarbij worden geen minimumeisen gesteld aan het niveau waarop de afzonderlijk deeltoetsen worden afgesloten, tenzij deze voor aanvang van het onderdeel zijn goedgekeurd door de examencommissie en zijn opgenomen in de studiehandleiding. Deel A, artikel 3.7.5: Indien de afsluiting van een onderdeel bestaat uit meerdere tentamenvor-men, worden deze afzonderlijk beoordeeld en bepalen deze deelresultaten tezamen het eindcijfer. Deelresultaten zijn geldig gedurende één studiejaar. Uitzondering hierop zijn resultaten van schriftelijke deeltentamens, zoals beschreven in deel A, artikel 3.4, lid 3. Deelresultaten van schriftelijke tentamens vervallen indien bij de eerste tentamengelegenheid deze gezamenlijk een onvoldoende resultaat opleveren en het eindcijfer van het onderdeel onvoldoende is. De herkansing van deeltentamens in de vorm van schriftelijke tentamens is altijd overkoepelend; schriftelijke tentamens kunnen niet in delen worden herkanst. In uitzonderlijke gevallen kan een deelresultaat langer gehandhaafd blijven, mits dit vooraf door de examencommissie is goedgekeurd, in de studiehandleiding is opgenomen en een maximale duur betreft van hooguit een extra studiejaar.”
11. Feedback
Papers/verslagen/onderzoeksvoorstel Feedback door begeleidende docent. Mondelinge presentatie onderzoeksvoorstel Feedback tijdens de bijeenkomst. Tentamens o Individuele feedback op afspraak. 7
12. Belangrijk Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en). Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze ‘spieken’ tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamenof scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examen-commissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook de studentenwebsite http://www.student.uva.nl/mpw, in de A-Z lijst onder Fraude, plagiaat en bronvermelding, , en OERen bachelor- en masteropleiding Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde, deel A, artikel 3.11. Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure. Je kunt hen bereiken via een e-mailbericht aan
[email protected]. Onderwijs- examenregeling (OER) Algemene en specifieke informatie die geldig is voor de bachelor- en mastervakken kan gevonden worden in de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER is gepubliceerd op de studentenwebsite in de A-Z lijst onder OER en in de UvA Studiegids 2013-2014.
8
Bijlage 1. Dublindescriptoren
kennis en inzicht
toepassen van kennis en inzicht
oordeelsvorming
communicatie
leervaardigheden
Bachelor Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen, functioneert doorgaans op een niveau met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op een dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en niet-specialisten.
Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
Master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en deze te overtreffen en/of verdiepen, als mede een basis of kans bieden om een originele bijdrage te bieden aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband.
Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende methodes toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige informatie en daarbij rekening te houden met sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter.
9
Bijlage 2 Eindtermen van de opleidingen, zoals beschreven in de OER. OPLEIDING PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Eindtermen Bachelor Pedagogische Wetenschappen Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: 1. wetenschappelijke theorieën en onderzoeken over vraagstukken die betrekking hebben op de opvoeding van kinderen en jonge volwassenen 2. (de actuele en historische ontwikkelingen van) opvoedingspraktijken, en het pedagogische onderzoeks- en beroepenveld 3. methoden om opvoedingssituaties te diagnosticeren 4. methoden voor het plannen van interventies om problematische opvoedingssituaties te verbeteren 5. methoden van sociaalwetenschappelijk onderzoek 6. ethische vraagstukken die een rol spelen in de pedagogische onderzoeks- en beroepspraktijk 7. de disciplines psychologie, onderwijskunde, neurologie en filosofie in relatie tot de pedagogische wetenschappen Toepassen kennis en inzicht De afgestudeerde is in staat om: 8. relevante wetenschappelijke theorie en praktijkinformatie te gebruiken om opvoedingsvraagstukken te formuleren en te analyseren 9. wetenschappelijk literatuuronderzoek uit te voeren over pedagogische vraagstukken 10. onder begeleiding empirisch sociaalwetenschappelijk onderzoek uit te voeren 11. onder begeleiding (simulaties van) opvoedingssituaties te diagnosticeren 12. onder begeleiding interventies te plannen om (simulaties van) problematische opvoedingssituaties te verbeteren Oordeelsvorming De afgestudeerde is in staat om: 13. sociaalwetenschappelijk onderzoek te beoordelen 14. op basis van sociaalwetenschappelijk onderzoek een oordeel te vormen over algemene pedagogische vraagstukken en benaderingen 15. op basis van relevante praktijkinformatie en sociaalwetenschappelijk onderzoek een oordeel te vormen over specifieke problemen uit de pedagogische beroepspraktijk 16. eigen standpunten te formuleren en te onderbouwen 17. de onderbouwing van standpunten van anderen te beoordelen De afgestudeerde heeft: 18. een open en kritische houding tegenover de eigen standpunten en die van anderen Communicatie De student is in staat om: 19. schriftelijk te rapporteren over (de analyse van, of onderzoek naar) pedagogische vraagstukken, zowel aan vakgenoten, als aan (gesimuleerde) cliënten en een breder publiek 20. mondeling te rapporteren over (de analyse van, of onderzoek naar) pedagogische vraagstukken, zowel aan vakgenoten, als aan (gesimuleerde) cliënten en een breder publiek 21. in groepsverband te werken Leervaardigheden De student is in staat om: 23. het eigen leerproces te sturen 24. zelfstandig de interesse in het eigen vakgebied te verdiepen en te verbreden
10
Eindtermen Master Pedagogische Wetenschappen Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft grondige en specialistische kennis van en inzicht in: 1. theorieën en bevindingen én van methoden en technieken van de gekozen specialisatie alsmede van onderwerpen binnen of buiten die specialisatie die voor gebruik van genoemde theorieën en bevindingen van belang zijn; 2. de psychodiagnostiek en behandelingsmethoden, dan wel van de pedagogische probleemformulering en handelings- of interventiemethoden. Toepassen kennis en inzicht De afgestudeerde is in staat tot: 3. het toepassen van pedagogische kennis binnen een voor de pedagogisch relevant werkterrein en dit te relateren aan empirisch onderzoek en theoretische posities binnen de pedagogiek. Oordeelsvorming De afgestudeerde is in staat tot: 4. het hanteren van geavanceerde technieken voor pedagogisch onderzoek; 5. het zelfstandig opstellen en uitvoeren van een onderzoeks- of beïnvloedingsplan in verschillende fasen, zoals het verzamelen van relevante literatuur en het verzamelen, verwerken en interpreteren van gegevens; 6. het plannen, nemen van beslissingen en dragen van verantwoordelijkheid in de beroepssituatie. De afgestudeerde heeft: 7. specialistische vaardigheid op het gebied van psychodiagnostiek en behandeling dan wel van pedagogische probleemformulering en handelingstrategie of interventie; 8. specialistische vaardigheid op het gebied van gesprekvoering, observatie en rapportage; 9. inzicht in de consequenties van het eigen handelen voor anderen in de beroepssituatie; 10. besef van de ethische aspecten van de beroepsmatige omgang met anderen, zowel cliënten als proefpersonen, met inbegrip van de bredere consequenties van eigen onderzoeksresultaten en praktijkbeoefening; 11. besef van eigen beperkingen, d.w.z. op het juiste moment inroepen van deskundigheid van anderen en het zich op het juiste ogenblik onthouden van handelen. Communicatie De afgestudeerde heeft: 12. vaardigheid in het omgaan met anderen, het werken in teamverband. Leervaardigheden De afgestudeerde heeft: 13. bereidheid tot het herzien van eigen standpunten in de beroepssituatie.
11