Studiegids 2012-2013 Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) onder de beroepsgerichte kwalificatiestructuur in de Beroeps Opleidende Leerweg
Lentiz|MBO LIFE College Bezoekadres Parallelweg 401 3112 NA Schiedam Tel 010-4735377
[email protected] www.lentiz.nl www.lifecollege.nl
Postadres Postbus 3030 3101 EA Schiedam
Hoewel de uiterste zorg is besteed aan de samenstelling van de studiegids kan het voorkomen dat er (druk)fouten en onvolledigheden in de informatie zitten. Lentiz onderwijsgroep accepteert geen aansprakelijkheid voor deze onvolkomenheden. Aan de inhoud van deze studiegids kunnen geen rechten worden ontleend.
Lentiz onderwijsgroep: visie en missie. In een wereld die steeds sneller verandert, is het van het grootste belang dat zowel jongeren als ouderen goed zijn opgeleid en gemotiveerd worden permanent te blijven leren. De Lentiz onderwijsgroep biedt onderwijs aan dat dit mogelijk maakt. Onze visie is de volgende: De wereld verandert steeds sneller en wordt meer en meer complex. De Lentiz onderwijsgroep is naar buiten gericht en speelt een actieve rol bij deze ontwikkelingen. We richten ons onderwijs zodanig in dat leerlingen en studenten goed worden toegerust om een volwaardige plaats in de samenleving te verwerven. Om onze visie te realiseren hebben we een missie die bestaat uit twee componenten: We vormen de basis van waaruit leerlingen, studenten en ook medewerkers zich goed en veilig kunnen ontwikkelen. We hebben oog voor de belangen van het individu. Het onderwijs is daarbij kansrijk, eigentijds, uitdagend en activerend. We leiden op tot meer dan alleen het behalen van een diploma of startkwalificatie. We staan middenin de samenleving en gaan een verbinding aan met bedrijven, wijken, instellingen, religieuze stromingen en overheden om daar invulling aan te geven.
INHOUDSOPGAVE
Voor wie is deze studiegids? Deze studiegids is voor alle deelnemers die ingeschreven zijn voor een leertraject onder de zogeheten Beroepsgerichte kwalificatiestructuur (BKS). De BKS bevat de nieuwste inhoudelijke eisen die aan een diploma worden gesteld. Deze eisen zijn opgesteld in samenwerking met het bedrijfsleven en goedgekeurd door de Minister van OCW / EL&I In het schooljaar 2012-2013 zullen binnen onze school leertrajecten onder de Beroepsgerichte kwalificatiestructuur (BKS) worden aangeboden. Deelnemers in een BKS leertraject krijgen het meest actuele diploma aan het einde van hun leertraject. Voor het onderwijs onder de BKS gelden een aantal specifieke regels. Welke dit zijn en hoe we daar mee omgaan hebben we beschreven in deze studiegids. In deze studiegids krijg je verder alle informatie die voor jou als deelnemer van de Lentiz onderwijsgroep belangrijk is. De studiegids bestaat uit een centraal deel en een locatiedeel. We raden je aan de studiegids goed door te nemen, zodat je op de hoogte bent van de inhoud. In de loop van een schooljaar kunnen gegevens soms veranderen. Daarom staat de meest actuele informatie in de digitale studiegids die je kunt vinden op de internetpagina van de school: www.lentiz.nl. Centraal deel In het centrale deel van de studiegids vind je informatie die voor alle locaties en opleidingen van toepassing is. Het centrale deel bestaat uit een stuk algemene informatie en het deelnemersstatuut. In het deelnemersstatuut zijn de rechten en plichten van de deelnemers van de MBO’s van Lentiz opgenomen. Locatiedeel Het locatiedeel – de naam zegt het al – gaat over de school waar jij onderwijs volgt. In dit deel vind je informatie over de school waar je studeert en over de opleiding die je volgt. Informatie die bij uitreiking van de studiegids nog niet bekend is, zoals de onderwijs- en examenplanning, wordt op een later tijdstip uitgereikt.
CENTRAAL DEEL – A A1 - ALGEMENE INFORMATIE A 1.1 Lentiz MBO onderdeel van de Lentiz onderwijsgroep Bevoegd gezag Lentiz MBO maakt onderdeel uit van de Lentiz onderwijsgroep. Deze onderwijsgroep bestaat verder nog uit VO –scholen (VMBO, HAVO en VWO) en voor contractactiviteiten uit Lentiz | cursus & consult. De Lentiz onderwijsgroep heeft één stichtingsbestuur dat optreedt als bevoegd gezag voor deze instellingen. Dit stichtingsbestuur functioneert volgens het Raad van Toezicht model. Raad van Bestuur Het dagelijks bestuur van de stichting is opgedragen aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bestaat uit dhr. G. Kant, voorzitter en mevr. mr. M. ’t Lam, lid. Het bezoekadres van de Raad van Bestuur is: Schiedamsedijk 114 Vlaardingen Het postadres van de Raad van Bestuur is: postbus 3040 3130 CA Vlaardingen www.lentiz.nl Grondslag van de Lentiz onderwijsgroep De Lentiz onderwijsgroep is inhoudelijk een samenwerkingsstichting en heeft als grondslag de algemeen bijzondere richting in het onderwijs, waarbij de kenmerken van interconfessioneel onderwijs worden gewaarborgd en ruimte wordt geboden aan het karakter van openbaar onderwijs. De MBO scholen van Lentiz zijn algemeen bijzondere scholen. Bij haar activiteiten gaat de Lentiz onderwijsgroep uit van de gelijkwaardigheid van mensen. Bij de toelating van deelnemers en de benoeming van personeel wordt geen verschil gemaakt naar godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of leeftijd. Het onderwijs wordt gegeven overeenkomstig de normen en waarden die in de Nederlandse samenleving worden erkend. A 1.2 Belangrijke adressen en telefoonnummers De Lentiz onderwijsgroep, voorheen de HollandAccent onderwijsgroep, had op 1 oktober 2011 in totaal 7023 deelnemers, waarvan 1306 deelnemers in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO). De Lentiz onderwijsgroep biedt MBO aan op volgende drie locaties.
Lentiz | MBO Greenport in Naaldwijk Bezoekadres Prof. Holwerdalaan 62 2672 LD Naaldwijk t (0174) 51 33 21 Directeur: dhr. H. van Tienhoven
Postadres Postbus 20 2670 AA Naaldwijk
Leertrajecten op het gebied van: Living & Design, Bloemsierkunst, Business & Management, Watermanagement, Horti Technics & Management, Niveau 2 breed/groen en Agrologistiek & Transport. Lentiz | MBO Outdoor | MBO Animal in Maasland Bezoekadres Postadres Commandeurskade 22 Postbus 11 3155 AD Maasland 3155 ZG Maasland t (010) 591 04 99 Directeur: dhr. A. Reijm Leertrajecten op het gebied van: Dierverzorging, Paraveterinaire ondersteuning, Paardenhouderij, Groenvoorziening, Gemechaniseerd loonwerk en Outdoor Activities. Lentiz | MBO LIFE College in Schiedam Bezoekadres Parallelweg 401 3112 NA Schiedam T ( 010) 4735377 Directeur dhr. P. Lakens
Postadres Postbus 3030 3101 EA Schiedam
Leertrajecten op het gebied van: Food, Catering, Verpakken, Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent, Urban Trade, Wellness & Lifestyle en Urban Design. Klachtencommissie T.a.v. de ambtelijk secretaris Postbus 3040 3130 CA Vlaardingen Commissie van beroep examens T.a.v. de ambtelijk secretaris Postbus 3040 3130 CA Vlaardingen
Inspectie van het onderwijs De onderwijsinspectie houdt toezicht op het onderwijs. De mbo-opleidingen vallen onder het toezicht van het inspectieteam BVE. De inspectie is bereiken via: Het contactformulier op haar website: www.onderwijsinspectie.nl t 0800 – 8051 (telefoonnummer van postbus 51 voor vragen) t 088-6696000 (voor direct contact met de inspectie) Vertrouwensinspecteur e-mail:
[email protected] t 0900-1113111 Adresgegevens zijn opvraagbaar per email.
A2 - ORGANISATIE EN REGELINGEN A 2.1 Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de studiegids
Wat is het verband tussen deze studiegids en de OER? De OER en de studiegids horen bij elkaar. Samen geven de OER en de studiegids een compleet overzicht van de inhoud en inrichting van het onderwijs en de examens voor alle MBO-opleidingen van de Lentiz onderwijsgroep. Beide documenten geven je informatie over de school, de opleiding en alle andere informatie die je tijdens je studie nodig kunt hebben. De OER moet aan de wettelijke eisen voldoen. Wat staat in de OER en wat in de studiegids? OER In de OER worden de onderwijs- en examenregelingen van alle opleidingen vastgelegd. De OER wordt opgesteld aan de hand van de in de wet geformuleerde eisen. In het document worden op formele wijze de verschillende regelingen, structuren, planningen en procedures vastgelegd. De OER is de basis voor het opstellen van de Onderwijsovereenkomst (OOK) tussen jou en de school. De OER ligt voor iedereen ter inzage op de locaties bij de examensecretaris van de school. De OER biedt voor aanvang van het schooljaar aan de (toekomstige) deelnemer een goed beeld van de inhoud en inrichting van het onderwijs en de examens. Door het officiële karakter van de OER, is dat document lastig om te lezen en te begrijpen. Daarom is er voor dagelijks en praktisch gebruik een studiegids. Studiegids In de studiegids staat op eenvoudige en toegankelijke wijze alle informatie die je nodig kunt hebben tijdens de opleiding. De basis hiervoor is gelegd in de OER. De studiegids bevat op verschillende punten een nadere uitwerking. In de studiegids vind je ook de informatie over de opleiding die jij volgt. De studiegids wordt gepubliceerd op de website van je school. A 2.2 Toelatingseisen, vrijstellingen en toelatingsprocedure Toelatingseisen Deelnemers van elke geloofsovertuiging kunnen toegelaten worden tot een opleiding van de Lentiz onderwijsgroep, zolang zij de grondslag en de doelstellingen van de school respecteren. De instroom- en doorstroomrechten voor de verschillende opleidingen zijn wettelijk bepaald (zie hieronder tabel 1a). Voor sommige opleidingen zijn er door de Lentiz onderwijsgroep toelatingsadviezen aan toegevoegd. Formele eisen ten aanzien van de leerplicht De leerplicht houdt in dat kinderen verplicht naar school moeten. Vanaf het moment dat een kind 5 jaar is tot het einde van het schooljaar waarin het kind 16 jaar wordt, is het op grond van de Leerplichtwet verplicht naar school te gaan (leerplichtig). De ouder moet het kind inschrijven op een school en ervoor zorgen dat zijn/haar kind naar school gaat. De leerplicht geldt voor iedereen die in Nederland woont. Ook kinderen met een niet-Nederlandse nationaliteit, asielzoekers in de leerplichtige leeftijd en kinderen die illegaal in Nederland verblijven zijn leerplichtig en moeten dus verplicht naar school. Een deelnemer is tot het schooljaar volgende op het moment van 16 worden volledig leerplichtig en dient dus voltijds dagonderwijs te volgen. Pas het schooljaar volgende op het moment waarop een deelnemer 16 is geworden, is hij kwalificatieplichtig. Vanaf dat moment kan een deelnemer toegelaten worden tot een BBL-leertraject of een deeltijd BOLleertraject. (voor uitleg over BOL en BBL zie paragraaf A3.2). Formele eisen ten aanzien van de kwalificatieplicht: De kwalificatieplicht gaat in zodra een deelnemer niet langer volledig leerplichtig is. In de meeste gevallen is dat zodra de deelnemer de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Vanaf dat moment is de deelnemer kwalificatieplichtig. De kwalificatieplicht verplicht een deelnemer onderwijs te volgen totdat hij/zij 18 jaar wordt of een startkwalificatie heeft gehaald. Een startkwalificatie is een diploma op havo-, vwo- of mbo-2 niveau. Tijdens de kwalificatieplicht gaat de deelnemer elke dag naar school of kiest hij/zij voor de combinatie van leren en werken (BBL). Alle voortijdig schoolverlaters (jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie die geen onderwijs meer volgen) moeten door scholen bij het RMC gemeld worden. Dit is geregeld in de verschillende onderwijswetten (VO, BVE). Vanaf je 18de verjaardag ben je niet meer leerplichtig/kwalificatieplichtig (zie leerplichtwet). Tabel 1a: In- en doorstroomrechten voor MBO– BKS Opleiding Assistentenopleiding AKA
Vooropleiding Vmbo praktijkonderwijs, geen diploma
Niveau 1
Duur van de opleiding 1 jaar, maximaal 2 voor mensen met
Werkzaamheden Eenvoudige uitvoerende werkzaamheden
Beroepen Werken in een sociale werkplaats
Doorstroom naar hbo
Opleiding
Vooropleiding
Niveau
Duur van de opleiding
Werkzaamheden
Beroepen
Doorstroom naar hbo
leerproblemen Assistentenopleiding BKA
Geen diploma
1
1/2 - 1 jaar
Eenvoudige uitvoerende werkzaamheden
Assistent bakker en winkelassistent
Basisberoepsopleiding
Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
2
2 - 3 jaar
Uitvoerende werkzaamheden
Kapper en autotechnicus
Vakopleiding
Kaderberoepsgerichte leerweg, theoretische leerweg, gemengde leerweg vmbo en havo
2 - 3 jaar
Volledig zelfstandige uitvoering van werkzaamheden
Middenkaderopleiding
Kaderberoepsgerichte leerweg, theoretische leerweg, gemengde leerweg vmbo en havo
3 - 4 jaar
Volledig zelfstandige uitvoering van werkzaamheden
3
4
Verzorgende en 1e monteur
Filiaalbeheerder en activiteitenbegeleider
Ja
Bron: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/beroepsonderwijs/mbo/opleidingsniveaus-mbo
Stappen in een toelatingsprocedure De toelatingsprocedure bestaat uit vier stappen: a) Aanmelding b) Intake c) Toelating d) Inschrijving a. De aanmelding De toekomstige deelnemer meldt zich aan door een volledig ingevuld aanmeldingsformulier met de benodigde documenten in te leveren bij de administratie van de school. Tegelijk met het aanmeldingsformulier dienen een uittreksel van de burgerlijke stand/kopie van paspoort of identiteitskaart, en twee recente pasfoto's, op de achterzijde voorzien van naam en postcode, ingeleverd te worden. Daarnaast moet je zo spoedig mogelijk na diplomering een kopie van je diploma/overgangsbewijs en een kopie van de bijbehorende cijferlijst naar de school opsturen. b. De intake De school wil jou zo goed mogelijk informeren zodat je een goed beeld hebt van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Daarvoor maakt de school onder andere gebruik van de OER en met name de studiegids die voor alle opleidingen beschikbaar is. Daarnaast zal de school gebruik maken van een intakeprocedure om je nog beter te informeren en meer informatie van jou te krijgen en je zo goed mogelijk in een leertraject te plaatsen. Deze informatie is ook nodig om je tijdens je opleiding zo goed mogelijk te begeleiden en ondersteunen. De school kan je dan ook vragen (bijvoorbeeld via een intakeformulier en/of intakegesprek) om meer informatie, zodat we een goed beeld kunnen vormen van jouw aanleg, capaciteit, motivatie, ambitie, vooropleiding en voorkennis. De school kan om dit beeld te completeren ook inlichtingen opvragen bij de school die je het laatst bezocht hebt. Indien jouw school een uitgebreide intakeprocedure hanteert is meer informatie over deze intakeprocedure te vinden in deel B van deze studiegids. c. De toelating De toelatingscommissie neemt nadat de intakeprocedure is afgerond, op basis van de informatie die verkregen is bij aanmelding en intake, een beslissing over de toelating van de toekomstige deelnemer. De toelating is altijd gekoppeld aan een bepaald leerjaar en een bepaalde opleiding. De school stelt je hiervan schriftelijk op de hoogte. d. De inschrijving De inschrijving wordt door jou (als deelnemer en in geval je jonger dan 18 bent ook door je ouders of verzorgers) en de school officieel vastgelegd door het ondertekenen van een Onderwijsovereenkomst (OOK – zie ook A2.3). De opleidingen zorgen er voor dat de OOK aan het begin van de opleiding wordt opgesteld en ondertekend door beide partijen. Inschrijving beroepsopleidende leerweg (BOL) De formele bekrachtiging van de inschrijving als deelnemer geschiedt dus door het ondertekenen van de onderwijsovereenkomst (OOK) door de school en de deelnemer (en in geval van minderjarigheid ook door diens ouders of
verzorgers). In de loop van het leertraject worden in het verlengde van de inschrijving één of meer praktijkovereenkomsten gesloten die school, deelnemer (en in geval van minderjarigheid ook door diens ouders/verzorgers) en praktijkbedrijf ondertekenen. In het kader van studiefinanciering (ouder dan 18) of tegemoetkoming studiekosten (van 16 tot 18 jaar) voor de deelnemer en financiering van het onderwijs door de overheid is het volgende van belang: • de inschrijving aan de beroepsopleidende leerweg (BOL) geldt als een voorlopige inschrijving voor deelnemers die op 31 juli van dat jaar 18 jaar of ouder zijn. De inschrijving wordt definitief op het moment waarop de school van deze aspirant-deelnemer heeft aangemeld in het BasisRegister OnderwijsNummer. Indien de school uiterlijk 3 schooldagen vóór 1 oktober niet alle gegevens van de deelnemer heeft ontvangen die benodigd zijn voor het afronden van de inschrijving, wordt de inschrijving ingetrokken. De intrekking van de inschrijving geschiedt schriftelijk en is met redenen omkleed. Stoppen voor 1 oktober Heb je je al ingeschreven voor het schooljaar 2012-2013, terwijl je geen voltijdopleiding in het mbo of vavo (meer) volgt of gaat volgen, vraag dan aan de school om je voor 1 oktober weer uit te schrijven. Als je voor 1 oktober wordt uitgeschreven, hoef je geen lesgeld te betalen. Inschrijving Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) Voor de opleidingen in de beroepsbegeleidende leerweg, kortweg BBL, zijn voor de formele bekrachtiging van de inschrijving twee documenten vereist. 1)
De inschrijving voor de opleiding geschiedt door het ondertekenen van de onderwijsovereenkomst (OOK) door de school en de deelnemer (en in geval van minderjarigheid diens ouders of verzorgers).
2)
Omdat in de BBL het zwaartepunt van de opleiding ligt in de beroepspraktijkvorming, is om de inschrijving te completeren een tweede document vereist. De inschrijving voor een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg wordt pas definitief als de door de school opgestelde praktijkovereenkomst (POK – zie ook A2.3) is ondertekend door de school, het praktijkbedrijf, het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven en de deelnemer (en in geval van minderjarigheid diens ouders of verzorgers) én bovendien het cursusgeld is betaald.
Zodra in de BBL de OOK getekend is, is de deelnemer ingeschreven. Deze inschrijving geldt, zolang de POK ontbreekt, als een voorlopige inschrijving die een geldigheidsduur heeft van 3 maanden. A 2.3 Onderwijsovereenkomst en Praktijkovereenkomst Onderwijsovereenkomst De onderwijsovereenkomst (OOK) is een overeenkomst tussen de deelnemer en de school. De overeenkomst wordt gesloten voor de duur van de opleiding danwel voor het deel van de opleiding waarop de inschrijving betrekking heeft. De overeenkomst bevat de rechten en plichten van de deelnemer en de school. De OOK wordt aan het begin van de opleiding afgesloten. De OOK is geldig voor de in de overeenkomst afgesproken opleiding. Praktijkovereenkomst De beroepspraktijkvorming (onderwijs in de praktijk van het beroep) wordt op grond van een praktijkovereenkomst (POK) gegeven. De overeenkomst regelt de rechten en plichten van alle betrokken partijen. De POK wordt gesloten tussen de school, de deelnemer en het bedrijf dat de beroepspraktijkvorming verzorgt. Als het gaat om een POK voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), ondertekent ook het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven (Aequor) de overeenkomst. Aequor verklaart daarmee dat de praktijkopleidingsplaats een gunstige beoordeling heeft. Voor internationale beroepspraktijkvorming (BPV) zijn tevens een Engelstalige en een Duitstalige POK beschikbaar. Toelichting BOL-opleiding In de BOL worden voor een deelnemer tijdens de opleiding in de regel meerdere praktijkovereenkomsten voor relatief korte periodes aangegaan met meerdere bedrijven ten behoeve van het leren in de beroepspraktijk (BPV). Toelichting BBL-opleiding In de BBL bestaat er vanaf het begin van de opleiding een arbeidsovereenkomst (van minimaal 20 uur) tussen één deelnemer en één werkgever (in een voor de opleiding relevante sector) voor de duur van de opleiding ten behoeve van het leren vanuit de beroepspraktijk in de beroepspraktijkvorming. A 2.4 Studiefinanciering en tegemoetkoming studiekosten Voorheen werden alle zaken met betrekking tot studiefinanciering geregeld door de Informatie Beheer Groep (IB-Groep). De IB-Groep en CFI vormen vanaf januari 2010 één organisatie: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Informatie over deze dienst is te vinden op www.ocwduo.nl. In principe voldoen alle voltijds beroepsopleidingen in het MBO van één jaar of langer die worden uitgevoerd in de beroepsopleidende leerweg (BOL voltijds) aan de eisen die de Wet Studiefinanciering 2000 (WSF) aan de opleidingen stelt.
Om voor studiefinanciering in aanmerking te komen moet je minimaal 850 klokuren per jaar onderwijs volgen bij de school. Ongeoorloofde afwezigheid op school of tijdens de beroepspraktijkvorming kan dus gevolgen hebben voor je studiefinanciering. De school moet die afwezigheid melden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs, die dan de studiefinanciering kan omzetten in een lening en/of kan stopzetten. Lentiz registreert de aanwezigheid van de deelnemers en meldt (langdurig) schoolverzuim via het verzuimloket aan de Dienst Uitvoering Onderwijs. Een deelnemer van 18 jaar of ouder kan in aanmerking komen voor Studiefinanciering (voltijds BOL). Aanvragen van studiefinanciering moet je doen via het portaal ´inloggen´ op www.ocwduo.nl . Om hier in te kunnen loggen heb je eerst een DigiD met sms-functie nodig. Zorg dat je op tijd studiefinanciering aanvraagt, ten minste drie maanden vóór je 18 wordt. Voor maanden in het verleden is geen studiefinanciering meer mogelijk. Ontvang je nu al studiefinanciering voor een andere mbo-opleiding, dan hoef je alleen je gegevens te wijzigen. Kun je geen gebruikmaken van het inlogportaal of moet je bewijsstukken meesturen met je aanvraag? Bel dan de Duo-informatielijn (050) 599 77 55 of kijk op www.ocwduo.nl. Let op: na toewijzing van studiefinanciering komt de kinderbijslag te vervallen. Tegelijk met de toewijzing van de studiefinanciering krijgt de deelnemer recht op een studentenreisproduct (OV-chipkaart). Meer informatie over de OVchipkaart vind je op www.ocwduo.nl. Studiefinanciering MBO niveau 1 en 2 Voor deelnemers in niveau 1 en 2 is de studiefinanciering een gift die bestaat uit een basisbeurs, eventueel een aanvullende beurs en het studentenreisproduct. Je studiefinanciering hoef je dus na je studie niet terug te betalen. Daarnaast kun je bij de Dienst Uitvoering Onderwijs nog een bedrag lenen. Na je opleiding betaal je alleen een eventuele lening, plus de opgebouwde rente terug. Prestatiebeurs voor MBO niveau 3 en 4 Volg je een mbo-opleiding op niveau 3 of 4? Dan is je studiefinanciering een prestatiebeurs. Haal je je diploma, dan wordt het een gift. Als je je diploma niet haalt, moet je alles (behalve de eerste 12 maanden aanvullende beurs) terugbetalen. Ook je studentenreisproduct valt onder de regels van de prestatiebeurs. Je studiefinanciering voor niveau 3 of 4 is de eerste vier jaar een prestatiebeurs. Deze prestatiebeurs kan bestaan uit een basisbeurs, een aanvullende beurs en een studentenreisproduct. DUO betaalt de prestatiebeurs eerst uit als lening. Alleen een aanvullende beurs is in de eerste twaalf maanden direct al een gift. Je hoeft de lening niet altijd terugbetalen (zie Diploma halen). Specialistenopleiding Ga je na je vak- of middenkaderopleiding een specialistenopleiding van één of twee jaar volgen? Dan krijg je hiervoor twee jaar extra prestatiebeurs. Haal je een diploma voor deze specialistenopleiding, dan worden deze twee jaar ook omgezet van lening in gift. Studentenreisproduct Je Studenten OV-chipkaart valt ook onder de regels van de prestatiebeurs. Diploma halen Als je binnen de diplomatermijn een diploma haalt op niveau 3 of hoger, hoef je de prestatiebeurs niet terug te betalen. De ov-lening voor je studentenreisproduct wordt dan ook een gift, zelfs in de leenfase. De diplomatermijn duurt tien jaar en begint te lopen vanaf de eerste maand dat je recht hebt op studiefinanciering voor het mbo. Haal je geen diploma, dan moet je de prestatiebeurs met rente terugbetalen. Je mag de prestatiebeurs gebruiken voor meerdere studies op niveau 3 of 4. Je hoeft dus niet per se een diploma halen voor de opleiding waarmee je bent begonnen. Uiteraard moet je een rentedragende lening wel altijd terugbetalen. Wanneer zetten we om? Als je binnen de diplomatermijn van tien jaar je diploma behaalt, wordt je prestatiebeurs omgezet in een gift. Deze omzetting vindt plaats in de maand januari nadat je je diploma hebt behaald. Je krijgt hierover eind januari een Bericht Prestatiebeurs. Tot die tijd zie je de prestatiebeurs nog als 'voorlopige lening' op je bericht staan. Studiefinanciering gebruiken binnen tien jaar Je moet al je studiefinanciering gebruiken binnen tien jaar nadat je voor het eerst studiefinanciering hebt ontvangen. Doe je dat niet, dan heb je na deze tien jaar geen recht meer op studiefinanciering of lening. Voor wie geen prestatiebeurs? De prestatiebeurs geldt niet voor studenten die:
• •
een beroepsopleiding op niveau 1 of 2 volgen
vóór 1 augustus 2005 al studiefinanciering kregen voor een mbo-opleiding Uitzondering buitenland Als je vóór 1 augustus 2005 al studiefinanciering voor het mbo hebt gehad, val je niet onder de prestatiebeurs. Ga je een volledige opleiding in het buitenland volgen? Dan val je wél onder de regels van de prestatiebeurs. Dubbele inschrijving Als je bij je opleiding staat ingeschreven voor een opleiding op niveau 1 of 2 en tegelijkertijd ook voor een opleiding op niveau 3 of 4, dan krijg je op grond van de hogere opleiding studiefinanciering: je ontvangt dus een prestatiebeurs. Dit geldt ook wanneer je tegelijkertijd staat ingeschreven voor een opleiding op niveau 3 of 4 én aan een hogere beroepsopleiding of universiteit. Je krijgt dan een prestatiebeurs voor het hoger onderwijs.
Heb je nog vragen? Voor vragen kun je terecht bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Telefoonnummer (050) 599 77 55 – of kijk op internet: www.duo.nl. De Dienst uitvoering Onderwijs heeft een speciale folder over studiefinanciering en de prestatiebeurs.
A 2.5 Wettelijk les- en cursusgeld Lesgeld in de BOL-opleidingen Iedereen die zich inschrijft voor voltijds dagonderwijs (BOL) moet aan het rijk lesgeld betalen. Voor het schooljaar 20122013 is dat € 1.065,-. De wijze waarop het lesgeld betaald dient te worden kan je nalezen op de website van DUO-IBGROEP: www.ib-groep.nl/particulieren onder het kopje lesgeld. Cursusgeld in de deeltijd BOL en BBL-opleidingen De deeltijdopleidingen binnen het mbo zijn BOL in deeltijd en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Als uw kind op 1 augustus jonger is dan 18 jaar, hoeft u voor bol in deeltijd en voor BBL geen cursusgeld te betalen. Als uw kind op 1 augustus 18 jaar of ouder is, betaalt u cursusgeld. De hoogte van het cursusgeld is afhankelijk van het niveau van de deeltijdopleiding Deeltijdopleidingen in het beroepsonderwijs bevatten minder dan 850 uur per jaar. Iedere deelnemer krijgt voor de betaling van het cursusgeld een factuur van de school. A 2.6 Rechten en plichten De rechten en plichten van jou als deelnemer van de Lentiz onderwijsgroep zijn vastgelegd in het deelnemersstatuut. Dit statuut staat op de website www.lentiz.nl en is tevens opgenomen onder kopje A4 van deze studiegids. In het deelnemersstatuut wordt onder andere ingegaan op regels over het onderwijs, vrijheid en beperkingen, medezeggenschap en de disciplinaire maatregelen. Een specifiek onderwerp vormt het klacht- en beroepsrecht dat in het deelnemersstatuut is beschreven. Heb je echter een klacht of wil je beroep aantekenen tegen een beslissing over een examen dan is uitgebreide informatie opgenomen in de klachtenregeling. Hierin staat precies hoe, wanneer en bij wie je welke klacht kan indienen. De klachtenregeling staat op de website www.lentiz.nl. De Klachtencommissie en de Commissie van beroep examens zijn te bereiken op Postbus 3040, 3130 CA te Vlaardingen. Correspondentie kun je richten aan de ambtelijk secretaris. A 2.7 Verzekeringen De Lentiz onderwijsgroep heeft ten behoeve van de deelnemers de volgende verzekeringen afgesloten: o een aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen; o
een schoolongevallenverzekering;
o
doorlopende reisverzekering;
o
Een werkgevers-aansprakelijkheidsverzekering voor verkeersdeelnemers.
Aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen De school kan aansprakelijk gesteld worden voor schade die derden lijden door een onrechtmatige daad van personen waarvoor het bestuur verantwoordelijk is. Het bestuur is verantwoordelijk voor al diegenen die in het kader van de schoolse en buitenschoolse activiteiten werkzaamheden voor de school verrichten. Al deze personen worden als verzekerde aangemerkt. De kring van verzekerden is dus ruimer dan alleen de personeelsleden van de school. Ook verzekerd zijn de bestuursleden, vrijwilligers, stagiaires en andere inleenkrachten. De school is niet aansprakelijk voor het doen en laten van de leerlingen. De wetgever legt de verantwoordelijkheid daarvoor niet bij de school, maar – afhankelijk van de leeftijd – of bij de leerling zelf of bij de ouder(s)/wettelijke vertegenwoordiger(s). Deze kunnen zich daartegen particulier verzekeren. Toch komt het geregeld voor dat benadeelden de school aanspreken voor schade die door leerlingen is veroorzaakt. In de aansprakelijkheidsverzekering van de school is de aansprakelijkheid van leerlingen ‘secundair’ meegenomen. Dat wil zeggen: waar leerlingen niet vanuit hun privésituatie zijn verzekerd, geldt de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering van de school. Onder het begrip schade dient te worden verstaan: o letsel of benadeling van gezondheid (personenschade); o
beschadiging, teniet of verloren gaan van zaken (zaakschade);
o
gevolgschade voortvloeiende uit personenschade of zaakschade.
Schoolongevallenverzekering De collectieve ongevallenverzekering geeft een uitkering aan bestuursleden, docenten, overige personeelsleden en leerlingen indien zij overlijden of blijvend invalide raken als gevolg van een ongeval. De hoogte van de uitkering is hierbij afhankelijk van de graad van invaliditeit. Doorlopende reisverzekering Lentiz heeft een doorlopende reisverzekering met werelddekking afgesloten voor personeelsleden, leerlingen en alle andere deelnemers die in opdracht van Lentiz op reis gaan. De dekking van deze reisverzekering geldt tijdens alle (buitenlandse) reizen en excursies en omvat onder andere een dekking voor verlies, diefstal of beschadiging van bezittingen en/of bagage en repatriëring naar Nederland. Recreatieve sporten zijn meeverzekerd met uitzondering van bungeejumpen, parachutespringen e.d. en hooggebergte-/gletsjertochten waarbij gebruik wordt gemaakt van klimmateriaal. In het geval van geneeskundige en tandheelkundige hulp dient in eerste instantie de zorgverzekering van de deelnemer te worden aangesproken. Indien de eigen verzekering niet of onvoldoende toereikend is kent de doorlopende reisverzekering via Lentiz een aanvullende dekking op het gebied van geneeskundige en tandheelkundige hulp. Werkgeversaansprakelijkheid in het verkeer Lentiz heeft voor haar medewerkers inclusief vrijwilligers een werkgeversaansprakelijkheidsverzekering voor verkeersdeelnemers (Wegas) afgesloten. De school kan aansprakelijk gesteld worden voor schade die medewerkers inclusief vrijwilligers kunnen oplopen tijdens verkeersdeelname. Dit kan schade zijn die ontstaan is tijdens de uitoefening van werkzaamheden of schade in het verkeer in verband met het werk. De Wegas dekt de aansprakelijkheid voor schade aan medewerkers als bestuurder van een motorrijtuig, verkeersdeelname door middel van openbaar vervoer, fiets of voetganger en schade van medewerkers tijdens woon-werkverkeer. Buitenlandse stages Voor de leerlingen van Lentiz die voor een langere periode in het buitenland stage lopen is door Lentiz een collectieve dekking afgesloten. Groot voordeel is dat vooraf de zekerheid bestaat dat alle stagiaires zijn verzekerd. De dekking is te vergelijken met een doorlopende reisverzekering (reisbagage, ongevallen, medische kosten, buitengewone kosten en rechtsbijstand). De aansprakelijkheid van de stagiaires is ‘secundair’ meegenomen onder de aansprakelijkheidsverzekering. De premie bedraagt € 1,20 per leerling per (reis)dag en zal op basis van een jaarlijkse opgave van het aantal stagiaires en bijbehorende reisdagen worden naverrekend. A 2.8 Vakantieregeling Het vakantierooster voor het schooljaar 2012-2013 is als volgt vastgesteld. A 2.9 Examinering Deze paragraaf die van belang is examinering, diplomering. De regelingen zijn Onderwijs- en (OER). Deze staat
Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasweekend Meivakantie & hemelvaart
Eerste vakantiedag 20 oktober 22 december 23 februari 30 maart 27 april
Pinksteren 18 mei Zomervakantie 13 juli opleidingsexamensecretaris van de school.
Laatste vakantiedag 28 oktober 6 januari 3 maart 1 april 12 mei
20 mei 1 september
geeft je informatie voor toetsing, overgang en officiële teksten en vermeld in de Examenregeling ter inzage bij de
Examencommissie en examensecretaris Er is een (opleidings)examencommissie. Die commissie regelt de organisatie en afname van examens binnen de opleiding, bekijkt of er verzuim is tijdens examens, regelt de vrijstellingen, beoordeelt onregelmatigheden enz. Op iedere school is daarnaast een opleidingsexamensecretaris die aanspreekpunt voor de deelnemers voor alles dat met examinering te maken heeft. Wie zijn de examensecretarissen van de opleidingen? • Hortitechnics & management/Plantenteelt, dhr. M. van der Aa • Bloemsierkunst, dhr. M. van der Aa • Greenport Business & Management, dhr. M. van der Aa • Watermanagement, dhr. M. van der Aa • Living & design, dhr. M. van der Aa • Niveau 2 breed groen, dhr. M. van der Aa • Agrologistiek & transport, dhr. M. van der Aa • Dierverzorging en veterinaire ondersteuning, mevr. W. van Bommel-Visser • Paardenhouderij, mevr. W. van Bommel-Visser • Groene ruimte, mevr. W. van Bommel-Visser • Loonwerk, mevr. W. van Bommel-Visser • Outdoor Activities, mevr. W. van Bommel-Visser • Food, mevr. J. Groenewegen
• • • • • •
Catering, mevr. J. Groenewegen Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (AKA), mevr. J. Groenewegen Wellness & Lifestyle, mevr. J. Groenewegen Urban Trade, mevr. J. Groenewegen Assistent medewerker voedingsindustrie, mevr. J. Groenewegen Urban Design, mevr. J. Groenewegen
Specifieke informatie over examinering op jouw school is opgenomen in het locatiedeel van de studiegids. Examenreglement In het examenreglement zijn de regels over toetsing, examinering en afsluiting vastgelegd. Het examenreglement regelt onder meer de wijze waarop proeven van bekwaamheid (examens) en AVO examens worden afgenomen, wanneer en hoe vaak je aan een examen kan deelnemen, op welke gronden de examencommissie eerder verworven competenties (EVC) kan erkennen en de termijn waarbinnen de uitslag van een examen officieel bekend wordt gemaakt. Het examenreglement is een onderdeel van de onderwijs- en examenregeling. In de onderwijs en examenregeling is tevens het Handboek centrale Examens opgenomen. Hierin wordt de gang van zaken tijdens het Centraal Examen beschreven. De school zal je hierover nader informeren. Commissie van beroep Beroep aantekenen tegen een beslissing - of het nalaten daarvan - over toetsing en examinering is geregeld in de klachtenregeling. Meer informatie hierover vind je onder A2.6 Rechten en plichten.
A3 – OPBOUW VAN HET ONDERWIJS A 3.1 Opleidingsniveaus Hieronder staat een overzicht van de wettelijke namen van de opleidingsniveaus die in het MBO worden onderscheiden. Er zijn vier niveaus, te weten: Niveau in BKS
Soortnaam Leertraject
Naam kwalificatie
1
Assistentopleiding
assistent
2
Basisberoepsopleiding
vakman 2
3 4 4
Vakopleiding Middenkaderopleiding Specialistenopleiding
vakman 3 middenkaderfunctionaris vakman 4
Het voorlichtingsmateriaal van het MBO van de Lentiz onderwijsgroep biedt voor toekomstige deelnemers en ouders een goed overzicht van de opleidingen die je binnen de Lentiz onderwijsgroep kunt volgen. Deze informatie kun je ook vinden op de website: www.lentiz.nl. Natuurlijk kun je ook altijd informatie vragen op de locatie waar de opleiding wordt gegeven. In het locatiedeel wordt per locatie specifiek ingegaan op de inhoud en vormgeving van de betreffende opleidingen. A 3.2 Twee leerwegen - BOL en BBL In veel gevallen kun je een opleiding volgen via twee leerwegen: - de beroepsbegeleidende leerweg, (BBL) - de beroepsopleidende leerweg, (BOL) Het onderscheid tussen de leerwegen BOL en BBL wordt gevormd door twee factoren: 1. De omvang van de Beroepspraktijkvorming (BPV) als onderdeel van de opleiding. In de BBL ligt het zwaartepunt op het leren in het bedrijf. In de BOL ligt het zwaartepunt op het leren op school. De wet stelt grenzen aan de hoeveelheid BPV in een bepaalde leerweg. Voor de BOL geldt dat minimaal 20% en maximaal 59% van de opleidingstijd BPV mag zijn. Voor de BBL geldt dat er minimaal 60% BPV in de opleiding is opgenomen. In de BBL breng je dus minimaal drie, vaak vier dagen per week door in een erkend praktijkleerbedrijf. Het praktijkleerbedrijf moet beroepsrelevant zijn en dus aansluiten bij de inhoud en het niveau van de opleiding die je volgt. 2. De aard van de relatie tussen de deelnemer en het praktijkleerbedrijf. BOL In de BOL worden voor een deelnemer tijdens de opleiding in de regel meerdere overeenkomsten (praktijkovereenkomsten) voor relatief korte periodes aangegaan met meerdere bedrijven ten behoeve van het leren in de BPV. Je volgt dus beroepspraktijkvorming gedurende verschillende perioden, vaak bij verschillende bedrijven. BBL In de BBL bestaat er in principe vanaf het begin van de opleiding een arbeidsovereenkomst van minimaal 20 uur tussen één deelnemer en één werkgever voor in ieder geval de duur van de opleiding ten behoeve van het leren in de BPV. De beroepspraktijkvorming volg je dan op het bedrijf waar je ook in dienst bent. Kortom: de leerweg is bepalend voor de manier waarop je het grootste deel van je opleiding leert. Veelal in de praktijk – de BBL – of juist meer op school en daarnaast in de praktijk – de BOL -. Het ligt aan jouw voorkeur voor welke leerweg je kiest. Voor je diploma maakt het niet uit welke leerweg je volgt. Uiteindelijk is het diploma dat je krijgt gelijkwaardig. Je krijgt bijvoorbeeld een diploma ‘vakbekwaam medewerker dierverzorging’ ongeacht of je dit hebt behaald via de BOL of de BBL. De keuze voor een leerweg heeft wel gevolgen voor het recht op studiefinanciering. Meer hierover kun je vinden in A2.4. A 3.3 Opbouw van een opleiding De leertrajecten die in het schooljaar 2012-2013 starten onder de beroepsgerichte kwalificatiestructuur (BKS) zijn gebaseerd op een kwalificatiedossier dat door de Minister is vastgesteld. Aan ieder leertraject ligt een omschrijving ten grondslag van de belangrijkste werkprocessen/kerntaken (in het kwalificatiedossier) die bij een bepaald beroep horen. De leertrajecten zijn erop gericht jou zo op te leiden en te laten ontwikkelen dat je alle benodigde competenties hebt en die kunt laten zien. Bij het vormgeven en uitvoeren van de leertrajecten worden de volgende onderdelen onderscheiden: de kerntaak/werkproces, algemeen vormend onderwijs (zoals moderne vreemde talen, rekenen en loopbaan en burgerschap), vrije ruimte en beroepspraktijkvorming. Naast bovenstaande formele onderdelen die de basis voor ieder leertraject vormen krijg je ook te maken met ‘coachen en begeleiden (gebruik van portfolio)’ en ‘examinering’. Hieronder lichten we deze begrippen kort toe. Algemeen vormend onderwijs (AVO)
Er zijn in de opleidingen verplichtingen opgenomen ten aanzien van Nederlands en Rekenen en vaak ook Moderne vreemde talen en Loopbaan en Burgerschap. Dit noemt men AVO. Beroepspraktijkvorming Onderwijs in de praktijk (bij een bedrijf of organisatie) op basis van een praktijkovereenkomst.
Centraal Examen Landelijk ontwikkelde examens voor Nederlands, Rekenen en Engels. Deze examens worden afgenomen op landelijk vastgestelde tijdstippen. De CE’s voor Nederlands en Rekenen zijn gestoeld op de taal- en rekenniveau’s uit het ‘Referentiekader taal en rekenen’. Het te behalen eindniveau voor zowel Nederlands als Rekenen is voor niveau 4opleidingen referentieniveau 3F en voor niveau 1,2 en 3-opleidingen referentieniveau 2F. Coachen en begeleiden Dit is de loopbaanbegeleiding die je krijgt tijdens je leertraject. Tevens krijg je begeleiding bij je persoonlijke ontwikkeling en bij eventuele voorkomende (sociaal-emotionele) problemen. Om dit goed vorm te geven krijgt iedere deelnemer een studieloopbaancoach vanuit de school. Examen Het examen toetst of je over de ‘competenties’ beschikt om een bepaalde kerntaak/werkproces of kerntaken/werkprocessen goed uit te voeren. Het examen bestaat uit één of meerdere proeve(n) van bekwaamheid. Dit zijn hele praktische examens waarin je echt moet laten zien of je competent bent. Tevens zijn er in de meeste leertrajecten enkele AVO examens opgenomen. Deels worden deze AVO-examens afgetoetst middels een instellingsexamen en deels middels een Centraal Examen. In het examenprogramma BKS is beschreven hoeveel en welke proeve(n) van bekwaamheid en AVO examens er in jouw opleiding zijn. Kerntaak Kerntaken geven de essentie aan van wat een beroepsbeoefenaar doet. Op school en in je leerbedrijf krijg je allerlei taken en opdrachten te doen die jou uiteindelijk leren een kerntaak op een goede manier uit te voeren. Leertraject Een leertraject bestaat onder andere uit de kerntaken en werkprocessen die je moet leren om een beginnend beroepsbeoefenaar te worden voor een bepaald beroep. Een leertraject is gericht op het behalen van een diploma (kwalificatie). Het diploma is het bewijs dat je een goede beginnend beroepsbeoefenaar bent. Voor iedere leertraject heeft de school een plan. Dit leertrajectplan is in het model Examenprogramma en leertrajectplan opgenomen in de OER en tevens achterin deze studiegids. Vrije ruimte De ruimte binnen de totale opleidingstijd die scholen en deelnemers eventueel in overleg met bedrijven naar eigen behoefte kunnen invullen met activiteiten die niet vallen onder de landelijk voorgeschreven kerntaken en werkprocessen. Werkproces Is een verzameling van samenhangende beroepsactiviteiten die door een belangrijk deel van de beroepsbeoefenaars wordt uitgeoefend. Kort samengevat ziet dit er in samenhang als volgt uit: A 3.4 Studieduur De studieduur van een opleiding wordt uitgedrukt in leerjaren en in studiebelastingsuren (SBU). Een studiejaar bestaat uit 40 weken. Iedere week van een BOL-opleiding kent in principe 40 SBU. Voor een praktijkdag (BPV) wordt uitgegaan van 8 SBU. De studieduur van een opleiding kan per doelgroep en per leerweg verschillen. De Lentiz onderwijsgroep legt voor ieder leertraject de ‘gemiddelde (normatieve) studieduur’ vast in een examenprogramma en leertrajectplan dat is opgenomen in de OER. Dit is de tijd die je normaal gesproken over het leertraject doet. In het locatiedeel van deze studiegids kun je vinden hoe lang een leertraject in principe duurt.
Deelnemersstatuut van Lentiz onderwijsgroep, MBO Inhoud Artikel 1, Begrippen en bereik Artikel 2, Toelating Artikel 3, Regels over het onderwijs Artikel 4, Vrijheid en beperkingen Artikel 5, Registratie van gegevens Artikel 6, Medezeggenschap Artikel 7, Disciplinaire maatregelen Artikel 8, Klacht- en beroepsrecht Artikel 9, Bekendmaking en wijziging statuut Artikel 10, Slotbepalingen Artikel 11, Citeertitel
Dit deelnemersstatuut legt de rechten en plichten van de onderwijsdeelnemers van het middelbaar beroepsonderwijs van de Lentiz onderwijsgroep vast, voor zover dit niet in andere documenten is geregeld. Hieronder worden tenminste verstaan de Onderwijs- en Examenregeling inclusief het examenreglement, de Onderwijsovereenkomst, de Praktijkovereenkomst en de Klachtenregeling. Het deelnemersstatuut is laatstelijk vastgesteld door de Raad van Bestuur op 14 juni 2012 en treedt in werking op 1 augustus 2012.
Inleiding Waarom een deelnemersstatuut? Volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, verder te noemen de WEB, moet de deelnemer gezien worden als onderwijsconsument. Een deelnemer, als klant en als onderwijsconsument, heeft rechten en plichten. Een aantal van deze rechten en plichten is vastgelegd in een reglement, het zogenaamde deelnemersstatuut. Bij verschil van mening kan het deelnemersstatuut helpen duidelijkheid te geven over de rechtspositie van de deelnemer. Andere bronnen Naast het deelnemersstatuut zijn er binnen de school nog andere bronnen, waarin de deelnemer informatie kan vinden die van belang is. Deze bronnen zijn: 1. De onderwijsovereenkomst; 2. Praktijkovereenkomst; 3. De onderwijs- en examenregeling (OER); 4. Het BPV-reglement; 5. De studiegids; 6. Examenhandboek CKS; 7. Handboek EVC; 8. Klachtenregeling; 9. Verzuimprotocol Het statuut is ondergeschikt aan wettelijke bepalingen.
21
Artikel 1. Begripsbepalingen en bereik 1.1 Omschrijving van in het deelnemersstatuut opgenomen begrippen: In dit deelnemersstatuut, verder te noemen “het statuut” wordt bedoeld met: Aspirant deelnemer: een persoon die belangstelling heeft getoond om een MBO- opleiding bij de Lentiz onderwijsgroep te volgen; Raad van Bestuur: eindverantwoordelijk en belast met de algehele leiding van de Lentiz onderwijsgroep; Docenten: personeelsleden met een onderwijstaak; Geleding: een groepering binnen de school; Klachtenregeling: de Klachtenregeling van de Lentiz onderwijsgroep, waarin het klachtrecht binnen de instelling is geregeld; Deelnemersraad: een uit en door de deelnemers gekozen groep, of een soortgelijke organisatie die de belangen van deelnemers behartigt; Medezeggenschapsraad: het vertegenwoordigend orgaan van de hele school, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Medezeggenschap op scholen; School: een locatie van de Lentiz onderwijsgroep; Directeur: eindverantwoordelijke voor een school; iedere school staat onder leiding van een directeur; Onderwijsdeelnemer: persoon, die zich met het oog op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat inschrijven bij de Lentiz onderwijsgroep voor een middelbare beroepsopleiding. In dit statuut verder te noemen „deelnemer‟; Onderwijs- en examenregeling: een formeel document waarin de inhoud en inrichting van de opleiding en het examen zijn vastgesteld door de Raad van Bestuur van de instelling; Onderwijsovereenkomst: aan inschrijving van een deelnemer ligt een onderwijsovereenkomst tussen de school en de deelnemer ten grondslag. Het deelnemersstatuut regelt rechten en plichten van partijen en dient mede als grondslag voor de onderwijsovereenkomst; Studiegids: het document ten behoeve van de (aspirant) deelnemer dat alle noodzakelijke informatie bevat over de inhoud en organisatie van de opleiding. Studieloopbaancoach: docent belast met de persoonlijke begeleiding van een deelnemer. Wettelijke vertegenwoordigers: ouders, voogden, feitelijke verzorgers. In dit deelnemersstatuut wordt ten behoeve van de leesbaarheid alleen in de mannelijke vorm geschreven. Daar waar mannelijke voornaamwoorden worden gebruikt, kunnen ook vrouwelijke worden gelezen. 1.2 Nog geen 18 jaar Als de deelnemer nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, wordt in dit statuut met de deelnemer mede de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de deelnemer bedoeld. 1.3 Bereik Dit statuut is van toepassing op alle aan de Lentiz onderwijsgroep ingeschreven deelnemers die reguliere (BOL of BBL) trajecten middelbaar beroepsonderwijs volgen, op alle aspirant- deelnemers voor zover bepaald in dit statuut en op alle personeelsleden van de Lentiz onderwijsgroep die onderwijs verzorgen voor het middelbaar beroepsonderwijs. Het statuut geldt voor alle gebouwen en terreinen waarin en waarop door de Lentiz onderwijsgroep activiteiten voor het middelbaar beroepsonderwijs worden ondernomen en voor alle buitenschoolse activiteiten die met de opleiding te maken hebben. 1.4 Opleidingsvoorschriften Een school kan opleidingsvoorschriften als een opleidingsspecifieke uitwerking toevoegen aan het statuut. De voorschriften bevatten nadere regels strekkende de handhaving van de goede gang van zaken binnen de opleiding. Leidraad bij het opstellen van opleidingsvoorschriften zijn redelijkheid, gelijkheid en rechtszekerheid. De opleidingsvoorschriften zijn in harmonie met het gestelde in het statuut. De opleidingsvoorschriften maken na vaststelling door de directeur deel uit van het statuut.
Artikel 2, Toelating 2.1 Toelatingscriteria De Raad van Bestuur stelt binnen de door de wet gestelde kaders de criteria voor toelating vast voor aspirant deelnemers. Toelating is geregeld in de onderwijs- en examenregeling. De directeur draagt zorg voor voldoende informatie aan de aspirant deelnemer en zo nodig zijn ouders over de toelatingsprocedure.
2.2 Intakeprocedure Voorafgaande aan de toelating vindt een intakeprocedure plaats om de aspirant deelnemer een goed opleidingsadvies te geven. De directeur bepaalt samen met de teamleiders de precieze inhoud van de procedure. De procedure omvat tenminste: een zorgvuldige registratie van eerder opgedane relevante ervaringen zowel binnen als buiten het onderwijs; toetsing van verwachtingen ten aanzien van opleiding en beroep; voor alle opleidingen op de niveaus 1 en 2 een advies wat de onderwijsdeelnemer voor succesvolle deelname aan de opleiding aan extra onderwijsondersteuning zou moeten ontvangen; voor de niveaus 3 en 4 kan eveneens een dergelijk advies gegeven worden; Toetsing van bepaalde vaardigheden kan deel uitmaken van de intakeprocedure. De directeur kan besluiten de intakeprocedure over een bepaalde periode te spreiden. Het resultaat van de intakeprocedure wordt vastgelegd in een schriftelijk opleidingsadvies. Indien de gekozen opleiding na de intake niet geschikt blijkt voor een (aspirant) deelnemer wordt onder verantwoordelijkheid van de directeur een advies gegeven voor een andere opleiding binnen de Lentiz onderwijsgroep.
Indien plaatsing binnen een andere opleiding van de Lentiz onderwijsgroep niet mogelijk is, spant de directeur zich in om de (aspirant) deelnemer op een goede manier te verwijzen naar een andere onderwijsinstelling, het arbeidsproces of een hulpverlenende instantie. 2.4 Klacht tegen niet toelating Als een aspirant deelnemer niet wordt toegelaten, dan wordt de grond waarop deze beslissing is gebaseerd schriftelijk door de directeur meegedeeld. Tegen de beslissing kan een aspirant deelnemer een klacht indienen bij de interne bezwarencommissie van de Lentiz onderwijsgroep. De wijze waarop is geregeld in de Klachtenregeling.
Artikel 3. Regels over het onderwijs 3.1 Recht op goed onderwijs Deelnemers hebben recht op het volgen van goed en goed georganiseerd onderwijs en een passende begeleiding. Indien onderwijsactiviteiten door ziekte of overmacht uitvallen wordt dit zo spoedig mogelijk aan de deelnemers gemeld en voorzien van een oplossing. Indien een deelnemer meent dat het onderwijs onvoldoende kwaliteit dan wel kwantiteit heeft, kan hij dit gemotiveerd kenbaar maken aan de directie. 3.2 Tijdvakken en locaties De school maakt het rooster en de locaties tijdig vóór het begin van de opleiding aan de deelnemer bekend. De school behoudt zich het recht voor het rooster en de locaties om organisatorische en/of onderwijsinhoudelijke redenen te wijzigen. De school geeft wijzigingen van het rooster en/of de locaties tijdig aan de deelnemer door. 3.3 Controle op (langdurige) afwezigheid Indien de deelnemer valt onder de werking van hoofdstuk II van de Wet op de Studiefinanciering stelt de school vast of de deelnemer gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 5 weken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen. De school is gehouden daarvan aantekening te maken en ervan melding te doen aan de Informatie Beheer Groep conform de in de WEB, artikel 8.1.7 genoemde voorwaarden. Indien de deelnemer ten aanzien van wie de Leerplichtwet van toepassing is, zonder geldige reden les- of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim plaatsvond op drie achtereenvolgende schooldagen, dan wel het verzuim gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken meer dan 1/8 deel van het aantal uren les- of praktijktijd bedraagt, geeft de school hiervan onverwijld kennis aan de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de deelnemer woon- of verblijfplaats heeft. 3.4 Recht van deelnemers De deelnemers hebben er recht op dat de bij de Lentiz onderwijsgroep werkende docenten zich inspannen om goed onderwijs te geven. De deelnemers hebben er recht op dat docenten zich houden aan de afspraken die zijn gemaakt met de deelnemers en aan de afspraken in de door de Raad van Bestuur
vastgestelde onderwijsovereenkomst en onderwijs- en examenregeling, waarin de inhoud en inrichting van het onderwijs en de examens zijn geregeld. 3.5 Plicht van deelnemers De deelnemers zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsleerproces mogelijk te maken en het onderwijsleerproces ordelijk te laten verlopen. De deelnemer heeft de plicht de in het kader van de opleiding gegeven opdrachten naar beste vermogen uit te voeren. Aanwezigheid en actieve deelname aan het onderwijsleerproces in de instelling of de praktijksituatie is verplicht. De deelnemer dient tijdig, dat wil zeggen vóór aanvang van de desbetreffende opleidingsactiviteit, in de daartoe aangewezen locatie aanwezig te zijn. De deelnemer is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen om de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. 3.6 Afwezigheid deelnemer Indien de deelnemer anders dan wegens ziekte verhinderd is aan een ingeroosterde opleidingsactiviteit deel te nemen dient hij in een zo vroeg mogelijk stadium, maar uiterlijk twee werkdagen voor de desbetreffende opleidingsactiviteit de directeur, of een door deze daartoe aangewezen persoon, onder opgave van redenen te verzoeken verlof te verlenen. Het verlof wordt slechts verleend indien de aanwezigheid van de deelnemer, gelet op de opgegeven redenen, in redelijkheid niet van de deelnemer kan worden verlangd. De deelnemer die studiefinanciering ontvangt heeft kennisgenomen van de procedure voor controle op (langdurige) afwezigheid en de mogelijke consequenties daarvan. De deelnemer op wie de Leerplichtwet van toepassing is heeft kennisgenomen van de controle op afwezigheid en is op de hoogte van de consequenties daarvan. De deelnemer die verlof gekregen heeft, heeft de inspanningsverplichting tot het inhalen van de onderwijsactiviteiten waaraan niet deelgenomen is, tenzij anders is overeengekomen. 3.7 Afwezigheid deelnemer wegens ziekte Indien de deelnemer wegens ziekte verhinderd is opleidingsactiviteiten te volgen, dient hij dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk op de ziektedag vóór aanvang van de lessen of de beroepspraktijkvorming(BPV) -dag aan de instelling (en indien van toepassing aan het BPV bedrijf), bij de daartoe aangewezen persoon, te melden. Bij herhaalde ziekmelding of langdurige ziekte kan de instelling van de deelnemer verlangen een bewijs van een arts te overleggen, inhoudende dat hij wegens ziekte niet in de gelegenheid was het onderwijs te volgen. Bij herhaalde ziekmelding of langdurige ziekte kunnen de instelling en de deelnemer op basis van gezamenlijk overleg en een gezamenlijke inspanning een inhaaltraject overeenkomen. 3.8 Onderwijskosten De directeur specificeert de opleidingskosten schriftelijk naar deelnemer en ouders. De opleidingskosten vallen uiteen in 2 categorieën: 1. kosten die direct verbonden zijn aan het onderwijsproces en die noodzakelijk zijn om het onderwijsproces te kunnen volgen. De betaling van deze kosten zijn verplicht. De deelnemer is verplicht om bij aanvang van de opleiding in het bezit te zijn van de vereiste materialen. Voorbeelden: boeken, rekenmachine, materiaalkosten (voor werkstukken), bedrijfskleding, reproductiekosten van lesmateriaal, verplichte excursies, verzekeringen. 2. kosten die indirect zijn verbonden aan het onderwijsproces en die niet noodzakelijk zijn om het onderwijsproces te kunnen volgen, maar die wel erg wenselijk zijn. Voorbeelden: sociale activiteiten, ouderavonden, deelnemersagenda, excursies, feestelijke certificering/diplomering. De betaling van deze kosten is niet verplicht. 3.9 Bepaling schoolkosten De directeur bepaalt de hoogte van de indirecte opleidingskosten in overleg met de Medezeggenschapsraad en maakt deze inzichtelijk. 3.10 Informatie over de inhoud en inrichting van de opleiding en examens De deelnemer wordt bij aanvang van de opleiding verwezen naar een studiegids, waarin alle informatie is opgenomen die voor het volgen van de opleiding van belang is. Deze studiegids wordt gepubliceerd op de website van de school. De gids kan zo nodig in de loop van het schooljaar worden aangevuld. Voor zover de onderwijs- en examenregeling niet is opgenomen in de studiegids, is deze op een door de directeur te bepalen plaats voor elke onderwijsdeelnemer of aspirant deelnemer ter inzage. Onderdeel van de opleiding vormt de beroepspraktijkvorming (BPV). Afspraken over de BPV worden neergelegd in (een) aparte praktijkovereenkomst(en) tussen de instelling, de deelnemer, en het bedrijf dat of de organisatie die de BPV verzorgt.
3.11 Opgedragen werk en opdrachten De deelnemers hebben het recht dat de docenten die lesgeven aan een bepaalde groep, gezamenlijk zorgen voor een redelijke totale belasting aan opgegeven werk en opdrachten. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het maken van werkstukken. De deelnemer die niet in de gelegenheid is geweest het werk of de opdrachten te maken, meldt dit bij aanvang van de les aan de docent. Indien de docent van de deelnemer de reden waarom de deelnemer het werk of opdrachten niet heeft kunnen maken niet aanvaardbaar acht, wordt de desbetreffende studieloopbaancoach/ praktijkopleider geïnformeerd. 3.12 Studiebegeleiding, studie- en beroepskeuzevoorlichting De school voorziet in een passende studiebegeleiding, daaronder begrepen een regelmatige advisering over de voorzetting van de studie binnen of buiten de opleiding. Het studieadvies wordt op daartoe geëigende momenten aan de deelnemer bekend gemaakt. De deelnemer is gehouden het studieadvies van de instelling serieus te nemen. De deelnemer kan in afwijking van een negatief studieadvies te kennen geven de opleiding niettemin te willen vervolgen. Wanneer de deelnemer vervolgens tijdens de voortzetting van de studie niet in staat blijkt het overeengekomen opleidingstraject binnen de gestelde termijn met succes af te ronden wordt het studieadvies omgezet in een bindend studieadvies. In dit geval wordt de onderliggende onderwijsovereenkomst geacht te zijn beëindigd. De school draagt zorg voor studie- en beroepskeuzevoorlichting. 3.13 Betrokkenheid deelnemers bij kwaliteitsbewaking onderwijs De Raad van Bestuur stelt in samenwerking met de directeuren de deelnemers in staat systematisch een oordeel te geven over het onderwijs en of de praktijksituatie. Indien een deelnemer meent dat het onderwijs of de organisatie van het onderwijs van onvoldoende kwaliteit is, kan deze schriftelijk een gemotiveerde klacht indienen bij de directeur. De directeur neemt een beslissing ten aanzien van de klacht. Tegen de beslissing van de directeur kan een klacht worden ingediend bij de interne bezwarencommissie van de Lentiz onderwijsgroep. De wijze waarop is geregeld in de Klachtenregeling. 3.14 Beoordeling docenten De kwaliteit van het functioneren van docenten wordt tenminste eenmaal per twee jaar door de directeur beoordeeld. 3.15 Uitstroomgesprek bij vertrek Met deelnemers die de Lentiz onderwijsgroep voortijdig verlaten, wordt indien mogelijk een uitstroomgesprek gevoerd. In het gesprek wordt gevraagd naar de ervaringen met de opleiding en de reden waarom de opleiding wordt verlaten. De resultaten van het uitstroomgesprek worden schriftelijk vastgelegd. Deze gegevens worden gebruikt bij het opstellen van verbeteracties voor de opleiding.
Artikel 4. Vrijheid 4.1 Grondrechten De grondrechten zoals geformuleerd in de Nederlandse grondwet zijn binnen de Lentiz onderwijsgroep van overeenkomstige toepassing. In het bijzonder wordt praktisch vorm en invulling gegeven aan de grondrechten van vrijheid van meningsuiting, vergadering en pers. 4.2 Vrijheid van meningsuiting De Lentiz onderwijsgroep spant zich in om de vrijheid van meningsuiting in de praktijk vorm te geven. Alle deelnemers en personeelsleden hebben de vrijheid hun mening over de instelling te uiten, behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet. 4.3 Vrijheid van vergadering De deelnemers hebben het recht om te vergaderen over zaken die het onderwijs aangaan. Indien het onderwijsproces daardoor niet wordt gestoord, kan in lokaliteiten van de school worden vergaderd. 4.4 Vrijheid van pers Deelnemers aan elke opleiding hebben na overleg met de directeur het recht op het uitbrengen van een eigen blad. Voor het blad worden, op basis van een door de directeur vooraf goedgekeurde opzet en inhoud van het blad en begroting, faciliteiten beschikbaar gesteld. De deelnemers dragen zelf verantwoordelijkheid voor de uitwerking van het blad.
4 . 5 I CT Bij ICT activiteiten tijdens schooltijd heeft de docent/begeleider de mogelijkheid om met de deelnemer zgn. „mee te kijken‟, mits dat duidelijk naar de deelnemers is aangegeven. 4.6 Uiterlijk Een ieder heeft het recht op vrijheid van uiterlijk. De school kan alleen eisen stellen aan kleding of uiterlijk als aan bepaalde veiligheidseisen, gezondheidseisen of functionele eisen moet worden voldaan. Die gelden als ze in het kader van het onderwijs functioneel of wenselijk zijn, de beroepsattitude dit noodzakelijk maakt of de geldende normen van goede zeden en fatsoen geweld wordt aangedaan. Op grond van specifieke huisregels van een school kunnen hierop uitzonderingen worden gemaakt. 4.7 Correct gedrag Elke deelnemer en elk personeelslid gedraagt zich correct en dient zich te onthouden van seksuele intimidatie, racisme, geweld of andere kwetsende handelingen of uitlatingen. Indien deelnemers of personeelsleden met opzet of door grove nalatigheid schade aan apparatuur of gebouwen veroorzaken, kunnen de kosten op hen worden verhaald. Het gebruik van audiovisuele en andere (communicatie)apparatuur is alleen toegestaan op door de directeur aangewezen plaatsen. 4.8 Aansprakelijkheid Raad van Bestuur De Raad van Bestuur aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de schade die buiten haar verantwoordelijkheid is toegebracht aan bezittingen van deelnemers. De Raad van Bestuur aanvaardt ook geen aansprakelijkheid voor het verlies van bezittingen van deelnemers die in of bij de school zijn zoekgeraakt. 4.9 Bescherming gezondheid en welzijn In de gebouwen en op de terreinen van de Lentiz onderwijsgroep is roken en/of het gebruik van alcohol verboden voor zover niet expliciet door de directeur toegestaan. Het gebruik, in bezit hebben of verhandelen van verdovende middelen en het in bezit hebben van wapens in de gebouwen en op de terreinen van de Lentiz onderwijsgroep is in alle gevallen verboden.
Artikel 5. Registratie van gegevens 5.1 Register De inschrijfgegevens van de deelnemers worden opgenomen in een centraal administratiesysteem van de Lentiz onderwijsgroep en in het opleidingsregister. Beide voldoen aan de eisen die de Wet Bescherming Persoonsgegevens daaraan stelt. De directeur van de school is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. Gegevens worden niet doorgegeven tenzij daarvoor een wettelijke verplichting bestaat. 5.2 Inzagerecht Een deelnemer heeft het recht op inzage van het dossier dat over hem wordt bijgehouden in het opleidingsregister en kan voorstellen voor correcties doen aan de directeur. Binnen twee werkweken na de suggestie laat de directeur aan de betrokkene weten of de gewenste correctie zal worden uitgevoerd. Tegen een beslissing om correcties niet of niet geheel uit te voeren kan een klacht worden ingediend bij de interne bezwarencommissie van de Lentiz onderwijsgroep. De wijze waarop, is geregeld in de Klachtenregeling. 5.3 Plicht tot het verstrekken van wijzigingen De deelnemer is verplicht veranderingen in de gegevens, waaronder begrepen verhuizing, direct aan de administratie van de school kenbaar te maken. 5.4 Toepassing Wet Persoonsregistraties De Lentiz onderwijsgroep houdt een register van oud-deelnemers in stand, waarop de Wet Persoonsregistraties van toepassing is. In het register is opgenomen of, en zo ja met welk diploma en resultatenoverzicht de onderwijsdeelnemer de Lentiz onderwijsgroep heeft verlaten. 5.5 Vernietiging gegevens Resterende, naar individuele personen herleidbare, gegevens worden na de in de wetgeving gestelde termijn nadat de onderwijsdeelnemer de Lentiz onderwijsgroep heeft verlaten, vernietigd. Gegevens voor statistische doeleinden, ontdaan van elk tot de individuele onderwijsdeelnemer herleidbaar element, kunnen voor onbepaalde tijd worden bewaard.
Artikel 6, Medezeggenschap 6.1 Deelnemersraad Deelnemers kunnen voor elke opleiding of voor het MBO van de Lentiz onderwijsgroep als geheel een deelnemersraad instellen. Desgevraagd stelt de directeur faciliteiten ter beschikking om goed te kunnen functioneren. De deelnemersraad kan adviezen uitbrengen, gevraagd of ongevraagd, aan de directeur en de medezeggenschapsraad. 6.2 Vergoeding lidmaatschap Aan de leden van de deelnemersgeleding van de Medezeggenschapsraad en de deelnemersraad kunnen voor de werkzaamheden een vergoeding of studiepunten voor onderdelen in de vrije ruimte van de opleiding worden gegeven. Artikel 7, Disciplinaire maatregelen 7.1 Disciplinaire maatregelen Indien een deelnemer zich niet correct gedraagt of voorschriften overtreedt kunnen de volgende maatregelen worden genomen: een waarschuwing; verwijdering uit de les; de verplichting tot het verrichten van extra taken; een schriftelijke berisping; het ontzeggen van de toegang tot bepaalde gebouwen of lessen voor korte tijd; schorsing; definitieve verwijdering. Het ontzeggen van de toegang tot bepaalde lessen voor korte tijd, het schorsen of verwijderen geschiedt pas nadat de deelnemer is gehoord. 7.2 Schorsing Een deelnemer kan met opgaaf van redenen, na een schriftelijke berisping, voor de periode van ten hoogste twee werkweken worden geschorst. Het besluit kan inhouden dat de deelnemer geen toegang heeft tot een of meer gebouwen van de Lentiz onderwijsgroep. Hiervoor moet het instellingsbelang in het geding zijn. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan betrokkene meegedeeld inclusief de afweging van belangen. Het besluit wordt gestuurd naar het adres dat door hem bij de administratie is gemeld (bij minderjarigheid naar het adres van de wettelijke vertegenwoordigers). Schorsing kan ook plaatsvinden om nader onderzoek te kunnen doen naar de gedragingen die tot de schorsing hebben geleid. In het geval dat deze worden geconstateerd kan schorsing leiden tot definitieve verwijdering. 7.3 Definitieve verwijdering Indien een deelnemer zich schuldig maakt aan gedrag of handelingen die in strijd zijn met het statuut of het bepaalde in de onderwijsovereenkomst, kan hij nadat hij is gehoord door de directeur definitief worden verwijderd. De deelnemer kan - met in achtneming van het gestelde in de WEB, artikel 8.1.3., lid 6 voor deelnemers waarop de Leerplichtwet van toepassing is - van de instelling worden verwijderd, om één of meer van de volgende redenen: als hij met regelmaat de voorschriften van de instelling overtreedt, nadat hij reeds schriftelijk is gewaarschuwd en is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn handelen of nalaten; als hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag; als hij met regelmaat de opleidingsactiviteiten volgens het vastgestelde rooster niet volgt zonder dat daarvoor verlof is verleend, dan wel zonder dat daarvoor een geldige reden is, nadat hij reeds schriftelijk is gewaarschuwd en is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn nalatigheid. Het besluit tot verwijdering wordt schriftelijk aan de betrokkene meegedeeld. Het besluit wordt gestuurd naar het adres dat door hem bij de administratie is gemeld (bij minderjarigheid naar het adres van de wettelijke vertegenwoordigers). 7.4 Noodmaatregel De directeur kan zonder schriftelijke aanzegging in gevallen waarin sprake is van ernstige vormen van diefstal, bedreiging, geweldpleging, racisme en/of gebruik of bezit van
verdovende middelen met onmiddellijke ingang tot schorsing en ontzegging van de toegang tot één of meer gebouwen van de Lentiz onderwijsgroep voor ten hoogste één week overgaan. Hiervoor moet het instellingsbelang in het geding zijn. De directeur beslist binnen een week over de verder te nemen stappen. 7.5 Beroep tegen schorsing, verwijdering of noodmaatregel Tegen een besluit tot schorsing, tot definitieve verwijdering of het treffen van een noodmaatregel kan de deelnemer een klacht indienen bij de interne bezwarencommissie van de Lentiz onderwijsgroep. De wijze waarop, is geregeld in de Klachtenregeling. 7.6 Toepassen van disciplinaire maatregelen Een docent is bevoegd tot het geven van een waarschuwing, het verwijderen uit de opleidingsactiviteit, het opleggen van extra taken en het geven van een schriftelijke berisping aan de deelnemer. Een directeur is bovendien bevoegd tot het ontzeggen van de toegang tot bepaalde opleidingsactiviteiten voor korte tijd, tot schorsing en tot definitieve verwijdering. 7.7 Melding bij de onderwijsinspectie (en leerplichtambtenaar) De directeur stelt de onderwijsinspectie (en de leerplichtambtenaar bij leerplichtige deelnemers) direct schriftelijk met opgaaf van redenen op de hoogte van beslissingen tot schorsing voor een periode langer dan één dag en van verwijdering van deelnemers. Definitieve verwijdering van leerplichtige deelnemers geschiedt pas nadat overleg met de onderwijsinspectie heeft plaatsgevonden. Hangende dit overleg kan de deelnemer worden geschorst.
Artikel 8, Klacht- en beroepsrecht 8.1 Klacht bij de directeur Elke onderwijsdeelnemer die rechtstreeks in zijn belang is getroffen door handelingen of besluiten van een andere onderwijsdeelnemer of een personeelslid van de Lentiz onderwijsgroep - met uitzondering van beslissingen die verband houden met examens - heeft het recht zich daarover te beklagen bij de directeur en deze te verzoeken het besluit ter zake te herzien. De klacht wordt met een toelichting ingediend bij de directeur. De wijze waarop is geregeld in de Klachtenregeling. 8.2 Klacht bij de interne bezwarencommissie van de Lentiz onderwijsgroep Tegen een beslissing van de directeur over een klacht zoals bedoeld in artikel 8.1 kan een klacht worden ingediend bij de interne bezwarencommissie van de Lentiz onderwijsgroep. De wijze waarop is geregeld in de Klachtenregeling. 8.3 Klacht bij vertrouwenspersoon Elke school heeft een vertrouwenspersoon waar door deelnemers klachten omtrent seksuele intimidatie, racisme, geweld of andere kwetsende handelingen of uitlatingen van andere deelnemers of personeel kunnen worden gemeld. De vertrouwenspersoon onderzoekt de klacht en begeleidt de klacht naar de juiste persoon of commissie. De wijze waarop is geregeld in de Klachtenregeling. 8.4 Beroep bij de Commissie van Beroep Examens Elke deelnemer heeft het recht beroep aan te tekenen - door middel van een beroepsschrift - bij de Commissie van Beroep Examens tegen beslissingen die verband houden met de uitslag van en behandeling tijdens een onderdeel van het examen. Het beroepsschrift moet binnen drie werkdagen bij de Commissie van Beroep worden ingediend. De wijze waarop is geregeld in de Klachtenregeling.
Artikel 9, Bekendmaking en wijziging statuut 9.1 Vaststelling door de Raad van Bestuur Het statuut alsmede wijzigingen daarop worden vastgesteld door de Raad van Bestuur na instemming van de Medezeggenschapsraad. 9.2 Voorstel wijziging van het statuut Een voorstel tot wijziging van dit statuut kan tussentijds worden ingediend door: - de MR van een school - de deelnemersraad van een school - 10 leerlingen van dezelfde school
28
28
- 10 ouders van dezelfde school 9.2 Exemplaar voor de deelnemers Het statuut wordt integraal opgenomen in de Onderwijs- en examenregeling en de studiegids. Tevens is het statuut in te zien op de internetpagina van de school. De directeur zorgt voor opname van die verwijzing. 9.3 Docenten bekend met inhoud statuut Alle medewerkers ontvangen het statuut in de medewerkerklapper (beleidsdocumenten). Alle docenten en voor zover voor hun taakuitoefening van belang het ondersteunend en beheerspersoneel worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van het statuut. 9.4 Informatie over wijzigingen Deelnemers en personeel worden op een door de Raad van Bestuur te bepalen wijze geïnformeerd over wijzigingen in het statuut. 9.5 Internet De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat, binnen vier werkweken na vaststelling of wijziging, een actuele versie van het statuut op de internetpagina van de school beschikbaar is. Artikel 10, Slotbepalingen 10.1 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin dit statuut niet voorziet beslist de Raad van Bestuur. 10.2 Inwerkingtreding Het statuut treedt in werking met ingang 1 augustus 2012 10.3 Evaluatie De werking van het statuut wordt uiterlijk twee jaar na vaststelling geëvalueerd. Artikel 11, Citeertitel Dit statuut kan worden aangehaald als het Deelnemersstatuut van de Lentiz onderwijsgroep.
29
29
Locatiedeel – B – Lentiz|MBO LIFE College In deel B van deze studiegids is informatie over de afdeling/opleiding opgenomen waarvoor jij je hebt ingeschreven en het onderwijs volgt. B1 - ORGANISATIE VAN DE AFDELING B 1.1 Locatie Lentiz|MBO LIFE College Bezoekadres Parallelweg 401 3112 NA Schiedam 010-4735377 Correspondentieadres Postbus 3030 3101 EA Schiedam
[email protected] Het MBO op het LIFE College bestaat uit twee afdelingen; het regulier MBO en het New LIFE traject. Het New LIFE traject heeft als doel leerlingen, met gestapelde problematiek, te kwalificeren voor de arbeidsmarkt op MBO niveau 2. Leerlingen stromen op dagniveau in en stromen ook op dagniveau door. Het traject bestaat uit twee fasen. De eerste fase, de zogenoemde ‘startklasfase’, duurt gemiddeld 10 tot 13 weken en heeft als doel leerlingen weer op de rails te krijgen. In de tweede fase de ‘promotieklas fase’ volgen de leerlingen de opleiding Urban Trade. Deze tweede fase duurt tussen de 10 en 40 weken. New Life is op de meeste punten identiek aan de reguliere opleiding Urban Trade. Op bepaalde punten wijkt New LIFE af. De afwijkende punten worden benoemd onder een apart kopje; New LIFE.
B 1.2 Coördinatie en taakverdeling Lentiz|MBO LIFE College kent een opleidingsteam bestaande uit een directieteam, docenten (soms met coördinerende taken) en onderwijsondersteunend personeel. Het directieteam van Lentiz|MBO LIFE College bestaat uit de directeur, de heer P. Lakens, en de teamleider, mevrouw M. Cornelisse. De directeur is resultaatverantwoordelijk voor de gehele opleiding. De directeur Lentiz|MBO LIFE College draagt daarbij zorg voor de volgende taken: de bedrijfsvoering, aansturen examenorganisatie en kwaliteitszorg, externe relaties. De teamleider is resultaatverantwoordelijk voor de opleidingen in de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL); Food, Urban Trade, Wellness & Lifestyle, Urban Design en Catering. De teamleider draagt daarbij zorg voor de volgende taken: aansturen van de teams dienstverlening en commercieel, aansturen van de BPV, aansturen onderwijsontwikkeling (integraal), aansturen/coördinatie PR, aansturen/coördinatie doorlopende leerlijnen. Daarnaast zorgt de teamleider voor de coördinatie en uitvoering van alle aspecten die te maken hebben met de leerweg en haar studenten. De teamleider is het aanspreekpunt voor onder andere: problemen bij studenten, de studentenzorg. Zij wordt daarin ondersteund door de mentoren, het beheer van de studieresultaten, adviezen ten aanzien van studie en studieproblemen, alle overige schoolactiviteiten (introductieactiviteiten etc.), planning van opleidingsactiviteiten (praktijkleren etc.),
30
30
-
de afstemming van alle activiteiten binnen de opleiding, de zorg voor de organisatie en uitvoering van de studiekeuzebegeleiding, de studiefinanciering, contacten met aanleverende scholen en de vacatureservice.
Lentiz|MBO LIFE College kent 2 coördinatoren, namelijk: coördinator curriculum/examensecretaris, mevrouw J. Groenewegen De coördinator curriculum/examensecretaris zorgt voor de coördinatie en uitvoering van het onderwijs en de examinering. De coördinator curriculum/examensecretaris is het aanspreekpunt voor onder andere: de zorg voor het Onderwijs- en Examenreglement en de jaarlijkse studiegids, de zorg voor de interne en externe legitimering van examens, de ontwikkeling en uitvoering van toetsings- en examenprocedures, de verantwoordelijkheid voor het cijferbeheer.
A.
B.
Daarnaast kent Lentiz|MBO LIFE College de onderstaande (coördinerende)taken: De opleidingsexamencommissie. De opleidingsexamencommissie bestaat uit de directeur, de teamleider, de studieleider BBL, de coördinator van het Examenbureau MBO en de examensecretaris. De examensecretaris is het aanspreekpunt. De mentor. De mentor zorgt voor de directe begeleiding van de studenten, bijgestaan door de studieleider en teamleider en voor de begeleiding van de student m.n. op het gebied van studievoortgang (resultaten, afspraken, ouderavonden). Daarnaast zorgt de mentor voor de planning en begeleiding van buitenschoolse activiteiten. De namen van de mentoren worden aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt. C.
PR & Communicatie; mevrouw E. Kuijpers. Het pr-team draagt zorg voor alle PR activiteiten betreffende Lentiz|MBO LIFE College en onderhoudt daartoe o.a. contacten met aanleverende scholen. Zij organiseert allerlei wervingsactiviteiten en draagt tevens zorg voor het activiteitenoverzicht voor de afdeling.
D.
Introductie; mentoren. Draagt zorg voor de organisatie en uitvoering van het introductieprogramma.
E.
Roostermaker; Loes van den Beemt. De roostermaker draagt zorg voor het tot stand komen van de roosters en informeert studenten en collegae tijdig over de roosters. Daarnaast zorgt de roostermaker voor de aanpassing van dagroosters door afwezigheid (ziekte, buitenschoolse bijeenkomst) van docenten of door andere omstandigheden. Bij onvoorziene omstandigheden op de dag zelf zal de conciërge, in overleg met één van de managementleden, trachten een aanvaardbare aanpassing van het rooster te vinden. Dit kan ook inhouden dat studenten enige uren als (zelfwerkzame) studie-uren moeten doorbrengen.
F.
Het cijferbureau; mevrouw J. Groenewegen, mevrouw T. Remeeus en mevrouw N. van Hest. Het cijferbureau zorgt voor de uitvoering en het beheer van de registratie en rapportage van cijfers.
G.
Internationalisering; de heer A. Hogendijk. De ontwikkeling van plannen om het ‘buitenland’ structureel op te nemen in het onderwijsprogramma en de uitvoering daarvan te realiseren, vallen onder de taak internationalisering.
H.
Remedial teacher; mevrouw M. van Mokkum. De remedial teacher begeleidt studenten bij het zoeken naar oplossingen voor leerproblemen. Daarnaast spreekt de remedial teacher inhaaltrajecten met studenten af en bewaakt die trajecten.
I.
Vertrouwenspersoon; mevrouw I. Koop en de heer J. van Leun. Klachten over racisme, seksuele intimidatie of andere kwetsende handelingen van studenten of personeel kunnen bij de vertrouwenspersoon worden gemeld. De vertrouwenspersoon onderzoekt deze klachten en begeleidt de klager naar de juiste persoon of commissie.
B1.3 Personeel MBO regulier
31
31
32
Mevrouw L. van den Beemt
Roostermaker
[email protected]
Mevrouw A. den Boer
Docent
De heer W. Bor
Docent
[email protected]
Mevrouw M. Cornelisse
Teamleider
[email protected]
Mevrouw I. Fagginger Auer
Life@work
[email protected]
Mevrouw A. Frantzen
Docent
[email protected]
De heer N. Govaart
Docent
[email protected]
Mevrouw J. Groenewegen
Examensecretaris
[email protected]
Mevrouw N. van Hest
Studieleider
[email protected]
32
De heer A. Hoogendijk
Teamleider
[email protected]
De heer P. Houtsma
Docent
[email protected]
De heer S. Karaaslan
Life@work
Skaraaslanlentiz.nl
De heer J. Kooijmans
Onderwijsassistent
[email protected]
Mevrouw I. Koop
Docent
[email protected]
Mevrouw E. Kuijpers
Docent
[email protected]
De heer P. Lakens
Directeur
[email protected]
De heer J. van der Leun
Docent
[email protected]
De heer H. Looi
Docent
[email protected]
Mevrouw M. Meijer
Coördinator UT
[email protected]
De heer E. Moerkerken
Docent
[email protected]
Mevrouw T. Remeeus
Administratief medewerkster
[email protected]
Mevrouw J. Rotte
Docent
[email protected]
De heer A. Seghau
Docent
[email protected]
Mevrouw S. van der Valk
Medewerkster examenbureau
[email protected]
Mevrouw K. Verhagen
Coördinator W&L
[email protected]
De heer K. de Vries
Docent
[email protected]
De heer J. van der Weert
Docent
[email protected]
coach
[email protected]
Mevrouw M. Mokkum
coach
[email protected]
Mevrouw J. el Jafoufi
coach
[email protected]
Mevrouw H. Adal
studieleider
[email protected]
De heer F. Stratmann
coach
[email protected]
De heer W. Roodenrijs
coach
[email protected]
Mevrouw A. Kroon
coach
[email protected]
Mevrouw. D. Verbruggen
coach
[email protected]
Mevrouw D. de Boode
Coach
[email protected]
New LIFE De heer S. Lensselink
33
33
B1.4 Procedures en regels B1.4.1 Lestijden en lesplanning lesuur begintijd eindtijd 1 8.50 - 9.35 2 9.35 - 10.20 pauze 10.20 - 10.40 3 10.40 - 11.25 4 11.25 - 12.10 5 (pauze) 12.10 - 12.40 6 12.40 - 13.25 7 13.25 - 14.10 pauze 14.10 - 14.20 8 14.20 - 15.05 9 15.05 - 15.50 De lesplanning wordt aan het begin van het schooljaar aan elke student uitgedeeld. B 1.4.2 Schoolreglement In dit schoolreglement zijn een aantal regelingen opgenomen die binnen onze school van kracht zijn. Gebruik gebouw, kantine, lockers We verwachten van iedereen dat hij alle losse en vaste onderdelen van het gebouw respecteert alsof het zijn eigendom is. Vernieling, bekladding en rotzooi maken zijn uiteraard uit den boze. De lokalen moeten na gebruik opgeruimd worden verlaten. Als het laatste lesuur in het betreffende lokaal is gegeven, moeten alle tafels op de juiste plaats worden achtergelaten. Dit alles gebeurt op aanwijzing van de docent. In de klaslokalen is het gebruik van mobiele telefoons verboden. Daarom moeten deze telefoons uit staan. In de klaslokalen draagt niemand een pet of jas. Eten en drinken gebeurt nooit in een lokaal. Werk- en overblijfruimten zijn strikt gescheiden. Roken is uitsluitend toegestaan buiten het gebouw. Gebruik van computers Voor het gebruik van de pc’s gelden normale gedragsregels. De apparatuur moet zorgvuldig worden gebruikt om virusbesmetting te voorkomen. Het is alleen toegestaan de pc’s te gebruiken voor lesgebonden activiteiten. Practicum, werkkleding Het dragen van een witte, schone, onbeschreven en in goede staat verkerende labjas is verplicht tijdens practica. Voor het chemie- en microbiologiepracticum wordt deze labjas door de school verstrekt. Het is studenten verboden zonder begeleiding of toestemming van de practicumleider het practicumlokaal te betreden. Bij elk practicum worden de regels rond veiligheid besproken. Indien een student zich misdraagt of voorschriften overtreedt kunnen de volgende maatregelen worden genomen: een schorsing; definitieve verwijdering Roosterwijzigingen De roostermaker zorgt voor de aanpassing van dagroosters bij afwezigheid (ziekte, buitenschoolse bijeenkomst, etc.) van docenten of door andere omstandigheden. Bij onvoorziene omstandigheden op de dag zelf zal de roostermaker, in overleg met één van de managementleden of studieleider, trachten een aanvaardbare aanpassing van het rooster te vinden. Dit kan ook inhouden dat studenten enige uren als (zelfwerkzame) studie-uren moeten doorbrengen. De roosterwijzigingen worden bekend gemaakt via het roosterbord. Indien de wijziging een eerste lesuur betreft, zal de wijziging via teletekst pagina 686 aan de studenten kenbaar worden gemaakt. B 1.4.3 Absentieregeling De aanwezigheid in de les is verplicht. Ook op tijd zijn is een vereiste. De student doet er dan ook alles aan om (op tijd) aanwezig te zijn. Dat betekent o.a. afspraken, bijvoorbeeld met medisch specialisten, zo veel mogelijk buiten de lesuren plannen. Indien de student onmogelijk aanwezig kan zijn dan meldt hij dat zo mogelijk ruim van tevoren bij de administratie. Voor ziekte geldt dat
34
34
hij ’s ochtends zo vroeg mogelijk (dat kan vanaf 8 uur) moet bellen. Indien de student zelf niet in staat is te bellen, laat deze iemand anders een bericht aan school doorgeven, ook weer zo vroeg mogelijk. Als de student op school is en door ziekte weg wil, dan meldt deze zich af bij de receptie. Wanneer de student weer op school is meldt deze zich weer aan bij de receptie en vervolgens bij de betreffende docenten van de gemiste lessen ten aanzien van huiswerk etc. B 1.4.4 Onderwijs, examinering en diplomering Practica De practica worden beoordeeld op verslaggeving, praktische vaardigheid en houding. Voor de practica geldt dat het eindcijfer van de afzonderlijke practica groter of gelijk aan een 5,5 dient te zijn. Het herkansen (= inhalen) van practica kan, in tegenstelling tot schriftelijke toetsing, slechts beperkt plaats vinden. Indien de student niet voldoet aan de aanwezigheidseis kan er geen cijfer voor het practicum worden vastgesteld en zal het practicum over gedaan moeten worden (tenzij de vaststellingsvergadering anders beslist). Beroepspraktijkvorming (stage) De regels en afspraken rond de beroepspraktijkvorming (bpv) staan vermeld in het stagewerkboek. De stagewerkboeken worden zonodig uitgereikt. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan wat er van de student verwacht wordt als deze op bpv gaat: 1. door de bpv-coördinator 2. door de mentor 3. door de verschillende docenten. In het stagewerkboek staat vermeld hoe de bpv wordt beoordeeld. Sancties bij bespreekgevallen worden bepaald tijdens de vaststellingsvergadering. Indien dat leidt tot het over moeten doen van een bpvperiode, wordt daarvoor een geschikt tijdstip genomen. Voor de stagiaire is het belangrijk te weten dat de schoolvakanties niet in alle gevallen van toepassing zijn tijdens een bpv-periode. Excursies en projecten Ook de aanwezigheid bij excursies en projecten is verplicht. Bij excursies zal, op aangeven van de docent, in veel gevallen een excursieverslag geschreven moeten worden. Bij afwezigheid of bij onvoldoende resultaat bepaalt de docent hoe deze activiteit herkanst moet worden. Rapport/cijferoverzicht Twee maal per jaar krijgt de student een rapport. Op het rapport staan de behaalde cijfers en beoordelingen tot en met de voorgaande periode. Er wordt gestreefd naar een rapportage die de student inzicht geeft in de actuele stand ten aanzien van de voortgang voor het behalen van het streefdiploma. Indien een student een onderdeel niet (volgens de planning) heeft afgesloten, dan staat er geen cijfer of beoordeling op het rapport. Zittenblijven is in beginsel niet het uitgangspunt. Toch kan het voorkomen dat een student niet de gewenste studievoortgang heeft. De vaststellingsvergadering kan in dergelijke situaties beslissen dat de herkansingen alleen kunnen plaatsvinden door het betreffende studiejaar over te doen. New Life Vanwege instroom en uitstroom op dagniveau zijn er geen vaste rapportmomenten. Gedurende het New LIFE traject worden de ontwikkelingen van de leerling 4 keer gemeten. Bij voldoende resultaat stroomt een leerling door naar de volgende fase in het traject. Examinering Uitgangspunten: Een schooljaar bestaat uit 4 periodes van 10 weken. Tijdens deze periodes is de student op school of op een bpv-bedrijf. Iedereen is verplicht actief deel te nemen aan de onderwijsleeractiviteiten (lessen, excursies, opdrachten, etc.). Om deel te kunnen nemen aan een proeve van bekwaamheid moet eerst voldaan zijn aan de eisen vastgelegd in het voorwaardendossier van deze proeve van bekwaamheid. De datum van de proeve van bekwaamheid dient uiterlijk 1 week voor afname kenbaar te worden gemaakt aan de student. Het aantal herkansingsmogelijkheden voor een proeve van bekwaamheid of AVO-examen is beperkt. Een proeve mag maximaal 2 keer per jaar worden gedaan. Meestal worden aanvullende eisen gesteld aan een student die voor een proeve is gezakt en op wil gaan voor een herkansing. Alleen indien een proeve van bekwaamheid of AVO-examen door een geldige reden wordt gemist (lees: de student moet zich met opgaaf van reden hebben afgemeld bij de administratie) kan een extra mogelijkheid worden verkregen. De student dient hiervoor een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de examencommissie. De examencommissie beoordeelt de geldigheid van de reden. Indien de student zich niet heeft afgemeld of de reden niet geldig is verklaard, dan heeft de student een mogelijkheid voorbij laten gaan. Op verzoek kan voor bepaalde onderdelen van het onderwijsprogramma of het examenprogramma vrijstelling worden verleend op basis van vooropleiding, kennis of ervaring. Vrijstelling dient te worden aangevraagd bij de afdelingssecretaris van de
35
35
-
-
-
-
-
examencommissie, mevrouw J. Groenewegen. Voor en tijdens de afname van een proeve van bekwaamheid of AVO-examen geldt een aantal regels. Deze zijn beschreven in het examenreglement van de Lentiz onderwijsgroep. Bij iedere proeve van bekwaamheid dient de student de beoordeling te ondertekenen. De examencommissie kan maatregelen treffen tegen studenten die onregelmatigheden plegen. Onregelmatigheden zijn bijvoorbeeld: het niet opvolgen van instructies van de assessor, het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen, het niet verschijnen of niet deelnemen zonder opgave van geldige reden, het niet op tijd inleveren van opdrachten, werkstukken en verslagen zonder dat daarvoor een geldige reden bestaat. Maatregelen die kunnen worden genomen zijn: ongeldig verklaring van de uitslag van het betreffende examenonderdeel d.m.v. geen beoordeling voor het betreffende onderdeel of uitsluiting van verdere deelname aan het onderdeel. Het resultaat van de uitgevoerde proeve van bekwaamheid of het AVO-examen moet uiterlijk 10 schooldagen na de datum waarop deze heeft plaatsgevonden bekend zijn gemaakt aan de student. Gedurende 6 maanden (ingaande na het bekend worden van de uitslag van het betreffende examenonderdeel) heeft de student het recht om de beoordeling in te zien. Na afloop van deze periode wordt het materiaal opgeslagen in het archief en is er geen gelegenheid meer om de originele beoordeling in te zien. Werkstukken kunnen 6 maanden na de uitslag worden opgehaald. Een kopie en/of de beoordelingsstaat blijft eigendom van de school. Tegen de uitslag van een examen en tegen maatregelen betreffende onregelmatigheden kan bezwaar worden aangetekend. Bezwaar dient binnen 5 schooldagen bij de secretaris van de examencommissie (mevrouw J. Groenewegen) te worden ingediend. De school is verplicht minimaal 2 keer per jaar een overzicht van behaalde resultaten te verstrekken. De data waarop de overzichten worden uitgereikt zijn opgenomen in het jaarrooster. Ieder schooljaar worden spreekavonden gehouden. Aan het begin van het schooljaar wordt voor alle ouders/verzorgers een informatieavond gehouden, waarin uitleg wordt gegeven over de opleiding en kennis kan worden gemaakt met de mentor en overig personeel. De data van informatieavonden en spreekavonden zijn opgenomen in het jaarrooster. Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan de examencommissie toestaan dat de proeve van bekwaamheid in afwijkende vorm wordt afgenomen. De afwijkende proeve mag qua niveau en doelstelling niet anders zijn dan de beoogde doelstelling en het niveau van de oorspronkelijke proeve van bekwaamheid. In geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist de examencommissie MBO, zo nodig in samenspraak met het bevoegd gezag.
Diplomering De student kan het diploma behalen als het voorgeschreven leertraject met succes is gevolgd. Bewijsstukken van dit leertraject worden verzameld in een portfolio. De student komt in aanmerking voor diplomering als voldaan is aan de beroepspraktijkvorming, de eisen voor taal, rekenen en loopbaan en burgerschap en als alle proeven van bekwaamheid behorende bij het leertraject zijn behaald. B1.5 Belangrijke data schooljaar 2012-2013 Iedere student krijgt aan het begin van het schooljaar de jaarplanning uitgedeeld. In deze jaarplanning staan de belangrijke data in het schooljaar. Deze data zijn onder voorbehoud. De vakantieplanning staat in algemene deel A2.8.
36
36
B2 – ZORG EN ZEKERHEID B 2.1 Intake Voordat de student aan een opleiding aan Lentiz|MBO LIFE College begint, wil hij zelf natuurlijk meer te weten komen over de school. Daarnaast willen wij als school meer te weten komen over de student. We willen bijvoorbeeld graag weten waarom de student aan deze opleiding wil beginnen, vaststellen welk niveau het beste bij de student past, etc. Om al deze dingen te weten te komen, wordt met alle ingeschreven studenten een intakegesprek gehouden. Dit intakegesprek vindt plaats in de maand juni. De school kan om dit beeld te completeren ook inlichtingen opvragen bij de school die de student het laatste bezocht heeft. Al deze informatie hebben we nodig om de student tijdens zijn opleiding zo goed mogelijk te kunnen begeleiden en ondersteunen. Kort na dit intakegesprek krijgt de student bericht in welk niveau hij definitief is toegelaten. New LIFE De intake voor alle jongeren wordt verzorgd door ‘Het Steunpunt Onderwijs of Het Steunpunt Jongeren’ van het Samenwerkingsverband Nieuwe Waterweg Noord. Jongeren kunnen daar worden aangemeld voor de plusvoorziening. Het Steunpunt beoordeeld op basis van alle beschikbare gegevens uit de schoolloopbaan van de jongere inclusief de gegevens van het ‘Schoolloopbaanteam’ of de jongere binnen de doelgroep past. Het geheel wordt gecompleteerd met specifiek noodzakelijk onderzoek. Jongeren die uiteindelijk binnen de doelgroep passen worden doorgeleid naar New LIFE. Bij New LIFE wordt een intake/kennismakingsgesprek gevoerd met de psycholoog van New LIFE. Tijdens dit gesprek komt de motivatie en reden van aanmelding aan de orde. De jongeren bespreken waarom uitval onafwendbaar aan de orde lijkt. Er wordt een inventarisatie gemaakt van de problematiek waar de jongere mee te maken heeft. Er wordt onderzocht of deze problematiek te hanteren is binnen het project New LIFE. Tijdens de intake wordt aan de jongeren uitgelegd wat New-LIFE inhoudt en wat er van hen verwacht wordt. Na het intakegesprek wordt er een advies aan de directeur gegeven over deze jongere. Als de directeur akkoord is, mag een jongere starten met een proefweek. Tijdens die proefweek kunnen de jongere en New LIFE aan de hand van een gestructureerd programma gezamenlijk de conclusie trekken of het traject in New LIFE passend is. De jongere krijgt in het positieve geval een inschrijving bij New LIFE. Mocht de proefweek tot het besluit leiden dat er niet wordt geplaatst, dan verwijst men de jongere terug naar het Steunpunt. Vanuit New LIFE wordt dit aan het Steunpunt doorgegeven. Het Steunpunt gaat dan met hen verder, op zoek naar een geschikte oplossing. Introductiedagen In de eerste week na de zomervakantie maken de studenten op een gezellige manier kennis met de locatie, de stad, de docenten, de medestudenten uit het eerste jaar en uit de hogere jaren. De verschillende activiteiten en kosten die hieraan verbonden zijn worden bekend gemaakt tijdens het intakegesprek en op de eerste dag van de introductie. B 2.2 Studentzorg Studie- en studentbegeleiding Studie- en studentbegeleiding zijn een onlosmakelijk onderdeel van het opleiden. Dat betekent dat alle docenten daarin de eerste taak hebben. Als de student moeilijkheden heeft met studeren of met andere zaken, bijvoorbeeld privézaken, die zijn schoolprestaties beïnvloeden dan kan hij elke docent aanspreken. Daarnaast hebben de mentor en de teamleider bij de begeleiding een bijzondere rol. De mentor zal regelmatig, o.a. naar aanleiding van de rapporten, de studievoortgang bespreken. De studieleider zal de mentor daarin ondersteunen, maar de student kan ook rechtstreeks met de studieleider contact opnemen. De student kan ook terecht bij de remedial teacher voor specifieke begeleiding en/of counseling op diverse terreinen. Bij zeer diepgaande problemen kan de student vragen of één van de functionarissen hem helpt met zoeken van hulp buiten de school. Om de studentbegeleiding goed te laten verlopen gebruikt de school een studentbegeleidingssysteem. In dit systeem wordt informatie opgeslagen over de student en de begeleiding. Elke keer als daarbij sprake is van vertrouwelijke informatie, vraagt de functionaris eerst toestemming aan de student voor het registreren van de informatie in het systeem. Uiteraard respecteren wij daarbij de privacy van de student. Alleen die docenten waar dat noodzakelijk voor is hebben toegang tot het dossier. De student heeft ook het recht om zijn dossier in te zien en te vragen om informatie eruit te verwijderen. Als de student zaken in vertrouwen bespreekt met een functionaris, kan hij vragen om geheimhouding. Uiteraard wordt die geheimhouding gerespecteerd. Wel maken we melding in zijn dossier dat er een gesprek is geweest. Na elke periode is er een vaststellingsvergadering, waarin de studieresultaten worden vastgesteld en besproken. Na deze vergadering krijgt de student een rapport met een overzicht van alle behaalde resultaten. In voorkomende gevallen – bij tegenvallende studieresultaten of bij andere problemen – wordt, op initiatief van de mentor en/of de studieleider, in dit overleg besproken wat wij kunnen of moeten doen aan (de gevolgen van) die problemen. Aan het eind van het jaar (of aan het eind van de opleiding) neemt de vaststellingsvergadering besluiten, meestal op voordracht van de mentor, over de voortgang van de opleiding of over de diplomering.
37
37
Voor begeleiding bij studiekeuze (vervolgopleidingen), de studiefinanciering en vacatures kan de student terecht bij de studieleider. New LIFE Zodra een jongere toegelaten is tot het traject wordt er door de coach een perspectiefplan gemaakt. In dit perspectiefplan wordt bepaald aan welke pedagogische maar ook didactische leerdoelen de jongere moet werken om door te stromen naar de promotieklas en welke vorm van ondersteuning daarbij nodig is. De coach heeft de regie in de schoolloopbaan van de student. Hij is verantwoordelijk voor het tijdig doorverwijzen van de leerling naar het Zorgdoeteam, het ZDT. Het ZDT bestaat uit een psycholoog, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening en een verslavingsdeskundige. Alle betrokken partijen werken vanuit het perspectiefplan. Rol en verantwoordelijkheden school/docent Van de docenten en de school mag de student verwachten dat: ze zich optimaal inzetten voor de studenten en het onderwijs, er alles aan gedaan wordt lesuitval tot een minimum te beperken, er een goede schoolorganisatie is, er (wederzijds) een respectvolle behandeling is van studenten en leerkrachten, er goede toetsen zijn die op tijd nagekeken worden. De docenten en de opleiding verwachten van de student: inzet tijdens de lessen, interesse voor de leerinhouden, in toenemende mate actieve deelname aan het onderwijs, naleven van de schoolregels, 100% aanwezigheid, initiatieven om op de hoogte te blijven of te vragen als hij iets niet weet. Medezeggenschap De Lentiz onderwijsgroep heeft op elke locatie een eigen Medezeggenschapsraad (MR) of Ondernemingsraad (OR). Hierin kunnen onder andere onderwijsgevend personeel (OP), ondersteunend en beheerspersoneel (OBP), ouders en studenten zitting nemen. Voor het MBO is er per locatie één plaats voor een student beschikbaar. Ook is er een plaats beschikbaar voor een student in de instellings MR. Contact tussen ouders en school Lentiz|MBO LIFE College vindt het contact met de ouders zeer belangrijk. Dat contact bereiken we in eerste instantie door het organiseren van ouderavonden en zogenaamde tafeltjesavonden. Het is echter zo dat de student langzaam maar zeker groeit naar zelfstandigheid, zeker vanaf de leeftijd van 18 jaar. Wettelijk gezien is het zo dat de student, na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar, toestemming aan de functionarissen van de school moet geven voordat deze informatie aan de ouders of verzorgers geeft. Dat respecteren wij als organisatie. Wat kan de student van ons verwachten Er wordt elk jaar een aantal ouderavonden en tafeltjesavonden georganiseerd. De data daarvoor zijn terug te vinden in de jaarplanning. Op de algemene ouderavonden worden belangrijke zaken die spelen in het schooljaar doorgenomen. Bijvoorbeeld, tijdens de eerste ouderavond voor de eerste klas worden allerlei voor onze school eigen zaken uitgelegd, zoals het rapport, de bpv, etc. In het laatste jaar van de opleiding wordt in de algemene ouderavond ingegaan op de mogelijkheden voor doorstromen naar een vervolgopleiding en de mogelijkheden voor het vinden van een baan. De ouderavonden zijn in eerste instantie bedoeld voor de ouders/verzorgers, maar we vinden het leuk en goed als de student zelf ook meekomt. Op de tafeltjesavonden is er de mogelijkheid voor de ouders/verzorgers om de klassendocent of de vakdocent te spreken over de resultaten van de student. Hier geldt dat de student bij voorkeur zelf ook meekomt, zeker als hij 18 jaar of ouder is. De tafeltjesavond wordt georganiseerd nadat het rapport over de vorige periode is verschenen. De ouders/verzorgers kunnen zich door middel van het invullen van een antwoordstrookje opgeven voor deelname aan zo’n avond. In bijzondere gevallen kunnen zij ook aangeven dat ze op een andere dag een gesprek wensen. Het is uiteraard altijd de mogelijk dat ouders zelf contact opnemen met school. In eerste instantie is de mentor de aangewezen persoon hiervoor. In bijzondere gevallen, en uiteraard wanneer de situatie dat nodig maakt, nemen we zelf contact op met de ouders. Bij gesprekken tussen school en de ouders vragen we de student aanwezig te zijn. Op scholen voor voortgezet onderwijs is de inbreng van ouders ook geregeld via de Medezeggenschapsraad (MR). In het MBO is het gebruikelijk dat alleen studenten als gebruiker in de MR vertegenwoordigd zijn. Zo ook op onze school. Op de open dagen is iedereen altijd van harte welkom. Actief leren en praktijkgestuurd leren De kern van actief en praktijkgestuurd leren is dat het leerproces start vanuit de praktijkervaring. Om dit te kunnen realiseren gaat de student dan ook in het eerste schooljaar al snel enkele weken op bpv. In de hogere jaren van elke opleiding gaat de student elke week een aantal dagen op bpv en is een aantal dagen op school. Op basis van de bpv gaan de studenten zelfstandig of in een groepje met
38
38
medestudenten aan de slag met opdrachten en taken. Het actief en praktijkgestuurd leren berust op 5 belangrijke pijlers, te weten: Actief: de student leert beter als hij actief met de materie bezig is. Sociaal: door met anderen te leren, leert de student op meer manieren te leren. Bovendien leert hij in een team te werken. Constructief: de eigen ervaringen zijn de basis van het leerproces. De docent ondersteunt en begeleidt dat (meester – gezel model). Zelfregulerend: wat de studenten moeten doen wordt in het begin nog heel gedetailleerd door de docent aangegeven. Door de jaren heen wordt de student echter steeds zelfstandiger en meer zelfsturend. Hij leert zelf te leren. Doelgericht: iets leren omdat het later belangrijk zal zijn is vaak een slechte drijfveer om het te leren. De student leert veel beter als het past bij zijn eigen praktijkervaringen, dan wordt het leren persoonlijk en dus belangrijk. Hij moet dus zijn ervaringen uitbouwen. B 2.3 Praktijkleren Voor de mbo-opleidingen is het praktijkleren één van de belangrijkste pijlers van het onderwijsprogramma. Want: ‘De student moet goed voorbereid zijn op zijn toekomstige werkkring of opleiding.’ De wereld om ons heen verandert in een hoog tempo, ‘leren door doen’ en ‘leren leren’ leert prettiger, maar bereidt hem ook beter voor op alle toekomstige ontwikkelingen en veranderingen. De vormen van praktijkleren die in het onderwijsprogramma voorkomen zijn: beroepspraktijkvorming (bpv), praktijklessen, lesgebonden excursies en bedrijfsbezoeken. Omdat naast de theoretische opleiding een goede praktische kennis van zeer groot belang is bij de latere beroepsuitoefening, wordt bijna 50% van de totale studieduur in het bedrijfsleven doorgebracht. Vanuit een gecertificeerd leerbedrijf wordt de student door een praktijkopleider begeleid. Hij/zij zal circa 4 uur per week uittrekken voor volgen en sturen van de student in zijn/haar sociale- en beroepsvaardigheden. Voor elke bpv-periode worden, in daarvoor bestemde lessen, de bpv-opdrachten uitgebreid toegelicht door de mentor of bpv-coördinator. Tijdens de bpv-periode wordt de student door een docent begeleid. Hij/zij zal per periode minimaal 1 keer telefonisch contact opnemen met de praktijkopleider en 1 keer voor een stageleergesprek langskomen. Invullen en inleveren van de Praktijkovereenkomst Vóór de eerste bpv-dag moet er een praktijkovereenkomst worden afgesloten tussen het bedrijf, de stagiaire en Lentiz|MBO LIFE College. De praktijkovereenkomst (POK) is voor de student het bewijs dat er bpv gevolgd mag worden en dat het contract rechtsgeldig is. Indien de student toch op eigen initiatief bpv volgt, terwijl de ondertekende POK niet is ingeleverd, worden de reeds gelopen bpvdagen/uren niet meegeteld in het aantal verplichte bpv-dagen. De student wordt stellig afgeraden verder te gaan met de bpv, omdat hij/zij zonder getekende POK onverzekerd is. Ook het bedrijf, indien bekend, wordt hiervan op de hoogte gebracht door de bpvcoördinator. De student die toch bpv volgt zonder geldige POK draagt daarvoor zelf de verantwoordelijkheid. De school kan in geval van schade niet aansprakelijk worden gesteld. Uiterlijk binnen een week na aanvang van de bpv moet de door alle partijen ondertekende POK naar school zijn opgestuurd of zijn gebracht. Praktijklessen In de eerste jaren van de opleidingen leert de student bij vakgebonden practica verschillende technieken en gedrag welke nodig zijn in het toekomstige beroep. Lesgebonden excursies en bedrijfsbezoeken Een blik achter de schermen bij een groot aantal bedrijven levert de student de mogelijkheid een goed beeld te krijgen van mogelijke plaatsen waar hij later kan komen te werken. De bedrijven die bezocht worden, zijn zoveel mogelijk gezocht bij de relevantie van lB3 – Financiën In A2.4 en A2.5 staat beschreven welke wettelijke financiële plichten en rechten zijn verbonden aan het volgen van een opleiding. Hieronder volgen locatiespecifieke kosten. B 3.1 Schoolgeld en ouderlijke bijdrage In de eerste week van het schooljaar ontvangt iedere student een boekenlijst. De boeken worden door de school besteld en uitgedeeld. In een enkel geval moet de student zelf een boek bestellen. Dit wordt nadrukkelijk vermeld op de boekenlijst. De kosten voor boeken variëren per leerjaar, studierichting en niveau. De kosten voor benodigde dictaten, verzekering, lesgebonden excursies en praktijkleren, het schoolgeld, worden aan school betaald. Voor het voldoen van het schoolgeld ontvangt de student aan het einde van het kalenderjaar een factuur van de school. Op de volgende pagina staat de specificatie van het schoolgeld en de ouderlijke bijdrage in euro’s. De genoemde bedragen zijn richtprijzen, omdat bij het naar de drukker gaan van deze studiegids, nog niet alle bedragen exact bekend waren. De bedragen op de factuur kunnen dus iets afwijken van de in de tabel genoemde bedragen. Schoolgeld leerjaar 1
39
leerjaar 2
leerjaar 3
leerjaar
39
1. boeken 2. verzekering
niveau 2, 4
niveau 2, 4
niveau 4
n2 300,00 n4 450,00 12,50
n2 125,00 n4 450,00 12,50
n4 350,00 12,50
4 niveau 4 n4 150,00 12,50
New LIFE Voor New LIFE studenten is er geen eigen bijdrage B 3.2 Overige kosten Verzekering In paragraaf A2.7 staat informatie over de ongevallen– en aansprakelijkheidsverzekering van de Lentiz onderwijsgroep. De school sluit een speciale schoolverzekering af voor excursies, bpv en bijzondere activiteiten. Voor zover ons bekend worden deze verzekeringen niet afgesloten met particulieren. Mocht dit wel het geval zijn, dan horen wij dat graag. In zo'n geval verzoeken wij de student de verzekeringspolis te overleggen op de administratie.
40
40
B4 -HET BEROEPSPROFIEL B 4.1 Beeld van het beroep B 4.1.1 Urban Trade Bij Urban Trade kun je denken aan ondernemen in een bedrijf of winkel, inspelen op vragen uit je omgeving, luisteren naar de klant en verlenen van service. Je leert de kennis, vaardigheden en de beroepshouding die je nodig hebt in jouw werk. Het onderwijs is heel afwisselend, soms krijg je opdrachten, soms moet je wat leren, soms moet je samenwerken, een presentatie geven of een onderzoekje uitvoeren. Jijzelf staat in deze opleiding centraal. Als je lekker in je vel zit en jezelf kent, dan kun je als medewerker of ondernemer goed functioneren. Je leert ondernemend en commercieel te denken en vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Je luistert goed naar de wens van je klant en past jouw bedrijfsvoering hierop aan. Je bent dagelijks bezig met het verlenen van service, zodat je met jouw bedrijfsvoering zorgt voor een optimale klantbinding en winstgevend bent. Je werkt in een winkel als medewerker of hebt een eigen zaak of bedrijf en/of hebt een leidinggevende functie en stuurt medewerkers aan. Jouw opleiding leidt je op tot allround Urban Trader met specifieke aandacht voor levensmiddelen en natuur. B 4.1.2 Wellness & Lifestyle Bij Wellness & Lifestyle kun je denken aan omgaan met en helpen van mensen, alles leren over bewegen, gezondheid, verzorging en gezonde voeding, kleur brengen in het leven van een ander. Samen met je coach en medeleerlingen leer je alles over onder andere sport en bewegen. Over coachen en adviseren. Hoe je een mooie presentatie houdt. Je leert over uiterlijke verzorging en hygiëne. En, belangrijk, hoe je zelfbewust wordt en goed met anderen omgaat. Je leert over gezonde voeding en natuurlijk over de natuur. Ook het runnen van een eigen onderneming komt aan bod. Je loopt stage bij bedrijven die jouw hulp goed kunnen gebruiken. B 4.1.3 Catering De cateringbranche is heel veelzijdig. Het ene moment voer je een gesprek met een klant, die graag wil dat je de catering van een evenement verzorgt, het andere moment sta je in de keuken om de lekkerste etenswaren te bereiden. Ondertussen maak je op kantoor een planning voor de organisatie van een feest en zorg je ervoor dat je nieuwe klanten werft. In de opleiding catering kun je organisatietalent en klantgerichtheid combineren met het werken met verse voedingsmiddelen. Je leert alles over het bereiden en presenteren van etenswaren en houdt je bezig met het organiseren en aankleden van evenementen, diners en feesten. Daarnaast leer je hoe je op gastvrije wijze klanten kunt ontvangen. B 4.1.4 Urban Design Urban Design is een combinatie van stedelijke omgeving, projectmanagement en technologie. Tijdens de opleiding leer je mee te werken aan het ontwerpen en inrichten van de openbare ruimte in stedelijke gebieden. Denk bijvoorbeeld aan speelpleinen, stadsparken, groene winkelstraten, dakterrassen en recreatieterreinen. Het werk van een Urban Designer is heel afwisselend. Je zit aan de ontwerptafel en bent in gesprek met de architect en met bewoners. Je werkt ontwerptekeningen uit, stuurt projecten aan en houdt buiten, op locatie, de voortgang van het project in de gaten. B 4.1.5 Food Bij Food kun je denken aan ondernemen, het ontwikkelen van nieuwe producten, veilig en schoon omgaan met voeding. Je leert alles over verschillende soorten voeding, zoals: hoe wordt voeding geproduceerd, waar moet je op letten bij bereiding van voeding, waar moet je op letten bij verpakken van voeding, hoe vervoer je een product en hoe kun je het product het beste verkopen? Je leert ook bij een bedrijf. Samen met het bedrijf hebben we de mbo-opleiding opgezet. Je loopt stage bij bedrijven die jouw hulp goed kunnen gebruiken. B 4.2 Loopbaanmogelijkheden Het krijgen van een baan en daarna geld verdienen is voor iedereen belangrijk na een opleiding. Het verkrijgen van een "eerste vaste baan" is tegenwoordig moeilijker. Dat geldt voor bijna alle sectoren. De oorzaak is gelegen in de snelle maatschappelijke veranderingen. Dat de wereld verandert, is niets nieuws. De snelheid waarmee zij verandert is tegenwoordig erg groot. Doordat marktomstandigheden voortdurend in rap tempo veranderen, worden steeds hogere eisen gesteld aan het moderne ondernemerschap en dus ook de werknemers. Flexibilisering van arbeid en het verzinnen van veelzijdige oplossingen spelen een grote rol hierbij. Traditionele oplossingen voor een probleem en lifetime employment zijn begrippen die in deze tijd allang geen rol meer spelen. Deze flexibilisering van arbeid gaat gepaard met een grote behoefte van bedrijven werknemers in te zetten via een uitzendbureau of op projectbasis. Na gebleken geschiktheid is de kans tegenwoordig echter zeer groot om in vast dienstverband te komen. Als MBO-er zul je onderaan moeten beginnen. Via jezelf bewijzen, persoonlijke ontwikkelingsprogramma's en carrièreplanning of studie kun je vrij snel hogerop komen. B 4.3 Mogelijkheden vervolgopleidingen
41
41
Na het behalen van een MBO niveau 4 diploma behoort het volgen van een HBO-studie in een soortgelijke studierichting tot de mogelijkheden.B5 – Het opleidingsprofiel B 5.1 Het karakter van de opleiding De wijze waarop Lentiz|MBO LIFE College zichzelf en het onderwijs vorm wil geven kenmerkt zich als volgt: • vernieuwend • idealistisch • uitdagend • daadkrachtig Naast deze bovenstaande items dragen we een missie uit waarvan het belangrijkste punt is: Het Lentiz|MBO LIFE College draagt er zorg voor dat iedere deelnemer de school met een passende kwalificatie verlaat. Bij de invulling en uitvoering van de onderwijsprogramma’s willen we wat meer meegeven dan alleen de inhoudelijke aspecten voor het beroepenveld. Ook houdingsaspecten en sociale aspecten vinden wij van groot belang om in het toekomstige beroep beter te kunnen functioneren en om het maatschappelijk functioneren van de student meer handen en voeten te geven. Inhoudelijke aspecten (over de volle breedte van het beroepenveld) technologische kennis/vakkennis. beroepsvaardigheden/basisvaardigheden. redelijke IT-kennis. Houdingsaspecten een positief beeld van het leven. een positief beeld van het beroep. zelfbewustheid: je weet wie je bent en wat je kan, hoe anderen op jou reageren. acceptatie van anderen en andere waarden en normen, je discrimineert niet. een positieve houding over leren, leergierig. Je kenmerkt jezelf in termen van bewust, mentaliteit, kwaliteitsbewustzijn, verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van: milieu, kwaliteit, veiligheid, Arbo en hygiëne. Sociale aspecten beslisvaardigheden. leervaardigheden. inspelen op veranderende situaties. in teams werken, onder andere: • gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen, • inzicht kunnen krijgen in elkaars sterke en zwakke kanten, • elkaar kunnen en willen aanspreken, • feedback geven en feedback ontvangen, • een werkplanning kunnen maken, • overleg kunnen voeren. B 5.2 Het onderwijs Naast de theorielessen is ons onderwijs erop gericht dat de student leert zelfstandig (samen) te werken, eigen initiatief te tonen en te nemen, zelfverzekerd, bewust en met verstand van zaken te handelen. Door het brede scala aan praktijkleren kan de student bij diverse bedrijven met verschillende specialisaties terecht. Daarnaast is de opleiding ook diepgaand genoeg om door te stromen naar het HBO in hetzelfde onderwerp (voeding of handel) of in een geheel ander onderwerp. In B6 worden van de verschillende opleidingen de onderdelen genoemd welke nodig zijn om een diploma te kunnen behalen.
42
42
B 6 - LEERTRAJECTPLAN EN EXAMENPROGRAMMA Examenprogramma/leertrajectplan In het examenprogramma/leertrajectplan is per kwalificatieprofiel weergegeven waaraan de onderwijstijd wordt besteed. De student vindt hierin onder andere terug hoeveel tijd wordt besteed aan beroepspraktijkvorming (bpv). In het examenprogramma/leertrajectplan is weergegeven uit welke proeven van bekwaamheid en AVO-examens de examinering bestaat en welke kerntaken en werkprocessen er per proeve worden getoetst. In het voorwaardendossier, dat gedurende de opleiding aan de student wordt uitgedeeld, staat aan welke eisen de student minimaal moet voldoen om op te mogen gaan voor een proeve van bekwaamheid. Dit wordt tijdig met de student besproken. Een beschrijving van alle proeven van bekwaamheid is te vinden op Livelink. De tabellen worden in het begin van het schooljaar uitgedeeld en met de student besproken. Examenprogramma’s/leertrajectplannen zijn ook opgenomen in de OER. Deze examenprogramma’s/leertrajectplannen zijn gebaseerd op de exameneisen die staan benoemd in het voor de opleiding geldende kwalificatiedossier. In de examenprogramma’s/ leertrajectplannen heeft de Lentiz onderwijsgroep de gegevens uit de vastgestelde kwalificatiedossiers opgenomen. Indien er zich gedurende het schooljaar nog wijzigingen in de exameneisen voordoen zal dit middels een addendum op de studiegids aan de deelnemers gecommuniceerd worden.
43
43
EXAMENPROGRAMMA EN LEERTRAJECTPLAN CKS Naam opleiding: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Groene detailhandel (Medewerker groene detailhandel) Crebo-code: 22209 (97793) Niveau(s): 2 Studieduur in jaren: 2 Totaal aantal 3200 studiebelastingsuren: Leerweg (BOL/BBL): BOL/BBL Voldoet aan WSF-norm? BOL: ja /BBL: n.v.t. Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid* / Onderwijseenheid
300-1 Green retail
Gekoppeld aan Kerntaak
1, 2, 3
Werkprocessen
1.1 t/m 1.7, 2.1 t/m 2.4,3.1 t/m 3.4
Nederlands
Rekenen
Loopbaan en burgerschap
BPV Totaal
1 en 2
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) E, I, J, K, L, R, S,T, X
Diplomeringseis
Behaald
Mondelinge taalvaardigheid: 2F, Leesvaardigheid: 2F, Schrijfvaardigheid: 2F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 2F Getallen: 2F, Verhoudingen: 2F, Meten en meetkunde: 2F, Verbanden: 2F Voldoende
Voldoende
Aantal SBU in de opleiding uitgesplitst per Onderwijseenheid**
BOL: 1752uur BBL: 490 uur BOL: 100 uur BBL: 50 uur
Tijdsduur Examinering (PvB/ schriftelijk examen/taaltoets)
Min. werkdagen
BOL: 100 uur BBL: 50 uur
BOL: 100 uur BBL: 50 uur
BOL: 1148 uur BBL: 2560 uur 3200 uur
* Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier. ** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
44
44
Examenprogramma en Leertrajectplan CKS Naam opleiding: Naam kwalificatieprofiel: Crebo-code: Niveau(s): Studieduur in jaren: Totaal aantal studiebelastingsuren: Leerweg (BOL/BBL): Voldoet aan WSF-norm? Cohort Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid*/Onderwijse enheid
Gekoppeld aan Kerntaak
450-1 Start manager
1, 2, 3
450-2 Floor manager
1, 2, 4, 5
450-3 Allround manager
5
Lentiz | MBO LIFE College Groene detailhandel (Manager groene detailhandel) 22209 (97792) 4 BOL: 4/BBL: 2 BOL: 6400/BBL: 3200 BOL/BBL BOL: ja/BBL: n.v.t. 2012-2013 Werkprocessen
1.1 t/m 1.7, 2.1 t/m 2.4, 3.1 t/m 3.3 1.3, 1.8, 1.9, 1.10, 1.11, 2.2, 4.1 t/m 4.4, 5.3, 5.4, 5.8 5.1 t/m 5.9
Nederlands
Engels Generiek
Engels Beroepsgericht
1 en 2
Diplomeringseis
Behaald Behaald Behaald Mondelinge taalvaardigheid: 3F, Leesvaardigheid: 3F, Schrijfvaardigheid: 3F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 3F Getallen: 3F, Verhoudingen: 3F, Meten en meetkunde: 3F, Verbanden: 3F Luisteren B1, Lezen B1, Gesprekken voeren A2, Spreken A2, Schrijven A2 Communiceren (Spreken en Gesprekken) in moderne vreemde taal voor het werkproces ´Voert verkoopgesprek´. Indicatie CEFniveau A2
Rekenen
Loopbaan en burgerschap
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist)
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
BPV
Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, rekenen en Engels mogen er twee onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het derde cijfer moet ten minste een 6 zijn. Voor Nederlands worden de cijfers van het centrale examen (=1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel cijfer (1-10). Dit is het eindcijfer voor Nederlands
Aantal u Ond
BOL: 99 BBL: 14 BOL: 99 BBL: 14 BOL: 99 BBL: 14 BOL: 20 BBL: 50
BOL: 10 BBL: 50
BOL: 20 BBL: 50
Voldoende
Voldoende
BOL: 30 BBL: 50
Voldoende
BOL: 26 BBL: 25 BOL: 64 BBL: 32
Totaal
* Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier.
** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
45
45
EXAMENPROGRAMMA EN LEERTRAJECTPLAN CKS Naam school: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Operator (Voedingsoperator) Crebo-code: 22206 (97380) Niveau(s): 2 Studieduur in jaren: 2 Totaal aantal 3200 studiebelastingsuren: Leerweg (BOL/BBL): BOL/BBL Voldoet aan WSF-norm? BOL ja / BBL n.v.t. Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid* / Onderwijseenheid 380-1 Werken aan de lijn
Gekoppeld aan Kerntaak
1
Werkprocessen
1.1, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.10,1.12
Nederlands
Mondelinge taalvaardigheid: 2F, Leesvaardigheid: 2F, Schrijfvaardigheid: 2F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 2F Getallen: 2F, Verhoudingen: 2F, Meten en meetkunde: 2F, Verbanden: 2F
Rekenen Loopbaan en burgerschap
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) E, J, K, L, M, S, T
1 en 2
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaal-maatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
BPV
Diplomeringseis
Aantal opleiding
Onderwi Behaald -
Voldoende
Voldoende
Totaal
BOL: 1752 BBL: 440 u BOL: 100 u BBL: 50 uu
BOL: 100 u BBL: 50 uu BOL: 100 u BBL: 100 u
BOL: 1148 BBL: 2560 3200 uur
* Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier.
** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
46
46
EXAMENPROGRAMMA EN LEERTRAJECTPLAN CKS Naam school: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Allround operator (Allround voedingsoperator) Crebo-code: 22227 (97340) Niveau(s): 3 Studieduur in jaren: 2 Totaal aantal 3200 studiebelastingsuren: Leerweg (BOL/BBL): BBL Voldoet aan WSF-norm? n.v.t. Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid* / Onderwijseenheid 340-1 Proces onder controle 340-2 Alles onder controle Nederlands
Gekoppeld aan Kerntaak
1 1, 2
Werkprocessen
1.1, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.10, 1.13 1.12, 2.1, 2.2
Rekenen
Loopbaan en burgerschap
1 en 2
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) E, J, K, L, M, S, T B, C, E, J, K, M, Q Mondelinge taalvaardigheid: 2F, Leesvaardigheid: 2F, Schrijfvaardigheid: 2F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 2F Getallen: 2F, Verhoudingen: 2F, Meten en meetkunde: 2F, Verbanden: 2F
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
BPV Totaal * Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier.
Diplomeringseis
Aantal opleiding
Onderwi Behaald
220 uur
Behaald Diplomering voor '14-'15: resultaten hebben geen invloed op de zak-/slaagregeling. Diplomering na '14-'15: Eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn. Eindcijfer voor Rekenen mag niet lager dan een 5 zijn. Voor Nederlands wordt het cijfer van het CE (=1cijfer) en het cijfer van het IE (=1 cijfer) gemiddeld tot één eindcijfer. Voldoende
220 uur 50 uur
Voldoende
2560 uur 3200 uur
50 uur
100 uur
** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
47
47
Examenprogramma en Leertrajectplan CKS Naam opleiding: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Voedingsmanagement (Voedingsspecialist) Crebo-code: 22206 (97541) Niveau(s): 4 Studieduur in jaren: BOL: 4 / BBL: 2 Totaal aantal studiebelastingsuren: BOL: 6400 / BBL: 3200 Leerweg (BOL/BBL): BOL/BBL Voldoet aan WSF-norm? BOL ja / BBL n.v.t. Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid*/ Onderwijseenheid
Gekoppel d aan Kerntaak
Werkprocessen
541-1 Kwaliteit verbeterd
2, 3
2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3.5
541-2 De specialist weet raad
1,2,3
1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 3.2, 3.5
Nederlands
Rekenen
Engels Generiek Engels Beroepsgericht
Loopbaan en burgerschap
1 en 2
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) B, E, I, J, K, M, P, Q, S, Y
Behaald
B, C, E, I, J, K, L, M, P, Q, S, T, V, Y
Behaald
Mondelinge taalvaardigheid: 3F, Leesvaardigheid: 3F, Schrijfvaardigheid: 3F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 3F Getallen: 3F, Verhoudingen: 3F, Meten en meetkunde: 3F, Verbanden: 3F Luisteren B1, Lezen B1, Gesprekken voeren A2, Spreken A2, Schrijven A2 Communiceren (Spreken en Gesprekken) indien noodzakelijk in het Engels voor de werkprocessen 'Analyseert en evalueert productie' 'Bereidt productbereiding voor' 'Bewaakt uitvoering van kwaliteitsbeleid' 'Implementeert verbetervoorstellen' 'Neemt deel aan projecten' 'Optimaliseert productie' 'Reinigt en desinfecteert apparatuur' 'Voert kwaliteitscontroles uit'. Indicatie CEF-niveau A2.
Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, rekenen en Engels mogen er twee onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het derde cijfer moet ten minste een 6 zijn. Voor Nederlands worden de cijfers van het centrale examen (=1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel cijfer (1-10). Dit is het eindcijfer voor Nederlands
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
BPV
Diplomeringseis
Aa
u On
BO BBL
BO BBL
Voldoende
Voldoende
BO BBL
Voldoende
BO BBL BO BBL
Totaal * Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier.
** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
48
BO BBL BO BBL BO BBL
48
Examenprogramma en Leertrajectplan CKS Naam opleiding: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Zorg, natuur en gezondheid (Ondernemer zorgbedrijf plant) Crebo-code: 22225 (97562) Niveau(s): 4 Studieduur in jaren: BOL: 4 /BBL: 2 Totaal aantal studiebelastingsuren: BOL: 6400 / BBL: 3200 Leerweg (BOL/BBL): BOL/BBL Voldoet aan WSF-norm? BOL: ja / BBL: n.v.t. Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid*/ Onderwijseenheid
562-1 Werken op het zorgbedrijf (plant) 562-2 Organiseren op het zorgbedrijf (plant) 562-3 Zorgbedrijf, mijn zorg (plant) 562-4 Zorg voor de toekomst
Gekoppeld aan Kerntaak
Werkprocessen
1, 3
1.2, 3.1, 3.2, 3.4
1, 3
1.1, 1.2, 1.3, 3.1, 3.2, 3.3
1, 3, 4
1.1, t/m 1.4, 3.2, 4.1, 4.5, 4.6, 4.7, 4.9, 4.10, 4.11 4.1 t/m 4.9
4
Nederlands
Rekenen
Engels Generiek
Loopbaan en burgerschap
1 en 2
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) B, D, E, J, K, L, Q, S, T, V B, C, D, E, F, J, K, L, M, Q, R, S, T, V A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, Q, R, S, T, V, Y A, B, C, E, G, H, J, K, M, O, Q, S, T, X, Y Mondelinge taalvaardigheid: 3F, Leesvaardigheid: 3F, Schrijfvaardigheid: 3F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 3F Getallen: 3F, Verhoudingen: 3F, Meten en meetkunde: 3F, Verbanden: 3F Luisteren B1, Lezen B1, Gesprekken voeren A2, Spreken A2, Schrijven A2
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
BPV
Diplomeringseis
Behaald Behaald Behaald Behaald Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, rekenen en Engels mogen er twee onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het derde cijfer moet ten minste een 6 zijn. Voor Nederlands worden de cijfers van het centrale examen (=1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel cijfer (1-10). Dit is het eindcijfer voor Nederlands Voldoende
Voldoende
Totaal
Aantal SB uitg Onder
BOL: 828 uu BBL: 110 uu BOL: 828uu BBL: 110 uu BOL: 828 uu BBL: 110 uu BOL: 828 uu BBL: 110 uu BOL: 200 uu BBL: 50 uur
BOL: 100 uu BBL: 50 uur
BOL: 300 uu BBL: 50 uur
BOL: 2488 u BBL: 2560 u BOL: 6400 u BBL: 3200 u
* Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier.
** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
49
49
Examenprogramma en Leertrajectplan CKS Naam opleiding: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent Crebo-code: 22264 (97390) Niveau(s): 1 Studieduur in jaren: 1 Totaal aantal studiebelastingsuren: 1600 Leerweg (BOL/BBL): BBL Voldoet aan WSF-norm? n.v.t. Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid*/ Onderwijseenheid
390-1 Assisteren bij het werk Nederlands
Gekoppeld aan Kerntaak
1
Werkprocessen
1.1, 1.2, 1.3, 1.4
Mondelinge taalvaardigheid: 2F, Leesvaardigheid: 2F, Schrijfvaardigheid: 2F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 2F Getallen: 2F, Verhoudingen: 2F, Meten en meetkunde: 2F, Verbanden: 2F
Rekenen
Loopbaan en burgerschap
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) D, E, K, L, Q, R, T, U, V
1 en 2
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
Diplomeringseis
Aantal SBU in de opleiding uitgesplitst per Onderwijseenheid**
Behaald
245 uur
-
25 uur
-
25 uur
Voldoende
25 uur
Tijdsduur Examinering (PvB/schriftelijk examen/taaltoets)
Minimaal ½ werkdag
BPV Voldoende 1280 uur Totaal 1600 uur * Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier.
** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
50
50
Examenprogramma en Leertrajectplan CKS Naam opleiding: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Assistent medewerker voedsel en leefomgeving (Assistent voeding/voedingsindustrie) Crebo-code: 22253 (97475) Niveau(s): 1 Studieduur in jaren: 1 Totaal aantal studiebelastingsuren: 1600 Leerweg (BOL/BBL): BBL Voldoet aan WSF-norm? n.v.t. Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid*/ Onderwijseenheid
475-1 De assistent aan de lijn Nederlands
Gekoppeld aan Kerntaak
1
Werkprocessen
1.1, 1.2, 1.10, 1.11
Mondelinge taalvaardigheid: 2F, Leesvaardigheid: 2F, Schrijfvaardigheid: 2F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 2F Getallen: 2F, Verhoudingen: 2F, Meten en meetkunde: 2F, Verbanden: 2F
Rekenen
Loopbaan en burgerschap
BPV
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) E, J, K, L, S, T
1 en 2
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
Diplomeringseis
Aantal SBU in de opleiding uitgesplitst per Onderwijseenheid**
Behaald
245 uur
-
25 uur
-
25 uur
Voldoende
25 uur
Voldoende
1280 uur
Tijdsduur Examinering (PvB/schriftelijk examen/taaltoets)
Minimaal ½ werkdag
Totaal 1600 uur * Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier.
** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
51
51
Examenprogramma en Leertrajectplan CKS Naam opleiding: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie) Crebo-code: 22221 (97090) Niveau(s): 4 Studieduur in jaren: BOL: 4 /BBL: 2 Totaal aantal studiebelastingsuren: BOL: 6400 / BBL: 3200 Leerweg (BOL/BBL): BOL/BBL Voldoet aan WSF-norm? BOL: ja / BBL: n.v.t. Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid*/ Onderwijseenheid
Gekoppel d aan Kerntaak
Werkprocessen
090-1 Outdoor manager 1
2
2.2 t/m 2.6, 2.9, 2.10
090-2 Outdoor manager 2
1, 2
1.1 t/m 1.4, 2.1, 2.2, 2.7, 2.8 B, E, F, G, H, I, J, K, M, N, O, Q, R, S, T, X, Y
Behaald
090-3 Outdoor manager 3
2
2.1 t/m 2.8, 2.10
A, B, C, E, G, H, I, J, K, M, Q, R, S, T, U, X, Y
Behaald
Mondelinge taalvaardigheid: 3F, Leesvaardigheid: 3F, Schrijfvaardigheid: 3F, Taalverzorging en taalbeschouwing: 3F Getallen: 3F, Verhoudingen: 3F, Meten en meetkunde: 3F, Verbanden: 3F Luisteren: B1, Lezen: B1, Gesprekken voeren: A2, Spreken: A2, Schrijven: A2
Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, rekenen en Engels mogen er twee onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het derde cijfer moet ten minste een 6 zijn. Voor Nederlands worden de cijfers van het centrale examen (=1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel cijfer (1-10). Dit is het eindcijfer voor Nederlands Voldoende
Nederlands
Rekenen Engels Generiek
Engels Beroepsgericht
Moderne vreemde taal 2 Beroepsgericht
Loopbaan en burgerschap
1 en 2
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) A, B, C, E, I, J, K, L, M, Q, T, U, Y
Diplomeringseis
Behaald
Communiceren (Spreken & Gesprekken) in moderne vreemde taal bij de werkprocessen: 'Begeleidt medewerkers op vaktechnisch gebied', 'Inventariseert wensen inrichtings-, onderhouds- en/of beheersplan', 'Presenteert inrichtings-, onderhouds- en/of beheersplan'. Indicatie CEF-niveau A2 Communiceren (Spreken & Gesprekken) in Voldoende moderne vreemde taal bij de werkprocessen: 'Begeleidt medewerkers op vaktechnisch gebied', 'Inventariseert wensen inrichtings-, onderhouds- en/of beheersplan', 'Presenteert inrichtings-, onderhouds- en/of beheersplan'. Indicatie CEF-niveau A2 Voldoende
BPV
B B B B
B B
B B
Voldoende
B B B B
Totaal * Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier.
** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
52
B B B B B B B B
52
EXAMENPROGRAMMA EN LEERTRAJECTPLAN CKS Naam opleiding: Lentiz | MBO LIFE College Naam kwalificatieprofiel: Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker recreatiebedrijf) Crebo-code: 22219 (97532) Niveau(s): 2 Studieduur in jaren: 2 Totaal aantal 3200 studiebelastingsuren: Leerweg (BOL/BBL): BOL Voldoet aan WSF-norm? BOL: ja Cohort 2012-2013 Nummer en Naam van de Proeve van Bekwaamheid* / Onderwijseenheid
532-1 Outdoor basic - recreatie 532-2 Outdoor basic - onderhoud Nederlands
Gekoppeld aan Kerntaak
1, 3 2
Werkprocessen
1.6, 1.7, 1.9, 3.1 t/m 3.5 2.1 t/m 2.9
Rekenen
Engels Beroepsgericht
Loopbaan en burgerschap
BPV
1 en 2
1. Loopbaan, 2. Burgerschap; 2.1 De politiek-juridische dimensie, 2.2 De economische dimensie, 2.3 De sociaalmaatschappelijke dimensie, 2.4 De dimensie vitaal burgerschap
Te meten Competenties/ Te meten Taalniveau (Referentiekader/ CEF) / Te meten Rekenniveau (Referentiekader) (vereist) B, E, F, I, J, K, L, T
Diplomeringseis
Aantal SBU in de opleiding uitgesplitst per Onderwijseenheid**
Behaald
1077 uur
Min. 1 werkdag
E, F, J, K, L, T
Behaald
1077 uur
Min. 1 werkdag
Mondelinge taalvaardigheid: 2F, Leesvaardigheid: 2F, Schrijfvaardigheid: 2F, Begrippenlijst en taalverzorging: 2F Getallen: 2F, Verhoudingen: 2F, Meten en meetkunde: 2F, Verbanden: 2F Communiceren Voldoende (Spreken en Gesprekken) in het Nederlands en in een moderne vreemde taal voor het werkproces 'Voert gastheerschap uit' indicatie CEF-niveau A2 -
110 uur
Voldoende
640 uur
Tijdsduur Examinering (PvB/ schriftelijk examen/taaltoets)
40 uur
110 uur
176 uur
Totaal 3200 uur * Voorwaardelijke eisen voor deelname aan de Proeve van Bekwaamheid zijn te vinden in het voorwaardendossier. ** De uren in deze kolom moeten optellen tot het totaal aantal sbu in de opleiding. Onder de sbu’s vallen onder andere: de lessen, dagtaken, weektaken, het maken van opdrachten, huiswerk, de BPV, praktijkleren, coaching en begeleiding, toetsing.
53
53