Studiegids Academiejaar

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw

Studiegids Academiejaar 2012-13 Studiegebied Opleiding Traject

Gezondheidszorg Verkort Traject Vroedkunde deeltraject 1 PB-Vroedkunde (VT avondonderwijs) (Voltijds modeltraject )

Soort opleiding Diplomatitel Toelatingsvoorwaarden

Professioneel gerichte bacheloropleiding Bachelor in de vroedkunde Diploma secundair onderwijs of gelijkwaardig Nederlandse taalproef voor anderstaligen

Studieomvang

180 studiepunten (ECTS)

Onderwijstaal

Nederlands

Begindatum Einddatum Vakantie

18-9-2012 17-9-2013 Kerstvakantie van 24-12-2012 tot 6-1-2013 Paasvakantie van 1-4-2013 tot 14-4-2013 Zomervakantie van 1-7-2013 tot 31-8-2013

Aansluit- en vervolgopleidingen

Master in de verpleegkunde en de vroedkunde Mits schakelprogramma

BNB matern.intens.zorg. en neonat.zorg

Pagina 1 van 22 - versie: 2012.9.13


Opleidingsprofiel

Het opleidingsprofiel is gebaseerd op "Beroepsprofiel van de Belgische Vroedvrouw 2006" door de Nationale Raad voor de Vroedvrouwen en het opleidingsprofiel van de VLOR 2008. "Een vroedvrouw is een persoon die met regelmaat het opleidingsprogramma vroedkunde, dat erkend is in het land waar het plaatsvindt wordt georganiseerd, heeft gevolgd en die met succes de voorgeschreven studiecursus opleiding in de vroedkunde heeft voltooid en de nodige bekwaamheden heeft verworven om de vroedkunde op een wettige manier uit te oefenen. Zij moet in staat zijn om toezicht uit te oefenen, zorg te verstrekken en advies te geven aan vrouwen tijdens de zwangerschap, de bevalling en de periode na de bevalling en om op eigen verantwoordelijkheid bevallingen te verrichten en om zorg te verstrekken aan de pasgeborene en het jonge kind. Die zorg behelst ook het nemen van preventieve maatregelen, het opsporen van risico's bij moeder en kind, het verlenen van medische hulp en het treffen van spoedmaatregelen bij afwezigheid van medische hulp. Ze speelt een belangrijke rol in de gezondheidsvoorlichting en -opvoeding, niet alleen t.a.v. de vrouw, maar ook t.a.v. het gezin en de maatschappij. Ze doet aan prenatale opvoeding en voorbereiding op het ouderschap en haar taak strekt zich uit tot bepaalde domeinen van de gynaecologie, gezinsplanning en de zorg voor de pasgeborene. Ze kan haar beroep uitoefenen in ziekenhuizen, kraaminrichtingen, gezondheidscentra, thuissituaties of in enig ander dienstverband. " Kerncompetenties van de vroedvrouw: Een competentie is de combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes die een persoon gebruikt om te functioneren naar de eisen die gesteld worden in een (beroeps)context. Iemand is competent als deze het vermogen en de wil bezit om adequaat te handelen door het kiezen en gebruiken van de passende kennis, vaardigheden en houdingen. 1. De vroedvrouw begeleidt en bewaakt autonoom en globaal de gezonde vrouwen en pasgeborenen vanaf de bevruchting, voor, tijdens en na de geboorte en bevordert de integratie van het gezin. 2. In het verloskundig-medisch domein en het neonatologisch-medisch domein begeleidt de vroedvrouw de vrouw en het kind in verhoogrisico situaties, in samenwerking met en verwijzend naar gynaecologen, neonatologen en andere specialisten. In het domein van de reproductieve geneeskunde voert zij de haar toevertrouwde medische handelingen uit en is zij actief betrokken bij de pré- en postnatale opvolging van moeder en kind. 3. De vroedvrouw situeert de vrouw in haar familiale en sociale context. Zij herkent psychosociale crisissituaties. Zij begeleidt koppels met vruchtbaarheidsproblemen tijdens de medische behandeling. 4. De vroedvrouw heeft een taak in de seksuele en relationele vorming van de jongeren. Zij stimuleert en bevordert de gezondheid van de vrouw, de moeder, het kind en het gezin. Zij informeert koppels met vruchtbaarheidsproblemen. 5. De vroedvrouw neemt haar verantwoordelijkheid op voor de organisatie van haar werk alsook voor haar werkdomein. Zij werkt als actief lid samen in de hele structuur. 6. De vroedvrouw neemt actief deel aan de bewaking en de bevordering van de kwaliteit van zorg en draagt bij tot de ontwikkeling ervan. 7. De vroedvrouw streeft naar een op evidentie gebaseerde praktijkvoering vanuit een kritische reflectie op het eigen handelen. De vroedvrouw bezit leervaardigheden en attitudes die bijdragen tot levenslange professionalisering. 8. De vroedvrouw coacht, als deel van een interdisciplinair team, studenten en collega's om als professionele vroedvrouw in de gezondheidszorg te functioneren en op die manier een optimale perinatale zorgverlening te garanderen.



Eindcompetenties

Algemene competenties V/VV AC V/VV AC 1 denk- en redeneervaardigheid V/VV AC 2 het verwerven en verwerken van informatie V/VV AC 3 het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken V/VV AC 4 creativiteit V/VV AC 5 het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken V/VV AC 6 het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken V/VV AC 7 een ingesteldheid van levenslang leren Beroepsgerichte competenties V/VV BC V/VV BC 1 teamgericht kunnen werken V/VV BC 2 oplossingsgericht kunnen werken: zelfstandig complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk kunnen definiëren en analyseren V/VV BC 3 zinvolle oplossingsstrategieën kunnen ontwikkelen en toepassen V/VV BC 4 het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk Beroepsspecifieke competenties: kerncompetenties met deelcompetenties voor vroedkunde (VV) Kerncompetentie VV 1: autonoom zorg verlenen en coördineren binnen de fysiologische perinatale context VV 1.1 identificeren en diagnosticeren van de actuele en potentiële gezondheidsnoden van de zorgvrager VV 1.2 resultaatgericht de interventies plannen VV 1.3 resultaatgericht beroepsgerichte handelingen uitvoeren VV 1.4 resultaatgericht evalueren VV 1.5 coördineren van de zorg met aandacht voor kwaliteit en continuïteit. Kerncompetentie VV 2: in samenwerking met de arts zorg verlenen en coördineren binnen de pathologische perinatale context VV 2.1 identificeren en diagnosticeren van de actuele en potentiële problemen van de zorgvrager VV 2.2 resultaatgericht ontwikkelen van zinvolle oplossingsstrategieën VV 2.3 resultaatgericht uitvoeren van beroepsgerichte handelingen, waaronder toevertrouwde en gedelegeerde verpleegkundige/medische handelingen VV 2.4 resultaatgericht evalueren VV 2.5 coördineren van de zorg met aandacht voor kwaliteit en continuïteit. Kerncompetentie VV 3: begeleiden van de doelgroep, individueel en/of collectief, vanuit een contextuele holistische mensvisie VV 3.1 vertalen van conceptuele modellen en theorieën naar de directe, individuele of collectieve zorgverlening VV 3.2 de zorgvraag uitwerken vanuit een ethisch en juridisch referentiekader tot een optimaal zorgproces Kerncompetentie VV 4: opnemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid VV 4.1 functioneren binnen een multiprofessioneel team VV 4.2 aanbod van zorgvoorzieningen hanteren bij het ontwikkelen van zorgprocessen VV 4.3 de actuele beroepsuitoefening plaatsen in een nationaal en Europees perspectief VV 4.4 omgaan met diversiteit Kerncompetentie VV 5: bevorderen van de professionele deskundigheid om de kwaliteit van de vroedkundige zorg te bewaken VV 5.1 bevorderen van eigen professionele deskundigheid VV 5.2 bevorderen van de professionele deskundigheid van anderen VV 5.3 raadplegen en kritisch interpreteren van wetenschappelijk onderzoek



Modeltrajecten

Modeltraject PB-Vroedkunde (verkort traject avondonderwijs) - deeltraject deeltraject 1 PB-Vroedkunde (VT avondonderwijs) - deeltraject deeltraject 2 PB-Vroedkunde (VT avondonderwijs)



Opleidingsprogramma deeltraject 1 PB-Vroedkunde (VT avondonderwijs) (Voltijds modeltraject) 1VV I 12-13 (vrijstelling)

1VV I. De gezonde mens

studiepunten

9

tijdsorganisatie

Periode 1

1VV I.1 12-13 (vrijstellng)

- 1VV I.1 Een gezond lichaam

3

Periode 1

1VV I.2 12-13 (vrijstellng)

- 1VV I.2 De gezonde mens in zijn omgeving

3

Periode 1

1VV I.3 12-13 (vrijstelling)

- 1VV I.3 De gezonde mens in relatie

3

Periode 1

1VV II 12-13 (vrijstelling)

1VV II Functioneren als vroedvrouw

1VV II.1 12-13 (vrijstelling)

- 1VV II.1 De vroedvrouw als professionele zorgverlener

3

Periode 1


- 1VV II.2 De vroedvrouw in de rechtsstaat

2

Periode 1


- 1VV II.3 De vroedvrouw als coach

4

Periode 1

9

Periode 1

1VV III 12-13 (vrijstelling)

1VV III. Kinderwens

3

Periode 2

1VV IV 12-13

1VV IV. Zwangerschap

7

Periode 2

1VV IV.1 12-13

- 1VV IV.1 Gezond zwanger

4

Periode 2

1VV IV.2 12-13

- 1VV IV.2 Bewust zwanger

3

Periode 2

1VV V 12-13

1VV V. Baring

5

Periode 3

1VV VI 12-13

1VV VI. Kraambed

8

Periode 3+4

1VV VI.1 12-13

- 1VV VI.1 De pasgeborene

4

Periode 3+4

1VV VI.2 12-13

- 1VV VI.2 De kraamvrouw

2

Periode 3+4

1VV VI.3 12-13

- 1VV VI.3 Het gezin in relatie

2

Periode 3+4

1VV VII 12-13 (vrijstelling) 1VV VII. Klinisch onderwijs

16

Academiejaar

1VV wet 12-13 (vrijstelling) 1VV De vroedvrouw als wetenschapper

3

Academiejaar

2VV VIII 12-13

2VV VIII. De baring met verwikkelingen

4

Periode 1

2VV IX 12-13 (vrijstelling)

2VV IX. De zieke mens

8

Periode 3+4

2VV IX.1 12-13 (vrijstelling)

- 2VV IX.1 De mens met gezondheidsproblemen

5

Periode 3+4

2VV IX.2 12-13 (vrijstelling)

- 2VV IX.2 Omgaan met gezondheidsproblemen

3

Periode 3+4

2VV X 12-13 (vrijstelling)

2VV X. De zorgende vroedvrouw

6

Periode 1+3+4

2VV X.1 12-13 (vrijstelling)

- 2VV X.1 Evidence based midwifery

3

Periode 1+3+4

2VV X.2 12-13 (vrijstelling)

- 2VV X.2 Maatschappelijk verantwoordelijke zorg

3

Periode 1+3+4

2VV XI 12-13

2VV XI. De bedreigde zwangerschap

5

Periode 3+4

2VV XII 12-13

2VV XII. Het kraambed met verwikkelingen

7

Periode 1+3+4

2VV XII.1 12-13

- 2VV XII.1 Verwikkelingen bij de neonaat

5

Periode 1+3+4

2VV XII.2 12-13

- 2VV XII.2 Verwikkelingen bij de kraamvrouw

2

Periode 1+3+4

2VV XIII stv 12-13

2VV XIII. Stage verloskamer (6 weken aan 36u/week)

10

Academiejaar

2VV XIII st 12-13 (vrijstelling)

2VV XIII. Stage (9 weken aan 36u/week)

14

Academiejaar

3VV XVI.A 12-13 (vrijstelling)

3VV XVI.A De professionele vroedvrouw A

9

Periode 2+3+4

3VV XVI.A.1 12-13 (vrijstelling)

- 3VV XVI.A.1 Interprofessionele samenwerking

2

Periode 3


- 3VV XVI.A.2 Vroedvrouw en maatschappij

3

Periode 2+4


- 3VV XVI.A.3 Wettelijk kader

2

Periode 2+4


- 3VV XVI.A.4 Gezondheidspromotie door didactiek

2

Periode 2+4


Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw 3VV XVIII e@h 12-13 (vrijstelling)

3VV XVIII. Educator@healthcare

3

Academiejaar

3VV lit 12-13 (vrijstelling)

3VV Literatuurstudie

5

Academiejaar



Studiegebied Opleiding

Gezondheidszorg Verkort Traject Vroedkunde Professioneel gerichte bacheloropleiding

Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en):

Samengesteld opleidingsonderdeel

1VV IV 12-13 - 1VV IV. Zwangerschap Delen van dit samengesteld onderdeel:

Studiepunt

Weging

Boiy Martine

- 1VV IV.1 12-13 - 1VV IV.1 Gezond zwanger

4

3.75

Raeymaekers Greet

- 1VV IV.2 12-13 - 1VV IV.2 Bewust zwanger

3

1.75

Studiepunten: 7 Wegingsfactor: 5.5 Quotering: Op 20 (tot op een halve)

al de niet-vrijgestelde delen zijn te volgen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel.

Delibereerbaar Herkansing: Niet-geslaagde dOLODs (waarop tweede examenkans mogelijk)

Soort opleidingsonderdeel: samengesteld opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD Onderwijstaal:





Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Boiy Martine Raeymaekers Greet Studiepunten: 4 Wegingsfactor: 3.75 Quotering: Op 20 (tot op een halve)

Studiebelasting: 120u Contacturen per jaar:

7u

Soort opleidingsonderdeel: deel van een opleidingsonderdeel

Deelopleidingsonderdeel

1VV IV.1 12-13 - 1VV IV.1 Gezond zwanger Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Anatomie en fysiologie - Aanatomie van bekken en geslachtsorganen. Embryologie. Vroedkundige begeleiding - Fysiologische veranderingen tijdens zwangerschap. Normaal zwangerschapsverloop en prenatale controles. Verloskundig onderzoek. Gezondheidspromotie en levenswijze van de zwangere vrouw. Vitale parameters - Betekenis van bloeddruk, pols, temperatuur en basis verpleegkundige vaardigheden. Doelstellingen Kennis hebben van de obstetrische anatomie en van de normale fysiologische veranderingen tijdens de zwangerschap. Inzicht hebben in het doel van preconceptionele en prenatale zorg. Stellen van een diagnose van zwangerschap en kennis over prenatale controles; voortekenen van de baring. Belang van gezondheidspromotie bij de zwangere vrouw. Inzicht in vitale parameters. Basiskennis embryologie. Werkvormen Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7u)

2 periodes

periode 1+2

Zelfstudie (113u) Onderwijstaal: Nederlands

Evaluatie Ex. Moment kans

Vorm

Gewicht Herhaal Toelichting baar?

1

Periode 2

Schriftelijk examen

100% Ja

2

augustusseptember

Schriftelijk examen

100% NVT

Studiematerialen (onder voorbehoud)

Medium

Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema IV.1 Gezond zwanger

Boek

Normale baring en kraambed (editie 2012)

Auteur

Uitgever

ISBN

Bogaerts, A.; Geerdens, L.; Gooris, F.

Garant Uitgevers nv

978-90-441-2890-1

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 2 - VV AC 6 - VV AC 7 - VV BC 1 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 – 1.2 - 1.3 - 1.4 - 1.5 – 2.1 - 2.2 - 2.3 - 2.4 - 2.5 - 3.1 - 3.2 – 4.1 - 4.2 - 5.1 – 5.3





Tijdsorganisatie: Periode 2 Docent(en): Boiy Martine Raeymaekers Greet Studiepunten: 3 Internat. gemerkte stp. : 0,5 Wegingsfactor: 1.75 Quotering: Op 20 (tot op een halve)


2u



1VV IV.2 12-13 - 1VV IV.2 Bewust zwanger Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Zwangerschapsbegeleiding: een introductie. Organisatie van de gezondheidszorg. De verschillende soorten zorg - gebruik van de sociale kaart en van de verschillende gezondheidsvoorzieningen. De aspecten van gezondheid en prenatale zorgverlening, de nodige informatie verzamelen en verwerken om de doelgroepen op een juiste manier te kunnen informeren. Kritisch reflecteren op de invulling (persoonlijke en die van anderen) van gezondheidspromotie en zo nodig bijsturen. Voeding: dagschema, rekening houdend met de voedingsdriehoek. BMI-index: berekening en interpretatie. Teratogenen tijdens zwangerschap. Groepswerk en reflecteren. Doelstellingen Kennis van de sociale kaart en de verschillende gezondheidsvoorzieningen. Inzicht in het maken van persoonlijke reflecties. leren werken in groep. Kennis van gezondheidsaspecten en prenatale zorgverlening. Inzicht in de visie op zorg en begeleiding in de vroedkunde. Kennis van de verschillende zorgvormen in de vroedkundige praktijk. Kennis van het belang van een evenwichtige voeding; kennis van het begrip energie. Kennis van micro- en macronutriënten. Kennis van teratogenen tijdens zwangerschap.

Onderwijstaal: Nederlands

Werkvormen Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2u)

2 periodes

periode 1+2

Zelfstudie (78u) Evaluatie Ex. Moment kans

Vorm


1

Periode 2

opdracht

100% Ja

2

augustusseptember

opdracht

100% NVT

Verwerkingsopdrachten: indien de afwezigheid niet gewettigd is, is de consequentie een 0 voor dit opleidingsonderdeel. Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema IV.2 Bewust zwanger

Auteur

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 2 - VV AC 4 - VV AC 7 - VV BC 1 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 – 1.2 - 1.3 – 1.4 - 1.5 - 3.1 – 3.2 – 4.1 - 4.2 - 4.3 - 4.4 - 5.1 - 5.2 - 5.3


Uitgever

ISBN




Tijdsorganisatie: Periode 3 Docent(en): Boiy Martine Raeymaekers Greet Studiepunten: 5 Wegingsfactor: 5 Quotering: Op 20 (tot op een halve) Delibereerbaar Studiebelasting: 156u Contacturen per jaar:

8u

Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD

Opleidingsonderdeel

1VV V 12-13 - 1VV V. Baring Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Anatomie en fysiologie - Fysiologische veranderingen tijdens arbeid, bevalling en direct postpartum Vroedkundige begeleiding tijdens arbeid, bevalling en direct postpartum Overgang van intra-uterien naar extra-uterien leven en fysiologie van de pasgeborene Seminaries exacte wetenschappen: invloed van temperatuur op de neonatus, druk van gassen en vloeistoffen Doelstellingen Kennis en inzicht hebben: in de anatomie van de vrouw en de fysiologische veranderingen tijdens arbeid, bevalling en direct postpartum; in de vroedkundige begeleiding tijdens een normale arbeid, bevalling en direct postpartum; in de fysiologie van de pasgeborene. Werkvormen Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (8u)

2 periodes

periode 2+3


Vorm

1

Periode 3

Schriftelijk examen

100% Ja

2

augustusseptember

Schriftelijk examen

100% NVT



Het schriftelijk examen bestaat uit een deel casus en een deel meerkeuzevragen. Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema V - Baring

Auteur

Uitgever

ISBN

Boek



Garant Uitgevers nv

978-90-441-2890-1

Brochure

Inwendig onderzoek. Handboekje voor verloskundigen.

Droogendijk, R. en M.

Vermeulen Medical B.V.

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 2 - VV AC 6 - VV AC 7 - VV BC 1 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 – 1.2 – 1.3 - 1.4 - 1.5 – 3.1 – 3.2 – 4.1 – 4.2 – 4.3 - 4.4 - 5.1 - 5.2 - 5.3





Tijdsorganisatie:


Periode 3+4

1VV VI 12-13 - 1VV VI. Kraambed

Docent(en):

Delen van dit samengesteld onderdeel:

Claes Laura

- 1VV VI.1 12-13 - 1VV VI.1 De pasgeborene

4

3.50

- 1VV VI.2 12-13 - 1VV VI.2 De kraamvrouw

2

2.50

- 1VV VI.3 12-13 - 1VV VI.3 Het gezin in relatie

2

1.50

Hellebaut Bert Raeymaekers Greet Studiepunten: 8 Wegingsfactor: 7.5 Quotering: Op 20 (tot op een halve)



Soort opleidingsonderdeel: samengesteld opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD Onderwijstaal:


Studiepunt

Weging




Tijdsorganisatie: Periode 3+4 Docent(en): Claes Laura



3u




1VV VI.1 12-13 - 1VV VI.1 De pasgeborene Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud De pasgeborene - Fysiologie; icterus, moedermelk versus kunstvoeding, psychomotorische ontwikkeling, vaccinaties, PKUtest. Vroedkundige begeleiding - 1ste opvang pasgeborene, onderzoek pasgeborene, themoregulatie, gewone en ongewone kenmerken van de pasgeborene, babybadje, PKU uitvoeren, zelfzorg. Ontwikkelingspsychologie - Ontwikkeling van het kind en belevingsaspecten van ouders en kind. Doelstellingen Het begrip neonatale icterus kennen en kunnen interpreteren. Het verschil tussen moedermelk en kunstmelk kunnen aangeven en hierbij het belang van moedermelk kunnen beklemtonen. De psychomotorische ontwikkeling van het jonge kind (0-4 jaar) kennen en kunnen interpreteren. Het belang van vaccinaties kennen. Basiskennis bezitten over de ziekteverwekkers. Stofwisselingsziekten van de pasgeborene kennen. Weten wat de PKU test inhoudt en deze kunnen uitvoeren. Vroedkundige zorg bieden aan de gezonde pasgeborene tijdens het kraambed: 1ste opvang van de pasgeborene, klinisch onderzoek van de pasgeborene, apgarscore, normale en abnormale kenmerken, thermoregulatie, babybadje. Inzicht hebben in de ontwikkeling van de pasgeborene op psychisch, psycho-motorisch, sociaal en psychodynamisch vlak. Inzicht hebben in het hechtings en acceptatie proces van ouders. Werkvormen Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (3u)

2 periodes

periode 4


Vorm


1

Periode 3

Schriftelijk examen

100% Ja

2

augustusseptember

Schriftelijk examen

100% NVT

Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema VI.1 De pasgeborene

Boek

Psychologie van de levensloop (editie 2007)

Auteur

Uitgever

ISBN

Craeynest, P.

Leuven: Acco

978-90-334-5808-8

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 3 - VV AC 6 - VV BC 1 - VV BC 2 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 - 1.2 - 1.3 - 1.4 - 1.5 – 2.1 - 2.2 - 2.3 - 2.4 - 3.1 – 3.2 – 4.1 - 4.2 - 5.1 - 5.3





Tijdsorganisatie: Periode 3+4 Docent(en): Raeymaekers Greet



6u



1VV VI.2 12-13 - 1VV VI.2 De kraamvrouw Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Fysiologie - Anatomie en fysiologie van de borst, borstvoeding. Vroedkundige begeleiding - vroedkundige zorg in het kraambed: fysiologie en psychologie. Verpleegkundige vaardigheden: maagdarmstelsel en immobiliteit. Seminaries exacte wetenschappen: bloed- en urineonderzoeken. Methodisch handelen: klinisch redeneren. Doelstellingen Fysiologie Inzicht hebben in de anatomie en fysiologie van de borst. Begeleiding bij borstvoeding; inzicht hebben in fyiologische en psychologische veranderingen van de vrouw tijdens het kraambed. Verpleegkundige vaardigheden Inzicht in verpleegkundige begeleidingsaspecten; maagdarmstelsel en (im)mobiliteit Seminaries exacte wetenschappen Inzicht hebben in stofwisseling, normale bloed- en urinesamenstelling, diagnostische tests. Methodisch handelen Klinisch redeneren kunnen toepassen bij kraamvrouw en pasgeborene, een zorgplan kunnen opstellen. Werkvormen


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (6u)

2 periodes

periode 3


Vorm


1

Periode 4

Mondeling examen

100% Ja

met schriftelijke voorbereiding

2

augustusseptember

Mondeling examen

100% NVT

met schriftelijke voorbereiding


Studiemateriaal

Auteur

Uitgever

ISBN

Boek



Garant Uitgevers nv

978-90-441-2890-1

Cursus

Leertekst Thema VI.2 De kraamvrouw

Boek

Zakboek Verpleegkundige Diagnosen (editie 2012)

Carpenito, L. J.

Groningen: Wolters-Noordhoff

978-90-018-1014-6

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 2 - VV AC 6 - VV AC 7 - VV BC 3 VV 1.1 – 1.2 – 1.3 – 1.4 – 1.5 - 2.1 - 2.2 - 2.3 - 2.4 - 2.5 - 3.1 – 3.2 - 4.1 - 4.2 - 5.1 -5.3





Tijdsorganisatie: Periode 3+4 Docent(en): Hellebaut Bert

Studiepunten: 2 Internat. gemerkte stp. : 0,5 Wegingsfactor: 1.5 Quotering: Op 20 (tot op een halve)


2u



1VV VI.3 12-13 - 1VV VI.3 Het gezin in relatie Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Maatschappelijke reïntegratie. RZL - Kenmerken en functie van levensbeschouwelijke rituelen; zwangerschaps- en geboorterituelen bij christenen, moslims, joden en vrijzinnigen; algemene levensbeschouwelijke achtergrondinformatie bij jodendom en islam. Sociologie en het gezin. Doelstellingen Inzicht hebben in het postnataal onderzoek: welke onderzoeken vinden plaats en welke gezondheidsvoorlichting geef je? Gepaste adviezen kunnen geven aan moeder en kind mbt gezonde integratie in de maatschappij. Functioneren binnen een multidisciplinair team. De kenmerken en functies van levensbeschouwelijke rituelen benoemen. De belangrijkste levensbeschouwlijke overtuigingen bij joden en moslims verwoorden. De zwangerschaps-en geboorterituelen in jodendom, islam, christendom en vrijzinnigheid beschrijven met bijzondere aandacht voor vroedvrouwlijke weetjes. Interesse en respect tonen voor culturele diversiteit. Interculturele competenties ontwikkelen. Basiskennis sociologie en gezinssociologie bezitten. Inzicht hebben in de weerslag van gezinsveranderingen op sociologisch vlak. Werkvormen


Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (2u)

2 periodes

periode 3


Vorm


1

Periode 4

Schriftelijk examen

100% Ja

2

augustusseptember

Schriftelijk examen

100% NVT

Naast het schriftelijk geïntegreerd examen (100%) is er een keuzeopdracht geboorterituelen RZL voor 50% van het totaalpunt RZL. Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema VI.3 Het gezin in relatie

Boek


Auteur

Uitgever

ISBN


Garant Uitgevers nv

978-90-441-2890-1

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 6 - VV BC 1 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 - 1.3 - 3.1 – 3.2 – 4.1 - 4.4 - 5.1





Tijdsorganisatie: Periode 1 Docent(en): Van Cauteren Hilde

Studiepunten: 4 Internat. gemerkte stp. : 0,1 Wegingsfactor: 5 Quotering: Op 20 (tot op een halve) Delibereerbaar Studiebelasting: 126u Contacturen per jaar:

7u



Opleidingsonderdeel

2VV VIII 12-13 - 2VV VIII. De baring met verwikkelingen Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Pathofysiologie - Afwijkend partogram, inductiemethoden, kunstverlossingen, instrumentele verloskunde, afwijkende liggingen: stuitligging, schouderdystocie , pathologie van het directe postpartum. Psychosociale beïnvloeding van pijn. Fysiopathologie van de pijnbestrijding. Vroedkundige begeleiding: verdieping normale partus, protocol inducties, observatie en begeleiding van de pathologische arbeid en baring, perineumzorg. Verpleegkundige interventies: intravasale handelingen, wondzorg, urinaire zorgen, diabeteszorg en BLS Seminaries exacte wetenschappen: biofysica: druk van gas en vloeistoffen, osmose, infusies, medicatie berekenen. Casuïstiek. Doelstellingen Pathofysiologie Kennis weergeven van het afwijkend partogram, afwijkende liggingen. Vormen van inductiemethoden kunnen toepassen,de instrumentele verloskunde met haar toepassingen en verwikkelingen kunnen situeren in een casus. Psychosociale beïnvloeding van pijn/relaxatie Inzicht hebben in psychosociale factoren die „coping met pijn“ beïnvloeden. Kennismaking met 3 soorten relaxatietechnieken en het belang kunnen uitleggen tijdens de arbeid. Fysiopathologie pijnbestrijding De medisch-farmacologische pijnbestrijding bij de baring met verwikkelingen kunnen situeren. Vroedkundige begeleiding Vroedkundige begeleidingsaspecten tijdens de pathologische arbeid herkennen en aangeven, afwijkingen in het cardiotocogram herkennen en beleid voorstellen, perineumzorgen opvolgen en afwegen, het beleid in casussen aanpassen en motiveren. Verpleegkundige vaardigheden: De verschillende verpleegkundige vaardigheden kunnen uitvoeren en situeren binnen de verloskundige context: intravasale handelingen, urinaire zorgen, wondzorg, Basic life Support en de zorgen rond diabetes. Aan de hand van casussen deze verpleegkundige zorgen integreren in het zorgplan Seminaries exacte wetenschappen Inzicht verwerven in basisbiochemie: druk van gas en vloeistoffen. De materie verklaren volgens de leertekst en berekening van medicatie uitvoeren. Casuïstiek In verschillende casussen aangeleerde principes kunnen weergeven. Werkvormen Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (7u)

1 periode

periode 2


Vorm


1

Periode 2

Schriftelijk examen

100% Ja

Het examen is samengesteld uit verschillende onderdelen die schriftelijk worden beantwoord, sommige vragen kunnen aan een gemeenschappelijke casus gelinkt zijn

2

augustusseptember

Schriftelijk examen

100% NVT

Het examen is samengesteld uit verschillende onderdelen die schriftelijk worden beantwoord, sommige vragen kunnen aan een gemeenschappelijke casus gelinkt zijn

Schriftelijke bevraging. Alle onderdelen zijn belangrijk. Het aantal onvoldoendes op de onderdelen bepaalt mee de eindscore.


Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema VIII De baring met verwikkelingen

Boek Boek

Auteur

Uitgever

ISBN

Handboek Verloskunde (editie 2011)

Jacquemyn, Y.

Acco

9789033475528

Laerdal Mini Anne (editie 2011)

Laerdal, e.a.

Firma Laerdal

Foetale bewaking en ST-analyse (editie 2008)

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding .


Neoventa Medical AB

978-91-85927-05-0

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 3 - VV AC 5 - VV AC 6 - VV BC 1 - VV BC 2 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 – 1.2 – 1.3 - 1.4 - 1.5 - 2.1 – 2.2 – 2.3 - 2.4 - 2.5 - 3.1 – 3.2 – 4.1 - 4.2 – 4.3 – 4.4 – 5.1 – 5.2 - 5.3





Tijdsorganisatie: Periode 3+4 Docent(en): Van Cauteren Hilde

Studiepunten: 5 Internat. gemerkte stp. : 0,25 Wegingsfactor: 4.5 Quotering: Op 20 (tot op een halve) Delibereerbaar Studiebelasting: 160u Contacturen per jaar:

4u



Opleidingsonderdeel

2VV XI 12-13 - 2VV XI. De bedreigde zwangerschap Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Zwangerschapspathologie Genetische afwijkingen Belevingsaspecten Seminaries exacte wetenschappen Vroedkundige begeleiding Farmacologie Doelstellingen Zwangerschapspathologie kennis hebben van de mogelijke aandoeningen die een zwangerschap kunnen compliceren. Vroedkundige begeleidng Beleidsprotocollen zoeken en uitwerken wat betreft de vroedkundige begeleiding bij de complicaties die een opname vereisen. Weet hebben van de endogene en exogene factoren uit de omgeving die de vroedkundige begeleiding kunnen compliceren. Aangeven hoe een meerling ontstaat en welke specifieke begeleiding nodig is bij de zwangerschap, arbeid en postpartum. Belevingssaspecten De psychosociale implicaties bij zwangerschapspathologie benoemen, het acceptatieproces bij de ouders weergeven en herkennen; de beïnvloedende factoren op hechtingsproces benoemen Genetische afwijkingen de verschillende types mutaties en hun oorzaken en gevolgen kunnen beschrijven, het ontstaan van de numerieke chromosomale afwijkingen kunnen verduidelijken, de verschillende soorten monogene overervende aandoeningen kunnnen onderscheiden en de overdrachtkansen hiervan kunnen berekenen, de multifactoriële aandoeningen kunnen definiëren en de factoren kunnen aanduiden die de herhalingskansen van de multifactoriële aandoeningen bepalen Seminaries exacte wetenschappen Inzicht verwerven om een aangepast voedingsadvies te formuleren tijdens de zwangerschap en lactatieperiode, kennis van dynamische biochemie: metabolisme van koolhydraten, eiwitten en vetten/ enzymen. Farmacologie Kennis hebben van de indicaties en mogelijke gevolgen van het algemeen en specifiek geneesmiddelenverbruik tijdens de zwangerschap

Werkvormen Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (4u)

2 periodes

periode 1+4


Vorm


1

Periode 4

Casustoets

100% Ja

schriftelijk

2

augustusseptember

Casustoets

100% NVT

schriftelijk

Het schriftelijk examen gaat gedeeltelijk over een casus. Alle onderdelen zijn belangrijk. Het aantal onvoldoendes voor de verschillende onderdelen bepaalt mee de eindscore. Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium

Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema XI De bedreigde zwangerschap

Boek

Handboek Verloskunde (editie 2011)

Auteur

Uitgever

ISBN

Jacquemyn, Y.

Acco

9789033475528

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 2 - VV AC 3 - VV AC 6 - VV AC 7 - VV BC 1 - VV BC 2 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 – 1.2 - 1-3 - 1.4 - 1.5 - 2.1 – 2.2 –2.3 - 2.4 - 2.5 - 3.1 – 3.2 – 4.1 – 4.2 – 4.3 – 4.4 – 5.1 – 5.2- 5.3





Tijdsorganisatie: Periode 1+3+4


2VV XII 12-13 - 2VV XII. Het kraambed met verwikkelingen

Docent(en):

Delen van dit samengesteld onderdeel:

Claes Laura

- 2VV XII.1 12-13 - 2VV XII.1 Verwikkelingen bij de neonaat

5

3

- 2VV XII.2 12-13 - 2VV XII.2 Verwikkelingen bij de kraamvrouw

2

2

Raeymaekers Greet Studiepunten: 7 Wegingsfactor: 5 Quotering: Op 20 (tot op een halve)



Soort opleidingsonderdeel: samengesteld opleidingsonderdeel Trajectschijf: 2 Soort contract: DIP, CRD

Onderwijstaal:


Studiepunt

Weging




Tijdsorganisatie: Periode 1+3+4 Docent(en): Claes Laura

Studiepunten: 5 Wegingsfactor: 3 Quotering: Op 20 (tot op een halve)


3u




2VV XII.1 12-13 - 2VV XII.1 Verwikkelingen bij de neonaat Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Pathologie Vroedkundige begeleiding Seminaries exacte wetenschappen Doelstellingen Inzicht in prematuriteit en dysmaturiteit. Inzicht in de pathologie van de neonaat aan de hand van de verschillende systemen. Inzicht in fysiologische en pathologische icterus. Kennis van pre-, per- en postnatale infecties. BLS. Het verschil kennen tussen een n*-afdeling en een NIC-afdeling. Inzicht in aangeboren en verworven afwijkingen. Kennis van neonataal transport, observatieparameters, thermoregulatie, pathologische hyperbilirubinemie, dreigend huiddefect, voeding bij prematuren en zieke neonaten, comfortverpleging en pijn. Gepast communiceren in een overleg met een neonatoloog. Gepast communiceren (inclusief efficiënte instructies) met de ouders en de omgeving. Inzicht in de maternale, foetale en neonatale zuurtegraadregulatie. Inzicht in de fysische en chemische principes en de betreffende aandachtspunten o.a. bij interpretatie van bloedgassen, zuurstoftherapie, postoperatieve zorgen met aandacht voor ademhaling wetenschappelijk toelichten en verklaren in het kader van een zinvolle oplossingsstrategie. Wetenschappelijk en medisch jargon hanteren. Wetenschappelijke informatie raadplegen. Werkvormen Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (3u)

2 periodes

periode 3+4


Vorm


1

Periode 1

Schriftelijk examen

100% Ja

2

augustusseptember

Schriftelijk examen

100% NVT


Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema XII.1 Verwikkelingen bij de neonaat

Auteur

Uitgever

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 2 - VV AC 3 - VV AC 6 - VV AC 7 - VV BC 1 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 2.1 - 2.2 - 2.3 - 2.4 - 2.5 - 3.1 - 3.2 - 4.1 – 4.2 – 5.1 - 5.3


ISBN




Tijdsorganisatie: Periode 1+3+4 Docent(en): Raeymaekers Greet

Studiepunten: 2 Wegingsfactor: 2 Quotering: Op 20 (tot op een halve)


3u




2VV XII.2 12-13 - 2VV XII.2 Verwikkelingen bij de kraamvrouw Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Vroedkundige begeleiding Bekkenbodemproblemen Psychosociale aspecten Casuïstiek Doelstellingen Vroedkundige begeleiding Inzicht in afwijkingen van het normale kraambedverloop. Inzicht in de verschillende oorzaken die belemmerend kunnen zijn voor een vlot herstel van de kraamvrouw met aandacht voor de fysieke, mentale en sociale problemen. Een vroedkundig beleid opstellen en de ingestelde medische behandelingen mee ondersteunen. Bij borstvoedingsproblemen verschillende alternatieven en oplossingen aanreiken conform de tien vuistregels. Dit met inbegrip van de observaties van de Latchesscore en de verschillende borstvoedingshoudingen. Adviezen kunnen formuleren op elk moment tijdens het kraambed. Inzicht in de totaalzorg bij een ontslag, bij de opvolging van verwikkelingen, bij thuisopvolging,... Eigen kennis en praktijkervaringen integreren en uitbreiden door het gezamenlijk oplossen van casussen en het resultaat voor de andere studenten bevattelijk weergeven. Bekkenbodemproblemen Inzicht in de bekkenbodemspieren en de anatomie van de bekkenbodem en buikwand. Inzicht in de fysiologische en pathofysiologische invloed van de zwangerschap en bevalling op de bekkenbodem en -gordel en de gevolgen hiervan op fysisch, psychisch en seksueel vlak. Inzicht in fysiologische lichaamshoudingen en bekkenbodemreëducatie. Een klinisch onderzoek van de bekkenbodem kunnen uitvoeren. Inzicht in de belangrijkste risicofactoren en gevolgen op korte en lange termijn van bekkenbodemproblemen. Via informatie en oefeningen, preventie stimuleren en herstel bevorderen van zwangerschaps- en baringgerelateerde aandoeningen van de bekkengordel. Gepast kunnen doorverwijzen indien gespecialiseerde bekkenbodemreëducatie aangewezen is. Psychosociale aspecten Inzicht in de psychologie van het normale postpartum en de (gewild/ongewild) alleenstaande moeder. Inzicht in de verschillende mogelijke psychopathologische verwikkelingen van het postpartum. In casusvoorbeelden vroegtijdige tekenen van psychische problemen herkennen. Inzicht in het onderscheid tussen symptomen van “baby blues”, normale rouw en depressie. Inzicht in de psychosociale aspecten van IVF, draagmoederschap en andere methodes ter vervulling van de kinderwens. Inzicht in de psychosociale impact van het overlijden van een zuigeling/mors in utero op de betrokken. Inzicht in de storende factoren bij hechting. Kunnen benoemen wat betrokkenen nodig hebben om een crisis te weerstaan en verwerken. Kunnen formuleren waar de eigen deskundigheid ophoudt en gerichte doorverwijzing nodig is. Werkvormen Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Contacturen (3u)

2 periodes

periode 3+4


Vorm


1

Periode 4

Schriftelijk examen

100% Ja

2

augustusseptember

Schriftelijk examen

100% NVT


Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema XII.2. Verwikkelingen bij de kraamvrouw

Digitale leeromgeving

Themaboek XII Het kraambed met verwikkelingen

Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 2 - VV AC 3 - VV AC 6 - VV AC 7 - VV BC 1 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 – 1.2 – 1.3 - 1.4 - 1.5 - 2.1 – 2.2 – 2.3 - 2.4 - 2.5 - 3.1 – 3.2 – 4.1 – 4.2 – 4.3 - 4.4 – 5.1 – 5.2 - 5.3





Tijdsorganisatie: Academiejaar Docent(en): Van Cauteren Hilde

Studiepunten: 10 Internat. gemerkte stp. : 2 Wegingsfactor: 9 Quotering: Op 20 (tot op een halve) Delibereerbaar Herkansing: geen tweede examenkans mogelijk Studiebelasting: 270u Contacturen per jaar: geen Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 2 Soort contract: DIP, CRD


Opleidingsonderdeel

2VV XIII stv 12-13 - 2VV XIII. Stage verloskamer (6 weken aan 36u/week) Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) Geen Studievoortgang Voor dit opleidingsonderdeel moet de student dit jaar slagen, indien de inschrijving voor dit opleidingsonderdeel gedurende vorige academiejaren niet geleid heeft tot het behalen van een creditbewijs. Zoniet zal verdere inschrijving voor de opleiding geweigerd worden. (Zie HOE art. 2.6.3.2) Leerinhoud Theorie kaderen in de praktijk. Participatie op verloskamer onder begeleiding van praktijklectoren, mentoren en medewerkers uit het werkveld. Leerproces sturen door, aan de hand van te bereiken eindcompetenties, stagedoelstellingen te formuleren en door reflectie op de stage-ervaringen, eigen gedrag hiernaar richten om te evolueren. Dagelijkse reflecties. Europese richtlijnen, te noteren in het logboek. Doelstellingen Zich grondig voorbereiden op de stage verloskamer. Theorie over de normale baring herkennen in de praktijk, en afwijkingen signaleren. Gegevens verzamelen om verloskundig beleid op te stellen. Op correcte wijze rapporteren en administratieve taken vervullen. Medewerking verlenen bij het uitvoeren van de werkzaamheden die deel uitmaken van een verloskundige unit. Totaalzorg aanbieden aan het koppel tijdens de baringsperiode. Integreren van de basisprincipes bij het uitvoeren van het beleidsprotocol. Relationele vaardigheden afstemmen op de noden van de parturiënte, kunnen werken vanuit een holistische visie. Kritische bedenkingen kunnen formuleren ten aanzien van het voorgestelde beleid als behoedster van de fysiologie. Kunnen samenwerken met anderen. Zich bewust zijn van eigen waarden en normen en deze van de omgeving. Europese richtlijnen behalen, op het niveau van deeltraject 2. Werkvormen De stage wordt georganiseerd tijdens de vooraf bepaalde vakantieweken (zie jaarplanning). Deze vakantieweken worden voor de student gecompenseerd tijdens andere weken. Voor het aanvangsuur van de stage verwijzen we naar de specifieke uurregelingen van de desbetreffende stageplaatsen. Deze uren worden opgesteld in overleg met de praktijklector, de stagebegeleider of verantwoordelijke van de afdeling. Tijdens het weekend of tijdens de nacht kan stage gelopen worden. Werkvorm

Spreiding

Startmoment(en)

Stage (216u)

1 academiejaar

periode 1

Zelfstudie (54u)

1 academiejaar

periode 1

Evaluatie Ex. Moment kans

Vorm


1

Periode 4

Casustoets

100% Nee

schriftelijk

2

augustusseptember

Casustoets

100% NVT

schriftelijk

Het niet behalen van het vooropgestelde aantal verrichtingen zoals beschreven in de stagegids hypothekeert het behalen van een credit. Indien de afwezigheid niet gewettigd is, is de consequentie een 0 op de stage van dit opleidingsonderdeel. Studiematerialen (onder voorbehoud) Zie ook Blackboard, organisatie vroedkunde. Medium

Studiemateriaal

Cursus

Leertekst Thema XIII Klinisch onderwijs 2VV

Papier

Logboek student vroedkunde

Auteur

Uitgever

ISBN

Instap- en studiebegeleiding Op stage is er praktijkbegeleiding door vroedvrouwen en andere professionals ter plaatse, mentoren en coördinerende begeleiding door de praktijklector. Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) VV AC 1 - VV AC 2 - VV AC 3 - VV AC 4 - VV AC 5 - VV AC 6 - VV AC 7 - VV BC 1 - VV BC 3 - VV BC 4 VV 1.1 – 1.2 – 1.3 – 1.4 – 1.5 – 2.1 – 2.2 – 2.3 – 2.4 – 2.5 – 3.1 – 3.2 – 4.1 – 4.2 – 4.3 – 4.4 – 5.1 – 5.2



Globaal overzicht studiematerialen (herhaling) Medium

Studiemateriaal en auteur

Uitgever en ISBN

Code opl.onderdeel

Boek

Foetale bewaking en ST-analyse (editie 2008)

Neoventa Medical AB ISBN: 978-91-85927-05-0

2VV VIII 12-13

Boek

Handboek Verloskunde (editie 2011) Jacquemyn, Y.

Acco ISBN: 9789033475528

2VV VIII 12-13 2VV XI 12-13

Brochure

Inwendig onderzoek. Handboekje voor verloskundigen. Droogendijk, R. en M.

Vermeulen Medical B.V.

1VV V 12-13 Niet verplicht

Laerdal Mini Anne (editie 2011) Laerdal, e.a.

Firma Laerdal

2VV VIII 12-13

Cursus

Leertekst Thema IV.1 Gezond zwanger

1VV IV.1 12-13

Cursus

Leertekst Thema IV.2 Bewust zwanger

1VV IV.2 12-13

Cursus

Leertekst Thema V - Baring

1VV V 12-13

Cursus

Leertekst Thema VI.1 De pasgeborene

1VV VI.1 12-13

Cursus

Leertekst Thema VI.2 De kraamvrouw

1VV VI.2 12-13

Cursus

Leertekst Thema VI.3 Het gezin in relatie

1VV VI.3 12-13

Cursus

Leertekst Thema VIII De baring met verwikkelingen

2VV VIII 12-13

Cursus

Leertekst Thema XI De bedreigde zwangerschap

2VV XI 12-13

Cursus

Leertekst Thema XII.1 Verwikkelingen bij de neonaat

2VV XII.1 12-13

Cursus

Leertekst Thema XII.2. Verwikkelingen bij de kraamvrouw

2VV XII.2 12-13

Cursus

Leertekst Thema XIII Klinisch onderwijs 2VV

2VV XIII stv 12-13

Papier

Logboek student vroedkunde

2VV XIII stv 12-13

Boek

Normale baring en kraambed (editie 2012) Bogaerts, A.; Geerdens, L.; Gooris, F.

Garant Uitgevers nv ISBN: 978-90-441-2890-1

1VV IV.1 12-13 1VV V 12-13 1VV VI.2 12-13 1VV VI.3 12-13

Boek

Psychologie van de levensloop (editie 2007) Craeynest, P.

Leuven: Acco ISBN: 978-90-334-5808-8

Digitale Themaboek XII Het kraambed met verwikkelingen leeromge ving Boek

Zakboek Verpleegkundige Diagnosen (editie 2012) Carpenito, L. J.

1VV VI.1 12-13 2VV XII.2 12-13 Beschikbaar op Blackboard.

Groningen: Wolters-Noordhoff ISBN: 978-90-018-1014-6


1VV VI.2 12-13

×

Studiegids Academiejaar

Recommend Documents