Studiedag over pensioenen – 09.06.2015 Dames en heren, Vooreerst dank ik u voor de uitnodiging op deze studiedag. U hebt mij uitgenodigd om te spreken over een fundamentele kwestie: « Met welke uitdagingen zullen de pensioenen van de lokale besturen worden geconfronteerd? » Ik zal van deze tribune gebruik maken om u de redenen en de essentie uit te leggen van de pensioenhervorming die de regering nu doorvoert. Deze gelegenheid zal mij ook in staat stellen om enkele punten recht te zetten en – ik ben er gerust op – de gemeentelijke mandatarissen gerust te stellen. Naast minister ben ik ook titelvoerend burgemeester van Chaudfontaine in de provincie Luik. Ik ben dus goed vertrouwd met de moeilijkheden die u elke dag kent. Deze betreffen in hoofdzaak de pensioenen van de statutaire ambtenaren. Bij een ongewijzigd beleid zouden de perspectieven meer dan enkel de alarmbellen doen afgaan. Een interventie op federaal niveau is daarom noodzakelijk geworden. De regering heeft haar verantwoordelijkheid genomen om de last van de pensioenen van de ambtenaren bij de lokale besturen te verlichten. Daar stopt het niet! De federale regering heeft ervan afgezien de ziekenhuisintercommunales, of zelfs de drinkwaterdistributiebedrijven te onderwerpen aan de vennootschapsbelasting. De door de intercommunales opgebouwde reserves zullen bovendien behouden blijven. U hebt een tiental dagen geleden een onderhoud gehad met de eerste minister en hem uw verwachtingen meegedeeld.
1
Alvorens in te gaan op specifieke maatregelen van de globale hervorming, zal ik eerst de oorsprong ervan toelichten. Moet ik u nog overtuigen van het noodzakelijke karakter van deze hervorming ? Sta mij toe de basisprincipes uit te leggen: door de ongelooflijke vorderingen van de wetenschap en de geneeskunde leven de mensen alsmaar langer. In zo’n vijftig jaar tijd hebben wij iets meer dan 12 jaar gewonnen aan levensverwachting. Deze opmerkelijke vooruitgang impliceert een stijging van het aantal gepensioneerden aan wie er nu en nog meer morgen een pensioen moet worden uitgekeerd. Vanaf 1925 is de wettelijke pensioenleeftijd in België 65 jaar. Vandaag de dag financieren haast 4 werkenden het pensioen van één gepensioneerde. Als we niets doen, zullen er in 2060 nog maar 2 werkenden zijn om het pensioen van één gepensioneerde te betalen. Voor het eerst bereikt het pensioenbudget het recordbedrag van 41,2 miljard euro, terwijl dit nog maar 10 jaar geleden « slechts » 25 miljard bedroeg. We moeten het durven toegeven: de leefbaarheid van het systeem is financieel niet langer houdbaar. Bij een ongewijzigd beleid zou de vergrijzing leiden tot een vermindering van het bedrag van de pensioenuitkeringen en – hiermee samenhangend – meer senioren in armoede. Om de pensioenbedragen te waarborgen zonder de inhoudingen te verhogen, is het enige antwoord op de vergrijzing en de exponentiële groei van het pensioenbudget… een latere, werkelijke uittreeddatum. Als één van de grote « werven » van de regering moet deze hervorming worden begrepen in de ruimere context van de modernisering van de 2
arbeidsmarkt. Het regeringswerk, dat zowel moedig als ambitieus is, beoogt meer groei en een betere concurrentiepositie voor ons land. Door de diepgaande veranderingen in de socio-economische omgeving was een aanpassing van ons sociaal systeem nodig. De hervorming dient zich aan als een verantwoordelijke keuze om onze sociale verworvenheden te behouden; een keuze die de partijgrenzen dient te overstijgen. De tijd lijkt rijp voor hervormingen die al sinds vele jaren worden gevraagd door de Verenigingen van Steden en Gemeenten in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Ik heb er in principe een vijftal voor ogen: 1.
Ten eerste denk ik aan de invoering van een « gemengd pensioen » in de publieke sector. Onze regering heeft een duidelijke keuze gemaakt: vanaf nu zullen de jaren gepresteerd als contractueel niet langer in aanmerking worden genomen voor de berekening van het ambtenarenpensioen wanneer iemand statutair wordt. In het verleden werden te veel misbruiken vastgesteld en deze hebben bijgedragen tot een zwaardere last voor de gemeenten. Ons doel bestaat erin een gemengd pensioen in te voeren. Dit gemengd pensioen voegt rechten samen die in de twee stelsels werden opgebouwd. Duidelijker gesteld: het pensioen van een ambtenaar zal worden samengesteld uit een werknemerspensioen voor de jaren gewerkt als contractueel en een ambtenarenpensioen voor de jaren gewerkt als statutair. Door deze billijke maatregel zal de kostprijs van het ambtenarenpensioen aanzienlijk dalen. 3
Parallel hiermee voorziet de regering de herziening van het juridisch kader, zodat de besturen en de overheidsbedrijven meer worden aangemoedigd om een tweede pijler ten voordele van hun contractueel personeel uit te bouwen; 2.
De berekening van het pensioen zal gebeuren op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 10 dienstjaren (in plaats van de laatste 5 dienstjaren) voor de ambtenaren die op 1 januari 2012 jonger dan 50 jaar waren. Dit betreft een maatregel van de regering DI RUPO die eveneens de pensioenlast zal verlichten. De regering zal de uitvoering van deze maatregel blijven waarborgen;
3.
De verstrenging van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen zal zich ook na 2016 verderzetten. Tegen 2019 moeten mensen, in het eengemaakte stelsel, minstens 63 jaar oud zijn en 42 loopbaanjaren hebben om met vervroegd pensioen te mogen vertrekken. Deze aanpassing van de voorwaarden voor vervroegd pensioen is in overeenstemming met de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd;
4.
De pensioenuitgaven ten laste van de lokale besturen zouden nog kunnen worden beperkt door de afschaffing van het ziektepensioen. In dit scenario wordt het ziektepensioen vervangen door een klassieke dekking in het kader van de ziekteen invaliditeitsverzekering;
4
5.
Ten slotte heeft de regering besloten om een puntensysteem in te voeren waarmee de berekening van het pensioen kan worden geharmoniseerd met de inaanmerkingneming van de tijdens de hele loopbaan ontvangen wedden. Met dit puntensysteem zullen ook de gelijkgestelde (of toegestane) perioden kunnen worden herzien.
Al deze hervormingen zullen de pensioenlast van de lokale besturen verlichten. Het is duidelijk dat deze maatregelen die al sinds jaren door de Verenigingen van Steden en Gemeenten worden gevraagd, vroeger hadden kunnen worden genomen. De vorige coalities hebben hierover echter geen consensus kunnen bereiken. Bovendien heeft de hervorming van één van mijn voorgangers zaliger die uitmondde in de Wet van 24 oktober 2011 betreffende de financiering van de pensioenen van de lokale besturen haar doelstellingen niet gehaald. Zij heeft de financiële last van het pensioen slechts gewijzigd. De wettekst beloont de goede leerlingen en « responsabiliseert » de andere. Deze wet verhindert echter geenszins de evolutie van de pensioenlast die alsmaar zwaarder doorweegt voor de lokale besturen. Parallel hiermee zal ik in de loop van deze maand voorstellen een koninklijk besluit aan te nemen waardoor de gemeenten van ex-pool 1 hun reserves gedeeltelijk mogen gebruiken. Deze maatregel zou tegen 2019 voor de betrokken gemeenten 184 miljoen euro moeten opleveren. Het betreft een tijdelijke oplossing in afwachting van de invoering van de aangekondigde maatregelen.
5
Zoals ik u heb gezegd, beantwoordt onze hervorming aan de noden van onze tijd. De mensen leven alsmaar langer. Deze heuglijke vaststelling brengt een ondraaglijke financiële meerkost met zich mee. Daarom moet iedereen bijdragen tot een collectieve inspanning en iets langer werken om de hoogte van het pensioen te behouden en zelfs te verbeteren. Uiteraard zullen de uitzonderingen inzake lange loopbanen en zware beroepen worden behouden maar aangepast. Dames en heren, Ik zal weldra mijn toespraak beëindigen maar eerst wil ik u verzekeren van mijn bedoeling om structurele maatregelen te nemen op het gebied van de pensioenen . Op die manier zullen de financiële lasten die op de lokale besturen wegen, verminderen. In dit licht wens ik dat wij een permanente en kwaliteitsvolle dialoog blijven voeren. Ik wens dat ik, samen met al mijn medewerkers, een luisterend oor biedt voor uw bekommernissen. Op die manier zal ik erop toezien dat de drie vertegenwoordigingen van de Belgische lokale besturen nauw worden betrokken bij het overleg dat de invoering van deze diverse maatregelen zal begeleiden. Uw rol is van groot belang, daar u de verwachtingen die de lokale mandatarissen hebben en de moeilijkheden die zij kennen, moet verzamelen en overmaken. De taak van de lokale mandatarissen is zwaar en ik ben mij er terdege van bewust! In die strijd ben ik uw partner om ervoor te zorgen dat de gemeenten hun taken op het gebied van de pensioenen en, in fine, de sociale cohesie kunnen blijven vervullen. Ik dank u voor uw aandacht. 6