Structuurv isie Mont ferland
V A S T G E S T E L D
2 3 ap r il 2 0 0 9
Structuurv isie Mont ferland
V A S T G E S T E L D
2 3 ap r il 2 0 0 9
15 mei 2009 Projectnummer 151.00.01.10.00
O v e r z i c h t s k a a r t
Gemeente Montfertland, bron: Topografische Dienst
I n h o u d s o p g a v e 1
Inleiding
2
Structuurvisie 2.1 Montferland in regionale context 2.2 Natuur en Landschap 2.2.1 Bestaande bos- en natuurgebieden 2.2.2 Ontwikkeling van de natuur 2.2.3 Landschap 2.2.4 Cultuurhistorie en archeologie 2.3 Landbouw 2.3.1 Algemeen 2.3.2 Landbouwontwikkelingsgebied 2.3.3 Grondgebonden landbouw ten westen van Didam 2.4 Recreatie 2.5 Infrastructuur 2.6 Wonen en werken 2.6.1 Uitbreiding woongebied 2.6.2 Uitbreiding bedrijventerrein
9 9 10 10 13 14 16 17 17 18 19 20 22 23 24 25
3
Uitvoering 3.1 Financiële uitvoerbaarheid 3.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
27 27 27
4
Bijlage 1: Beschrijving Beleidskader 4.1 Nationaal beleid 4.2 Provinciaal en regionaal beleid 4.2.1 Streekplan Gelderland 2005 4.2.2 Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevol Landschap 4.2.3 Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities Gelderse EHS 4.2.4 Het regionaal plan Stadsregio 2005-2020 4.2.5 Reconstructieplan Achterhoek en Liemers 4.2.6 Waterbeheerplan 2007-2010 (2007) 4.3 Gemeentelijk beleid 4.3.1 Structuurvisie Bergh 4.3.2 Structuurvisie Didam 4.3.3 Toeristisch recreatief ontwikkelingsplan 4.3.4 Landschapsontwikkelingsplan 4.4 Conclusie
43 29 30 30
Bijlage 2: Raadsvoorstel en raadsbesluit
433
5
151.00.01.10.00
7
33 35 37 39 41 42 42 46 48 49 52
1
I n l e i d i n g
De gemeente Montferland heeft in mei 2008 besloten, om voor het grondgebied van Montferland, met uitzondering van de bebouwde kommen, een structuurvisie op te stellen. Op dit moment gelden voor het grondgebied van de gemeente twee structuurvisies: de structuurvisie Didam, die is vastgesteld op 25 oktober 1993, en de structuurvisie gemeente Bergh 2000-2015, zoals die is vastgesteld op 31 januari 2002. Voor de kernen worden afzonderlijke structuurvisies voorbereid. Zo wordt nu gewerkt aan een nieuwe structuurvisie voor de kern Didam. Het doel van de voorliggende structuurvisie is tweeledig: Het samenbrengen en actualiseren van bestaande visies (met name structuurvisie Bergh en structuurvisie Didam) en andere beleidsdocumenten in een nieuwe visie. Het gaat dus niet om het formuleren van nieuw beleid, maar om het samenbrengen in één visie van reeds bestaand beleid. Het bestendigen van het gevestigde voorkeursrecht voor enkele uitbreidingslocaties; in het Regionaal Plan van de Stadsregio Arnhem/Nijmegen zijn een aantal uitbreidingsrichtingen van woonkernen en het lokale bedrijventerrein “Kollenburg” te Didam opgenomen. In de structuurvisie worden deze zoekrichtingen vertaald en begrensd in concrete locaties. Daarnaast is de voorgenomen uitbreiding van het Euregionale Bedrijventerrein te ’sHeerenberg in de structuurvisie opgenomen en begrensd. Ook voor dat gebied is een voorkeursrecht gevestigd. Via de structuurvisie kan het gevestigde voorkeursrecht voor deze uitbreidingslocaties worden bestendigd. De geactualiseerde structuurvisie is opgenomen in het volgende hoofdstuk. In de bijlage 1 is een beschrijving opgenomen van het relevante beleidskader, dat de basis heeft gevormd voor de nieuwe structuurvisie.
7 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
2
S t r u c t u u r v i s i e
De voorliggende structuurvisie is een actualisering van de bestaande visies aan de hand van alle relevante beleidsrapporten. Een beschrijving van het meest relevante beleidskader is opgenomen in de bijlage. Dat betekent dat de visie in beginsel beperkt blijft tot de bestaande situatie, aangevuld met ambities uit het bestaande beleidskader (provinciaal, regionaal en gemeentelijk), waaronder de structuurvisies voor Didam en Bergh. Op enkele onderdelen zijn nieuwe ambities toegevoegd, zoals een aansluiting van de Hengelderweg nabij Kollenburg bij Didam op de A12, een recreatieve ontwikkeling aan de noordzijde van Zeddam en de herontwikkeling van de plas Werfhout langs de A18. Ook de voorgestelde herbegrenzing van het landbouwontwikkelingsgebied is in deze structuurvisie meegenomen. Deze structuurvisie blijft een visie op hoofdlijnen. De visie zal nog verder worden uitgedetailleerd ten behoeve van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied, dat inmiddels wordt voorbereid.
De structuurvisie is op de bijgevoegde kaart Structuurvisie Montferland in beeld gebracht. Onderstaand worden de onderdelen van deze kaart nader toegelicht. De legenda eenheden op de kaart zijn telkens in de kantlijn aangegeven. In de tekst wordt telkens de relatie gelegd met het bestaande beleid. Voor de begrenzing van de bebouwde kommen (contour bebouwd gebied) is aangesloten op het Regionaal Plan. In beginsel zijn de gronden die vallen binnen de ‘contour woningbouw’ uit dat plan aangewezen als ‘contour bebouwd gebied’. Daarnaast zijn de bestaande bedrijventerreinen als zodanig aangegeven. Dit betreft de bedrijventerreinen Kollenburg (Didam), Matjeskolk (Loerbeek) en de bedrijventerreinen bij ’s-Heerenberg. Gelet op de omvang van het bedrijf, is ook steenfabriek ‘de Nijverheid’ aan de Terborgseweg te Azewijn op de kaart aangegeven als ‘contour bebouwd gebied’.
CONTOUR BEBOUWD GEBIED
Montferland in regionale context
2.1
De gemeente Montferland is een groene gemeente die staat voor de vitaliteit en eigenheid van haar kernen en het waarborgen van het landelijke karakter van het gebied tussen de Stadsregio Arnhem Nijmegen en Doetinchem. Montferland is een rustige gemeente met een cultuurlandschap waarin het agrarisch gebruik een grote rol speelt. Er komen echter nieuwe functies bij,
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
9
het gebied is niet meer alleen van en voor de boeren. Agrarische bedrijven ontwikkelen nieuwe activiteiten als bron van inkomsten, maar er zijn ook steeds meer niet-agrarische ondernemers in het buitengebied. Met name rond een kern als Didam is het landschap sterk aan verandering onderhevig. Met name langs de A12 ter hoogte van Didam en de A18 bij Wehl en Doetinchem rukt de stedelijke ontwikkeling op door middel van met name bedrijfsterrein ontwikkeling. De gemeente wil op deze plekken het landelijke karakter zo veel mogelijk handhaven en investeren in de landschappelijke kernkwaliteiten. Hoewel in de tweede helft van de vorige eeuw met de ruilverkaveling veel van het landschap is veranderd en cultuurhistorische en natuurlijke elementen zijn verdwenen, zijn er nog veel waardevolle elementen in het gebied te vinden, met name natuurlijk door de aanwezigheid van het natuurgebied van het Bergherbos/Montferland. De fijnmazigheid en diversiteit van het landschap is dan misschien wel afgenomen, het is nog steeds een heel aantrekkelijk landschap voor bewoners en bezoekers. In het buitengebied wonen dan ook steeds meer mensen die kiezen voor rust, stilte, een aantrekkelijke woonomgeving en een goede sfeer. In die omgeving zijn de sporen en samenhang uit het verleden overal ervaarbaar voor wie er oog voor heeft. Samen met de landbouw vormen toerisme en recreatie en overige in het groene profiel passende bedrijvigheid de economische basis voor het landelijk gebied van de gemeente.
Natuur en Landschap
2.2
Bestaande bos- en natuurgebieden BOS EN NATUUR
2.2.1
De bestaande bos- en natuurgebieden zijn op de kaart aangewezen als ‘Bos en natuur’. Voor de aanwijzing van deze gebieden is rekening gehouden met de bestaande structuurvisie voor Bergh en Didam, met de provinciale Streekplanuitwerking voor de EHS en het onderzoek naar de natuurwaarden in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan+. De volgende bos- en natuurgebieden zijn op de kaart aangegeven:
10 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Bergher Bos/Montferland Het Bergherbos/Montferland is een groot, oud bos en kerngebied binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS natuur) voor veel planten en dieren van bossen. Het is het grootste aaneengesloten bos in de omgeving met naald- en loofbossen, heidevelden en bosweitjes. In het gebiedsplan Natuur en Landschap is het Bergherbos/Montferland als een zogenaamde Alocatie voor bos aangewezen. Op een aantal plaatsen ontspringen bronnen, waar een zeldzaam elzenbronbos is ontstaan.
Het spreekt vanzelf dat het behoud van de aanwezige landschappelijke en natuurlijke waarden het uitgangspunt is van beleid. Tevens wordt ingezet op behoud en versterking van de uitzichtmogelijkheden vanaf de berg. Verder moeten de recreatieve mogelijkheden van het Bergherbos/Montferland worden behouden en verwerkt. De cultuurhistorische waarden (zoals historische lanen) bieden goede mogelijkheden voor versterking van de recreatieve beleving. Nevelhorst Ook binnen de Nevelhorst bevinden zich waardevolle bosgebieden. Er bevinden zich echter ook diverse dagrecreatieve voorzieningen, zoals de recreatieplas, een manege, de schietvereniging e.d. Er is nog wel agrarisch gebruik, maar dat is ondergeschikt. De gemeente streeft naar een goede balans tussen behoud van de aanwezige natuurkwaliteiten en behoud en enige ontwikkeling van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen. Ontwikkelingen zijn mogelijk op het gebied van extensieve dagrecreatie, die zijn gebonden aan een fraai landschap en een rustige omgeving, zoals wandelen, fietsen en paardrijden. Intensievere vormen van recreatie worden niet bij voorbaat uitgesloten, mits er een
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
NATUUR EN RECREATIE
11
directe relatie bestaat met de recreatieplas. Om bovengenoemde redenen is de Nevelhorst op de structuurvisiekaart aangewezen als ‘natuur en recreatie’.
HISTORISCHE BUITENPLAATS
Verspreide natuurgebieden Het Waalse Water vormt een belangrijk natuurgebied op de overgang naar de Oude IJssel. Het maakt onderdeel uit van de EHS (EHS natuur). In combinatie met het kasteel Kemnade is de omgeving cultuurhistorisch waardevol. De omgeving is aangewezen als Historische buitenplaats in het kader van de Monumentenwet. Dat is als aanduiding op de kaart vastgelegd.
Waalse Water
12 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Ook De Bijvanck, Meikamer (bij Nieuw Dijk) en Bosslag (ten noorden van Loil) herbergen belangrijke en bijzondere natuurwaarden. Bijvanck en Bosslag maken ook onderdeel uit van de EHS (EHS natuur). In het gebiedsplan Natuur en Landschap zijn De Byvanck en Bosslag als natuurparel aangewezen. Het tegengaan van de optredende verdroging van De Byvanck en Bosslag vormt een aandachtspunt. Ook de Plantage ten westen van ’s-Heerenberg vormt een belangrijk natuurgebied, met name vanwege de daar voorkomende bosplanten en bosvogels. In combinatie met huis Bergh en omgeving is de Plantage tevens aangewezen als Historische buitenplaats in het kader van de Monumentenwet. Deze cultuurhistorische waarde is als aanduiding op de kaart vastgelegd. Ook de plassen langs de A18 ten zuid-oosten van Didam (ten noorden van Werfhout) herbergen belangrijke natuurwaarden. Datzelfde geldt voor de zandwinplas ten oosten van Azewijn. Behoud van de genoemde kwaliteiten in deze natuurgebieden staat in het gemeentelijk beleid voorop. Ontwikkeling van de natuur
2.2.2
Ecologische verbindingszones De gemeente streeft ernaar de bestaande bos- en natuurgebieden meer in samenhang met elkaar te brengen. Overeenkomstig het meest recente provinciale beleid (Streekplanherziening herbegrenzing EHS) zijn de volgende ecologische verbindingszones op de kaart aangegeven: langs de Didamse Leigraaf, Montferland-Oude IJssel (model Das); ten noorden van Stroombroek, Montferland-Slangenburg (model Das); langs het Grenskanaal (modellen Das en Winde); tussen Bergher Bos en Byvanck (model Das);
ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONE
In het provinciale gebiedsplan voor natuur en landschap staat een zone langs het Waalse Water - Vethuizense wetering - aangegeven als zoekgebied landschapsbeheer, agrarisch natuurbeheer en kleinschalige natuurontwikkeling. In het landschapsontwikkelingsplan is deze echter niet meer als ecologische verbindingszone opgenomen en daarom ook niet opgenomen op de structuurvisiekaart. Voor de realisering van de ecologische verbindingszones kan de ontwikkeling van nieuwe landgoederen een goed middel zijn.
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
13
ONTWIKKELING NATUUR
Natuurontwikkeling Met name langs de randen van het Bergherbos/Montferland zijn in het provinciale gebiedsplan voor natuur en landschap gronden aangewezen als natuurontwikkelingsgebieden binnen de EHS. Deze zijn vaak al in eigendom van natuurbeschermingsorganisaties en blijven in stand als open akkers. Ook voor de meest zuidelijk gelegen plas ten zuiden van de A18 (Werfhout) is het beleid gericht voor verdere natuurontwikkeling. Landschap
2.2.3
De gemeente Montferland herbergt meerdere gebieden, die landschappelijk zeer aantrekkelijk zijn. De belangrijkste aantrekkingskracht ligt natuurlijk in de stuwwal van het Bergherbos/Montferland en omgeving, die is aangewezen als waardevol landschap. Ook de overige aanwezige natuurgebieden geven het gebied landschappelijke kwaliteit. Daarnaast kent de gemeente enkele gebieden met een waardevolle openheid, zoals het open komgebied ten noorden van Didam en de open broekgebieden (Vinkwijksche Broek) ten oosten van Zeddam. De overige (agrarische) gebieden kennen een hoge mate van verwevenheid van functies. Het gebied kan worden aangemerkt als een gemengd gebied zonder bijzondere landschappelijke kwaliteiten. Daarom zijn deze op de kaart benoemd met ‘hoofdfunctie landbouw’.
GRENS WAARDEVOL LANDSCHAP
HOOFDFUNCTIE LANDBOUW MET BEHOUD OPENHEID
Waardevol landschap Montferland De grens van dit waardevolle landschap is overeenkomstig de provinciale Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevol Landschap op de kaart aangegeven. De landschappelijke waarde van het gebied wordt bepaald door de samenhang tussen de hooggelegen stuwwal, met daarop het besloten bos, de essen op de hellingen en de ring van dorpen en gehuchten aan de voet. Het gebied is landschappelijk en cultuurhistorisch waardevol door het contrast tussen open essen en besloten bosgebied. Kenmerkend is het reliëfrijk landschap met slingerende wegen en zicht vanuit de omgeving op de stuwwal. De essen aan de rand van het Bergherbos/Montferland zijn op de structuurvisiekaart aangegeven als landbouw met behoud van de openheid. Deze oude bouwlanden (essen) dienen open te blijven om het zicht op het bos en het zicht vanaf de berg te garanderen. Grondgebonden agrarisch gebruik blijft mogelijk (voornamelijk extensiveringsgebied in het Reconstructieplan), mits de openheid is gegarandeerd. In deze gebieden wordt terughoudend omgegaan met nieuwe landgoederen. Slechts bijzondere vormen, die de kwaliteiten van het gebied versterken, zijn bespreekbaar.
14 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
In de ring van dorpen en gehuchten is blijkens de provinciale aanwijzing als waardevol landschap vooral het zicht vanuit de omgeving op de stuwwal van belang. Ten oosten van Bergherbos/Montferland was hier in de Structuurvisie Bergh ook de open zichtrelatie aangegeven, met name om te voorkomen dat de kernen aan elkaar zouden groeien door middel van recreatieve ontwikkelingen. Op de structuurvisiekaart is in dit gebied nu landbouw met behoud openheid aangegeven. Daarmee is voldoende aangegeven dat bij recreatieve ontwikkelingen de dorpen niet aan elkaar moeten groeien, maar dat hier de open zichtrelaties naar het Bergherbos/Montferland belangrijk zijn. Open landschap ten noord-westen van Didam Voor het open komgebied van het Greffelkampsche Broek, Loilsche Broek (ten noorden van de Oude Maatseweg en Doetinchemseweg (ten oosten van Loil) en de gronden ten westen van de Nevelhorst is sprake van een waardevolle openheid, die behouden dient te blijven. Een gedeelte van deze gronden is in het Regionaal Plan ook aangeduid als te handhaven open gebied.
HOOFDFUNCTIE LANDBOUW MET BEHOUD OPENHEID
Vinkwijksche Broek Ook het Vinkwijksche Broek heeft nog een kenmerkend open weide karakter. Dit gebied maakt echter ook onderdeel uit van het landbouwontwikkelingsgebied. In het kader van de uitwerking voor het landbouwontwikkelingsgebied, moet het behoud van deze openheid verder vorm worden gegeven.
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
15
Cultuurhistorie en archeologie
2.2.4
Het plangebied herbergt veel archeologische en historisch bouwkundige waarden. Het beleid is gericht op het behoud van deze waardevolle kenmerken. Daartoe heeft de gemeente een gedetailleerde archeologische verwachtingskaart en een cultuurhistorische waardekaart laten opstellen (“Cultuurhistorische Waardekaart Gemeente Montferland”, oktober 2008 en “Startnota archeologische monumentenzorg gemeente Montferland”, oktober 2008). Beide rapporten met kaarten zijn op 18 december 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze kaarten laten een gedifferentieerd beeld laten zien van de archeologische verwachting en de cultuurhistorische waarden binnen de gemeente. De betreffende kaarten kunnen daardoor als beleidsadvieskaarten worden gebruikt. Bescherming (behoud/conservering) van gebieden met archeologische waarden met (middel)hoge verwachtingswaarden is uitgangspunt bij de zorg voor het archeologische erfgoed in het plangebied. De in het archeologische rapport opgenomen maatregelenkaart dient vroegtijdig bij de ruimtelijke planvorming te worden betrokken. Deze maatregelenkaart is als bijlage bij deze structuurvisie opgenomen. Verder hecht de gemeente veel waarde aan behoud van rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten in het plangebied. Verder komen binnen de gemeente Montferland meerdere cultuurhistorisch waardevolle elementen voor, zoals molens, zichtlijnen en beplanting (onder andere de beplanting van het voormalige landgoed Het Loo en de laanbeplanting nabij Kemnade). Al deze cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn terug te vinden op de cultuurhistorische waardenkaart, behorende bij het bovengenoemde rapport. De betekenis van deze elementen is voor de gemeente groot. De elementen verdienen uit oogpunt van cultuurhistorie te worden beschermd en ontzien bij ingrepen in de omgeving. Voorts leveren ze een bijdrage aan de kwaliteit en de beleving van het landschap en het toerisme.
16 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Landbouw Algemeen
2.3
2.3.1
De gemeente wil goede ruimtelijke randvoorwaarden scheppen, teneinde de bestaande agrarische bedrijven in het plangebied zo veel mogelijk te kunnen behouden. Hierbij wil de gemeente economisch rendabele en duurzame landbouw bevorderen. Het spreekt voor zich dat daarbij de algemeen geldende milieubepalingen in acht moeten worden genomen. Wat betreft de ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij, neemt de gemeente vanzelfsprekend de regels hiervoor over uit het Reconstructieplan Achterhoek en Liemers. Ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij zijn vooral te vinden in het landbouwontwikkelingsgebied (zie hierna).
HOOFDFUNCTIE LANDBOUW
Nevenactiviteiten Veel agrarische ondernemers ontwikkelen tegenwoordig nevenactiviteiten in het kader van de verbrede landbouw. Een niet-agrarische neventak kan een belangrijke aanvullende inkomstenbron zijn voor een agrariër. De gemeente wil hiervoor de ruimte bieden, mede ter versterking van de sociaaleconomische structuur van het plangebied. In de notitie 'Ruimte voor vernieuwing in het buitengebied' (zie paragraaf 7.4 van deze notitie) heeft de gemeente haar beleid met betrekking tot de mogelijkheden voor nevenfuncties bij agrarische bedrijven verwoord. Functieverandering De verwachting is dat het aantal agrarische bedrijven in de komende jaren zal afnemen. Dat roept de vraag op naar de mogelijkheden voor hergebruik van de vrijkomende gebouwen. De gemeente wil hiervoor ruimere mogelijkheden opnemen uit oogpunt van het behoud van een sterke plattelandseconomie. Daarnaast hanteert de gemeente de versterking van de ruimtelijke kwaliteit bij een functieverandering als uitgangspunt. Dat betekent bijvoorbeeld dat er vereveningseisen worden gesteld ten aanzien van sloop van gebouwen, de beeldkwaliteit en de landschappelijke inpassing. Van functieverandering is sprake indien de activiteiten een zodanige omvang hebben, dat de bestemming ten behoeve van de nieuwe functie moet worden aangepast. Het gemeentelijke beleid voor functieverandering is vastgelegd in de notitie 'Ruimte voor vernieuwing in het buitengebied' (zie hoofdstuk 5 tot en met hoofdstuk 7 van deze notitie).
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
17
Elke functieverandering zal moeten bijdragen aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Het landschapsontwikkelingsplan en het nog op te stellen beeldkwaliteitplan bieden hiervoor de aanknopingspunten. GRONDWATERBESCHERMINGSGEBIED
Aangezien de grondwaterbeschermingsgebieden rondom de waterwingebieden in het Bergherbos/Montferland een aandachtspunt vormen bij functieverandering zijn deze op de structuurvisiekaart aangegeven.
Landbouwontwikkelingsgebied LANDBOUWONTWIKKELINGSGEBIED
2.3.2
Het open landschap van het landbouwontwikkelingsgebied is overeenkomstig het Reconstructieplan primair bestemd voor bestaande en nieuwe landbouwbedrijven en met name intensieve veehouderijen. Andere functies zijn hieraan ondergeschikt. Om die reden wordt in dit gebied ook terughoudend omgegaan met functieverandering. Ook nieuwe landgoederen zijn in dit gebied niet gewenst. De begrenzing van het landbouwontwikkelingsgebied is aan de zuidzijde aangepast (verkleind met circa 500 m vanaf de bebouwde kom) ten behoeve van de ontwikkeling van een woningbouwlocatie bij Lengel en ten behoeve van de ontwikkeling van de tweede fase van het Euregionaal bedrijventerrein. Ter compensatie is nieuw landbouwontwikkelingsgebied aangewezen ten zuid-oosten van Azewijn (omgeving Broekweg en Maatweg). Hierover heeft overleg plaatsgevonden tussen de Stadsregio, de provincie en de Reconstructiecommissie Achterhoek/Liemers. GS hebben aangegeven bereid te zijn in het kader van de in voorbereiding zijnde gebiedsvisie voor het landbouwontwikkelingsgebied Provinciale Staten voor te stellen het Streekplan en het Reconstructieplan hiervoor aan te passen.
18 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Grondgebonden landbouw ten westen van D i d a m 2.3.3 Aan de westzijde van Didam is in het Regionaal Plan een zone aangewezen voor grondgebonden landbouw en veehouderij. De noordzijde daarvan binnen de gemeente is daarin tevens aangeduid als te handhaven open gebied. Dit houdt in dat functieverandering van vrijkomende (agrarische) bedrijfsbebouwing slechts is toegestaan, indien de bedrijfsontwikkeling van de agrarische bedrijven in de omgeving niet wordt belemmerd. Het vestigen van landgoederen is in deze gebieden uitgesloten, omdat er sprake is van forse onttrekking van landbouwgrond. Ook is nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve recreatieve en toeristische voorzieningen uitgesloten. Uitzonderingen zijn alleen mogelijk indien uit een goedgekeurde visie voor het desbetreffende gebied blijkt, dat die uitzondering substantieel bijdraagt aan het versterken van de landschappelijke kwaliteit of aan andere gebiedsdoelen en geen belemmeringen opwerpt voor de grondgebonden landbouw en veehouderij. Nuancering van deze zone acht de gemeente gewenst. Met name omdat het gebied De Nevelhorst binnen deze zone is opgenomen. Daar is het beleid primair gericht op natuur en recreatie. De overige gronden blijven primair voorbehouden voor de grondgebonden landbouw. Deze zone sluit dus nauw aan bij hetgeen in het Regionaal Plan is bedoeld met ‘grondgebonden landbouw en veehouderij’. Voor het open komkleigebied van het Greffelkampsche Broek, Loilsche Broek (ten noorden van de Oude Maatseweg en Doetinchemseweg (ten oosten van Loil) en de gronden ten westen van de Nevelhorst dient tevens de openheid behouden te blijven. Het overige gebied (omgeving Greffelkamp en ten oosten van Loil) betreft een afwisselend en halfbesloten gebied.
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
19
Doordat het primaat in deze gebieden ligt bij de grondgebonden landbouw en het beschikbaar houden van de bestaande bouwlocaties voor de landbouw, wordt terughoudend omgegaan met functieverandering van een agrarisch bedrijf. De agrarische belangen spelen in deze afweging zwaar, tenzij kan worden aangetoond dat agrarisch hergebruik niet reëel is en de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw niet worden beperkt. Wel is er ruimte voor niet-agrarische nevenfuncties op de grondgebonden bedrijven (verbrede landbouw), voorzover deze geen belemmeringen opleveren voor de omliggende agrarische bedrijven. Eventueel kan hier ook nieuwvestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf plaatsvinden, hoewel de kans daarop niet groot zal zijn, gelet op de daarvoor noodzakelijke beschikbaarheid van gronden. In het kader van de visie voor het bestemmingsplan buitengebied wordt nog nader ingezoomd op deze gebieden voor de grondgebonden landbouw.
Recreatie
2.4
Algemeen Voor Montferland is toerisme van economisch belang. Voor een vitale toekomst van de gemeente is daarom ontwikkeling en groei van toerisme het uitgangspunt voor het ruimtelijke beleid. Overeenkomstig het beleid uit het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan is de ontwikkelingsruimte niet overal het zelfde: -
in principe wordt geen ontwikkelingsruimte geboden binnen waardevolle natuurlijke en landschappelijke eenheden;
-
binnen het landbouwontwikkelingsgebied wordt terughoudend omgegaan met het toestaan van nieuwe recreatieve functies. Ontwikkelingen van (verblijfs)recreatie zijn mogelijk toegestaan, mits de huidige en toekomstige bedrijfsontwikkeling van de (intensieve) landbouw niet worden belemmerd;
Verblijfsrecreatiebedrijven moeten zoveel mogelijk ruimtelijk geconcentreerd worden om versnippering te voorkomen en voldoende kritische massa te creëren voor beleving en gezonde exploitaties. Vanuit de exploitatie van horeca, detailhandel en dagrecreatie is het wenselijk om zo veel mogelijk te bundelen bij bestaande kernen of concentratiegebieden (onder andere Stroombroek). Binnen deze randvoorwaarden is het gemeentelijk beleid derhalve gericht op verdere ontwikkeling van recreatieve functies, mits op een goede manier ingepast in het landschap. -
20 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Palestra en bungalowpark
Stroombroek en omgeving Stroombroek en omgeving vormt een recreatieconcentratiegebied dat verder kan worden uitgebouwd. In dit gebied zijn nu reeds diverse dagrecreatieve voorzieningen aanwezig, zoals de recreatieplas met strand en speel- en ligweiden, Palestra, het kinderattractiepark Land van Jan Klaassen, het outdoorcentrum en de kabelwaterskibaan. Ook Landal Green park Stroombroek maakt onderdeel uit van dit recreatieconcentratiegebied. In de Structuurvisie Bergh was in deze omgeving een zogenaamde ‘actieve recreatieve zone’ aanwezig, waar toeristisch recreatieve voorzieningen zich onder voorwaarden konden ontwikkelen. Die recreatieve zone is door het gemeentelijk Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan achterhaald. Binnen de voormalige zone spelen enkele concrete initiatieven, zoals de uitbreiding van recreatiepark Te Boomsgoed en de ontwikkeling van De Sedde (noordrand Zeddam). Deze zijn op de structuurvisiekaart opgenomen als recreatieve ontwikkeling. Bundeling heeft de voorkeur, gelet op het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan, waarin ruimtelijke concentratie van recreatiebedrijven wordt nagestreefd. Beide initiatieven passen bij uitstek binnen dit beleid. Aan de noordzijde van Stroombroek streeft de gemeente naar realisering van de ecologische verbindingszone in de richting van Slangenburg. Realisering kan mogelijk dichterbij komen door deze mee te koppelen met een (meer extensieve) recreatieve ontwikkeling ter plaatse.
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
CONCENTRATIE RECREATIE
ONTWIKKELING RECREATIE
21
ONTWIKKELING RECREATIE
TOERISTISCH OVERSTAPPUNT
ONTWIKKELING RECREATIE
Werfhout In de omgeving van de plassen ten zuiden van de A18 (ten noorden van Werfhout) is het beleid gericht op herontwikkeling. Voor de meest noordelijke plas wordt voorzien in een meer recreatieve vorm van herontwikkeling met recreatiewoningen, wellnessvoorzieningen en dergelijke. Bij de herontwikkeling dient rekening te worden gehouden met de aanwezige natuurwaarden. Toeristische Overstappunten In het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan is aangegeven dat het wenselijk is om nabij belangrijke toeristische gebieden, zoals Bergherbos/Montferland, Nevelhorst en Stroombroek te beschikken over zogenaamde Toeristische Overstappunten. De Toeristische Overstappunten hebben tot doel, om toeristen en recreanten die met de auto naar Montferland komen, te geleiden naar een dergelijk punt, van waaruit ze verder te voet, met de skeelers of per fiets het gebied kunnen verkennen. De volgende overstappunten zijn op de structuurvisiekaart aangegeven: Stroombroek (Landweerswal); Tolhuis (Beekseweg ten zuiden van Zeddam); ’t Peeske (Peeskesweg Beek); Nevelhorst (Nevelhorstpad). Herontwikkeling vuilstort Voor de oude vuilstortlocatie ten westen van Azewijn ziet de gemeente mogelijkheden voor een herontwikkeling op het gebied van dagrecreatie. Daarom is de aanduiding ‘ontwikkeling recreatie’ opgenomen. Onderzocht wordt of een combinatie van functies tot de mogelijkheden behoort. Aandachtspunt is dat de ontwikkeling het omliggende landbouwontwikkelingsgebied niet mag belemmeren.
Infrastructuur UITBREIDING INFRASTRUCTUUR
2.5
Rondweg ‘s-Heerenberg Al in de Structuurvisie Bergh uit 2001 is aangegeven dat de aanleg van rondwegen rondom Zeddam en ’s-Heerenberg wenselijk is. De rondweg om Zeddam is inmiddels gerealiseerd. De doortrekking daarvan vanaf de Terborgseweg in zuidelijke richting tot aan de Meilandsedijk als ontbrekende schakel van de N316 blijft een streven van het gemeentebestuur. Deze is daarom als “uitbreiding infrastructuur’ op de structuurvisiekaart aangegeven. Aangezien het een provinciale weg zal worden, is ook medewerking van de provincie nodig. Hieromtrent is al meerdere keren overleg geweest. De gemeente zal zich blijven inzetten om de provincie te overtuigen van nut en noodzaak van realisering van de ontbrekende schakel van de rondweg Montferland.
22 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
De gemeente Oude IJsselstreek is voornemens, om vanuit Netterden een nieuwe aansluiting op de snelweg A3/E35 te realiseren. Het verkeer dat gebruik wil maken van de rondweg ’s-Heerenberg, kan dan ook van deze aansluiting gebruik maken. Om die reden zijn de Meilandsedijk en de Netterdseweg op de kaart ook aangegeven als “uitbreiding infrastructuur’. Bij deze twee wegen is er geen sprake van aanleg van een nieuwe weg, maar zullen de bestaande wegen aangepast moeten worden om de grotere verkeersstroom te kunnen verwerken. Aansluiting Hengelderweg op A12 De gemeente streeft naar een volledige aansluiting van de Hengelderweg nabij het bedrijventerrein Kollenburg in Didam op de snelweg A12. Deze aansluiting is als opgave benoemd in de gebiedsvisie A15-A12, zoals die is vastgesteld door de Stadsregioraad op 26 juni 2008. Er wordt gekozen voor een zo beperkt mogelijke claim op de groene ruimte. De verkeersontsluiting van de kern Didam op de A12 dient eenduidig en eenvoudig van karakter te zijn, waarbij de verkeersintensiteiten op het Montferlandse wegennet niet onnodig wijzigen. De voorkeur gaat gelet daarop, uit naar een volledige aansluiting ter hoogte van Zevenaar-oost en Didam/Kerkwijk, zonder parallelstructuren. Duurzaam energiepark In het Streekplan Gelderland, is de locatie Netterden-Azewijn aangewezen als zoekzone voor windenergie. Deze locatie ligt deels in de gemeente Oude IJsselstreek (ten westen Papenkampseweg bij Netterden) en deels in de gemeente Montferland (ten oosten Netterdseweg en ten zuiden Meilandsedijk). Voor bepaling van de zoekzones is onder meer rekening gehouden met belangrijke natuurwaarden, voldoende afstand tot woonbebouwing, recreatiegebieden, openheid van het landschap en weidevogelgebieden. Uit nader onderzoek is gebleken, dat een opstelling met zes windturbines hier de voorkeur heeft (waarvan twee op grondgebied van de gemeente Montferland). Hiertoe is in maart 2008 een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, die in april 2008 in de raad is behandeld. De raad heeft toen uitgesproken in principe medewerking te willen verlenen aan het plaatsen van twee windturbines op deze locatie. Het betreffende gebied is daarom op de kaart van deze structuurvisie aangegeven als ‘duurzaam energiepark’. Gekozen is voor deze bredere benaming om eventueel ook andere vormen van duurzame energie (bijvoorbeeld bijzondere vormen van zonnecollectoren) hier eventueel een plek te kunnen geven. In het Reconstructieplan is het gebied aangewezen als landbouwontwikkelingsgebied. In landbouwontwikkelingsgebieden is ‘in principe’ geen mogelijkheid voor windenergie. In § 2.3 is al aangegeven dat het landbouwontwikkelingsgebied wordt aangepast, onder andere ten behoeve van de uitbreiding van het Euregionaal bedrijventerrein. Daarmee vervalt voor dit gebied de aanwijzing als landbouwontwikkelingsgebied.
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
UITBREIDING INFRASTRUCTUUR
DUURZAAM ENERGIEPARK
23
Wonen en werken
2.6
In deze paragraaf wordt ingegaan op de locaties voor woningbouw en bedrijventerreinen buiten de contouren voor woningbouw uit het Regionaal Plan. Binnen deze contouren zijn er zonder meer mogelijkheden voor woningbouw en bedrijventerreinen. Uitbreiding woongebied UITBREIDING WOONGEBIED
2.6.1
Dit betreft de locaties voor mogelijke woningbouw, zoals deze in het Regionaal Plan zijn aangegeven als ‘zoekrichting voor uitbreiding woningbouw’. In de meeste gevallen betreft dit gebieden waar de gemeente het voorkeursrecht heeft gevestigd op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Deze aanwijzing blijft 3 jaar geldig. Door aanwijzing van deze gebieden in de structuurvisie als uitbreiding woongebied, kan de gemeente opnieuw het voorkeursrecht vestigen, c.q. wordt het gevestigde voorkeursrecht verlengd. Het voorkeursrecht wordt op deze wijze met 3 jaar verlengd. In het besluit op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten wordt exact aangegeven voor welke kadastrale percelen het voorkeursrecht van toepassing is. In beginsel betreft dit de percelen waarvoor reeds eerder het voorkeursrecht is gevestigd. De gebieden betreffen: gronden ten zuiden van Nieuw Dijk. De gemeenteraad heeft voor dit gebied op 13 maart 2008 een besluit genomen tot vestiging van het voorkeursrecht; Loerbeek in de omgeving van Zuidermarkweg 1a. De gemeenteraad heeft voor dit gebied op 2 november 2006 een besluit genomen tot vestiging van het voorkeursrecht; Zeddam: gronden tussen de Bornhofweg, Vinkwijkseweg en Melegardweg. De gemeenteraad heeft voor dit gebied op 2 november 2006 een besluit genomen tot vestiging van het voorkeursrecht; Lengel (’s-Heerenberg): gronden ten oosten van de Antoniusstraat en tussen de Hartjensstraat en Meilandsedijk. Uit oogpunt van flexibiliteit is voor deze locatie een wat ruimer gebied aangegeven dan de gronden waarop het voorkeursrecht is gevestigd. Dit mede in het licht van de gewenste doortrekking van de rondweg Zeddam tot aan de Meilandsedijk. De gemeenteraad heeft voor dit gebied op 2 november 2006 een besluit genomen tot vestiging van het voorkeursrecht. In het Regionaal Plan is bij Kilder ook een zoekrichting voor woningbouw aangegeven (ten westen van de kern). Hier is geen voorkeursrecht gevestigd, maar de gemeente wil de mogelijkheid behouden om hier op termijn eventueel over te gaan tot woningbouw. Daarom is ook dit gebied aangewezen als “uitbreiding woongebied’.
24 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Gekozen is om het nieuwe woongebied bij Didam (Kerkwijk), inclusief de nieuwe zuidelijke randweg buiten deze structuurvisie te laten en op te nemen in de structuurvisie Didam. Hiervoor is inmiddels een bestemmingsplan in voorbereiding. Uitbreiding bedrijventerrein
2.6.2
Ook voor de toekomstige uitbreiding van de bedrijventerreinen zijn gebieden in de structuurvisie aangegeven.
UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN
Euregionaal bedrijventerrein ´s-Heerenberg De toekomstige uitbreiding van het Euregionaal Bedrijventerrein aan de oostkant van ´s-Heerenberg was in het Regionaal Plan al aangewezen als zoekgebied voor regionaal bedrijventerrein voor transport en logistiek. Gedeputeerde Staten van Gelderland (GS) hebben echter geen goedkeuring verleend aan deze aanwijzing. GS konden dit niet goedkeuren, omdat de uitbreiding van het bedrijventerrein geprojecteerd is in het landbouwontwikkelingsgebied Azewijnse Broek, hetgeen is vastgelegd in het Streekplan en het Reconstructieplan. Inmiddels zijn de onderhandelingen over aanpassing van het Landbouwontwikkelingsgebied (zie paragraaf 2.3) in een vergevorderd stadium. Daarmee staat niets meer de aanwijzing van toekomstig bedrijventerrein in de weg. Op deze gronden is tevens het voorkeursrecht gevestigd bij besluit van de gemeenteraad van 14 december 2006. Door de aanwijzing in deze structuurvisie kan het voorkeursrecht nu worden verlengd. Uitbreiding bedrijventerrein Kollenburg In het regionaal Plan was reeds voorzien in een uitbreiding van het bedrijventerrein Kollenburg ten zuid-westen van Didam. In de Structuurvisie Didam was hiervoor een veel ruimer gebied aangewezen. Een dergelijke grote uitbreiding wordt nu niet meer voorzien. Uit oogpunt van flexibiliteit is het gebied voor uitbreiding van het bedrijventerrein wel iets groter ingetekend dan in het Regionaal Plan aangegeven.
151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
25
3
U i t v o e r i n g
Financiële uitvoerbaarheid
3.1
In hoofdstuk 2 is een aantal ruimtelijke opgaven geformuleerd waarmee Montferland in de toekomst kan worden versterkt. Deze opgaven vragen nog om een verdere ruimtelijke uitwerking, waarna ze dan ook echt kunnen worden gerealiseerd. Hiervoor is het nodig inzicht te krijgen of de plannen ook financieel uitvoerbaar zijn. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) vraagt speciale aandacht voor die financiële uitvoerbaarheid, conform artikel 6.13, lid 7. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de manier waarop de gemeente Montferland hieraan invulling wil geven. De Wro biedt ook de mogelijkheid om bovenwijkse voorzieningen geheel of gedeeltelijk te verhalen uit de grondexploitaties van de voorgenomen projecten. Dan moeten in de structuurvisie aanwijzingen zijn opgenomen over de fondsbijdrage en bestedingen uit dit fonds. Anders gesteld: om een fondsbijdrage te mogen verlangen voor bovenwijkse voorzieningen, moet in de structuurvisie worden aangegeven van welke projectlocaties een bijdrage wordt verlangd. Vooralsnog maakt de gemeente Montferland hiervan geen gebruik. Mocht dergelijke ‘bovenplanse verevening’ toch aan de orde zijn, dan wordt hiervoor te zijner tijd een specifieke structuurvisie opgesteld.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
3.2
Op grond van de inspraakverordening van de gemeente Montferland wordt geen inspraak verleend in het kader van de totstandkoming van structuurvisies. Artikel 2.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening stelt dat bij een structuurvisie wordt aangegeven op welke wijze burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding daarvan zijn betrokken. Teneinde verantwoording in de visie te kunnen afleggen over de betrokkenheid van burgers en maatschappelijke organisaties, is kennis gegeven van het voornemen om een structuurvisie voor het grondgebied van Montferland, met uitzondering van de bebouwde gebieden, voor te bereiden. Tevens is de mogelijkheid geboden om op het ontwerp in het kader van inspraak te reageren. Daartoe is de visie met ingang van 5 januari 2009 gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Tevens bestond de mogelijk-
27 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
heid om het plan via de gemeentelijke website te raadplegen. Verder is op de gemeentepagina van Montferland Journaal van 30 december 2008 uitgebreid aandacht besteed aan het fenomeen structuurvisie via “De ruimte in Montferland”, een reeks artikelen waarin de achtergronden worden belicht van diverse grotere ruimtelijke plannen en projecten. Die onderdelen van de structuurvisie die niet nieuw zijn en waarover reeds eerder de mogelijkheid tot reageren is geboden, zijn uitgesloten van inspraak. Een reactie kon schriftelijk via het postadres worden ingediend of via het e-mailadres:
[email protected]. Tevens bestond de mogelijkheid om mondelinge reacties naar voren te brengen. Reacties samengevat In totaal zijn 23 reacties op het ontwerp ontvangen. De ontvangen reacties worden onderstaand samengevat. 1. Netterden Zand en Grind B.V. te Ulft/Gendringen Bezwaar tegen de herbegrenzing van het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Azewijnse Broek en dan met name tegen uitbreiding van het LOG nabij de zandwinning. De huidige begrenzing van het LOG is tot stand gekomen o.a. naar aanleiding van een inspraakreactie van Netterden Zand en Grind B.V.. De huidige begrenzing biedt uitbreidingsmogelijkheden van de zandwinning in zuidwestelijke richting op langere termijn. Dat gebied is in het kader van de reconstructie aangewezen als verwevingsgebied. Door toevoeging van de gronden aan het LOG komt de beoogde uitbreiding (met bijbehorende directe en indirecte arbeidsplaatsen) in gevaar. Voorkomen moet worden dat de toekomstige ontwikkeling gefrustreerd wordt. 2. Maatschap Verhoeven, Arnhemseweg 15 in Beek De maatschap is bezorgd over de passage omtrent verdroging van de Byvanck. Indien er plannen zijn om de Byvanck natter te maken zal dat leiden tot hinder in de bedrijfsvoering van het agrarisch bedrijf en waardedaling van de landbouwgronden. 3. DAS Rechtsbijstand, namens de heer Krus, Werfhout 7 te Didam Het agrarisch bedrijf van de heer Krus wordt door twee zijden omsloten door gronden waaraan een bos- en natuurontwikkeling, alsmede een recreatieve ontwikkeling is toegekend. Dat betekent dat het bedrijf met de helft tot twee/derde deel wordt gedecimeerd. De structuurvisie is in strijd met de wet aangezien de verwezenlijking van de ontwikkeling is onderbelicht. De recreatieontwikkeling is in strijd met de algemene uitgangspunten van de visie aangezien er geen sprake lijkt van terughoudendheid met nieuwe recreatieve functies en dat er niet voldaan wordt de voorwaarde van voorkoming van versnippering.
28 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Het college is niet bevoegd om de structuurvisie vast te stellen aangezien er geen sprake blijkt van delegatie. 4. Tuk Melissen te Nijmegen. Verzocht wordt om de locatie Vinkwijkseweg 23 te Zeddam als functieveranderingsinitiatief op te nemen in de structuurvisie. 5. Azewijn Beheer te Zeddam Bezwaar wordt gemaakt tegen de herbegrenzing en uitbreiding van het LOG rondom de zandwinlocatie Azewijnsebroek. De opgenomen recreatieve ontwikkeling van de plas “de Reeven” wordt positief beoordeeld. De oppervlakte van die gebiedsaanduiding is echter te beperkt voor een rendabele recreatieontwikkeling. De gehele plas en de omliggende gronden dienen als te ontwikkelen recreatie te worden aangeduid. 6. Daas Baksteen Zeddam b.v. te Zeddam Het bestaande bedrijfsterrein van steenfabriek “de Nijverheid” is te klein op de kaart weergegeven. Er wordt niet ingestemd met het feit dat voor het bedrijfsterrein met de aangegeven uitbreiding nog de bestemming LOG geldt. Er wordt thans gesproken over een wijziging van de LOG bestemming en op basis van die gesprekken kan de begrenzing nu reeds worden aangepast. Gewezen wordt op het feit dat een ontwikkelingsvisie voor de steenfabriek is ingediend, waarin verzocht is om het bedrijfsterrein uit te kunnen breiden, de oppervlakte aan bebouwing te kunnen uitbreiden en een meer algemenere bedrijfsbestemming te verkrijgen. 7. Th. Kuppens-Aaldering, Marsweg 1 en H.J. Aaldering, Lange Spruit 42 te Didam Het perceel aan de Oude Beekseweg te Didam dient niet te worden gerekend tot het buitengebied, maar behoort planologisch gezien tot de bebouwde kom van Didam. De hoofdfunctie Landbouw is gelet op de kenmerken van het gebied tussen de Fluun en de Heegh niet terecht. De feitelijke situatie van het gebied is de reden geweest om het gebied achtereenvolgens op te nemen in de bestemmingsplannen “de Heegh” en “de Fluun”. Nu het gebied wordt ondergebracht in de structuurvisie voor het buitengebied, is er sprake van een wijziging van het tot dusver gevoerde langjarig beleid. De bebouwingscontouren van het Regionaal Plan heeft niet de functie om de begrenzing van structuur- en bestemmingsplannen te bepalen. Ook houdt de Stadsregio zich niet bezig met de exacte begrenzing van de contour, waarbij ook een rol speelt dat de Stadsregio’s de belangrijkste juridische bevoegdheden op ruimtelijk ordeningsgebied zijn kwijtgeraakt.
29 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
8. J.G.H. Wentink, Vinkebroeksestraat 12 te Zeddam Er wordt niet ingestemd met de aanduiding “ontwikkeling recreatie” ten noorden van Zeddam. Die landerijen dienen open te blijven als agrarisch gebied, zoals altijd door de gemeente is voorgestaan. 9. B.J. Wentink, Vinkebroeksestraat 10 te Zeddam Er wordt niet ingestemd met de aanduiding “ontwikkeling recreatie” zoals die is gelegd op een deel van de in zijn eigendom verkerende gronden gelegen tussen de Oude Doetinchemseweg te de Zeddamseweg. De kwaliteit “openheid” wordt het best gewaarborgd door de hoofdfunctie “Landbouw” ongewijzigd van toepassing te laten blijven. Het is van groot belang dat de gemeente zich sterk maakt voor de agrarische sector in het LOG en in de gebieden met de hoofdfunctie Landbouw. Blauwe en groene diensten vormen een bedreiging voor de ontwikkelingsmogelijkheden in dien gebieden. 10. Vogelwerkgroep IVN De Oude IJsselstreek te Gaanderen De vogelwerkgroep heeft ernstige bezwaren tegen wijziging van de begrenzing van het LOG ter hoogte van de Broekweg, Eerlandsestraat, Maatweg en Omsteg. Het gebied dat aan het LOG wordt toegevoegd heeft een belangrijke functie als foerageer- en verblijfgebied voor o.a. ganzen en weidevogels. De voorgenomen uitbreiding moet in strijd worden geacht met de natuurwetgeving. Gelet op de al lang ingezette ontwikkelingen van de huidige situatie lijkt het rationeler de natuur toe te laten in het verwevingsgebied dan het LOG er in uit te breiden. 11. de heer en mevrouw Hoppenbrouwers, Chamavenstraat 2 te Lengel De realisering van de ontbrekende schakel N316 is op korte termijn niet te verwachten. Indien het in de toekomst tot doortrekking komt kan de bestaande tracéstudie, gelet op de tijd die inmiddels is verstreken, geen basis meer vormen voor de tracékeuze. Nieuwe inzichten in aspecten als landschap, geluid, fijn stof en ruimtelijke inpassing moeten nader worden onderzocht. De ruimtereservering uit de structuurvisie is te beperkt en biedt geen mogelijkheid om objectief andere varianten te bezien. De alternatieve tracés dienen binnen de reservering te worden gebracht, waarbij tevens een tracé ten oosten van de Borgstraat als alternatief moet worden bezien. 12. A.W.J.Th. Peters, dr. Hoegenstraat 4 te Azewijn Over het algemeen moet de visie als teleurstellend worden aangemerkt: het is een verzameling en bundeling van reeds bestaand beleid. Bevestiging en bestendiging van het voorkeursrecht kan ook op een andere wijze gebeuren. Men zal zich met alle legale middelen verzetten tegen de uitbreiding van het bedrijfsterrein van “de Nijverheid”. Het beeld van het huidige terrein
30 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
geeft aanleiding te veronderstellen dat één en ander geen recht doet aan de landelijke omgeving. Azewijn wordt omringd door het LOG. De gemeente heeft vervolgens geen grip meer op de ontwikkeling en vestiging van intensieve veehouderijen voor wat betreft ruimtelijke inrichting van het landschap. De gemeentelijke overheid is niet verplicht medewerking te verlenen aan inrichting van een LOG. In de visie wordt de zorg voor de mens in de omgeving, voor de ondernemers, natuur en landschap gemist. 13. J.P.M. Elshof, Zeddamseweg 2 te Kilder Verzocht wordt het terrein tussen Zeddamseweg 2 en 4 in te vullen met woningbouw teneinde de ruimtelijke kwaliteit van de Zeddamseweg als invalsweg van Kilder te versterken. Door woningbouw wordt de lintbebouwing versterkt, verdwijnt een lelijk gat, sluit de zuidkant van de Zeddamseweg beter aan bij de noordkant (Schuttersveld) en krijgt de Zeddamseweg meer uitstraling. 14. Recreatieschap Achterhoek-Liemers te Hummelo De geschetste verdere recreatieve concentratie rond Stroombroek wordt ondersteund. Het RAL is verheugd dat de toeristische overstappunten in de visie zijn opgenomen. De visie met betrekking tot De Nevelhorst is echter te behoudend. De visie past niet binnen het streven van het RAL om dagrecreatieve voorzieningen uit te bouwen met meerdere vormen van recreatie dan alleen zonnen en zwemmen. Stroombroek is één van de streefmodellen van het RAL. Voor het gebied De Nevelhorst wordt gedacht aan een intensiever gebruik in de sfeer van cure, care en recreatie. De bosgebieden en de overige gronden rond het gebied zou gebruikt kunnen worden voor de extensieve recreatie. Het thema “rood voor groen”, zoals dat geldt voor Stroombroek, zou ook op De Nevelhorst van toepassing moeten zijn. 15. Roelofs Zandwinning B.V. te Den Ham Verzocht wordt om de functie (industrie) zandwinning met name op te nemen in de totale planontwikkeling van Werfhout. 16. Wim Bosman Holding B.V. te ’s-Heerenberg Gewezen wordt op het feit dat het Euregionale Bedrijventerrein van ’sHeerenberg op korte afstand is gelegen van de locatie die in de visie is opgenomen als uitbreiding woongebied. Voorgesteld wordt om goede, niet te krappe afstanden tussen bedrijvigheid en woningbouw te hanteren, waarbij rekening wordt gehouden met de milieugebruiksruimte die de verschillende gebruiksfuncties nodig hebben. Verzocht wordt om een extra afstandsmarge tussen het bedrijventerrein en de toekomstige woonwijk in acht te nemen voor eventuele bedrijfsuitbreiding. Tevens dient rekening te worden gehouden met de optredende cumulatie van milieuef-
31 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
fecten van de aanwezige en toekomstige bedrijven. Ook de rondweg zal daaraan nog bijdragen. Gepleit wordt om de afstand tussen bedrijvigheid en de toekomstige woonwijk aanzienlijk te vergroten en te voorzien in een voldoende ruime (groene) bufferzone.
32 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
17. Mevrouw Roosendaal en de heer Dijcker, de Klakert 4 te Azewijn Het terrein van steenfabriek “de Nijverheid” zou niet aangemerkt moeten worden als bebouwd gebied, maar als agrarisch gebied. 18. Gelderse Milieufederatie te Arnhem Investering in revitalisering en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen verdient de voorkeur boven nieuwe bedrijventerreinen in het buitengebied. Toepassing van de SER ladder voor nieuwe bedrijventerreinen wordt wettelijk verankerd. Voor de uitbreiding van Kollenburg wordt geen reden of onderbouwing gevonden. Duidelijkheid moet worden gegeven waar en met welk doel op termijn het instrumentarium van de Grondexploitatiewet wordt ingezet. Dat geldt met name daar niet is voorzien in toepassing van verevenings- en salderingsformules. GMF heeft ernstig bezwaar tegen het hanteren van de contouren uit het regionaal plan als zijnde de begrenzing van het bebouwde gebied en verzoekt de kaart te baseren op de daadwerkelijke situatie. Toepassing van de definiëring van het kadaster heeft in dat kader veruit de voorkeur. De EHS ontbreekt op de kaart. Diverse uitbreidingen zijn voorzien in het Waardevol Landschap Montferland die niet passen in het provinciale beleid dienaangaande: woningbouw en bedrijventerrein ’s-Heerenberg en een recreatieve ontwikkeling bij Zeddam. De visie is daarmee in tegenspraak met zichzelf. De herbegrenzing van het LOG is niet voorzien van een landschappelijke afweging. Er dient een grotere bufferzone te worden gehanteerd tussen de zandwinning en omgeving en het LOG. Het begrip Landgoederen verdient een nadere toelichting. Daarbij wordt verwezen naar aanknopingspunten die in het kader van het overleg over het nieuwe bestemmingsplan buitengebied naar voren zijn gebracht. EVZ Waalse Water – Vethuisen Wering zou als lokale ecologische verbindingszone op de kaart moeten worden opgenomen, waarbij de Grexwet zou kunnen worden toegepast. Gemist worden de concrete natuurdoelstellingen en een gebiedsgerichte benadering zodat de afweging t.z.t. aan derden wordt overgelaten. Er dienen meer sturingsgerichte randvoorwaarden te worden gesteld. Opname van uitbreiding van Te Boomsgoed en ontwikkeling van De Sedde in de visie is te voorbarig. Bij Te Boomsgoed worden de gestelde randvoorwaarden ten aanzien van natuur en landschap gemist en bij De Sedde zouden alternatieven moeten worden gezocht in verband met de ligging in waardevol landschap. Permanente bewoning van recreatiemiddelen verdient de aandacht. Vraagtekens worden geplaatst bij een eventuele herontwikkeling van recreatie en wellness van de locatie Werfhout in relatie tot het huidige recreatieaanbod.
33 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
De ligging van de locatie Stroombroek in de EHS moet op de kaart worden verankerd. Met betrekking tot de Nevelhorst zouden geluidsgrenzen te worden gesteld en milieukwaliteitseisen in de visie te worden opgenomen. Van realisering van de ontbrekende schakel N316 moet worden afgezien ter behoud van de landschappelijke kwaliteit van het gebied. Er is geen sprake van voornemen tot compensatie, mitigatie en verevening of saldering ten behoeve van natuur en landschap. Een onderzoek naar de gevolgen van een aansluiting van de Hengelderweg op de A12 wordt gemist. Gepleit wordt voor het voorzien in een groene bufferzone tussen de kernen Didam en Zevenaar in plaats van nieuwe infrastructuur. De omvang van de zoekzones woningbouw dient te worden afgestemd op de daadwerkelijke behoefte. Een onderbouwing voor wat betreft de grootte en het gewenste woningtype wordt gemist. Ook een koppeling met de Grexwet en de doelstellingen ten aanzien van verevening en gebiedsversterking door landschappelijke inpassing en natuur- en recreatiegerichte voorzieningen worden gemist. 19. Starintex, Logistiekstraat 4 te ’s-Heerenberg Er dient een zodanig ruime afstand tussen het bedrijventerrein en de toekomstige woonbebouwing van Lengel te worden aangehouden dat de harmonie tussen wonen en werken nooit en te nimmer wordt verstoord. 20. Stichting Dorpsraad Azewijn te Azewijn Gevreesd wordt dat door de Reconstructiewet rondom Azewijn een situatie zal ontstaan waar de gemeente onvoldoende sturing kan geven. In het kader van ruimte voor vernieuwing ontstaan er kansen (nevenfuncties). De mogelijkheden die worden geboden aan niet-grondgebonden activiteiten leidt tot aantasting van de waarde van het eens zo open landschap. Een visie voor Azewijn ontbreekt. Daarover wordt op korte termijn overleg gewenst. In hoeverre kan de voorgenomen uitbreiding van het bedrijfsterrein van “de Nijverheid” ook door andere bedrijvigheid worden ingevuld, waarbij gevreesd wordt voor overlast. De infrastructuur rond Azewijn vraagt de nodige aandacht. Met name wordt gewezen op de gevaarlijke kruising Terborgseweg, dr. Hoegenstraat, Langeboomsestraat. De doortrekking van de rondweg MeilandsedijkTerborgseweg dient met voorrang te worden behandeld. 21. Stichting Staring Advies te Zelhem De herbegrenzing van het LOG is ongewenst. Plaatsing van intensieve veehouderijen in het gebied dat aan het LOG wordt toegevoegd is ongewenst, gelet op de reeds in gang gezette natuurontwikkeling en de land-
34 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
schappelijke en recreatieve kwaliteiten van het gebied. Uitbreiding van het LOG lijkt in strijd met de Flora- en faunawet. Tevens zal herbegrenzing van het LOG leiden tot economische schade aangezien de van zand- en kleiwinning afhankelijke bedrijven op slot gaan nadat de huidige vergunning is beëindigd. Als de ontwikkelingsfunctie (plaatsing veehouderij, nieuwe recreatie, bedrijventerrein of windmolens) gekoppeld wordt aan behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke structuur is er sprake van een winwin situatie, waarvoor de structuurvisie dient te pleiten. 22. Natuurmonumenten te ’s-Gravenland Voor de omgeving van het Bergherbos/Montferland geldt het begrip “openheid”. Natuurmonumenten heeft problemen met dat begrip indien door die aanduiding geen houtwallen en ruige vegetatie kunnen worden aangelegd. Dergelijke houtwallen vervullen een belangrijke rol bij het functioneren van de EVZ. De waardevolle beplanting langs de Loolaan en het bosperceel op het voormalige landgoed Het Loo zou op de kaart moeten worden opgenomen. Teneinde uitbreiding van Zeddam aan de noordzijde te voorkomen dient permanente bewoning van de recreatiebungalows te worden uitgesloten. Tevens dient de hoogte van de bebouwing van De Sedde te worden beperkt in verband met het behoud van het zicht op de stuwwal van Montferland. Op de kaart “Cultuurhistorische waardenkaart” zijn alle paden in het Bergherbos aangegeven. De kaart verdient aanpassing om daarmee alleen de echt historische wegen aan te duiden. Natuurmonumenten wenst hieraan een bijdrage te leveren. 23. Gedeputeerde Staten van Gelderland te Arnhem Gedeputeerde Staten delen mede dat de reactietermijn met twee maanden is verlengd. Opmerkingen naar aanleiding van de reacties Om het verslag van de reacties leesbaar te houden worden allereerst reacties over één specifiek onderdeel van de ontwerpvisie gebundeld. Vervolgens worden de daarna nog resterende individuele reacties besproken.
Herbegrenzing LOG De gewenste uitbreiding van het Euregionale Bedrijventerrein te ’sHeerenberg en de ontwikkeling van de woningbouwlocatie Lengel, vergt een aanpassing van het LOG. Ter compensatie daarvan wordt voorgesteld een gebied ten zuidoosten van en aansluitend aan het LOG aan te merken als LOG. Overigens is de structuurvisie geen basis om het gebied te bestempelen als LandbouwOntwikkelingsGebied. Mocht blijken dat a) com-
35 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
pensatie gewenst is en b) het betreffende gebied daarvoor in aanmerking komt, is een wijziging van het Reconstructieplan Achterhoek/Liemers benodigd. Op dit moment wordt gewerkt aan de totstandkoming van een gebiedsvisie voor het LOG. Die gebiedsvisie vormt de basis voor een bestemmingsplan voor het LOG. Uit die gebiedsvisie moet (kort gezegd) blijken of, en zo ja, waar binnen het LOG groei van intensieve veehouderijen kan plaatsvinden. In afwachting van de totstandkoming van de gebiedsvisie sluiten wij op voorhand geen gebieden uit. Onderdeel van de gebiedsvisie is de planMER, in welke kader o.a. het aspect natuur/ecologie wordt onderzocht. Het voorgestelde compensatiegebied wordt bij die beoordeling betrokken. Aan de hand van de gebiedsvisie kan de omvang van de ruimte voor intensieve veehouderijen worden bepaald en wordt bepaald waar de ruimte voor vestigingsmogelijkheden in het LOG zich bevindt. Wij achten het op dit moment onjuist om op voorhand een claim op Montferlands grondgebied te leggen ten behoeve van een functie die niet gerelateerd is aan de geldende bestemming van het gebied. Daarnaast moet worden geconstateerd dat het reconstructieplan een termijn van twaalf jaar bestrijkt. Dat betekent dat na 2015 duidelijkheid ontstaat over de mogelijkheden. Op bladzijde 9 van de structuurvisie wordt gesproken over overeengekomen herbegrenzing van het LOG. Voorgesteld wordt de term “overeengekomen” te wijzigen in “voorgestelde”.
Doortrekking N316 In de structuurvisie is de gewenste doortrekking van de N316 (“ontbrekende schakel”) als uitbreiding infrastructuur opgenomen. De doortrekking is geen onderwerp van nieuw beleid. Op de op de ontwikkelingskaart bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld bij besluit van 30 november 2000, is de doortrekking aangeduid als “rondwegen in studie”. In de Structuurvisie 2000-2015 van de vml. gemeente Bergh is de ontbrekende schakel opgenomen als “mogelijke omlegging N316”. De in de visie opgenomen doortrekking moet niet beschouwd worden als ruimtereservering. Het exacte tracé zal na onderzoek, waaronder een MER, worden bepaald, waarbij tevens de mogelijke alternatieven worden beoordeeld. In dat kader zal tevens de noodzaak dan wel wens met betrekking tot compensatie, mitigatie en verevening of saldering ten behoeve van natuur en landschap worden bezien.
Uitbreiding Lengel In het Regionaal Plan van de Stadsregio is ten oosten van Lengel voorzien in een uitbreidingslocatie voor woningbouw. Uiteraard wordt bij ontwikkeling van dat gebied, rekening gehouden met de aanwezige bedrijven op het aangrenzende Euregionale Bedrijventerrein. Er zal, teneinde een goed woonklimaat te garanderen, sprake zijn van een voldoende buffer tussen
36 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
wonen en werken. Overigens is de eerste aanzet daartoe gegeven in het bestemmingsplan “Euregionaal Bedrijventerrein, partiële herziening 2007” waarin de zonering op het bedrijventerrein is afgestemd op de plannen tot uitbreiding van Lengel.
Bedrijfsterrein “de Nijverheid” Aangezien het bedrijfsterrein van steenfabriek “de Nijverheid” van een meer dan gemiddelde oppervlakte (ca. 15,5 ha.) is dan elk ander individueel bedrijf in het buitengebied, is het terrein aangewezen als “bestaand bebouwd gebied”, waarbij tevens een uitbreiding op de kaart is aangegeven. Overigens blijkt de uitbreiding niet aansluitend aan het bestaande terrein te zijn opgenomen. De plankaart zal op dat punt dienen te worden aangepast. Niet ingezien wordt waarom het bestaande bedrijfsterrein zou moeten worden aangemerkt als “agrarisch gebied” in plaats van de term “bestaand bebouwd gebied’. De term “agrarisch gebied” doet geen recht aan het, in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen, bedrijfsterrein van de steenfabriek. De uitbreiding is gebaseerd op een ontwikkelingsvisie voor de steenfabriek voor de langere termijn. Toenemende eisen noodzaken tot innovatie en schaalvergroting. In het kader van die uitbreiding dient de nodige zorg te worden besteed aan landschappelijke inpassing van het terrein. De gemeente heeft een positieve grondhouding aangenomen ten aanzien van de gewenste uitbreiding Dat de beoogde uitbreiding in het LOG valt is een gegeven dat niet binnen het kader van een structuurvisie kan worden gewijzigd. Het zal o.a. aan de hand van eerdergenoemde gebiedsvisie moeten blijken of de mogelijkheden uit het LOG worden beperkt door uitbreiding van het bedrijfsterrein. Het LOG vloeit voort uit het reconstructieplan. Het zo mogelijk toekennen van een meer algemenere bedrijfsbestemming voor het terrein wordt beoordeeld in het kader van het bestemmingsplan voor het buitengebied. De mogelijkheden daartoe lijken echter op voorhand beperkt te zijn.
Locatie Werfhout In de visie worden de bestaande plassen in het gebied Werfhout voorzien van een aanduiding “bos en natuur”. Die aanduiding is voor de kleine plas aan de Oud Arnhemseweg te fors opgenomen en zal worden beperkt overeenkomstig de omvang van de plas. Naast de aanduiding “bos en natuur” is voor de omgeving van de plas Werfhout de aanduiding “ontwikkeling recreatie” opgenomen. Die ontwikkeling is opgenomen naar aanleiding van plannen in die richting van de eigenaar van de plas, waarin, naast de voorgenomen uitbreiding van de zandwinning, tevens een recreatieve functie c.a. in het kader van meervoudig ruimtegebruik aan het gebied wordt gegeven. In hoeverre die plannen
37 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
realiseerbaar zijn is onderwerp van onderzoek en overleg. De initiatiefnemer dient in ieder geval oplossingen aan te dragen indien blijkt dat uitvoering van de plannen zou kunnen leiden tot beperking van omliggende (agrarische) bedrijven. Uit het vorenstaande blijkt dat uitbreiding van de plas uitsluitend denkbaar is indien er daarnaast onlosmakelijk sprake is van enige vorm van meerwaarde voor het gebied. Zandwinning is voor de gemeente geen einddoel, doch een stapsteen om te komen tot een duurzaam eindplaatje, waarin in ieder geval recreatie een plaats dient te hebben. Dat is eveneens de reden waarom de functie “zandwinning” niet is opgenomen. Voor wat betreft de verwezenlijking van de plannen wordt opgemerkt dat de rol van de gemeente zich beperkt tot richtinggevend en voorwaardenscheppend. De daadwerkelijke verwezenlijking wordt overgelaten aan de ontwikkelaar. Door DAS rechtsbijstand wordt nog opgemerkt dat niet gebleken is van delegatie van de bevoegdheid tot het vaststellen van de structuurvisie aan het college. Het college is daardoor niet bevoegd de visie vast te stellen of uit te werken. De stelling van DAS wordt onderschreven: van enige vorm van delegatie is geen sprake.
Overige reacties • Verdroging “de Byvanck In de visie wordt gesteld dat het tegengaan van de optredende verdroging van De Byvanck en Bosslag een aandachtspunt vormt. De verdroging van De Byvanck is een gegeven. In de visie wordt niet gesproken van mogelijke maatregelen die die verdroging kunnen tegengaan en eventuele maatregelen vallen buiten het kader van de visie. • Functieveranderingsinitiatief Vinkwijkseweg te Zeddam Verzocht is om het initiatief tot herbouw van functieverandering van een voormalig bedrijfsgebouw in Zeddam op te nemen in de structuurvisie. Voorop staat dat de visie de hoofdlijnen van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen bevat. In de visie wordt niet ingegaan op individuele bouwplannen zodat aan de reactie niet tegemoet wordt gekomen. Overigens is met verzoeker inmiddels overleg gepleegd teneinde de mogelijkheden te bespreken. De locatie is gelegen in het gebied “uitbreiding woongebied” Zeddam. • Recreatieve ontwikkeling “de Reeven” In het kader van meervoudig ruimtegebruik is op de voormalige stortplaats “de Reeven” de aanduiding “ontwikkeling recreatie” opgenomen. Daarmee is een voorzet gegeven voor eventuele ontwikkelingen binnen dat gebied. De aanduiding is beperkt tot de voormalige stortplaats. Beantwoording van de vraag of die aanduiding te beperkt is, is afhankelijk van eventuele initiatieven die in die richting worden ontwikkeld. Op voorhand geeft de reac-
38 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
tie geen aanleiding om een groter gebied aan te wijzen, mede gelet op ligging op de gemeentegrens.
39 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
• Begrenzing contour bebouwd gebied Als begrenzing voor de structuurvisie is gekozen voor de woningbouwcontouren zoals die zijn opgenomen in het Regionaal Plan van de Stadsregio. Los van de mogelijkheden die binnen de afzonderlijke bestemmingsplannen gelden, geldt binnen de contour de regionale regels met betrekking tot woningbouw (woonconcessies) en geldt daarbuiten de regels met betrekking tot o.a. functieveranderingsinitiatieven. De contouren zijn tot stand gekomen na de procedure die de Wet op de Ruimtelijke Ordening daartoe (tot 1 juli 2008) stelde. Na de goedkeuring van het Regionaal Plan is formeel de status van Regionaal Structuurplan c.q. Streekplan(-uitwerking) van toepassing, waardoor het een toetsingskader is voor lokale plannen. Het is zaak om de plaatselijke en regionale regelgeving op elkaar af te stemmen. Dat betekent overigens niet dat bestemmingsplannen die mogelijk qua begrenzing afwijken van de contouren daarmee buiten werking zijn gesteld. De mogelijkheden blijven onverkort van toepassing. Wij hebben dan ook geen reden om te kiezen voor een afwijkende begrenzing van de bebouwde gebieden in de structuurvisie. • Recreatieve ontwikkeling De Sedde Met betrekking tot “de Sedde” staan wij het beleid “ja, mits” voor. Dat betekent dat een recreatieve ontwikkeling mogelijk wordt geacht met inachtneming van de waarde van het waardevolle landschap. In de structuurvisie Bergh was ter plaatse een actieve recreatieve zone opgenomen. Die zone is thans niet meer opgenomen in verband met het gewijzigde beleid zoals dat is verwoord in het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan. Echter, gelet op de economische impuls die van de ontwikkeling uit zal gaan, zijn wij van mening dat een ontwikkeling ter plaatse gewenst is. Onderdeel van de planontwikkeling is de onderbouwing van de behoefte. Permanente bewoning van recreatiemiddelen, waarop door diverse partijen is gewezen, is in strijd met het (toekomstige) bestemmingsplan. Naast de inzet van de gebruikelijke handhavingsmiddelen, zal voorafgaand aan planontwikkeling, een overeenkomst met initiatiefnemer worden gesloten die gericht is op het tegengaan van oneigenlijk gebruik van recreatiemiddelen. • Invulling terrein omgeving Zeddamseweg 2 te Kilder Zoals reeds eerder opgemerkt bevat de visie de hoofdlijnen van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen. In de visie wordt niet ingegaan op individuele bouwplannen zodat aan de reactie niet tegemoet wordt gekomen. Het geldend beleid ten aanzien van de mogelijkheid tot woningbouw in het buitengebied is ongewijzigd van toepassing. • Recreatie De Nevelhorst Met betrekking tot de Nevelhorst wordt gestreefd naar een goede balans tussen behoud van de aanwezige natuurkwaliteiten en behoud en enige ontwikkeling van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen. Het RAL be-
40 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
stempelt dat uitgangspunt als te behoudend. Duidelijk dient te zijn dat wij voor De Nevelhorst geen met Stroombroek vergelijkbare grootschalige ontwikkelingen voorstaan. Elk initiatief wordt op zijn merites beoordeeld, waarbij de recreatieve druk op de Nevelhorst bij de beoordeling wordt betrokken. Voorgesteld wordt om intensievere vormen van recreatie niet bij voorbaat uit te sluiten, waarbij er echter wel een directe relatie dient te bestaan tot de waterplas. • Bedrijventerreinen Met betrekking tot de mogelijke uitbreiding van de bedrijventerreinen, merken wij het volgende op. Revitalisering en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen is uitdrukkelijk onderdeel van de samenwerkende gemeenten in het kader van de regionale bedrijventerreinen. Dat geldt eveneens voor toepassing van de zgn. SER ladder in het kader van ontwikkeling van nieuwe terreinen. Uitbreiding van Kollenburg is een uitvloeisel van het Regionaal Plan en is bedoeld als een plaatselijk bedrijventerrein. In de structuurvisie is een groter terrein aangegeven als in het Regionaal Plan is opgenomen met het oog op de gewenste flexibiliteit van de locatie. Het instrument grondexploitatie is thans geen onderdeel van de visie aangezien wij een actief grondbeleid voorstaan. Daarmee is vooraleerst kostenverhaal anderszins verzekerd. De uitbreiding van het EBT is gelegen buiten het waardevol landschap Montferland. • Landgoederen Wij hebben kennisgenomen van de door GMF in het kader van de totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied aangedragen aandachtspunten voor nieuwe landgoederen. De omschrijving daarvan zal verder worden uitgewerkt in dat bestemmingsplan. • Uitbreiding Te Boomsgoed De door GMF voorgestane randvoorwaarden ten aanzien van natuur en landschap zijn onderdeel van het bestemmingsplan. • Stroombroek Verzocht is om Stroombroek op te nemen in de EHS. Uitgaande van de komende Streekplanherziening Herbegrenzing EHS is Stroombroek nagenoeg geheel gelegen buiten de Ecologische Hoofdstructuur. De Streekplanherziening is tot op perceelsniveau uitgewerkt, de structuurvisie geeft slechts globale begrenzing aan. Wij zien met het oog daarop geen reden om tot aanpassing van de visiekaart over te gaan. • Aansluiting Hengelderweg/A12 De stelling van GMF dat de nadere onderzoeken van de nieuwe aansluiting Hengelderweg/A12 ontbreken, wordt onderschreven. Dergelijke onderzoeken horen namelijk niet thuis in een structuurvisie. Het bestemmingsplan is het aangewezen kader voor dergelijke onderzoeken. •
Uitbreiding woongebieden
41 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
De omvang van de aangeduide uitbreidingslocaties woongebieden zijn afgestemd op de gevestigde voorkeursrechten voor die gebieden. Voor wat betreft de betaalbaarheid van de woningen binnen die gebieden, kan worden opgemerkt dat het regionaal beleid uitgaat van een op de plaats afgestemde nadere verdeling van betaalbare en overige woningen voor zover de woningbouwcontour ter plaatse wordt overschreden. • Openheid Natuurmonumenten is bevreesd dat de aanduiding landbouw met behoud openheid het creëren van houtwallen en ruige vegetatie daarmee onmogelijk wordt. De aanduiding is met name ingegeven door de landschappelijke kwaliteit van het gebied. De gewenste ontwikkeling van het landschap wordt vertaald in het Landschapsontwikkelingsplan. Natuurontwikkeling wordt niet bij voorbaat onmogelijk gemaakt, maar de aanduiding behoud openheid vergt een extra afweging daarbij. • Natuurelement Loolaan De waardevolle beplanting langs de Loolaan is niet op de kaart opgenomen. Daarmee is echter geen oordeel gegeven over de waarde van het element. De globale schaal van een structuurvisie maakt het, omwille van de leesbaarheid, onmogelijk om elk natuurelement als zodanig te benoemen en is gekozen om uitsluitend de grotere natuur- en landschapselementen op de kaart aan te duiden. • Historisch wegenpatroon Bergherbos In de bijlage bij de visie is de Cultuurhistorische Waardenkaart opgenomen. Op die kaart zijn als lijnelementen de historische wegen aangegeven. Natuurmonumenten is van mening dat alleen de echte historische wegen moeten worden aangegeven. De waardenkaart is gebaseerd op de feitelijke/historische situatie. Uitwerking en vertaling daarvan vindt plaats in de betreffende bestemmingsplannen. • Uitstel reactietermijn Van de mededeling van de provincie dat de reactietermijn met twee maanden wordt verlengd, kan kennis worden genomen. De inspraakverordening laat een dergelijke verlenging niet toe aangezien niet besloten is tot een afwijkende inspraakprocedure.
Vaststellingsprocedure
3.3
De structuurvisie is behandeld in de raadscommissie Ruimte en Financiën van 31 maart 2009 en de visie is uiteindelijk vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van 23 april 2009. Het raadsvoorstel en raadsbesluit zijn als bijlage 2 opgenomen.
42 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
4
B i j l a g e 1 : B e s c h r i j v i n g B e l e i d s k a d e r
In dit hoofdstuk wordt het beleid beschreven dat relevant is voor het buitengebied. De voornaamste beleidskaders worden gesteld door het Rijk, de provincie Gelderland, de Reconstructiecommissie Achterhoek/Liemers, het Waterschap Rijn en IJssel en de gemeente zelf.
Nationaal beleid
4.1
Als lid van de Europese Unie heeft Nederland een verplichting om het Europese beleid (en de richtlijnen) te laten doorwerken in nationaal beleid. Het belangrijkste Europese beleid met ruimtelijke consequenties voor het plangebied is opgenomen in Natura 2000, met bijbehorende Vogel- en Habitatrichtlijn, het Verdrag van Malta en de Kaderrichtlijn Water. Bij nieuwe ruimtelijke initiatieven dient (via het nationaal beleid) aan dit beleid gehoor te worden gegeven en te worden getoetst. Nota Ruimte Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid (Nota Ruimte) is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat in Nederland ter beschikking staat. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; borging van de veiligheid. In de Nota Ruimte wordt het knooppunt Arnhem-Nijmegen aangewezen als nationaal stedelijk netwerk. Het Rijk geeft prioriteit aan de ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken. Doel hierbij is het versterken van de kracht van de steden en verbetering van de internationale economische concurrentiepositie en de daarbij behorende ruimtelijk-economische structuur van Nederland. Het nationaal stedelijk netwerk ArnhemNijmegen strekt zich uit tot op het grondgebied van de gemeente Montferland.
43 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Provinciaal en regionaal beleid
4.2
Streekplan Gelderland 2005
4.2.1
Het provinciaal ruimtelijk beleid is verwoord in het Streekplan Gelderland 2005 dat op 29 juni 2005 door Provinciale Staten is vastgesteld. Het ruimtelijk beleid richt zich op de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur. Deze hoofdstructuur wordt gevormd door het groenblauwe raamwerk en het rode raamwerk. In het groenblauwe raamwerk ligt het beleidsaccent op het beschermen en versterken van aanwezige kwetsbare waarden en gebieden. In het rode raamwerk ligt het accent op het ontwikkelingsbeleid in de sfeer van stedelijke functies en intensieve land- en tuinbouwteelt. Tussen deze twee raamwerken liggen de multifunctionele gebieden waarvoor het provinciaal beleid globaal en beperkt is. GROENBLAUWE RAAMWERK
Voor het groenblauwe raamwerk zijn de volgende punten van belang: bescherming van ecologische kerngebieden en waardevolle open gebieden; realisering van ecologische verbindingszones die ecologische kerngebieden verbinden; afbakening en bescherming van regionale waterbergingsgebieden; maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier. Het gebied tussen Beek en Zeddam (waaronder het Bergher Bos/Montferland) maakt deel uit van het provinciaal groenblauwe raamwerk en is aangewezen als EHS natuur.
RODE RAAMWERK
Het rode raamwerk wordt gevormd door stedelijke netwerken en regionale centra die goed bereikbaar dienen te zijn. De ruggengraat van dit netwerk wordt gevormd door de hoofdinfrastructuur. Daarnaast maken ook de gebieden voor intensieve teelten (landbouwontwikkelingsgebieden) deel uit van het rode raamwerk. In de gemeente Montferland is het gebied rond Azewijn aangemerkt als landbouwontwikkelingsgebied. Voor de provincie is in het rode raamwerk onder andere de zorg voor voldoende recreatie en groen in en om de steden van belang.
MULTIFUNCTIONELE GEBIEDEN
De multifunctionele gebieden worden gezien als domein van de samenwerkende gemeenten waar de provinciale bemoeienis beperkt is. Het betreft de overige steden en dorpen die niet behoren tot de stedelijke netwerken of regionale centra, waardevolle landschappen en het multifunctionele platteland. In deze gebieden spelen de volgende ontwikkelingen:
44 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
-
uitvoering reconstructieplannen; accommoderen van nieuwe economische dragers; accommoderen behoefte aan centrum-dorps landelijk nen/werken; inspelen op regionale structuurkenmerken; gebiedsspecifieke strategie in waardevolle landschappen.
wo-
Het open essenlandschap rond het Bergher Bos/Montferland is aangewezen als waardevol landschap en wordt in de streekplanuitwerking ’Kernkwaliteiten waardevol landschap‘ nader uitgewerkt.
Figuur 1: Uitsnede Beleidskaart ruimtelijke structuur (provincie Gelderland)
Verder zijn op de beleidskaart ruimtelijke ontwikkelingen, zoekzones voor de realisatie van windturbines aangegeven. Daarbinnen zijn een aantal locaties voor kansrijke initiatieven voor de oprichting van windturbineparken mogelijk, zoals in het Azewijnse Broek en langs de Didamse Wetering.
ZOEKZONES WINDTURBINES
Ecologische Hoofdstructuur 4.2.1 Binnen het groenblauwe raamwerk vormt de ontwikkeling van de Ecologische Hoofdstructuur een belangrijk opgave. Het hoofddoel van het ruimtelijk beleid voor de EHS is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken. Deze maatrege-
45 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
len zullen bijdragen aan het oplossen van problemen op het vlak van verdroging, vermesting en versnippering.
Figuur 1. Uitsnede provinciale beleidskaart EHS
Op de beleidskaart van de EHS worden drie onderdelen onderscheiden: EHS-natuur, EHS-verweving en ecologische verbindingszones. Voor het behoud en herstel van de biodiversiteit in Gelderland zijn de drie onderdelen van de EHS onlosmakelijk met elkaar verbonden EHS-NATUUR
Het gebied van de Montferlandse berg vormt een belangrijke schakel in de ecologische hoofdstructuur. Het gebied is aangewezen als EHS natuur. Binnen de EHS natuur vallen zowel de bestaande natuurgebieden alsook de natuurontwikkelingsgebieden, die momenteel nog in gebruik zijn als agrarische cultuurgrond.
EHS-VERWEVING
Verder zijn er in het grondgebied van de gemeente enkele gebieden aangewezen als EHS-verwevingsgebied en ecologische verbindingszone. In EHS-verweving is natuur de belangrijkste functie. Deze gebieden omvatten landgoederen die vallen onder de Natuurschoonwet; landbouwgebieden met natuurwaarden en landbouwgebieden met een hoge dichtheid aan natuur- en boselementen. De grondgebonden land- en tuinbouw vervullen een blijvende rol in het duurzaam beheer van cultuurgrond en de daarmee verweven natuurwaarden.
ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONES
Ter verbinding van EHS-natuur en EHS-verweving worden in de streekplanperiode ecologische verbindingen gerealiseerd. De ecologische verbindingszones van provinciaal belang zijn opgenomen in het Streekplan.
46 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Deze verbindingszones bestaan uit een schakeling van natuurelementen (stapstenen) die de multifunctioneel gebieden doorsnijdt. De zones, waar de ecologische verbindingsfunctie wordt versterkt, bestaan uit landbouwgronden en verspreid gelegen kleine natuur- en boselementen, waarbij veelal beken en andere watergangen de as van de ecologische verbindingszone vormen. Binnen de gemeente vormt onder andere de Didamse Leigraaf een belangrijke verbindingszone. In de streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities Gelderse Ecologische Hoofdstructuur worden de voor de EHS gebieden verder uitgewerkt. Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten W a a r d e v o l L a n d s c h a p 4.2.2 In deze uitwerking van het streekplan zijn de waardevolle landschappen begrensd, is het beleid bepaald en zijn de kernkwaliteiten aangegeven. Voor de waardevolle landschappen die niet onder de EHS of het waardevol open gebied vallen, zijn ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk (ja, mits) zolang de kernkwaliteiten worden behouden en versterkt. In het waardevol landschap dat wel samenvalt met de EHS zijn geen ontwikkelingen mogelijk (nee, tenzij). Ook in waardevol open gebied (valt altijd binnen Waardevol landschap) zijn geen nieuwe bouwlocaties mogelijk en geldt voor overige ruimtelijke ingrepen een 'nee, tenzij'-regiem. Binnen de gemeente Montferland liggen (al dan niet gedeeltelijk) twee gebieden die zijn aangewezen als waardevol landschap, te weten Montferland en Slangenburg. Het gehele waardevolle landschap van het deelgebied Montferland is gelegen binnen de gemeentegrenzen.
47 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
De landschappelijke waarde van het gebied wordt bepaald door de samenhang tussen de hooggelegen stuwwal met daarop het besloten bos, de essen op de hellingen en de ring van dorpen en gehuchten aan de voet. Het gebied is landschappelijk en cultuurhistorisch waardevol door het contrast tussen open essen en besloten bosgebied. Kenmerkend is het reliëfrijk landschap met slingerende wegen en zicht vanuit de omgeving op de stuwwal. Daarnaast is een deel van het waardevolle landschap Slangenburg gelegen binnen de gemeentegrenzen.
48 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
In dit gebied zijn de gave open essen van belang. Kleinere escomplexen komen verspreid door het gebied voor. Daarnaast zijn de overgangen van hooggelegen, kleinschalig naar laaggelegen, open landschap karakteristiek in dit gebied. Tussen de rivierduinen naar de laaggelegen gebieden langs Oude IJssel en beken is sprake van verandering van het landschapsbeeld, van besloten en halfopen naar relatief open. Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en o m g e v i n g s c o n d i t i e s G e l d e r s e E H S 4.2.3 In de streekplanuitwerking worden de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS gespecificeerd en wordt uitwerking gegeven aan de begrippen nee, tenzij, mitigatie, compensatie en saldobenadering. Met deze streekplanuitwerking is het voor andere overheden en andere partijen helder hoe de provincie ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS zal beoordelen. De begrenzing van de EHS in deze streekplanuitwerking is dezelfde als degene is vastgelegd in het streekplan. De streekplanuitwerking geeft gebiedsspecifieke beschrijving van de kernkwaliteiten. Deze komen ook voort uit het functioneren in een bepaalde landschappelijke samenhang. Verder worden er ontwikkelingsopgaven per deelgebied gedefinieerd.
49 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Figuur 3. Uitsnede beleidskaart deelgebied west-Achterhoek
Voor de Westelijke Achterhoek zijn onder andere de volgende ontwikkelingsopgaven geformuleerd: het ontwikkelen van een grote natuurlijke eenheid op Montferland; het opheffen van versnippering door de wegen in Montferland; het terugdringen van stikstofdepositie op natuurterreinen en stikstofen fosfaatbelasting van beken en andere wateren; het aanleggen van natte landschapselementen voor amfibieën (met name in het middengebied ook buiten de EHS); het verbinden van de belangrijkste natuurkernen (met name Graafschap, Hummelo-Keppel/Slangenburg, Montferland) door het realiseren van ecologische verbindingszones en robuuste verbindingen (Veluwe - Duitsland door de Achterhoek, Veluwe - Reichswald door de Liemers).; het herstel van verdroogde natuurterreinen. Op het grondgebied van de gemeente Montferland wordt het belangrijkste gebied gevormd door het Montferland. Het bestaat uit een groot, oud bos en is kerngebied voor veel planten en dieren. Het kan een belangrijke schakel zijn tussen de Veluwe en de bossen van het Rijk van Nijmegen en
50 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
aangrenzend Duitsland. Het gebied herbergt ook nog enkele parels in de vorm van kleine heideterreinen met een bijzondere reptielenfauna. Een andere belangrijke parel in het grondgebied is het landgoedbos Bijvanck. Deze is bijzonder en soortenrijk. Net als veel bos in de Achterhoek is het een kleine eenheid, waardoor het kwetsbaar is voor inspoeling van mest en verdroging. Het regionaal plan Stadsregio 2005-2020
4.2.4
De gemeente Montferland heeft zich aangesloten bij de stadsregio Arnhem-Nijmegen. Voor de stadsregio is een uitwerking van het streekplan gemaakt in het Regionaal plan 2005-2020 van de regio ArnhemNijmegen. Het Regionaal Plan wil burgers en bedrijven aan de regio binden door het verbeteren van condities voor 'het goede leven', het bieden van mogelijkheden voor prettig wonen en succesvol werken in een mooi, aantrekkelijk landschap en waar men zich snel en comfortabel kan verplaatsen. Deze hoofddoelstelling kan naar vier ontwikkelingsthema's worden onderscheiden: Economie: het versterken van het economisch vestigingsklimaat in (inter)nationaal perspectief, waarbij de potenties van de stuwende werkgelegenheid worden uitgebuit. Mobiliteit: het verbeteren van de bereikbaarheid in het regionale kernnet van (snel)wegen en openbaar vervoer, waarbij de mobiliteit per auto, trein, bus en fiets beter met elkaar worden geïntegreerd. Landschap: het vergroten van de toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van het landelijk gebied voor de natuur en voor de recreatie. Wonen: het verbeteren van de kwaliteit van het wonen in stad, dorp en landelijk gebied, waarbij de relatie met landschap, bereikbaarheid en voorzieningen kwaliteitsfactoren zijn. Het landschap wordt benaderd als regionaal landschapspark. Hierbij vormt het landschap de drager voor de integratie van stedelijke en landelijke gebruiksfuncties. Regionaal zullen een samenhangend netwerk van recreatieve routes, robuuste groenstructuren in en om de stad, zoekzones voor landschapsversterkende bebouwing en het beleefbaar maken van cultuurhistorie worden gecoördineerd. Ten slotte zal het ecologisch herstel van het watersysteem, het fijnmazige recreatienetwerk, het tonen van volksverhalen en landschapselementen en de balans tussen groen en rood worden gestimuleerd en gefaciliteerd.
LANDSCHAP, RECREATIE EN CULTUURHISTORIE
51 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Specifiek voor de escomplexen en andere open gebieden van middelgrote schaal wordt een bijzondere verantwoordelijkheid van gemeenten verwacht, met als aanbeveling 'handhaving van het open karakter'. De zones rond Oud-Dijk en tussen Beek en Loerbeek zijn aangeduid als zoekzone landschapsversterking. Hier is verspreide nieuwbouw van woningen of kleinschalige woon-/werkcombinaties en buitenplaatsen mogelijk, mits niet in het groenblauwe raamwerk en op basis van de goedgekeurde integrale gebiedsvisie. In de visie is uitgewerkt hoe met nieuw rood substantieel wordt bijgedragen aan versterking van de kwaliteiten van het gebied als geheel en van het te ontwikkelen (deel)gebied in het bijzonder. VRIJKOMENDE AGRARISCHE BEBOUWING
Een zone ten westen van Didam is aanwezen voor 'grondgebonden landbouw en veehouderij'. Dit houdt in, dat functieverandering van vrijkomende (agrarische) bedrijfsbebouwing slechts is toegestaan indien de bedrijfsontwikkeling van de agrarische bedrijven in de omgeving niet wordt belemmerd. Het vestigen van landgoederen is in deze gebieden uitgesloten. Ook is nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve recreatieve en toeristische voorzieningen uitgesloten. Uitzonderingen zijn alleen mogelijk indien uit een goedgekeurde visie voor het desbetreffende gebied blijkt dat die uitzondering substantieel bijdraagt aan het versterken van de landschappelijke kwaliteit of aan andere gebiedsdoelen en geen belemmeringen opwerpt voor de grondgebonden landbouw en veehouderij. Bij sloop van vrijkomende (agrarische) bedrijfsgebouwen in de gebieden voor 'grondgebonden landbouw en veehouderij' is compensatie door nieuwbouw buiten deze gebieden en het groenblauwe raamwerk mogelijk.
ZOEKRICHTINGEN UITBREIDING WONINGBOUW
Daarnaast is er een aantal zoekrichtingen aangegeven voor de uitbreiding van woningbouw rond de kernen Didam, Nieuw-Dijk, Kilder, Zeddam en ’s-Heerenberg. Deze zoekrichtingen bieden uitbreidingsmogelijkheden voor gemeenten. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat 90% van de woningen worden gebouwd in de betaalbare huur- en/of koopsector. Bij benutting dient een zorgvuldige ruimtelijke inpassing plaats te vinden, waarbij wordt ingespeeld op landschappelijke waarden, milieu, cultuurhistorie, aardkundige kwaliteiten.
52 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Figuur 2. Uitsnede beleidskaart Regionaal Plan 2005-2015 (Stadsregio ArnhemNijmegen)
Reconstructieplan Achterhoek en Liemers
4.2.5
Het Rijk heeft de Reconstructiewet in het leven geroepen om de sociaaleconomische omstandigheden en leefbaarheid van de zandgebieden te verbeteren. Daarnaast zijn de vermindering van de veterinaire kwetsbaarheid en het creëren van een goede omgevingskwaliteit belangrijke doelen. De uitvoering van de reconstructie duurt tot eind 2015. In 2005 is het Reconstructieplan Achterhoek en Liemers vastgesteld, als uitwerking van de nationale Reconstructiewet. In de reconstructie is het de bedoeling conflicterende belangen ruimtelijk te scheiden en de intensieve veehouderij te concentreren op duurzame locaties met toekomstperspectief. Dat betekent dat de intensieve veehouderij in de kwetsbare gebieden (rond dorpen en natuurgebieden) op termijn wordt afgebouwd, terwijl de sector tegelijkertijd op duurzame locaties wordt geconcentreerd door bedrijven daar ontwikkelingsruimte te bieden.
53 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Figuur 2: Uitsnede beleidskaart reconstructieplan
Om deze beweging te versterken en ruimtelijk in goede banen te leiden, is het landelijk gebied opgedeeld in drie zones: 1. Landbouwontwikkelingsgebieden. In deze gebieden krijgt de intensieve veehouderij goede ontwikkelingsmogelijkheden. De landbouwontwikkelingsgebieden zijn zo gekozen dat ook op termijn geen nieuwe belemmeringen zijn te verwachten vanuit de milieuwetgeving of vanuit landschappelijke kwaliteit. In de gemeente Montferland is het gebied rond Azwijn aangewezen als landbouwontwikkelingsgebied; 2. Extensiveringsgebieden. Gebieden waar de intensieve veehouderij op termijn wordt afgebouwd. De flanken van de stuwwal zijn in het reconstructieplan aangewezen als extensiveringsgebied; 3. Verwevingsgebieden. In deze gebieden kan intensieve veehouderij samengaan met andere functies en waarden. De extensiveringsgebieden zijn de gebieden waar de intensieve veehouderij nu al te maken heeft met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden. Het reconstructieplan wil de opgaven voor nagenoeg alle reconstructiethema's in 2015 hebben bereikt. Hoewel het waarschijnlijk niet mogelijk is alle reconstructiedoelen in 2015 te bereiken, zorgt het reconstructieplan dat die doelen later alsnog volledig kunnen worden bereikt. De hoofdpunten van het reconstructieplan zijn: Versterken van de grondgebonden landbouw, onder meer door het verbeteren van de ruimtelijke structuur en de verkaveling, het ver-
54 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
-
-
-
-
sterken van de mogelijkheden voor groene en blauwe diensten en door ondersteuning van innovaties. Versterken van de intensieve veehouderij, onder meer door het verbeteren van de ruimtelijke structuur en door ondersteuning van innovaties. Versterken van de toeristisch-recreatieve sector,. Verbeteren van de sociaal-economische structuur en de leefbaarheid in dorpen. Verbeteren van de waterkwaliteit, onder meer door het terugdringen van de nitraatproblematiek in prioritaire kwetsbare gebieden. Ontwikkelen en beschermen van waardevolle natuur, onder meer door de inrichting van de EHS en door agrarisch natuurbeheer. Versterken van het landschap en de cultuurhistorie, onder meer door behoud en ontwikkeling van waardevolle landschappen, en de sloop van ontsierende stallen. Terugdringen van de ammoniak- en stankproblematiek, onder meer door het verplaatsen van landbouwbedrijven uit kwetsbare gebieden en verdergaande technische maatregelen op landbouwbedrijven. Verminderen van de veterinaire kwetsbaarheid.
Waterbeheerplan 2007-2010 (2007)
4.2.6
In het waterbeheerplan 2007-2010 streeft het Waterschap Rijn en IJssel naar en werkt door de inzet van diverse maatregelen aan: schoon water; bereiken en in stand houden van een goede chemische kwaliteit van het oppervlaktewater; levend water; bereiken en in stand houden van een goede ecologische kwaliteit van de watersystemen; functioneel water; bereiken en in stand houden van een watersysteem met een optimale afstemming tussen bestemming, functie, gebruik, inrichting en beheer; uitvoering; het realiseren van een effectieve en efficiënte uitvoering van het beleid. Voor de gemeente zet het waterschap in op realisatie van de natte ecologische verbindingszone de Oude IJssel Het Waalse Water is aangewezen als watergang met een specifieke ecologische doelstelling. Voor de realisatie van gewenste grondwaterstanden en oppervlaktewaterpeilen gebruikt het waterschap de GGOR-aanpak (gewenst grond- en oppervlaktewaterregime). In overeenstemming met bestemming, functie en gebruik van gebieden wordt het gewenst grond- en oppervlaktewaterregime vastgesteld. Drinkwateronttrekking met bijbehorend grondwaterbeschermingsgebied bevind zich op twee plekken op de Montferlandse Berg.
55 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Uitsnede Waterfunctiekaart Waterbeheerplan 2007-2010
Gemeentelijk beleid Structuurvisie Bergh
4.3
4.3.1
De structuurvisie voor de gemeente Bergh (vastgesteld op 31 januari 2002.) is gebiedsgericht opgesteld. In de gemeente wordt onderscheid gemaakt naar gebieden met dezelfde kenmerken of gebieden waar dezelfde visie geldt. De volgende thema's zijn hierbij van belang. Rust en ruimte Zowel de gebieden ten westen van de weg van Kilder naar 's-Heerenberg als de gebieden ten oosten van de weg van Doetinchem naar 's-Heerenberg krijgen het label 'rust en ruimte'. Hierbij is voor een nadere invulling van dit begrip onderscheid gemaakt tussen de westzijde en de oostzijde van de gemeente.
56 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Het gebied ten westen van de stuwwal is een overwegend kleinschalig agrarisch gebied. De kernen zijn klein, maar zelfvoorzienend. Op dit moment zijn er weinig tot geen 'gemaakte' toeristisch-recreatieve trekkers in het gebied aanwezig. De toerist die in dit gebied aanwezig is, komt voor het Montferland. De visie is om het gebied in zijn waarde te laten door het niet te willen versterken, maar te behouden. Wel zijn er punten waarop het gebied kan worden verbeterd, zoals: toeristische (fiets)verbindingen richting de Gelderse Poort; natuur-educatief centrum Montferland ('t Peeske); ontwikkelen van kleinschalig toeristische (verblijfs)voorzieningen (zoals kamperen bij de boer); het verminderen van het aantal niet aan het buitengebied gerelateerde bedrijven in het agrarisch gebied door verplaatsing naar bedrijventerrein Matjeskolk in Loerbeek (kleinschalige bedrijven) en Euregionaal bedrijventerrein in 's-Heerenberg (grootschalige bedrijven).
AAN DE WESTZIJDE
Ten oosten van de verbindingsweg tussen Doetinchem en 's-Heerenberg ligt een grootschaliger agrarisch gebied richting het rivierengebied. De enige kern in dit gebied is Azewijn, als een soort eiland in open gebied. Voor toeristen is het gebied voornamelijk doorgangsgebied. Toch zijn er ook in dit gebied verbeterpunten, zoals: toeristische (fiets)verbindingen tussen het Montferland en de Oude IJsselvallei; ontsluiten toeristische knooppunten zoals Havezathe Kemnade en Azewijn; ontwikkelen van kleinschalige toeristische (verblijfs)voorzieningen (zoals kamperen bij de boer); het verminderen van het aantal niet aan het buitengebied gerelateerde bedrijven in het agrarisch gebied door verplaatsing naar Euregionaal bedrijventerrein.
AAN DE OOSTZIJDE
Actie en recreatie De zone tussen de weg van Kilder naar 's-Heerenberg en de weg van Doetinchem naar 's-Heerenberg via de nieuwe omleiding rond Zeddam wordt gezien als 'actieve recreatieve zone'. De kernen 's-Heerenberg en Zeddam spelen hierin een belangrijke rol voor zowel verblijfsrecreatie als cultuurhistorische attracties. In deze lijn heeft recreatiegebied het Stroombroek een verblijfs- en recreatiefunctie. Ontwikkelingen in dit gebied zijn: omleiding Zeddam (bestaand beleid) en 's-Heerenberg (nog nader uit te werken beleid); ontwikkelen van geconcentreerde entrees met parkeermogelijkheid voor het Montferland; verbeteren aantrekkelijkheid centra van Zeddam en 's-Heerenberg;
57 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
-
RUIMTELIJK
openheid (zicht) tussen kernen in de actieve recreatieve zone waarborgen; ontwikkelen van toeristisch-recreatieve voorzieningen onder bepaalde voorwaarden; een fietsroutes tussen de kernen 's-Heerenberg, Zeddam, Braamt en Stroombroek onderling en met de IJsselvallei; gescheiden entrees 's-Heerenberg voor toeristisch-recreatief verkeer (grensovergang Emmerikseweg) en werkverkeer (grensovergang De Immenhorst).
Euregionaal bedrijventerrein Het Euregionaal bedrijventerrein bij 's-Heerenberg ligt ook in de actieve zone. Voor 's-Heerenberg wordt echter een duidelijke scheiding gemaakt tussen de recreatieve (toeristische) functie van de kern en actieve (economische) functie. Dit krijgt een ruimtelijke vertaling in twee gescheiden entrees voor toeristisch-recreatief en voor werkverkeer. Om dit te realiseren, wordt door de gemeente Bergh een harde grens getrokken aan de westzijde van het Euregionale bedrijventerrein. Deze grens ligt ter plaatse van de grensovergang Immenhorst. Het streven is verdere uitbreiding van het Euregionaal bedrijventerrein in de gemeente Bergh zoveel mogelijk te beperken, teneinde aan de oostzijde de openheid van het landschap zoveel mogelijk te waarborgen. Hierdoor zijn voor een verdere uitbreiding van het Euregionale bedrijventerrein alleen in zuidelijke richting mogelijkheden.
ENTREE 'S-HEERENBERG
Vanaf de Duitse autosnelweg A3 en vanuit Emmerich zijn er twee directe entrees tot 's-Heerenberg. Aan de Emmerikseweg ligt een entree bij de grensovergang ter hoogte van Gouden Handen en bij de grensovergang aan de Immenhorst ligt eveneens een entree. De Emmerikseweg loopt door het centrum van 's-Heerenberg in noordelijke richting naar Zeddam. De Immenhorst loopt in oostelijke richting via de grensovergang over het Euregionale bedrijventerrein aan Berghse zijde. In de toekomst zal deze weg worden doorgetrokken en aansluiten op de omleiding rondom Zeddam.
58 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Fietsroutes richting Gelderse Poort Ter verbreding van de recreatiemogelijkheden voor de toerist wil de gemeente Bergh fietsroutes aanleggen richting Gelders Poort. Door het bosgebied van Montferland of via het open talud kunnen verscheidende fietsroutes zorgen voor een toeristisch recreatieve verbinding met Elten (gemeente Emmerich). Deze fietsroutes kunnen echter alleen tot stand komen als deze kunnen aantakken op de fietsroutes aan de Duitse kant van de grens. Fietsroutes richting Oude IJssel In overleg met de gemeente Doetinchem, gemeente Wisch en de gemeente Gendringen kan worden gekeken of er een gezamenlijk plan moet worden opgesteld en of er reeds bestaande routes zijn waarop kan worden aangetakt. Ecologische verbindingszones In het streekplan worden vanuit een hoger schaalniveau vier ecologische verbindingszones aangegeven die alle grensoverschrijdend zijn. Het Montferland vormt een belangrijke schakel in drie ecologische verbindingszones, namelijk de zones richting: Hummelo via de Didams Leigraaf (gemeente Wehl en Didam); Rijnstrangen via Bijvanck (Duitsland en gemeente Rijnwaarden); Rijnstrangen via Wildt en het Grenskanaal (Duitsland en gemeente Rijnwaarden).
59 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
De vierde ecologische verbindingszone is het stroomgebied van de Oude IJssel die in het noordoosten door de gemeente stroomt, richting Winterswijk (gemeenten Doetinchem en Wisch). Structuurvisie Didam
4.3.2
In de Structuurvisie Didam (vastgesteld op 25 oktober 1993) is gekozen voor de zogenaamde gebiedsgewijze benadering, om te komen tot een ruimtelijke zonering van de gemeente. Gelet op het doel van voorliggende integrale structuurvisie, wordt onderstaande tekst beperkt tot de visie voor het buitengebied. Het belangrijkste probleem in het buitengebied is dat door diverse ontwikkelingen veel functies een plaats hebben gevonden. In de visie van de gemeente is het uitgangspunt echter dat het buitengebied primair een rol voor landbouw en landschap vervult. Er is een zonering gemaakt van het buitengebied op grond van de drie voorkomende landschapstypen, namelijk kampenlandschap, kommenlandschap en heide- en broekontginningslandschap. De toekomstige betekenis wordt per deelgebied aangegeven. Het beleid dient in het algemeen te zijn gericht op het benadrukken van de verschillen, waardoor de herkenbaarheid van de landschapsstructuur zal verbeteren Hierdoor ontstaat dan een functiezonering in het buitengebied, waardoor onderlinge conflicten tussen de diverse functies worden verkleind. KAMPENLANDSCHAP
Het kampenlandschap heeft een multifunctioneel karakter. Het beleid is gericht op herstructurering van de functies. De agrarische functie blijft voorop staan. Op daarvoor geschikte plaatsen is stedelijke ontwikkeling mogelijk. Vrijkomende (agrarische) gebouwen kunnen gaan functioneren als burgerwoningen. Bestaande niet-agrarische bedrijvigheid kan worden gehandhaafd, mits geen hinder wordt veroorzaakt voor de landbouw en de in het buitengebied wonende burgers. Hinder veroorzakende functies dienen te worden verplaatst naar plaatsen waar ze geen hinder opleveren. De ontwikkeling van de landschappelijke structuur wordt uitgewerkt door het aanbrengen van dichte wegbeplanting. Door een versterking van de landschapsstructuur zal de recreatieve betekenis van het gebied de Nevelhorst verbeteren en komt het multifunctionele karakter beter tot uiting.
60 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Kaart structuurvisie Didam
In het kommenlandschap zal ter onderscheid van de andere landschapstypen een sterke nadruk worden gelegd op het handhaven en versterken van het open, onbebouwde karakter. De grondgebonden landbouw krijgt de prioriteit Toename van bebouwing door nieuwvestiging of uitbreiding wordt beperkt. Een omschakeling van grondgebonden landbouw naar niet-grondgebonden (intensieve)landbouw is niet mogelijk. Andere functies dan een landbouwkundige zijn niet toegestaan, zoals woningbouw, nietagrarische bedrijven en recreatievoorzieningen. Landschapsontwikkeling kan bestaan uit (beperkte) transparante beplanting van wegen en waterlopen.
KOMMENLANDSCHAP
Het heide- en broekontginningslandschap heeft primair een landbouwkundige functie en is plaatselijk van landschappelijk en recreatief belang. Bestaande stedelijke functies worden beperkt, nieuwe stedelijke functies zijn uitgesloten. Aangepaste (weg)beplanting levert een landschapsbeeld
HEIDE- EN BROEKONTGINNINGSLANDSCHAP
61 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
op dat zich kenmerkt door grote, rechthoekige door bomenrijen gelede ruimten, overeenkomstig het rationele, grootschalige wegen- en verkavelingspatroon. GEBIED TEN ZUIDEN VAN DIDAM
Vanuit landschappelijke overwegingen wordt een herstructurering van het gebied; ten zuiden van de kern Didam tussen de A12 en A18 voorgesteld; In dit gebied is een verscheidenheid van functies aanwezig. Het gebied kan bovendien een functie vervullen voor de opvang van nieuwe en te verplaatsen functies die elders in het buitengebied ongewenst zijn, zoals intensieve vormen van recreatie. Een verplaatsing van hinderlijke functies van elders uit het buitengebied naar dit gebied zal een positieve uitwerking hebben op de landschappelijke kwaliteit van de rest van het buitengebied. Toeristisch recreatief ontwikkelingsplan
4.3.3
Voor Montferland is toerisme van economisch belang. Voor een vitale toekomst van de gemeente is daarom ontwikkeling en groei van toerisme het uitgangspunt voor het ruimtelijk-economische beleid. De kansen worden mede bepaald door een marktgerichte houding en integrale benadering door het beleid. De omgevingskwaliteiten van Montferland zijn sterk en vormen de basis voor de toeristische traditie. Het gebied positioneert zich als groene grensstreek en poort van de Achterhoek. Landschappelijk en cultureel leidt de ligging in zowel de Achterhoek als in de Liemers tot een tweedeling. Voor de vrijetijdsconsument bestaat deze niet en het is daarom cruciaal om het gebied als één product te benaderen. Als totaal kan het gebied meer beleving, meer capaciteit en meer differentiatie bieden en daarmee concurrerend zijn. Kortom, samenwerking en afstemming zullen renderen. Er is echter geen marktgerichte 'rode draad' waarlangs een product- of marktontwikkeling plaatsvindt. Er bestaat geen samenhang met de omgeving en de dagrecreatie of bezienswaardigheden. Montferland heeft voldoende sterkten en kansen om een impuls te creëren om het gebied blijvend op de toeristische kaart te zetten. Voorwaarden zijn dat meer samenhang ontstaat en maatregelen marktgericht worden opgepakt. De meest krachtige ontwikkelingen liggen in de volgende strategieën: 'Sportief in de openlucht met ambitie': uit de al bestaande markten van wandelaars, fietsers of sporters is meer te halen. 'Proeven van het land': Het aanbieden van recreatieve gebruiksmogelijkheden zal moeten aansluiten op de gebiedseigen kwaliteiten. Deze strategie zal zich sterk kunnen ontwikkelen in het agrarische
62 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
-
gebied, de dagrecreatieve concentratiegebieden en kernen. De nadruk ligt op medegebruik. 'Grenzeloze cultuur': Voor een groter marktbereik en zelfstandige positionering zal Montferland als product meer onderscheidend vermogen moeten ontwikkelen. Deze strategie concentreert zich op de plaatsen waar 'iconen' al bestaan.
Op basis van de bestaande en potentiële kernkwaliteiten worden als hoofdlijnen voor de ontwikkelingsruimte voor recreatiebedrijven voorgesteld dat: -
de ontwikkelingsruimte in principe buiten waardevolle natuurlijke en landschappelijke eenheden ligt. In de grote en kleinere eenheden natuur is vestiging of uitbreiding van recreatieterreinen ongewenst. Voor ontwikkeling in de verbindingen is nader onderzoek nodig;
-
binnen het landbouwontwikkelingsgebied ontwikkelingen van nietagrarische functies, die een belemmering vormen voor de landbouw, dienen te worden voorkomen. Ontwikkelingen van (verblijfs)recreatie zijn mogelijk toegestaan, mits de huidige en toekomstige bedrijfsontwikkeling van de (intensieve) landbouw niet worden belemmerd;
-
recreatiebedrijven zoveel mogelijk ruimtelijke geconcentreerd moeten worden om versnippering te voorkomen en voldoende kritische massa te creëren voor beleving en gezonde exploitaties. Bundeling bij bestaande kernen of concentratiegebied (o.a. Stroombroek) heeft hierbij de voorkeur. De mate van concentratie hangt af van de draagkracht van gebieden (o.a. infrastructuur, landschap, sociaal, beleving);
-
de ontwikkeling de natuur niet negatief beïnvloedt.
De implementatie van de strategieën en hoofdlijnen vraagt tijd. Tijd om de markt te enthousiasmeren, tijd om draagvlak te creëren bij inwoners en tijd om afstemming te bereiken tussen partijen. Deze tijd kan worden beperkt als de gemeente zelf het initiatief neemt. De gemeente is de coördinator en bewaker van een consistente koers.
Landschapsontwikkelingsplan
4.3.4
Het gemeentelijke Landschapsontwikkelingsplan (LOP) getiteld ‘Van nieuwe naobers en brood op de plank’ is samen met de gemeenten Doetinchem en Oude IJsselstreek opgesteld. Het is een oproep aan de bewoners en bestuurders om open te staan voor de ontwikkelingen die op de streek afkomen en zich al aftekenen. Geef die nieuwe plannen en initiatieven dan wel zo vorm dat ze bijdragen aan een positieve ontwikkeling van het, veelal agrarisch, cultuurlandschap waar de mensen in het gebied terecht trots op zijn.
63 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
De gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek liggen op de overgang van het rivierengebied van Rijn en IJssel naar het zandgebied van Oost-Nederland. In de loop der eeuwen zijn, op hogere delen rond de berg, langs de IJssel en op het dekzand, nederzettingen gesticht die zijn uitgegroeid tot moderne dorpen als Didam, ‘s-Heerenberg, Terborg en Varsseveld. Op de strategische plaats waar de Oude IJssel tussen de rivierduinen en de bergflank stroomt is de stad Doetinchem ontstaan. Zo kunnen we in het huidige landschap zes landschappelijke ensembles onderscheiden: 1. de Montferlandsche Berg met krans van dorpen; 2. de historische rivierterrassen van de oeroude IJssel rondom Azewijn en de Aa-strang; 3. de dorpen en rivierduinen langs de Oude IJssel; 4. het zandgebied rondom Didam en Wehl; 5. het zandgebied rondom Varsseveld; 6. en de Stad Doetinchem.
6 4 3
5
1 2
De ligging van deze ensembles is gebaseerd op de wijze waarop mensen in het gebied het landschap beleven. Steeds is gekozen voor eenheden die mensen als hun landschap, hun leefomgeving, ervaren. Binnen de landschapensembles zijn vaak delen van bijvoorbeeld oude essen, broek- of heideontginningen en kleigronden te vinden. Deze zijn niet apart genomen als landschapstype, maar gecombineerd naar bijvoorbeeld dynamiek en karakter. Voor Montferland zijn de ensembles nummers 1, 2 en 4 van belang. 1. In het landschapsensemble van de Montferlandsche Berg komen de initiatieven vanuit de dorpen die als een krans om het bos en de bouwlanden liggen. Een belangrijke opgave ligt tevens in de inpassing
64 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
van initiatieven in de lage broekgebieden. In het LOP wordt dit ensemble verder onderverdeeld in: -
het bosgebied op de berg;
-
de flank met akkers;
-
de kring van dorpen;
- de ring van broekgebieden. 2. De historische rivierterrassen bieden ruimte aan moderne en intensieve landbouwbedrijven, maar herbergen tevens allerlei karakteristieke elementen van de verre en nabije historie, zoals microreliëf, oude bewoningsplekken, knotbomen en vlechtheggen. Voor Montferland relevante deelgebieden in dit ensemble zijn: -
het Landbouwontwikkelingsgebied;
-
een brede band om het dorp Azewijn via het Azewijnse Broek naar Netterden;
- de reliëfrijke westelijke zoom langs de Oude IJssel. 4. De westelijke en oostelijke zandgebieden kennen een sterke verweving van landbouw, bewoning, recreatie, natuur en water. Dit heeft tot een rijk en kleinschalig landschap geleid, dat echter onder druk staat van onder meer schaalvergroting en wonen in het buitengebied. Vooral de zoom, de overgang van het zandgebied naar het rivierengebied dreigt het contrast te vervagen. Hierin worden in het LOP de volgende deelgebieden onderscheiden: -
het komkleigebied ten westen en noorden van Didam;
-
de zoom; kleigebied rond bovenzijde Didam en Wehl;
-
zandgronden rond Didam en Wehl;
-
de bossen en landgoederen in de EHS.
Het LOP is ontwikkelingsgericht van karakter. Daarom zijn in het LOP tevens actuele en toekomstige ontwikkelingen (‘stuwende krachten’) aangegeven in de vorm van een kaart met de hoofdpunten van beleid.
65 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Als brug tussen de ontwikkelingsvisie en het uitvoeringsprogramma bevat het LOP voor elk landschapsensemble een apart werkboek. Deze zijn bedoeld voor degenen in de gemeenten die beroepsmatig betrokken zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen in brede zin in het buitengebied. Maar ook initiatiefnemers van projecten in het landelijk gebied kunnen er hun voordeel mee doen en er inspiratie uithalen. Het boek biedt handreikingen voor het ontwikkelen en begeleiden van dergelijke ontwikkelingen en projecten.
Conclusie
4.4
De voorliggende structuurvisie is ingestoken vanuit de doelstelling om de bestaande structuurvisies van Bergh en Didam te actualiseren. Onderstaand worden de belangrijkste onderdelen weergegeven, die een heroverweging vragen in de geactualiseerde structuurvisie. de in het Streekplan aangewezen waardevolle landschappen rondom het Bergher Bos en het Waalsche Water; actualisering EHS en ecologische verbindingszones in het licht van de Streekplanuitwerking; de in het Streekplan opgenomen zoekzones voor windturbines; de zone voor de grondgebonden landbouw ten westen van Didam uit het Regionaal Plan; de zoekgebieden voor landschappelijke versterking uit het Regionaal Plan; de zoekrichtingen voor woningbouw en bedrijventerrein uit het Regionaal Plan bieden de mogelijkheid om deze nader te concretiseren in de structuurvisie; de zonering intensieve veehouderij uit het Reconstructieplan; het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan, met name in het licht van de in de structuurvisie Bergh opgenomen actieve recreatieve zone.
66 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
5
B i j l a g e 2 : R a a d s v o o r s t e l e n r a a d s b e s l u i t
Raadsvoorstel Agendapunt: 7 Onderwerp: Structuurvisie Montferland Portefeuillehouder: wethouder T.M.M. Kok Samenvatting: Voorgesteld wordt de structuurvisie Montferland gewijzigd vast te stellen.
Aanleiding: Voor het grondgebied van Montferland gelden op dit moment twee structuurvisies. Voor het grondgebied van de voormalige gemeente Didam geldt de structuurvisie Didam die is vastgesteld op 25 oktober 1993. Voor het grondgebied van de voormalige gemeente Bergh geldt de structuurvisie gemeente Bergh 2000-2015, zoals die is vastgesteld op 31 januari 2002. In die visies wordt het gewenst ruimtelijk structuurbeeld voor de lange termijn globaal geschetst. De structuurvisie gaat over de toekomst van de gemeente. Zoals uit de naam al blijkt bevat de structuurvisie de integrale visie van uw raad op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Montferland. De visie legt die ontwikkeling voor de toekomst vast (horizon 2020). Tal van ontwikkelingen leiden tot de wens om te komen tot een nieuwe structuurvisie voor de gemeente. Daartoe is in de begroting 2008 (onderdeel Grondexploitatie ten behoeve van industrie) een bedrag van 40.000,-- opgenomen. Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Op dat moment is de verplichting ontstaan om voor het gehele grondgebied van de gemeente een (of meerdere) structuurvisie(s) op te stellen waarin de voorgenomen ontwikkeling en ambities van de gemeente op hoofdlijnen wordt beschreven.
67 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
Naast de wettelijke eis én de wenselijkheid om voor het gehele grondgebied van de gemeente over een actuele ruimtelijke visie te beschikken, is de visie tevens een middel om de gevestigde voorkeursrechten te bestendigen. Om de werkingsduur van de diverse voorkeursrechten tijdig voort te laten duren, dient de structuurvisie voor 2 mei aanstaande te worden vastgesteld (binnen 2 jaar na dagtekening van het aanwijzingsbesluit). Situatie/ probleem: Wij hebben een structuurvisie opgesteld waarin met name het bestaand beleid wordt geïnventariseerd, geactualiseerd en gebundeld. Uitgangspunt zijn de bestaande structuurvisies van Didam uit 1993 en Bergh uit 2002. Bezien is of het daarin beschrevene nog actueel en geldend is. Verder is het rijksbeleid (nota ruimte), het provinciaal beleid (streekplan 2005) en het regionaal beleid (regionaal plan uit 2006/2007) op gemeentelijk niveau vertaald. In de loop der tijd zijn ook verschillende gemeentelijke beleidsnota’s vastgesteld die in de visie zijn verwoord (LOP+, TROP en zeer recent nog het beleid met betrekking tot de archeologische monumentenzorg). Tot slot zijn enkele ruimtelijk relevante besluiten en voornemens in de visie opgenomen die tot op heden nog niet hebben geleid tot een ruimtelijk plan (bijvoorbeeld de gewenste uitbreiding van het Euregionale Bedrijventerrein in ’s-Heerenberg en de daarmee samenhangende herbegrenzing van het Landbouw Ontwikkelings Gebied Azewijnse Broek). Er is daarmee niet zozeer sprake van het formuleren van nieuw beleid. Daarvoor is de beschikbare voorbereidingstijd, gelet op het dwingende tijdspad, onvoldoende. Eén en ander heeft geleid tot een ontwerp structuurvisie dat u in het raadsdossier aantreft. Enkele, meest in het oog springende ontwikkelingen (van west naar oost) zijn: •
• • • • • • •
het gebied ten noorden en westen van de Nevelhorst is, conform het regionaal plan, aangemerkt als primair bestemd voor de grondgebonden landbouw, waarbij de karakteristieke openheid van het landschap behouden dient te blijven; voor de Nevelhorst is het beleid primair gericht op natuur en recreatie; conform het regionaal plan is voorzien in uitbreiding van het bedrijventerrein Kollenburg. Het gebied is echter iets groter ingetekend dan in het regionaal plan is vastgelegd met het oog op de flexibiliteit; voorzien is in een nieuwe, volledige aansluiting van de Hengelderweg op de A12; ten zuiden van Nieuw Dijk is een (ruim) gebied aangewezen als uitbreiding woningbouw, conform regionaal plan en gevestigd voorkeursrecht; op de plas en omgeving Werfhout (Roelofs) is de aanduiding “ontwikkeling recreatie” opgenomen; op de plas van Heijting is de aanduiding “ontwikkeling bos en natuur” opgenomen; in Loerbeek (als kern opgenomen) is de uitbreiding hoek Didamseweg/Zuider Markweg als uitbreiding woningbouw aangeduid;
68 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
• • • • • • • •
• • •
de sportvelden van Kilder zijn als uitbreiding woningbouw aangeduid; Stroombroek, inclusief uitbreiding, is als concentratiepunt recreatie opgenomen; de recreatieve ontwikkeling “De Sedde” (noordrand Zeddam) is als “ontwikkeling recreatie” opgenomen; de oostelijke uitbreiding van de kern Zeddam is overeenkomstig het gevestigde voorkeursrecht opgenomen; in ’s-Heerenberg is voorzien in uitbreiding van woningbouw in Lengel en in ontwikkeling van de 2e fase van het EBT; de ontbrekende schakel in de N316 is opgenomen; er is voorzien in nieuwe infrastructuur in verband met de voorgenomen afrit A3 nabij Netterden; de begrenzing van het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) “Azewijnse Broek” is afgestemd op de uitbreiding van ’sHeerenberg/Lengel met woningbouw en bedrijventerrein (incl. compensatie); de locatie van de windmolens ten zuiden van Azewijn is aangemerkt als “duurzaam energiepark”, een bredere benaming om daarmee andere vormen van duurzame energie mogelijk te maken; de gewenste uitbreiding van het bedrijfsterrein van steenfabriek “De Nijverheid” is op de kaart opgenomen; op de voormalige vuilstort “de Reeven” is de aanduiding “ontwikkeling recreatie” opgenomen om mogelijk nieuwe initiatieven niet op voorhand te frustreren en uitvoering te kunnen geven aan het uitgangspunt van meervoudig ruimtegebruik. De relatie met het LOG is -uiteraardeen nader punt van aandacht.
Oplossing: De Wet ruimtelijke ordening voorziet niet in een verplichte procedure tot vaststelling van een structuurvisie. Het Besluit ruimtelijke ordening bevat een verantwoordingsplicht hoe burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van een structuurvisie zijn betrokken. Met het oog daarop hebben wij gekozen voor het volgen van een inspraakprocedure in het kader van de voorbereiding van vaststellingstraject. Het plan heeft in dat kader gedurende de periode van 5 januari tot 16 februari ter inzage gelegen en is tevens via de website raadpleegbaar gesteld. Communicatieparagraaf: De geboden gelegenheid om op het ontwerp te reageren heeft geleid tot 23 reacties. Die reacties hebben wij verwoord in het inspraakverslag. Daarin hebben wij tevens een gemeentelijke reactie gegeven. Kortheidshalve verwijzen wij u naar het verslag dat u eveneens in het raadsdossier aantreft. De ontvangen reacties geven aanleiding tot aanpassing van de structuurvisie op de volgende punten: 1. wijziging van de term “overeengekomen” op pagina 9 in “voorgestelde”; 2. aanpassing van de kaart met betrekking tot het bedrijfsterrein van steenfabriek “de Nijverheid” aan de werkelijke situatie en de aanduiding “uitbreiding bedrijventerrein” aansluitend aan de werkelijke situatie op te nemen;
69 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
3.
beperking van de aanduiding “ontwikkeling bos en natuur” tot de begrenzing van de plas aan de Oud Arnhemseweg; 4. intensievere vormen van recreatie in “de Nevelhorst”niet bij voorbaat uitsluiten, waarbij er echter wel een directe relatie dient te bestaan tot de plas. Naast bovenstaande wijzigingen, stellen wij nog enkele ambtshalve wijzigingen voor: 1. de keuze voor de bundelingsvariant van de nieuwe aansluiting Hengelderweg/A12 zal in de visie worden verwoord; 2. de opgenomen aanduiding “uitbreiding woongebied” van Loerbeek zal worden afgestemd op het thans in voorbereiding zijnde bestemmingsplan “mr. Vermeulenstraat, 2e fase, Loerbeek”; 3. enkele tekstuele aanpassingen. Financiële consequenties: Zoals gesteld is voor de totstandkoming van de structuurvisie een bedrag geraamd in de begroting 2008. Advies: Voorgesteld wordt de structuurvisie Montferland gewijzigd vast te stellen. Commissiebehandeling: Het voorstel is besproken in de vergadering van de commissie Ruimte en Financiën van 31 maart 2009. De commissie concludeert dat het voorstel kan worden geagendeerd voor de raadsvergadering van 23 april 2009. Eindadvies: De structuurvisie Montferland gewijzigd vaststellen.
Didam, 8 april 2009 Burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland, De secretaris, T.M.J.M. Evers
De burgemeester, C.C. Leppink-Schuitema
Bijlagen: Ter inzage in de leeskamer: -ontwerpstructuurvisie -inspraakreacties -inspraakverslag
70 151.00.01.10.00 - Structuurvisie Montferland - 15 mei 2009
C o l o f o n Opdrachtgever Gemeente Montferland Contactpersoon De heer P.Th.M. Overbeek
Rapport BügelHajema Adviseurs Projectleiding De heer drs. H.J. Veldhuis BügelHajema Adviseurs Projectnummer 151.00.01.10.00
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Utrechtseweg 7 Postbus 2153 3800 CD Amersfoort Telefoon: (033) 465 65 45 Telefax: (033) 461 14 11 E-mail:
[email protected] www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort