St r u ct uu r visie H a re n k a rs pe l
St r u ct uu r visie H a re n k a rs pe l
Inhoud
Structuurvisie
Vastgesteld op 15 december 2009 Projectnummer 113.00.01.22.00
I n h o u d s o p g a v e
1
2
Inleiding
3
1.1
Waar gaat het om?
3
1.2
Hoe is de structuurvisie tot stand gekomen?
3
1.3
Hoe is de structuurvisie opgebouwd?
5
Achtergronden
7
2.1
Ontstaan en landschap
7
2.2
Wonen
8
2.3
Werken
9
2.4
Voorzieningen
11
2.5
Recreatie en toerisme
12
2.6
Verkeer en vervoer
14
2.7
Beleid
17
2.7.1
Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord, provincie Noord-Holland
2.7.2
17
Provinciale Structuurvisie Noord Holland in ontwikkeling
18
2.7.3
Detailhandel en leisurebeleid Noord Holland
20
2.7.4
Economische perspectieven Noord-Hollands landelijk gebied, provincie Noord-Holland
2.7.5
20
Nieuwe kansen voor vrijkomende agrarische bebouwing in Noord-Holland, provincie Noord-Holland
2.7.6
Agenda recreatie en toerisme 2008-2011, provincie Noord-Holland
21
2.7.7
Blauwe netwerk, provincie Noord-Holland
21
2.7.8
Provinciaal Meerjarenprogramma ILG
22
2.7.9
Raamplan 2015 van het Hoogheemraadschap
22
2.7.10
Regionale woonvisie
24
2.7.11
Integrale strategische gebiedsvisie (ISG)
24
2.7.12
Agenda voor de toekomst, GKvNH
25
2.7.13
Toekomstvisie Noord Kennemerland
26
2.7.14
Inrichtingsplan Blauwe Loper, HAL-gemeenten
26
2.7.15
Gebiedsperspectief Geestmerambacht, HAL-gemeenten
113.00.01.22.00
21
26
2.7.16
Fietspadennet voor het woon-werkverkeer in de HAL-regio
2.7.17
Woningbehoefte-onderzoek Harenkarspel 2005-2010 26
2.7.18
Agrarisch structuuronderzoek
2.7.19
Beleidsnota agrarische bebouwing gemeente
2.7.20 3
4
28
Nota ouderenbeleid
29
De visie
31
3.1
Visie op hoofdlijnen
32
3.2
Visie per thema
33
3.3
Visie per kern
43
3.3.1
Warmenhuizen en Tuitjenhorn
43
3.3.2
Dirkshorn
45
3.3.3
Waarland
46
3.3.4
Sint Maarten
49
3.3.5
Schoorldam
49
3.3.6
Kleine kernen
49
Beeldkwaliteit
51
4.1
Inleiding
51
4.2
Ruimtelijke analyse
51
4.3
6
27
Harenkarspel
4.2.1
Ontwikkelingsgeschiedenis
51
4.2.2
Ordeningsprincipes in het landschap
55
4.2.3
Bebouwingskarakteristiek
61
4.2.4
Inpassing in de wijdere omgeving
63
4.2.5
Bestaande kwaliteiten versus mogelijke negatieve effecten
5
26
Beeldkwaliteit
64 65
4.3.1
Inleiding
65
4.3.2
Hoofduitgangspunten beeldkwaliteit
65
4.3.3
Locatiekeuze ontwikkelingen
66
4.3.4
Thema's en beeldkwaliteit
68
4.3.5
Deelgebieden en beeldkwaliteit
71
Milieu
89
5.1
Plangebied
89
5.2
Milieubeoordeling
90
5.3
Aanbevelingen
93
6.1
Inhoud en studiegebied watertoets
95
6.2
Watertoets
95
Water
113.00.01.22.00
95
7
8
9
Landbouw
97
7.1
Inhoud en studiegebied LER
97
7.2
Effecten op de landbouw
97
Financieel economische uitvoerbaarheid
99
8.1
Inleiding
99
8.2
Kostenverhaal
8.3
Kostenverdeelsleutel
99 100
Uitvoerbaarheid
105
9.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
105
9.2
Projecten
105
Bijlage
113.00.01.22.00
1
I n l e i d i n g
1.1
Waar gaat het om? Voor u ligt de structuurvisie Harenkarspel. De structuurvisie is een formeel plan in de zin van artikel 2.1 van de nieuwe Wro. Het plan geeft de visie weer voor het totale gemeentelijke grondgebied voor de periode 2010-2030 jaar. Het is een plaatsbepaling van de gemeente in de regio; een visie voor alle relevante beleidsthema’s. De structuurvisie zet een koers uit en zal als kapstok dienen voor een groot aantal nadere uitwerkingen. Op structuurniveau omvat de visie onder meer de keuzen voor te ontwikkelen woon- en werkgebieden. Een structuurvisie is een beleidsintentie. Anders dan een bestemmingsplan is een structuurvisie globaal en indicatief. Een structuurvisie geeft aan waar de gemeente naar toe wil. Dat is handig voor de gemeente zelf, als basis voor allerhande afwegingen die een gemeente naar aanleiding van initiatieven uit de markt moet maken. Ook is een structuurvisie handig voor andere partijen; zij kunnen immers zien wat in grote lijnen van de gemeente verwacht mag worden. Dit neemt niet weg dat de gemeente in bijzondere gevallen van de visie mag afwijken. Afwijken kan, mits daar een goede motivering voor is. Ook dit is een verschil met het bestemmingsplan waarin de planregels heel precies zijn en afwijkingen niet zonder procedure tot stand kunnen komen.
1.2
Hoe is de structuurvisie tot stand gekomen? De gemeente is al een aantal jaren bezig met de voorbereidingen van een gemeentegebieddekkende visie. Deze voorbereidingen hebben geleid tot een ontwerp structuurplan dat begin 2008 aan de gemeenteraad werd aangeboden voor vaststelling. Het doel was om te komen tot een formeel structuurplan onder de (oude) WRO. De gemeenteraad heeft echter niet tot vaststelling besloten. In een nieuwe situatie, met een nieuw college, en een nieuwe Wro die op 1 juli 2008 van kracht werd, is besloten een structuurvisie te ontwikkelen onder de nWro. Bij het opstellen van deze structuurvisie bestaan de volgende uitgangspunten: -
Verwerking van de thema's waarop de gemeenteraad een heroverweging wil;
-
Zo optimaal mogelijk gebruik maken van het vooronderzoek en de voorbereidingen tot nu toe;
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
3
-
Gebruik maken van de mogelijkheden die de Grondexploitatiewet biedt om kostendekkende projecten een bijdrage te laten leveren aan niet kostendekkende projecten zoals de aanleg van fietspaden, de verbetering van de infrastructuur etc.
Voor het ontwerp structuurplan waren de volgende onderzoeken verricht: -
Quick scan;
-
Beeldkwaliteitsplan;
-
Strategische milieubeoordeling en landbouweffectrapportage;
-
Financieel economische verkenning.
In de quick scan (quick scan 15 september 2005) is een overzicht gegeven van de bestaande situatie en het bestaande beleid. De quick scan hoeft niet te worden herschreven. Wel is in de voorliggende structuurvisie in hoofdstuk 3 een aantal nieuwe beleidskaders en onderzoeken opgenomen, die belangrijke informatie aan het beeld van de quick scan toevoegen. Voor het overige wordt naar het rapport quick scan verwezen voor achtergrondinformatie over de gemeente. Het onderzoek naar beeldkwaliteit geeft (afgestemd op een cultuurhistorische en landschappelijke analyse) onderbouwing voor de locatie van nieuwe woonen werkgebieden. Tevens worden op structuurniveau beeldkwaliteitseisen geformuleerd waarmee aangesloten wordt bij, en rekening gehouden wordt met, de kenmerkende kwaliteiten van Harenkarspel. Het beeldkwaliteitsplan is in aangepaste vorm opgenomen in hoofdstuk 4 van de voorliggende structuurvisie. De aanpassingen hebben vooral te maken met het feit dat de structuurvisie minder gedetailleerd en flexibeler is opgezet. Dit uit zich in een eenvoudiger kaartbeeld en meer terughoudende voorschriften ten aanzien van beeldkwaliteit. Deze voorschriften richten zich met name op de inpassing in het landschap en de aansluiting op dorpen waarbij nog meerdere invullingsmogelijkheden open worden gelaten. In een dynamische tijd geeft dit meer ruimte om bij de planuitwerking keuzes te maken. De strategische milieubeoordeling (planMER), die in het voortraject van het ontwerp structuurplan is gemaakt, voorzag in een afweging van de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op alle relevante milieuaspecten. Dit gebeurde op het niveau van het structuurplan. De ontwikkelingen die in de voorliggende structuurvisie zijn opgenomen verplichten niet tot een planMER. Er wordt om deze reden geen nieuwe planm.e.r.-procedure gevolgd. In dit rapport is volstaan met een milieuhoofdstuk waarin de relevante milieu aspecten zijn benoemd. Daarbij is met name ingegaan op de veranderingen ten opzichte van het ontwerp structuurplan. Voor het ontwerp structuurplan is ook een landbouweffectrapportage opgesteld. Deze bracht de gevolgen van de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in beeld voor de landbouw en bekeek of aanpassing van de plannen tot verbetering kon leiden. In het hoofdstuk landbouw wordt ook op het genoemde land-
4
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
bouweffectrapport ingegaan en op de consequenties van de in de voorliggende structuurvisie voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp structuurplan. De financieel economische verkenning beoordeelt of de plannen uitvoerbaar zijn en op welke wijze door fasering en fondsvorming tot een uitvoerbaar plan kan worden gekomen. In het hoofdstuk financiële uitvoerbaarheid wordt hier nader op ingegaan.
1.3
Hoe is de structuurvisie opgebouwd? In deze structuurvisie treft u achtereenvolgens de volgende hoofdstukken aan: -
Hoofdstuk 2: Achtergronden;
-
Hoofdstuk 3: Visie;
-
Hoofdstuk 4: Beeldkwaliteit;
-
Hoofdstuk 5: Milieu;
-
Hoofdstuk 6: Water;
-
Hoofdstuk 7: Landbouw;
-
Hoofdstuk 8: Financieel economische uitvoerbaarheid;
-
Hoofdstuk 9: Maatschappelijke uitvoerbaarheid en projecten.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
5
2
A c h t e r g r o n d e n
In de eerder genoemde quick scan (quick scan 15 september 2005) zijn de achtergronden van het in de structuurvisie voorgestelde beleid opgenomen. De quick scan gaat in op de cultuurhistorische ontstaanswijze en het landschappelijke karakter van de gemeente, de huidige situatie op het gebied van wonen,
werken, voorzieningen, recreatie en toerisme, verkeer en vervoer en het huidige beleid van rijk, provincie, regio, gemeente en hoogheemraadschap. In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste aspecten uit de quick scan aan de orde gesteld.
2.1
Ontstaan en landschap De aanwezigheid van de zee heeft lange tijd invloed gehad op het ontstaan van het Westfriese landschap. Voor de ontstaansgeschiedenis van Harenkarspel is vooral het brede en ondiepe zeegat van Zijpe van belang geweest. Na het ontstaan van dit zeegat (vanaf de 10e eeuw) was bewoning namelijk slechts mogelijk op verhoogde woonplaatsen. De terpen werden verbonden door middel van paden en tot kaden verhoogde oeverwallen. Pas in de latere middeleeuwen ging men zich meer structureel beschermen tegen de invloed van het water en werden dijken aaneengesloten tot de uiteindelijke Westfriese Omringdijk. Doorbraken van deze dijk hebben meerdere malen geleid tot het ontstaan van doorbraakkolken (de zogenaamde wielen). De bewoning bleef geconcentreerd op de hoger gelegen delen in de vorm van streekdorpen en linten. Vanuit de linten werd het omliggende gebied ontgonnen. Na droogleggingen van o.a. het zeegat en diverse natuurlijke meren werd de rest van het gebied in gebruik genomen als landbouwgrond. Door de ruilverkavelingen die in het plangebied zijn uitgevoerd en door de voortdurende uitbreiding van bebouwing is het landschap nog ingrijpend veranderd. Vele terpen zijn afgegraven en het fijnmazig patroon van wegen en waterwegen is vervangen door grotere kavelpatronen. Het huidige grondgebied van de gemeente kan worden gekenschetst als een rationeel verkaveld agrarisch gebied. De Westfriese Omringdijk en de daarop aansluitende Valkkogerdijk zijn nog prominent in de gemeente aanwezig. Ook de Ringsloot is een duidelijk element in het landschap. In het navolgende worden de belangrijkste landschappelijke kenmerken opgesomd.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
7
Landschappelijke kenmerken: Grotere waterstructuren -
Heemtmeer;
-
meer van Dirkshorn;
-
Ringsloot, rietkragen en kaden;
-
hoofdwaterlopenstelsel.
Openheid -
met name Ringpolder en polder Valkkoog, maar ook overig gebied;
-
zicht op de westelijk gelegen duinen.
Beplanting -
eenzijdige of tweezijdige wegbeplanting, bestaande uit struiken met soms boombeplanting.
Verkaveling -
polder de Schagerwaard opstrekkende verkaveling, oriëntatie bebouwing op Middenweg;
-
Slootgaardpolder (het gebied rond Waarland) fijnmazig wegennet, met
-
voor het overige grootschalig, rechthoekig.
fraaie beplanting en erfbeplanting, meer kleinschalig karakter;
Occupatiepatronen -
lintkarakter van Stroet en ’t Rijpje;
-
gaafheid van de dorpen Valkkoog, Eenigenburg en Krabbendam, en in mindere mate Sint Maarten en Schoorldam;
-
historische dorpskernen.
Cultuurhistorie -
Westfriese omringdijk, Valkkogerdijk;
-
molens bij Groenveld, Waarland, in de Grebpolder en aan de Ringsloot;
-
dwangburcht ’t Huys te Nuwendore.
2.2
Wonen Harenkarspel is een gemeente met een kleine 16.000 inwoners en 5.850 woningen. De gemeente kent vijf hoofdkernen en een reeks van kleinere kernen. Van groot naar klein hebben we het over:
Grote kernen
8
-
Warmenhuizen, circa 5600 inwoners;
-
Tuitjenhorn, circa 3200 inwoners (inclusief Kerkbuurt);
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
-
Waarland, circa 1900 inwoners;
-
Dirkshorn, circa 1400 inwoners;
-
Sint Maarten, circa 900 inwoners.
Kleine kernen Stroet, Kalverdijk, Valkkoog, Eenigenburg, 't Rijpje, Groenveld, Schoorldam, Krabbendam, Kerkbuurt, dit zijn kernen met een inwonertal tussen circa 360 en circa 140 inwoners.
Ontwikkeling inwonertal Harenkarspel 16500 16000 15500 15000
inwoners
14500 14000 13500 13000 93 19
95 9 97 9 99 0 01 0 03 19 1 1 2 2
05 20
Vergeleken met de Noordkop heeft Harenkarspel een relatief groot aandeel van de bevolking in de leeftijdscategorieën 0-14 en 25-49 jaar en een relatief laag aandeel in de leeftijdscategorie ouder dan 65 jaar. Indien de gemeente vooral zou bouwen voor de natuurlijke aanwas dan zouden in de periode 2004-2014 een kleine 800 woningen gebouwd kunnen worden. Indien de gemeente ook een deel van de woningbehoefte in de regio zou willen opvangen kan dit aandeel worden vergroot.
2.3
Werken Kijken we naar de samenstelling van de bedrijvigheid in de gemeente dan valt
SAMENSTELLING
ten opzichte van de Noordkop een hoog aandeel op van landbouw (28 %) en nij-
BEDRIJVIGHEID
verheid (24%). Minder vertegenwoordigd zijn commerciële en niet-commerciële dienstverlening. Het betrokken beeld geldt zowel voor de samenstelling van de bedrijvigheid als de in de gemeente werkzame personen. Binnen de nijverheid is de bouwnijverheid de belangrijkste categorie. Van de cultuurgronden wordt veruit het grootste oppervlakte gebruikt voor de tuinbouw en blij-
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
9
vende teeltbedrijven (40%) voor het overige zijn graasdierbedrijven (31%) en akkerbouwbedrijven (14%) redelijk vertegenwoordigd. PERSPECTIEVEN
In de lange termijn perspectieven voor de landbouw, die zijn onderzocht door
LANDBOUW
de provincie Noord Holland, wordt een sterke daling van het aantal agrarische bedrijven voorspeld voor alle typen. Over een periode van 15 jaar wordt voor bepaalde typen agrarische bedrijven een teruggang van meer dan 50% verwacht.
Perspectieven voor de landbouw in de provincie Melkveehouderij en schapen
Akkerbouw
Bloembollenteelt
Vollegrondsteelt
Glastuinbouw
Bloemkwekerij
Fruit
1990
2.561
2.366
2.040
1.516
998
395
1.292
2000
1.523
2.020
1.351
815
1.051
484
1.134
2015
950
1.750
750
350
1.000
515
1.050
Bron: lange termijn perspectief voor de landbouw in de provincie Noord Holland
In het onderzoek wordt overigens verwacht dat er over een periode van 15 jaar nauwelijks grond vrij zal komen. Dit komt door de doorstroming op de grondmarkt, waarbij bedrijven die stoppen grond verkopen aan bedrijven die kiezen voor schaalvergroting. Voor het noordwestelijke deel van de gemeente heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de landbouw in het gebied (Kavelruil Harenkarspel ruimte voor land- en tuinbouw, Altonstichting 2005). In dit deel van de gemeente bedraagt het gemiddelde teeltareaal circa 32 hectare. Bij de vollegrondsteelt ligt de piek van het areaal tussen de 10-20 ha, bij de veeteelt + vollegrond op meer dan 50 ha. Het percentage huiskavels in het gebied is laag en er zijn veel kleine veldkavels. Circa 60% van de gronden is in eigendom van de bedrijven, 20% wordt verpacht door veelal kerkelijke instellingen en 20% wordt ge- en verhuurd. Van de geënquêteerde bedrijven gaf 70% van de veeteeltbedrijven aan een groeibehoefte te hebben, 35% van de vollegrondsteeltbedrijven heeft een groeibehoefte. Van de geënquêteerde hobby/deeltijd agrariërs heeft niet één aangegeven een groeibehoefte te hebben. Omgekeerd heeft 80% van de hobby/deeltijd agrariërs aangegeven te zullen stoppen (van de vollegrondsteeltbedrijven 15% en van de veeteeltbedrijven 10%). Een vergelijkbaar beeld ontstaat bij de deelnamebereidheid. Voor veeteelt bedraagt deze 90%, voor vollegrondteelt 70% en voor hobby/deeltijd agrariërs 20%. Uit het onderzoek komt in het algemeen naar voren dat de verkavelingsituatie relatief ongunstig is en dat de lage grondprijzen de doorstroming op de grondmarkt belemmeren. BEDRIJVENTERREINEN
10
Bedrijventerreinen zijn op diverse locaties in de gemeente aanwezig: -
De Banne in Dirkshorn;
-
De Dijken in Tuitjenhorn;
-
De Groet I en II in Waarland;
-
De Huisweid, Oudewal en Oudevaart in Warmenhuizen.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Uit gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat een groot deel van de
AANTAL WERKZAME
bevolking in de eigen gemeente werkt. Dit resulteert in een woon-werk balans
PERSONEN
die voor dit deel van de provincie hoog is te noemen. Begin 2005 was het aantal werklozen in de gemeente 311 (bron: CWI, 2005). Dit is circa 4,4% van de totale beroepsbevolking in de gemeente. De provincie Noord-Holland had in het jaar 2004 een werkloosheidspercentage van 6,1% (bron: CBS, 2005).
2.4
Voorzieningen De gemeente beschikt over 8 basisscholen gevestigd in de hoofdkernen van de
ONDERWIJS
gemeente (3 in Warmenhuizen, 1 in Sint Maarten, Stroet, Tuitjenhorn, Dirkshorn en Waarland). Voor het middelbaar onderwijs bestaat een oriëntatie op Alkmaar, Bergen en Schagen. Alle hoofdkernen beschikken over een supermarkt met uitzondering van de
WINKELVOORZIENINGEN
kernen Sint Maarten en Waarland. De grootste winkelconcentratie is aanwezig in Warmenhuizen en Tuitjenhorn. In Warmenhuizen is ook een wekelijkse warenmarkt. Voor een uitgebreider aanbod zijn de inwoners van de gemeente aangewezen op onder meer Alkmaar en Schagen. Voor wat betreft het voorzieningenniveau zijn de trends gericht op schaalvergroting. De voorzieningen in de gemeente zullen alle zeilen bij moeten zetten om in de strijd tegen de grotere plaatsen overeind te blijven. Het gemis aan een winkelvoorziening in Sint Maarten is in beperkte mate gecompenseerd door een zogenaamd servicepunt. Er is in de gemeente een distributie planologisch onderzoek (Harenkarspel Detailhandelstructuurvisie 2005, Droog Trommelen en Partners) uitgevoerd naar het winkelaanbod. Hierin is onder meer tot uitdrukking gekomen dat een versterking van het centrum van Warmenhuizen een betere optie is dan het ontwikkelen van een nieuw “winkelgebied” in het Tussengebied. Tevens is een OMNI-onderzoek uitgevoerd naar het koopgedrag van de consument. Hieruit is gebleken dat consumenten uit Warmenhuizen en Tuitjenhorn redelijk trouw zijn aan hun eigen winkelvoorzieningen. Consumenten uit de kleinere dorpen blijken qua koopgedrag in toenemende mate georiënteerd te zijn op de grotere kernen in omliggende gemeenten. Voor nieuwvestiging van een reguliere supermarkt geldt een vrij hoge norm van wel 3000 inwoners. Vanzelfsprekend is één en ander mede afhankelijk van de afstand van een kern tot andere kernen met voorzieningen en van de oriëntatie van het omliggende gebied op de betrokken kern. Alle vijf hoofdkernen beschikken over een dorpshuis. De kinderopvang is bin-
DORPSHUIZEN, KINDERDAG-
nen de gemeente geconcentreerd in Warmenhuizen/ Tuitjenhorn, de buiten-
VERBLIJVEN, NASCHOOLSE
schoolse opvang in Warmenhuizen en Tuitjenhorn. Tevens is in Waarland buitenschoolse opvang aanwezig. Naast de centraal georganiseerde opvang is er
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
OPVANG, PEUTERSPEELZALEN, CULTURELE EN ZORGVOORZIENINGEN
11
een gastouderbureau dat opvang in een thuissituatie coördineert. Ook peuterspeelzalen zijn in alle hoofdkernen aanwezig. Centraal in de gemeente is een bibliotheek aanwezig, voor het overige worden de dorpen door een bibliobus bediend. Binnen de gemeente is een vijftal centra voor beschermd wonen aanwezig. Er is vraag naar de realisering van een verzorgingshuis-plus met een op verpleging gerichte afdeling centraal in de gemeente. SPORT
De gemeente beschikt over een zeer uitgebreid aanbod aan sportvoorzieningen. Er zijn 3 zwembaden, in Warmenhuizen/Tuitjenhorn, Dirkshorn en Waarland. Het betreft openluchtbaden. Voorts zijn er sporthallen in Warmenhuizen en Tuitjenhorn, veldsportvoorzieningen in de vijf hoofdkernen met in het bijzonder een atletiekbaan in Warmenhuizen. Er bestaat in de gehele gemeente een meer dan gemiddelde animo voor veldsporten. In alle kernen, uitgezonderd Tuitjenhorn, is een tennisaccommodatie aanwezig. Ook bestaat in Tuitjenhorn en Sint Maarten een ijsbaan. De gemeente telt drie maneges, een in Warmenhuizen, een in Stroet en een in Waarland. Tevens is er een paardenpension in Sint Maarten.
2.5
Recreatie en toerisme VERBLIJFSRECREATIE
De gemeente heeft een groot aanbod aan verblijfsrecreatiegelegenheden. In totaal zijn er bijna 1600 recreatieverblijven, onderverdeeld in recreatieparken en vrij gesitueerde recreatiewoningen. De geclusterde voorzieningen liggen verspreid over de gemeente bij de volgende kernen: -
Sint Maarten: camping de Wielen;
-
Tuitjenhorn: bungalowparken Ligthof, Oase en Westerweide;
-
Dirkshorn: bungalowparken Groenhart, Dirkshoeve en De Horn;
-
Kalverdijk: campingpark de Bongerd;
-
Schoorldam: bungalowpark de Rekere en het Geestmerambacht;
-
Waarland: camping de Luwe Stek;
-
Warmenhuizen: camping Kolibri.
Met name op de terreinen Oase, Ligthof en De Rekere komt ook veel permanente bewoning voor. De gemeente heeft hiervoor beleid opgesteld waarmee een duidelijke grens tussen recreatieve en permanente bewoning is getrokken. Conclusie van dit beleid is dat permanente bewoning is toegestaan op de 3 bungalowparken en dat voor het overige gedoogbeschikkingen zijn afgegeven die persoonsgebonden zijn (sterfhuisconstructie). Voor wat betreft het kleinschalige kamperen is een concept notitie ontwikkeld (Kleinschalig kamperen in Harenkarspel). Hierin geeft de gemeente mogelijkheden voor het kamperen bij de boer (bij grondgebonden agrarische bedrijven), dit met uitzondering van de zone rond de Westfriese dijk. In de gemeen-
12
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
te zijn 10 locaties toegestaan op een afstand van tenminste 100 m ten opzichte van vakantieparken. De notitie is nog niet vastgesteld. Daarnaast wordt in de gemeente ook logies verstrekt in de vorm van bed-andbreakfast; onder andere in Waarland en in het voormalige raadhuis in Sint Maarten. Naast de bij sportvoorzieningen genoemde mogelijkheden kent de gemeente
DAGRECREATIE
nog de volgende bijzondere voorzieningen: -
Een autocrossterrein aan de Grootvenweg;
-
Een modelvliegterrein bij Dirkshorn;
-
Te bezichtigen molen bij Waarland;
-
Te bezichtigen ruïne ’t Huys te Nuwendore;
-
VVV kantoor te Dirkshorn;
-
Golfbaan ten noorden van Dirkshorn;
-
De schaats- en kanoroute bij Waarland; de doorvaarthoogte binnen deze route varieert tussen de 0,80 m en 2,50 m bij de bruggen gelegen aan de vaarten buiten het kanaal, en 3,55 m - 3,60 m bij de bruggen welke zich bevinden in het kanaal Omval-Kolhorn;
-
Dagrecreatievoorzieningen campingpark de Bongerd;
-
Musea (waaronder het bezoekerscentrum en het museum van de Historische vereniging te Tuitjenhorn);
-
Dierenpark Blankendaal;
-
Molenplan Waarland.
Ten zuiden van Waarland, aan het kanaal Omval-Kolhorn, zijn in het kader van de Blauwe Loper een trailerhelling en ligplaatsen gerealiseerd. Daarnaast is ten noorden van het natuurgebied het Waartje een instapplaats voor kano’s gerealiseerd. Voor grootschalige dagrecreatieve voorzieningen is in de structuurschets Harenkarspel het gebied tussen Dirkshorn en Kalverdijk aangewezen. In deze omgeving zijn plannen voor de realisering van een kuurresort. Binnen de gemeente bestaan diverse fietsroutes die gebruik maken van bestaande wegen in het buitengebied, die tevens gebruikt worden door het autoverkeer. Daarnaast zijn er vrijliggende fietspaden voor de route oost-west Langedijk-Schoorldam-kust en noord-zuid Sint Maarten-Schoorldam. Tevens is er een vrijliggend fietspad vanaf Sint Maarten naar de kust en richting Stroet. In het bijzonder is de route langs de Westfriese dijk aantrekkelijk. Een specifieke wandelroute is aanwezig tussen Oudkarspel en Groenveld, deze loopt deels synchroon aan het rondje Waarland. Tevens is de gemeente bezig met de planontwikkeling van een aantal wandelpaden in de omgeving van het dorp Sint Maarten.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
13
Op het gebied van de padenstructuur zijn er plannen om in samenhang met de cultuurhistorisch interessante objecten Westfriese dijk, ruïne ’t Huys te Nuwendore, kern Eenigenburg en Krabbendam een route te ontwikkelen. Dit plan sluit aan bij de geplande opwaardering van het ruïneterrein. Het wandelpad naar ruïne ’t Huys te Nuwendore zal aan die zijde van de sloot worden gerealiseerd, die eigendom is van de gemeente. Uit toeristisch recreatief oogpunt zijn vooral de verbindingen met de kust interessant, tot op heden ontbreekt echter een goede recreatieve fietsroute in oost-west richting. Ook specifieke ruiterroutes zijn binnen de gemeente niet voor handen.
2.6
Verkeer en vervoer VERKEER
Langs en door de gemeente lopen de volgende provinciale en rijkswegen: -
Aan de westzijde de N9;
-
Door de gemeente de N245;
-
Ten oosten van de gemeente N241;
-
Ten zuiden van de gemeente N504.
Voor de N9 bestaan concrete plannen voor opwaardering. Ook is hierin een aanzienlijke verbetering van de situatie nabij de brug bij Schoorldam opgenomen. Voor de N245 bepleit de gemeente een verdubbeling naar twee banen met elk twee rijstroken en voor de N504 een brugverbinding naar de N9. Voor wat betreft het locale verkeersnet zijn nog niet alle bebouwde kommen ingericht als 30 km/uur gebied. Onder meer in Warmenhuizen, Tuitjenhorn en Dirkshorn moet nog een aantal gebieden als 30 km/uur gebied worden ingericht. Alle gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom, zoals aangegeven op de zogenoemde categoriseringstekening, houden het regiem van 50 km/uur. Buiten de bebouwde kom zijn alle erftoegangswegen ingericht als 60 km/uur wegen. De gebiedsontsluitingswegen hebben een 80 km/uur regiem. Knelpunten voor wat betreft autowegen en fietspaden zijn: -
de situatie bij Schoorldam (opstoppingen);
-
sluiproute zwaar verkeer van Warmenhuizen naar het zuidoosten;
-
de doorgaande routes door de kernen (toename autoverkeer, door smal-
-
de utilitaire routes voor de schoolgaande jeugd richting Alkmaar, Scha-
le profielen met gemengde functie); gen en Bergen (o.a. Kanaaldijk);
14
-
verkeershinder door beperkte doorstroming op de ring van Alkmaar;
-
de aanhoudende groei van het autoverkeer;
-
aansluiting Kalverdijk-Ambachtsdijk.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Mede naar aanleiding van de hiervoor benoemde knelpunten is een Gemeente-
GEMEENTELIJK VERKEER
lijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP) in ontwikkeling. De belangrijkste constate-
EN VERVOERPLAN
ringen in het plan zijn als volgt. In de gemeente Harenkarspel fluctueert het verkeersaanbod over de dag sterk. De avondspits, die vroeg begint, is drukker dan de ochtendspits. Voor en na de spitsuren is het aanzienlijk rustiger op het wegennet. De huidige wegenstructuur kenmerkt zich door een landelijk karakter met vrij veel lange, rechte wegen. De kernen in de gemeente zijn veelal ontstaan langs de van oudsher doorgaande wegen en kenmerken zich door lintbebouwing. Door en langs de gemeente lopen drie provinciale wegen in Noord-Zuid en Oost-West richting. De bestaande oost-westverbindingen door de gemeente worden (deels) omgeven door woningen (dorpslinten). De afgelopen decennia heeft er woningbouw en bouw van bedrijven plaatsgevonden, maar het wegennet is niet altijd aangepast op deze ontwikkelingen. De huidige verkeerssituatie kenmerkt zich door een aantal knelpunten welke een relatie hebben met de leefbaarheid, de verkeersveiligheid, zowel subjectief als objectief, de inrichting van de weg en de aanwezige verkeersstructuur in de gemeente. Zo wordt de gereden snelheid op bepaalde wegen, met name in het buitengebied, als te hoog ervaren. Daarnaast wordt het ontbreken van een scheiding tussen langzaam verkeer (fiets) en gemotoriseerd verkeer (auto) als onveilig ervaren, wat een directe relatie heeft met de inrichting van de weg. Tenslotte ontbreekt een duidelijke hiërarchie met onderscheid in bijvoorbeeld provinciale wegen, gebiedsontsluitingswegen en overige wegen, waardoor conflicterende vervoersstromen niet duidelijk gescheiden kunnen worden. In de dorpenronde die leidde tot het ontwerp structuurplan Harenkarspel, is veel geklaagd over een te hoge verkeersdruk, onveiligheid, een hoge parkeerdruk en gebrek aan doorstroming op de oude dorpslinten. Het betrof klachten die betrekking hadden op alle dorpen; Sint Maarten, Dirkshorn, TuitjenhornWarmenhuizen en Waarland. Bij oude dorpslinten leidt een intensiteit van circa 2500 mvt/etmaal regelmatig tot klachten. Als de intensiteit groter is dan 3500 mvt/etmaal is er sprake van een knelpunt. Vanuit Duurzaam Veilig wordt een maximum intensiteit voor erftoegangswegen aangehouden van 5000-6000 mvt/etmaal. Voor de oude dorpslinten is dit vanwege de leefbaarheid echter erg hoog, vandaar dat daarvoor de grens bij 3500 mvt/etmaal is gelegd. In de huidige situatie is er in Waarland, Sint Maarten, Dirkshorn, Kalverdijk, Stroet en 't Rijpje nergens een intensiteitknelpunt want nergens is de intensiteit groter dan 3500 mvt/etmaal. Dit neemt niet weg dat leefbaarheidklachten kunnen bestaan. Veelal hebben deze klachten met comfort te maken en met trillingshinder, vanwege het feit dat de woningen langs de oude linten veelal niet zijn onderheid.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
15
Wegen die hoge intensiteiten hebben zijn de Koorndijk in Tuitjenhorn en de Stationsstraat ten oosten van de Veilingweg. Deze hebben een intensiteit rond de 6000 mvt/etmaal en er is hier dus sprake van een knelpunt. OPENBAAR VERVOER
Het openbaar vervoer in de gemeente wordt verzorgd door Connexxion. De volgende lijnen doen plaatsen in de gemeente aan: -
Lijn 130 Alkmaar-Wieringerwerf stopt bij Waarland;
-
Lijn 151 Alkmaar-Julianadorp stopt in Schoorldam;
-
Lijn 157 Alkmaar-Tuitjenhorn stopt in Schoorldam, Warmenhuizen en Tuitjenhorn. Gedurende spitstijden rijdt deze bus ook door naar Schagen;
-
Lijn 411 Tuitjenhorn-Schagen stopt in Tuitjenhorn, Dirkshorn, Stroet en Kalverdijk.
Daarnaast rijden in de gemeente twee buurtbuslijnen en kan gebruik worden gemaakt van de OV-taxi. Op korte afstand van de N241 loopt tevens de railverbinding Alkmaar-Den Helder, welke overigens geen halteplaats in de gemeente kent. De stations in de omgeving zijn de stations in Schagen, Heerhugowaard en Alkmaar. De betrokken railverbinding staat als een van de onrendabele verbindingen ter discussie. Een van de mogelijkheden is dat de provincie de betrokken verbinding over gaat nemen. Het totale openbaar vervoer staat permanent onder druk. Niettemin wil de gemeente zich inzetten voor behoud en verbetering van voorzieningen met name ten behoeve van de verbindingen naar voortgezet onderwijs en werkgelegenheid.
16
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
2.7
Beleid 2 . 7 . 1
Ontwikkelingsbeeld provincie
Noord-Holland
Noord,
Noord-Holland
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
17
Op 25 oktober 2004 is het streekplan voor Noord-Holland Noord vastgesteld. De provincie maakt in het streekplan onderscheid tussen bestaand stedelijk gebied, zoekgebieden waar in principe nieuwe stedelijke functies mogelijk zijn en uitsluitingsgebieden waar dit niet het geval is. Zoekgebieden; landelijk gebied met een uitloopfunctie voor de bestaande stedelijke gebieden: -
Gebieden met aardkundige waarden; -
zoekgebied waarbij voor ontwikkelingen naast de voorwaarden voor zoekgebied tevens behoud van de aardkundige waarden geldt;
-
Cultuurhistorisch waardevolle gebieden; -
zoekgebied waarbij voor ontwikkelingen naast de voorwaarden voor zoekgebied tevens behoud van de cultuurhistorische waarden geldt;
-
Waterbeheer en kustveiligheid; -
zoekgebied voor opvangcapaciteit voor water.
Uitsluitingsgebieden: -
Provinciale ecologische hoofdstructuur; -
ontwikkelingen die passen binnen de natuurdoelen en het landschap versterken;
-
Natuurbeschermingswetgebieden; -
gebieden begrensd middels de Natuurbeschermingswet 1998 (niet van toepassing voor de gemeente).
De provincie geeft in het ruimtelijke beleid geen maxima meer voor het aantal te bouwen woningen. Er is uitsluitend een minimum bouwopgave per regio genoemd. Gemeenten dienen in regionaal verband te komen tot onderlinge afstemming van hun bouwprogramma's. Uitgaande van de minimum bouwopgave en een evenredige verdeling over de Kop naar aandeel in het inwonertal kan de volgende berekening worden gemaakt. Bouwopgave Harenkarspel streekplan Noord-Holland Noord aandeel inwoners Harenkarspel Noordkop
10,45%
totale bouwopgave Kop van Noord-Holland 2004-2014
7500
totale bouwopgave Kop van Noord-Holland 2004-2030
14500
totale bouwopgave Harenkarspel 2004-2014
784
totale bouwopgave Harenkarspel 2004-2030
1515
2 . 7 . 2
Provinciale in
Structuurvisie
Noord
Holland
ontwikkeling
De provinciale structuurvisie voor Noord Holland is in ontwikkeling. Het ontwikkelen van een dergelijke visie past in de lijn van de nieuwe Wro waarin ruimtelijke visies worden opgesteld op alle overheidslagen. Tot het van kracht worden van deze visie vormen de Streekplannen het vigerende beleid. De Pro-
18
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
vinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit (PARK) heeft een advies uitgebracht ten behoeve van de provinciale structuurvisie. In dit advies zijn verschillende thematische aandachtspunten onderscheiden. Van de zes thema’s zijn er drie relevant voor Harenkarspel. Dit zijn: -
Krimp en dorpsuitbreidingen;
-
Vernieuwing van de agrarische sector, en:
-
Werklandschappen.
Ad 1. Krimp en dorpsuitbreidingen Bij het thema krimp en dorpsuitbreidingen wordt geconstateerd dat op het platteland sprake is van krimp en vergrijzing. Geadviseerd wordt om vooral op de kwalitatieve vraag in te spelen. De kwaliteit van het landschap zou als drager van het woonmilieu moeten dienen. Met het regionale woningbouwbeleid zou ingespeeld moeten worden op landschappelijke verschillen. Er zou uit moeten worden gegaan van een geleidelijke, kleinschalige, vraaggestuurde woningbouwproductie, zodat tijdig bijgesteld kan worden bij fluctuaties van de markt. Ad 2. Vernieuwing van de agrarische sector De dynamiek van de agrarische sector vraagt om studie. In de provinciale structuurvisie zou een analyse moeten worden gemaakt van de nieuwe typen bedrijfsvoering en de ruimtelijke condities die daarvoor nodig zijn. Er zouden analyses moeten worden gemaakt ten aanzien van kassen, megaschuren en ten aanzien van de paardensector. De verbreding in de sector richt zich onder andere op recreatie en toerisme. De aantrekkingskracht wordt hier gevormd door het kleinschalige landschap. Geef ruimtelijke transformaties in de agrarische sector een goede plek en zorg voor enting aan een recreatief netwerk, adviseert de PARK. Ad 3. Werklandschappen De maatschappelijke discussie over verrommeling spitst zich in het bijzonder toe op bedrijventerrein. De PARK adviseert om specifieke aandacht aan de vormgeving hiervan te besteden. Een nieuw bedrijventerrein dat aansluit bij een bestaande stad of dorp verdient dezelfde aandacht als een VINEX wijk. Een bedrijventerrein dat in het landelijke gebied wordt ontwikkeld, moet juist als een nieuw landschap worden ontworpen. Als recreatie, natuurwaarden of cultuurhistorische kwaliteiten in het ontwerp worden opgenomen geeft dit een meerwaarde, die afstraalt op de waarde van het bedrijventerrein als geheel.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
19
2 . 7 . 3
Detailhandel
en
leisurebeleid
Noord
Hol-
land
Gedeputeerde Staten van Noord Holland hebben op 25 november 2008 ingestemd met het detailhandel en leisurebeleid voor de provincie. Onder leisure wordt verstaan: “Alle grootschalige voorzieningen waar tegen betaling een vrijetijdsbesteding voor de consument wordt geboden. Voorbeelden zijn megabioscopen, binnenspeeltuinen, speelhallen, ijsbanen, voetbalstadions, attractieparken en wellnesscomplexen. Grootschaligheid kenmerkt zich door het aantal bezoekers (meer dan 100.000 per jaar of tenminste 1.000 zitplaatsen)”. OVERLEG REGIONALE
De provincie constateert dat ontwikkelingen groter dan 1.500 m2 vloeropper-
ADVIESCOMMISSIE
vlak (buiten bestaande winkelcentra) en groter dan 5.000 m2 vloeroppervlak (binnen bestaande centra) grootschalig zijn en afstemming behoeven op regionale schaal. Voor leisure ligt deze grens bij 100.000 bezoekers per jaar en /of 1.000 zitplaatsen. Gemeenten moeten plannen met een goede onderbouwing aan regionale adviescommissies voorleggen. Dergelijke adviescommissies brengen advies uit aan gemeenten en aan de provincie. Solitaire leisurevestigingen in het landelijk gebied zijn onder voorwaarden mogelijk omdat sommige vormen van leisure niet kunnen worden ingepast in het stedelijk gebied. Een voorbeeld vormen thema- en attractieparken al dan niet in combinatie met recreatiewoningen. De belangrijkste voorwaarden zijn dat het project goed moet kunnen worden ingepast in de omgeving, en de infrastructuur en voorzieningen als parkeren afgestemd zijn op de verwachte mobiliteitseffecten. Grote, publiektrekkende voorzieningen zijn bij voorkeur ook bereikbaar per openbaar vervoer. 2 . 7 . 4
Economische landelijk
perspectieven
gebied,
provincie
Noord-Hollands Noord-Holland
De provincie Noord Holland heeft een nota opgesteld over de sociale en economische doelen voor het platteland. Zij constateert dat voldoende werkgelegenheid en bedrijvigheid van groot belang zijn voor blijvende vitaliteit. Het platteland staat voor de opgave de veelheid aan functies die het heeft op een goede manier te combineren. STIMULERINGS-
De provincie zal een stimulerende en faciliterende rol spelen. Het investe-
REGELING ILG
ringsbudget landelijk gebied (ILG) speelt een belangrijke rol. Feitelijk is dit budget de samenvoeging van alle stimuleringsregelingen voor het landelijke gebied, die bestonden. Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 2.7.8.
20
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
2 . 7 . 5
Nieuwe sche cie
kansen
voor vrijkomende
bebouwing
in
agrari-
Noord-Holland,
provin-
Noord-Holland
Na vaststelling van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord op 25 oktober 2004 is de richtlijn voor het beleid omtrent vrijkomende agrarische bebouwing, vastgesteld in het streekplangebied Noord-Holland-Zuid, ook geldig voor Noord-Holland-Noord. Het toetsingskader voor vrijkomende agrarische bebouwing is opgenomen in de brochure “Nieuwe kansen voor vrijkomende agrarische bebouwing in Noord-Holland”. Van dit toetsingskader is de ruimte voor ruimteregeling in 2007 geactualiseerd. Het totale provinciale beleid aangaande vrijkomende agrarische bedrijven is vrijwel volledig door de gemeente overgenomen. Hiervoor kan verwezen worden naar paragraaf 2.7.19. 2 . 7 . 6
Agenda
recreatie
provincie
en
toerisme
2008-2011,
Noord-Holland
In de agenda recreatie en toerisme van de provincie worden twee centrale thema’s onderscheiden. Dit zijn: “Recreatie dicht bij huis” en “Noord-Holland waterrijk van zee en meer”. Binnen deze thema’s zijn acht beleidsopgaven benoemd: Recreatie dicht bij huis -
Uitvoeren van een programma voor de inrichting van regionaal groen;
-
Het duurzaam beheren van het regionale groen;
-
Het realiseren van regionale recreatieve verbindingen;
-
Het onderzoeken van de recreatiebehoefte van specifieke doelgroepen.
Noord-Holland waterrijk van zee en meer -
De promotie van het toeristisch potentieel van de provincie NoordHolland;
-
Het sterker neerzetten van Noord-Holland als watersportprovincie;
-
Het verbeteren van de kwaliteit van de kust;
-
Het toegankelijk en beleefbaar maken van het waterrijke cultuurlandschap.
2 . 7 . 7
Blauwe
netwerk,
provincie
Noord-Holland
Ten aanzien van recreatie en toerisme op het water zijn voorts de plannen voor het Blauwe Netwerk relevant. Het Blauwe Netwerk is gericht op de bevordering van het watertoerisme in de Kop van Noord Holland. Als algemeen knelpunt wordt het ontbreken van goede in- en uitstapvoorzieningen benoemd. Binnen Harenkarspel is in verband daarmee de kanovoorziening ten noorden van Oudkarspel aan de orde en zijn aanlegplaatsen bij de Luwe Stek, in Waarland en een verhoging van de brug van Kat gerealiseerd.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
21
2 . 7 . 8
Provinciaal
Meerjarenprogramma
ILG
Per 1 januari 2007 is het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) van kracht geworden. In het ILG worden diverse afzonderlijke rijksbijdrageregelingen op het terrein van landinrichting en natuur- en landschapszorg gebundeld tot één budget. Daarmee vindt een vereenvoudiging plaats van het huidige, als ingewikkeld ervaren instrumentarium. Doel is om met een eenvoudige, slagvaardige regeling tot een snellere uitvoering van projecten te komen. Die projecten moeten dan wel voldoen aan een aantal criteria. Met het ILG nemen de provincies de regie voor het landelijk gebied op zich. De rijksdoelen worden verbonden aan inspanningen en prestaties in de regio. Rijk en provincies hebben daarvoor prestatieafspraken gemaakt voor een periode van 7 jaar. De provincie Noord-Holland heeft haar doelstellingen vastgelegd in het ‘Provinciaal Meerjaren Programma ILG’, ‘Resultaat doet gelden’ (november 2006).De doelen richten zich op de thema’s natuur, recreatie, landschap, landbouw, bodem en bodembeheer, water en sociaaleconomische vitaliteit. De provincie Noord-Holland onderscheidt zeven gebieden in Noord-Holland, elk met een eigen opgave voor het landelijk gebied. In elke gebied wordt een gebiedscommissie opgericht die zorgt voor integratie en samenwerking ten aanzien van de doelen. De gemeente Harenkarspel valt onder gebiedscommissie voor de Kop van Noord-Holland. Het is de bedoeling dat de gebiedscommissies in 2010 alle volwaardig opereren. Jaarlijks stelt de provincie een uitvoeringsprogramma op, op basis van de regionale uitvoeringsprogramma’s die door de gebiedscommissies worden ingebracht. Zolang de gebiedscommissies nog niet (volwaardig) functioneren, ligt de regie bij de provincie. Gemeenten kunnen voorstellen bij de provincie indienen. De gemeente Harenkarspel doet dit op basis van het in de voorliggende structuurvisie opgenomen beleid. 2 . 7 . 9
Raamplan
2015
van
het Hoogheemraadschap
BELEID HOOGHEEM-
Het Hoogheemraadschap heeft een raamplan opgesteld waarin onder meer
RAADSCHAP
wordt ingegaan op de steeds nijpender wordende waterbergingsproblemen. Het werkgebied van het Hoogheemraadschap is ingedeeld in gebieden waarin met beperkte technische maatregelen aan de wateropgave kan worden voldaan en gebieden waarin forsere maatregelen (extra open water) noodzakelijk zijn. In de navolgende kaart zijn deze gebieden weergegeven.
22
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
In de hiervoor als groen en geel weergegeven polders bestaat volgens het raamplan behoefte aan de volgende extra waterberging: -
Polder Valkkoog: 2 ha;
-
Polder Woudmeer: 1 ha;
-
Grebpolder: 0,5 ha;
-
Polder Speketer: 2 ha.
In de navolgende kaart zijn gebieden aangegeven waarin het Hoogheemraadschap op basis van een analyse van bestaande plannen aanknopingspunten ziet voor het realiseren van de benodigde extra capaciteit. In polder Valkkoog wordt een reservering opgenomen van 2 ha als mogelijk waterbergingsgebied.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
23
2 . 7 . 1 0
Regionale REGIONAAL BELEID
woonvisie
In het kader van het streekplan hebben de gemeenten in de Noordkop gezamenlijk een regionale woonvisie opgesteld. In deze visie is aangeven dat de bevolking van de Kop in de periode 2005-2030 nauwelijks zal stijgen. De druk op de woningmarkt is relatief laag (koop en huur). In de Kop moet geïnvesteerd worden in woningen voor lage inkomens (koop en huur). Tevens wordt geconstateerd dat binnen de Kop visies ontbreken op het gebied van wonenwelzijn-zorg. 2 . 7 . 1 1
Integrale
strategische
gebiedsvisie
(ISG)
In 2001 verscheen deel 1 van de vijfde Nota Ruimte (later vervangen door de Nota Ruimte). In deze nota werd niet of nauwelijks aandacht besteed aan het noorden van Noord-Holland. Als reactie hierop hebben de gemeenten in het noordwesten van de provincie op de vijfde Nota gereageerd om erkenning te krijgen als stedelijk netwerk. Dit heeft geresulteerd in de gebiedsvisie NW8. Met deze visie hebben de gemeenten vervolgens bij de totstandkoming van het nieuwe streekplan, hun wensen op tafel gelegd. Het doel daarbij is een economische impuls geven aan het gebied door een stedelijk netwerk te vormen met elkaar aanvullende gedifferentieerde stedelijke centra, uitstekende verbindingen; onderling en met overige regio’s. In de tussenliggende open ruimten was behoud van landschappelijke kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden voor een vitaal platteland uitgangspunt.
24
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Om dit te bewerkstelligen zijn er de volgende items: -
Robuuste verbindingszones tussen de kusten; landschap en natuurontwikkeling in combinatie met recreatieve en toeristische doeleinden;
-
Vitaal platteland; -
Regioprogramma wonen en zorg, kleinschalige woonvoorzieningen, zelfstandige woningen in woonzorgcomplexen en opwaardering bestaande zorginstellingen;
-
Actieprogramma structuurverbetering melkveehouderij, schaalvergroting verplaatsing en verbreding in relatie tot landschappelijke, natuur-, recreatie- en waterdoelen;
-
Woningbouw; woningtoename voor de autonome bevolkingsgroei en instandhouding van voorzieningenniveau in verzorgingskernen;
-
Bedrijvigheid, uitbreidingen naar aanleiding van verplaatsing van aanwezige bedrijven;
-
Water, meer ruimte voor water.
2 . 7 . 1 2
Agenda
voor de
toekomst,
GKvNH
Door de gemeenten gesitueerd in het gewest Kop van Noord Holland is een gezamenlijke agenda voor de toekomst opgesteld die de periode 2005-2015 beslaat. De agenda kan als volgt worden samengevat: 1.
Samen voor Den Helder, concentratie van regionale voorzieningen in
2.
Vitaal platteland: het aanbod van voorzieningen wordt geconcentreerd
Den Helder. in de steden Den Helder, Alkmaar en Hoorn en in de hoofdkernen met een schakelfunctie Schagen en Wieringerwerf. In het bijzonder wordt voor de gemeente de kern Warmenhuizen als hoofdkern voor de voorzieningen genoemd. 3.
Het voorzieningenaanbod op het platteland moet waar mogelijk naar de afnemer worden gebracht, waarbij aansluiting wordt gezocht bij bijvoorbeeld bedrijven en dorpshuizen.
4.
Volledig en regionaal afgestemd aanbod aan vestigingsmilieus. Binnen dit kader heeft een gemeente als Harenkarspel de ruimte om lokale terreinen aan te leggen voor de opvang van de eigen bedrijvigheid.
5.
Bereikbare regio. De opwaardering van de N9 en het onderzoek naar de haalbaarheid van een (nieuwe) stroomweg A7-N99, alsook het behoud en de verbetering van de spoorverbinding zijn van vitaal belang.
6.
Versterking van recreatie en toerisme o.m. door ontwikkeling van de recreatievaart, recreatiehaven bij Waarland en elk weer voorzieningen omgeving Dirkshorn.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
25
2 . 7 . 1 3
Toekomstvisie
Noord
Kennemerland
Ook voor de aangrenzende regio Noord Kennemerland is een toekomstvisie gemaakt. Relevant zijn met name die zaken die aan de gemeente grenzen en een grensoverschrijdend effect kunnen hebben. Naast de ontwikkelingen rond het Geestmerambacht (zie gebiedsperspectief Geestmerambacht) zijn dit: -
aanleg transferium bij Schoorldam (uitgevoerd);
-
recreatief vervoer over water;
-
snelle bootverbinding met Amsterdam over het Noord-Hollandsch Kanaal.
2 . 7 . 1 4
Inrichtingsplan
Blauwe
Loper,
HAL-
gemeenten
Het inrichtingsplan van de Blauwe Loper is gericht op het opwaarderen van de doorgaande waterroute van Alkmaar naar de Kop van Noord-Holland. Deze route wordt onder meer ondersteund door de realisatie van aanlegplaatsen. 2 . 7 . 1 5
Gebiedsperspectief Geestmerambacht,
HAL-
gemeenten
Rond het bestaande recreatiegebied Geestmerambacht wordt een aanzienlijke uitbreiding gedacht van natuur, bos, en recreatieve voorzieningen. Het gebied beslaat de zone van de stadsrand van Alkmaar-Noord tot aan de gemeentegrens tussen Harenkarspel en Langedijk. Direct aan de gemeentegrens is het beleid gericht op de realisering van bos, met een beperkte omvang aan recreatievoorzieningen daarbinnen. Gedacht wordt o.m. aan een dagkampeerterrein. 2 . 7 . 1 6
Fietspadennet in
de
voor het woon-werkverkeer
HAL-regio
Het stadsgewestelijk fietspadennet binnen de HAL regio is vooral van belang voor de aansluiting van eventuele (utilitaire) routes vanuit Harenkarspel. 2 . 7 . 1 7
Woningbehoefte-onderzoek
Harenkarspel
2005-2010 GEMEENTELIJK BELEID
Het woningbehoefte-onderzoek geeft inhoud aan de kwantitatieve en kwalita-
EN ONDERZOEK
tieve bouwopgave voor de gemeente Harenkarspel voor de komende jaren. In het onderzoek worden de volgende verwachtingen en conclusies geformuleerd. Het aantal inwoners in de gemeente zal in de komende 10 jaar toenemen van 16.000 naar 16.500. Het aantal huishoudens van 6.100 naar 6.600. Door de bewoning van recreatiewoningen is het aantal huishoudens groter dan het aan-
26
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
tal woningen. Door de aanhoudende vergrijzing en de lage verhuisgeneigdheid zal de gemiddelde woningbezetting dalen naar 2,5. Bij de locale vraag is vooral behoefte aan goedkope koop en huur. Nieuwbouw trekt met name mensen van buiten de Kop, waarbij het gaat om de duurdere koopwoningen. Een tekort aan intramurale capaciteit wordt geconstateerd. Het aandeel oudere huishoudens zal toenemen in Dirkshorn en Sint Maarten. Een toename van ouderen en het aantal jonge huishouden zal plaatsvinden in Tuitjenhorn, Waarland en Warmenhuizen. Om te voorzien in migratiesaldo van 0, het wegwerken van de huidige tekorten voor starters en het opheffen van de permanente bewoning van recreatiewoningen, zullen de komende 5 jaar 105 woningen per jaar gerealiseerd moeten worden. Inmiddels is er een actualisering voorbereid voor het woningbehoefte-onderzoek. Deze actualisering is echter nog in procedure. 2 . 7 . 1 8
Agrarisch
structuuronderzoek
In 2008 is een agrarisch structuuronderzoek uitgevoerd in de gemeente Harenkarspel. Dit onderzoek geeft inzicht in de toekomst van land- en tuinbouw in de gemeente. Het geeft aan hoe ondernemers denken over de toekomst van hun bedrijven en wat zij hiervoor van de lokale overheid nodig hebben. Uit het onderzoek komt een aantal knelpunten en aanbevelingen voort. Hier onder zijn de punten weergegeven die van belang zijn op het niveau van de structuurvisie. Achter de geplaatste kanttekening is aangegeven wat in de structuurvisie met het betrokken punt wordt gedaan: 1.
De waterhuishoudkundige situatie in het gebied de Boomerwaal nabij de Oostkade in Waarland is niet optimaal. De doelstelling om deze situatie te verbeteren was reeds in het ontwerp structuurplan opgenomen. Deze doelstelling blijft gehandhaafd.
2.
Diverse verkeersstructuren functioneren niet optimaal. Er wordt aanbevolen een verkeersplan op te stellen. Zoals aangegeven in de voorgaande paragraaf is inmiddels een Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan in ontwikkeling waarbij ook de belangen van de landbouw worden meegewogen.
3.
De grootte en vorm van de agrarische bouwpercelen is voor 45% van de ondernemers niet goed afgestemd op de wensen van de ondernemer. De planologische regeling voor verbredingsactiviteiten biedt ondernemers onvoldoende houvast om hierin te investeren. In hoofdlijnen zullen deze aspecten worden benoemd in de structuurvisie. De nadere uitwerking zal plaatsvinden in de herziening van het bestemmingsplan buitengebied.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
27
4.
De ruimte voor ruimte regeling biedt beperkte mogelijkheden voor bedrijfsverplaatsing. De ruimte voor ruimte regeling wordt in hoofdlijnen benoemd in de structuurvisie. In de visie zijn locaties aangewezen die mogelijkheid bieden voor de bouw van een woning in ruil voor de sloop van stallen/andere agrarische bedrijfsbebouwing. De nadere uitwerking zal plaatsvinden in de herziening van het bestemmingsplan buitengebied.
5.
De vestiging van het voorkeursrecht heeft tot onzekerheid geleid. Inmiddels is de vestiging van het voorkeursrecht opgeheven.
6.
De vraag naar grond op de agrarische grondmarkt is naar verwachting de komende 10 jaar groter dan het aanbod. Ten gevolge van het bouwen op invulplekken en het bouwen van een groter aantal woningen in het Tussengebied is het areaal grond dat aan de agrarische sector wordt onttrokken verkleind ten opzichte van de plannen in het ontwerp structuurplan.
7.
De huisvesting van seizoensarbeiders is een probleem. Dit item komt in hoofdlijnen in de structuurvisie aan de orde. De nadere uitwerking vindt plaats in de herziening van het bestemmingsplan buitengebied.
2 . 7 . 1 9
Beleidsnota te
agrarische
bebouwing
gemeen-
Harenkarspel
Op 3 februari 2009 heeft de gemeenteraad de beleidsnota agrarische bebouwing vastgesteld. In deze nota wordt ingegaan op het beleid ten aanzien van vrijkomende agrarische bebouwing, nevenfuncties bij agrarische bedrijven en op de ruimte voor ruimteregeling. Vrijkomende agrarische bedrijven mogen gebruikt worden voor kleinschalige bedrijvigheid, wonen, zorg en recreëren. Ook nevenactiviteiten mogen in deze sfeer ontwikkeld worden. Voorwaarde is daarbij dat de specifieke kwaliteiten van het buitengebied worden beschermd en verbeterd en dat waardevolle bebouwing bewaard en opgeknapt wordt. Landschappelijke, cultuurhistorische en monumentale waarden worden behouden of liever nog versterkt. Alleen de woningen en bedrijfsgebouwen komen in aanmerking voor nieuwe functies (niet de silo’s, waterbassins en dergelijke). Er dient rekening te worden gehouden met een checklist. Enkele belangrijke aspecten daarbij zijn dat er rekening moet worden gehouden met bestaande omliggende bedrijven en woningen, dat er geen buitenopslag mag plaatsvinden en dat er geen substantiële toename mag zijn van het verkeer. De ruimte voor ruimte regeling heeft als doel via sanering van overtollige agrarische bebouwing in het buitengebied ruimtelijke/landschappelijke winst te halen. Er is geen minimum gesteld aan het oppervlak van de te saneren agrarische bedrijfsgebouwen. Uit een exploitatie opzet moet blijken dat de gemaak-
28
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
te kosten van sloop en sanering de bouw van een of meerdere woningen rechtvaardigt. De ruimte voor ruimteregeling resulteert bij voorkeur in herbouw van woningen aan bestaande dorpsranden, maar kan in sommige gevallen ook op de locatie worden toegepast. Ten aanzien van de huisvesting van seizoensarbeiders is een aparte notitie opgesteld. Daarin wordt gekozen voor huisvesting op agrarische bouwpercelen. 2 . 7 . 2 0
Nota
ouderenbeleid
De gemeenteraad heeft op 16 december 2008 de nota ouderenbeleid vastgesteld. Doel van de nota is om beleid en acties uit te zetten die ouderen helpen om zo lang mogelijk en zo goed mogelijk zelfstandig te blijven functioneren. Bij de nota hoort een actiepuntenlijst. In het navolgende zijn acties samengevat die relevant zijn op het niveau van een ruimtelijke structuurvisie. Relevante aandachts- en actiepunten voor een ruimtelijke structuurvisie Voldoende woningen die voldoen aan de
Er wordt een regionaal woningmarktonder-
wensen van ouderen
zoek uitgevoerd waarin de wensen in beeld worden gebracht. Er wordt ondermeer gekeken naar de mogelijkheden voor geclusterd wonen van ouderen bij voorzieningen (20082009)
Voldoende voorzieningen in de kernen
Na evaluatie van het leefbaarheidsplan Sint Maarten wordt bekeken wat er in Dirkshorn en eventueel ook Waarland gewenst is (2009 en verder).
Verbeteren van de mogelijkheden van vervoer van ouderen in de kernen
De gemeente gaat in gesprek met de SWOH, woonzorggroep Samen en anderen om de mogelijkheid voor verbeterd vervoer te bekijken (2009).
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
29
D e
3
v i s i e
De structuurvisie van de gemeente is gericht op een profiel als woon- en land-
bouwgemeente met een onmiskenbare toegevoegde functie voor toerisme en recreatie. Het toekomstbeeld richt zich daarbij zowel op de bestaande kwaliteiten als landbouwgemeente, als op de kansen die het gebied biedt door de ligging in een aantrekkelijke omgeving direct achter de duinen, nabij grotere steden. In afstemming op het door de raad op 28 oktober 2008 vastgestelde “Visiedocument bepaling bestuurlijke toekomst” geldt als slogan voor Harenkarspel ruimte, rust en recreatie (ook wel aangegeven met de drie R’s). Hierbij geldt een nevenschikking tussen de drie R’s. Het begrip “ruimte” moet breed worden opgevat als goede woonruimte en gunstige bedrijfsruimte binnen de gemeente. Met “rust” wordt met name bedoeld dat geen sprake is van verstedelijkt gebied. Ook is het van belang om te realiseren dat de agrarische landschapskarakteristiek in alledrie de “R’s” terugkomt. Er worden in deze structuurvisie de volgende accenten gelegd: 1.
De structuurvisie zal gedeeltelijk in financieel moeilijke tijden worden gerealiseerd. Om deze reden kiest het college voor een sober en doelmatig plan dat financieel realistisch is.
2.
De structuurvisie is globaal en biedt nog flexibiliteit in de uitwerkingsfase. Dit uit zich in een eenvoudig kaartbeeld en voorschriften ten aanzien van beeldkwaliteit die zich vooral richten op de inpassing in het landschap en de aansluiting op dorpen. Meerdere invullingsmogelijkheden blijven mogelijk. In een dynamische tijd geeft dit ruimte om bij de planuitwerking keuzes te maken.
3.
Er wordt een samenhangende verkeersstructuur voorgesteld bestaande uit nieuwe infrastructuur en verkeerskundige maatregelen met als doel de ontsluiting van nieuwe ontwikkelingen en de verbetering van de verkeerssituatie op bestaande wegen.
4.
Er wordt woningbouw voorgesteld op locaties waar het mogelijk is om te bouwen. Hierin spelen een rol de eigendomssituatie, de effecten op landbouw en het verwachte maatschappelijke draagvlak.
5.
Bij bouwlocaties wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan duurzaam bouwen en betaalbare woningen.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
31
6.
Er wordt uitgegaan van een richtgetal van 1800 woningen, inclusief inbreilocaties, voor de komende 20 jaar. Dit richtgetal geeft ruimte voor de natuurlijke aanwas met daaraan toegevoegd een bescheiden plus.
7.
Door een herberekening van het aantal woningen waarin ook de invulplekken en lopende plannen zijn meegenomen is een aantal woningbouwlocaties verkleind ten opzichte van het ontwerp structuurplan. Na 2030 ontstaan weer nieuwe mogelijkheden voor verdere uitleg.
8.
Er wordt uitgegaan van een globaal evenredige verdeling van bouwcapaciteit over de vijf kernen.
9.
De gemiddelde dichtheid van te ontwikkelen woongebieden bedraagt 22.5 woning per hectare.
10.
Er worden om financiële reden, en om reden van prioriteitstelling, geen waterstructuren tussen dorpen gerealiseerd met het oog op de recreatie. In ontwikkelingsplannen zal vanzelfsprekend wel moeten worden voldaan aan de noodzakelijke waterberging.
11.
Op basis van het agrarische structuuronderzoek wordt inhoud gegeven aan een aantal wensen uit de agrarische sector.
3.1
Visie op hoofdlijnen De visie op hoofdlijnen van deze structuurvisie is afgestemd op het door de raad op 28 oktober 2008 vastgestelde “Visiedocument bepaling bestuurlijke toekomst”. In dit visiedocument wordt Harenkarspel als volgt neergezet: “Harenkarspel is een groene, landschappelijke gemeente met weidse uitzichten. Ruimtelijk ingerichte gemeente, dus geen hoogbouw, schone industrie en goede kwaliteit van water en groenvoorziening. Letterlijk plat Noord-Hollands landschap, waarbij de agrarische bedrijvigheid onmiskenbaar wordt gecombineerd met talloze recreatieve mogelijkheden. De combinatie van uitgestrekte landbouwvelden en uiteenlopende recreatieve attracties is kenmerkend voor de aantrekkingskracht van de gemeente voor de eigen burgers, instellingen en bedrijven, maar zeker ook voor de toeristische buitenstaanders. Ook de combinatie van poldergebied met typerende Westfriese dijken met parken met recreatiewoningen pakt in dit deel van de Kop van Noord-Holland goed uit. Niet alleen de economische bedrijvigheid binnen de gemeente Harenkarspel springt hierbij in het oog, maar ook de grote mate van gemeenschapszin in de aanwezige dorpen en kernen valt op. Mede hierdoor bestaat in de gemeente een groot assorrtiment van vooral sport- en sociaal culturele voorzieningen, waarvan intensief gebruik wordt gemaakt.
32
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
In de voorliggende structuurvisie kan voor het profiel van de gemeente als woon-, landbouw- en recreatiegemeente het volgende worden toegevoegd. De gemeente blijkt aantrekkelijk als vestigingsplaats op korte afstand van
WOONGEMEENTE
steden, op korte afstand van de kust maar toch met een landelijk karakter en een dorpse wijze van bouwen. Dit is een kwaliteit om op voort te bouwen. Naast de op korte termijn noodzakelijke bouw van starters en seniorenwoningen zal gebouwd worden voor het midden en duurdere segment, in een dorpse schaal. Harenkarspel is een agrarische gemeente. Deze functie is medebepalend voor
LANDBOUWGEMEENTE
het huidige landelijke beeld en vanouds van bovengemeentelijke betekenis. Het aantal agrarische ondernemers zal afnemen, maar degene die er blijven moeten wel de kansen krijgen om zich in dit gebied met gunstige teeltomstandigheden verder te ontwikkelen. Bij niet agrarische ontwikkelingen moet steeds de afweging worden gemaakt of bestaande agrarische bedrijven hier onder lijden. Daarnaast moeten die ondernemers die blijven, genoeg kansen krijgen om de schaal van hun bedrijven, meegaand met de tijd, te vergroten. Harenkarspel is een groene, landschappelijke gemeente met weidse uitzichten.
RECREATIE EN TOERISME
De gemeente heeft een plat Noord-Hollands landschap, waarbij de agrarische bedrijvigheid onmiskenbaar wordt gecombineerd met talloze recreatieve mogelijkheden. De combinatie van uitgestrekte landbouwvelden en uiteenlopende recreatieve attracties is kenmerkend voor de aantrekkingskracht van de gemeente voor de eigen burgers, instellingen en bedrijven, maar zeker ook voor toeristische buitenstaanders. Ook de combinatie van poldergebied met typerende Westfriese dijken met parken met recreatiewoningen pakt in dit deel van de Kop van Noord. De gemeente huisvest al een groot aantal recreanten vooral met een oriëntatie op de kust. Het is de kunst deze recreanten ook te verlokken in de gemeente te recreëren, bestedingen te doen en met ontwikkelingen op deze recreanten in te spelen. Er wordt daarbij gedacht aan ontwikkelingen zoals het kuurresort, het recreatief agrarisch bedrijf (zie paragraaf 3.2 onder dagrecreatie), de ontwikkeling van paden en ondersteunende horeca in afstemming op het karakter van de gemeente. Ook de versterking van elkweervoorzieningen past in deze beleidslijn.
3.2
Visie per thema Woningbouwprogramma Voor wat betreft het woningbouwprogramma wordt uitgegaan van een bouwproductie van circa 1800 woningen voor de komende 20 jaar. Dit bouwprogramma geeft mogelijkheden om in samenhang met het bouwen verbeteringen door te voeren. Tot die verbeteringen horen vooral de verbeteringen van de verkeersstructuur die deels ten laste kunnen worden gebracht van nieuwbouw die van deze verkeerskundige maatregelen profiteert.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
33
Het bouwprogramma zal een mix zijn van woningen voor starters, senioren, goedkoop, middelduur en duur. Belangrijk accent ligt bij betaalbare en duurzame woningen. Juist de menging van typen geeft de mogelijkheid om aantrekkelijke woonmilieus te maken met een dichtheid van gemiddeld 22,5 woningen per hectare, met groen en water en overwegend bebouwing in een tot twee bouwlagen. Dit neemt niet weg dat op cruciale plekken gedacht kan worden aan hogere bouw. Dit zou bijvoorbeeld kunnen bij een te ontwikkelen centrumlocatie met een combinatie van winkelvoorzieningen en woningbouw, maar ook bij bijzondere woonvormen zoals het mogelijke verpleeghuis waarvoor de gemeente zich hard zal maken. Globaal genomen wordt uitgegaan van een evenredige spreiding van de nieuwbouw over de vijf grotere kernen. Samen met de Wooncompagnie zal de gemeente het toewijzigingsbeleid evalueren om beter maatwerk te kunnen leveren voor wat betreft de lokale vraag. Werken, bedrijven en economische ontwikkelingszones De gemeente heeft voor een plattelandsgemeente nog steeds een gunstig arbeidsaanbod. In aansluiting daarop en wetende dat in de agrarische sector banen verloren zullen gaan, zal de gemeente locaties moeten hebben die tenminste de gemeentelijke vraag kunnen bedienen. In de structuurvisie is uitgegaan van een uitbreiding van de economische ontwikkelingszone OudevaartZuid om hierin te voorzien. Daarnaast voorziet een uitbreiding van de economische ontwikkelingszone De Groet bij Waarland in de lokale vraag aldaar. De gemeente huisvest thans een aantal forse bedrijven. Kanjers die zijn voortgekomen uit het vanouds agrarische profiel, maar niet als agrarische bedrijven zijn aan te merken. We hebben het over koelbedrijven, zaadveredelingsbedrijven en dergelijke. De gemeente zal trachten deze grote werkgevers waar mogelijk in hun wensen te accommoderen. Er is echter een groot aantal Europese en landelijke regels waaraan de gemeente gebonden is. Het zal niet in alle gevallen mogelijk zijn dergelijke bedrijven op hun locatie voldoende groeimogelijkheden te bieden. In geval een gewenste uitbreiding van een bestaand bedrijf geen doorgang kan vinden, zal de gemeente het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord betrekken bij de besprekingen over een eventuele bedrijfverplaatsing. Bij Tuitjenhorn-West wordt het ter plekke aanwezige bedrijf niet volledig met woningen ingebouwd, maar wordt ruimte geboden voor een uitbreidingsmogelijkheid van het van Blankendaal Park. Een voorbeeld van een verzoek tot verplaatsing is het zaadveredelingsbedrijf Nickerson Zwaan b.v. Het betrokken bedrijf heeft een aanzienlijke ruimtebehoefte van 5 ha, die niet inpasbaar is op de huidige locatie. De bebouwing wordt voor een groot deel bepaald door kassen. In zijn uitstraling en schaal is het bedrijf duidelijk anders dan de reguliere bedrijven die op geplande economische ontwikkelingszones en De Groet worden voorzien. Ook vraagt de aard van het bedrijf en de gevoeligheid voor ziekten om een relatief vrije ligging. De structuurvisie voorziet daarom voor dit bedrijf in een zelfstandige locatie.
34
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Op de kaart van de structuurvisie is een locatie aangegeven ten oosten van Warmenhuizen. Een ander voorbeeld is een loonbedrijf in Waarland. Dit bedrijf is in de kom gevestigd, wat uit milieuoverwegingen minder wenselijk is. De structuurvisie voorziet in een locatie op de economische ontwikkelingszone aan de noordzijde van Waarland, dat hiertoe is vergroot. De gemeente zou mede met het oog op de vergrijzing en de werkgelegenheid, graag een versterking van het zorgaanbod accommoderen en wil zich inzetten voor het aantrekken van een verpleeghuis, centraal in de gemeente. Werken-landbouw De werkgelegenheid in de landbouw zal verminderen. Des te belangrijker worden de ontwikkelingsmogelijkheden voor die agrarische ondernemers die blijven. Voor deze ondernemers zou een doorontwikkeling naar een bouwvlak van 2 hectare mogelijk moeten zijn. Dit geldt voor de grondgebonden vormen van landbouw die een natuurlijk evenwicht tussen grond en bebouwing binnen de regio in stand houden. Met de ontwikkeling van glastuinbouw zal de gemeente behoedzaam willen omgaan, vanwege het belang dat aan het landschap wordt gehecht. In principe zullen daarom alleen bestaande glastuinbouwbedrijven uitgangspunt zijn en zal het glas bij de overige agrarische bedrijven beperkt blijven tot de standaard toegestane ondergeschikte oppervlakte aan ondersteunend glas. Nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven betekenen een verbreding van de activiteiten die een verbetering kunnen opleveren van de inkomsten van agrarische ondernemingen. Onder voorwaarden zijn deze activiteiten mogelijk. Gedacht wordt aan: -
kamperen en logeren bij de boer;
-
verkoop van eigen verbouwde producten (er is nieuw beleid ten aanzien
-
verhuur van paarden, fietsen of boten;
-
opslag binnen bestaande opstallen.
van huisverkoop in voorbereiding);
Bij vrijkomende agrarische bebouwing wordt een tweesporen beleid gevolgd: -
Daar waar ontwikkelingen in de vorm van wonen, werken, zorg of recreatie geen belemmering vormen voor omliggende agrarische bedrijven of woningen kunnen onder voorwaarden transformaties plaatsvinden.
-
Daar waar wel sprake is van mogelijke belemmeringen kan de dienstwoning als plattelandswoning behouden blijven. Daarmee wordt gedoeld op een woning die geen beperking kan vormen voor de ontwikkeling van agrarische bedrijvigheid rondom. De gemeente zal zich in dat geval inzetten voor compensatie van de sloop van schuren door woningbouw aan de randen van dorpen (ruimte voor ruimteregeling). In de structuurvisie zijn twee locaties voor dit doel aangewezen.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
35
De voorwaarden voor omschakeling van agrarische bedrijven is uitgewerkt in de beleidsnota agrarische bebouwing (zie paragraaf 2.7.19). Deze is ontwikkeld in afstemming op het door de provincie opgestelde beleid. Voorzieningen Een visie met een bouwprogramma van 1800 woningen is een gunstige factor voor het zo sterk gewenste behoud van het voorzieningenniveau. Toch zal dit alleen niet genoeg zijn. Onder invloed van de schaalvergroting blijft het nodig vooruit te denken en ingrepen te doen. In het centrum van Warmenhuizen en Tuitjenhorn zal de gemeente een concentratie van winkelvoorzieningen op een goed ontsloten en bereikbare locatie met voldoende parkeergelegenheid willen accommoderen (zie ook de visie voor de kernen Warmenhuizen en Tuitjenhorn). Ondernemers kunnen zich hier vestigen, kunnen hier de ruimte krijgen voor verdere ontwikkeling en kunnen profiteren van de bundeling van krachten. Alleen zo ontstaat de mogelijkheid om voor de hoofdkern op den duur meer dan voorzieningen voor de dagelijkse levensbehoeften over te houden. Volgend uit eerder genoemde onderzoeken (Harenkarspel Detailhandelstructuurvisie 2005, Droog Trommelen en Partners en onderzoek naar consumentengedrag) en de resultaten uit de dorpenronde bij de totstandkoming van de Toekomstvisie Harenkarspel wordt primair ingezet op concentratie in het centrum van Warmenhuizen. Daarnaast dient echter ook het centrum van Tuitjenhorn een opwaardering te krijgen. Specifiek voor het dorp Sint Maarten heeft de gemeente zich ingezet om toch een kleinschalig verkooppunt voor de meest noodzakelijke boodschappen te stimuleren. Het hieruit voortgekomen servicepunt is inmiddels operationeel. Ook in Waarland speelt een plan voor een supermarkt in combinatie met de bouw van woningen op de locatie van het bedrijf Bruin. De gemeente wil de voorzieningen in Waarland hiermee op niveau houden. Voor het overige zal de gemeente zich bij een verschralend voorzieningenniveau samen met de dorpen richten op het zoveel mogelijk concentreren van deze voorzieningen in bijvoorbeeld dorpshuizen. De gemeente zal in voorkomende situaties de mogelijkheden actief onderzoeken. Initiatieven voor versterking van het voorzieningenniveau uit de markt zullen daarnaast ondersteund worden. Ten aanzien van het onderwijs is een huisvestingsplan opgesteld dat voorziet in een planning van noodzakelijke verbeteringen. Uit het bij dit plan horende onderzoek komen concrete aanbevelingen voor verbetering, uitbreiding en vervangende nieuwbouw van basisscholen, rekening houdend met de te verwachten groei van kernen. De conclusie luidt dat aanpassingen aan de basisscholen voor zover deze noodzakelijk zijn in de kernen Dirkshorn, Sint Maarten en Waarland op locatie plaats kunnen vinden, terwijl in de kernen Warmenhuizen en Tuitjenhorn meer structurele verschuivingen aan de orde zullen zijn. In de plannen voor het Tussengebied is daarom ruimte gereserveerd voor onderwijs (brede school).
36
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Op het gebied van sportvoorzieningen heeft de gemeente een goed voorzieningenniveau. Behoefte en aanbod zullen in de peiling worden gehouden. Voor het duurzaam in stand houden van het aanbod zal ook gekeken worden naar slimme combinaties met recreatieve voorzieningen. Voor het horeca-aanbod is het beleid gericht op vergroting van bekendheid, en zichtbaarheid van bestaande voorzieningen (met name horeca op recreatieterreinen) en de differentiatie in het aanbod. Nieuwe ontwikkelingen zijn mogelijk voor zover deze onderscheidend en aanvullend zijn ten opzichte van het bestaande aanbod. Ten aanzien van de zorg zet de gemeente zich in voor het aantrekken van een verpleeghuis als aanvulling op het zorgaanbod. Tevens zal de gemeente de ontwikkeling van samenwerking in de eerste lijnszorg (huisartsenpost/gezondheidscentrum) met het oog op de gewenste 24 uurs bereikbaarheid stimuleren. Verblijfsrecreatie Een gemeente met een bovenlokale betekenis voor de recreatie, dit betekent dat er ook ruimte is voor versterking van het verblijfsrecreatieve aanbod. Daarbij moet rekening worden gehouden met het grote aantal verblijfsrecreatieve voorzieningen, dat reeds aanwezig is. Initiatieven zullen dan ook beoordeeld worden op hun aanvullende betekenis ten opzichte van het huidige aanbod. Gedoeld wordt op: -
de uitstaande plannen voor het kuurresort (er wordt rekening gehouden met deze plannen, maar zij vallen buiten het plangebied van deze structuurvisie, te zijner tijd wordt hiervoor een zelfstandige procedure gevoerd);
-
versterking van bestaande verblijfsrecreatiebedrijven met het oog op de kwaliteitverbetering van het bedrijf of de verbreding en versterking van het aanbod in de gemeente als geheel;
-
mogelijkheden op perceelsniveau. Het betreft mogelijkheden voor ontwikkeling van toeristisch recreatieve nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven (kamperen bij de boer, logeren bij de boer) en omvorming van agrarische bedrijven tot op de recreatie gerichte bedrijven (bijvoorbeeld recreatieappartementen, culturele bestemming zoals theater- of concertruimte, horeca zoals een theeschenkerij, verhuur van fietsen of kano’s onder voorwaarden van de beleidsnota agrarische bebouwing);
-
kwaliteitsverbetering en uitbreiding van camping de Luwe Stek bij Waarland.
Het laatst genoemde punt is concreet en opgenomen op de structuurvisiekaart.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
37
Dagrecreatie Een nevenfunctie voor de recreatie betekent ook het verhogen van de belevingsmogelijkheden van de omgeving met het oog op de eigen inwoners en ook met het oog op de gasten die in Harenkarspel verblijven. Aanknopingspunten zijn de bestaande kwaliteiten zoals de oude dorpslinten, de molens en de ruïne, en de prachtige dijken aan de noord- en westrand van de gemeente. Concreet zijn de volgende dagrecreatieve ontwikkelingsmogelijkheden in de structuurvisie op-genomen: -
opwaardering van het rondje Waarland ten behoeve van fluisterboten (brughoogten naar 1.15 meter);
-
opwaardering van de haven en werf bij Schoorldam. Naar de behoefte aan een passantenhaven en de definitieve locatie daarvan zal in het kader van een op te stellen recreatienota onderzoek worden gedaan;
-
ontwikkelen van een transferium en dagrecreatief steunpunt bij Schoorldam (uitgevoerd);
-
een versterking van de recreatieve waarde van de Westfriese dijk en Valkkogerdijk door hardrijdend verkeer te ontmoedigen en waar mogelijk autoverkeer en zwaar verkeer om te leiden;
-
ontwikkeling van paden afgestemd op de regio, paden die verbindingen maken tussen de kernen en de belangrijke waarden in en buiten de gemeente (de ringvaart, het kanaal, het dagrecreatiegebied Groot Geestmerambacht, Schagen en de Westfriese en Valkkogerdijk);
-
opwaardering van de omgeving van ’t Huys te Nuwendore;
-
aanleg wandelpaden rond Heemtmeer;
-
opwaardering van het recreatiemeer bij Dirkshorn onder andere door
-
mogelijkheid tot de ontwikkeling van op de dagrecreatie gerichte ne-
ontwikkeling van een recreatiezone rond het meer; venactiviteiten bij agrarische bedrijven (bijvoorbeeld verkoop van eigenverbouwde producten, verhuur van paarden, fietsen of boten); -
mogelijkheid tot de ontwikkeling van dagrecreatieve functies in dorps-
-
mogelijkheid tot het ontwikkelen van een recreatief agrarisch bedrijf in
randgebieden bij Warmenhuizen en Tuitjenhorn; het gebied ten oosten van de N245 in de omgeving Woudmeerweg. Er is een vraag uit de markt om een recreatief agrarisch bedrijf te huisvesten dat tropische planten kweekt in kassen en tevens bezoekers ontvangt om tropische tuinen met daarbij horende fauna te bezichtigen. Het bedrijf zal exclusief parkeren en waterberging een oppervlakte hebben van circa 15 hectare. Een dergelijk bedrijf is door zijn aard en omvang niet in stedelijk gebied op te nemen. Een positie in het buitengebied is noodzakelijk. Daarbij is om reden van verkeerskundige aard gekozen voor een plek nabij de provinciale infrastructuur.
38
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Verkeer en vervoer In de dorpenronden is veelvuldig aangegeven dat de huidige verkeersstructuur onvoldoende is. Met name de oude dorpslinten zijn in dit verband vaak als knelpunt genoemd. Maar ook andere aspecten zoals het ontbreken van vrijliggende fietspaden zijn naar voren gebracht. Inmiddels is een gemeentelijk verkeer- en vervoerplan in ontwikkeling. In hoofdstuk 2 van deze visie is aangegeven wat de grote lijnen zijn die uit dit onderzoek naar voren komen. Het verkeersonderzoek en de herrangschikking van uitbreidingslocaties geeft
NIEUWE MIDDENROUTE
aanleiding voor wijzigingen in de voorgestelde verkeersmaatregelen ten opzichte van het ontwerp-structuurplan. Bij de kernen Warmenhuizen-Tuitjenhorn was aanvankelijk een uitbreiding ten noorden van Tuitjenhorn opgenomen in samenhang met een ontsluitingsweg. Door een verhoogde capaciteit van het Tussengebied zullen hier meer woningen worden gerealiseerd. Tezamen met de resultaten van het verkeersonderzoek geeft dit aanleiding tot een andere visie. Hierin wordt uitgegaan van de realisering van een Nieuwe Middenroute die de hoofdkernen Warmenhuizen en Tuitjenhorn en het te realiseren Tussengebied ontsluit. Voor de verbinding van de Nieuwe Middenroute met het provinciale wegennet in noordelijke richting wordt een verbindingsweg gerealiseerd tussen de Dergmeerweg en de Dijken. De Middenroute zal gefaseerd worden gerealiseerd. De wegvakken Veilingweg-Dergmeerweg en Dergmeerweg-De Dijken worden opgenomen in de eerste fase. De uitvoering wordt voorzien vanaf 2011. De opwaardering van de Dergmeerweg zelf is opgenomen in de tweede fase. De uitvoering hiervan wordt voorzien vanaf 2020. Om een goede vergelijking te kunnen maken van de effecten van in de struc-
AUTONOME
tuurvisie opgenomen ontwikkelingen is eerst gekeken naar de zogenaamde
ONTWIKKELING
autonome ontwikkeling van het verkeer tot het jaar 2030. Dit is de groei van het verkeer zoals deze van nature plaatsvindt, afgezien van nieuwe ontwikkelingen. Er is zowel gekeken naar de autonome ontwikkeling zonder als met de Nieuwe Middenroute. Ten gevolge van autonome ontwikkelingen zal het verkeersaanbod toenemen. Op het wegennet in de gemeente Harenkarspel zal het verkeer in het algemeen nog goed afgewikkeld kunnen worden. Capaciteitsproblemen zijn er tot 2030 in grote lijnen niet. De verkeersdruk op onder andere de doorgaande Oost-West verbindingen neemt wel toe, waardoor ook de leefbaarheid en verkeersveiligheid in het geding komen. De huidige knelpunten (Koorndijk en Stationsstraat) blijven bestaan. Bij berekening van de autonome ontwikkeling worden behalve op de Koorndijk en de Stationsstraat ook knelpunten verwacht op de Kalverdijk en Sportlaan (Warmenhuizen). De verwachte intensiteit komt op deze wegen boven de 3500 mvt/etmaal uit.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
39
EFFECTEN VAN GEPLANDE
De in deze structuurvisie opgenomen ontwikkelingen zullen ook een verkeer-
ONTWIKKELINGEN OP HET
aantrekkende werking hebben. De verwachting is dat er op diverse locaties
GEBIED VAN WONEN, WERKEN EN RECREATIE
binnen de gemeente capaciteitsproblemen zullen ontstaan. Het betreft diverse kruispunten met onder andere de Nieuwe Middenroute die aangepakt moeten worden. Daarnaast zal de verkeersveiligheid- en leefbaarheidsituatie verslechteren. De ruimtelijke ontwikkelingen uit de Structuurvisie zullen dan ook samen moeten gaan met een duidelijke visie ten aanzien van verkeer en een goede uitwerking daarvan in concrete maatregelen.
MAATREGELEN
Een duidelijke verkeersstructuur voor zowel het gemotoriseerde verkeer als ook het langzaam verkeer met een daarbij behorende inrichting van de weg, biedt kansen als het gaat om de leefbaarheid en de verkeersveiligheid (zowel subjectief als objectief). Daarnaast laat de uitbreiding van de weginfrastructuur in combinatie met samenhangende maatregelen op andere wegen zien dat ook de capaciteitsproblemen opgelost kunnen worden. Om de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2030 te kunnen faciliteren en de eerder gesignaleerde knelpunten te kunnen oplossen, zullen naast de nieuwe Middenroute de volgende maatregelen moeten worden uitgevoerd: -
Het (verder) ontwikkelen van het fiets- en wandelpadennetwerk inclusief nieuwe fietsvoorzieningen;
-
Het scheiden van conflicterende verkeersstromen op bepaalde wegen door middel van een herinrichting van de weg maar ook het toepassen van een duidelijke hiërarchie in de totale verkeersstructuur;
-
Het aanpakken van subjectief en objectief onveilige kruispunten en wegen;
-
In samenhang met de nieuwe Middenroute wordt een verbindingsweg tussen De Dijken en de Dermeerweg gerealiseerd.
Concreet betreft het de volgende maatregelen en knelpunten: -
Opwaardering Raadhuisstraat/Dorpsstraat;
-
Verkeerstechnische maatregelen kruising SpeketerswegRingvaartweg/Bleekmeerweg;
-
Rotonde Smeetsweg-Andries Dekkerweg;
-
Oosterdijk-Burgerweg;
-
Veilingweg-Kerkweg;
-
Veilingweg-Stationsstraat;
-
Rotonde Warmenhuizerweg-Dergmeerweg;
-
Aanleg nieuwe Middenroute in combinatie met de verbindingsweg en rotondes, knips Koorndijk en Sportlaan;
-
Waar de verbindingsweg tussen de Middenroute en De Dijken uitkomt op de Ambachtsdijk moeten verkeerstechnische maatregelen worden genomen om een verkeersknelpunt op deze lokatie te voorkomen;
-
Opwaardering ir. Krabbeweg – Delftweg – Killemerweg;
-
Aan weerszijden van de Schaapskuilweg verkeestechnische maatregelen treffen om de verkeersveiligheid voor fietsverkeer te verbeteren. Dit
40
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
kan bijvoorbeeld door de aanleg van fietssuggestiestroken mogelijk in combinatie met grastegels; -
Knelpunt Dorpsstraat Sint Maarten;
-
Knelpunt Delftweg-Koorndijk;
-
Fietspad Tuitjenhorn-Kerkweg-Westfriese dijk (is in uitvoering);
-
Fietspad Dergmeerweg-Tuitjenhorn en vrijliggend fietspad Nieuwe Middenroute;
-
Fietspad Dirkshorn-Schagen (voor de ligging van deze routes bestaan drie te onderzoeken opties, zie hiervoor de bij deze visie horende kaart);
-
Fietspad Groot Geestmerambacht.
Bovenstaande maatregelen kunnen bijdragen aan een toename van het fietsgebruik binnen de gemeente, verbeteren de leefbaarheid en lossen ook verkeersonveilige knelpunten op. Daarnaast bieden de maatregelen ruimte voor de voorgestelde ruimtelijke ontwikkelingen. Met voorgesteld maatregelenpakket worden de problemen op de Koorndijk, Kalverdijk, Sportlaan (Warmenhuizen) en Stationsstraat grotendeel opgelost. Door de aanleg van de nieuwe Middenroute ontstaat een goede oost-westverbinding, waardoor de hoeveelheid verkeer op de dorpslinten afneemt. De intensiteit op de Voorpolderweg en Dorpsstraat in Dirkshorn nemen toe tot boven de 3500 mvt/etmaal. Deze wegen verdienen dan ook aandacht. Dit geldt ook voor de Volleringweg in Waarland, maar vanwege de uitstraling van die weg in combinatie met het vrijliggende fietspad worden daar geen problemen verwacht. Er is nog een aantal zaken die in het kader van het Gemeentelijk Verkeer en
NADER ONDERZOEK
Vervoerplan nader worden onderzocht. Het betreft: -
onderzoek naar de verkeersstromen in Sint Maarten;
-
het opstellen van een gemeentegebieddekkend fietspadenplan.
Het gemeentebestuur zal zich daarnaast hard maken voor de volgende punten: -
Verbetering van de bovenliggende infrastructuur in overleg met Rijkswaterstaat, de provincie en de buurgemeenten gericht op een goede ontsluiting van Harenkarspel richting de kust en de N9 en vermindering van de problemen rond Alkmaar;
-
Aansluiting van de N504 op de N9;
-
Aandragen van de wens tot verbreding van de N245;
-
Het realiseren van een fietspad van Warmenhuizen via Koedijk naar Alkmaar;
-
Structurele nieuwe ontwikkelingen zo direct mogelijk ontsluiten vanaf de provinciale infrastructuur;
-
Voor wat betreft het openbaar vervoer zal de gemeente blijven strijden voor goede verbindingen met name voor de bereikbaarheid van onderwijs en werk in de spits. Bij de keuzemogelijkheden per kern wordt nader ingegaan op de mogelijkheid van een station in de omgeving van
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
41
Waarland. In overleg met ouderenorganisaties worden verbeteringsmogelijkheden van het vervoer onderzocht; -
Onderzocht zal worden of collectief particulier vervoer richting de kust in het recreatieseizoen een haalbare optie is. Gedacht kan daarbij worden aan door samenwerkende recreatieondernemers te organiseren vervoer naar de kust.
Landschap en landelijk gebied Zowel voor de plus op het wonen als voor de recreatieve ontwikkeling is een versterking van het landschap nodig. Daarbij wordt dát gebruikt en versterkt wat de gemeente kenmerkt. In het westelijke deel van de gemeente is het zicht op de kust een belangrijke kwaliteit. Voor zover paden en waterlopen met beplanting worden versterkt, gebeurt dit in oost west richting. Bij ontwikkelingen op perceelsniveau wordt in het algemeen en vanwege de openheid gestreefd naar compactheid. Voor een aantal gebieden zijn specifieke landschappelijke uitgangspunten aan de orde. Dit geldt voor het gebied bij Waarland binnen de ringvaart. Dit is een relatief dichtbebouwd gebied met naast enkele grotere ook veel kleine agrarische bedrijven. Als ergens omschakelingen mogen worden verwacht dan is het in dit gebied. Hoewel de rand van dit landschappelijk samenhangende gebied veel kwaliteit heeft, is dit minder het geval met het “interieur”. De hoge bebouwingsdichtheid en het vrijwel volledig uitnutten van de landbouwgrond tot de randen van de agrarische bebouwing drukt zijn stempel op dit gebied. Het landschap kan hier versterkt worden door aanvulling van de bestaande laanbeplantingen. Voormalige agrarische bedrijven kunnen van kleur verschieten maar alleen onder de voorwaarden dat het erf met sloten wordt omgeven en wordt voorzien van een stevige bosschage. Zo kunnen de verwachte transformaties ook een bijdrage leveren aan een verhoging van de ruimtelijke kwaliteit. In de Schagerwaardpolder zullen bij ruimtelijke veranderingen de in deze polder nog zeer goed herkenbare vestigingspatronen en opstrekkende verkaveling uitgangspunt zijn. In het beeldkwaliteitsplan voor het buitengebied wordt het beleid voor de erven in verschillende landschappelijke deelgebieden nader uitgewerkt. De randzones bij Warmenhuizen-Tuitjenhorn-Dirkshorn (gebieden ten noorden van de Warmenhuizerweg) hebben op dit moment nog grotendeels een agrarische functie. Op termijn zal deze zone door de richting van de dorpsuitbreidingen verkleinen en daardoor minder geschikt worden voor een bedrijfsmatig agrarisch gebruik. Een ontwikkeling van de randzone tot uitloopgebied is dan mogelijk. Dorpsrandfuncties als een manege, wonen met een agrarische hobby, volkstuinen zijn hier mogelijk mits deze ook een bijdrage leveren aan een versterking van de groen- en waterstructuur in de richting van het verkavelingpatroon.
42
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Duurzame energie en beperking energieverbruik In het algemeen staat de gemeente positief ten opzichte van duurzame manieren van het opwekken van energie en beperking van het energieverbruik. Dit uit zich onder meer in aandacht voor duurzame energie in de landbouw en in ontwikkelingsprojecten op het gebied van wonen, werken, voorzieningen en openbare ruimte. De gemeente heeft een positieve grondhouding voor initiatieven die gericht zijn op alternatieve energieopwekking en minimalisering van het energieverbruik. Een voorbeeld is het is het energieproject in de Woudmeer. Andere voorbeelden zijn toepassing van zonnepanelen (uitgezonderd karakteristieke of monumentale bebouwing) en passieve zonne-energie. Bij de uitwerking van plannen voor het buitengebied zal uit het oogpunt van zuinig energiegebruik en uit het oogpunt van natuurwaarden een sober beleid worden gevoerd ten aanzien van verlichting.
3.3
Visie per kern 3 . 3 . 1
Warmenhuizen
en
Tuitjenhorn
Wonen Voor de kernen Warmenhuizen en Tuitjenhorn is de bestaande verkeerssituatie al een probleem. Nieuwe ontwikkelingen zullen zo min mogelijk druk op het kwetsbare historische wegennet moeten geven. De woningbouwmogelijkheden worden met name daar gedacht waar zij korte aansluitingen kunnen krijgen op de provinciale weg. Een belangrijk accent ligt daarom bij het Tussengebied waar circa 625 woningen worden gerealiseerd samen met de Nieuwe Middenroute die dit gebied ontsluit. Ook de uitbreiding Warmenhuizen oost kan direct vanaf de Nieuwe Middenroute ontsloten worden. Op het moment dat Warmenhuizen oost ontwikkeld gaat worden zal onderzoek worden gedaan naar de voor- en nadelen van het doortrekken van het Noorderlicht. Behalve een woonontwikkeling in het Tussengebied bestaat, in verband met de wens van Tuitjenhorn om een evenwichtige opbouw te krijgen rond het bestaande centrum, ook de mogelijkheid om in kleinere eenheden in westelijke richting uit te breiden. Aan de westzijde is planontwikkeling gaande voor woningbouw langs de Bogtmanweg (ten noorden van de begraafplaats). Ook een ontwikkeling tussen de begraafplaats en de Delftweg behoort tot de mogelijkheden. Het van Blanckendaell Park is hier als bestaande groenstructuur geïntegreerd en op de plankaart aangegeven. Tevens wordt rekening gehouden met een uitbreiding van dit park. De genoemde bouwlocaties kunnen op termijn eveneens ontsloten worden via de Nieuwe Middenroute en de Veilingweg.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
43
Omvang woonuitbreiding In Warmenhuizen en Tuitjenhorn kunnen, bij een globaal evenredige verdeling van de woningen over de kernen respectievelijk de volgende globale aantallen gebouwd worden: -
Warmenhuizen-Oost: circa 316 woningen;
-
Inbreiding Warmenhuizen: circa 30 woningen;
-
Centrum Warmenhuizen: circa 80 woningen;
-
Tuitjenhorn-West: circa 65 woningen;
-
Inbreiding Tuitjenhorn: circa 30 woningen;
-
Tussengebied: circa 625 woningen.
Totaal circa 1146 woningen tot het jaar 2030. Na 2030 is een verdere uitbreiding van Warmenhuizen Oost mogelijk zoals met pijlen is aangegeven op de structuurvisiekaart. Economische ontwikkelingzone Er wordt ook uitbreidingsruimte geboden voor bedrijven. Hiermee wordt de gemeentelijke vraag naar bedrijventerrein bediend. Ook voor deze ontwikkeling is een goede ontsluiting essentieel. Voor bedrijfsontwikkeling is de plek ten zuiden van Warmenhuizen in aansluiting op het bestaande terrein Oudevaart-zuid aangewezen. De locatie Warmenhuizen Oudevaart zuid biedt de volgende voordelen: -
de locatie sluit aan op bestaand bedrijventerrein;
-
de locatie is te ontsluiten vanaf de N245 en tevens vanaf de N9;
-
bruikbare infrastructuur richting de N245 is al voor handen;
-
bij uitbreiding kan tevens worden voorzien in landschappelijke inpassing;
-
de uitbreiding ligt relatief ver van bestaande en toekomstige woonbebouwing.
In verband met een verplaatsingsvraag voorziet de structuurvisie tevens in een locatie voor het een zaadveredelingsbedrijf ten zuidoosten van Warmenhuizen. Het Tussengebied Het Tussengebied van Warmenhuizen-Tuitjenhorn is al jaren een belangrijk onderwerp van discussie. Met de komst van het gemeentehuis, de kinderopvang en de bibliotheek is een bepaalde ontwikkeling in gang gezet. Ook heeft de gemeente met het oog op de toekomst gronden aangekocht in deze zone. Om de kosten daarvoor enigszins draagbaar te maken zullen er in dit gebied geldgenerende ontwikkelingen mogelijk gemaakt moeten worden. Er zullen daarom vooral woningen worden gerealiseerd met een aantal voorzieningen waaronder voorzieningen voor basisonderwijs (brede school).
44
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
In de structuurvisie is een opwaardering van de winkelcentra van Warmenhuizen en Tuitjenhorn opgenomen. Het beleid is erop gericht de winkelvoorzieningen in deze centra te concentreren. Het Tussengebied wordt daarom een nieuw woongebied met maatschappelijke, educatieve, medische en sportieve ontwikkelingsmogelijkheden. Winkelcentra In Warmenhuizen is een opwaardering en betere ontsluiting van het winkelgebied vanuit het oosten mogelijk en noodzakelijk. Rekening moet worden gehouden met mogelijke ontwikkelingen zoals beperkte gestapelde bouw om noodzakelijke verbeteringen betaalbaar te maken en met wonen te ondersteunen. Ook in Tuitjenhorn wordt rekening gehouden met een opwaardering van het centrum. 3 . 3 . 2
Dirkshorn
Wonen De woonuitbreiding van Dirkshorn is ten noorden van het dorp gedacht. Rekening houdend met een reservering voor het kuurresort, en een min of meer concentrische ligging van het wonen rond de kern van het dorp is dit de meest voor de hand liggende uitbreidingsrichting. Ten gevolge van een herberekening van het aantal te realiseren woningen is de oppervlakte bebouwing aan de noordzijde van Dirkshorn ten opzichte van het ontwerp structuurplan verminderd. Daarnaast is hierin meegewogen de maatschappelijke weerstand die aanwezig bleek tegen de woonbebouwing aan de noordkant van het dorp met de daarbij opgenomen waterstructuur. De ontsluitingsweg en het water zijn komen te vervallen, het woongebied is zo compact mogelijk gehouden en hoofdzakelijk beperkt tot de gemeentelijke grondeigendommen. Er zal vanwege het vervallen van de ontsluitingsweg ten noorden van het dorp bijzondere aandacht uitgaan naar een herinrichting van de Raadhuisstraat/Dorpsstraat. Deze herinrichting heeft een hoge prioriteit. In Dirkshorn is een locatie aangewezen waar eventueel woningen kunnen worden gebouwd in het kader van de ruimte voor ruimte regeling. Dit houdt in dat een ondernemer bij beëindiging van zijn agrarische bedrijf, in ruil voor sloop van overtollige bedrijfsgebouwen, een bouwrecht krijgt toegekend. Deze locatie ligt aan de zuidoostrand van het dorp. Binnen Dirkshorn ligt aan de Spoetnikstraat een locatie die onderzocht wordt op geschiktheid voor de bouw van starterswoningen.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
45
Omvang woonuitbreiding In Dirkshorn kunnen, bij een globaal evenredige verdeling van de woningen over de kernen en rekening houdend met de woningbehoefte in Dirkshorn, respectievelijk de volgende globale aantallen gebouwd worden: -
Dirkshorn-Noord: circa 150 woningen;
-
Dirkshorn-Zuidoost: circa 30 woningen;
-
Inbreiding: circa 15 woningen
-
Permanente woningen als onderdeel van het Kuurresort: 15 woningen.
Totaal circa 195 + 15 woningen. Kuurresort In Dirkshorn speelt al geruime tijd een plan waaraan het gemeentebestuur medewerking wil verlenen. Het betreft een te ontwikkelen kuurresort ten zuiden van het dorp. Tot op heden is geen definitief plan ingediend en heeft de ontwikkelaar aangegeven het plan voor twee jaar in de ijskast te zetten, mede vanwege de economische recessie. Uitstel is echter nog geen afstel. Het gebied waarbinnen het kuurresort gerealiseerd zal worden is buiten het plangebied van de structuurvisie gehouden. Zodra er concrete plannen zijn zal hier een afzonderlijke procedure voor worden doorlopen. In het Gemeentelijke Verkeer en Vervoerplan is al wel rekening gehouden met de komst van het Kuurresort. Verkeer Voor wat betreft het verkeer spelen in Dirkshorn de volgende projecten: -
herinrichting Dorpsstraat en Raadhuisstraat;
-
opwaardering Ir. Krabbeweg-Delftweg-Killemerweg;
-
aanleg van een fietsverbinding tussen Dirkshorn en Schagen (hiervoor zijn nog drie opties in onderzoek).
3 . 3 . 3
Waarland
Wonen In verband met de herberekening van het aantal woningen en de verdichting naar een aantal van 22,5 woning per hectare, was in het ontwerp structuurplan voor Waarland een overcapaciteit aan bouwmogelijkheden opgenomen. Om deze reden is het woongebied ten westen van de Volleringweg komen te vervallen. Binnen het woongebied dat thans in de structuurvisie is opgenomen ligt de locatie Bruin. Op deze locatie zijn plannen voor de bouw van een supermarkt in combinatie met woningen. In Waarland is in aansluiting op de Beemsterboerweg tevens een locatie aangewezen waar eventueel woningen kunnen worden gebouwd door agrarische ondernemers die gebruik maken van de ruimte voor ruimte regeling. Dit houdt in dat een ondernemer bij beëindiging van zijn agrarische bedrijf, in ruil voor sloop van overtollige bedrijfsgebouwen, een bouwrecht krijgt toegekend. De
46
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
betrokken locatie is gekozen vanwege de ligging op de overgang naar het agrarische gebied, aan een bestaande weg, in aansluiting op andere nieuwe woningbouw en vanwege de eigendomssituatie. Omvang woonuitbreiding In Waarland kunnen, bij een globaal evenredige verdeling van de woningen over de kernen en rekening houdend met de woningbehoefte, respectievelijk de volgende globale aantallen gebouwd worden: -
Waarland noordoost: circa 80 woningen;
-
Waarland zuidoost: circa 130 woningen;
-
Beemsterboerweg: circa 10 woningen;
-
Molenhof: circa 35 woningen;
-
Inbreiding: circa 15 woningen.
Totaal: circa 270 woningen. Verkeer Voor wat betreft het verkeer spelen in Waarland de volgende projecten: -
Opwaardering (Ambachtsdijk, gemeente Langedijk) Speketersweg-Andries Dekkerweg-Smeetsweg;
-
Treffen van verkeerstechnische maatregelen aan weerszijden van deSchaapskuilweg om de verkeersveiligheid voor fietsers te verbeteren.
Economische ontwikkelingszone Voor de lokale vraag naar bedrijventerrein wordt in de locatie ten noorden van De Groet II uitbreidingsruimte gereserveerd. Deze locatie biedt landschappelijk, milieuhygiënisch, qua ontsluiting en samenhang met het bestaande terrein goede mogelijkheden. Bij de uitwerking van de gewenste uitbreiding dient uit veiligheidsoogpunt ook te worden voorzien in de noodzakelijke tweede ontsluiting voor de auto vanaf het bedrijventerrein De Groet I. De economische ontwikkelingszone zal onder meer plaats bieden aan het te verplaatsen loonbedrijf uit het dorp. Recreatie, natuur en landschap De omgeving van Waarland biedt zowel voor het wonen als voor de recreatie en het versterken van natuur en landschap kansen. De ligging van Waarland nabij het kanaal Omval-Kolhorn biedt mogelijkheden
HAVEN
voor dagrecreatie verbonden met het hoofdvaarwegennet. Dit betreft een haven die dienst kan doen voor Waarlanders die niet aan het water wonen, maar wel over een boot beschikken. De exacte locatie van de haven is nog onderwerp van studie. In aansluiting op dit watergebied biedt de zone tussen het kanaal Omval-Kolhorn en de Schaapskuilweg een kans voor een dagrecreatief gebied met paden, eilanden riet en water. Binnen een gebied dat landschappelijk en ecologisch versterkt wordt, wordt ruimte gecreëerd voor dagrecreatieve voorzieningen.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
47
DAGRECREATIEF
In aansluiting op het rijks en provinciale beleid wordt het mogelijk gevonden
ONTWIKKELINGSGEBIED
dat in de zone langs het kanaal Omval-Kolhorn één tot maximaal 3 nieuwe landgoederen ontstaan. Een nieuw landgoed is een (woon)gebouw van allure met een groot openbaar toegankelijk gebied daaromheen. Het betreft bebouwing met een hoge ruimtelijke kwaliteit die qua aard en hoogte past binnen het open en waterrijke landschap. De oppervlakte van het landgoed moet tenminste 5 hectare bedragen. Minstens 90% van het totale gebied dient openbaar toegankelijk te zijn en een natuurlijk/landschappelijk karakter te hebben. Op deze wijze kan een economische drager worden gevonden voor de ontwikkeling van de ecologische en dagrecreatieve waarden in deze zone. De vestiging van de landgoederen mag geen belemmeringen opwerpen voor de bedrijfsvoering van ter plaatse aanwezige agrariërs en andere ondernemeners.
ZONE WONEN MET
Ten oosten van Waarland, tussen het spoor en de Oostkade, ligt een gebied dat
VERSTERKING LAND-
door de ontsluitingssituatie en de afmetingen, nauwelijks meer geschikt is voor
SCHAP/WATERBERGING
agrarisch gebruik. In het gebied zijn op initiatief van grondeigenaren op perceelsniveau bescheiden ontwikkelingen naar landschappelijk wonen mogelijk. Veranderingen kunnen hier plaatsvinden onder de voorwaarden dat de landschappelijke, waterhuishoudkundige en ecologische betekenis van de omgeving worden versterkt. Dit zal nader worden uitgewerkt in een kaderstellend plan voor deze omgeving. Gedacht wordt aan: -
water ter versterking van de natuurwaarden van de Boomerwaal;
-
geleidelijke overgangen van nat naar droog;
-
opgaande beplanting bij bebouwing.
(Zie voor nadere omschrijving paragraaf 4.3.5 onder deelgebied 15). OPWAARDERING EN UITBREIDING CAMPING
Naast de bovengenoemde ontwikkelingen speelt een concreet plan op de camping De Luwe Stek uit te breiden en op te waarderen. Op de plankaart van deze structuurvisie is met deze uitbreiding rekening gehouden. Light-rail station Voor het geval waarin de verbinding tussen Alkmaar en Den Helder in de toekomst de vorm zou krijgen van een light-railverbinding is de ontwikkeling van een nieuw station bij Waarland een mogelijkheid om de openbaarvervoersverbindingen sterk te verbeteren. Gedacht wordt aan de locatie Waarland-Zuid. Deze locatie sluit aan op de N242. Dit is gunstig voor combinaties van fiets- en treinreizen, bus- en treinreizen en trein- en autoreizen. Het station kan een bovengemeentelijke functie krijgen, waarvan ook de noordelijke delen van de buurgemeenten Heerhugowaard en Langedijk en een deel van de buurgemeente Niedorp mee profiteren. Bij het station zal in ieder geval een P+R-terrein gerealiseerd moeten worden. Voor de ontwikkeling van een station op deze locatie dient overlegd te worden met de gemeente Heerhugowaard, op wiens grondgebied de voorkeurslocatie voor het station is gelegen. Over de haalbaarheid van een light-railverbinding doet de Structuurvisie geen uitspraken. Het is aan marktpartijen om te bepalen hoe de verbinding wordt geëxploiteerd. Maar mocht de light-railverbinding daadwerkelijk aan de orde
48
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
komen in de toekomst, dan zijn de wensen en uitgangspunten van de gemeente Harenkarspel in bovenstaande duidelijk omschreven. 3 . 3 . 4
Sint Maarten
Wonen Voor Sint Maarten wordt uitgegaan van een bouwlocatie aan de zuidzijde van het dorp. De locatie is met name gekozen om de waardevolle zone tegen de Westfriese dijk aan open te houden. Omvang woonuitbreiding In Sint Maarten kunnen, bij een globaal evenredige verdeling van de woningen over de kernen het volgende globale aantal woningen gebouwd worden: -
Sint Maarten-Zuid: circa 90 woningen;
-
Inbreiding (inclusief Bijpost – Muileboom): circa 27 woningen.
Totaal circa 117 woningen. Verkeer Er zal in het kader van het GVVP onderzoek worden gedaan naar de verkeersstromen in het dorp. De gemeente zal zich, mede afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek, inzetten voor een verbinding voor het autoverkeer tussen Schagen en Sint Maarten via de Burghornerweg. De Valkkogerdijk kan in dat geval uitsluitend voor fietsers en bestemmingsverkeer functioneren. De verkeerssituatie op de Dorpsstraat is door de gemeenteraad aangewezen als knelpunt. Onderzocht zal worden op welke wijze de verkeersstromen in het dorp beter afgewikkeld kunnen worden. 3 . 3 . 5
Schoorldam
Bij Schoorldam is een bedrijfslocatie die deel uitmaakt van het bestaande stedelijke gebied. De locatie kan na afbraak van de bedrijfsbebouwing herontwikkeld worden als woonlocatie. De beoogde woningbouw kan een ruimtelijke verbetering betekenen voor de omgeving. 3 . 3 . 6
Kleine
kernen
In de kleine kernen is in sommige gevallen een sterke voorkeur uitgesproken voor het weren van nieuwbouw, in andere gevallen is om enkele kleinschalige inbreidmogelijkheden gevraagd. Er wordt daarom in de kleine kernen uitgegaan van kleinschalige ontwikkelingen (invulling met een of enkele woningen) en uitsluitend voor zover deze niet conflicteren met de ruimtelijke karakteristiek. Voor deze kernen (Eenigenburg, Groenveld, ’t Rijpje en Stroet) zal een onderzoek naar mogelijke invulling van onbebouwde plekken binnen de dorpsstructuur worden uitgevoerd.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
49
Specifieke voorstellen voor of in de omgeving van kleine kernen zijn als volgt: -
Wandelroute vanaf Groenveld via Valkkoog naar de Valkkogerdijk;
-
Wandelroutes in de omgeving van Eenigenburg;
-
Realiseren historische haven met werf Schoorldam;
-
Realiseren dagrecreatief steunpunt/transferium Schoorldam (is uitgevoerd).
Verkeer Mede ten behoeve van de ontlasting van het dorpslint van Stroet zal de route via de ir. Krabbeweg – Delftweg – Killemerweg opgewaardeerd worden.
50
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
4
B e e l d k w a l i t e i t
4.1
Inleiding Dit beeldkwaliteitsplan kent een opdeling in een ruimtelijke analyse en een hoofdstuk beeldkwaliteit. De ruimtelijk analyse bestaat uit een analyse van de ontwikkelingsgeschiedenis, de ordeningsprincipes in het landschap, de bebouwingskarakteristiek, de inpassing in de wijdere omgeving en de bestaande kwaliteiten versus mogelijk negatieve effecten. De ruimtelijke analyse vormt het startpunt voor het hoofdstuk beeldkwaliteit. In dit hoofdstuk worden de hoofduitgangspunten voor de beeldkwaliteit vastgesteld en wordt de locatiekeuze voor de diverse ontwikkelingen aan de hand van deze hoofduitgangspunten toegelicht. Vervolgens worden de hoofduitgangspunten vertaald naar beeldkwaliteitseisen.
4.2
Ruimtelijke analyse 4 . 2 . 1
Ontwikkelingsgeschiedenis
Het Westfriese landschap, waarbinnen ook Harenkarspel is gelegen, kent een relatief jonge geologische geschiedenis. Aan het einde van de laatste ijstijd, circa twaalfduizend jaar geleden, lag de Noordzee grotendeels droog en vormden de Britse eilanden en het Europese continent nog één geheel. Tijdens het Holoceen zette aan het einde van de Weichsel-ijstijd (circa 10.000 voor Christus) een permanente klimaatsverbetering in, waardoor de ijskappen smolten. Dit ging gepaard met een zeespiegelstijging. De zee had zoveel zand oostwaarts gevoerd dat zich een natuurlijke barrière tegen het opgaande zeewater begon te ontwikkelen. Deze barrière kennen we nu als strandwallen. In de regressiefase (waarin de zee zich iets terugtrok) ontstond achter deze strandwallen veen. De strandwallen werden op verschillende plaatsen onderbroken door zogenaamde zeegaten, waarvan het zeegat van Bergen de bekendste is. In 2000 voor Christus werd de groei van het (zogenaamde Holland)veen onderbroken door een nieuwe rijzing van de zeespiegel. Het gebied veranderde hierdoor in een getijdenlandschap waarin geulen en kreken dichtslibden en kwelderbekkens met veen en klei ontstonden. Omstreeks 1000 voor Christus verzandden de grotere zeegaten en nam de veengroei weer toe. Dit ging door tot ongeveer de 10e eeuw na Christus. Toen ontstond het zeegat van Zijpe. Voor de ontstaansgeschiedenis van het plangebied is dit brede, maar ondiepe zeegat van Zijpe belangrijk geweest. Dit zeegat ontwikkelde zich vanaf de
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
51
10e eeuw. Via het zeegat van Zijpe is door de zee een laag zware klei afgezet op de restanten van het veen dat hier in de loop van de eeuwen werd gevormd. De invloed van de zee heeft zich ook doen gelden in de occupatiegeschiedenis. Kijkend naar deze geschiedenis blijkt dat de verzanding van de zeegaten rond 1000 voor Christus ervoor heeft gezorgd dat men zonder speciale voorzieningen in het gebied kon wonen. Zo zijn er sporen bekend van oppervlaktenederzettingen uit de Vroege Middeleeuwen en de Romeinse Tijd. Het gebied stond na de 10e eeuw onder invloed van de zee (zeegat van Zijpe). Bewoning was toen mogelijk op kunstmatig verhoogde woonplaatsen, waarbij de meeste terpen slechts plaats boden aan één boerderij. Deze terpjes werden verbonden door middel van paden en tot kaden verhoogde oeverwallen. Zo is onder andere 't Rijpje ontstaan. Ook kwam in deze periode een aaneenschakeling van natuurlijke meertjes voor, waaronder het Witsmeer (de Schagerwaard) en het Woudmeer. Pas in de Middeleeuwen nam de bevolking in het gebied duidelijk toe. Als gevolg van de stormvloeden, die in het gebied vrij spel hadden, ging men zich beschermen, waarbij dijken aaneengesloten werden tot de uiteindelijke Westfriese Zeedijk. Dit gebeurde in de tweede helft van de 13e eeuw. Door deze dijk ontstond er een eiland van drogere grond in het verder nog natte Westfriese landschap. De Westfriese Omringdijk brak nog vele malen door, wat zichtbaar is in het bochtige patroon en de doorbraakkolken die langs de dijk liggen (de zogenaamde wielen). Door het blijvende gevaar van overstromingen bleef de bewoning geconcentreerd op de hoger gelegen delen, waardoor streekdorpen ontstonden die door lintbebouwing werden gekenschetst. Vanuit deze dorpen en linten begon de verdere ontginning van het gebied. Nadat het water verder teruggedrongen werd (drooglegging van het zeegat van Zijpe en polder Burghorn), werd het tussenliggende gebied in gebruik genomen. De landbouwgronden werden ontsloten door een fijnmazige structuur van vaarwegen. In het terpenlandschap (noordelijk deel van de gemeente) ontstond hierbij een mozaïekverkaveling. Vanaf de 16e eeuw werd ook begonnen met het bedijken en droogmaken van de natuurlijke meren, het Kerkemeer in 1547 en de Dergmeer in 1550. In de jaren daarna zijn ook het Woudmeer, de Slootgaard en het Witsmeer ingepolderd. Het kenmerkende van het gebied rond 1850 (zie fragment topografische kaart 1858) kan worden omschreven als opvallend open met alleen beplanting rond dorpen en boerderijen. De ontsluiting van het gebied is grofmazig en kent, met uitzondering van enkele wegen die polders ontsluiten, een kronkelig verloop.
52
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Het gebied is vrij nat, met veel sloten en kleine poldertjes die zijn omgeven door ringsloten. Het is grotendeels in gebruik als grasland, maar rond Sint Maarten en ten westen van Dirkshorn is er ook sprake van enige akkerbouw.
Fragment topografische kaart 1858
Door de ruilverkavelingen die in het plangebied zijn uitgevoerd en door de voortdurende uitbreiding van de bebouwing is het landschap ingrijpend veranderd (zie fragment topografische kaart 1910 en 2004). Veel terpen zijn afgegraven, de fijnmazige verkaveling van de percelen is vervangen door een meer rechthoekig en grootschaliger patroon. Daarnaast zijn sloten en vaarwegen omgezet in verharde wegen en zijn nieuwe wegen aangelegd, waardoor een samenhangend wegennet kon ontstaan. Verder is er wegbeplanting aangebracht, is de waterbeheersing aangepast en zijn de boerderijen meer verspreid in het gebied komen te staan. Slechts in het gebied van de Voorpolder, polder Valkkoog en de Ringpolder is het karakter bewaard gebleven. Hier is nog iets van het oude terpenlandschap zichtbaar. De laatste van deze ruilverkavelingen (Schagerkogge) is nog in uitvoering en heeft betrekking op polder de Schagerwaard. Naast de veranderingen in het landschap, heeft de uitvoering van deze ruilverkavelingen ook gezorgd voor de verschillende vormen en typen beplanting die het huidige beeld van het plangebied mede bepalen.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
53
Fragment topografische kaart 1910
Fragment topografische kaart 2004
54
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
4 . 2 . 2
Ordeningsprincipes
in
het landschap
Bebouwingsstructuur
Analyse van de bebouwingsstructuur laat zien dat in de gemeente Harenkarspel een onderscheid is te maken in lintvormige structuren, bebouwing in het buitengebied en kleine en grote kernen. De kernen Dirkshorn, Kerkbuurt, Kalverdijk, Tuitjenhorn en Warmenhuizen hebben ieder op zich een behoorlijke groei doorgemaakt, zijn dicht naar elkaar toe gegroeid en vormen een soort van dorpencluster van grotere dorpen. Sint Maarten en Waarland hebben daarbij een relatief zelfstandige ligging. 't Rijpje en Stroet zijn voorbeelden van mooie lintvormige structuren gekoppeld aan historische structuren. De kernen Valkkoog, Eenigenburg, Krabbendam zijn voorbeelden van redelijke oorspronkelijke kleine dorpen. In de Schagerwaardpolder en de Slootwaardpolder is de bebouwing gekoppeld aan de ontwikkelingsassen en is een open lintvormige structuur ontstaan. In de Geestmerambachtpolder is veel meer sprake van verspreid liggende bebouwing.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
55
Kaart Bebouwing en typering Bruin - Bebouwing in dorpen en linten Lichtbruin - Bebouwing in het buitengebied Mosterdgroen - Recreatiebebouwing Paars - Bedrijventerreinen
Op de kaart waar de bebouwingsstructuur en de typering weergegeven zijn, wordt het onderscheid in bebouwing in dorpen en linten, bebouwing in het buitengebied en de recreatie- en bedrijventerreinen weergeven. De kaart geeft een indruk over de functionele en ruimtelijke samenhang in de bebouwing in het gebied.
56
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Wegenstructuur
In de wegenstructuur in de gemeente is een tweedeling te onderscheiden in een historische wegenstructuur en een wegenstructuur die ontstaan is als gevolg van grootschalige ruilverkavelingen. De as Selschardijk-Dorpsstraat, Kerkbuurt-Kalverdijkerlaantje, Kalverdijk-Ambachtsdijk in de richting van Oudkarspel de Oudewal en de Rijperweg-Groenedijk (overgaand in Stroet) en de Groeneveldsdijk zijn bijvoorbeeld onderdeel van de historische structuur. Het verloop van de oudere wegen is overwegend grillig en kronkelig. De Slootwaardpolder (het gebied rond Waarland) kent deels een historische structuur. Het grootste deel van de wegenstructuur is echter ontstaan als gevolg van grootschalige ruilverkavelingen en kent daarom een meer rechthoekige opzet en een meer grootschalige structuur.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
57
Waterstructuur
De waterstructuur kent ook een onderscheid in historische structuurlijnen en een waterstructuur die ontstaan is als het gevolg van ruilverkaveling. De Ringsloot is een belangrijke historische lijn. Opvallend waar te nemen is tevens het schaalverschil in de verkaveling. De Schagerwaard heeft duidelijk nog een oorspronkelijke kleinschalige, opstrekkende structuur in de waterlopen, terwijl de Ringpolder en de Geestmerambachtpolder een grootschalige structuur kennen en de waterstructuur grofmazig en rechthoekig is. De Slootwaardpolder, de Grebpolder en de Diepsmeerpolder zitten er in schaal een beetje tussen in. Opvallende elementen in de waterstructuur zijn tevens het meer bij Dirkshorn, het Heemtmeer en de wielen.
58
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Verkavelingsrichting
De gemeente kan worden gekenschetst als een rationeel verkaveld agrarisch gebied. Het landschap is overwegend open en grootschalig. De ontwikkelingsgeschiedenis en het beeld van het vroegere gebied met kreekruggen en de verschillende polders is nauwelijks nog herkenbaar. In de verschillende gebieden is echter wel een onderscheid te maken in de schaal, beeld en verkavelingsrichting van het gebied. De Ringpolder en polder Valkkoog zijn de meest open gebieden in het plangebied, hoewel het onderscheid met de andere gebieden niet zeer groot is. De kleine dorpen vormen duidelijke herkenningspunten in het verder open landschap, waarbij met name de lintbebouwing van Stroet en in minder mate 't Rijpje een duidelijke relatie met het landelijk gebied hebben. Buiten deze linten is het gebied grotendeels vrij van bebouwing en heeft er minder dan in andere delen van de gemeente inplaatsing van agrarische bedrijven plaatsgevonden. De verschillende verblijfsrecreatieterreinen (nabij Sint Maarten, Dirkshorn, Kalverdijk en ten westen van Tuitjenhorn) zijn de meest in het oog springende elementen. In polder de Schagerwaard is nog wel een duidelijk opstrekkende verkaveling zichtbaar in de noord-zuid richting en een oriëntatie van bebouwing op de Middenweg. Met uitzondering van de Middenweg en een klein aantal woningen aan de Ringsloot komt in deze polder geen bebouwing voor.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
59
Ook de beplanting is/wordt geconcentreerd rond de Middenweg en in minder mate de Groenvelderweg. Door de openheid van de polder vallen de rietkragen aan de Ringsloot op, evenals de kade. Het gebied ten zuiden van Warmenhuizen kent een grootschalig karakter, de wegen zijn recht en de verkaveling kent een rechthoekig patroon. In tegenstelling tot bijvoorbeeld polder Valkkoog, komen in dit gebied meer (ingeplaatste) agrarische bedrijven voor.
Dijken en kaden
Duidelijk en zeer prominent aanwezig is de Westfriese Omringdijk (met de bijbehorende wielen) en daarop aansluitend de Valkkogerdijk. Ook de Ringsloot met de kaden is een duidelijk element in het landschap. Bij de Westfriese Omringdijk horen nadrukkelijk ook de graslanden en de wielen, die aan weerszijden zijn gelegen. Tezamen vormen ze een waardevolle structuur in dit gebied. Daarnaast zijn in het gebied de oude dijken met bebouwing aan weerszijden, zoals de Selschardijk, de Rijperweg, de Oostwal, etc. markante structuurlijnen.
60
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Groenstructuur
De beplanting in de gemeente bestaat vooral uit aangelegde een- of tweezijdige wegbeplanting, langs wegen. Grotere boselementen komen nauwelijks voor. Bij de kernen Tuitjenhorn, Warmenhuizen en Dirkshorn is sprake van de grotere elementen. Daarnaast zijn de zuiveringsinstallatie en het Heemtmeer nog opvallend. 4 . 2 . 3
Bebouwingskarakteristiek
In de gemeente kan de bebouwing verdeeld worden in de oude lintbebouwing met latere verdichtingen, de naoorlogse uitbreidingen van de dorpen en de solitaire bebouwing in de polders. Daarnaast zijn in het gebied diverse recreatie- en bedrijventerreinen te vinden met hun eigen typische kenmerken. Typerend voor dit gebied is het contrast tussen het open buitengebied en de groene omlijsting van de bebouwing: zowel de erfbeplantingen rond de boerderijen als de opgaande beplanting rond de dorpen en de recreatieterreinen. Lintbebouwing De lintbebouwing is gelegen langs kronkelende dijken. Het is de oudste bebouwing in het gebied en dat historische karakter is merkbaar en zichtbaar. Het grootste deel van de woningen heeft een rooilijn parallel aan de weg. De wegen zijn vaak beplant, wat de linten een groene uitstraling geeft. Er is wel verschil tussen de linten in de dorpen en de meer landelijk gelegen bebouwingslinten. In de dorpen staan de woningen dichter op de weg en dich-
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
61
ter naast elkaar. De landelijke linten hebben diverse doorkijkjes naar het achterland. Hier scheidt op sommige plekken een bermsloot de woningen van de weg. De lintbebouwing kent een grote diversiteit aan woningen: oude Noord-Hollandse stolpboerderijen, royale pastoriewoningen en nieuwere bebouwing staan naast elkaar. In Groenveld maakt zelfs een molen uit de zestiende eeuw deel uit van het lint. Bijna alle woningen zijn vrijstaand en uniek. De kleuren van de panden zijn ingetogen. Veel woningen zijn afgewerkt met topgevels of details in hout. Naoorlogse uitbreidingen De uitbreidingen zijn in de dorpen achter de bestaande linten gelegen. De uitbreidingen hebben een planmatig karakter en zijn herkenbaar aan de op het moment van ontwikkeling heersende tijdgeest. (bijvoorbeeld een seriematige repetitie van rijtjeswoningen uit de zestiger jaren en een woonerf uit de tachtiger jaren). Het kleurgebruik varieert. In de nieuwste woonwijken is dit kleurgebruik soms uitbundiger, evenals het materiaalgebruik. Vrijliggende bebouwing In het buitengebied is sprake van verspreide bebouwing. Deze bebouwing ligt aan door ruilverkaveling ontstane wegen. Het merendeel zijn boerderijen. Deze boerderijen zijn gebouwd tegelijk met de aanleg van de wegen. Het zijn dan ook moderne bouwwerken. De rooilijn van de boerderijen ligt parallel aan de weg en de boerderijen staan vaak iets terug op het erf. De meeste boeren hebben hun erven goed ingeplant, waardoor ze als groene plekken in het landschap liggen. Het kleurgebruik is ingetogen. Recreatieterreinen In de gemeente liggen enkele recreatieterreinen. Deze recreatieterreinen zijn werelden op zich, voorzien van diverse faciliteiten. De randen van de terreinen zijn meestal sterk ingeplant, wat de scheiding van de terreinen ten opzichte van de omgeving versterkt. Afhankelijk van het terrein varieert de aanwezige bebouwing. Op de campings is weinig permanente bebouwing aanwezig, maar op de huisjesterreinen daarentegen wel. Er staan zowel stenen bungalows als houten chalets, maar allemaal vrijstaand. Bedrijventerreinen Warmenhuizen, Tuitjenhorn, Kalverdijk en Waarland hebben een bedrijventerrein. Op sommige terreinen is sprake van bedrijfswoningen. Op de bedrijventerreinen is sprake van een groot verschil in de schaal en uitstraling van de bebouwing.
62
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
4 . 2 . 4
Inpassing
in
de
wijdere
omgeving
In de gemeente is een aantal landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kenmerken te herkennen, waarmee rekening gehouden dient te worden bij de inpassing van nieuwe ontwikkelingen. De Westfriese Omringdijk is een belangrijk cultuurhistorisch en landschappelijke element. Het is een beeldbepalend element in het landschap door de continuïteit van de dijk en de openheid van het omliggende landschap. De betekenis van de dijk in historisch ruimtelijke zin als scheiding tussen oud land en de zee en daarna als scheiding tussen oud land en nieuw land is tevens een belangrijke aspect van de Westfriese Omringdijk. Deze dijk is dan ook aangemerkt als een provinciaal monument. Dit betekent onder andere dat aandacht wordt gegeven aan het behoud van deze dijk en haar directe omgeving. Het laatste geldt eveneens voor de Valkkogerdijk en de Tolkerdijk. Het landelijke gebied van Harenkarspel is een vrij open gebied, waarin per gebied verschillen bestaan in de mate waarin bebouwing voorkomt. Daarnaast bestaan er aan de westzijde van het gebied vele 'doorzichten' in de richting van de duinen. De openheid, het zicht op de duinen en de oost-west zichtrichting die hiermee samenhangt zijn kwaliteiten die behouden dienen te blijven. Het landelijke gebied van Harenkarspel is van oorsprong opgebouwd uit een groot aantal polders. Vele van deze polders zijn niet meer in het landschap afleesbaar. De plaatsen waar dit nog wel het geval is, zijn dan ook cultuurhistorisch waardevolle elementen. Het gaat hierbij om wegen, dijken en een aantal waterlopen met bijbehorende kaden die een duidelijk beeld geven van de begrenzing van de verschillende polders. Deze elementen dienen gerespecteerd en ingepast te worden in nieuwe ontwikkelingen. De Ringsloot verdient daarbij speciale aandacht in de planvorming. Naast de cultuurhistorische waarde van dit boezemwater en bijbehorende kaden, is de Ringsloot tevens van ecologisch en recreatief belang. In polder de Schagerwaard is nog een duidelijke opstrekkende verkaveling zichtbaar in noord-zuid richting. Zonder de uitvoering van de hier lopende herinrichting te verstoren, zal zoveel mogelijk met deze opstrek rekening dienen te worden gehouden. Een interessant aspect in het buitengebied is de variatie in (weg)beplanting tussen de verschillende polders. Het huidige beeld wordt sterk bepaald door beplantingen aangelegd in het kader van verschillende ruilverkavelingen (Ringpolder, Warmenhuizen, Woudmeer, Speketerspolder en Geestmerambacht). Vanuit landschappelijk oogpunt dient te worden gestreefd naar handhaving en versterken van deze nieuwe karakteristieken.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
63
Een aantal van de kernen is in de afgelopen jaren minder gegroeid en heeft daardoor het oorspronkelijke karakter behouden. In deze kernen bestaat nog een duidelijke visuele relatie met het omliggende gebied. Het gaat hierbij met name om Krabbendam, Schoorldam, Eenigenburg, Sint Maarten, Groenveld en Valkkoog. Deze visuele relatie met het landelijk gebied dient behouden te blijven. 't Rijpje en Stroet bestaan uit lintbebouwing. De karakteristiek van de lintbebouwing in Stroet is daarbij waardevoller dan die van 't Rijpje. Het karakter van deze linten dient behouden te blijven en het opvullen van waardevolle 'open gaten' dient voorkomen te worden. In het westen van het plangebied ligt de ruïne van de voormalige dwangburcht 't Huys te Nuwendore. Dit is een archeologisch monument en dient derhalve beschermd te worden. Aan de Waarlandsweg en het noordelijk deel van de Ringvaartweg komen boerderijen en woningen met fraaie erfbeplantingen voor. Met name vanwege de openheid van het gebied, is het belangrijk dat ook elders (bijvoorbeeld bij de bouw van een agrarisch loods) aandacht wordt besteed aan erfbeplanting. In de gemeente komen molens voor, te weten in Groenveld (met een molensloot), in de Grebpolder (de Grebmolen, met een molensloot), een molen (met een molensloot) ten westen van Zijdewind aan de Ringsloot en een molen in Waarland. Aandacht voor ontwikkelingen die de windtoevoer en de ruimtelijke kwaliteit kunnen verminderen in een zone rondom de molens is gewenst. Er komen in de gemeente waarschijnlijk weinig archeologisch waardevolle gebieden voor. De Dwangburcht 't Huys te Nuwendore en naaste omgeving en een terrein aan de Selschardijk bij Eenigenburg zijn aangeduid als terreinen van zeer hoge archeologische waarde. Terreinen van archeologische waarde komen voor nabij 't Huys te Nuwendore, in de kernen Eenigenburg en Valkkoog en aan het Bliekenbos. 4 . 2 . 5
Bestaande negatieve
kwaliteiten
versus
mogelijke
effecten
De gemeente Harenkarspel staat de komende jaren voor de realisatie van een behoorlijk woningbouwprogramma. Daarnaast zijn ontwikkelingen in de bedrijven- en recreatiesector te verwachten. Met name in de omgeving van Dirkshorn, Warmenhuizen en Tuitjenhorn zullen de ontwikkelingen zich gaan concentreren. De openheid van de gemeente en de aanwezigheid van landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle elementen zoals bijvoorbeeld de Westfriese Omringdijk en de Ringsloot verdienen bijzondere aandacht in de planvorming.
64
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Nieuwe ontwikkelingen mogen dan ook geen afbreuk doen aan de openheid van het landschap en de herkenbaarheid van de landschappelijke en cultuurhistorische elementen zoals deze benoemd zijn in de vorige paragraaf. De locatiekeuze voor de diverse ontwikkelingen is hierop gebaseerd. Hierop wordt in de volgende paragraaf ingegaan.
4.3
Beeldkwaliteit 4 . 3 . 1
Inleiding
Bij het opstellen van deze beeldkwaliteitsparagraaf is rekening gehouden met het beleidskader Landschap en Cultuurhistorie en het Beeldkwaliteitsplan Westfriese Omringdijk van de provincie Noord-Holland. In de voorliggende structuurvisie is een aantal keuzes gemaakt, die betrekking hebben op de toekomstige ontwikkeling van de gemeente. In de reikwijdte van de keuzes is een duidelijk onderscheid te herkennen. Een aantal keuzes heeft betrekking op de gemeente als geheel, terwijl een aantal keuzes nadrukkelijk op locatieniveau plaatsvindt. In de behandeling van de beeldkwaliteitseisen is dit onderscheid tevens te herkennen, doordat een onderscheid is gemaakt in thema's en deelgebieden. De thema's hebben betrekking op keuzes die van invloed zijn op de hele gemeente. De deelgebieden betreft locatiegebonden ontwikkelingen. Boven deze onderverdeling in thema's en deelgebieden staan enkele hoofduitgangspunten voor de invulling van de beeldkwaliteit. Deze hoofduitgangspunten zijn tevens voor een groot deel de basis geweest voor de locatiekeuze van de diverse ontwikkelingen. In onderstaand schema is de systematiek verbeeld.
HOOFDUITGANGSPUNTEN
THEMA’S
DEELGEBIEDEN
4 . 3 . 2
Hoofduitgangspunten
beeldkwaliteit
De hoofduitgangspunten voor de beeldkwaliteit hangen nauw samen met de ruimtelijke analyse van de gemeente.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
65
Subparagraaf 4.2.4 'Inpassing in de wijdere omgeving' en subparagraaf 4.2.5 'Bestaande kwaliteiten versus mogelijk negatieve effecten' vormen de basis voor de hoofduitgangspunten. In deze paragrafen zijn op een hoog schaalniveau de kwaliteiten van de gemeente benoemd die maatgevend zijn voor inpassing van nieuwe ontwikkelingen en is aandacht geschonken aan de mogelijke bedreigingen. De kwaliteiten zijn vertaald naar hoofduitgangspunten. De hoofduitgangspunten zijn: -
Handhaven van de openheid van het landelijke gebied;
-
Benadrukken van de oost-west (zicht)richting in het landschap in het
-
Handhaven van het zicht op de duinen;
gebied ten westen van de N245; -
De Westfriese Omringdijk niet aantasten;
-
Handhaven van het zicht op de Westfriese Omringdijk;
-
Handhaven van een bebouwingsvrije zone langs de Westfriese Omring-
-
De Valkkogerdijk en de Tolkerdijk niet aantasten;
-
De bestaande lintbebouwing van Sint Maarten, 't Rijpje, Stroet, Kerk-
dijk;
buurt, Kalverdijk, Dirkshorn, Tuitjenhorn en Warmenhuizen respecteren en versterken; -
Het patroon van oude dijken en wegen respecteren en versterken. De inrichting dient recreatief medegebruik te stimuleren;
-
De bestaande kleine kernen Valkkoog, Groenveld, Eenigenburg, Krabbendam en Schoorldam niet aantasten;
-
Handhaven van de opstrekkende verkaveling van de Schagerwaard polder;
-
Handhaven van de situering en het karakter van de Ringsloot;
-
Handhaven en versterken beplantingsprincipe van de wegen in het landelijk gebied;
-
Landschappelijke inpassing van nieuwe ontwikkelingen door toepassing van groen, water en/of representatieve voorkanten richting het landschap.
4 . 3 . 3
Locatiekeuze
ontwikkelingen
De locatiekeuze voor de diverse ontwikkelingen hangt sterk samen met de hoofduitgangspunten voor de beeldkwaliteit. Een aspect dat daarnaast bepalend is geweest voor de locatiekeuze is de mogelijkheid ontwikkelingen zo goed mogelijk te koppelen aan bestaande en nieuwe hoofdontsluitingswegen. voor de verbetering van de verkeerskundige situatie. SINT MAARTEN
Bij Sint Maarten is de belangrijkste ingreep de ontwikkeling van een nieuw woongebied ten zuiden van het bestaande dorp tegenover recreatieterrein 'De Wielen'. De locatiekeuze is gebaseerd op het respecteren van de Westfriese Omringdijk en de oude lintbebouwing aan de noordzijde en het minimaliseren van de aantasting van het open landschap. Daarnaast komen wellicht een (be-
66
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
perkt) aantal onbebouwde plekken in het dorp voor bebouwing in aanmerking. Dit zal blijken uit het nog uit te voeren onderzoek naar dergelijke mogelijkheden in de kleine kernen van de gemeente. De woonuitbreiding van Dirkshorn vindt plaats aan de noordzijde van Dirks-
DIRKSHORN
horn. De locatiekeuze is gebaseerd op de aansluiting met het bestaande dorp en het realiseren van een compacte kern om daarmee het open gebied zo min mogelijk aan te tasten. De woonuitbreidingen van Tuitjenhorn vinden plaats ten zuiden van Koorndijk
TUITJENHORN
en ten westen van de Bogtmanweg. De locatiekeuze is gebaseerd op het realiseren van een compacte kern om daarmee het open gebied zo min mogelijk aan te tasten. Daarnaast is de keuze nauw verbonden met de realisering van de Nieuwe Middenroute waarmee de locaties ontsloten worden vanaf de provinciale weg. Het Tussengebied Warmenhuizen-Tuitjenhorn vormt zowel de scheiding als de
WARMENHUIZEN-
verbinding tussen de twee kernen. In deze zone wordt een woongebied ont-
TUITJENHORN
wikkeld met maatschappelijke, educatieve en sportieve voorzieningen. In het gebied worden voorzieningen gerealiseerd voor de twee kernen gezamenlijk. De situering tussen de twee kernen is vanuit functioneel en ruimtelijk oogpunt dan ook logisch. De woonuitbreiding van Warmenhuizen is aan de oostzijde van Warmenhuizen
WARMENHUIZEN
gesitueerd. De locatie is wel belangrijk verkleind ten opzichte van het structuurplan uit 2008. Het behoud van het zicht op de duinen en de mogelijkheden voor de ontsluiting van de nieuwe wijk zijn de belangrijkste criteria voor de locatiekeuze. De keuze voor de locatie van de uitbreiding van de economische ontwikkelingszone Oudevaart in zuidelijke richting heeft te maken met de wens tot het behoud van een compacte kern, het voorkomen van aantasting van het zicht op de duinen en de Westfriese dijk en het behoud van het open landelijk gebied. In verband met de wens tot uitbreiding van het bedrijf Nickerson Zwaan b.v., die niet op de huidige locatie kan worden ingepast, is een locatieonderzoek verricht voor een alternatieve situering. Gekeken is naar op korte termijn beschikbare locaties, die zijn beoordeeld op onder meer landschappelijke inpassing, cultuurhistorische waarden, ecologische waarden, afstand tot milieugevoelige functies (op verzoek bedrijf tenminste 100 meter), bereikbaarheid en beschikbaarheid van nutsvoorzieningen. Uit dit onderzoek komt de locatie aan de Moorsmeer als meest geschikt naar voren. Het is niet mogelijk een dergelijk zaadveredelingsbedrijf direct aan te laten sluiten bij stedelijke functies, vanwege het gevaar van ziekten en plagen vanuit bijvoorbeeld tuinen en vanwege het feit dat er deels sprake is van open kassen waar wind doorheen moet kunnen waaien. Wel is het mogelijk een dergelijk bedrijf op redelijk korte afstand van kernen te situeren. De betrokken locatie sluit zoveel mogelijk aan
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
67
bij de algemene insteek van de structuurvisie om bedrijvigheid en woningbouw aan te laten sluiten bij bestaande kernen, op goed te ontsluiten locaties, en de zone ten westen van Warmenhuizen en Tuitjenhorn in verband met de landschappelijke en landbouwkundige betekenis van dit gebied zoveel mogelijk van ontwikkelingen te vrijwaren. WAARLAND
De woonuitbreidingen van Waarland zijn in- en uitbreidingslocaties. De uitbreidingen vinden aan de oostzijde plaats in een gebied dat wordt omsloten door vrij dichte bebouwingslinten. Daardoor blijft de kern zeer compact. De ontwikkeling van nieuwe bedrijven vindt plaats in aansluiting op de bestaande economische ontwikkelingszone 'De Groet II'. De locatiekeuze is zowel ruimtelijk als functioneel het meest passend voor Waarland.
SCHOORLDAM
Op een bedrijfslocatie die deel uitmaakt van het bestaande stedelijk gebied worden ter vervanging van bedrijfsbebouwing woningen gebouwd. De beoogde bebouwing kan een ruimtelijke verbetering opleveren voor de omgeving.
RECREATIEF AGRARISCH
Er is een vraag uit de markt om een recreatief agrarisch bedrijf te huisvesten
BEDRIJF
dat tropische planten kweekt in kassen en tevens bezoekers ontvangt om tropische tuinen met daarbij horende fauna te bezichtigen. Het bedrijf zal exclusief parkeren en waterberging een oppervlakte hebben van circa 15 hectare. Een dergelijk bedrijf is door zijn aard en omvang niet in stedelijk gebied op te nemen. Een positie in het buitengebied is noodzakelijk. Daarbij is om reden van verkeerskundige aard gekozen voor een plek nabij de provinciale infrastructuur. 4 . 3 . 4
Thema's
en
beeldkwaliteit
In totaal zijn 2 thema's onderscheiden; dit zijn de wegen en de fietspaden en wandelroutes. Deze thema's hebben betrekking op het hele gemeentelijke grondgebied.
68
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Schema hoofdwegenstructuur
In de wegenstructuur wordt gestreefd naar een onderscheid in doorgaande routes en overige routes waaronder de historische linten. De intentie is om de historisch linten dusdanig in te richten dat de automobilist zijn snelheid aanpast en de wegen voor doorgaand verkeer minder aantrekkelijk worden. In herinrichtingen zou ook het cultuurhistorische karakter verbeeld moeten worden, zodat recreatief (mede)gebruik interessant wordt. De Nieuwe Middenroute ligt deels in het buitengebied en deels in de kom. De vormgeving van deze weg zou aan moeten sluiten bij de keuzes die bij de ruilverkavelingen gemaakt zijn, opdat een consequent vormgegeven buitengebied ontstaat. De huidige beplanting in deze polders bestaat voornamelijk uit aangelegde eenzijdige wegbeplanting, bestaande uit struiken met soms boombeplanting. Langs de noord-zuid gerichte wegen is alleen de westzijde beplant (bomen/struiken), langs de oost-west georiënteerde wegen zijn verschillende typen beplantingen aangebracht (alleen struiken, bomen en struiken, eenzijdig of tweezijdig). Het is niet ondenkbaar dat in de toekomst ook delen van wegen worden beplant (passend in de bovengenoemde beplantingskarakteristiek) die momenteel nog geen beplanting kennen. Het realiseren van een aantal nieuwe fietspaden en wandelroutes wordt nagestreefd (zie de hierbijhorende kaart). In de beeldkwaliteit dienen de fietspaden en wandelroutes de kwaliteiten van de omgeving ervaarbaar te maken en dient de vormgeving en materialisering de omgeving niet te verstoren. Dit betekent bijvoorbeeld dat een fietspad in een open gebied in principe ook open in het landschap zou moeten komen te liggen. Wanneer er echter een functionele noodzaak bestaat (vanwege de overheersende windrichting bijvoorbeeld) kunnen delen van deze fietspaden worden beplant waarbij rekening
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
69
wordt gehouden met de genoemde beplantingskarakteristiek zoals hierboven (Wegenstructuur) genoemd. Terughoudend kleurgebruik en eenvoudig materiaal is uitgangspunt bij de vormgeving van de nieuwe voet- en fietspaden.
70
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
4 . 3 . 5
Deelgebieden
en
beeldkwaliteit
In de structuurvisie worden diverse ontwikkelingen geschetst. In het plan zijn 15 deelgebieden onderscheiden. Per deelgebied zijn richtlijnen aangegeven voor de vormgeving en inpassing van de plannen.
-
Deelgebied 1: Woonuitbreiding Sint Maarten
-
Deelgebied 2: Woonuitbreiding Dirkshorn Noord
-
Deelgebied 3: Woonuitbreiding Dirkshorn Zuidoost
-
Deelgebied 4: Woonuitbreiding Tuitjenhorn West
-
Deelgebied 5: Tussengebied Warmenhuizen-Tuitjenhorn
-
Deelgebied 6: Woonuitbreiding Warmenhuizen Oost
-
Deelgebied 7: Centrumontwikkeling Warmenhuizen
-
Deelgebied 8: Centrumontwikkeling Tuitjenhorn
-
Deelgebied 9: Economische ontwikkelingszone Warmenhuizen Oudevaart Zuid
-
Deelgebied 10: Veredelingsbedrijf
-
Deelgebied 11: Invullocatie Schoorldam
-
Deelgebied 12: Zoekgebied Recreatief Agrarisch Bedrijf
-
Deelgebied 13: Economische ontwikkelingszone Waarland
-
Deelgebied 14: Woonuitbreidingen Waarland Oost
-
Deelgebied 15: Zone wonen met versterking landschap en waterberging Waarland.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
71
Deelgebied 1 Woonuitbreiding Sint Maarten
Overgangen naar het dorp De bebouwing is aan de zijde van de Groenedijk met voorzijden op deze weg georiënteerd. Het groen aan de Omloop blijft gehandhaafd. Ter plekke van het bestaande park ten westen van de Kastanjelaan wordt gebouwd in een paviljoenachtige setting en lage bebouwingsdichtheid. Overgangen naar het landschap De overgangen naar het landschap worden gevormd door een combinatie van: -
voorzijden van bebouwing die georiënteerd zijn op het buitengebied in
-
een afschermende beplanting van tenminste 10 meter breed die is sa-
gedekte kleurstelling; mengesteld uit inheems, en bij de ter plekke aanwezige bodem passend, beplantingsmateriaal en/of; -
een vaart met oeverbeplanting met een minimale afmeting van respectievelijk 8 meter en 3 meter. Voor zover achterzijden aan deze vaart gelegen zijn dienen de achtertuinen een minimale diepte te hebben van 12 meter.
Schaal en massa De bebouwing is maximaal één bouwlaag met kap aan de zuid- en westrand van het plangebied. Aan de Groenedijk en het overige plangebied is 2 bouwlagen met kap toegestaan. Aan de Groenedijk en de zuid- en westranden van het plangebied is sprake van (geschakelde) vrijstaande of dubbele woningen (geen rijenwoningen).
72
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Deelgebied 2 Woonuitbreiding Dirkshorn Noord
Overgangen naar het dorp Daar waar woningen aan de Raadhuisstraat worden gebouwd wordt aangesloten bij de bebouwingsstructuur van het lint. Hier worden met name vrijstaande woningen gebouwd in een bouwlaag met kap, afwisselend in rooilijn en bouwvorm. Daar waar woningen aan de Watermolen worden gebouwd worden deze georiënteerd op de Watermolen. Overgangen naar het landschap De overgangen naar het landschap worden gevormd door een combinatie van: -
voorzijden van bebouwing die georiënteerd zijn op het buitengebied in
-
een afschermende beplanting van tenminste 10 meter breed die is sa-
gedekte kleurstelling; mengesteld uit inheems, en bij de ter plekke aanwezige bodem passend, beplantingsmateriaal en/of; -
een vaart met oeverbeplanting met een minimale afmeting van respectievelijk 8 meter en 3. Voor zover achterzijden aan deze vaart gelegen zijn dienen de achtertuinen een minimale diepte te hebben van 12 meter.
Schaal en massa De bebouwing is maximaal 2 bouwlagen met een kap. Langs de randen van de woongebieden (op de overgangen naar het buitengebied) is sprake van vrijstaande woningen.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
73
Deelgebied 3 Woonuitbreiding Dirkshorn Zuidoost
Overgangen naar het dorp Tot de bestaande bebouwing (boerderij) aan de Oosterdijk dient voldoende afstand te worden aangehouden. Aan de Oosterdijk kan alleen gebouwd worden in de ritmiek die kenmerkend is voor het lint. Dit betekent dat ten hoogste 2 á 3 vrijstaande woongebouwen in dit lint kunnen worden gerealiseerd. Overgangen naar het landschap De overgang naar de provinciale weg moet zoveel mogelijk eenduidig met de bestaande overgang van wonen naar deze weg worden vormgegeven. Schaal en massa De maximale bouwhoogte is in het algemeen twee bouwlagen met kap en voor de bebouwing aan de Dorpsstraat een bouwlaag met kap.
74
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Deelgebied 4 Woonuitbreiding Tuitjenhorn-West
De woonuitbreiding Tuitjenhorn-West betreft de afronding van het dorp ten westen van de Bogtmanweg. Ter plekke moet rekening worden gehouden met de milieuzonering van het aan de Veilingweg gesitueerde bedrijf, de uitbreiding daarvan en de aanwezigheid van een begraafplaats. Overgangen naar het dorp -
Tussen de bestaande bebouwing aan de Dorpsstraat en de nieuwbouw dient een groene buffer aangebracht te worden, met opgaande beplanting van minimaal 10 m breed.
-
Voor zover gebouwd wordt aan de Bogtmanweg worden hier woningen gebouwd met de voorzijde naar deze weg.
-
De begraafplaats dient als afzonderlijk ruimtelijk element herkenbaar te blijven.
Overgangen naar het landschap -
De bestaande opgaande boombeplanting langs het noordelijke deel van
-
In het zuidelijke deel van de Veilingweg worden woningen op deze weg
de Veilingweg blijft behouden. georiënteerd danwel wordt een beplanting aangebracht vergelijkbaar met die in de noordelijke helft van de Veilingweg. -
Voor zover bebouwing zichtbaar wordt vanuit het buitengebied worden gedekte kleurstellingen toegepast.
Schaal en massa -
De maximale bouwhoogte is twee bouwlagen met kap en voor de overgangen naar het landschap één bouwlaag met kap.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
75
Deelgebied 5 Tussengebied Warmenhuizen-Tuitjenhorn
Het Tussengebied Warmenhuizen-Tuitjenhorn vormt zowel de scheiding als de verbinding tussen de twee kernen. In deze zone wordt een woongebied gecombineerd met maatschappelijke, educatieve en sportieve voorzieningen. De hoofdrichting in het deelgebied is de oost-westrichting. Overgangen naar het dorp -
De overgang van de nieuwe woonuitbreiding naar Kalverdijk, de Dergmeerweg en de Oostwal dient met een water- en/of groenstructuur vormgegeven te worden met een breedte van tenminste 10 m;
-
Het gebied tussen de Oostwal en de Fuik wordt vrij van bebouwing en naar de toekomst toe groen gehouden.
Overgangen naar het landschap -
Langs de Veilingweg worden woningen op deze weg georiënteerd danwel wordt een beplanting aangebracht vergelijkbaar met die in de noordelijke helft van de Veilingweg.
-
Voor zover bebouwing aan de westzijde van het Tussengebied zichtbaar wordt vanuit het buitengebied worden gedekte kleurstellingen toegepast.
-
De overgangen naar het landschap aan de oostzijde worden gevormd door een combinatie van: -
bebouwing die georiënteerd is op het buitengebied in gedekte kleurstelling, tenminste voor een percentage van 30% van de nieuwe dorpsrand;
-
voor het overige een vaart met oeverbeplanting met een minimale afmeting van respectievelijk 8 meter en 3 meter. Voor zover achterzijden aan deze vaart gelegen zijn dienen de achtertuinen een minimale diepte te hebben van 12 meter.
Schaal en massa -
De bebouwing is minimaal 1 bouwlaag met een kap en maximaal 4 bouw-
-
Op de overgangen naar het landschap wordt ten hoogste in een bouw-
lagen, of 3 bouwlagen met een kap. laag met kap gebouwd.
76
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Deelgebied 6 Woonuitbreiding Warmenhuizen Oost
Overgangen naar het dorp -
De overgang van de nieuwe woonuitbreiding naar Dergmeerweg dient met een water- en/of groenstructuur vormgegeven te worden met een breedte van tenminste 10 meter.
-
De overgang naar de Remmerdel wordt gevormd door woningen die met de voorzijde op deze weg zijn georiënteerd.
Overgangen naar het landschap -
De overgangen naar het landschap aan de oostzijde worden gevormd door een combinatie van: -
bebouwing die georiënteerd is op het buitengebied in gedekte kleurstelling, tenminste voor een percentage van 30% van de nieuwe dorpsrand;
-
voor het overige een vaart met oeverbeplanting en achtertuinen met een minimale afmeting van respectievelijk 8 meter en 3 meter. Voor zover achterzijden aan deze vaart gelegen zijn dienen de achtertuinen een minimale diepte te hebben van 12 meter;
-
De overgangen naar het landschap aan de zuidzijde worden gevormd door een combinatie van: -
bebouwing die georiënteerd is op het buitengebied in gedekte kleurstelling, tenminste voor een percentage van 30% van de nieuwe dorpsrand;
-
voor het overige een afschermende beplanting van tenminste 10 meter breed die is samengesteld uit inheems, en bij de ter plekke aanwezige bodem passend, beplantingsmateriaal.
Schaal en massa -
De bebouwing is overwegend 1 tot 2 bouwlagen met een kap.
-
Op de overgangen naar het landschap wordt ten hoogste in een bouwlaag met kap gebouwd.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
77
Deelgebied 7 Centrumontwikkeling Warmenhuizen Het centrum van Warmenhuizen zal verder ontwikkeld worden als hoofdcentrum van de gemeente Harenkarspel. Schaalvergroting en herstructurering zijn de te verwachten ontwikkelingen.
Overgangen naar het dorp -
Aandacht voor overgangen naar de woonbebouwing en/of andere functies, waarbij in het bijzonder aandacht dient te bestaan voor de schaal, geleding en oriëntatie van de nieuwe bebouwing en voorzieningen.
-
Het centrum dient een extrovert karakter te krijgen naar de woonbebouwing. Achterkanten en bevoorrading dienen niet georiënteerd te worden op de voorgevels van woonbebouwing en/of ander bestaande functies.
-
Het centrum dient als totaal beschouwd te worden, met daarin voldoende aandacht voor de verkeersafhandeling, het parkeren van auto's en de bevoorrading.
-
De mogelijkheid moet onderzocht te worden voor het ondergronds op-
-
Het historische bebouwingsbeeld van de Dorpsstraat moet behouden
lossen van het parkeerprobleem. blijven. Nieuwe ontwikkelingen langs de Dorpsstraat dienen zich binnen deze karakteristiek te voegen. Overgangen naar het landschap N.v.t. Schaal en massa -
Gedacht kan worden aan winkelvoorzieningen met daarboven woningbouw in maximaal 4 bouwlagen of 3 bouwlagen met een kap, maar met behoud van de dorpse uitstraling.
78
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Deelgebied 8 Centrumontwikkeling Tuitjenhorn Ook in het centrum van Tuitjenhorn kan een opwaardering plaatsvinden.
Overgangen naar het dorp -
Aandacht voor overgangen naar de woonbebouwing en/of andere functies, waarbij in het bijzonder aandacht dient te bestaan voor de schaal, geleding en oriëntatie van eventuele nieuwe bebouwing en voorzieningen of uitbreiding van voorzieningen.
-
Het centrum dient een extrovert karakter te krijgen naar de woonbebouwing. Achterkanten en bevoorrading dienen niet georiënteerd te worden op de voorgevels van woonbebouwing en/of ander bestaande functies.
-
Het centrum dient als totaal beschouwd te worden, met daarin voldoende aandacht voor de verkeersafhandeling, het parkeren van auto's en de bevoorrading.
-
De mogelijkheid moet onderzocht te worden voor het ondergronds oplossen van parkeerproblemen.
-
Het historische bebouwingsbeeld van de Dorpsstraat moet behouden blijven. Nieuwe ontwikkelingen langs de Dorpsstraat dienen zich binnen deze karakteristiek te voegen.
Overgangen naar het landschap N.v.t. Schaal en massa -
Gedacht kan worden aan winkelvoorzieningen met daarboven woningbouw in maximaal 2 bouwlagen, maar met behoud van de dorpse uitstraling.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
79
Deelgebied
9
Economische
ontwikkelingszone
Warmen-
huizen Oudevaart Zuid De uitbreiding van de economische ontwikkelingszone 'Oudevaart' van Warmenhuizen vindt in zuidelijke richting plaats.
Overgangen naar het dorp N.v.t. Overgangen naar het landschap Op de overgang naar het landschap in zuidelijke, westelijke en oostelijke richting wordt een afschermende beplanting aangebracht met een minimumafmeting van 15 meter. De beplanting is samengesteld uit inheems beplantingsmateriaal (bomen en struiken), passend bij de ter plekke aanwezige ondergrond. Voor de west- en oostzijde kan als alternatief ook gekozen worden voor representatieve voorzijden. Schaal en massa De bebouwing sluit in maat en schaal aan bij het bestaande bedrijventerrein.
80
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Deelgebied 10 Veredelingsbedrijf Ten oosten van Warmenhuizen ligt de locatie voor een voornamelijk uit kassen bestaande zaadveredelingsbedrijf. Het College treedt nog in overleg met de ontwikkelaar in verband met een onderzoek naar eventuele alternatieve locaties die te verkiezen zijn boven de voorliggende locatie.
Overgangen naar het dorp De overgang naar het dorp wordt gevormd door een vrij te houden afstand. Hier ligt een bestaand huiskavel van een belendend agrarisch bedrijf. Overgangen naar het landschap -
Het complex dient zo compact mogelijk in het landschap te worden gesitueerd.
-
Er is sprake van een kristal in het landschap met het representatieve hoofdgebouw als verbijzondering. Dit hoofdgebouw is gerealiseerd in een afwijkende materialisatie met een gedekte kleurstelling. Tevens ligt het hoofdgebouw voor de kassen aan de Moorsmeer.
-
Door een spel met dijken, waterlopen en rijen met knotwilgen dient een geleidelijke overgang van open gebied naar complex te worden gerealiseerd.
-
De waterberging dient aan de buitenzijde van het complex gerealiseerd te worden.
-
Het eventueel binnen het complex noodzakelijke waterbassin wordt met landschappelijke middelen zoals een dijklichaam afgeschermd.
-
Er vindt geen buitenopslag plaats.
-
Dijken dienen een maximale hoogte te hebben van 1.5 meter.
-
Het parkeren dient omgeven te worden door hagen en mag niet vóór het hoofdgebouw worden gerealiseerd.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
81
Schaal en massa -
In afstemming op het bestemmingsplan buitengebied mogen kassen een goot- en bouwhoogte van maximaal 5 en 7 meter hebben bij een dakhelling van tenminste 15 graden. Bij uitzondering mogen kassen een hoogte hebben van 7,50 meter.
-
In de kassen wordt geen assimilatieverlichting toegepast, danwel wordt deze afgeschermd.
-
In afwijking van de kassen mag een representatief hoofdgebouw (kantoor, bedrijfsruimte en eventueel dienstwoning) worden gerealiseerd met een bouwhoogte van ten hoogste 6 meter.
-
De representatieve bebouwing bevindt zich direct aan de weg waarbij de rooilijn van aan dezelfde weg gelegen bebouwing niet in voorwaartse richting wordt overschreden.
-
De representatieve bebouwing onderscheidt zich in materialisatie van de kassen, bijvoorbeeld door het gebruik van baksteen in gedekte kleurstelling.
-
De kassen en het waterbassin bevinden zich tenminste 20 meter teruggerooid ten opzichte van de voorgevelrooilijn van de representatieve bebouwing.
-
Eventuele bijgebouwen dienen achter de voorgevelrooilijn te worden gesitueerd.
82
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Deelgebied 11 Invullocatie Schoorldam
Overgangen naar het dorp -
Aan de Westfriese dijk wordt bebouwing gerealiseerd die op deze weg is georiënteerd. Qua structuur wordt daar bij aangesloten op de lintbebouwing die aan de overzijde van de dijk en bij bijvoorbeeld Krabbendam aanwezig is. Dit betekent dat bebouwing afwisselend is qua bouwvorm en rooilijn, en dat ook enkele grotere erven aanwezig zijn.
Overgangen naar het landschap -
Aan de zijde van het kanaal en de Kanaalweg wordt de overgang ge-
-
Richting het kanaal worden ofwel woningen in gedekte kleurstelling met
vormd door groen eventueel in combinatie met water. hun voorzijde naar het kanaal gerealiseerd, ofwel woningen die door een opgaande beplanting van tenminste 10 meter breed worden afgeschermd en met hun achtertuin naar het kanaal zijn gepositioneerd. -
Richting de Kanaalweg wordt een opgaande beplanting van tenminste 10 meter breed gerealiseerd.
-
Toe te passen afschermende beplanting is inheems en passend op de ter plekke aanwezige grondsoort.
Schaal en massa -
De bebouwing bestaat uit een bouwlaag met kap. Op de overgangen naar de Westfriese dijk worden vrijstaande woningen gebouwd. Op de overgang naar het kanaal worden ten hoogste twee woningen aaneen gebouwd.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
83
Deelgebied 12 Zoekgebied Recreatief Agrarisch Bedrijf
Overgangen naar het dorp N.v.t. Overgangen naar het landschap -
Het complex dient zo compact mogelijk in het landschap te worden gesitueerd;
-
Er is sprake van een kristal in het landschap met het representatieve hoofdgebouw als verbijzondering. Dit hoofdgebouw wordt gerealiseerd in een afwijkende materialisatie met een natuurlijk karakter/gedekte kleurstelling.
-
Door een spel met dijken en kappen dient een geleidelijke overgang van open gebied naar complex te worden gerealiseerd.
-
Het parkeren dient omgeven te worden door de bebouwing of door dijken.
-
Dijken dienen een maximale hoogte te hebben van 1.5 meter.
-
De waterberging dient aan de buitenzijde van het complex gerealiseerd te worden. Een omringende waterberging heeft een breedte van tenminste 12 meter en een zone met oeverbegroeiing van tenminste 5 meter.
Schaal en massa -
In afstemming op het bestemmingsplan buitengebied mogen kassen een goot- en bouwhoogte van maximaal 5 en 7 meter hebben bij een dakhelling van tenminste 15 graden.
-
In de kassen wordt geen assimilatieverlichting toegepast, danwel wordt deze afgeschermd.
-
In afwijking van de kassen mag een representatief hoofdgebouw worden gerealiseerd met een goot- en bouwhoogte van ten hoogste 4 en 6 meter.
84
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Deelgebied 13 Economische ontwikkelingszone Waarland De ontwikkeling van nieuwe bedrijven vindt plaats in aansluiting op de bestaande economische ontwikkelingszone De Groet I en II. De locatiekeuze is zowel ruimtelijk als functioneel het meest passend voor Waarland.
Overgangen naar het dorp -
De overgang naar de bebouwing aan de Kerkstraat en Nieuwboerweg zal bestaan uit een afschermende beplanting met een breedte van tenminste 10 meter.
-
Toe te passen afschermende beplanting is inheems en passend op de ter plekke aanwezige grondsoort.
Overgangen naar het landschap -
De overgang naar het landschap aan de noordzijde zal bestaan uit een
-
Toe te passen afschermende beplanting is inheems en passend op de ter
afschermende beplanting met een breedte van tenminste 10 meter; plekke aanwezige grondsoort. Schaal en massa -
De bebouwing sluit in maat en schaal aan bij het bestaande bedrijventerrein.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
85
Deelgebied 14 Woonuitbreidingen Waarland Oost
Overgangen naar het dorp -
Ten opzichte van de omringende dorpslinten wordt ofwel in de structuur van de linten gebouwd, ofwel achter de bestaande linten waarbij achterzijden tegen achterzijden worden gelegd.
-
Bij de Weelweg, Veluweweg en Hogebrugweg wordt qua structuur aangesloten op de oorspronkelijke lintbebouwingsstructuur. Dit betekent dat bebouwing afwisselend is qua bouwvorm en rooilijn, en dat ook enkele grotere erven aanwezig zijn.
-
Aandacht voor de oriëntatie van de woningen in relatie tot de bestaande woningen. Harde confrontaties tussen voor- en achterkanten dienen voorkomen te worden.
Overgangen naar het landschap -
Aan de oostzijde van de Beemsterboerweg wordt bebouwing gereali-
-
Aan de zijde van het spoor wordt de overgang naar het buitengebied
seerd in gedekte tinten. gevormd door groene perceelsafscheidingen. Achtertuinen zijn bij voorkeur wisselend van diepte en tenminste 12 meter diep. Bij bouwplannen dient een erfinrichtingsplan te worden overlegd waarin wordt voorzien in een afdoende groene overgang in oostelijke richting. -
Toe te passen afschermende beplanting is inheems en passend op de ter plekke aanwezige grondsoort.
Schaal en massa -
De bebouwing bestaat uit een of twee bouwlagen met kap. Op de overgangen naar de linten en het landschap worden vrijstaande woningen gebouwd in een bouwlaag met kap.
86
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Deelgebied 15 Zone wonen met versterking landschap en waterberging Waarland Ten oosten van Waarland, tussen het spoor en de Oostkade ligt een zone met mogelijkheden voor wonen met versterking landschap en waterhuishouding. Hierbij wordt gedoeld op zeer kleinschalige, perceelsgebonden ontwikkelingen. In feite komt het neer op het begeleiden van een verandering van een gebied dat aanvankelijk nog agrarisch werd gebruikt, naar een functie als landschappelijk woongebied. Het gaat daarbij om het handhaven van de bestaande woonbebouwing. Daarnaast zou op zeer bescheiden schaal sprake kunnen zijn van versterking van de woonfunctie. Het een en ander zal nader uitgewerkt worden in een meer gedetailleerde visie voor dit gebied. Eventuele nieuwe woonbebouwing zou bijvoorbeeld mogelijk kunnen zijn bij afbraak van overtollige agrarische bebouwing in combinatie met landschappelijke en waterhuishoudkundige verbetering. Het is duidelijk dat in het betrokken gebied een waterhuishoudkundig probleem aanwezig is. Het vinden van mogelijkheden om dit probleem op te lossen zal ook onderdeel uitmaken van de nadere uitwerking. De uitgewerkte visie voor het gebied zal gecommuniceerd worden met betrokkenen. Pas nadat het maatschappelijk draagvlak voor deze visie is gebleken, zal tot concretisering worden overgegaan.
Overgangen naar het dorp Niet van toepassing.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
87
Overgangen naar het landschap -
De bebouwing is per insteekweg in onderlinge samenhang.
-
Bij ieder plan hoort een erfinrichtingsplan waarin de overgangen naar
-
De groenstructuur wordt in samenhang met de ontsluiting- en bebou-
-
Toe te passen afschermende beplanting is inheems en passend op de ter
het landschap worden gevormd met groen en/of water. wingsstructuur en het bestaande verkavelingspatroon ontwikkeld. plekke aanwezige grondsoort. -
Oevers van de Ringsloot dienen gehandhaafd te blijven. In het geval van nieuwe ontwikkelingen dient door het realiseren van water (bijvoorbeeld natte dijkvoet, nieuwe of verbrede kavelsloot) en overgangen van water naar land een bijdrage te worden geleverd aan versterking van de aan de Boomerwaal verbonden natuurwaarden.
-
De oevers van te realiseren water hebben een groen, natuurlijk en rietachtig karakter.
-
De ontsluiting vindt plaats door middel van insteekwegen vanaf de Oostkade.
-
De ontsluiting is vormgegeven als paden waarop de bebouwing is georienteerd.
Schaal en massa -
De maximale bouwhoogte is 1 bouwlaag met kap. Bebouwing wordt gerealiseerd als object/complex in de ruimte.
88
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
5
M i l i e u
5.1
Plangebied De structuurvisie Harenkarspel beslaat het gehele gemeentelijke grondgebied m.u.v. een gebied ten zuidwesten van Dirkshorn. Binnen dit gebied wordt verwacht dat een kuurresort zal worden ontwikkeld. De initiatiefnemer heeft de plannen echter enkele jaren in de ijskast gezet vanwege de economische recessie. Om deze reden is het bewuste gebied buiten het plangebied gelaten. Te zijner tijd zullen voor de plannen voor het kuurresort aparte procedures worden doorlopen. Het voorliggende hoofdstuk gaat in op de milieueffecten van de in de structuurvisie opgenomen ontwikkelingen. Voor het voorontwerp Structuurplan is destijds een milieurapport (planMER) opgesteld. Bij de doorstart van het project is besloten niet opnieuw een planMER op te stellen, omdat de structuurvisie inmiddels geen ontwikkelingen meer bevat die hiertoe verplichten. In het voorliggende hoofdstuk wordt wel ingegaan op de met de ontwikkelingen gemoeide milieu aspecten. Dit gebeurt op het niveau van de structuurvisie. Dit betekent dat wordt ingegaan op de vraag of in alle redelijkheid mag worden verwacht dat de plannen uitvoerbaar zullen zijn uit het oogpunt van milieu, en dat wordt ingegaan op de noodzakelijke vervolgonderzoeken die in het spoor van bestemmingsplannen nodig zijn. Hierbij wordt, voor zover nog relevant gebruik gemaakt van de eerder opgestelde Integrale Beoordeling. Er is een apart hoofdstuk opgesteld over water (zie hoofdstuk 6 van deze visie). Voor de achtergronden van de projecten die ook al waren opgenomen in het ontwerpstructuurplan wordt kortheidshalve verwezen naar de Integrale Beoordeling (IB) van 14 maart 2007. Op de nieuwe ontwikkellocaties is uitgebreider ingegaan. De nieuwe ontwikkellocaties zijn de: -
Nieuwe middenroute;
-
Dirkshorn zuidoost;
-
Beemsterboerweg Waarland;
-
Economische ontwikkelzone Waarland (is vergroot);
-
Invullocatie bij Schoorldam;
-
Zoeklocatie recreatief agrarisch bedrijf (RAB).
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
89
5.2
Milieubeoordeling CULTUURHISTORISCHE
Het plan vormt geen bedreiging voor de thans bekende archeologische waar-
WAARDEN
den. Er bestaat tevens geen concrete aanleiding dat de structuurvisie een bedreiging vormt voor thans onbekende archeologische waarden. Dit geldt tevens voor de nieuwe ontwikkellocaties. Op structuurniveau is daarmee voldoende aangetoond dat het plan uitvoerbaar is. Conform de aanbeveling van het Steunpunt Cultuurhistorisch Erfgoed is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gerapporteerd in Bureauonderzoek naar de archeologische waarde van ontwikkelingslocaties in de gemeente Harenkarspel, Steunpunt Cultureel Erfgoed, 2007. De conclusies van dit onderzoek hebben destijds niet geleid tot een wijziging van het structuurplan. Wel wordt aanbevolen in de vervolgprocedures in het kader van bestemmingsplannen aanvullend archeologisch uit te voeren. Doordat ten behoeve van de nieuwe locaties het bureauonderzoek niet is uitgevoerd, is aanvullend archeologisch onderzoek in het kader van de vervolgprocedure voor deze gebieden sowieso noodzakelijk. De nieuwe ontwikkelingen bevinden zich niet op archeologisch waardevolle gebieden die zijn aangegeven op de cultuurhistorische waardenkaart van Noord-Holland. In de gemeente zijn geen aardkundige monumenten aanwezig. Afgezien van aardkundige monumenten kent de gemeente echter andere aardkundig waardevolle gebieden. Deze zijn op de cultuurhistorische waardenkaart weergegeven (kaart 2 van de IB). Uit deze kaart blijkt dat de cultuurhistorisch waardevolle gebieden in het algemeen niet door de structuurvisie worden aangetast, dit geldt ook voor de nieuwe ontwikkelingen. Bij de ontwikkeling van de RAB is het wegenpatroon Woudmeer en de relatie met de verkaveling wel een aandachtspunt. Voor zover het onbekend is welke archeologische waarden zich in de bodem bevinden, dient nader onderzoek te worden verricht voorafgaand aan het in ontwikkeling nemen van de deelgebieden.
BODEMVERONTREINIGING
Op basis van het Bodemloket zijn bekende en verdachte locaties met bodemverontreiniging onderzocht (kaart 3 IB). Bij geen van de te ontwikkelen locaties is sprake van een bekende of verdachte bodemverontreiniging. Bij de woonuitbreiding van Waarland aan de Volleringweg zijn in de directe nabijheid wel verdachte locaties aanwezig. Voor deze locatie moet bij de verdere planvorming aanvullend aandacht worden besteed aan het aspect bodemverontreiniging.
NATUURWAARDEN
Over het geheel gezien lijkt de ecologische waarde van het plangebied gering. Het bestaat voornamelijk uit landelijk gebied met weinig bijzondere biotopen voor zeer kritische soorten. Ondanks deze geringe waarde, komen er enkele zwaarder beschermde soorten voor; deze zijn niet allen even kritisch en kun-
90
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
nen verspreid voorkomen over het plangebied. De soorten die in het plangebied kunnen voorkomen zijn: rietorchis, brede orchis, gewone en ruige dwergvleermuis, laatvlieger, meervleermuis, rosse vleermuis, watervleermuis, waterspitsmuis, rugstreeppad, bittervoorn, kleine modderkruiper en rivierdonderpad (kaarten 4, 5 en 6 IB). De waardevolste gebieden zijn rondom de oude dorpskernen, waar ‘groene gebieden’ en waterpartijen aanwezig zijn. Ook de oude waterlopen, zoals de Westfriese Zeedijk (Omringdijk), de ringvaart van polder Waarland en de ecologische zone van Dirkshorn naar Schagen zijn waardevol te noemen. Voor alle projecten kan geconcludeerd worden dat er geen overwegende bezwaren zijn wat betreft soortenbescherming. Doordat zwaarder beschermde soorten rondom de dorpskernen voorkomen, is bij ieder project in de vervolgplanning wel aandacht voor ecologie noodzakelijk. Over het geheel gezien is het aantal beschermde gebieden dat binnen het plangebied is gelegen beperkt. Vooral in de omgeving zijn grotere, waardevolle gebieden aanwezig. De meest waardevolle gebieden zijn gelegen langs de Westfriese Zeedijk, Boomervaart en de verbindingszone die door het gebied loopt. Verder liggen er vooral ten zuiden en zuidwesten van het plangebied beschermde gebieden, waaronder het duinengebied. De gebieden Duinen Zwanenwater en Pettermerduinen, Noordzeekustzone en Duinen Den Helder-Callantsoog liggen op een dusdanige afstand van het plangebied, met tussenliggende infrastructuur en bebouwing, dat er geen effecten van de geplande ontwikkelingen zijn te verwachten. Voor de overige gebieden kent het plan positieve en beperkt negatieve effecten. Per project kan geconcludeerd worden dat er geen overwegende bezwaren zijn wat betreft gebiedsbescherming. Uit akoestisch onderzoek blijkt dat bij de inrichting van de woongebieden in
GELUIDHINDER
eerste instantie rekening moet worden gehouden met een geluidcontour van de lokale wegen van 40 m tot 52 m vanaf de wegas. Indien bijvoorbeeld geluidreducerend asfalt zou worden toegepast, bedraagt de afstand van de 48 dBcontour vanaf de wegas 22 m tot 24 m. Voor de ontwikkeling van het woongebied bij Schoorldam en de woonlocatie voor de ruimte voor ruimte regeling in Dirkshorn is de ligging nabij de provinciale wegen van belang. Voor Schoorldam betreft dit de N9, voor Dirkshorn betreft dit de N245. Bij deze wegen ligt de geluidcontour van 48 dB ruim over deze twee locaties. Woonbebouwing realiseren op deze afstand van de wegen kan alleen als geluidsreducerende maatregelen worden getroffen (bijvoorbeeld de bouw van een scherm). Nu is het zo dat plannen voor reconstructie van de provinciale weg N9 in ontwikkeling zijn. Daarbij is waarschijnlijk een verlegging van de wegas in westelijke richting aan de orde, en toepassing van geluidwerende voorzieningen. Realisatie van een geluidscherm ter plaatse van de N245 bij Dirkshorn is mogelijk. Door middel van deze (en eventueel andere) geluidreducerende maatregelen kan een voldoende woon- en leefklimaat worden gerealiseerd.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
91
Geconcludeerd wordt dat voor de lokale wegen de voornoemde afstanden geen belemmering hoeven te vormen voor de realisatie voor de nieuwe woongebieden. Wel dient in het kader van de uitvoering van het plan per woonlocatie een nader akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. De realisatie van de woonbuurten nabij de N9 en de N245 (Schoorldam en Dirkshorn zuidoost) kan plaatsvinden indien geluidreducerende maatregelen worden toegepast. Uit de berekening blijkt dat op de dichtstbijzijnde woningen die bij het spoor zijn voorzien in de structuurvisie (locatie Beemsterboerweg), de geluidbelasting tengevolge van het spoorweglawaai 53 dB bedraagt. Daarmee kan daarom aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB worden voldaan. Het aspect spoorweglawaai leidt ook niet tot inrichtingsvereisten. LUCHTKWALITEIT
Berekeningen van de luchtkwaliteit hebben plaatsgevonden voor de jaren 2007, 2010, 2015 en 2020. Uit deze berekeningen blijkt dat de negatieve invloed van het verkeer op de onderzochte wegen op de luchtkwaliteit groot is. Logischerwijs is het effect op de N245 het grootst. Door de goede luchtkwaliteit in de omgeving leidt deze invloed echter niet tot een overschrijding van de grenswaarden. De nieuwe ontwikkellocaties zullen ten opzichte van de berekende situatie geen verslechtering opleveren. Het plan voorziet wel in de aanleg van wegen in het landelijk gebied. Het verkeer van deze wegen zal ter plaatse een geringe invloed op de luchtkwaliteit hebben. Doordat eerder is aangetoond dat bij de N245 al aan de grenswaarden wordt voldaan, kan zeker worden aangenomen dat ook de aan te leggen buitenwegen aan de grenswaarden zullen voldoen. De realisatie van de in de visie opgenomen projecten zal niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden die gelden voor luchtkwaliteit.
EXTERNE VEILIGHEID
De risico’s in de gemeente van risicovolle inrichtingen en het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn onderzocht. Geen van de ontwikkelingen is geprojecteerd binnen vastgestelde risicocontouren. Ter plaatse van de N245 vindt echter wel vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Ook over het Noordhollandsch Kanaal vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Bij de ontwikkeling van het plan Dirkshorn zuidoost, het RAB en de woonlocatie te Schoorldam zal in het verband met het transport van gevaarlijke stoffen rekening moeten worden gehouden met: -
mogelijke risicoreducerende maatregelen;
-
de mogelijkheden van zelfredzaamheid van personen (ontvluchting);
-
de mogelijkheden van bestrijdbaarheid van een incident of ramp.
Er zijn geen overwegende bezwaren aangaande externe veiligheid, indien voor de projecten Dirkshorn zuidoost, het RAB en de woonlocatie te Schoorldam met de genoemde aspecten rekening wordt gehouden.
92
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
5.3
Aanbevelingen Uit het onderzoek vloeien ten aanzien van een aantal onderwerpen concrete aanbevelingen voort. Ten aanzien van het aspect ecologie zijn er de volgende aanbevelingen: -
behoud bomen zoveel mogelijk in de planontwikkelingen;
-
vermijd zo veel mogelijk het vergraven van oevers zonder oeverbeschoeiingen;
-
probeer met name in het zuidelijke deel van de gemeente het dempen van sloten zo veel mogelijk te beperken;
-
realiseer oevers als natuurvriendelijke oevers;
-
leg flauwe oevers aan;
-
nieuwe wateren zouden zowel ondiepe als diepe delen moeten krijgen;
-
plant inheemse bomen en struiken bij aanleg groenvoorzieningen;
-
behoud open landschap voor weidevogels.
Ten aanzien van het onderdeel wegverkeerslawaai wordt aanbevolen: -
bij de aanleg van nieuwe wegen, of de opwaardering van bestaande wegen te kiezen voor geluidreducerend asfalt.
Ten aanzien van externe veiligheid wordt voor de locaties Dirkshorn zuidoost, het RAB en de woonlocatie te Schoorldam aanbevolen om bij de realisatie van het project aandacht te besteden aan: -
mogelijke risicoreducerende maatregelen;
-
de mogelijkheden van zelfredzaamheid van personen (ontvluchting);
-
de mogelijkheden van bestrijdbaarheid van een incident of ramp.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
93
6
W a t e r
In een waterparagraaf wordt ingegaan op de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie.
6.1
Inhoud en studiegebied watertoets De structuurvisie maakt ontwikkelingen mogelijk op het gebied van wonen, werken, voorzieningen, recreatie, toerisme, verkeer en landschap. Het plangebied behelst de gehele gemeente, exclusief een gebied ten zuidwesten van Dirkshorn.
6.2
Watertoets Conform de structuurvisie zullen binnen de planperiode ondermeer diverse
WATERBERGING
woongebieden en bedrijventerreinen worden ontwikkeld. Dit zal een substantiële toename van verharding tot gevolg hebben. De nadelige gevolgen hiervan voor de waterhuishouding, als gevolge van versnelde afstroming van regenwater, zullen moeten worden gecompenseerd door middel van het graven van oppervlaktewater. Dit oppervlaktewater zal moeten worden gegraven in hetzelfde peilgebied waarbinnen de verhardingtoename plaatsvindt. Bij de uitwerking van de plannen in het kader van bestemmingsplannen zal dit nader worden gedetailleerd. Verwacht wordt dat in het plan geen ontwikkelingen voorkomen die zich nabij
WATERKERING
waterkeringen bevinden. Alleen bij de op te waarderen bruggen en in de zones dagrecreatief ontwikkelingsgebied en zone wonen met versterking landschap en waterberging zou dit mogelijk het geval kunnen zijn. Voor zover dit aan de orde is zal rekening worden gehouden met de eisen ten aanzien van de stabiliteit van de waterkering en zal overleg worden gepleegd met het Hoogheemraadschap. Een locatie die grenst aan een dijk is verder de invullocatie Schoorldam. De hier beoogde woningbouw zal echter buiten de dijkvoet plaatsvinden. De structuurvisie voorziet in het opheffen van knelpunten voor de recreatie-
BRUGGEN
vaart in het rondje Waarland. Het plan gaat uit van een opwaardering van de twee laagste bruggen in het rondje Waarland (brughoogten naar 1.15 m) als vaarroute. In combinatie met de opwaardering van het rondje Waarland worden verbodsmaatregelen voor snel varende boten onderzocht.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
95
VERBETERING WATERHUIS-
In het gebied tussen de Ringsloot en het spoor ten oosten van Waarland wil de
HOUDKUNDIGE SITUATIE ZONE
gemeente een nadere uitwerking van de structuurvisie maken. Doelen zijn hier
OOSTZIJDE WAARLAND
verbetering van de waterhuishoudkundige situatie in combinatie met het bieden van kleinschalige perceelsgebonden mogelijkheden voor bijvoorbeeld versterking van de woonfunctie in combinatie met de sloop van overtollige agrarische bebouwing. In het kader van de uitwerking zullen bewoners, eigenaren en het Hoogheemraadschap bij de plannen betrokken worden.
OVERLEG
De voorliggende concept structuurvisie zal voorgelegd worden aan het Hoogheemraadschap ten behoeve van de watertoets.
96
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
7
L a n d b o u w
In het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord is aangegeven dat voor activiteiten die een aanzienlijk effect hebben een Landbouw Effect Rapportage (LER) moet worden opgesteld. Om te voorkomen dat de landbouw ‘op slot’ komt te staan dient voorafgaand aan nieuwe planvorming inzichtelijk te worden gemaakt wat de effecten van het plan zijn op de mogelijkheden voor agrarische bedrijfsvoering. Bij het opstellen van het ontwerp structuurplan is ervoor gekozen om een LER op te stellen. De ontwikkelingen zijn thans gecomprimeerder en locatiekeuzes zijn sterker ingegeven door het huidige grondbezit van de gemeente. In het voorliggend plan is daarom geen nieuwe LER gemaakt maar een hoofdstuk landbouw waarin in wordt gegaan op de effecten voor de landbouw.
7.1
Inhoud en studiegebied LER De structuurvisie maakt ontwikkelingen mogelijk op het gebied van wonen, werken, voorzieningen, recreatie, toerisme en landschap. Het plangebied behelst de gehele gemeente, exclusief een gebied ten zuidwesten van Dirkshorn. De bewuste ontwikkelingsgronden zijn al voor een groot deel in eigendom van de gemeente of ontwikkelende partijen.
7.2
Effecten op de landbouw De structuurvisie heeft ingrijpende effecten voor drie agrarische bedrijven. (Zie de bijbehorende A3 kaart). De structuurvisie beoogt een functiewijzing voor (grote delen) van de huiskavels van deze bedrijven. Het toekomstperspectief voor deze bedrijven is zeer gering indien de visie ten uitvoer wordt gebracht zonder mitigerende maatregelen. Voor het bedrijf aan de Kanaalweg kan door middel van een hersituering van de huiskavel in het voortbestaan van dit bedrijf worden voorzien. De mogelijkheden hierin zijn echter sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van gronden. Voor de overige twee bedrijven zijn aan de bedrijfslocatie gerelateerde compenserende of mitigerende maatregelen geen optie. Met de eigenaren zal in overleg moeten worden getreden over het toekomstperspectief van deze bedrijven. De mogelijkheden voor nieuwe locaties zullen moeten worden bezien. Indien een ondernemer reeds voornemens is om het bedrijf te beëindigen, kan wellicht voor binnen de plantermijn stoppende bedrijven in een fasering van de ontwikkelingen worden voorzien.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
97
De structuurvisie kent voor een aantal bedrijven minder ingrijpende effecten, doordat functiewijziging van (een) veldkavel(s) wordt voorzien. Voor deze bedrijven kan op diverse wijzen in compensatie worden voorzien. Een en ander is afhankelijk van de voorkeuren van het bedrijf. Hiervoor zal in overleg worden getreden. De structuurvisie kent naast de beschouwde ontwikkelingen de realisatie van diverse lijnelementen. Door deze lijnelementen als wegen, watergangen, wandel- en fietspaden et cetera kan omrijschade ontstaan. Door middel van technische maatregelen is deze schade echter sterk te beperken. Beperking van deze schade dient onderdeel te zijn van de nadere uitwerking in vervolgplanvorming. Uit het in 2008 voor de gemeente uitgevoerde agrarisch structuuronderzoek blijken ook een aantal algemene maatregelen die de structuur voor de landbouw kunnen verbeteren. Uit het onderzoek komt een aantal knelpunten en aanbevelingen voort. De punten die van belang zijn op het niveau van de structuurvisie en wat in de structuurvisie met het betrokken punt wordt gedaan is verwoord in paragraaf 2.7.18.
98
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
ONTWIKKELINGSGEBIEDEN EN AGRARISCHE BOUWVLAKKEN Nieuwe ontwikkelingslocatie Agrarisch bouwvlak GBKN
8
F i n a n c i e e l e c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d
8.1
Inleiding De Grondexploitatiewet (Grexwet) is per 1 juli 2008 in werking getreden en is een onderdeel van de Wro (afdeling 6.4). Doelstelling van de wet is een goede regeling voor kostenverhaal, binnenplanse verevening en het kunnen stellen van enkele locatie-eisen. Het biedt de gemeente de mogelijkheid om regie te voeren over de ontwikkelingen, zonder dat de ontwikkeling in eigen hand gehouden hoeft te worden. Belangrijk daarbij is dat het stelsel rechtszekerheid biedt en free riders niet meer de kans geeft het kostenverhaal te ontwijken. De Grexwet kent twee sporen voor kostenverhaal, zijnde een privaatrechtelijk spoor door middel van overeenkomsten en een publiekrechtelijk spoor door middel van een (aan het bestemmingsplan gekoppeld) exploitatieplan. De planvorm 'structuurvisie' kent in de Grexwet een directe koppeling met de verhaalsmogelijkheden van 'bovenplanse kosten' in het exploitatieplan. De wet biedt de mogelijkheid bovenplanse kosten in de vorm van een fondsbijdrage in de exploitatieopzet van een exploitatieplan op te nemen, indien er voor deze locaties of gedeeltes daarvan een structuurvisie is vastgesteld. Om een bijdrage via het exploitatieplan af te kunnen dwingen, dient sprake te zijn van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit. De structuurvisie kent ook een directe koppeling met contracten, voor zover het de financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen betreft. De gemeente en een particuliere eigenaar kunnen in een anterieure overeenkomst een bijdrage in de ruimtelijke ontwikkeling overeenkomen als de ruimtelijke ontwikkeling is opgenomen in een structuurvisie. Een anterieure overeenkomst biedt ruimere mogelijkheden voor kostenverhaal.
8.2
Kostenverhaal De Wro is van toepassing en er is geen sprake van het voorkeursrecht voor gemeenten op de gronden die vallen binnen de structuurvisie. Er moet kostenverhaal verzekerd worden voor de projecten die geld kosten zoals de projecten voor recreatie, landschap en verkeer. Op basis van het nieuw te realiseren programma en de eigendomsituatie kan aangegeven worden hoeveel kosten kun-
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
99
nen worden toegerekend aan de verschillende woningbouwprojecten en economische ontwikkelingszone projecten. De investeringen van de projecten voor recreatie en landschap zijn lastig te verhalen via bovenplanse kosten in een exploitatieplan. Door in te zetten op het sluiten van anterieure overeenkomsten zijn de mogelijkheden voor kostenverhaal ruimer. Er kan dan ingezet worden op een bijdrage voor ruimtelijke ontwikkelingen. De investeringen van alle verkeersmaatregelen kunnen via het aantonen van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit in een bovenplanse bijdrage worden meegenomen (of in een eerder te sluiten anterieure overeenkomst). Het uiteindelijke kostenverhaal wordt vastgelegd in het bestemmingsplan. De structuurvisie geeft de verdeelsleutel aan van de kosten over de verschillende bestemmingsplannen/projecten. Deze kosten komen als bovenplanse kosten in het exploitatieplan. Verder wordt in het exploitatieplan een verdeling gemaakt van alle kosten binnen een locatie. Deze verdeling zal in de toekomst verder moeten worden uitgewerkt als de bestemmingsplannen worden gemaakt. Een deel van de kosten van de projecten komt ten laste van de Algemene Middelen van de gemeente. De bestaande situatie geeft immers al aanleiding tot de nodige ingrepen. Het beleidsuitgangspunt is dat ook kostenverhaal bij particuliere ontwikkelingen wordt toegepast. De methode van kostenverhaal zal in een separate notitie worden uitgewerkt. Of er kostenverhaal gepleegd kan worden voor de niet-commerciële voorzieningen is nog niet duidelijk. In het geval er meer kosten worden toegerekend aan een project dan dat er aan marge (winst/positief saldo) op zit, komen die kosten waarschijnlijk ten laste van de Algemene Middelen of een vereveningsfonds. Dit geldt bijvoorbeeld van alle bijdragen die toegerekend worden aan de inbreidingslocaties (projecten die een negatief of neutraal saldo hebben).
8.3
Kostenverdeelsleutel Voor de verevening van kosten van bovenwijkse projecten wordt gewerkt met een verdeelsleutel. Deze sleutel geeft de toerekening aan van de te maken kosten naar de verschillende ontwikkellocaties. De bijdragen die gevraagd worden voor de ruimtelijke ontwikkelingen en verkeer zullen getoetst worden aan de drie criteria: profijt, proportionaliteit en toerekenbaarheid. In het geval dit niet is aan te tonen zal de bijdrage via het anterieure spoor verhaald moeten worden.
100
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Verkeersmaatregel
Baathebbende ontwikkelingen
23. Wegvak Raadhuisstraat en Dorpsstraat
3. Woonuitbreiding Dirkshorn 1. Woonuitbreiding Sint Maarten 4. Woonuitbreiding Tuitjenhorn West 11. Woonuitbreiding Waarland 10. Economische ontwikkelzone Waarland 14. Zoeklocatie Recreatief Agrarisch Bedrijf 11. Woonuitbreiding Waarland 10. Economische ontwikkelzone Waarland 14. Zoeklocatie Recreatief Agrarisch Bedrijf 14. Zoeklocatie Recreatief Agrarisch Bedrijf 2. Grootschalige Recreatie Dirkshorn Zuid 13. Economische ontwikkelzone Oude Vaart Zuid II 3. Woonuitbreiding Dirkshorn 1. Woonuitbreiding Sint Maarten 4. Woonuitbreiding Tuitjenhorn West 5a. Woonuitbreiding Tussengebied 6. Woonuitbreiding Warmenhuizen 4. Woonuitbreiding Tuitjenhorn West 5a. Woonuitbreiding Tussengebied 7. Centrumontwikkeling Warmenhuizen 6. Woonuitbreiding Warmenhuizen 4. Woonuitbreiding Tuitjenhorn West 5a. Woonuitbreiding Tussengebied 6. Woonuitbreiding Warmenhuizen 4. Woonuitbreiding Tuitjenhorn West 5a. Woonuitbreiding Tussengebied 6. Woonuitbreiding Warmenhuizen 7. Centrumontwikkeling Warmenhuizen 8/9 uitbreiding Blankendaal/Blanckendaell 4. Woonuitbreiding Tuitjenhorn West 5a. Woonuitbreiding Tussengebied 6. Woonuitbreiding Warmenhuizen 7. Centrumontwikkeling Warmenhuizen 8/9 uitbreiding Blankendaal/Blanckendaell
24a. Verkeersmaatregelen Speketersweg-Ringvaartweg/Bleekmeerweg
24b. Rotonde Woudmeerweg-Speketersweg
24e. Middengeleider Oosterdijk-Burgerweg
24c. Middengeleider Veilingweg-Kerkweg
24f. Middengeleider Veilingweg-Stationsstraat
24d. Rotonde Warmenhuizerweg-Dergmeerweg
24g. Rotonde De Dijken-Ambachtsdijk
25a. Aanleg Nieuwe Middenroute inclusief verbindingsweg 25b. Opwaarderen gedeelte Dergemeerweg 25c. Rotonde Dergmeerweg-Noorderlicht 25d. Rotonde Nieuwe Middenroute-Veilingweg 25e. Rotonde Dergmeerweg-Nieuwe Middenroute-Kromwater 25f. Middengeleider Nieuwe Middenroute-Oostwal 25g. Middengeleider Dergmeerweg-Nieuwe Middenroute (thv Remmerdel) 25h. Knips Koorndijk en Sportlaan 26. Fietspad Dergmeerweg - Nieuwe middenroute
27. Fietspad Dirkshorn - Schagen 28. Fietspad Groot Geestmerambacht
29. Opwaardering ir. Krabbeweg/Delftweg en Killemerweg
% toe te rekenen % toe te rekenen verkeer Algemene mid. 50% 25% 25% 25% 60% 25% 30% 10% 25% 25% 25% 50% 10% 10% 40% 20% 15% 15% 30% 0% 55% 15% 10% 10% 25% 45% 20% 10% 15% 25% 65% 15% 20% 45% 25% 10% 5% 15% 20% 45% 25% 10% 5%
4. Woonuitbreiding Tuitjenhorn West 5a. Woonuitbreiding Tussengebied 6. Woonuitbreiding Warmenhuizen 7. Centrumontwikkeling Warmenhuizen 2. Grootschalige Recreatie Dirkshorn Zuid 3. Woonuitbreiding Dirkshorn 6. Woonuitbreiding Warmenhuizen 5a. Woonuitbreiding Tussengebied 7. Centrumontwikkeling Warmenhuizen 1. Woonuitbreiding Sint Maarten 2. Grootschalige Recreatie Dirkshorn Zuid 3. Woonuitbreiding Dirkshorn
15% 45% 30% 10% 50% 50% 35% 45% 20% 20% 50% 30%
15%
15% 15%
50%
Bron: Witteveen en Bos en Gemeente Harenkarspel N . B . 1 : Verkeersmaatregel 29 is van meet af aan in de planvorming opgenomen. Abusievelijk was deze maatregel niet meegenomen in de financiële doorrekening van het Structuurplan. N . B . 2 : In kolom 4 (% toe te rekenen Algemene Middelen) is het percentage opgenomen dat aan de Algemene Middelen wordt toegerekend. Het resterende percentage wordt aan de baathebbende ontwikkelingen toegerekend. De in kolom 3 (% toe te rekenen verkeer) opgenomen percentages gaan uit van het gedeelte dat overblijft na aftrek van de toerekening aan de Algemene Middelen. Ter verduidelijking wordt verkeersmaatregel 23 toegelicht. Van de totale kosten die gemoeid zijn met het Wegvak Raadhuisstraat en Dorpsstraat te Dirkshorn, komt 25% ten laste van de Algemene Middelen. De resterende 75% wordt doorberekend aan drie ontwikkelingen. De woonuitbreiding Dirkshorn draagt hiervan 50%. Dat is derhalve 50% van 75%.
De toerekening van de investeringen van recreatie, landschap en verkeer is als volgt: -
De verkeersmaatregelen en wijze van kostenverdeling zijn door het bureau Witteveen en Bos aangeleverd. Per verkeersmaatregel is aangeven welke projecten zouden moeten bijdragen aan de realisering van een project. Op basis van de baat dat het project heeft bij de verkeersmaatregel is een verdeelsleutel aangegeven. Een deel van de in-
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
101
vesteringen zal ten laste moet komen van de Algemene Middelen van de gemeente aangezien een deel van de projecten een bestaand knelpunt moet oplossen. -
Door realisatie van circa 1.800 woningen zullen extra investeringen gewenst zijn in recreatie en in het landschap. De investeringen voor recreatie en landschap zijn op basis van het woningaantal of aantal woningequivalenten verdeeld over de verschillende projecten. Van alle investeringen voor recreatie en landschap wordt 20% toegerekend aan de Algemene Middelen.
Voor het verhalen van de kosten is al een fonds bovenwijkse voorzieningen aanwezig. Vanuit dit fonds zullen de verschillende verkeersmaatregelen en ruimtelijke ontwikkelingen (voor) gefinancierd kunnen worden. Op dit moment wordt er binnen de gemeente gewerkt aan het opstellen van een nota grondbeleid. Hierin wordt de fondsvorming verder uitgewerkt. Het kostenverhaal via het anterieure spoor vereist ook een vastgelegd beleidskader en de nodige fondsen waarin deze bijdrage gestort kan worden ter financiering van de verschillende projecten. Projecten in de structuurvisie De volgende tabel geeft een overzicht van alle projecten en ontwikkellocaties die voorzien worden in de structuurvisie en die hoogst waarschijnlijk in aanmerking komen voor kostenverhaal. Omdat een structuurvisie een kader biedt en geen vastlegging betekent, zal bij de verdere uitwerking duidelijk worden om welke projecten het daadwerkelijk gaat en welke fondsbijdragen daarbij horen. Het saldo, van alle hieronder aangeven projecten samen, is in totaal € 2,26 mln. netto contant 1-1-2009.
102
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Per project investeringen, opbrengsten en saldo na doorvoer wijzigingen van 15 december 2009 Ontwikkelingen structuurvisie
Subtotaal
Investeringen pp 2009 € 5.410.000 € 7.170.000 € 2.190.000 € 3.610.000 € 33.630.000 € 14.620.000 € 16.850.000 € 1.460.000 € 84.940.000
Subtotaal
€ 550.000 € 6.850.000 € 11.830.000 € 19.230.000
€ 1.550.000 € 8.600.000 € 14.210.000 € 24.360.000
€ 1.000.000 € 1.750.000 € 2.380.000 € 5.130.000
€ 930.000 € 910.000 € 700.000 € 2.540.000
Subtotaal
€ 2.180.000 € 1.200.000 € 360.000 € 3.740.000
€ 3.560.000 € 730.000 €0 € 4.290.000
€ 1.380.000 -€ 470.000 -€ 360.000 € 550.000
€ 1.260.000 -€ 430.000 -€ 340.000 € 490.000
Subtotaal
€ 490.000 € 650.000 € 560.000 € 290.000 € 1.990.000
€ 240.000 €0 €0 €0 € 240.000
-€ 250.000 -€ 650.000 -€ 560.000 -€ 290.000 -€ 1.750.000
-€ 190.000 -€ 610.000 -€ 450.000 -€ 240.000 -€ 1.490.000
Landschap 22. Realiseren landschappelijke verbeteringen Westzijde Tuitjenhorn Subtotaal
€ 960.000 € 960.000
€0 €0
-€ 960.000 -€ 960.000
-€ 930.000 -€ 930.000
Verkeer 23. Wegvakken Raadhuisstraat en Dorpsstraat Dirkhorn 24a. Verkeersmaatregelen Speketersweg-Ringvaartweg/Bleekmeerweg 24b. Rotonde Woudmeerweg-Speketersweg 24c. Middengeleider Veilingweg-Kerkweg 24d. Rotonde Warmenhuizerweg-Dergmeerweg 24e. Middengeleider Oosterdijk-Burgerweg 24f. Middengeleider Veilingweg-Stationsstraat 24g. Rotonde De Dijken-Ambachtsdijk 25. Aanleg Nieuwe Middenroute inclusief verbindingsweg 26. Fietspad Dergmeerweg - Nieuwe middenroute 27. Fietspad Dirkshorn - Schagen 28. Fietspad Groot Geestmerambacht 29. Opwaardering ir. Krabbeweg/Delftweg en Killemerweg Subtotaal Totaal
€ 520.000 € 220.000 € 220.000 € 140.000 € 220.000 € 140.000 € 140.000 € 370.000 € 12.790.000 € 680.000 € 850.000 € 1.420.000 € 4.130.000 € 21.840.000 € 132.700.000
€0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 € 1.140.000 €0 € 1.140.000 € 146.140.000
-€ 520.000 -€ 220.000 -€ 220.000 -€ 140.000 -€ 220.000 -€ 140.000 -€ 140.000 -€ 370.000 -€ 12.790.000 -€ 680.000 -€ 850.000 -€ 280.000 -€ 4.130.000 -€ 20.700.000 € 13.440.000
-€ 490.000 -€ 200.000 -€ 200.000 -€ 130.000 -€ 200.000 -€ 130.000 -€ 130.000 -€ 340.000 -€ 11.910.000 -€ 620.000 -€ 660.000 -€ 280.000 -€ 3.950.000 -€ 19.240.000 € 2.260.000
1. Woonuitbreiding Sint Maarten 3a. Woonuitbreiding Dirkshorn Noord 3b. Woonuitbreiding Dirkshorn Zuid 4. Woonuitbreiding Tuitjenhorn West 5a. Woonuitbreiding Tussengebied 6. Woonuitbreiding Warmenhuizen 11. Woonuitbreiding Waarland 15. Woonuitbreiding Schoorldam
Opbrengsten € 7.130.000 € 10.300.000 € 2.380.000 € 4.320.000 € 46.590.000 € 21.230.000 € 22.260.000 € 1.900.000 € 116.110.000
Saldo pp 2009 € 1.720.000 € 3.130.000 € 190.000 € 710.000 € 12.960.000 € 6.610.000 € 5.410.000 € 440.000 € 31.170.000
Saldo NCW 2009 € 970.000 € 1.780.000 -€ 30.000 € 360.000 € 8.750.000 € 5.200.000 € 3.640.000 € 220.000 € 20.890.000
Economische ontwikkelzones: 8. Uitbreiding Blankendaal Coldstores 10. Economische ontwikkelzone Waarland 13. Economische ontwikkelzone Oude Vaart Zuid II
Voorzieningen 9. Uitbreiding Van Blanckendaell Park 5b. Voorzieningen Tussengebied 30. Begraafplaats Warmenhuizen Oost
Recreatie 18. Recreatief pad van Groenveld naar de Valkkogerdijk 19. Opwaardering recreatiemeer Dirkshorn 20. Recreatief pad Heemtmeer 21. Ophogen bruggen (2) in het rondje Waarland 1,15 m.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
103
9
U i t v o e r b a a r h e i d
9.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Over het ontwerp structuurplan is veelvuldig met de bewoners van Harenkarspel gesproken. Uit de verschillende dorpenronden is veel informatie gekomen. Deze is gebruikt bij het totstandkomen van het ontwerp structuurplan. Dit neemt niet weg dat op sommige onderdelen de meningen over voorstellen verdeeld bleven. In deze fase van ombouw naar een structuurvisie is er voor gekozen om op een aantal punten bij te stellen. Dit heeft alles te maken met de realiseerbaarheid van de structuurvisie zowel op politiek, maatschappelijk als op financieel gebied. Bewoners hebben tijdens de ter visie legging van het ontwerp van de voorliggende structuurvisie de gelegenheid om op de voorstellen te reageren. Aangezien het plan te ingrijpend is gewijzigd, dienen opnieuw zienswijzen ingediend te worden. Degenen die in 2008 een zienswijze hebben ingediend zijn daar schriftelijk over geïnformeerd. De zienswijzen zijn beantwoord in een separate Reactienota. Aanpassingen naar aanleiding hiervan zijn in deze structuurvisie verwerkt.
9.2
Projecten De structuurvisie schetst een beeld van de gemeente over pakweg 20 jaar. Dit beeld zal alleen kunnen ontstaan als ook aan uitwerking en uitvoering wordt gewerkt. De structuurvisie is een soort van ruggengraat die door kan spelen in alle acties die de gemeente en haar strategische partners oppakken. Op het niveau van de structuurvisie als geheel zijn de volgende uitwerkingen nodig: Wonen/werken De opgenomen bouwlocaties worden gefaseerd en van een programma van eisen voorzien. Voor bouwlocaties worden bestemmingsplannen voorbereid. Open gaten onderzoek kleine kernen Voor een aantal kleine kernen (Eenigenburg, Groenveld, ’t Rijpje en Stroet) zal een open gaten onderzoek worden opgesteld. Gekeken wordt welke open gaten in aanmerking kunnen komen voor woningbouw en welke open ruimten voor het karakter van het lint beslist behouden moeten blijven.
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
105
Sportaccommodaties Monitoring zal plaatsvinden naar de capaciteit en het gebruik van (overdekte) sportaccommodaties nu en in relatie tot de verwachte groei van de bevolking. Toeristisch recreatief ontwikkelingsplan (TROP) Met het oog op de versteviging van het toeristisch recreatieve imago van de gemeente is een uitwerking op het gebied van toerisme en recreatie gewenst. Binnen het TROP kunnen aan de orde komen de concrete uitbreidingsmogelijkheden van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, promotie, collectief vervoer naar de kust. Verkeer De verkeerstructuur is een belangrijk item. Zo belangrijk dat het nodig is om een gemeentegebiedsdekkend beeld te krijgen van de intensiteiten op verschillende wegen nu en in de toekomst aan de hand van het in de structuurvisie gegeven beeld. Dit maakt het mogelijk de klachten over de bestaande situatie die op veel plaatsen zijn geuit te staven aan de feitelijke gegevens en de plannen voor de toekomst te verfijnen voor wat betreft het verkeer. Om de bovengenoemde reden is een Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan in voorbereiding. Belangrijke analyses uit het verkeersplan komen in de voorliggende structuurvisie aan bod evenals de voorstellen voor de aanpak van de verkeersproblematiek. Synchroon aan de procedure van de voorliggende visie zal ook het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan verder worden gecompleteerd. Uit het GVVP komt een aantal maatregelen voort. Deze moeten uitgezet worden in de tijd en worden voorbereid. Het gaat om nieuwe wegen en fietspaden en om opwaardering of herinrichting van bestaande wegen. Ook is aanpassing nodig van een aantal kruisingen. Dit zijn kruispunten waar om reden van een toenemende verkeersintensiteit en/of verkeersveiligheid aanpassingen moeten worden gedaan. In veel gevallen gaat het om de ombouw van kruispunten naar rotondes. Voor al deze maatregelen zijn gedetailleerde inrichtingsplannen nodig en in sommige gevallen zijn ook bestemmingsplanwijzigingen noodzakelijk. Nader onderzoek/verdere planvorming
Prioriteit
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan
XXX (in uitvoering)
Toeristisch recreatief ontwikkelingsplan
XX
Notitie capaciteit en gebruik sportaccommodaties
X
Open gaten-onderzoek kleine kernen
XX
Maken bestemmingsplannen voor toekomstige: - Woonlocaties
XX (divers afhankelijk van fasering)
-
Werklocaties
-
Recreatiegebieden Wegen, fietspaden, verkeersmaatregelen
Ontwikkelen kaderstellend planzone voor land-
X
schappelijk wonen nabij Boomerwaal
106
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Inrichtingsmaatregelen en daarmee samenhangende
Prioriteit
Financiering
planvorming
Wonen
Ten laste van
Ontwikkelen verkavelingsplannen nieuwe woongebieden
exploitatie
Aanleg nieuwe woongebieden
Toerisme en recreatie Historische werf (ten laste van initiatiefnemer) en passantenhaven (uit openbare middelen) Schoorldam Verbinding ’t Huys te Nuwendore en de Rekere
Is in uitvoering
Recreatief pad van Groenveld naar de Valkkogerdijk Ten laste van Initiatief-nemer
Fietspad Groenhartweg Dirkshorn
Kuurresort Kuurresort Dirkshorn Ten laste van AM
Opwaardering recreatiemeer Dirkshorn Ophogen bruggen (2) in het rondje Waarland naar 1,15 m Haven aan het kanaal Omval-Kolhorn
Ten laste van initiatiefnemer
Wandelpad en natuurontwikkeling langs het kanaal Omval-
Idem
Kolhorn Ten laste van initiatiefnemer
Uitbreiding en opwaardering camping de Luwe Stek
Werken Ontwikkelen verkavelingsplannen nieuwe
Ten laste van
economische ontwikkelingszones
exploitatie
Aanleg nieuwe economische ontwikkelingszones
Voorzieningen Opwaardering centrum Warmenhuizen (tevens herhuisvesting jeugdwerk, dagopvang, brandweerpost,
Start uitvoering
Ten laste van exploitatie
school en herinrichting omgeving) Verpleeghuis Warmenhuizen/Tuitjenhorn
Ten laste van initiatiefnemer
Uitvoeren huisvestingsplan basisonderwijs
Budget gereserveerd
Uitbreiding van Blanckendaell Park Tuitjenhorn
Ten laste van initiatiefnemer
Landschap Realiseren groenstructuren op perceelsniveau via functieveranderingsbeleid en ontwikkelingsgerichte bestem-
Onder meer via herziening bestemmingsplan buitenge-
mingsplannen (zone bij het spoor te Waarland, gebied bin-
bied
nen de ringvaart) Realiseren landschappelijke verbeteringen Westzijde Tuitjenhorn
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
107
Verkeer Opwaardering Raadhuisstraat en Dorpsstraat
XXX
Verkeerstechnische maatregelen kruising SpeketerswegRingvaartweg/Bleekmeerweg Rotonde Smeetsweg-Andries Dekkerweg Oosterdijk-Burgerweg
Middengeleider Veilingweg-Kerkweg Rotonde Warmenhuizerweg-Dergmeerweg Middengeleider Oosterdijk-Burgerweg Middengeleider Veilingweg-Stationsstraat Verkeerstechnische maatregelen de Dijken-Ambachtsdijk Aanleg nieuwe Middenroute inclusief verbindingsweg Opwaardering ir. Krabbeweg – Delftweg - Killemerweg Schaapskuilweg maatregelen fietsers Fietspad Dergmeerweg- Nieuwe Middenroute Fietspad Dirkshorn-Schagen Fietspad Groot Geestmerambacht Collectief particulier vervoer richting kust in recreatieseizoen
108
113.00.01.22.00 - Structuurvisie Harenkarspel - 15 december 2009
Ten laste van initiatiefnemers
B i j l a g e R a a d s b e s l u i t