“STROOMOPWAARTS” Gezamenlijk stapsgewijs naar een beter functionerend marktmodel
Detailprocesmodellen Mutatie- & meetprocessen Grootverbruik Versie 6.0 22 februari 2014
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Versiebeheer Versie Naam
Datum
Status
Distributie
0.1
PBM Detailprocesmodellen Mutatie- & meetprocessen Kleinverbruik
15-04-11
Vertaling notitie Mutatie- en meetprocessen en de wet (6-4-11)
PBM
0.11
DPM hoofdstukken KV completeren en DPM hoofdstukken GV toevoegen Concept voor vaststelling in ALV NEDU DPM Mutatie- & meetprocessen Grootverbruik DPM Mutatie- & meetprocessen Grootverbruik DPM Mutatie- & meetprocessen Grootverbruik Concept voor vaststelling in ALV DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik Concept DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik ter vaststelling in ALV NEDU DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik Verwerking Erratum versie 7.0 dd. 1306-2013 (vastgesteld SGS met mandaat van ALV NEDU) IC144 verwerkt IC144 verwijderd Aanpassingen nav reviewcommentaar Aanpassing nav reviewcommentaar Verwerking IC144 Aanpassing nav reviewcommentaar Aanpassing nav reviewcommentaar DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik ter vaststelling in ALV NEDU DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik
02-05-11 29-06-11 06-07-11
Concept Vastgesteld ALV NEDU
ALV NEDU ALV NEDU
27-10-11
Concept
30-11-11
Concept
07-12-11 14-12-11
Concept Vastgesteld ALV NEDU
DPM Expertgroep DPM Expertgroep ALV NEDU ALV NEDU
13-01-12
Wijzigingen n.a.v. opstellen IcEG Concept (met wijzigingsnotitie)
DPM Expertgroep ALV NEDU
25-01-12
Vastgesteld ALV NEDU
ALV NEDU
13-06-2013
Vastgesteld
ALV NEDU (SGS)
24-10-13 16-11-13 21-11-13 26-11-13 12-12-13 17-12-13 23-12-13 30-12-13
Concept Concept Concept Concept Concept Concept Concept Concept
Reviewgroep Reviewgroep Reviewgroep Reviewgroep Reviewgroep Reviewgroep Reviewgroep ALV NEDU
22-02-14
Vastgesteld
ALV NEDU
0.9 1.0 1.1 1.2 2.9 3.0 3.2 3.9 4.0 5.0 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.99 6.0
18-01-12
Brondocumenten Naam
Eigenaar
Datum
Versie
Status
MPM Marktmodel Mutatie- en meetprocessen
NEDU
5.0
Definitief
Notitie Mutatie- en meetprocessen en de wet (ALV NEDU) Vastgestelde DPM’s Stroomopwaarts in ALV NEDU
NEDU
01-082013 06-04-11
1.0
Definitief
5.0
Definitief
EDSN Dienstbeschrijvingen R12 Informatiecode Elektriciteit & Gas per 1-8 -2013
EDSN NEDU
01-082013 14-04-11
1.0 1.0
Definitief Definitief
NEDU
Pag. 2 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Inhoud 1
INLEIDING .................................................................................................... 4
2
DETAILPROCESSEN GROOTVERBRUIK ........................................................... 6 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15
INHUIZING ................................................................................................... 7 LEVERANCIERSWITCH .................................................................................... 15 UITHUIZING ............................................................................................... 23 EINDE LEVERING .......................................................................................... 29 INDIVIDUELE PV-SWITCH................................................................................ 36 PERIODIEKE METERSTAND EN VERBRUIK ............................................................... 42 SJV BEPALING EN DISTRIBUTIE MEETGEGEVENS ...................................................... 47 MEETVERANTWOORDELIJKESWITCH MET METERWISSEL .............................................. 53 BEËINDIGEN MEETVERANTWOORDELIJKHEID .......................................................... 64 AANLEGGEN, IN BEDRIJF NEMEN, UIT BEDRIJF NEMEN EN SLOPEN AANSLUITING ................. 70 OPLEVEREN STAMGEGEVENS EN OPVRAAG STAMGEGEVENS .......................................... 83 OPLEVEREN EN OPVRAGEN GEGEVENS PRIMAIRE DEEL VAN DE MEETINRICHTING ................. 87 OPLEVEREN STAMGEGEVENS MEETINRICHTING OP VERZOEK ........................................ 89 OPLEVEREN HISTORISCHE MEETDATA OP VERZOEK ................................................... 92 DOORGEVEN WIJZIGING VERBLIJFSFUNCTIE EN/OF COMPLEXBEPALING ............................ 96
BIJLAGE EXCES VERREKENEN BIJ CORRECTIES G2C/E3-PROFIELEN EN ARTIKEL 1 LID 2 OF LID 3- KV-AANSLUITINGEN .......................................................... 100
Pag. 3 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
1
Versie 6.0
Inleiding
In het kader van het marktmodel Stroomopwaarts worden wijzigingen doorgevoerd op verschillende componenten en procesonderdelen. Dit heeft ertoe geleid dat de procesafspraken op sectorniveau (afspraken tussen marktpartijen) zijn veranderd en er detail procesbeschrijvingen nodig zijn, zodat alle marktpartijen de uitvoering begrijpen en weten wat hun rollen en verantwoordelijkheden zijn. Het marktmodel Stroomopwaarts is beschreven op twee niveaus. Het eerste niveau betreft het Marktprocesmodel (MPM), waarin op hoofdlijnen de ontwerpcriteria worden vastgelegd. Het tweede niveau is het Detailprocesmodel (DPM) waarin per proces alle afspraken worden vastgelegd en in detail besproken. Dit DPM is onderdeel van de beschrijving van de mutatie- en meetprocessen en behoort bij het MPM Mutatie- en meetprocessen (voor meest actuele versie, bezoek mijnEDSN sharepoint In dit MPM en DPM wordt een totaalbeeld beschreven van de procesafspraken, verantwoordelijkheden en informatie-uitwisseling voor alle mutatieprocessen waarbij interactie tussen marktpartijen nodig is. Er is getracht om niet de wijzigingen ten opzichte van een vroeger marktmodel te beschrijven, maar om te borgen dat alle noodzakelijke informatie omtrent de mutatie- en meetprocessen in het MPM en DPM te specificeren.
Het DPM beschrijft alle mutatie- en meetprocessen. Voor elke procesbeschrijving gelden de algemene uitgangspunten, rollen en verantwoordelijkheden zoals beschreven zijn in het MPM, aangevuld met specifieke uitgangspunten die per proces gelden. Het DPM Mutatie- en meetprocessen bestaat uit drie delen: 1. DPM Mutatie- en meetprocessen Kleinverbruik 2. DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik 3. DPM Mutatie- en meetprocessen Gegevensuitwisseling In dit DPM zijn alle detail procesbeschrijvingen Grootverbruik verzameld. Hierin wordt per proces verwezen naar de set van gegevens die uitgewisseld moet worden in het DPM Mutatie- en meetprocessen Gegevensuitwisseling.
Pag. 4 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
De actieve geliberaliseerde markt in Nederland zorgt ervoor dat marktpartijen veelvuldig mutaties voor klanten moeten doorvoeren. Gecombineerd met de veelheid aan gegevens die moet worden uitgewisseld, leidt dit ertoe dat soms processen foutief worden uitgevoerd en gecorrigeerd moeten worden. Per proces is nadrukkelijk aandacht besteed aan de wijze waarop de correctie van dit specifieke proces dient te verlopen. Enkele belangrijke aandachtpunten vooraf: Kleinverbruikaansluitingen die aangesloten zijn op een particulier net worden behandeld als grootverbruikaansluitingen. Extra aandacht is geboden voor de wijzigingen met betrekking tot het stamgegevensbericht. Na afronding van een mutatie krijgen de marktpartijen die op dat moment bij die aansluiting zijn geregistreerd één stamgegevensbericht. Omdat maar één stamgegevensbericht per dag wordt verzonden, kan dit bericht dus meer gewijzigde gegevens bevatten dan alleen als gevolg van de mutatie. Het is mogelijk dat meerdere stamgegevensberichten op één dag worden ontvangen. Dat zal voorkomen als parallel stamgegevens zijn opgevraagd middels het daarvoor gedefinieerde proces Opvraag stamgegevens. De marktpartijen die als gevolg van een mutatieproces de verantwoordelijkheid over een aansluiting verliezen, ontvangen geen stamgegevensbericht ter afronding van het mutatieproces. De bij de mutatieprocessen aangegeven reactietermijnen zijn alle aangeduid in werkdagen. De uitwisseling van gegevens wordt gewoonlijk uitgevoerd als geautomatiseerd proces. Als dit geautomatiseerde proces actief is, reageert de netbeheerder uiterlijk na een kalenderdag op het ontvangen verzoek middels een GAIN, LOSS of afwijzing. Ditzelfde gaat ook op voor het versturen van een stamdatabericht. Binnen het geautomatiseerde proces stuurt de netbeheerder uiterlijk één kalenderdag na de effectuering in het aansluitingenregister de stamgegevens naar de betrokken partijen, zoals ook is omschreven in 9.2.2 Informatiecode Elektriciteit & Gas.
Pag. 5 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2
Versie 6.0
Detailprocessen Grootverbruik
In dit hoofdstuk worden de mutatie- en meetprocessen voor grootverbruikaansluitingen in detail beschreven. Analoog aan de beschrijvingen voor het kleinverbruikregime wordt een totaalbeeld beschreven van het marktmodel en niet alleen de wijzigingen ten opzichte van het voorgaande marktmodel. Aangezien Stroomopwaarts in hoofdzaak gericht is geweest op het doorvoeren van verbeteringen in het kleinverbruikregime, zijn de veranderingen voor grootverbruik beperkt gebleven. Per proces is in de paragraaf ‘procesafspraken’ aangegeven wat de veranderingen ten opzichte van de voorgaande afspraken (marktmodel) zijn. Het Stroomopwaarts marktmodel is beschreven in een documentstructuur die gebruik maakt van 2 documentniveaus: Marktprocesmodel (MPM) Detailprocesmodel (DPM) Dit DPM behoort bij het MPM Mutatie- en meetprocessen, waarin de ontwerpdefinities van het marktmodel, de algemeen geldende uitgangspunten en rollen en verantwoordelijkheden per marktpartij zijn beschreven. De marktpartijen zijn vrij om hun interne processen en systemen naar eigen inzicht in te richten, met inachtneming van de eisen die in de procesbeschrijvingen zijn gesteld aan activiteiten en informatie-uitwisseling.
Pag. 6 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.1
Versie 6.0
Inhuizing
Inhuizing GV Klant contact (offerte en contract)
Klantmandaat, klantnaam en klantadres Meterstand en evt. verbruik
ILV
Raadplegen EAN-code EAN-code boek NLV
ILV
Melden en beoordelen verzoek inhuizing ILV/RNB
Opdracht wijziging register
Distribueren meetdata RNB
Verwerken inhuizing in AR
GAIN
Vaststellen meterstand en berekenen verbruik
RNB
MV
Meterstand en verbruik
Bepalen SJV en distributie stamdata RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
ILV = Initiërende Leverancier RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
2.1.1 Inleiding De leverancier zal ten gevolge van contact met de afnemer de inhuizing starten. De deelprocessen “klantcontact” , “Distribueren meetdata” en “Bepalen SJV en distributie stamdata” worden in dit hoofdstuk niet besproken. In de uitwerking van de overige deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waardoor een klantmandaat ter beschikking is en voldoende gegevens over de afnemer bekend zijn om de andere deelprocessen van de inhuizing te kunnen uitvoeren. Het deelproces “Raadplegen EAN-codeboek” wordt beschreven met minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling die nodig is. Het EAN-codeboek heeft eigen gebruikersdocumentatie, waarop marktpartijen hun processen en systemen kunnen afstemmen. Voor de deelprocessen “Melden en beoordelen verzoek inhuizing”, “Verwerken inhuizing in aansluitingenregister” en “Vaststellen stand en berekenen verbruik” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft.
Pag. 7 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.1.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV): De initiërende leverancier draagt er zorg voor dat hij een klantmandaat heeft voor het uitvoeren van de inhuizing. De initiërende leverancier draagt er zorg voor dat hij van de afnemer minimaal die gegevens verkrijgt die nodig zijn voor het achterhalen van de EAN-code van de aansluiting. Indien de aansluiting fysiek is afgesloten, dan dient de afnemer contact op te nemen met de netbeheerder om heraansluiting aan te vragen. Het is verplicht om de naam van de afnemer op te nemen in de “melding inhuizing”. De netbeheerder zal afwijzen als de naam in het verzoek ontbreekt. De meetverantwoordelijke ontvangt een GAIN-bericht nadat de netbeheerder de “melding inhuizing” positief heeft beoordeeld. Het verwerken van een inhuizing in het geval dat meerdere programmaverantwoordelijken verantwoordelijk zijn voor een aansluiting, wordt niet in het berichtenverkeer ondersteund en valt buiten de scope van dit document. Wanneer een “melding inhuizing” wordt ingediend voor een aansluiting, die op de mutatiedatum de Fysieke status status In aanleg heeft, of de fysieke status Uit bedrijf waarbij de meter is weggenomen, wordt er voor de mutatiedatum geen stand vastgesteld. Een goedkeuring van het deelproces “melden en beoordelen verzoek inhuizing” is voor de netbeheerder de opdracht tot mutatie van het aansluitingenregister op de gewenste mutatiedatum. Termijnen: Een “melding inhuizing” kan in de periode 20 werkdagen tot en met 5 werkdagen voor de mutatiedatum door de initiërende leverancier worden ingediend. Een “melding inhuizing” voor aansluitingen met leegstand kan in de periode 20 werkdagen tot en met de mutatiedatum door de initiërende leverancier worden ingediend. Bij verwerking van de inhuismelding informeert de netbeheerder alle betrokken marktpartijen uiterlijk de werkdag na ontvangst van de inhuismelding over het resultaat door middel van een GAIN / LOSS. Bij afwijzing van de inhuismelding ontvangt alleen de initiërende leverancier een afwijzing van de netbeheerder. De netbeheerder stuurt uiterlijk de werkdag na effectuering van de inhuizing in het aansluitingenregister de initiërende leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke een stamgegevensbericht. De meterstand (en het herleide verbruik) worden uiterlijk de 10e werkdag van de maand volgend op de mutatiedatum door de meetverantwoordelijke bepaald en aan de netbeheerder aangeleverd. Tijdslijnen van proces INHUIZING GV MUTATIEDATUM -20 werkdagen
MUTATIEDATUM -5 werkdagen ....
........
Eerste mogelijkheid sturen inhuizing
MUTATIEDATUM -4 werkdagen
........
Uiterste mogelijkheid voor sturen inhuizing
Beoordeling van de ingediende inhuizing en versturen GAIN en LOSS berichten: uiterlijk de werkdag na ontvangst van het verzoek inhuizing
De volgende maand +10 werkdagen na MUTATIEDATUM
MUTATIEDATUM +1 werkdag .......
MUTATIEDATUM ........
Effectuering inhuizing in aansluitingenregister
Versturen stamgegevens
Uiterste mogelijkheid voor sturen inhuizing voor een grootverbruikaansluiting met leegstand
Pag. 8 van 103
........
Uiterste dag voor: aanleveren meterstand en verbruik aan netbeheerder
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.1.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen Gegevensuitwisseling. 2.1.3.1 Raadplegen EAN-codeboek
1. De initiërende leverancier vraagt de gegevens van de aansluiting op uit het EANcodeboek. Indien het niet mogelijk is om de opvraag te beantwoorden, dan ontvangt de initiërende leverancier een afwijzing. Wanneer de aanvraag beantwoord kan worden, ontvangt de leverancier de beschikbare informatie. De werking van het EAN-codeboek wordt in detail beschreven in de gebruikersdocumentatie van het EAN-codeboek (mijnEDSN sharepoint).
Pag. 9 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.1.3.2 Indienen en beoordelen “melding inhuizing”
1. De initiërende leverancier verstuurt de “melding inhuizing” naar de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder verwerkt de aanvraag van de initiërende leverancier. Hierbij beoordeelt hij de aanvraag op de volgende punten: a. Is de “melding inhuizing” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het aansluitingenregister? c. Ligt datum van ontvangst tenminste 5 en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum of in geval van leegstand tenminste 0 en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum? d. Is de initiërende leverancier als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder (of is het vanuit de Energiekamer niet toegestaan om aanvragen van deze leverancier in behandeling te nemen)? e. Heeft de opgegeven programmaverantwoordelijke een volledige erkenning volgens het PV-register (elektriciteit of gas)? f. Is er geen andere nog niet geëffectueerde leverancierswitch- of inhuisaanvraag ontvangen? g. Is de aansluiting niet geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties? 3. Indien tenminste één van de vragen bij 2a tot en met 2g negatief wordt beantwoord dan kan de netbeheerder de aanvraag voor de inhuizing niet verwerken en verstuurt hij een afwijzing (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de initiërende leverancier uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding inhuizing”. De redenen die de netbeheerder kan hebben om een “melding inhuizing” niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag b. EAN-code van de aansluiting onbekend in het aansluitingenregister van de netbeheerder.
Pag. 10 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
c. De gewenste mutatiedatum ligt buiten het venster van tenminste 5 en maximaal 20 werkdagen in de toekomst of in geval van leegstand buiten het venster van tenminste 0 en maximaal 20 werkdagen in de toekomst. d. De initiërende leverancier is niet als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder (of het is vanuit de Energiekamer niet toegestaan om aanvragen van deze leverancier in behandeling te nemen). e. De opgegeven programmaverantwoordelijke heeft geen volledige erkenning volgens het PV-register. f. Er is reeds een andere nog niet geëffectueerde inhuizing- of leverancierswitchaanvraag ontvangen (kruisend bericht). g. De aansluiting is geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties. 4. De initiërende leverancier verwerkt de afwijzing. 5. Indien de netbeheerder de “melding inhuizing” van de initiërende leverancier voor de inhuizing kan verwerken, dan verstuurt hij het bericht GAIN naar de initiërende leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke (indien aanwezig) en, indien deze partijen aanwezig zijn, het bericht LOSS naar de oude leverancier en de oude programmaverantwoordelijke. De GAIN en LOSS (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) worden uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding inhuizing” verstuurd. 6. De initiërende leverancier ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 7. Indien aanwezig ontvangt en verwerkt de oude leverancier het bericht LOSS. 8. De nieuwe programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 9. Indien aanwezig ontvangt en verwerkt de oude programmaverantwoordelijke het bericht LOSS. 10. De meetverantwoordelijke (indien aanwezig) ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 11. De netbeheerder: a. plant de aanvraag van de initiërende leverancier in voor verwerking in het aansluitingenregister; b. verwijdert ontvangen maar nog niet geëffectueerde aanvragen voor inhuizing, uithuizing, einde levering, PV-switch of wijziging verblijfsfunctie of complexbepaling met dezelfde of een latere mutatiedatum dan de inhuizing.
Pag. 11 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Initiërende leverancier
2.1.3.3 Verwerken inhuizing in aansluitingenregister Verwerken stamgegevens
3
Nieuwe PV
Stamgegevens
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Netbeheerder
(indien aanwezig)
Meetverantwoordelijke
4
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
5
Ingeplande mutatie van het aansluitingenregister Verwerken mutatie aansluitingenregister
Trigger
Versturen stamgegevens
1
2
1. De netbeheerder verwerkt de “melding inhuizing” in het aansluitingenregister. 2. De netbeheerder verstuurt de stamgegevens naar de initiërende leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijk (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) uiterlijk de werkdag na effectuering in het aansluitingenregister. 3. De initiërende leverancier verwerkt de stamgegevens. 4. De nieuwe programmaverantwoordelijke verwerkt de stamgegevens. 5. De meetverantwoordelijke (indien aanwezig) verwerkt de stamgegevens.
Pag. 12 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.1.3.4 Vaststellen meterstand en berekenen verbruik
Na ontvangst van een GAIN dient de meetverantwoordelijke de volgende vragen te beantwoorden: Betreft het voor gas een aansluiting in de afnamecategorie GGV, GXX, GIS of GIN of voor elektriciteit een onbemeten aansluiting? De meetverantwoordelijke hoeft in deze gevallen geen meterstand vast te stellen en verbruik te berekenen en naar de netbeheerder te versturen. In deze gevallen wordt immers niet separaat een meterstand vastgesteld.
Betreft het voor elektriciteit een aansluiting met een telemetriegrootverbruikmeetinrichting? De meetverantwoordelijke stuurt in dat geval het maandverbruik, gesplitst in het gedeelte voor en na de mutatiedatum, naar de netbeheerder. De aanlevering loopt via het proces aanleveren periodieke meterstand en verbruik.
In andere gevallen dan in de hierboven beschreven twee vragen benoemd, worden onderstaande processtappen door de meetverantwoordelijke uitgevoerd, tenzij op exact dezelfde datum als de mutatiedatum vanuit het proces Periodieke meetdata reeds een meterstand is vastgesteld:
1. De meetverantwoordelijke stelt een meterstand vast voor de mutatiedatum en indien van toepassing, een verbruik voor de periode vóór de mutatiedatum. 2. De meetverantwoordelijke verstuurt de meterstand en, indien van toepassing het verbruik tot de mutatiedatum, uiterlijk de 10e werkdag van de maand volgend op de mutatiedatum aan de netbeheerder middels het proces aanleveren periodieke meterstand en verbruik De netbeheerder ontvangt de meterstand op de mutatiedatum en het verbruik vanaf de mutatiedatum tot de eerstvolgende periodieke opname van de meetverantwoordelijke, middels het proces Periodieke meterstand en verbruik. 3. De netbeheerder ontvangt de meterstand en het (herleide) verbruik van de meetverantwoordelijke.
Pag. 13 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.1.4 Correctie bij het proces Inhuizing De meest voorkomende fout in het proces ‘Inhuizing’ is dat de inhuizing wordt uitgevoerd op de verkeerde aansluiting. Dit leidt ertoe dat de nieuwe afnemer wordt ingehuisd op de verkeerde aansluiting, waarbij (in veel gevallen) de huidige bewoner van de aansluiting geforceerd wordt uitgehuisd. Trigger: Het signaal dat een fout is opgetreden tijdens de inhuizing is dat een van de betrokken klanten de misstand meldt bij zijn leverancier. Oplossing: De leverancier die de fout heeft veroorzaakt treedt met de andere leverancier, netbeheerder en meetverantwoordelijke in overleg om de situatie zo snel mogelijk te herstellen. Hierbij worden de volgende stappen doorlopen: 1. Aansluitingenregister: a. De oorspronkelijke (geforceerd uitgehuisde) leverancier start een inhuizing om de situatie van de huidige bewoner te herstellen. Indien op deze aansluiting geen oorspronkelijke (geforceerd uitgehuisde) leverancier bekend was, zal de initiërende leverancier een uithuizing opstarten om de fout te herstellen. b. De initiërende leverancier start een inhuizing op de juiste aansluiting om de situatie van de nieuwe bewoner te realiseren. 2. Meterstanden (alleen bij geprofileerde GV-aansluitingen): a. De actuele meterstanden worden gebruikt door de meetverantwoordelijke bij de correctie-inhuizing.. 3. Verrekenen: a. Foutherstellingen in het aansluitingenregister kunnen niet met terugwerkende kracht worden doorgevoerd. Verrekeningen wegens foutieve inhuizingen vinden niet via de reconciliatie plaats. Partijen verrekenen onderling de ontstane verschillen. b. Leveranciers zullen de corrigerende handelingen zoveel mogelijk onzichtbaar maken voor de afnemer (geen nota’s versturen etc.)
Pag. 14 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.2
Versie 6.0
Leverancierswitch
Leverancierswitch GV Klant contact (offerte en contract)
Klantmandaat, klantnaam en klantadres
ILV
Meterstand en verbruik
Raadplegen EAN-code boek ILV
EAN-code
Melden en beoordelen verzoek leverancier switch ILV/RNB
Opdracht wijziging register
Distribueren meetdata RNB
Verwerken GAIN leverancierswitch in AR
Vaststellen meterstand en berekenen verbruik
RNB
MV
Meterstand en verbruik
Bepalen SJV en distributie stamdata RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
ILV = Initiërende Leverancier RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
2.2.1 Inleiding In deze paragraaf wordt het proces leverancierswitch voor een grootverbruikaansluiting beschreven. Dit proces beschrijft de situatie waarin ten behoeve van een afnemer een leveringsswitch wordt gerealiseerd van de oorspronkelijke leverancier naar een nieuwe leverancier. De leverancier zal ten gevolge van contact met de afnemer het proces Leverancierswitch starten. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in dit hoofdstuk. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat beschikbaar is en voldoende gegevens over de afnemer bekend zijn om de andere deelprocessen van het proces Leverancierswitch te kunnen uitvoeren. Het deelproces “Raadplegen EAN-codeboek” wordt beschreven met minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling die nodig is. Het EAN-codeboek heeft eigen gebruikersdocumentatie, waarop marktpartijen hun processen en systemen kunnen afstemmen. Voor de deelprocessen “Melden en beoordelen leverancierswitch”, “Verwerken leverancierswitch in aansluitingenregister” en “Vaststellen meterstand en berekenen verbruik”, zullen de eisen aan de activiteiten en informatie uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. De deelprocessen “Distribueren meetdata” en “Bepalen SJV en distributie stamdata” worden niet in deze paragraaf beschreven.
Pag. 15 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.2.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV). De initiërende leverancier draagt er zorg voor dat hij een klantmandaat heeft voor het uitvoeren van de leverancierswitch. De initiërende leverancier draagt er zorg voor dat hij van de afnemer minimaal die gegevens verkrijgt die nodig zijn voor het achterhalen van de EAN-code van de aansluiting. Indien de aansluiting fysiek is afgesloten, dan dient de afnemer contact op te nemen met de netbeheerder om heraansluiting aan te vragen. Indien op de mutatiedatum geen actieve leverancier aanwezig is in het aansluitingenregister, dan wordt de “melding leverancierswitch” door de netbeheerder goedgekeurd indien door de leverancier de naam van de contractant in de melding leverancierswitch is opgenomen. Wanneer een leverancierswitch wordt ingediend voor een aansluiting die op de mutatiedatum de Fysieke status “in aanleg” heeft, of de fysieke status is “uit bedrijf” waarbij de meter is weggenomen, wordt er voor de mutatiedatum geen stand vastgesteld. Termijnen: Een “melding leverancierswitch” kan in de periode 20 werkdagen tot en met 5 werkdagen voor mutatiedatum door de initiërende leverancier worden ingediend. Bij verwerking van de leverancierswitch informeert de netbeheerder alle betrokken marktpartijen uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding leverancierswitch” over het resultaat door middel van een GAIN / LOSS. Bij afwijzing van de “melding leverancierswitch” ontvangt alleen de initiërende leverancier een afwijzing van de netbeheerder. De netbeheerder stuurt uiterlijk de werkdag na effectuering van de leverancierswitch in het aansluitingenregister de initiërende leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke een stamgegevensbericht. De meetverantwoordelijke levert de meterstand en het bijbehorende verbruik uiterlijk de 10e werkdag van de maand na de mutatiedatum aan bij de netbeheerder. Tijdslijnen van proces LEVERANCIERSWITCH GV MUTATIEDATUM -20 werkdagen
MUTATIEDATUM -5 werkdagen ....
........
Eerste mogelijkheid sturen leverancierswitch
MUTATIEDATUM -4 werkdagen
........
Laatste mogelijkheid sturen leverancierswitch
MUTATIEDATUM
MUTATIEDATUM +1 werkdag
....
........
Effectuering leverancierswitch in aansluitingenregister op 00.00 uur
Versturen stamgegevens
Beoordeling van de ingediende leverancierswitch en versturen GAIN en LOSS berichten: uiterlijk de werkdag na ontvangst van de aanvraag leverancierswitch.
Pag. 16 van 103
De volgende maand +10 werkdagen na MUTATIEDATUM
Uiterste dag voor aanleveren meterstand en verbruik bij netbeheerder
........
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.2.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling. 2.2.3.1 Raadplegen EAN-codeboek
1. De initiërende leverancier vraagt de gegevens van de aansluiting op uit het EANcodeboek. Indien het niet mogelijk is om de opvraag te beantwoorden, dan ontvangt de initiërende leverancier een afwijzing. Wanneer de aanvraag beantwoord kan worden, ontvangt de leverancier de beschikbare informatie. De werking van het EAN-codeboek wordt in detail beschreven in de gebruikersdocumentatie van het EAN-codeboek (mijnEDSN sharepoint).
Pag. 17 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.2.3.2 Indienen en beoordelen “melding leverancierswitch”
1. De leverancier verstuurt de “melding leverancierswitch” naar de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder verwerkt “melding leverancierswitch” van de leverancier. Hierbij beoordeelt hij de aanvraag op de volgende punten: a. Is de “melding leverancierswitch” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het aansluitingenregister van de betreffende netbeheerder? c. Ligt datum van indienen tenminste 5 werkdagen en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum? d. Is de naam van de contractant ingevuld indien de “melding leverancierswitch” is ingediend in geval van leegstand? e. Is de initiërende leverancier als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder (of is het vanuit de Energiekamer niet toegestaan om aanvragen van deze leverancier in behandeling te nemen)? f. Heeft de opgegeven programmaverantwoordelijke een volledige erkenning volgens het PV-register (Elektriciteit en Gas)? g. Is er geen andere nog niet geëffectueerde leverancierswitch- of inhuisaanvraag ontvangen? h. Is de aansluiting niet geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties? 3. Indien tenminste één van de vragen bij 2a tot en met 2h negatief wordt beantwoord dan kan de netbeheerder de aanvraag voor de leverancierswitch niet verwerken en verstuurt hij een afwijzing (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de initiërende leverancier uiterlijk de werkdag na ontvangst “melding leverancierswitch”. De redenen die de netbeheerder kan hebben om een “melding leverancierswitch” niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag.
Pag. 18 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
b. EAN-code van de aansluiting onbekend in het aansluitingenregister van de netbeheerder. c. De gewenste mutatiedatum ligt buiten het venster van tenminste 5 werkdagen en maximaal 20 werkdagen in de toekomst. d. De naam van de contractant is niet ingevuld terwijl leegstand bestaat op de gewenste mutatiedatum in de “melding leverancierswitch”. e. De leverancier is niet als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder (of het is vanuit de Energiekamer niet toegestaan om aanvragen van deze leverancier in behandeling te nemen). f. De opgegeven programmaverantwoordelijke heeft geen volledige erkenning volgens het PV-register. g. Er is reeds een andere nog niet geëffectueerde leverancierswitch- of inhuisaanvraag ontvangen (kruisend bericht). h. De aansluiting is geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties. 4. De initiërende leverancier verwerkt de afwijzing. 5. Indien de netbeheerder de “melding leverancierswitch” van de initiërende leverancier kan verwerken, dan verstuurt hij het bericht GAIN (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de initiërende leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke en de netbeheerder verstuurt het bericht LOSS (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar, indien aanwezig, de oude leverancier en de oude programmaverantwoordelijke. De GAIN en LOSS worden uiterlijk de werkdag na ontvangst van het “verzoek leverancierswitch” verstuurd. 6. De initiërende leverancier ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 7. De oude leverancier, indien aanwezig, ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 8. De nieuwe programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 9. De oude programmaverantwoordelijke, indien aanwezig, ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 10. De meetverantwoordelijke, indien aanwezig, ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 11. De netbeheerder: a. plant de aanvraag van de initiërende leverancier in voor verwerking in het aansluitingenregister; b. verwijdert ontvangen maar nog niet geëffectueerde aanvragen voor uithuizing, einde levering, PV-switch of wijzigen verblijfsfunctie of complexbepaling met dezelfde of een latere mutatiedatum dan de leverancierswitch.
Pag. 19 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Nieuwe leverancier
2.2.3.3 Verwerken leverancierswitch in aansluitingenregister
Verwerken stamgegevens
Bewaken ontvangst meetdata
3
Meetverantwoordelijke
Stamgegevens
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Nieuwe PV
4
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Netbeheerder
5
Ingeplande mutatie van het aansluitingenregister Verwerken mutatie aansluitingenregister
Trigger
Versturen stamgegevens
1
2
1. De netbeheerder verwerkt de “melding leverancierswitch” in het aansluitingenregister. 2. De netbeheerder verstuurt uiterlijk de werkdag na effectuering van het aansluitingenregister de stamgegevens (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de initiërende leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en, indien aanwezig, de meetverantwoordelijke. Het stamgegevensbericht bevat de waarden uit het aansluitingenregister, zoals deze op mutatiedatum gelden. 3. De initiërende leverancier ontvangt en verwerkt de stamgegevens. 4. De meetverantwoordelijke, indien aanwezig, ontvangt en verwerkt de stamgegevens. 5. De nieuwe programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt de stamgegevens.
Pag. 20 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.2.3.4 Vaststellen meterstand en berekenen verbruik
Na ontvangst van een GAIN dient de meetverantwoordelijke de volgende vragen te beantwoorden: Betreft het voor gas een aansluiting in de afnamecategorie GGV, GXX, GIS of GIN of voor elektriciteit een onbemeten aansluiting? De meetverantwoordelijke hoeft in deze gevallen geen meterstand vast te stellen en verbruik te berekenen en naar de netbeheerder te versturen. In deze gevallen wordt immers niet separaat een meterstand vastgesteld.
Betreft het voor elektriciteit een aansluiting met een telemetrie-inrichting? De meetverantwoordelijke stuurt in dat geval het maandverbruik, gesplitst in het gedeelte voor en na de mutatiedatum, naar de netbeheerder. De aanlevering loopt via het proces aanleveren periodieke meterstand en verbruik.
In andere gevallen dan in de hierboven beschreven twee vragen benoemd, worden onderstaande processtappen door de meetverantwoordelijke uitgevoerd, tenzij op exact dezelfde datum vanuit het proces Periodieke meterstand en verbruik reeds een meterstand is vastgesteld:
1. De meetverantwoordelijke stelt een meterstand vast voor de mutatiedatum en indien van toepassing, een verbruik voor de periode vóór de mutatiedatum. 2. De meetverantwoordelijke verstuurt de meterstand en, indien van toepassing het verbruik tot de mutatiedatum, uiterlijk de 10e werkdag van de maand volgend op de mutatiedatum aan de netbeheerder. De netbeheerder ontvangt de meterstand op de mutatiedatum en het verbruik vanaf de mutatiedatum tot de eerstvolgende periodieke opname van de meetverantwoordelijke, middels het proces Periodieke meterstand en verbruik. 3. De netbeheerder ontvangt de meterstand en het (herleide) verbruik van de meetverantwoordelijke. 2.2.4 Correctie bij het proces Leverancierswitch De meest voorkomende fout in het proces ‘leverancierswitch’ is dat de verkeerde aansluiting wordt geswitcht of dat de afnemer op de aansluiting niet wenst te switchen. Trigger: De afnemer meldt zich bij de initiërende leverancier of zijn oorspronkelijke leverancier.
Pag. 21 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Oplossing: De leverancier die de fout heeft veroorzaakt treedt met de andere leverancier, netbeheerder en meetverantwoordelijke in overleg om de situatie zo snel mogelijk te herstellen (onterechte switch wordt niet ongedaan gemaakt). Hierbij worden de volgende stappen doorlopen: 1. Aansluitingenregister: a. De oorspronkelijke (onterecht uitgeswitchte) leverancier start een leverancierswitch om de situatie van de bewoner te herstellen. 2. Meterstanden (alleen bij geprofileerde GV-aansluitingen): a. De correctie-leverancierswitch wordt uitgevoerd met de actuele stand. 3. Verrekenen: a. Leverancier verrekenen niet onderling, tenzij de inkoopkosten veel hoger zijn dan de administratieve afhandelingskosten. b. De onterechte leverancier verrekent niet met de terechte leverancier en de onterechte leverancier neemt zijn verlies. c. Indien de afnemer de onterechte leverancier reeds heeft betaald, betaalt de onterechte leverancier de afnemer terug. 4. In geval van een foutieve leverancierswitch op een lege aansluiting start de initiërende leverancier een uithuizing op om de fout te herstellen.
Pag. 22 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.3
Versie 6.0
Uithuizing
Uithuizing GV Klantmandaat, klantnaam en klantadres
Klant contact
Meterstand en verbruik
ILV
Opdracht wijziging Melden en register beoordelen verzoek uithuizing ILV/RNB
Distribueren meetdata RNB
Verwerken uithuizing in AR* RNB
LOSS
Vaststellen meterstand en berekenen verbruik MV
Meterstand en verbruik
Bepalen SJV en distributie stamdata RNB
* Als de netbeheerder een leverancierswitch of inhuizing ontvangt met een eerdere of dezelfde mutatiedatum als de uithuizing, dan wordt de uithuizing verwijderd. Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
ILV = Initiërende Leverancier RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
2.3.1 Inleiding In deze paragraaf wordt het proces uithuizing voor een grootverbruikaansluiting beschreven. Dit proces beschrijft de situatie waarin ten behoeve van een afnemer een uithuizing wordt gerealiseerd door de huidige leverancier. De huidige leverancier zal ten gevolge van contact met de afnemer de uithuizing starten. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in dit hoofdstuk. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat en voldoende gegevens over de afnemer bekend zijn om de andere deelprocessen van de uithuizing te kunnen uitvoeren. Voor de deelprocessen “Melden en beoordelen verzoek uithuizing”, “Verwerken uithuizing in aansluitingenregister” en “Vaststellen meterstand en berekenen verbruik”, zullen de eisen aan de activiteiten en informatie uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. Het deelprocessen “Distribueren meetdata” en “Bepalen SJV en distributie stamdata” worden niet in deze paragraaf beschreven.
Pag. 23 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.3.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
De initiërende leverancier draagt er zorg voor dat hij een klantmandaat heeft voor het uitvoeren van de uithuizing. Een leverancier die zowel de oude afnemer uithuist als de nieuwe afnemer inhuist is zelf verantwoordelijk voor het voorkomen dat per abuis de nieuwe afnemer wordt uitgehuisd door een “melding uithuizing”. Wanneer een “melding uithuizing” wordt ingediend voor een aansluiting, die op de mutatiedatum de Fysieke status “In aanleg” of “Uit bedrijf” heeft, wordt er voor de mutatiedatum geen stand vastgesteld. De meetverantwoordelijke ontvangt een LOSS-bericht nadat de netbeheerder de “melding uithuizing” positief heeft beoordeeld. De meetverantwoordelijke ontvangt de werkdag na de mutatiedatum de stamgegevens van de netbeheerder n.a.v. een uithuizing. De meetverantwoordelijke bepaalt bij een uithuizing de meterstand en het bijbehorende verbruik, de netbeheerder neemt deze over en distribueert de stand en het verbruik naar de initiërende leverancier. Een ingediende “melding uithuizing” die nog niet is geëffectueerd, kan worden gekruist door een inhuizing, leverancierswitch, uithuizing of einde levering met een eerdere of dezelfde mutatiedatum. De leverancier die de uithuizing heeft ingediend ontvangt een tweede LOSS-bericht met een eerdere mutatiedatum. De meetverantwoordelijke ontvangt een GAIN-bericht (in het kader van de inhuizing of leverancierswitch) naast het reeds ontvangen LOSS-bericht (in het kader van de uithuizing).
Termijnen Een “melding uithuizing” kan in de periode 20 werkdagen tot en met 5 werkdagen voor mutatiedatum door de initiërende leverancier worden ingediend. Bij verwerking van de uithuismelding informeert de netbeheerder alle betrokken marktpartijen uiterlijk de werkdag na ontvangst van de uithuismelding over het resultaat door middel van een LOSS. Bij afwijzing van de uithuismelding ontvangt alleen de initiërende leverancier een afwijzing van de netbeheerder. De netbeheerder verstuurt uiterlijk de werkdag na effectuering van de uithuizing in het aansluitingenregister de stamgegevens naar de meetverantwoordelijke. De meterstand en het verbruik tot de mutatiedatum worden uiterlijk de 10e werkdag van de maand volgend op de mutatiedatum door de meetverantwoordelijke aan de netbeheerder verstuurd. Tijdslijnen van proces UITHUIZING GV MUTATIEDATUM -20 werkdagen
MUTATIEDATUM -5 werkdagen ....
........
Eerste mogelijkheid sturen uithuizing
MUTATIEDATUM -4 werkdagen
........
Laatste mogelijkheid sturen uithuizing
MUTATIEDATUM
MUTATIEDATUM +1 werkdag
Maand + 10 werkdagen na MUTATIEDATUM ........
........
Effectuering uithuizing in aansluitingenregister op 00.00 uur
Versturen stamgegevens
Beoordeling van de ingediende uithuizing en versturen LOSS berichten: uiterlijk de werkdag na ontvangst van het verzoek uituizing
Pag. 24 van 103
........
Uiterste dag voor sturen meterstand en verbruik aan netbeheerder
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.3.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen Gegevensuitwisseling. 2.3.3.1 Indienen en beoordelen “melding uithuizing”
1. De initiërende leverancier verstuurt de “melding uithuizing” naar de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder verwerkt de “melding uithuizing” van de initiërende leverancier. Hierbij beoordeelt de netbeheerder de aanvraag op de volgende punten: a. Is de “melding uithuizing” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het aansluitingenregister van de betreffende netbeheerder? c. Ligt datum van indienen tenminste 5 werkdagen voor en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum? d. Is er geen nog niet geëffectueerde “melding leverancierswitch-”, “inhuizing”, “uithuizing” of “einde levering” ontvangen voor dezelfde aansluiting met een eerdere of dezelfde mutatiedatum? e. Is de uithuizing ingediend door de leverancier die in het aansluitingenregister als actieve leverancier is geregistreerd? f. Is de aansluiting niet geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties? 3. Indien tenminste één van de vragen bij 2a tot en met 2f negatief wordt beantwoord dan kan de netbeheerder de “melding uithuizing” niet verwerken en verstuurt hij een afwijzing (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de initiërende leverancier uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding uithuizing”. De redenen die de netbeheerder kan hebben om een aanvraag niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag. b. EAN-code van de aansluiting onbekend. c. De gewenste mutatiedatum ligt buiten het venster van tenminste 5 werkdagen en maximaal 20 werkdagen in de toekomst. Pag. 25 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
d. Er is reeds een nog niet geëffectueerde “melding leverancierswitch-”, “inhuizing”, “uithuizing” of “einde levering” ontvangen waarvan de mutatiedatum op of voor de mutatiedatum van de uithuizing ligt (kruisend bericht) e. De initiërende leverancier is volgens het aansluitingenregister niet de actieve leverancier op de aansluiting. f. De aansluiting is geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties. 4. De initiërende leverancier verwerkt de afwijzing. 5. Indien de netbeheerder de aanvraag van de initiërende leverancier voor de uithuizing kan verwerken, dan verstuurt de netbeheerder het bericht LOSS naar de initiërende leverancier, de meetverantwoordelijke en de oude programmaverantwoordelijke (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). De LOSS wordt uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding uithuizing” verstuurd. 6. De initiërende leverancier ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 7. De oude programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 8. De meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 9. De netbeheerder: a. plant de aanvraag van de initiërende leverancier in voor verwerking in het aansluitingenregister; b. verwijdert door initiërende leverancier ingediende maar nog niet geëffectueerde aanvragen voor uithuizing, einde levering, PV-switch of wijzigen verblijfsfunctie of complexbepaling met dezelfde of een latere mutatiedatum dan de uithuizing.
Netbeheerder
Meetverantwoordelijke
2.3.3.2 Verwerken uithuizing in aansluitingenregister
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
3
Ingeplande mutatie van het aansluitingenregister Verwerken mutatie aansluitingenregister
Trigger
Versturen stamgegevens
1
2
1. Als de netbeheerder voor de aansluiting niet een leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde levering heeft ontvangen voor de mutatiedatum of eerder, dan verwerkt de netbeheerder de “melding uithuizing” in het aansluitingenregister. De netbeheerder verwerkt de uithuizing nadat alle aanvragen voor inhuizing, leverancierswitch, einde levering en uithuizing met een eerdere of dezelfde mutatiedatum zijn verwerkt. 2. De netbeheerder verstuurt de stamgegevens (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) uiterlijk de werkdag na de mutatiedatum naar de meetverantwoordelijke.
Pag. 26 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
3. De meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt de stamgegevens.
2.3.3.3 Vaststellen meterstand en berekenen verbruik
Na ontvangst van een LOSS dient de meetverantwoordelijke de volgende vragen te beantwoorden: Betreft het voor gas een aansluiting in de afnamecategorie GGV, GXX, GIS of GIN of voor elektriciteit een onbemeten aansluiting? De meetverantwoordelijke hoeft in deze gevallen geen meterstand vast te stellen en verbruik te berekenen en naar de netbeheerder te versturen. In deze gevallen wordt immers niet separaat een meterstand vastgesteld.
Betreft het voor elektriciteit een aansluiting met een telemetrie-inrichting? De meetverantwoordelijke stuurt in dat geval het maandverbruik, gesplitst in het gedeelte voor en na de mutatiedatum, naar de netbeheerder. De aanlevering loopt via het proces aanleveren periodieke meterstand en verbruik.
In andere gevallen dan in de hierboven beschreven twee vragen benoemd, worden onderstaande processtappen door de meetverantwoordelijke uitgevoerd, tenzij op exact dezelfde datum vanuit het proces Periodieke meterstand en verbruik reeds een meterstand is vastgesteld:
1. De meetverantwoordelijke stelt een meterstand vast voor de mutatiedatum en indien van toepassing, een verbruik voor de periode vóór de mutatiedatum. 2. De meetverantwoordelijke verstuurt de meterstand en, indien van toepassing, het verbruik tot de mutatiedatum, uiterlijk de 10e werkdag van de maand volgend op de mutatiedatum aan de netbeheerder. De netbeheerder ontvangt de meterstand op de mutatiedatum en het verbruik vanaf de mutatiedatum tot de eerstvolgende periodieke opname van de meetverantwoordelijke, middels het proces Periodieke meterstand en verbruik. 3. De netbeheerder ontvangt de meterstand en het (herleide) verbruik van de meetverantwoordelijke.
Pag. 27 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.3.4 Correctie bij het proces Uithuizing GV Een onbedoelde uithuizing (zonder inhuizing) kan alleen ontstaan als de verantwoordelijke leverancier per ongeluk een uithuismelding voor een (verkeerde) aansluiting doet bij de netbeheerder. Trigger: de leverancier ontdekt de fout zelf of de afnemer meldt de onterechte uithuizing bij de leverancier. Oplossing: De leverancier (na overleg met de netbeheerder over verrekening van de netwerkkosten) huist de afnemer weer in op de aansluiting. 1. Aansluitingenregister: a. De leverancier start een inhuizing om de situatie van de afnemer te herstellen. 2. Meterstanden (alleen bij geprofileerde GV-aansluitingen): a. De actuele meterstanden worden gebruikt bij de inhuizing. 3. Verrekenen: a. De netbeheerder en de leverancier kunnen de kosten verrekenen.
Pag. 28 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.4
Versie 6.0
Einde levering
EINDE LEVERING GV Aankondiging ontbinding van contract 12 wd voor einde contractdatum
Klant contact
Opdracht tot fysiek afsluiten
Factureren kosten einde levering
Fysiek afsluiten aansluiting
ILV
RNB
RNB
Fysieke opname Melden en beoordelen verzoek einde levering ILV/RNB
Opdracht wijziging register
Verwerken einde levering in AR*
LOSS
RNB
Vaststellen meterstand en berekenen verbruik
Meterstand en verbruik Distribueren meetdata
MV
RNB
Meterstand en verbruik
Bepalen SJV en distributie stamdata RNB
* Als de netbeheerder een leverancierswitch of inhuizing ontvangt met een eerdere of dezelfde mutatiedatum als de einde levering, dan wordt het verzoek einde levering verwijderd. Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
ILV = Initiërende Leverancier RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
2.4.1 Inleiding In deze paragraaf wordt het proces einde levering voor een grootverbruikaansluiting beschreven. Het beëindigen van de leveringsverantwoordelijkheid is de kern van het proces einde levering. De leverancier dient aan de afnemer aan te geven dat hij overgaat tot ontbinding van de leveringsovereenkomst en dat hij op grond hiervan de netbeheerder zal verzoeken om niet meer in het aansluitingenregister geregistreerd te zijn als verantwoordelijk leverancier voor de betreffende aansluiting. De leverancier zal hiertoe in het proces Einde levering contact met de afnemer hebben. De manier waarop dit contact dient plaats te vinden is aan een aantal voorwaarden gebonden. Daar waar deze voorwaarden voortvloeien uit wet- en regelgeving wordt hiernaar verwezen. Het is in de uitwerking van de deelprocessen relevant dat contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, omdat de afnemer bij een einde levering door de leverancier geïnformeerd dient te worden dat de overeenkomst zal eindigen en dat (indien dit nog niet heeft plaatsgevonden) de aansluiting zal worden afgesloten. Voor de deelprocessen “Melden en beoordelen verzoek einde levering”, “Verwerken einde levering in het aansluitingenregister” en “Vaststellen meterstand en berekenen verbruik”, zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. De deelprocessen “Fysiek afsluiten aansluiting”, “Factureren kosten einde levering”, “Distribueren meetdata” en “Bepalen SJV en distributie stamdata” worden niet in dit hoofdstuk beschreven.
Pag. 29 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.4.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
De leverancier is verantwoordelijk voor levering van energie op een aansluiting op basis van een leveringsovereenkomst tussen leverancier en klant. De netbeheerder registreert voor de aansluitingen in zijn netgebied welke leverancier voor welke aansluiting leveringsverantwoordelijk is. De leverancier dient de netbeheerder op de hoogte te brengen als de registratie van de leveringsverantwoordelijkheid voor een bepaalde aansluiting in het aansluitingenregister niet overeenkomt met de leveringsverantwoordelijkheid die voortvloeit uit een leveringsovereenkomst. Het beëindigen van de leveringsverantwoordelijkheid van een leverancier voor een aansluiting betekent dat de leverancier als verantwoordelijk leverancier wordt verwijderd uit het aansluitingenregister. De leverancier kan zijn leveringsverantwoordelijkheid beëindigen door een “melding einde levering” aan de netbeheerder te sturen en hiermee de netbeheerder te melden hem als verantwoordelijk leverancier uit het aansluitingenregister te halen. De afspraken tussen de leverancier en afnemer betreffende de levering op de aansluiting worden beëindigd. Een ingediende “melding einde levering” die nog niet geëffectueerd is, kan worden gekruist door een inhuizing of leverancierswitch. De leverancier die de einde levering heeft ingediend ontvangt een tweede LOSS-bericht met een eerdere mutatiedatum. De meetverantwoordelijke ontvangt een GAIN-bericht (in het kader van de inhuizing of leverancierswitch) naast het reeds ontvangen LOSSbericht (in het kader van de einde levering). Wanneer een “melding einde levering” wordt ingediend voor een aansluiting, die op de mutatiedatum de Fysieke status “In aanleg” heeft, wordt er voor de mutatiedatum geen stand vastgesteld. Nadat de netbeheerder de “melding einde levering” positief heeft beoordeeld, ontvangen de betrokken partijen (leverancier, PV en meetverantwoordelijke) een LOSS-bericht. Indien een afnemer zich na het versturen van de “melding einde levering” opnieuw meldt bij zijn oude leverancier, verstuurt de oude leverancier een inhuizing naar de netbeheerder indien mogelijk met een mutatiedatum die vóór of óp de gewenste mutatiedatum in de “melding einde levering” ligt. Voorwaarden voor beëindiging leveringsverantwoordelijkheid: o Indien een leverancier de leveringsverantwoordelijkheid wil beëindigen dan dient de leverancier de afnemer tijdig (minimaal 20 werkdagen voor de gewenste datum van de beëindiging van de leveringsverantwoordelijkheid) te informeren over de beëindiging van het contract, en te informeren over de afsluiting door de netbeheerder. o De netbeheerder informeert de afnemer de werkdag na ontvangst van de “melding einde levering” per brief over de ontstane situatie. De netbeheerder geeft aan dat er na de mutatiedatum fysiek wordt afgesloten indien er zich geen leverancier heeft gemeld. De netbeheerder plant de fysieke afsluiting in en de geplande datum voor fysieke afsluiting wordt naar de afnemer gecommuniceerd. Bij het verwerken van de “melding einde levering” in het aansluitingenregister wordt de meetverantwoordelijke op de aansluiting niet uit het aansluitingenregister verwijderd. De meetverantwoordelijke stelt bij een einde levering een meterstand vast voor de mutatiedatum en berekent het bijbehorende verbruik.
Pag. 30 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Indien de netbeheerder daadwerkelijk overgaat tot het afsluiten van een grootverbruikaansluiting, hebben netbeheerder en meetverantwoordelijke hierover overleg, zoals beschreven in hoofdstuk 2.9 (Aanleggen, in en uit bedrijf nemen en slopen van een aansluiting). De initiërende leverancier zorgt ervoor dat de afnemer minimaal 20 werkdagen voor de datum van beëindiging van het leveringsovereenkomst per brief hierover geïnformeerd is. De uitkomst van een positieve beoordeling van de “melding einde levering” is voor de netbeheerder een opdracht tot mutatie van het aansluitingenregister op mutatiedatum. De netbeheerder plant tevens een fysieke afsluiting in. Tijdens de verwerking van de einde levering verwijdert de netbeheerder op de mutatiedatum de initiërende leverancier en de oude programmaverantwoordelijke als verantwoordelijke partijen voor de aansluiting uit het aansluitingenregister. Het verwerken van een “melding einde levering” in het geval dat meerdere programmaverantwoordelijken verantwoordelijk zijn voor een aansluiting, wordt niet in het berichtenverkeer ondersteund en valt buiten de scope van dit hoofdstuk.
Termijnen Een “melding einde levering” kan in de periode 20 tot en met 12 werkdagen voor de gewenste mutatiedatum door de initiërende leverancier worden ingediend. Bij verwerking van de “melding einde levering” informeert de netbeheerder alle betrokken marktpartijen uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding einde levering” over het resultaat door middel van een LOSS. Bij afwijzing van de “melding einde levering” ontvangt alleen de initiërende leverancier een afwijzing van de netbeheerder. Uiterlijk de werkdag na effectuering van de ‘einde levering’ in het aansluitingenregister informeert de netbeheerder de meetverantwoordelijke over de wijziging in de marktrollen middels het versturen van de stamgegevens. De meetverantwoordelijke levert de meetdata (vastgestelde meterstand op mutatiedatum en bijbehorend verbruik) uiterlijk de 10e werkdag van de volgende maand aan bij de netbeheerder. Tijdslijnen van proces EINDE LEVERING GV MUTATIEDATUM -12 werkdagen
MUTATIEDATUM -20 werkdagen ....
........
Eerste mogelijkheid sturen einde levering
MUTATIEDATUM -5 werkdagen
MUTATIEDATUM -11 werkdagen ........
Uiterste mogelijkheid sturen einde levering Informeren klant
MUTATIEDATUM
MUTATIEDATUM +1 werkdag
........
De volgende maand +10 werkdagen na MUTATIEDATUM ........
Effectuering einde levering in aansluitingenregister op 00.00 uur
Beoordeling van de ingediende einde levering en versturen LOSS berichten: uiterlijk de werkdag na ontvangst van de aanvraag einde levering.
Versturen stamgegevens naar meetverantwoordelijke
........
Uiterste dag voor aanleveren meterstand en verbruik aan netbeheerder
Meetverantwoordelijke levert meterstand voor de mutatiedatum en verbruik tot de mutatiedatum aan bij de netbeheerder.
Pag. 31 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.4.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling. 2.4.3.1 Indienen en beoordelen “melding einde levering”
1. De initiërende leverancier draagt zorg dat de afnemer uiterlijk 12 werkdagen voor beëindiging van de leveringsovereenkomst daarover schriftelijk geïnformeerd is. De leverancier informeert de afnemer over de risico’s die ontstaan indien niet tijdig een leverancier wordt gecontracteerd. 2. De initiërende leverancier verstuurt de “melding einde levering” naar de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 3. De netbeheerder verwerkt de aanvraag van de initiërende leverancier. Hierbij beoordeelt de netbeheerder de aanvraag op de volgende punten: a. Is de “melding einde levering” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het aansluitingenregister van de betreffende netbeheerder? c. Ligt datum van indienen tenminste 12 werkdagen voor en maximaal 20 werkdagen voor de gewenste mutatiedatum? d. Is er geen nog niet geëffectueerde aanvraag voor leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde levering ontvangen voor een eerdere of dezelfde mutatiedatum? e. Is de “melding einde levering” ingediend door de leverancier die in het aansluitingenregister als actieve leverancier is geregistreerd? f. Is de aansluiting niet geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties?
Pag. 32 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
4. Indien tenminste één van de vragen bij 3a tot en met 3f negatief wordt beantwoord dan kan de netbeheerder de “melding einde levering” niet verwerken en verstuurt hij een afwijzing (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de initiërende leverancier uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding einde levering”. De redenen die de netbeheerder kan hebben om een aanvraag niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag. b. EAN-code van de aansluiting onbekend in het aansluitingenregister. c. De gewenste mutatiedatum ligt buiten het venster van tenminste 12 werkdagen en maximaal 20 werkdagen in de toekomst. d. Er is reeds een nog niet geëffectueerde leverancierswitch-, inhuis-, uithuisof einde leverings-aanvraag ingediend waarvan de mutatiedatum op of voor de mutatiedatum van de einde levering ligt (kruisend bericht) e. De initiërende leverancier is volgens het aansluitingenregister niet de actieve leverancier op de aansluiting. f. De aansluiting is geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties. 5. De initiërende leverancier verwerkt de afwijzing. 6. Indien alle vragen bij 3 positief worden beantwoord dan kan de netbeheerder de “melding einde levering” verwerken. De netbeheerder verstuurt het bericht LOSS (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding einde levering” aan de initiërende leverancier, de oude programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke. 7. De initiërende leverancier ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 8. De oude programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 9. De meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 10. De netbeheerder: a. plant de aanvraag van de initiërende leverancier in voor verwerking in het aansluitingenregister; b. verwijdert de door initiërende de leverancier ingediende maar nog niet geëffectueerde aanvragen voor PV-switch of wijziging verblijfsfunctie of complexbepaling met dezelfde of een latere mutatiedatum dan de einde levering; c. informeert de werkdag na ontvangst van het verzoek per aangetekende brief de aangeslotene over het voornemen tot fysieke afsluiting over te gaan; d. plant activiteiten in om de aansluiting fysiek af te sluiten. 2.4.3.2 Verwerken “einde levering” in het aansluitingenregister
Pag. 33 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
1. De netbeheerder verwerkt de “melding einde levering” in het aansluitingenregister op de mutatiedatum. 2. De netbeheerder verstuurt de stamgegevens (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) uiterlijk de werkdag na de effectuering in het aansluitingenregister naar de meetverantwoordelijke. 3. De meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt de stamgegevens. 2.4.3.3 Vaststellen meterstand en berekenen verbruik
Na ontvangst van een LOSS dient de meetverantwoordelijke de volgende vragen te beantwoorden: Betreft het voor gas een aansluiting in de afnamecategorie GGV, GXX, GIS of GIN of voor elektriciteit een onbemeten aansluiting? De meetverantwoordelijke hoeft in deze gevallen geen meterstand vast te stellen en verbruik te berekenen en naar de netbeheerder te versturen. In deze gevallen wordt immers niet separaat een meterstand vastgesteld.
Betreft het voor elektriciteit een aansluiting met een telemetrie-inrichting? De meetverantwoordelijke stuurt in dat geval het maandverbruik, gesplitst in het gedeelte voor en na de mutatiedatum, naar de netbeheerder. De aanlevering loopt via het proces aanleveren periodieke meterstand en verbruik.
In andere gevallen dan in de hierboven beschreven twee vragen benoemd, worden onderstaande processtappen door de meetverantwoordelijke uitgevoerd, tenzij op exact dezelfde datum vanuit het proces Periodieke meterstand en verbruik reeds een meterstand is vastgesteld:
1. De meetverantwoordelijke stelt een meterstand vast voor de mutatiedatum en indien van toepassing, een verbruik voor de periode vóór de mutatiedatum. 2. De meetverantwoordelijke verstuurt de meterstand en, indien van toepassing, het verbruik tot de mutatiedatum, uiterlijk de 10e werkdag van de maand volgend op de mutatiedatum aan de netbeheerder. De netbeheerder ontvangt de meterstand op de mutatiedatum en het verbruik vanaf de mutatiedatum tot de eerstvolgende periodieke opname van de meetverantwoordelijke, middels het proces Periodieke meterstand en verbruik. 3. De netbeheerder ontvangt de meterstand en het (herleide) verbruik van de meetverantwoordelijke.
Pag. 34 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.4.4 Correctie bij het proces Einde levering GV De twee meest voorkomende fouten bij de uitvoering van het proces ‘einde levering’ zijn: 1. Einde levering op verkeerde aansluiting 2. Incorrecte meterstand op de mutatiedatum van de einde levering Indien een proces ‘einde levering’ is gestart voor een verkeerde aansluiting, dient de initiërende leverancier dit te corrigeren door zo spoedig mogelijk voor de aansluiting een inhuizing te starten. Indien de inhuizing voorafgaand aan de mutatiedatum van de einde levering wordt ingediend, wordt het proces ‘einde levering’ geannuleerd en kan levering worden gecontinueerd. Indien de foute einde levering pas na de mutatiedatum wordt geconstateerd, dient zo snel mogelijk een inhuizing te worden gestart om te voorkomen dat de netbeheerder de aansluiting fysiek afsluit of om ervoor te zorgen dat de aansluiting zo snel mogelijk wordt heraangesloten. Oplossingsrichtingen: - leegstand zonder afsluiting: zsm inhuizing en verrekening tussen PV’s van LV en RNB. - leegstand met afsluiting: zsm inhuizing, geen verrekening noodzakelijk. Kosten van afsluiten / heraansluiten verrekenen tussen RNB en LV.
Pag. 35 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.5
Versie 6.0
Individuele PV-switch
Individuele PV-switch GV
Opdracht wijziging Melden register en beoordelen PV-switch
Verwerken PV-switch in AR
LV/RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
RNB
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
LV = Leverancier RNB = Regionale Netbeheerder
2.5.1 Inleiding In deze paragraaf wordt het proces PV-switch voor een grootverbruikaansluiting beschreven. Dit proces beschrijft de situatie waarin een PV-switch wordt gerealiseerd van de oorspronkelijke programmaverantwoordelijke naar een nieuwe programmaverantwoordelijke zonder dat de leverancier verandert. Voor de deelprocessen “Melden en beoordelen PV-switch” en “Verwerken PV-switch in het aansluitingenregister” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft.
Pag. 36 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.5.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
Het verwerken van een PV-switch in het geval dat meerdere PV-ers verantwoordelijk zijn voor één aansluiting, wordt niet in het (geautomatiseerde) berichtenverkeer ondersteund en valt buiten de scope van dit hoofdstuk. Een PV-switch mag alleen worden ingediend door de leverancier die voor de aansluiting verantwoordelijk is en als zodanig in het aansluitingenregister geregistreerd staat. De “melding PV-switch” wordt door de netbeheerder afgekeurd als de initiërende leverancier niet de actuele leverancier is (dit is ook het geval indien er geen leverancier in het aansluitingenregister is vermeld op het moment dat de netbeheerder de “melding PV-switch” verwerkt). Als bij de beoordeling een inhuizing, leverancierswitch, uithuizing of einde levering nog een PV-switch aanwezig is met een mutatiedatum die gelijk is aan of later ligt dan de mutatiedatum van de inhuizing, leverancierswitch, uithuizing of einde levering, dan wordt de eerder goedgekeurde PV-switch verwijderd en niet uitgevoerd. Een positieve uitkomst van het deelproces “melden en beoordelen PV-switch” is voor de netbeheerder een opdracht tot mutatie van het aansluitingenregister op de mutatiedatum. De meetverantwoordelijke ontvangt een GAIN-bericht nadat de netbeheerder de PV-switch heeft goedgekeurd. De meetverantwoordelijk hoeft het verbruik bij de PV-switch niet opgesplitst aan te leveren wanneer de mutatiedatum niet op de eerste van de maand valt. De leverancier die de PV-switch heeft geïnitieerd is verantwoordelijk om de beoogde nieuwe PV te informeren indien een goedgekeurde PV-switch niet doorgaat wegens een leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde levering waarvan de mutatiedatum eerder dan of gelijk is aan de mutatiedatum van de PVswitch. Een ingediende PV-switch die nog niet geëffectueerd is, kan worden gekruist door een inhuizing of leverancierswitch. De leverancier die de PV-switch heeft ingediend ontvangt een tweede LOSS-bericht met een eerdere mutatiedatum. De meetverantwoordelijke ontvangt een GAIN-bericht (in het kader van de inhuizing of leverancierswitch) of een LOSS-bericht (in het kader van een uithuizing of einde levering) naast het reeds ontvangen GAIN-bericht (in het kader van de PVswitch).
Termijnen De indientermijn voor een PV-switch is de periode 20 werkdagen tot en met 5 werkdagen voor mutatiedatum. Bij verwerking van de “melding PV-switch” informeert de netbeheerder alle betrokken marktpartijen uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding PVswitch” over het resultaat door middel van een GAIN / LOSS. Bij afwijzing van de “melding PV-switch” ontvangt alleen de initiërende leverancier een afwijzing van de netbeheerder. De netbeheerder stuurt uiterlijk de werkdag na effectuering van de PV-switch in het aansluitingenregister de initiërende leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke middels een stamgegevensbericht.
Pag. 37 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Tijdslijnen van proces INDIVIDUELE PV-SWITCH GROOTVERBRUIK MUTATIEDATUM -20 werkdagen
MUTATIEDATUM -5 werkdagen ....
........
Eerste mogelijkheid sturen PV-switch
........
MUTATIEDATUM ....
Laatste mogelijkheid sturen PV-switch
MUTATIEDATUM +1 werkdag
....
........
Effectuering PV-switch in aansluitingenregister op 00.00 uur
Versturen stamgegevens
Beoordeling van de ingediende PV-switch en versturen GAIN- en LOSS berichten: uiterlijk de werkdag na ontvangst van de aanvraag PV-switch
2.5.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen Gegevensuitwisseling. 2.5.3.1 Melden en beoordelen PV-switch
1. De leverancier verstuurt de “melding PV-switch” naar de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder verwerkt de aanvraag van de leverancier. Hierbij beoordeelt hij de aanvraag op de volgende punten: a. Is de “melding PV-switch” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het aansluitingenregister van de betreffende netbeheerder? c. Is op het moment van verwerking van het “verzoek PV-switch” het veld EAN-code leverancier gevuld in het aansluitingenregister met de EAN-code van de initiërende leverancier? d. Ligt datum van indienen tenminste 5 werkdagen en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum?
Pag. 38 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
e. Heeft de opgegeven programmaverantwoordelijke een volledige erkenning volgens het PV-register (elektriciteit of gas)? f. Is er geen nog niet geëffectueerd verzoek leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde levering ingediend voor een eerdere of dezelfde mutatiedatum? g. Is de aansluiting niet geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties? 3. Indien tenminste één van de vragen bij 2a tot en met 2g negatief wordt beantwoord dan kan de netbeheerder de “melding PV-switch” niet verwerken en wordt uiterlijk de werkdag na ontvangst van de melding een afwijzing (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) verstuurd naar de actuele leverancier. De redenen die de netbeheerder kan hebben om de melding PVswitch niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag. b. EAN-code van de aansluiting onbekend in het aansluitingenregister van de netbeheerder. c. Het veld EAN-code leverancier is niet gevuld op het moment van de verwerking van de “melding PV-switch” met de EAN-code van de aanvragende leverancier. d. De gewenste mutatiedatum ligt buiten het venster van tenminste 5 werkdagen en maximaal 20 werkdagen in de toekomst. e. De opgegeven programmaverantwoordelijke heeft geen volledige erkenning volgens het PV-register. f. Er is reeds een nog niet geëffectueerde leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde levering ingediend. g. De aansluiting is geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties. 4. De leverancier verwerkt de afwijzing. 5. Indien de netbeheerder de melding PV-switch kan verwerken, dan worden uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding PV-switch” het bericht GAIN (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke en het bericht LOSS (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de oude programmaverantwoordelijke verstuurd. 6. De leverancier ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 7. De nieuwe programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 8. De oude programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 9. De meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 10. De netbeheerder plant de aanvraag van de leverancier in voor verwerking in het aansluitingenregister.
Pag. 39 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Leverancier
2.5.3.2 Verwerken PV-switch in aansluitingenregister Verwerken stamgegevens
3
Nieuwe PV
Stamgegevens
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Netbeheerder
Meetverantwoordelijke
Oude PV
4
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
5
Ingeplande mutatie van het aansluitingenregister Verwerken mutatie aansluitingenregister
Trigger
Versturen stamgegevens
1
2
1. De netbeheerder verwerkt de “melding PV-switch” in het aansluitingenregister. 2. De netbeheerder verstuurt uiterlijk de werkdag na de mutatiedatum de stamgegevens naar de leverancier, de nieuwe programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). De stamgegevens betreffen de waarden zoals deze op mutatiedatum in het aansluitingenregister gelden. 3. De leverancier verwerkt de stamgegevens. 4. De nieuwe programmaverantwoordelijke verwerkt de stamgegevens. 5. De meetverantwoordelijke verwerkt de stamgegevens. 2.5.4 Correctie bij het proces Individuele PV-switch GV Het effect van foutieve PV registratie in het aansluitingenregister kan serieuze impact hebben voor grootverbruikaansluitingen. Richtlijn is dat foutieve registratie zal worden hersteld middels reguliere ketenprocessen, zoals beschreven in dit hoofdstuk. De indientermijnen in het grootverbruikregime bieden leveranciers en programmaverantwoordelijken de mogelijkheid om vroegtijdig fouten te signaleren en te corrigeren voorafgaand aan de mutatiedatum in het aansluitingenregister. Zowel de leveranciers (bij het indienen van de mutatieprocessen) als de programmaverantwoordelijken dienen controleprocessen in te richten om de GAIN/LOSS berichten te controleren op correctheid. Indien er onverhoopt toch een foute toewijzing heeft plaatsgevonden dan wordt er als volgt gehandeld:
Pag. 40 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
1. Als de leverancier de fout constateert, dan neemt deze contact op met de betrokken PV en herstelt in overleg de situatie door het indienen van een PVswitch. 2. Als de onterecht toegewezen PV de fout constateert dan neemt deze contact op met de betreffende leverancier en verzoek deze de situatie recht te zetten door het indienen van een PV-switch. 3. De leverancier dient een individuele PV-switch in. 4. Bilateraal overleg is onvermijdelijk in geval er een foutieve toewijzing heeft plaatsgevonden. In dit bilateraal overleg kunnen detailafspraken worden gemaakt. Omdat met het reguliere switchproces de situatie wordt hersteld (niet met terugwerkende kracht), wordt er in de allocatie en reconciliatie niets hersteld. Het effect op de reconciliatie is afhankelijk van de bij beide switches gebruikte standen.
Pag. 41 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.6
Versie 6.0
Periodieke meterstand en verbruik
PERIODIEKE STAND EN VERBRUIK GV
Vastgestelde stand Collecteren meterstand
Berekenen verbruik
MV
MV
Vastgestelde stand en verbruik
Distribueren Meterstand en verbruik RNB
Bepalen SJV en distributie stamdata RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
2.6.1 Inleiding De meetverantwoordelijke zal in het proces Periodieke meterstand en verbruik mogelijk contact hebben met de klant, teneinde een klantstand te verwerven. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in deze paragraaf. Bij het verwerven van een klantopname is echter wel relevant dat het contact (schriftelijk, telefonisch, internet, etc.) met de afnemer heeft plaatsgevonden. Voor de deelprocessen “Collecteren stand”, “Berekenen verbruik”, zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. Het deelprocessen “Distribueren stand en verbruik” en “Bepalen SJV en distributie stamdata” worden niet beschreven in deze paragraaf.
Pag. 42 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.6.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
De meetverantwoordelijke stelt alle meterstanden en verbruiken voor bemeten grootverbruikaansluitingen vast. Binnen de definitie van periodieke standen en verbruiken, zoals deze gehanteerd wordt in deze procesbeschrijving, vallen de volgende meterstanden en verbruiken: o gas: periodieke opname van handopgenomen grootverbruikaansluitingen; o elektriciteit: maandelijkse opname van handopgenomen grootverbruikaansluitingen; o elektriciteit: jaarlijks bemeten indien artikel 1 lid 2 of 3 van de Elektriciteitswet met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3*80A; o elektriciteit: maandelijkse tellerstanden en verbruiken van continue bemeten aansluitingen. De periodieke meterstand voor een handopgenomen grootverbruikaansluiting gas wordt minimaal jaarlijks vastgesteld door de meetverantwoordelijke en verstuurd naar de regionale netbeheerder. Voor continu bemeten aansluitingen gas worden geen periodieke meetdata uitgewisseld; deze informatie wordt via de telemetrieketen uitgewisseld. De volumecorrecties die volgen uit de halfjaarlijkse opname van continue bemeten aansluitingen gas, worden als correctie-energie middels de allocatie aan de leverancier beschikbaar gesteld. Om te bepalen met welke frequentie (maandelijks, jaarlijks) een stand gecollecteerd dient te worden in het deelproces “Collecteren stand”, kan de meetverantwoordelijke gebruik maken van het kenmerk “meetmethode” uit het stamgegevensbericht.
Termijnen Voor aansluitingen elektriciteit met een capaciteit van > 3x80A en < 0,1 MW op laagspanning, die niet voorzien zijn van een continue meter, neemt de meetverantwoordelijke maandelijks de meterstand op, in de periode 5 werkdagen voor en 5 werkdagen na de maandwisseling. Voor grootverbruikaansluitingen gas die niet continue bemeten zijn, neemt de meetverantwoordelijke tenminste één keer per jaar de meterstand op, in de 6 weken voorafgaande aan de afrekenmaand (genoemd in het aansluitingenregister). De meetverantwoordelijke zal de vastgestelde meterstanden en verbruiken aanleveren aan de regionale netbeheerder en zorgt ervoor dat de netbeheerder deze binnen de volgende termijnen ontvangen heeft: o periodieke opname van handopgenomen grootverbruikaansluitingen gas: uiterlijk de 10e werkdag na de dag van vaststelling; o maandelijkse opname grootverbruikaansluitingen elektriciteit met een capaciteit > 3x80A en < 0,1 MW: uiterlijk de 10e werkdag na de dag van vaststelling; o maandelijkse meterstanden en verbruiken van continue bemeten aansluitingen elektriciteit: uiterlijk de 10e werkdag van de maand na de maand waarop de meterstanden en verbruiken betrekking hebben.
Pag. 43 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Tijdslijnen proces Periodieke stand en verbruik GV Tijdslijnen van proces PERIODIEKE METERSTAND EN VERBRUIK GV Gas, handopname, jaarlijks 6 weken voor AFREKENMAAND ........
........
10e werkdag na VASTSTELLING METERSTAND
1e dag van AFREKENMAAND ........
........
........
........
........
Uiterste dag voor: # Aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan netbeheerder Periode van de jaarlijkse opname door meetverantwoordelijke
Elektriciteit, continue bemeten, maandelijks 10e werkdag na VASTSTELLING METERSTAND
MAANDWISSELING ........
........
........
........
Uiterste dag voor # aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan netbeheerder
Elektriciteit, handopname, maandelijks 5 werkdagen voor MAANDWISSELING ........
MAANDWISSELING ........
5 werkdagen na MAANDWISSELING ........
Periode van maandopname
10e werkdag na MAANDWISSELING ........
........
Uiterste dag voor: # aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan netbeheerder
2.6.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling. 2.6.3.1 Collecteren meterstand
1. Voor welke populatie aansluitingen een periodieke stand gecollecteerd dient te worden, wordt bepaald door (een combinatie van): a. de meetmethode; b. de afrekenmaand (genoemd in het aansluitingenregister); c. de capaciteit van de aansluiting (elektriciteit, maandopname); d. de tijd verstreken sinds de activering van de meter of de vorige uit- of aflezing (continue bemeten, halfjaarlijkse opname). In geval van een handopgenomen meter zal de meetverantwoordelijke een stand uit- of aflezen of de afnemer verzoeken om een stand door te geven (via een meterstandenkaart, internet, telefoonservice).
Pag. 44 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
In geval van een jaarlijkse opname bij aansluitingen gas, dient de opname in de 6 weken voorafgaande aan de afrekenmaand (genoemd in het aansluitingenregister) plaats te vinden. De maandelijkse opname voor aansluitingen elektriciteit met een capaciteit > 3x80A en < 0,1 MW die niet voorzien zijn van een continue meter, dient plaats te vinden binnen de periode van 5 werkdagen voor en 5 werkdagen na de maandwisseling. 2. De meetverantwoordelijke zal de gecollecteerde meterstanden valideren, conform het gestelde in de Informatiecode (paragrafen 6.2 (elektriciteit) en 6.4 (gas)). 3. Indien de meetverantwoordelijke redelijkerwijs niet in staat is de tellerstand uit of af te lezen of de aangeslotene heeft geen meterstand aangeleverd, berekent de meetverantwoordelijke een stand conform het gestelde in de Informatiecode (paragrafen 6.3.1 (elektriciteit) en 6.5.1 (gas)). 4. Indien de meterstanden niet voldoen aan de validatieregels wordt de data door de meetverantwoordelijke (opnieuw) afgelezen en/of wordt in overleg met de aangeslotene vastgesteld dat het gemeten verbruik overeenkomt met het verbruik dat zou mogen worden verwacht. 5. Indien de meterstanden voldoen aan de validatieregels, stelt de meetverantwoordelijke de meterstanden vast, uiterlijk één werkdag na datacollectie. 2.6.3.2 Berekenen verbruik
1. De meetverantwoordelijke berekent het verbruik met behulp van de vastgestelde meterstand, de voorlaatste vastgestelde meterstand en de (technische) metergegevens conform het gestelde in de Informatiecode (paragrafen 6.2.1 en 6.4.1). 2. De meetverantwoordelijke verstuurt de vastgestelde meterstanden en het verbruik aan de regionale netbeheerder en zorg ervoor dat de netbeheerder de meetdata ontvangt binnen de volgende termijnen: a. jaarlijkse opname van aansluitingen gas: uiterlijk 10e werkdag na de dag van vaststelling; b. maandelijkse opname aansluitingen elektriciteit met een capaciteit > 3x80A en < 0,1 MW: uiterlijk 10e werkdag na de dag van vaststelling; c. maandelijkse meterstanden en verbruiken van continue bemeten aansluitingen elektriciteit: uiterlijk de 10e werkdag van de maand na de maand waarop de meterstanden en verbruiken betrekking hebben.
Pag. 45 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
3. De netbeheerder ontvangt en verwerkt de meterstanden en verbruik van de meetverantwoordelijke.
Pag. 46 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.7
Versie 6.0
SJV bepaling en distributie meetgegevens
Totaalplaat
SJV bepaling & distributie meetdata GV Verbruik en evt. meterstand
Distribueren meetdata
Verbruik en evt. meterstand Facturatie
RNB
RNB/LV
Vaststellen meterstand en berekenen verbruik
Reconciliatie
RNB
MV
Meterstand en verbruik
Bepalen SJV en distributie stamdata
Stamgegevens
RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Allocatie
LV/PV/MV
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
LV = Leverancier RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
2.7.1 Inleiding In deze paragraaf wordt het proces “SJV bepaling en distributie meetgegevens” voor een grootverbruikaansluiting beschreven. Dit proces beschrijft het generieke proces van de netbeheerder om meetgegevens te ontvangen van de meetverantwoordelijke en deze meetgegevens te distribueren naar de leveranciers. Daarnaast bepaalt de netbeheerder het standaardjaarverbruik en distribueert dit standaardjaarverbruik naar de marktpartijen. Voor de deelprocessen “Distribueren meetdata” en “Bepalen SJV en distributie stamdata” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft.
Pag. 47 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.7.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
De regionale netbeheerder bewaakt de tijdige ontvangst van verbruiken (en eventueel meterstanden) van de meetverantwoordelijke en stelt deze meterstanden en de bijbehorende verbruiken beschikbaar aan de actuele leverancier. Indien de meetverantwoordelijke in gebreke blijft en geen verbruik aanlevert voor bemeten (behoudens anders bemeten) grootverbruikaansluitingen, bepaalt de netbeheerder een verbruik en distribueert dit verbruik naar de leverancier en (ook) naar de meetverantwoordelijke. De regionale netbeheerder voert voor grootverbruikaansluitingen gas de calorische correctie uit op het verbruik dat door de meetverantwoordelijke is bepaald. De leverancier bewaakt dat hij de meetdata tijdig ontvangt van de netbeheerder. Voor anders bemeten en onbemeten grootverbruikaansluitingen bepaalt de netbeheerder het periodieke verbruik en heeft daarmee de rol van meetverantwoordelijke in het aansluitingenregister. De netbeheerder verstuurt het verbruik van anders bemeten en onbemeten grootverbruikaansluitingen middels het verbruiksbericht naar de leverancier.
Termijnen: De regionale netbeheerder stelt de vastgestelde verbruiken (en eventueel vastgestelde meterstanden) voor handopgenomen grootverbruikaansluitingen gas, uiterlijk de 20e werkdag van de afrekenmaand (genoemd in het aansluitingenregister) beschikbaar aan de actuele leverancier. In geval van een maandelijks opgenomen profielgrootverbruikaansluiting gas stelt de regionale netbeheerder de vastgestelde verbruiken (en eventeel de meterstanden) uiterlijk de 20e werkdag van de maand na de maand waarop de gegevens betrekking hebben, beschikbaar aan de actuele leverancier. De regionale netbeheerder stelt de vastgestelde verbruiken (en eventuele meterstanden) voor handopgenomen grootverbruikaansluitingen elektriciteit, uiterlijk de 15e werkdag van de afrekenmaand (genoemd in het aansluitingenregister) beschikbaar aan de leverancier. In geval van een maandopgenomen profielgrootverbruikaansluiting elektriciteit stelt de regionale netbeheerder de vastgestelde verbruiken (en eventuele meterstanden) uiterlijk de 15e werkdag van de maand volgend op de maand waarop de gegevens betrekking hebben beschikbaar aan de leverancier. In geval van een telemetriegrootverbruikaansluiting elektriciteit stelt de regionale netbeheerder de vastgestelde verbruiken uiterlijk op de 15e werkdag na de maand waarop de gegevens betrekking hebben beschikbaar aan de leverancier.
De netbeheerder bepaalt het standaard jaarverbruik en verstuurt de stamgegevens uiterlijk 5 werkdagen na ontvangst van de meetgegevens van de meetverantwoordelijke naar de actuele marktpartijen in het aansluitingenregister. De netbeheerder bepaalt het jaarverbruik en verstuurt de stamgegevens conform de termijnen in de Informatiecode. Bij mutatieprocessen worden verbruik (en eventuele meterstand) uiterlijk de 10e werkdag van de maand volgend op de mutatiedatum door de meetverantwoordelijke bepaald en aan de netbeheerder aangeleverd.
Pag. 48 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
De netbeheerder verstuurt het verbruik (en de eventuele meterstand) in de maand na afloop van de betreffende verbruiksperiode respectievelijk aan (indien aanwezig) de oude en de initiërende leverancier. o De netbeheerder levert de meterstand en het verbruik uiterlijk de 15e werkdag van de maand na de mutatiedatum aan bij (indien aanwezig) de oude leverancier. o De netbeheerder levert de meterstand en het verbruik uiterlijk de 15e werkdag de bepaling maand na en de mutatiedatum aan bij de initiërende Tijdslijnen procesvan SJV distributie meetgegevens GV leverancier.
Tijdslijnen van proces PERIODIEKE METERSTAND EN VERBRUIK GV GAS 10e dag na VASTSTELLING METERSTAND
Gas, handopname, jaarlijks
........
20e werkdag van AFREKENMAAND ........
........
Uiterste dag voor: # Ontvangst periodieke meterstand en verbruik van meetverantwoordelijke
Uiterste dag voor: # Aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan leverancier # Versturen van de stamgegevens naar de actuele marktpartijen 10e werkdag na MAANDWISSELING
Gas, handopname, maandelijks
20e werkdag na MAANDWISSELING
........
........
........
Uiterste dag voor: # Ontvangst periodieke meterstand en verbruik van meetverantwoordelijke
Uiterste dag voor: # Aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan leverancier # Versturen van de stamgegevens naar de actuele marktpartijen
4e werkdag na MAANDWISSELING
Gas, continue bemeten, maandelijks
........
........
16e werkdag na MAANDWISSELING ........
........
Uiterste dag voor: # Ontvangst periodieke meterstand en verbruik van meetverantwoordelijke
Uiterste dag voor: # Aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan leverancier # Versturen van de stamgegevens naar de actuele marktpartijen
Tijdslijnen van proces SJV BEPALING EN DISTRIBUTIE MEETDATA BIJ MUTATIEPROCES
.......
De volgende maand +10 werkdagen na MUTATIEDATUM
MUTATIEDATUM
De volgende maand +15 werkdagen na MUTATIEDATUM
........
........
........
........
Uiterste dag voor # Ontvangst meterstand en verbruik van meetverantwoordelijke
Effectuering van mutatieproces in aansluitingenregister
Uiterste dag voor: # Versturen meterstand en verbruik aan leverancier # Versturen van de stamgegevens naar de actuele marktpartijen
Tijdslijnen proces SJV bepaling en distributie meetgegevens GV Tijdslijnen van proces PERIODIEKE METERSTAND EN VERBRUIK GV ELEKTRICITEIT 10e dag na VASTSTELLING METERSTAND
Elektriciteit, handopname, jaarlijks
........
15e werkdag van AFREKENMAAND ........
........
Uiterste dag voor: # Ontvangst periodieke meterstand en verbruik van meetverantwoordelijke
Uiterste dag voor: # Aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan leverancier # Versturen van de stamgegevens naar de actuele marktpartijen 10e werkdag na MAANDWISSELING
Elektriciteit, handopname, maandelijks
15e dag na MAANDWISSELING
........
........
Uiterste dag voor: # Ontvangst periodieke meterstand en verbruik van meetverantwoordelijke
10e werkdag na MAANDWISSELING
Elektriciteit, continue bemeten, maandelijks
........
........
........
Uiterste dag voor: # Aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan leverancier # Versturen van de stamgegevens naar de actuele marktpartijen 15e dag na MAANDWISSELING
........
Uiterste dag voor: # Ontvangst periodieke meterstand en verbruik van meetverantwoordelijke
........
Uiterste dag voor: # Aanleveren periodieke meterstand en verbruik aan leverancier # Versturen van de stamgegevens naar de actuele marktpartijen
Tijdslijnen van proces SJV BEPALING EN DISTRIBUTIE MEETDATA BIJ MUTATIEPROCES
.......
De volgende maand +10 werkdagen na MUTATIEDATUM
MUTATIEDATUM ........
Effectuering van mutatieproces in aansluitingenregister
........
De volgende maand +15 werkdagen na MUTATIEDATUM ........
Uiterste dag voor # Ontvangst meterstand en verbruik van meetverantwoordelijke
........
Uiterste dag voor: # Versturen meterstand en verbruik aan leverancier # Versturen van de stamgegevens naar de actuele marktpartijen
2.7.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling.
Pag. 49 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.7.3.1 Distribueren meetdata
1. De netbeheerder bewaakt dat hij tijdig meterstanden en verbruiken van de meetverantwoordelijke ontvangt in het kader van mutatieprocessen en periodieke verbruiksbepaling. 2. Wanneer niet tijdig meterstanden en verbruiken aangeleverd worden en bij geconstateerde tekortkomingen in de meetdata informeert de netbeheerder de meetverantwoordelijke en stelt deze zo nodig in gebreke. 3. Indien noodzakelijk bepaalt de regionale netbeheerder een verbruik conform het gestelde in de Informatiecode (paragrafen 6.3.1 en 6.5.1). Voor anders bemeten aansluitingen en onbemeten aansluitingen zal de netbeheerder geen meetgegevens ontvangen van een meetverantwoordelijke. Bij deze aansluitingen bepaalt de netbeheerder het verbruik op basis van lichturen, branduren, vermogen, bedrijfstijd of andere gegevens waarover de netbeheerder kan beschikken om een verbruik vast te stellen. 4. Voor verbruiken van aansluitingen gas voert de netbeheerder de calorische correctie uit. Dit geldt zowel voor de verbruiken die door de meetverantwoordelijke zijn aangeleverd als voor de verbruiken die de netbeheerder zelf heeft berekend. 5. De netbeheerder verstuurt het verbruik (en de meterstanden indien aangeleverd door de meetverantwoordelijke) naar de actuele leverancier, uiterlijk de werkdag na ontvangst indien de meetverantwoordelijke meetdata aangeleverd heeft en uiterlijk de 15e werkdag van de afrekenmaand (genoemd in het aansluitingenregister) voor jaaropgenomen elektriciteitsaansluitingen en uiterlijk de 20e werkdag van de afrekenmaand voor jaaropgenomen gasaansluitingen. De netbeheerder maakt gebruik van de gegevens in zijn aansluitingenregister, om te bepalen wie de verantwoordelijke leverancier is gedurende de verbruiksperiode. Indien de netbeheerder zelf een verbruik bepaald heeft (behoudens voor anders bemeten en onbemeten aansluitingen), distribueert de netbeheerder het verbruik
Pag. 50 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
(ook) naar de meetverantwoordelijke. De netbeheerder maakt gebruik van de gegevens in zijn aansluitingenregister, om te bepalen wie de meetverantwoordelijke is gedurende de verbruiksperiode. 6. De leverancier ontvangt de vastgestelde meterstanden en verbruiken van de netbeheerder. 7. Indien het verbruik is bepaald door de netbeheerder (behoudens voor anders bemeten en onbemeten aansluitingen): de meetverantwoordelijke ontvangt het door de netbeheerder bepaalde verbruik.
Pag. 51 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Nieuwe leverancier
2.7.3.2 Bepalen (standaard) jaarverbruik en distributie stamdata
Verwerken stamgegevens
4
Meetverantwoordelijke
Stamgegevens
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Nieuwe PV
5
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Netbeheerder
6
Meterstand en verbruik
Trigger
Versturen stamgegevens
Verwerken SJV in AR
Bepalen SJV
1
2
3
De netbeheerder dient deze stap uit te voeren voor: Profielgrootverbruik aansluitingen (SJV) Telemetrie grootverbruik aansluitingen (JV) 1. De netbeheerder bepaalt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk de vijfde werkdag na de ontvangst van de vastgestelde meterstand het standaardjaarverbruik conform het gestelde in de Informatiecode (paragraaf 6.6). 2. De netbeheerder bepaalt het jaarverbruik conform het gestelde in de Informatiecode (paragraaf 6.8). 3. De netbeheerder verwerkt het (standaard) jaarverbruik in het aansluitingenregister. 4. De netbeheerder verstuurt de stamgegevens uiterlijk de werkdag na effectuering in het aansluitingenregister naar de actuele leverancier, de programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke. 5. De leverancier ontvangt en verwerkt de stamgegevens. 6. De meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt de stamgegevens. 7. De programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt de stamgegevens.
Pag. 52 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.8
Versie 6.0
Meetverantwoordelijkeswitch met meterwissel Meetverantwoordelijkeswitch met meterwissel
Klant contact (offerte en contract) NMV
Klantmandaat
EANcode Opvragen stamdata aansluiting
Opvragen gegevens primaire deel meetinrichting
NMV
NMV
Gegevens primaire deel Uitvoeren meterwissel
Mutatiedatum Melden en beoordelen MV-switch
NMV
Afstemmen werkzaamheden met OMV
Opdracht wijziging Verwerken register
MV-switch in AR
NMV/RNB
Stamgegevens
RNB
Versturen verbruiksbericht NMV
Versturen meetreeks dag van meterwissel
LOSS
OMV
NMV
Stand (en verbruik) bij wegname LOSS
Versturen stand en verbruik bij wegname OMV
GAIN
Bepalen SJV en distributie stamdata RNB
Versturen stand bij plaatsing NMV
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
NMV = Nieuwe meetverantwoordelijke OMV = Oude meetverantwoordelijke RNB = Regionale netbeheerder LV = Leverancier
2.8.1 Inleiding In deze paragraaf wordt het proces meetverantwoordelijkeswitch met meterwissel voor een grootverbruikaansluiting beschreven. De meetverantwoordelijke zal ten gevolge van contact met de afnemer het proces MVswitch met meterwissel starten. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in dit hoofdstuk. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat en voldoende gegevens over de afnemer bekend zijn om de andere deelprocessen van het proces MV-switch met meterwissel te kunnen uitvoeren. De deelproces “Afstemmen werkzaamheden”, “Versturen meetgegevens dag van meterwissel” en “Versturen verbruiksbericht” worden beschreven met minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling die nodig is. Dit zijn bilaterale stappen tussen de betrokken marktpartijen die op hoofdlijnen worden beschreven en die zij naar eigen inzicht kunnen inrichten. Voor de deelprocessen “Opvragen gegevens primaire deel van de meetinrichting”, “Uitvoeren meterwissel”, “Melden en beoordelen MV-switch”, “Verwerken MV-switch in aansluitingenregister”, “Versturen meterstand en verbruik bij wegname”, “Bepalen SJV en distributie stamdata” en “Versturen meterstand bij plaatsing” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. De deelprocessen “Klantcontact” en “Opvragen stamdata aansluiting” worden niet in dit hoofdstuk beschreven.
Pag. 53 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.8.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV): De nieuwe meetverantwoordelijke draagt zorg dat hij van de afnemer minimaal die gegevens verkrijgt die nodig zijn voor het achterhalen van de EAN-code van de aansluiting. Dit hoofdstuk beschrijft de situatie van de MV-switch MET een meterwissel. Naast het proces MV-switch met meterwissel, is dit hoofdstuk ook van toepassing op de MV-switch waarbij geen meterwissel plaatsvindt en de meterwissel zonder MVswitch. De nieuwe meetverantwoordelijke op de aansluiting heeft een geldig mandaat (contract) van de afnemer voor toegang tot de technische en administratieve gegevens van de afnemer en aansluiting (zoals het opvragen vooraf van stamgegevens en technische stamdata). De nieuwe meetverantwoordelijke draagt zorg dat hij een klantmandaat heeft voor het uitvoeren van de MV-switch. De netbeheerder kan (achteraf) vragen het mandaat te overleggen. In de Algemene voorwaarden voor aansluiting en (transport) van de netbeheerder, alsmede de Aansluit en transportvoorwaarden Gas-RNB en de Netcode (resp 2.1.3 en 2.1.2) is geregeld dat de toegang tot de meetinrichting bereikbaar moet zijn voor de netbeheerder en de netbeheerder de noodzakelijke werkzaamheden moet kunnen uitvoeren. In de Meetcode Elektriciteit en de Meetvoorwaarden Gas-RNB is geregeld dat de netbeheerder de MV toegang moet verlenen in een aan de netbeheerder ter beschikking staande ruimte. Indien de MV na herhaaldelijk verzoek aan de afnemer geen toegang kan krijgen tot de voor zijn werkzaamheden benodigde ruimte kan de MV de betreffende netbeheerder verzoeken de afnemer te wijzen op de bereikbaarheid en/of toegang van de benodigde ruimten op grond van de algemene voorwaarden en codes. Indien de afnemer ook daar niet op reageert, kan meetverantwoordelijke de beheersovereenkomst met de aangeslotene opzeggen, Als na 10 werkdagen na het beëindigen van de beheersovereenkomst er geen andere beheersovereenkomst is, wordt de aansluiting door de netbeheerder gedeactiveerd. Alle netbeheerders en meetverantwoordelijken maken hun contactpersonen kenbaar, die te benaderen zijn indien toegang tot een meter/meetruimte (die door de netbeheerder afsluitbaar is) noodzakelijk is. Indien een meetverantwoordelijke ervoor zorgt dat de netbeheerder een meetverantwoordelijkeswitch voor 24.00 van de mutatiedatum heeft ontvangen, mag de netbeheerder deze niet afwijzen met als reden dat de switch te laat is ingediend. Ook als de MV-switch op vrijdag om 23.59 is ingediend en de netbeheerder verwerkt deze switch op de volgende werkdag, de maandag, dan zal deze switch op de vrijdag worden geëffectueerd en niet worden afgewezen wegens te laat indienen. De meetverantwoordelijke is verantwoordelijk voor het aanleveren van de meetdata voor de gehele dag waarop hij in het aansluitingenregister vermeld staat. Dit betekent voor elektriciteit vanaf 0:00 uur tot en met 23:59. Voor gas betekent dit vanaf 06:00 tot en met 05:59 op de volgende dag. Indien een metermutatie plaatsvindt van de meter van de ene meetverantwoordelijke naar de meter van een andere meetverantwoordelijke, blijft de meetverantwoordelijke die in het aansluitingenregister vermeld is, verantwoordelijk voor de meetdata van de gehele dag. De meetverantwoordelijke die volgens het aansluitingenregister verantwoordelijk is voor de aansluiting, dient de meetdata voor de dag waarop de meterwissel plaatsvindt aan te leveren. Dit houdt in dat de nieuwe meetverantwoordelijke
Pag. 54 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
vanaf 0:00 uur op de mutatiedatum verantwoordelijk is voor het aanleveren van de meetdata aan de netbeheerder. Zolang de “melding MV-switch” niet is doorgevoerd in het aansluitingenregister, blijft de oude meetverantwoordelijke verantwoordelijk voor het aanleveren van meetdata. De oude meetverantwoordelijke levert het verbruik aan vanaf de laatste opname tot de dag van de meterwissel, de nieuwe meetverantwoordelijke levert het verbruik aan van de dag van de meterwissel tot het eerstvolgende moment waarop een verbruik aangeleverd dient te worden. In het geval de meterwissel gedurende de maand plaatsvindt, bepaalt de netbeheerder de piek binnen de maand door de informatie van twee berichten over de betreffende maand te combineren. De nieuwe meetverantwoordelijke dient met de oude meetverantwoordelijke de volgende zaken af te stemmen: o de manier waarop de oude meetverantwoordelijke van de nieuwe meetverantwoordelijke te horen krijgt wanneer hij de laatste uitlezing, van de meter die zal worden weggenomen, dient uit te voeren; o overdracht van de meterstand bij wegname; o methode van overdracht van het verbruik van het begin van de dag tot het moment van wegname van de weggenomen meter op de dag van wisseling. De nieuwe meetverantwoordelijke stuurt het verbruiksbericht van de gehele dag van de mutatiedatum aan de netbeheerder. Dit bericht bevat het verbruik van het begin van de dag tot het moment van wegname gemeten door de oude meetverantwoordelijke, het niet gemeten verbruik dat door de nieuwe meetverantwoordelijke geschat is en het verbruik van het moment van plaatsing tot het einde van de dag gemeten door de nieuwe meetverantwoordelijke. De meetverantwoordelijkeswitch heeft geen impact op de uitvoering van de leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde levering. Er zijn voor de meetverantwoordelijkeswitch derhalve geen regels met betrekking tot kruisende processen.
Termijnen De netbeheerder dient de aanvraag uit het deelproces “opvragen gegevens primaire deel van de meetinrichting” binnen 5 werkdagen na ontvangst van de aanvraag te beantwoorden. De meetverantwoordelijke dient deze aanvraag derhalve minimaal 5 werkdagen voor de geplande meterwisseldatum bij de netbeheerder in te dienen. Een “melding MV-switch” kan in de periode 20 werkdagen tot en met de mutatiedatum door de nieuwe meetverantwoordelijke worden ingediend. Een positieve uitkomst van het deelproces “Melden en beoordelen MV-switch” is voor de netbeheerder een opdracht tot mutatie van het register op mutatiedatum, die input is voor deelproces “Verwerken MV-switch in aansluitingenregister”. Een “melding MV-switch” wordt uiterlijk één werkdag na ontvangst door de netbeheerder beoordeeld, waarbij uiterlijk één werkdag na ontvangst van de “melding MV-switch” de betrokken marktpartijen over het resultaat van de beoordeling zijn geïnformeerd. De stamgegevens worden 1 werkdag na de mutatiedatum van het aansluitingenregister verstrekt aan de marktpartijen die na effectuering van de mutatie actief zijn op de aansluiting. De oude meetverantwoordelijke stuurt de partiële meetdata tot het moment van wisseling op de dag van wisseling binnen 5 werkdagen na de mutatiedatum aan de nieuwe meetverantwoordelijke. De oude meetverantwoordelijke stuurt de meterstand (en verbruik) bij wegname binnen 5 werkdagen na de mutatiedatum aan de netbeheerder. De nieuwe meetverantwoordelijke stuurt de meterstand bij plaatsing binnen 5 werkdagen na de mutatiedatum aan de netbeheerder.
Pag. 55 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
De nieuwe meetverantwoordelijke stuurt de stamgegevens van de nieuwe meetinrichting binnen 5 werkdagen na de mutatiedatum aan de netbeheerder.
Tijdslijnen van proces MEETVERANTWOORDELIJKESWITCH MET METERWISSEL GV MUTATIEDATUM -20 werkdagen
MUTATIEDATUM -5 werkdagen ....
........
Eerste mogelijkheid voor het insturen van een verzoek meetverantwoordelijkeswitch
........
MUTATIEDATUM -1 werkdag
MUTATIEDATUM
MUTATIEDATUM +1 werkdag
Laatste mogelijkheid meetverantwoordelijke voor het opvragen van gegevens van het primaire deel van de meetinrichting
MUTATIEDATUM +5 werkdagen ........
....
Effectuering meetverantwoordelijkeswitch in aansluitingenregister op 00.00 uur
Versturen stamgegevens
Mutatiedatum tot 23:59: laatste mogelijkheid sturen meetverantwoordelijkeswitch
........
Uiterste dag voor aanleveren: # meetgegevens dag van meterwissel door OMV # stand (en verbruik) bij wegname door OMV # stand bij plaatsing door NMV # verbruik op dag van meterwissel door NMV aan RNB # gegevens nieuwe meetinrichting door NMV
Opleveren gegevens primaire deel van de meetinrichting door de netbeheerder: binnen 5 werkdagen na ontvangst aanvraag
Beoordeling van de ingediende meetverantwoordelijkeswitch en versturen GAIN en LOSS berichten: uiterlijk de werkdag na ontvangst van de aanvraag meetverantwoordelijkeswitch.
2.8.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling.
2.8.3.1 Afstemmen werkzaamheden
1. De nieuwe meetverantwoordelijke maakt afspraken met de oude meetverantwoordelijke over de volgende zaken: a. de datum waarop de meterwisseling zal worden uitgevoerd; b. de methode waarop de meterstand bij wegname door de nieuwe meetverantwoordelijke zal worden gecommuniceerd naar de oude meetverantwoordelijke; c. de methode waarmee de nieuwe meetverantwoordelijke de oude meetverantwoordelijke op de hoogte zal stellen van het moment waarop de laatste uitlezing van de meter zal plaatsvinden; d. de methode waarmee het verbruik op de dag van de meterwisseling tot het moment van wisseling van de weggenomen meter door de oude
Pag. 56 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
meetverantwoordelijke zal worden gecommuniceerd aan de nieuwe meetverantwoordelijke; e. de methode waarop de weggenomen meter door de nieuwe meetverantwoordelijke aan de oude meetverantwoordelijke zal worden overgedragen; 2. De nieuwe meetverantwoordelijke en de netbeheerder maken een afspraak over het verkrijgen van toegang tot de meterruimte.
2.8.3.2 Uitvoeren meterwissel
1. De nieuwe meetverantwoordelijke meldt de aanvang van de werkzaamheden bij de oude meetverantwoordelijke, zodat deze de laatste uitlezing van de oude meter kan verrichten. 2. De oude meetverantwoordelijke verricht de laatste meteruitlezing. 3. De nieuwe meetverantwoordelijke voert de meterwissel uit: a. Hij deactiveert de oude meter en neemt deze weg van de aansluiting; b. Hij plaatst de nieuwe meter op de aansluiting en activeert deze. 4. De nieuwe meetverantwoordelijke maakt indien van toepassing een schatting van het ongemeten verbruik op de aansluiting tijdens de periode tussen de wegname van de oude meter en de plaatsing van de nieuwe meter. 5. De nieuwe meetverantwoordelijk registreert de meterstand bij wegname van de oude meter en de meterstand bij plaatsing van de nieuwe meter. 6. De nieuwe meetverantwoordelijke stuurt de meterstand bij wegname aan de oude meetverantwoordelijke conform de daarvoor overeengekomen methode. 7. De oude meetverantwoordelijke ontvangt de meterstand bij wegname.
Pag. 57 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
8. De nieuwe meetverantwoordelijke stuurt binnen 5 werkdagen na mutatiedatum de stamgegevens van de nieuwe meetinrichting aan de netbeheerder. 9. De netbeheerder ontvangt en verwerkt de stamgegevens van de meetinrichting.
2.8.3.3 Melden en beoordelen Meetverantwoordelijkeswitch
1. De nieuwe meetverantwoordelijke stuurt de “melding meetverantwoordelijkeswitch” aan de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder verwerkt de “melding meetverantwoordelijkeswitch” van de meetverantwoordelijke. Hierbij beoordeelt hij de aanvraag op de volgende punten: a. Is de “melding meetverantwoordelijkeswitch” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het aansluitingenregister van de betreffende netbeheerder? c. Ligt datum van indienen tenminste op de mutatiedatum en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum? d. Is de nieuwe meetverantwoordelijke als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder? e. Is de aansluiting vrijgegeven voor geautomatiseerde mutaties? 3. Indien tenminste één van de vragen bij 2a tot en met 2e negatief wordt beantwoord dan kan de netbeheerder de melding niet verwerken en verstuurt hij een afwijzing naar de nieuwe meetverantwoordelijke binnen een werkdag na ontvangst van de “melding meetverantwoordelijkeswitch” (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). De oude meetverantwoordelijke blijft daardoor verantwoordelijke voor het aanleveren van meetdata voor de betreffende aansluiting. De redenen die de netbeheerder kan hebben om een “melding meetverantwoordelijkeswitch” niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag. b. EAN-code van de aansluiting onbekend in het aansluitingenregister van de netbeheerder.
Pag. 58 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
c. De gewenste mutatiedatum ligt buiten het venster van de mutatiedatum en maximaal 20 werkdagen in de toekomst. d. De meetverantwoordelijke is niet als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder of het is vanuit de Energiekamer niet toegestaan om aanvragen van deze meetverantwoordelijke in behandeling te nemen. e. De aansluiting is geblokkeerd voor de verwerking van geautomatiseerde mutaties. 4. De nieuwe meetverantwoordelijke verwerkt de afwijzing. 5. Indien de netbeheerder de “melding meetverantwoordelijkeswitch” van de nieuwe meetverantwoordelijke kan verwerken, dan verstuurt hij het bericht GAIN naar de nieuwe meetverantwoordelijke en het bericht LOSS naar de oude meetverantwoordelijke (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). De GAIN en LOSS worden binnen een werkdag na ontvangst van het “verzoek meetverantwoordelijkeswitch” verstuurd. 6. De nieuwe meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht GAIN. 7. De oude meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bericht LOSS. 8. De netbeheerder plant de aanvraag van de nieuwe meetverantwoordelijke in voor verwerking in het aansluitingenregister.
Leverancier
2.8.3.4 Verwerken meetverantwoordelijkeswitch in aansluitingenregister Verwerken stamgegevens
3
PV
Stamgegevens
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Netbeheerder
Nieuwe meetverantwoordelijke
4
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Versturen verbruiksberichten
5
Ingeplande mutatie van het aansluitingenregister Verwerken mutatie aansluitingenregister
Trigger
Versturen stamgegevens
1
2
1. De netbeheerder verwerkt de “melding meetverantwoordelijkeswitch” in het aansluitingenregister. 2. De netbeheerder verstuurt de stamgegevens naar de leverancier, de PV en de nieuwe meetverantwoordelijke (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). De stamgegevens betreffen waarden zoals deze op mutatiedatum geldend zijn.
Pag. 59 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
3. De leverancier verwerkt de stamgegevens. 4. De PV verwerkt de stamgegevens. 5. De nieuwe meetverantwoordelijke verwerkt de stamgegevens. 2.8.3.5 Versturen meetgegevens dag van meterwissel
1. De oude meetverantwoordelijke stuurt binnen 5 werkdagen na mutatiedatum een bestand met daarin de meetgegevens van het begin van de dag tot het moment van wegname van de oude meter op de dag van meterwisseling aan de nieuwe meetverantwoordelijke. Hierbij hanteren de partijen een procedure die zij bilateraal zijn overeengekomen 2. De nieuwe meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het bestand met daarin de meetgegevens van het begin van de dag tot het moment van meterwisseling op de dag van meterwisseling. 2.8.3.6 Versturen verbruiksbericht
1. De nieuwe meetverantwoordelijke stuurt binnen 5 werkdagen na mutatiedatum het verbruiksbericht voor de volledige dag waarop de meterwissel heeft plaatsgevonden aan de netbeheerder. Dit bericht bevat: a. de verbruiksgegevens van het begin van de dag tot het moment van wegname van de oude meter op de dag van meterwisseling;
Pag. 60 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
b. de schatting van het ongemeten verbruik tussen het moment van wegname van de oude meter en het moment van plaatsing van de nieuwe meter; c. de verbruiksgegevens vanaf het moment van plaatsing van de nieuwe meter op de dag van meterwisseling tot het einde van de dag. 2. De netbeheerder ontvangt en verwerkt het verbruiksbericht van de nieuwe meetverantwoordelijke.
Oude meetverantwoordelijke
2.8.3.7 Versturen meterstand en verbruik bij wegname
Ontvangen en verwerken stand bij wegname Versturen stand bij wegname
1 Trigger
Netbeheerder
Facturatiedata
Ontvangen en verwerken stand bij wegname
Bepalen SJV en distributie
2
1. De oude meetverantwoordelijke stuurt de meterstand bij wegname en het verbruik in de periode van de laatste opname tot de wegname van de meter aan de netbeheerder. 2. De netbeheerder ontvangt en verwerkt de meterstand bij wegname en het verbruik in de periode tot de wegname van de meter van de oude meetverantwoordelijke.
Nieuwe meetverantwoordelijke
2.8.3.8 Versturen meterstand bij plaatsing
Opnemen stand bij plaatsing Versturen stand bij plaatsing
1 Trigger
Netbeheerder
Facturatiedata
Ontvangen en verwerken stand bij plaatsing
2
1. De nieuwe meetverantwoordelijke stuurt de meterstand bij plaatsing en het ongemeten verbruik aan de netbeheerder. 2. De netbeheerder ontvangt de meterstand bij plaatsing en het ongemeten verbruik van de nieuwe meetverantwoordelijke.
Pag. 61 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.8.4
Versie 6.0
Correctie bij het proces MV-switch, bijzondere situaties en fallback scenario’s
In een enkel geval kan het voorkomen dat de planning niet volledig volgens eerder voorgeschreven schema wordt gehaald. In dat geval treedt er een alternatief scenario in werking. Merk op dat in alle gevallen de meetverantwoordelijke, die in het aansluitingenregister als verantwoordelijke voor de aansluiting staat, verantwoordelijk is voor (de tijdige aanlevering van) de meetdata voor allocatie aan de netbeheerder. Indien MV-switch niet op tijd wordt ingediend. In het DPM wordt aangegeven dat de nieuwe meetverantwoordelijke uiterlijk op de dag van de meterwissel de meetverantwoordelijkeswitch zou moeten indienen bij de netbeheerder. Het kan echter (in uitzonderingsgevallen) voorkomen dat werkzaamheden uitlopen waardoor de nieuwe meetverantwoordelijke pas de dag volgend op de meterwissel de meetverantwoordelijkeswitch indient bij de netbeheerder. In dat geval blijft de oude meetverantwoordelijke verantwoordelijk voor de meetdata voor allocatie over de dag van de meterwissel, inclusief het zenden ervan naar de netbeheerder. Omdat de oude meetinrichting al is afgenomen, dient de oude meetverantwoordelijke in dit uitzonderlijke geval gebruik te maken van de meetdata van de nieuwe meetverantwoordelijke of indien dit niet mogelijk is op basis van berekening. Indien de wisseling van meter stagneert Indien blijkt dat de wisseling van de meter niet volgens planning lukt, dan wordt door de nieuwe meetverantwoordelijke geen bericht met het verzoek voor de meetverantwoordelijke switch ingediend bij de netbeheerder. Het gehele proces schuift een of meerdere dagen op. Mocht de meetverantwoordelijkeswitch wel al zijn ingediend, met de gedachte dat de meterwissel succesvol zou verlopen op gepland moment, dan regelt de nieuwe meetverantwoordelijke met de oude meetverantwoordelijke dat de meetdata vanaf de effectueringdag van de meetverantwoordelijkeswitch tot moment van werkelijke meterwisseling dat de meetdata bij de nieuwe meetverantwoordelijke komt. Aanleveren van meetdata stagneert Zodra de meetverantwoordelijkeswitch is doorgevoerd is de nieuwe meetverantwoordelijke verantwoordelijk voor het aanleveren van de meetdata voor allocatie en de billing data. Mocht de nieuwe meetverantwoordelijke de meetdata niet tijdig aanleveren, dan wordt hij hierop aangesproken door de netbeheerder. Hiervoor wordt in het geval van een continue meetinrichting elektriciteit gebruik gemaakt van het proces zoals beschreven in het ‘spoorboekje’. In het geval van een continue meetinrichting gas, kan het veld correctie- of restenergie gebruikt worden om het niet tijdig aangeleverde verbruik alsnog aan te leveren. Aanleveren van meetdata aan de nieuwe meetverantwoordelijke Bij een meetverantwoordelijkeswitch met een meterwissel kan de nieuwe meetverantwoordelijke als reminder, middels een mail, de meetdata opvragen bij de oude meetverantwoordelijke. Zij kan dan gelijktijdig aangeven op welke wijze (plaats en formaat) zij de meetdata wenst te ontvangen. Afwijzing MV-switch Bij het indienen door de nieuwe meetverantwoordelijke van de meetverantwoordelijkeswitch waarbij ook een meterwissel uitgevoerd wordt, kan het voorkomen dat het switchverzoek wordt afgewezen. De nieuwe meetverantwoordelijke wordt hiervan middels het bericht “afwijzing meetverantwoordelijkeswitch” op de hoogte gebracht.
Pag. 62 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
De nieuwe meetverantwoordelijke zal ten eerste nagaan of hij/zij binnen de gestelde termijn (dus nog op de meterwisseldag) de reden van afwijzing kan oplossen en alsnog een switchbericht kan insturen dat wel wordt geaccepteerd. Lukt dit niet, dan zal de nieuwe meetverantwoordelijke uiterlijk de eerstvolgende werkdag 10.00 uur contact opnemen met de oude (dan nog actieve) meetverantwoordelijke, om in onderling overleg te waarborgen dat de meetdata voor allocatie door de juiste meetverantwoordelijke (de meetverantwoordelijke in het aansluitregister, in deze situatie zal dat de oude meetverantwoordelijke zijn) naar de netbeheerder wordt verzonden tot het moment dat de meetverantwoordelijkeswitch wel doorgang vindt. De nieuwe meetverantwoordelijke zal meteen in overleg treden met de netbeheerder om te bepalen hoe deze situatie kan worden opgelost, zodat zo spoedig mogelijk de meetverantwoordelijkeswitch wel doorgevoerd kan worden.
Pag. 63 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.9
Versie 6.0
Beëindigen meetverantwoordelijkheid
BEËINDIGEN MEETVERANTWOORDELIJKHEID GV
Opzegging beheerovereenkomst
Klant contact
Melden en Beoordelen beëindiging meetverantwoordelijkheid
MV
MV/RNB
Opdracht wijziging register
Verwerken melding beëindiging meetverantwoordelijkheid in AR
Stamgegevens
Verwijderen meetinrichting MV
RNB
Deactiveren aansluiting RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
2.9.1 Inleiding In deze paragraaf wordt het proces Beëindigen meetverantwoordelijkheid voor een grootverbruikaansluiting beschreven. De meetverantwoordelijke zal in dit proces mogelijk contact hebben met de klant. Hoe dit contact plaatsvindt wordt niet beschreven in deze paragraaf. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij voldoende gegevens van de afnemer zijn verkregen om de andere deelprocessen van het proces Beëindigen meetverantwoordelijkheid te kunnen uitvoeren. Voor de deelprocessen “Melden en beoordelen beëindiging meetverantwoordelijkheid” en “Verwerken melding beëindiging meetverantwoordelijkheid in het aansluitingenregister” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. De deelprocessen “Verwijderen meetinrichting” en “Deactiveren aansluiting” worden beschreven met minimale activiteiten en minimale informatie-uitwisseling die noodzakelijk is.
2.9.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
De netbeheerder zal aansluitingen, waarop in het aansluitingenregister geen meetverantwoordelijke geregistreerd staat, deactiveren. Indien er zich situaties voordoen die niet zijn voorzien in de regelingen, bepaalt de netbeheerder, in overleg met de aangeslotene en meetverantwoordelijke, welke maatregelen nodig zijn, rekening houdend met de technische hoedanigheid van de installatie van de desbetreffende aangeslotene en de belangen van alle aangeslotenen. Er zijn voor de afhandeling van de melding beëindiging meetverantwoordelijkheid door de netbeheerder geen regels met betrekking tot kruisende processen.
Pag. 64 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Het beëindigen van de meetverantwoordelijkheid is aanleiding om een meterstand en verbruik vast te stellen en te distribueren: o Indien als gevolg van het beëindigen van de meetverantwoordelijkheid de meetinrichting wordt verwijderd, vindt het vaststellen en communicatie van de meterstand en verbruik plaats zoals beschreven in het proces “meetverantwoordelijkeswitch met meterwissel” (paragraaf 2.6). o Indien als gevolg van het beëindigen van de meetverantwoordelijkheid de aansluiting gedeactiveerd wordt, vindt het vaststellen en communicatie van de meterstand en verbruik plaats zoals beschreven in het proces “Einde levering” (paragraaf 2.4). o Indien de meetinrichting niet verwijderd wordt en de aansluiting niet gedeactiveerd wordt, stelt de meetverantwoordelijke een meterstand en verbruik, uiterlijk de 10e werkdag van de maand na de maand waarin de mutatie heeft plaatsgevonden, vast en communiceert deze naar de netbeheerder. Indien zich geen nieuwe meetverantwoordelijk voor de aansluiting gemeld heeft na het einde van de beheerovereenkomst, continueert de meetverantwoordelijke gedurende 10 werkdagen na het einde van de beheerovereenkomst de meting of totdat binnen deze termijn een nieuwe meetverantwoordelijke zich meldt.
Termijnen De meetverantwoordelijke informeert uiterlijk 2 werkdagen na beëindiging van de beheerovereenkomst de verantwoordelijke leverancier hierover. De meetverantwoordelijke dient uiterlijk 2 werkdagen na beëindiging van de beheerovereenkomst een “melding beëindigen meetverantwoordelijkheid” in bij de netbeheerder. De netbeheerder beoordeelt de “melding beëindigen meetverantwoordelijkheid” uiterlijk 1 werkdag na ontvangst en informeert de meetverantwoordelijke over het resultaat van de beoordeling (bevestiging/afwijzing). Uiterlijk 3 werkdagen na ontvangst van de “melding beëindigen meetverantwoordelijkheid” informeert de netbeheerder de afnemer middels een brief over de gevolgen indien de afnemer binnen 10 werkdagen na het einde van de beheerovereenkomst geen nieuwe meetverantwoordelijke gevonden heeft. Een positieve uitkomst van het deelproces “melden en beoordelen beëindiging meetverantwoordelijkheid” is voor de netbeheerder een opdracht tot mutatie van het aansluitingenregister op de mutatiedatum, die input is voor het deelproces “verwerken melding beëindiging meetverantwoordelijkheid in het aansluitingenregister”. Indien zich 10 werkdagen na het einde van de beheerovereenkomst geen nieuwe meetverantwoordelijk voor de aansluiting gemeld heeft, is de meetverantwoordelijke (wanneer hij eigenaar is van de meetinrichting) gerechtigd de meetinrichting te (laten) verwijderen. Indien zich 10 werkdagen na het einde van de beheerovereenkomst geen nieuwe meetverantwoordelijk voor de aansluiting gemeld heeft, is de netbeheerder gerechtigd de aansluiting te deactiveren. Indien zich 10 werkdagen na het einde van de beheerovereenkomst geen nieuwe meetverantwoordelijk voor de aansluiting gemeld heeft, verwijdert de netbeheerder de meetverantwoordelijke als verantwoordelijke voor de aansluiting uit het aansluitingenregister. De stamgegevens worden de werkdag na de mutatiedatum van het aansluitingenregister verstrekt aan de marktpartijen die na effectuering van de mutatie geregistreerd zijn op de aansluiting.
Pag. 65 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Tijdslijnen van proces BEËINDIGEN MEETVERANTWOORDELIJKHEID GV Einde beheerovereenkomst
....
Einde beheerovereenkomst +2 werkdagen ....
Einde beheerovereenkomst +3 werkdagen
Laatste mogelijkheid voor meetverantwoordelijke: # Informeren leverancier # Indienen "verzoek beëindigen meetverantwoordelijkheid"
Laatste mogelijkheid voor: beoordelen "verzoek beëindigen meetverantwoordelijkheid" en versturen LOSS/afwijzing
MUTATIEDATUM +1 werkdag
....
....
........
MUTATIEDATUM Einde beheerovereenkomst +10 werkdagen
Einde beheerovereenkomst +5 werkdagen
Uiterste dag voor informeren klant door netbeheerder
........
Effectuering Beëindigen meetverantwoordelijkheid in aansluitingenregister op 00.00 uur
Versturen stamgegevens
Meetverantwoordelijke is gerechtigd de meetingrichting te verwijderen Netbeheerder is gerechtigd de aansluiting te deactiveren
Continueren meting door meetverantwoordelijke: gedurende 10 werkdagen na einde beheerovereenkomst indien zich geen nieuwe meetverantwoordelijke meldt,
2.9.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen Gegevensuitwisseling. 2.9.3.1 Melden en beoordelen beëindiging meetverantwoordelijkheid
1. De meetverantwoordelijke informeert uiterlijk de 2 e werkdag na beëindiging van de beheerovereenkomst de leverancier van de betreffende aansluiting over het beëindigen van de beheerovereenkomst. 2. De leverancier ontvangt de schriftelijke melding van de meetverantwoordelijke en verwerkt de melding.
Pag. 66 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
3. De meetverantwoordelijke verstuurt uiterlijk de 2 e werkdag na beëindiging van de beheerovereenkomst een “melding beëindigen meetverantwoordelijkheid” naar de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 4. De netbeheerder verwerkt uiterlijk de werkdag na ontvangst van de “melding beëindigen meetverantwoordelijkheid” van de meetverantwoordelijke. Hierbij beoordeelt de netbeheerder de melding op de volgende punten: a. Is de “melding beëindigen meetverantwoordelijkheid” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het aansluitingenregister van de betreffende netbeheerder? c. Is de meetverantwoordelijke als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder? d. Is de aansluiting vrijgegeven voor geautomatiseerde mutaties? e. Is de meetverantwoordelijke die de “melding beëindigen meetverantwoordelijkheid” indient, de actuele meetverantwoordelijke? f. Ligt de einddatum van de beheerovereenkomst maximaal 2 werkdagen voor de datum van het indienen van de “melding beëindiging meetverantwoordelijkheid? 5. Indien tenminste één van de vragen bij 4a tot en met 4f negatief wordt beantwoord, dan kan de netbeheerder de “melding beëindiging meetverantwoordelijkheid” niet verwerken en verstuur hij uiterlijk de werkdag na ontvangst van de melding een afwijzing naar de meetverantwoordelijke (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). De redenen die de netbeheerder kan hebben om de “melding meetverantwoordelijkheid” niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag. b. EAN-code van de aansluiting onbekend in het aansluitingenregister van de netbeheerder. c. De aanvragende partij is niet als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder of het is vanuit de Energiekamer niet toegestaan om aanvragen van deze partij in behandeling te nemen. d. De aansluiting is geblokkeerd voor de verwerking van geautomatiseerde mutaties. e. De meetverantwoordelijke is niet de actuele meetverantwoordelijke voor de aansluiting. f. De einddatum van de beheerovereenkomst in het bericht is niet correct. 6. De meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt de afwijzing. 7. Indien de vragen bij 4a tot en met 4f positief worden beantwoord, kan de netbeheerder de aanvraag verwerken en stuur de netbeheerder uiterlijk de werkdag na ontvangst van de aanvraag een LOSS-bericht aan de meetverantwoordelijke (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 8. De meetverantwoordelijke ontvangt en verwerkt het LOSS-bericht. 9. De netbeheerder informeert uiterlijk 3 werkdagen na ontvangst van de “melding beëindiging meetverantwoordelijkheid” de afnemer per brief over het beëindigen van de beheerovereenkomst en waarschuwt daarin voor de gevolgen indien de afnemer niet binnen 10 werkdagen na het einde van de beheerovereenkomst een nieuwe meetverantwoordelijke gevonden heeft.
Pag. 67 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
10. De netbeheerder plant de aanvraag van de meetverantwoordelijke voor het beëindigen van de meetverantwoordelijkheid in voor verwerking in het aansluitingenregister.
Leverancier
2.9.3.2 Verwerken melding beëindiging meetverantwoordelijkheid in aansluitingenregister Verwerken stamgegevens
3
PV
Meetverantwoordelijke
Stamgegevens
Stamgegevens
Verwerken stamgegevens
Netbeheerder
4
Ingeplande mutatie van het aansluitingenregister Verwerken mutatie aansluitingenregister
Trigger
Versturen stamgegevens
1
Deactiveren aansluiting
2
1. Indien zich binnen 10 werkdagen na de einddatum van de beheerovereenkomst geen nieuwe meetverantwoordelijke gemeld heeft bij de netbeheerder, muteert de netbeheerder het aansluitingenregister en verwijdert de meetverantwoordelijke voor de betreffende aansluiting uit het aansluitingenregister. 2. De netbeheerder verstuurt de stamgegevens uiterlijk de werkdag na mutatie van het aansluitingenregister aan, indien aanwezig, de leverancier en de programmaverantwoordelijke op de aansluiting (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 3. De leverancier ontvangt en verwerkt de stamgegevens van de aansluiting. 4. De programmaverantwoordelijke ontvangt en verwerkt de stamgegevens van de aansluiting.
2.9.4
Correctie bij het proces Beëindigen meetverantwoordelijkheid
Indien de meetverantwoordelijke abusievelijk de meetverantwoordelijkheid voor een aansluiting beëindigt, zal hij dit binnen 10 werkdagen na de effectueringsdatum in het aansluitingenregister moeten herstellen door een MV-switch in te dienen.
Pag. 68 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Wanneer de abusievelijke beëindiging na 10 werkdagen na de effectueringsdatum wordt geconstateerd, loopt de afnemer het gevaar dat de netbeheerder de aansluiting heeft gedeactiveerd. Deze situatie wordt hersteld door het indienen van een MV-switch.
Pag. 69 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.10 Aanleggen, in bedrijf nemen, uit bedrijf nemen en slopen aansluiting 2.10.1 Inleiding In deze paragraaf worden de processen “aanleggen”, “in bedrijf nemen”, “uit bedrijf nemen” en “slopen” van grootverbruikaansluitingen beschreven. Aanleggen van een aansluiting
AANLEGGEN AANSLUITING GV
Opdracht, klantnaam, klantadres Klantcontact
RNB
Fysiek aanleggen aansluiting
MV-switch met meterwissel
RNB
RNB/MV
Administratief EAN-code aanleggen aansluiting RNB
Inhuizing
LV
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
LV = Leverancier RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
De netbeheerder zal ten gevolge van contact met de afnemer het proces Aanleggen aansluiting GV starten. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in dit hoofdstuk. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat en voldoende gegevens over de aansluiting bekend zijn om de andere deelprocessen van het proces Aanleggen aansluiting te kunnen uitvoeren. Voor het deelproces “Administratief aanleggen aansluiting” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. Het deelproces “Fysiek aanleggen aansluiting” wordt niet beschreven: het is aan de netbeheerder om dit proces in te richten. De deelprocessen “Inhuizing” en “MV-switch met meterwissel” worden niet in deze paragraaf beschreven, maar in respectievelijk paragraaf 2.1 en 2.8.
Pag. 70 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
In bedrijf nemen aansluiting
IN BEDRIJF NEMEN AANSLUITING GV
Opdracht, klantnaam, klantadres Klantcontact
RNB
Fysiek in bedrijf nemen aansluiting
Fysieke stand
RNB
Periodieke stand en verbruik RNB/MV
in combinatie met metermutatie
MV-switch met meterwissel RNB/MV
Administratief in bedrijf nemen aansluiting RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
De netbeheerder zal ten gevolge van contact met de afnemer het proces In bedrijf nemen aansluiting GV starten. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in dit hoofdstuk. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat en voldoende gegevens over de aansluiting bekend zijn om de andere deelprocessen van het proces In bedrijf nemen aansluiting te kunnen uitvoeren. Voor het deelproces “Administratief in bedrijf nemen aansluiting” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. Het deelproces “Fysiek in bedrijf nemen aansluiting” wordt niet beschreven: het is aan de netbeheerder om dit proces in te richten. De deelprocessen “Periodieke stand en verbruik” en “MV-switch met meterwissel” worden niet in deze paragraaf beschreven. Naar de paragraaf “MV-switch met meterwissel” wordt verwezen voor het communiceren van de metergegevens en het vaststellen van de stand door de meetverantwoordelijke.
Pag. 71 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Uit bedrijf nemen aansluiting
UIT BEDRIJF NEMEN AANSLUITING GV
Opdracht, klantnaam, klantadres Klantcontact
RNB
Fysiek uit bedrijf nemen aansluiting
Fysieke stand
RNB
Periodieke stand en verbruik RNB/MV
in combinatie met metermutatie
MV-switch met meterwissel RNB/MV
Administratief uit bedrijf nemen aansluiting RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
De netbeheerder zal ten gevolge van contact met de afnemer of in geval van fraude en of onveilige situaties het proces Uit bedrijf nemen aansluiting GV starten. Hoe het contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in dit hoofdstuk. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer (indien mogelijk) heeft plaatsgevonden. Voor het deelproces “Administratief uit bedrijf nemen aansluiting” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. Het deelproces “Fysiek uit bedrijf nemen aansluiting” wordt niet beschreven: het is aan de netbeheerder om dit proces in te richten. De deelprocessen “Periodieke stand en verbruik” en “MV-switch met meterwissel” worden niet in deze paragraaf beschreven: voor beide deelprocessen is een DPM opgesteld, waarin de eisen aan activiteiten en informatie-uitwisseling reeds beschreven zijn. Naar de paragraaf “MV-switch met meterwissel” wordt verwezen voor de communicatie over de wegname van de meter (indien dit samenvalt met het uit bedrijf nemen van de aansluiting). De leverancier kan aan de netbeheerder middels een “verzoek einde levering” opdracht geven voor het uit bedrijf nemen van een aansluiting. De wijze waarop dit proces verloopt is beschreven in de paragraaf Einde levering GV en valt buiten de scope van dit proces.
Pag. 72 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Slopen aansluiting
SLOPEN AANSLUITING GV
Opdracht Klantcontact
RNB
Fysieke stand Fysiek slopen aansluiting
in combinatie met metermutatie
MV-switch met meterwissel
RNB
RNB/MV
Administratief slopen aansluiting RNB
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke
De netbeheerder kan ten gevolge van contact met de afnemer of bij onveilige situaties het proces Slopen aansluiting starten. Hoe het contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in dit hoofdstuk. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat en voldoende gegevens over de afnemer bekend zijn om de andere deelprocessen van het proces Slopen aansluiting te kunnen uitvoeren. Indien geen afnemer meer aanwezig is op de aansluiting, heeft de netbeheerder geen klantmandaat nodig om de aansluiting administratief te slopen. Voor het deelproces “Administratief slopen aansluiting” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. De deelprocessen “Fysiek slopen aansluiting” en “MV-switch met meterwissel” worden niet in dit proces beschreven. Het deelproces “Fysiek slopen aansluiting” wordt niet beschreven: het is aan de netbeheerder om dit proces in te richten. Het deelproces “MV-switch met meterwissel” wordt niet in deze paragraaf beschreven. Naar de paragraaf “MV-switch met meterwissel” wordt verwezen voor het communiceren over het evt. wegnemen van de meter en het vaststellen van de bijbehorende stand door de meetverantwoordelijke.
Pag. 73 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.10.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV). 2.10.2.1 Generiek Aanvullende of geëxpliciteerde uitgangspunten die generiek van toepassing zijn op zowel kleinverbruik als grootverbruik processen: Aanleggen aansluiting Het aanleggen van een aansluiting betreft het administratief registreren van een nieuwe aansluiting. De leverancier die inhuist op een nieuwe aansluiting ontvangt de technische en administratieve gegevens van de aansluiting via het stamgegevensbericht uit het proces Inhuizing. Indien de aansluiting de Fysieke status ‘In aanleg’ heeft dan ontvangt de leverancier alleen de gegevens die op dat moment bekend zijn. Bij aansluitingen met de Fysieke status ‘In aanleg’ wordt op het moment van inhuizing geen stand vastgesteld. In bedrijf nemen aansluiting Voorwaarde voor het in administratief in bedrijf nemen van een aansluiting is dat de verantwoordelijke marktpartijen voor de betreffende aansluiting in het aansluitingenregister geregistreerd staan en dat alle overige velden van de stamgegevens eveneens gevuld zijn. Uit bedrijf nemen aansluiting In geval van een onveilige situatie neemt de netbeheerder het initiatief tot het uit bedrijf nemen van de aansluiting. Voor aansluitingen die administratief uit bedrijf genomen zijn, kunnen in het aansluitingenregister marktpartijen geregistreerd (blijven) staan. Het indienen van mutaties voor aansluitingen die uit bedrijf genomen zijn blijft mogelijk. Slopen aansluiting Ten behoeve van het informeren over het verwijderen van reeds goedgekeurde maar nog niet geëffectueerde berichten bij het administratief slopen van een aansluiting publiceren de leverancier en de meetverantwoordelijk de gegevens van het organisatieonderdeel dat is belast met de uitvoering van dit proces. Voorwaarde voor het administratief slopen van een aansluiting, is dat er geen goedgekeurde doch nog niet geëffectueerde berichten meer aanwezig zijn voor de betreffende aansluiting. Wanneer dit wel het geval is, verwijdert de netbeheerder eerst de betreffende berichten en effectueert daarna de wijziging van de fysieke status van de aansluiting in het aansluitingenregister. Het is de verantwoordelijkheid van de leverancier om zijn PV te informeren over door de netbeheerder verwijderde berichten in geval van de administratieve sloop van een aansluiting.
2.10.2.2
Grootverbruik
Algemeen Ten behoeve van het informeren door de netbeheerder over het fysiek in bedrijf nemen, uit bedrijf nemen en slopen van aansluitingen, publiceert de meetverantwoordelijke de gegevens van het organisatieonderdeel dat belast is met het collecteren van meetdata. Dit geeft de meetverantwoordelijke de kans
Pag. 74 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
tijdig de telemetriemeter uit te lezen en bij handopgenomen meters de stand op te nemen. Bij handopgenomen meters wordt de stand bij in bedrijf nemen, uit bedrijf en slopen van een aansluiting in het eerstvolgende (maand)verbruiksbericht gecommuniceerd. Aanleggen aansluiting De netbeheerder draagt zorg dat hij van de afnemer minimaal die gegevens van de aansluiting verkrijgt die nodig zijn voor het aanmaken van de EAN-code van de aansluiting. De netbeheerder neemt de EAN-code op in zijn aansluitingenregister. Op een GV aansluiting met telemetrie, die de fysieke status = “in aanleg” heeft, en de meetverantwoordelijke is (al) in staat om metingen uit te lezen, dan worden deze ook opgeleverd aan de netbeheerder. Tijdslijnen van proces AANLEGGEN AANSLUITING GV
MUTATIEDATUM ....
....
Administratief aanleggen aansluiting
In bedrijf nemen aansluiting De netbeheerder neemt de aansluiting administratief in bedrijf als de voor de aansluitingen verantwoordelijke marktpartijen geregistreerd staan in het aansluitingenregister en de overige stamgegevens eveneens gevuld zijn. De netbeheerder informeert (in overleg met de klant) tien werkdagen (indien mogelijk) voor de datum van in bedrijf nemen van de aansluiting de meetverantwoordelijke daarover. Bij het in bedrijf nemen van een grootverbruikaansluiting neemt de meetverantwoordelijke de fysieke meterstand op: o wanneer het in bedrijf nemen van de aansluiting samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd via het proces MVswitch met meterwissel; o wanneer het in bedrijf nemen van de aansluiting niet samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd middels het proces Periodieke stand en verbruik. Op een GV aansluiting met telemetrie, die de fysieke status = “in bedrijf” heeft, dient de meetverantwoordelijke de dagelijkse meetdata voor allocatie aan de NB te leveren. De netbeheerder en meetverantwoordelijke maken hun contactpersonen kenbaar via het Portal Marktpartijen (PMP) Als een aansluiting in de loop van de dag fysiek in bedrijf wordt gesteld dan geldt deze situatie administratief voor de gehele dag, ofwel de fysieke status van de aansluiting in het AR zal voor die gehele dag “in bedrijf” zijn. Meetverantwoordelijken sturen voor aansluitingen met telemetrie, die de fysieke status “in bedrijf” (of indien meter uitleesbaar ook bij “in aanleg”) hebben, dagelijks (tenminste op werkdagen) de meetdata voor allocatie. Termijnen 10 werkdagen voor de inbedrijfname-datum kondigt de netbeheerder de voorgenomen inbedrijfname-datum aan bij de betrokken marktpartijen. Op de inbedrijfname-datum heeft de netbeheerder contact met de meetverantwoordelijke tijdens of direct na de inbedrijfname van de aansluiting.
Pag. 75 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
De fysieke ingebruikname wordt zo veel mogelijk op de datum van de fysieke werkzaamheden doch uiterlijk 5 werkdagen na de fysieke werkzaamheden in het aansluitingenregister verwerkt. De stamgegevens worden door de netbeheerder uiterlijk de werkdag na effectuering in het aansluitingenregister aan de betrokken marktpartijen verstrekt.
Tijdslijnen van proces IN BEDRIJF NEMEN AANSLUITING GV FYSIEKE UITVOERING IN BEDRIJF NEMEN -10 werkdagen ....
FYSIEKE UITVOERING IN BEDRIJF NEMEN + 5 werkdagen
FYSIEKE UITVOERING IN BEDRIJF NEMEN ....
# Afstemming met klant over inbedrijfname van de aansluiting door netbeheerder. # Aankondiging voorgenomen inbedrijfname van de aansluiting aan marktpartijen door netbeheerder.
....
FYSIEKE UITVOERING IN BEDRIJF NEMEN + 6 werkdagen
....
....
Fysiek in bedrijf nemen aansluiting # Contact van monteur met MV bij of meteen na de inbedrijfname van de aansluiting. # Inspectie uitlezing meter door MV
# Verwerken fysieke inbedrijfname in aansluitingenregister
# Update stamgegevens naar betrokken marktpartijen.
# MV stuurt dagelijkse meetdata voor allocatie naar NB. # MV stuurt periodieke facturatieverbruik naar NB vanaf dag inbedrijfname.
Voor tijdslijnen mbt het vaststellen van de stand: - bij combinatie met metermutatie: zie DPM MV switch met meterwissel GV - wanneer geen metermutatie plaatsvindt: zie DPM Periodieke stand en verbruik GV
Uit bedrijf nemen aansluiting De netbeheerder informeert (in overleg met de klant) tien werkdagen (indien mogelijk) voor de datum van uit bedrijf nemen van de aansluiting de meetverantwoordelijke daarover. Vanaf het moment dat de aansluiting al fysiek buiten bedrijf is gesteld en dit al bekend is bij de MV, zal de MV de aangeleverde meetdata vullen met nullen (conform het repareren volgens de Meetcode). Bij het uit bedrijf nemen van een grootverbruikaansluiting neemt de meetverantwoordelijke de fysieke meterstand op: o wanneer het uit bedrijf nemen van de aansluiting samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd via het proces MVswitch met meterwissel. o wanneer het uit bedrijf nemen van de aansluiting niet samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd middels het proces Periodieke stand en verbruik. o indien het niet mogelijk is een stand op te nemen (bv. in geval van buitenshuis afsluiten) bepaalt de meetverantwoordelijke een stand. De stand wordt gecommuniceerd middels het proces Periodieke stand en verbruik. Als een aansluiting in de loop van de dag fysiek uit bedrijf wordt genomen dan geldt administratief gezien deze situatie vanaf de volgende kalenderdag. De aansluiting zal de gehele dag van fysieke uitbedrijfname de fysieke status “in bedrijf” behouden. De fysieke status wordt op de dagovergang aangepast naar “uit bedrijf”. Immers, op de dag van uitbedrijfname moeten de reguliere processen, als het verzenden van meetdata en de allocatie, nog wel geschieden. Termijnen 10 werkdagen voor de voorgenomen uitbedrijfname-datum kondigt de netbeheerder de geplande uitbedrijfname aan bij de betrokken marktpartijen. Op de uitbedrijfname-datum heeft de netbeheerder contact met de meetverantwoordelijke over de spoedige uitbedrijfname van de aansluiting. De meetverantwoordelijke doet een laatste uitlezing van de meter voorafgaand aan uitbedrijfname. De fysieke uitbedrijfname wordt zo veel mogelijk op de datum van de fysieke werkzaamheden doch uiterlijk 5 werkdagen na de fysieke werkzaamheden in het aansluitingenregister verwerkt. De stamgegevens worden door de netbeheerder uiterlijk de werkdag na effectuering in het aansluitingenregister aan de betrokken marktpartijen verstrekt.
Pag. 76 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Tijdslijnen van proces UIT BEDRIJF NEMEN AANSLUITING GV FYSIEKE UITVOERING UIT BEDRIJF NEMEN -10 werkdagen ....
FYSIEKE UITVOERING UIT BEDRIJF NEMEN + 5 werkdagen
FYSIEKE UITVOERING UIT BEDRIJF NEMEN ....
# Afstemming met klant over uitbedrijfname van de aansluiting door netbeheerder. # Aankondiging voorgenomen uitbedrijfname van de aansluiting aan marktpartijen door netbeheerder.
....
FYSIEKE UITVOERING UIT BEDRIJF NEMEN + 6 werkdagen
....
....
Fysiek uit bedrijf nemen aansluiting # Contact van monteur met MV over spoedige uitbedrijfname van de aansluiting. # Uitlezing meter door MV direct voorafgaand aan fysieke uit bedrijfstelling
# Verwerken fysieke uitbedrijfname in aansluitingenregister
# Update stamgegevens naar betrokken marktpartijen.
Voor tijdslijnen mbt het vaststellen van de stand: - bij combinatie met metermutatie: zie DPM MV switch met meterwissel GV - wanneer geen metermutatie plaatsvindt: zie DPM Periodieke stand en verbruik GV
Slopen aansluiting De netbeheerder informeert 5 werkdagen (indien mogelijk) voor de datum van slopen van de aansluiting de meetverantwoordelijke daarover, indien deze aanwezig is op de aansluiting. Wanneer de netbeheerder een aansluiting administratief sloopt en er zijn voor de aansluiting goedgekeurde maar nog niet geëffectueerde mutaties, dan verwijdert de netbeheerder deze berichten op de mutatiedatum van de sloop, informeert de leverancier binnen 1 werkdag over deze verwijdering en effectueert daarna de wijziging van de fysieke status van de aansluiting in het aansluitingenregister. Het is de verantwoordelijkheid van de leverancier om zijn programmaverantwoordelijke te informeren over door de netbeheerder verwijderde berichten in het geval van de sloop van een aansluiting. Bij het slopen van een grootverbruikaansluiting met de Fysieke status ‘Uit bedrijf’ wordt geen stand vastgesteld; de eindstand is immers door de meetverantwoordelijke vastgesteld op de mutatiedatum van het uit bedrijf nemen van de aansluiting. Bij het slopen van een grootverbruikaansluiting met de Fysieke status ‘In bedrijf’ neemt de meetverantwoordelijke de fysieke meterstand op: o omdat het slopen van de aansluiting samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd via het proces MV-switch met meterwissel; o indien het niet mogelijk is een stand op te nemen (bv. in geval van brand) bepaalt de meetverantwoordelijke een stand. De stand wordt gecommuniceerd middels het proces Periodieke stand en verbruik. Termijnen De netbeheerder informeert vijf werkdagen (indien mogelijk) voor de fysieke werkzaamheden de meetverantwoordelijke (indien aanwezig). De fysieke sloop van de aansluiting wordt zo veel mogelijk op de datum van de fysieke werkzaamheden doch uiterlijk 5 werkdagen na de fysieke werkzaamheden in het aansluitingenregister verwerkt. Wanneer een aansluitingen wordt gesloopt en er bevinden zich op de mutatiedatum in het aansluitingenregister marktpartijen op de aansluiting, dan past de netbeheerder de fysieke status van de aansluiting aan naar “sloop” en informeert de netbeheerder de marktpartijen daarover uiterlijk 1 werkdag na de mutatie in het aansluitingenregister middels een stamgegevensbericht. De netbeheerder informeert de leverancier uiterlijk de werkdag na de effectuering in het aansluitingenregister over het verwijderen van goedgekeurde, maar nog niet geëffectueerde mutaties.
Pag. 77 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Tijdslijnen van proces SLOPEN AANSLUITING GV
FYSIEKE UITVOERING SLOOP -5 werkdagen ....
....
Uiterste dag voor informeren meetverantwoordelijke door netbeheerder
FYSIEKE UITVOERING SLOOP +5 werkdagen
FYSIEKE UITVOERING SLOOP ....
FYSIEKE UITVOERING SLOOP +6 werkdagen ....
....
Fysiek slopen aansluiting # Verwerken fysieke sloop in aansluitingenregister
# Uiterste dag voor versturen stamgegevens
# Verwijderen ‘hangende’ berichten
# Informeren leverancier over verwijderen 'hangende' berichten
Periode voor netbeheerder om fysieke sloop in stamgegevens te verwerken
Voor tijdslijnen mbt het vaststellen van de stand: - bij combinatie met metermutatie: zie DPM MV switch met meterwissel GV
2.10.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen Gegevensuitwisseling. 2.10.3.1
Aanleggen aansluiting
1. De netbeheerder geeft voor de nieuwe aansluitingen een EAN-code uit. De netbeheerder verstrekt de uitgegeven EAN-code aan de aanvrager, zodat deze daarvan gebruik kan maken bij het afsluiten van een leveringscontract met een leverancier en een contract met een meetverantwoordelijke. 2. De netbeheerder registreert in het aansluitingenregister de technische en administratieve gegevens van de nieuwe aansluiting die nodig zijn om de marktprocessen te faciliteren. Het veld Fysieke status krijgt de waarde ‘In aanleg’.
Pag. 78 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.10.3.2
Versie 6.0
In bedrijf nemen aansluiting
1. De netbeheerder neemt de aansluiting fysiek in bedrijf. 2. De netbeheerder verwerkt de mutatie zo spoedig mogelijk doch uiterlijk de 5e werkdag na de fysieke handeling in het aansluitingenregister. De fysieke status van de aansluiting in het aansluitingenregister wordt ‘In bedrijf’. Bij het in bedrijf nemen van een grootverbruikaansluiting neemt de meetverantwoordelijke de fysieke meterstand op en stelt de stand vast: a. wanneer het in bedrijf nemen van de aansluiting samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd via het proces MVswitch met meterwissel; b. wanneer het in bedrijf nemen van de aansluiting niet samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd middels het proces Periodieke stand en verbruik. 3. De netbeheerder verstuurt stamgegevens uiterlijk de werkdag na de mutatiedatum (indien aanwezig) aan de leverancier, PV en meetverantwoordelijke. 4. De leverancier (indien aanwezig) ontvangt het stamgegevensbericht. 5. De meetverantwoordelijke (indien aanwezig) ontvangt het stamgegevensbericht. 6. De PV (indien aanwezig) ontvangt het stamgegevensbericht.
Pag. 79 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.10.3.3
Versie 6.0
Uit bedrijf nemen aansluiting
1. De netbeheerder neemt de aansluiting fysiek uit bedrijf (op eigen initiatief of op verzoek van de klant). 2. De netbeheerder verwerkt de mutatie zo spoedig mogelijk doch uiterlijk de 5e werkdag na de fysieke handeling in het aansluitingenregister. De fysieke status van de aansluiting in het aansluitingenregister wordt ‘Uit bedrijf’. Bij het uit bedrijf nemen van een grootverbruikaansluiting neemt de meetverantwoordelijke de fysieke meterstand op en stelt de stand vast: a. wanneer het uit bedrijf nemen van de aansluiting samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd via het proces MVswitch met meterwissel; b. wanneer het uit bedrijf nemen van de aansluiting niet samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd middels het proces Periodieke stand en verbruik. c. indien het niet mogelijk is een stand op te nemen (bv. in geval van buitenshuis afsluiten) bepaalt de meetverantwoordelijke een stand. De stand wordt gecommuniceerd middels het proces Periodieke stand en verbruik. 3. De netbeheerder verstuurt uiterlijk de volgende werkdag de stamgegevens aan de leverancier, PV en meetverantwoordelijke indien aanwezig op de aansluiting in het aansluitingenregister. 4. De leverancier (indien aanwezig) ontvangt het stamgegevensbericht. 5. De meetverantwoordelijke (indien aanwezig) ontvangt het stamgegevensbericht. 6. De PV (indien aanwezig) ontvangt het stamgegevensbericht.
Pag. 80 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.10.3.4
Versie 6.0
Slopen aansluiting
1. De netbeheerder sloopt de aansluiting. Bij het slopen van een grootverbruikaansluiting met de Fysieke status ‘In bedrijf’ bepaalt de meetverantwoordelijke de stand: a. indien het slopen van de aansluiting samenvalt met een metermutatie, wordt de fysieke stand gecommuniceerd via het proces MV-switch met meterwissel; b. Indien het niet mogelijk is een stand op te nemen (bv. in geval van brand) bepaalt de meetverantwoordelijke een stand. De stand wordt gecommuniceerd middels het proces Periodieke stand en verbruik. 2. Voordat de netbeheerder de aansluiting de Fysieke status ‘Gesloopt’ geeft, controleert de netbeheerder of er voor de betreffende aansluiting goedgekeurde maar nog niet geëffectueerde mutaties aanwezig zijn. Wanneer dit het geval is verwijdert de netbeheerder deze mutaties en informeert de leverancier en/of meetverantwoordelijke hierover uiterlijk de werkdag na effectuering in het aansluitingenregister. 3. De leverancier ontvangt de informatie van de netbeheerder. 4. De meetverantwoordelijke ontvangt de informatie van de netbeheerder. 5. De netbeheerder verwerkt de mutatie zo spoedig mogelijk doch uiterlijk de 5e werkdag na de sloop van de aansluiting in het aansluitingenregister. De fysieke status van de aansluiting in het aansluitingenregister wordt ‘Gesloopt’ en de administratieve status wordt ‘Administratief afgesloten’. 6. De netbeheerder verstuurt stamgegevens (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) uiterlijk de werkdag na de mutatie in het aansluitingenregister aan de betrokken marktpartijen, indien aanwezig op de aansluiting in het aansluitingenregister.
Pag. 81 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
7. De leverancier, indien in het aansluitingenregister aanwezig op de mutatiedatum, ontvangt de stamgegevens. 8. De meetverantwoordelijk, indien in het aansluitingenregister aanwezig op de mutatiedatum, ontvangt de stamgegevens. 9. De programmaverantwoordelijke, indien in het aansluitingenregister aanwezig op de mutatiedatum, ontvangt de stamgegevens.
2.10.4
Correctie bij het proces Aanleggen, in en uit gebruik nemen en slopen aansluiting
De administratieve afhandeling van deze processen vindt plaats als gevolg van een fysieke handeling op een aansluiting. Indien wordt geconstateerd dat de administratieve activiteiten bijvoorbeeld hebben plaatsgevonden op de verkeerde aansluiting, dan zal de afnemer of leverancier het probleem melden bij de netbeheerder die de abusievelijk gemuteerde aansluiting zal herstellen en de mutatie op de juiste aansluiting zal doorvoeren. Indien een aansluiting foutief naar fysieke status ‘gesloopt’ is gezet, dan zal de correctie bestaan uit het (administratief) nieuw aanleggen van de aansluiting op een nieuwe EANcode en de situatie herstellen door middel van een inhuizing. Indien een aansluiting abusievelijk van fysieke status ‘in aanleg’ naar ‘in bedrijf’ is gezet, dan kan de aansluiting niet opnieuw de status ‘in aanleg krijgen’. De correctie bestaat dan altijd uit het muteren van de status van de aansluiting naar ‘uit bedrijf’.
Pag. 82 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.11 Opleveren stamgegevens en opvraag stamgegevens OPLEVEREN STAMGEGEVENS EN OPVRAAG STAMGEGEVENS GV Leverancierswitch Inhuizing PV/Shipperswitch MV-switch …
Opleveren stamgegevens Wijziging stamgegevens
Spontaan Opleveren versturen stamgegevens stamgegevens RNB RNB
MV/LV/RNB
Klantmandaat Klant contact
Opvraag stamgegevens
OP
Raadplegen EAN-code boek
EAN-code
OP
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Opvragen Opvraag en versturen stamgegevens stamgegevens OP/RNB LV/RNB
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
OP = Opvragende partij RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke LV = Nieuwe Leverancier
2.11.1 Inleiding Marktpartijen die beschikken over een klantmandaat kunnen stamgegevens opvragen. Als de leverancier reeds verantwoordelijk leverancier op de aansluiting is dan zal hij het mandaat reeds verkregen hebben. Zo niet dan zal hij dit nog moeten verkrijgen. Dit proces wordt niet beschreven in deze paragraaf. De deelprocessen “Raadplegen EAN-code boek” en “Leverancierswitch, Inhuizing, PVswitch, MV-switch ...” worden niet in deze paragraaf beschreven. Voor de deelprocessen “Opleveren stamgegevens” en “Opvraag stamgegevens” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft.
2.11.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
Marktpartijen die beschikken over een klantmandaat kunnen de stamgegevens opvragen bij de netbeheerder. In het proces Opvraag stamgegevens worden de betreffende marktpartij de opvragende partij genoemd. De opvragende partij dient het klantmandaat op verzoek te kunnen overleggen indien dit niet reeds de actieve partij is. Bij opvraag stamgegevens worden de stamgegevens alleen verstuurd naar de partij die de gegevens opvraagt. De netbeheerder levert de stamgegevens op bij een wijziging van de stamgegevens aan de partijen die als verantwoordelijke partijen voor de aansluiting zijn vermeld in aansluitingenregister. De wijzigingen in de stamgegevens gaan voor zowel gas als elektriciteit in op het begin van de betreffende mutatiedag aan het begin van de dag.
Pag. 83 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Als gevolg van wijzigingen in de stamgegevens zal slechts eenmaal per dag (op de volgende werkdag) de stamgegevens worden verzonden, ook als er meerdere stamgegevens op verschillende momenten op de dag gewijzigd zijn. Bij een opvraag stamgegevens verstuurt de netbeheerder de stamgegevens die betrekking hebben op het begin van de dag die ligt voor de dag waarop de aanvraag door de netbeheerder ontvangen is. De datum waarop de gegevens betrekking hebben wordt opgenomen in het veld geldigheidsdatum. Indien de reactie op een opvraag van stamgegevens samenvalt met een oplevering van stamgegevens, ontvangt de opvragende partij twee stamgegevensberichten op die dag. Bij een wijziging van de stamgegevens van grootverbruikaansluitingen levert de netbeheerder de stamgegevens ook op aan de partij die als meetverantwoordelijke voor de aansluitingen in het aansluitingenregister geregistreerd staat.
Termijnen Na mutatie van het aansluitingenregister, verstuurt de netbeheerder uiterlijk op de werkdag na de mutatie de stamgegevens naar de marktpartijen die in het aansluitingenregister geregistreerd staan als verantwoordelijke partijen. Een opvraag stamgegevens wordt door de netbeheerder uiterlijk de werkdag na ontvangst van de opvraag stamgegevens beantwoord.
2.11.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling. 2.11.3.1
Opleveren stamgegevens
1. De netbeheerder controleert of er voor de betreffende aansluiting voor de betreffende dag stamgegevens zijn gewijzigd.
Pag. 84 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2. De netbeheerder verstuurt het stamgegevensbericht (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) uiterlijk de werkdag na mutatie van het aansluitingenregister aan, indien aanwezig, de leverancier, de programmaverantwoordelijke en de meetverantwoordelijke op de aansluiting. 3. De leverancier (indien aanwezig) ontvangt en verwerkt de stamgegevens van de aansluiting. 4. De meetverantwoordelijke (indien aanwezig) ontvangt en verwerkt de stamgegevens van de aansluiting. 5. De programmaverantwoordelijke (indien aanwezig) ontvangt en verwerkt de stamgegevens van de aansluiting.
2.11.3.2
Opvraag stamgegevens
1. De opvragende partij vraagt de actuele stamgegevens op van de aansluiting (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder ontvangt de opvraag stamgegevens van de opvragende partij. De netbeheerder controleert of hij de aanvraag van de opvragende partij kan verwerken op basis van de volgende vragen. a. Is de aanvraag compleet en syntactisch correct? b. Is de gevraagde EAN-code bekend in het aansluitingenregister van de netbeheerder? c. Is de opvragende partij bekend als leverancier, programmaverantwoordelijke of meetverantwoordelijke? 3. Indien de netbeheerder de opvraag stamgegevens niet kan verwerken, verstuurt de netbeheerder uiterlijk de werkdag na ontvangst van de opvraag stamgegevens een afwijzing (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) indien: a. De aanvraag syntactisch onjuist of niet volledig is. b. De netbeheerder de EAN-code van de aansluiting niet kent. c. De opvragende partij onbekend is als leverancier, programmaverantwoordelijke of meetverantwoordelijke. 4. De opvragende partij ontvangt en verwerkt de afwijzing. 5. Indien de netbeheerder de aanvraag kan verwerken verstuurt de netbeheerder de stamgegevens zo snel mogelijk doch uiterlijk de werkdag na ontvangst van de
Pag. 85 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
opvraag stamgegevens, aan de opvragende partij (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 6. De opvragende partij ontvangt en verwerkt de stamgegevens van de aansluiting.
Pag. 86 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.12 Opleveren opvragen gegevens primaire deel van de meetinrichting Totaalplaat waaren je de vorige twee platen uit kopieert OPLEVEREN EN OPVRAAG GEGEVENS PRIMAIRE DEEL VAN DE MEETINRICHTING Plaatsing / Fysieke / Admin. wijziging Prim. deel meetinrichting …
Wijziging gegevens primaire deel van de meetinrichting
Opleveren Spontaan Gegevens versturen Primaire deel stamgegevens meetinrichting
Opleveren gegevens primaire deel van de meetinrichting
RNB
RNB
Klantmandaat Klant contact MV
Raadplegen EAN-code boek
EAN-code
MV
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Opvraag Opvragen Gegevens en versturen Primaire deel stamgegevens meetinrichting
Opvraag gegevens primaire deel van de meetinrichting
OP/RNB LV/RNB
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
OP = Opvragende partij RNB = Regionale Netbeheerder MV = Meetverantwoordelijke LV = Nieuwe Leverancier
2.12.1 Inleiding De regionale netbeheerder is verantwoordelijk voor het primaire deel van de meetinrichting bij een grootverbruikaansluiting. Het is van belang dat de meetverantwoordelijke op een aansluiting op de hoogte is van de kenmerken van het primaire gedeelte van de meetinrichting. In dit kader is het van belang dat de netbeheerder de meetverantwoordelijke informeert bij plaatsing, wegname of wijziging van het primaire gedeelte van de meetinrichting. Daarvoor is het proces Opleveren gegevens primaire deel van de meetinrichting voorzien. De afstemming tussen klant en netbeheerder wordt niet beschreven. Daarnaast is het van belang dat de nieuwe meetverantwoordelijke bij een meetverantwoordelijkeswitch de gegevens van het primaire gedeelte van de meetinrichting kan opvragen bij de netbeheerder. 2.12.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk (GV):
Het proces Opvraag gegevens primaire deel van de meetinrichting is bedoeld voor de meetverantwoordelijke in het kader van een MV-switch, die als zodanig beschikt over een klantmandaat. Het proces kan ook gebruikt worden door de actuele meetverantwoordelijke ter controle of aanvulling van de eigen gegevens. Het proces Opleveren gegevens primaire deel van de meetinrichting is bedoeld om de meetverantwoordelijke op de hoogte te stellen omtrent fysieke plaatsing, wijziging en wegname van het primaire deel van de meetinrichting en in geval van administratieve wijzigingen omtrent de kenmerken. Het proces geldt voor zowel het primaire deel van de meetinrichting voor elektriciteitsgrootverbruikaansluitingen als het deel van de meetinrichting behorende bij de gasgrootverbruikaansluiting.
Pag. 87 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Termijnen: De netbeheerder verwerkt mutaties in de gegevens van het primaire deel van de meetinrichting uiterlijk de volgende werkdag in zijn administratie. De netbeheerder verstuurt de gegevens primaire deel van de meetinrichting uiterlijk de werkdag na aanpassing in het aansluitingenregister naar de meetverantwoordelijke die in het aansluitingenregister staat geregistreerd. De netbeheerder stuurt uiterlijk 5 werkdagen na opvraag door de meetverantwoordelijke de gegevens. 2.12.3 2.12.3.1
Detailbeschrijving per deelproces Opleveren gegevens primaire deel van de meetinrichting
1. De netbeheerder verwerkt de nieuwe of gewijzigde gegevens van het primaire deel van de meetinrichting uiterlijk de werkdag na de fysieke werkzaamheden 2. De netbeheerder verstuurt de gegevens van het primaire deel van de meetinrichting uiterlijk de werkdag na de verwerking naar de meetverantwoordelijke, indien aanwezig. 3. De meetverantwoordelijke (indien aanwezig) ontvangt en verwerkt de gegevens van het primaire deel van de meetinrichting.
2.12.4
Opvragen gegevens primaire deel van de meetinrichting
1. De meetverantwoordelijk vraagt de gegevens van het primaire deel van de meetinrichting op bij de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder beantwoordt de aanvraag van de meetverantwoordelijke binnen 5 werkdagen na ontvangst (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling).
Pag. 88 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.13 Opleveren stamgegevens meetinrichting op verzoek OPLEVEREN STAMGEGEVENS MEETINRICHTING OP VERZOEK GV
Klant contact (offerte en contract) OP
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Klantmandaat
Melden en Beoordelen opvraag stamgegevens meetinrichting
Opdracht opleveren meetdata
OP/MV
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Opleveren stamgegevens meetInrichting MV
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
MV = Meetverantwoordelijke OP = Opvragende partij (leverancier, PV en netbeheerder)
2.13.1 Inleiding De opvragende partij zal in het proces “Opleveren stamgegevens meetinrichting” op verzoek mogelijk contact hebben met de klant, teneinde een klantmandaat te verwerven. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet in deze paragraaf beschreven. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat en voldoende gegevens over de afnemer bekend zijn om de andere deelprocessen van het proces Opleveren stamgegevens meetinrichting op verzoek te kunnen uitvoeren. Voor de deelprocessen “Melden en beoordelen opvraag stamgegevens meetinrichting” en “Opleveren stamgegevens meetinrichting” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. Het “Klantcontact” door de opvragende partij wordt niet beschreven.
2.13.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
Partijen die beschikken over een klantmandaat en de netbeheerder kunnen stamgegevens van de meetinrichting opvragen bij de meetverantwoordelijke. Voor grootverbruikaansluitingen kunnen de leverancier, de programmaverantwoordelijke en de netbeheerder stamgegevens van de meetinrichting opvragen. In het proces Opleveren stamgegevens meetinrichting op verzoek worden zij de opvragende partij genoemd. De opvragende partij (uitgezonderd de netbeheerder) dient het klantmandaat op verzoek te kunnen overleggen indien dit niet reeds de actieve partij is. Bij opleveren stamgegevens meetinrichting op verzoek worden de gegevens alleen verstuurd naar de partij die de gegevens opvraagt. De output van het deelproces “Melden en beoordelen opvraag stamgegevens meetinrichting” is voor de meetverantwoordelijke de opdracht voor het opleveren van stamgegevens meetinrichting. De meetverantwoordelijke beoordeelt de “opvraag stamgegevens meetinrichting”:
Pag. 89 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
o o
Versie 6.0
indien de meetverantwoordelijke de “opvraag stamgegevens meetinrichting” niet kan verwerken, stuurt hij een afwijzing; indien de meetverantwoordelijke de “opvraag stamgegevens meetinrichting” kan verwerken, levert hij de gevraagde stamgegevens op.
2.13.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling. 2.13.3.1
Melden en beoordelen opvraag stamgegevens meetinrichting
1. De opvragende partij verstuurt de “opvraag stamgegevens meetinrichting” naar de meetverantwoordelijke (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De meetverantwoordelijke verwerkt de “opvraag stamgegevens meetinrichting” van de opvragende partij. Hierbij beoordeelt hij de opvraag op de volgende punten: a. Is de “opvraag stamgegevens meetinrichting” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het register van de betreffende meetverantwoordelijke? c. Is de opvragende partij als juridische entiteit bekend bij de meetverantwoordelijke? 3. Indien tenminste één van de vragen bij 2a tot en met 2c negatief wordt beantwoord dan kan de meetverantwoordelijke de “opvraag stamgegevens meetinrichting” niet verwerken en verstuurt hij een afwijzing (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling) naar de opvragende partij. De redenen die de meetverantwoordelijke kan hebben om een “opvraag stamgegevens meetinrichting” niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag. b. EAN-code van de aansluiting onbekend in het register van de meetverantwoordelijke. c. De aanvragende partij is niet als juridische entiteit bekend bij de meetverantwoordelijke of het is vanuit de Energiekamer niet toegestaan om aanvragen van deze partij in behandeling te nemen.
Pag. 90 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
4. De opvragende partij verwerkt de afwijzing. 5. Indien de meetverantwoordelijke de “opvraag stamgegevens meetinrichting” van de opvragende partij kan verwerken, dan plant de meetverantwoordelijke het opleveren van de gevraagde stamgegevens in.
2.13.3.2
Opleveren stamgegevens meetinrichting
1. De meetverantwoordelijke verzamelt de aangevraagde stamgegevens van de meetinrichting. 2. De meetverantwoordelijke verstuurt de opgevraagde “stamgegevens meetinrichting” aan de opvragende partij (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 3. De opvragende partij ontvangt en verwerkt de stamgegevens meetinrichting. 2.13.4 Correctie bij het proces “Opvraag stamgegevens meetinrichting” Dit proces betreft een informatie-opvraag en bevat geen mutatie van gegevens bij een marktpartij. Er is geen correctie van de proces “opvraag stamgegevens meetinrichting” benodigd.
Pag. 91 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.14 Opleveren historische meetdata op verzoek OPLEVEREN HISTORISCHE MEETDATA OP VERZOEK GV
Klant contact (offerte en contract) OP
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
2.14.1
Klantmandaat
Melden en beoordelen verzoek historische meetdata
Opdracht opleveren meetdata
OP/RNB
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Opleveren historische meetdata RNB
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
OP = Opvragende partij RNB = Regionale Netbeheerder
Inleiding
De opvragende partij zal in het proces Opleveren historische meetdata op verzoek mogelijk contact hebben met de klant, teneinde een klantmandaat te verwerven. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in deze paragraaf. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat en voldoende gegevens over de afnemer bekend zijn om de andere deelprocessen van het proces Opleveren historische meetdata op verzoek te kunnen uitvoeren. Voor de deelprocessen “Melden en beoordelen verzoek historische meetdata” en “Opleveren historische meetdata” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft. Het “Klantcontact” door de opvragende partij wordt niet beschreven in deze paragraaf.
2.14.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
Marktpartijen die beschikken over een klantmandaat kunnen historische meetdata opvragen bij de netbeheerder. Voor grootverbruikaansluitingen kunnen de leverancier of de programmaverantwoordelijke historische meetdata opvragen. In het proces Opleveren historische meetdata op verzoek worden zij de opvragende partij genoemd. De opvragende partij dient het klantmandaat op verzoek te kunnen overleggen indien dit niet reeds de actieve partij is. Bij opvraag historische meetdata wordt de historische meetdata alleen verstuurd naar de partij die de gegevens opvraagt. Het proces “Opleveren historische meetdata op verzoek” is van toepassing op het opleveren van historische standen en verbruiken. Onder historische standen en verbruiken worden verstaan de standen en verbruiken die de netbeheerder beschikbaar heeft als gevolg van een periodieke opname, inhuizing, uithuizing, leverancierswitch, einde levering of metermutatie.
Pag. 92 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
De opvragende partij draagt zorg dat hij een klantmandaat heeft voor het opvragen van historische meetdata. De opvragende partij draagt zorg dat hij van de afnemer minimaal die klantgegevens verkrijgt die nodig zijn voor het achterhalen van de EAN-code van de aansluiting. De output van het deelproces “Melden en beoordelen verzoek historische meetdata” is voor de netbeheerder de opdracht voor het opleveren van historische meetdata. Het opvragen van uur- of kwartierwaarden is buiten scope van het proces “opvragen historische meetdata op verzoek”. Wanneer een partij uur- of kwartierwaarden opvraagt bij de netbeheerder, maken netbeheerder en opvragende partij bilaterale afspraken over het tijdstip en wijze van aanleveren van de uur- of kwartierwaarden. Het opvragen van historische meetdata door de afnemer is buiten scope van het proces “opvragen historische meetdata op verzoek”. Indien een afnemer historische meetdata opvraagt, maakt de netbeheerder een bilaterale afspraak met de afnemer over het tijdstip en wijze waarop de historische meetdata opgeleverd wordt.
Termijnen: De netbeheerder beoordeelt het “verzoek historische meetdata” binnen 5 werkdagen: o indien de netbeheerder het “verzoek historische meetdata” niet kan verwerken, stuurt hij een afwijzing; o indien de netbeheerder het “verzoek historische meetdata” kan verwerken, levert hij de gevraagde meetdata op. Tijdslijnen van proces OPLEVEREN HISTORISCHE MEETDATA OP VERZOEK GV
DAG van ONTVANGST ........
DAG van ONTVANGST +5 werkdagen ........
Ontvangst "verzoek historische meetdata"
Pag. 93 van 103
........
........
Uiterste dag voor : # Beoordelen verzoek # Versturen afwijzing # Versturen historische meetdata
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.14.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling. 2.14.3.1
Melden en beoordelen verzoek historische meetdata
1. De opvragende partij verstuurt het “verzoek historische meetdata” naar de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder verwerkt binnen 5 werkdagen na ontvangst het “verzoek historische meetdata” van de opvragende partij. Hierbij beoordeelt hij de aanvraag op de volgende punten: a. Is het “verzoek historische meetdata” volledig en syntactisch correct? b. Is de aansluiting bekend in het aansluitingenregister van de betreffende netbeheerder? c. Is de opvragende partij als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder? d. Is voor de aansluiting in het bericht historische meetdata beschikbaar? e. Vallen de start- en/of einddatum in de aanvraag binnen de periode waarin de netbeheerder historische meetdata voor de aansluiting beschikbaar heeft? 3. Indien tenminste één van de vragen bij 2a tot en met 2e negatief wordt beantwoord dan kan de netbeheerder de aanvraag voor historische meetdata niet verwerken en verstuurt hij binnen 5 werkdagen na ontvangst van de aanvraag een afwijzing naar de opvragende partij (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). De redenen die de netbeheerder kan hebben om een “verzoek historische meetdata” niet te kunnen verwerken zijn de volgende: a. Syntactische fout of onvolledige aanvraag. b. EAN-code van de aansluiting onbekend in het aansluitingenregister van de netbeheerder. c. De aanvragende partij is niet als juridische entiteit bekend bij de netbeheerder of het is vanuit de Energiekamer niet toegestaan om aanvragen van deze partij in behandeling te nemen. d. De netbeheerder heeft voor de aansluiting geen historische meetdata beschikbaar. e. Er is voor de gevraagde periode geen historische meetdata beschikbaar.
Pag. 94 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
4. De opvragende partij verwerkt de afwijzing. 5. Indien de netbeheerder het “verzoek historische meetdata” van de opvragende partij kan verwerken, dan plant de netbeheerder het opleveren van de gevraagde meetdata in.
2.14.3.2
Opleveren historische meetdata
1. De netbeheerder verzamelt de aangevraagde historische meetdata. 2. De netbeheerder distribueert binnen 5 werkdagen na ontvangst van het “verzoek historische meetdata” de gevraagde meetdata aan de opvragende partij (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 3. De opvragende partij ontvangt en verwerkt de historische meetdata.
2.14.4
Correctie bij het proces Opleveren historische meetgegevens GV
Deze processen zijn ter informatie waarbij historische meetgegevens behorende bij een aansluiting worden uitgewisseld. Er worden geen nieuwe meterstanden en/of verbruiken vastgesteld en er is geen correctieproces noodzakelijk voor dit proces.
Pag. 95 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.15Totaalplaat Doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling
Doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling GV Klant contact (mandaat)
EAN-code, verblijfsfunctie, complexbepaling
LV
Melden wijziging verblijfsfunctie / complexbepaling LV
Voor dit deelproces worden alle door regelgeving en sectorafspraken voorgeschreven activiteiten en informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven.
Opdracht wijziging register
Wijzigen verblijfsfunctie / complexbepaling in AR RNB
Voor dit deelproces worden alleen de minimale activiteiten en minimale informatie uitwisseling in dit hoofdstuk beschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden wordt naar de gebruiksdocumentatie verwezen.
Dit deelproces wordt niet in dit hoofdstuk beschreven.
LV = Nieuwe Leverancier RNB = Regionale Netbeheerder
2.15.1 Inleiding De leverancier zal ten gevolge van contact met de afnemer het proces “Doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling GV” starten en wijziging van de verblijfsfunctie en/of de complexbepaling aan de netbeheerder doorgeven. Hoe dit contact met de afnemer plaatsvindt wordt niet beschreven in dit hoofdstuk. In de uitwerking van de deelprocessen is echter wel relevant dat het contact (schriftelijk, telefonisch, internet, etc.) met de afnemer heeft plaatsgevonden, waarbij een klantmandaat en voldoende gegevens over de afnemer bekend zijn om de deelprocessen van het proces Doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling GV te kunnen uitvoeren. Voor de deelprocessen “Melden wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling”, “Wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling in AR” zullen de eisen aan de activiteiten en informatie-uitwisseling uitputtend worden beschreven voor zover dit sectorafspraken en regelgeving betreft.
2.15.2 Procesafspraken De hieronder beschreven procesafspraken zijn aanvullende afspraken die specifiek voor dit proces gelden bovenop de algemeen geldende uitgangspunten, beschreven in MPM Mutatie- en meetprocessen hoofdstuk 3 (GV):
Het proces Doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling is bedoeld om wijzigingen in de verblijfsfunctie en/of de complexbepaling van grootverbruikaansluitingen door te geven aan de netbeheerder. Een “melding wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” mag alleen ingediend worden door de leverancier die verantwoordelijk is voor de aansluiting. Het wijzigingen van de verblijfsfunctie en/of complexbepaling hoeft geen aanleiding te geven tot een afrekenproces; er wordt dan ook bij het verwerken van een “melding wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” geen stand vastgesteld. De netbeheerders en leveranciers publiceren voor een goede werking van het proces Doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling de contactgegevens van het organisatieonderdeel dat belast is met de afhandeling van wijzigingen van de verblijfsfunctie namens de betreffende marktpartij.
Pag. 96 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Als bij beoordeling van de inhuizing, leverancierswitch, uithuizing of einde levering nog een “melding wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” aanwezig is met dezelfde mutatiedatum of een mutatiedatum die later ligt dan de mutatiedatum van de inhuizing, leverancierswitch, uithuizing of einde levering, dan wordt het eerder goedgekeurde “melding wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” verwijderd en niet uitgevoerd. Het bericht voor het doorgeven van de wijziging van de verblijfsfunctie en/of complexbepaling van grootverbruikaansluitingen, is hetzelfde als het bericht voor het doorgeven van de wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling van kleinverbruikaansluitingen (zie Doorgeven wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling KV). Bij grootverbruikaansluitingen kan de leverancier het bericht echter niet gebruiken om wijzigingen in de naam van de aangeslotene door te geven. De leverancier vult het bericht met de actuele status van de verblijfsfunctie; de netbeheerder neemt deze gegevens over in het aansluitingenregister. -De leverancier draagt zorg dat hij een klantmandaat heeft voor het uitvoeren van de wijziging van de verblijfsfunctie en/of complexbepaling.
Termijnen: Een “melding wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” dient de werkdag voor de mutatiedatum door de leverancier te worden ingediend. Een “melding wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” wordt uiterlijk één werkdag na indienen door de netbeheerder beoordeeld, waarbij uiterlijk één werkdag na ontvangst van de “melding wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” de leverancier wordt geïnformeerd als het verzoek door de netbeheerder is afgewezen. Eén werkdag na de mutatiedatum, ontvangt de leverancier de bevestiging van de netbeheerder dat de verblijfsfunctie en/of complexbepaling gewijzigd is in het aansluitingenregister.
Pag. 97 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
2.15.3 Detailbeschrijving per deelproces In de onderstaande paragrafen wordt per deelproces een detailbeschrijving gegeven. De gegevens, die in de berichten uitgewisseld moeten worden, zijn gespecificeerd in DPM Mutatie- en meetprocessen DPM Gegevensuitwisseling. 2.15.3.1
Melden “wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling”
1. De leverancier dient een aanvraag voor wijziging van de verblijfsfunctie en/of complexbepaling in bij de netbeheerder (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 2. De netbeheerder ontvangt de aanvraag en beoordeelt uiterlijk de volgende werkdag de aanvraag: a. Is de aanvraag volledig en syntactisch correct? b. Is de EAN-code van de aansluiting bekend in het aansluitingenregister van de netbeheerder? c. Is de leverancier die het “verzoek wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” indient, de actuele leverancier van de aansluiting? d. Is er geen nog niet geëffectueerd verzoek inhuizing, uithuizing, leverancierswitch of einde levering ontvangen voor een eerdere of dezelfde mutatiedatum (kruisend bericht)? 3. Indien het antwoord op tenminste één van de vragen 2a t/m 2d negatief is, wijst de netbeheerder het verzoek af en verstuurt uiterlijk de werkdag na ontvangst van het verzoek een afwijzing naar de leverancier (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 4. De leverancier verwerkt de afwijzing. 5. Indien het antwoord op alle vragen 2a t/m 2e positief is, plant de netbeheerder de wijziging van de verblijfsfunctie in ter verwerking in het aansluitingenregister op de voorgestelde mutatiedatum uit het verzoek.
Pag. 98 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
2.15.3.2
Versie 6.0
Wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling in AR
1. De netbeheerder verwerkt het “verzoek wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” in het aansluitingenregister en wijzigt de verblijfsfunctie en/of complexbepaling in het aansluitingenregister. 2. De netbeheerder stuurt de leverancier uiterlijk de werkdag na de mutatie van het aansluitingenregister, de bevestiging dat de verblijfsfunctie op de mutatiedatum is gewijzigd (details, zie DPM Mutatie- en meetprocessen gegevensuitwisseling). 3. De leverancier ontvangt en verwerkt de bevestiging.
2.15.4
Correctie bij het proces “doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling GV”
De leverancier controleert de verblijfsfunctie en/of complexbepaling in het stamgegevensbericht naar aanleiding van een mutatieproces of in de bevestiging van het proces “doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling”. Indien de verblijfsfunctie en/of complexbepaling niet correct is, dient de leverancier opnieuw een “melding wijzigen verblijfsfunctie en/of complexbepaling” in bij de netbeheerder.
Pag. 99 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Versie 6.0
Bijlage Exces verrekenen bij correcties G2C/E3-profielen en artikel 1 lid 2 of lid 3- KV-aansluitingen Uitgangspunt is dat er bij mutaties voor klanten herkenbare standen worden vastgesteld en dat eventuele correcties op meterstanden binnen 3 maanden na de maand waarop de verbruiksgegevens betrekking hebben worden opgelost. Het is echter mogelijk dat een klant pas na het verstrijken van de deze termijn de correctie aanvraagt bij zijn leverancier. Dergelijke correcties kunnen pas volledig worden opgelost indien er in de markt geformaliseerde verrekenafspraken zijn, waarbij de leveranciers onderling eventuele foutieve nota’s/onterechte leveringsperioden kunnen herstellen/corrigeren. Oplossing Indien de leverancier toch een correctieverzoek, met betrekking tot een foutief vastgesteld verbruik, binnenkrijgt, dan probeert hij deze binnen de genoemde termijn bij de Meetverantwoordelijke op te lossen. Doordat er sprake is van een ruime termijn kan de leverancier de vastgestelde foutieve standen/verbruiken laten herstellen voordat de bijbehorende verbruiken worden gereconcilieerd. De hier beschreven verrekeningswijze dient als exces-vangnet om de correcties, die toch nog na de genoemde termijn binnenkomen, een onredelijke/onbillijke situatie veroorzaken en niet in de meetketen opgelost kunnen worden, middels verrekening van de inkoopkosten tussen leveranciers onderling op te lossen. De leverancier, die de zorgplicht heeft, is het aanspreekpunt. Deze leverancier stuurt de klant niet door naar de meetverantwoordelijke of een andere leverancier maar neemt zelf contact op met de betrokken partijen (MV/LV) om tot een oplossing te komen.
Indien een klant een correctie aanvraagt na de genoemde termijn, handelt de zorgplichtige leverancier dit naar de klant toe netjes en vlot af. Verrekening van kosten bij een correctie betreft de verrekening van de inkoopkosten van het correctieverbruik; Regels voor de onderlinge kostenverrekening: - Verzoek tot verrekenen wordt (uitsluitend) per e-mail meteen na het signaleren van de fout/onterechte onbillijke situatie aangevraagd bij de wederpartij. - Partijen verrekenen op basis van de methode in deze procedure. - Per aansluiting (op EAN code) worden de te verrekenen kosten bepaald. - De grenzen waarboven een negatief verbruik wordt verrekend zijn 1000 kWh en 500 m3, onder deze grenzen wordt gecorrigeerd door de actuele leverancier. De energiebelasting wordt daarbij tegen de eerste staffel gecorrigeerd. - Een verbruik dat wordt verrekend is tenminste gelijk aan het (negatieve) verbruik. Het verbruik kan afwijken indien o.b.v. een overeengekomen stand een ander (hoger) verbruik wordt bepaald. - Leveranciers kunnen het te verrekenen verbruik eventueel bepalen door het verbruik tussen 2 werkelijke standen te herverdelen o.b.v. de werkelijke profielfracties van de gemeten periode: Toelichting II
Pag. 100 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Versie 6.0
Voor het bepalen van de verrekenprijs wordt door alle leveranciers gebruik gemaakt van een tabel met uniforme verrekenprijzen (zie toelichting I), welke door EDSN wordt beheerd en op mijnEDSN wordt gepubliceerd. Partijen zorgen ervoor dat de juiste contactpersonen en e-mailadressen m.b.t. het verrekenen zijn gecommuniceerd via een daartoe te benoemen contactgroep. Een verrekenaanvraag dient binnen 2 maanden afgehandeld te zijn. Indien niet binnen 2 maanden, na overeengekomen te zijn betreffende een bepaalde aansluiting/correctie onderling te verrekenen, inhoudelijk op de ingediende aanvraag (met een na ongeveer een maand verzonden reminder) wordt gereageerd, is het betreffende verrekenverzoek automatisch akkoord. Indien leveranciers verrekeningen overeenkomen, dienen (verzamelde) verrekennota’s ten hoogste 1 x per maand en ten minste 1 x per jaar verstuurd te worden met een per aansluiting (op EAN code) gespecificeerde bijlage van de individuele bedragen. De bijlage wordt tevens digitaal per e-mail toegestuurd. Een verrekennota wordt in zijn geheel afgewezen indien er posten op staan die niet eerder zijn afgestemd, dit wordt per e- mail bekend gemaakt. Een correcte verrekennota is uiterlijk 30 dagen na ontvangst betaald. De volgende gegevens worden gebruikt voor de bepaling van de verrekenprijzen E en G: o het voortschrijdend rekenkundig 12-maandsgemiddelde voorafgaand aan het desbetreffende kwartaal en geldend voor het gehele kwartaal: o voor E o.b.v. APX-prijzen o voor G o.b.v. GTS-neutral-prices + 6 ct o de bronnen hiervoor zijn: Elektra: http://www.tennet.org/bedrijfsvoering/Systeemgegevens_afh andeling/Reconciliatieprijs/Reconciliatieprijs2012.aspx. Maand prijs o.b.v. verhouding 55% Peak en 45% OffPeak. Gas: http://www.apxendex.com/wpcontent/uploads/marketdata/gasgts/ xls/GTS_neutral_prices.xls. EDSN bepaalt maandelijks het rekenkundig gemiddelde van de afgelopen maand.De opslag van 6 ct kan door de IC-k worden herbepaald en geldt per eerstvolgend kwartaal, eerder vastgestelde verrekenprijzen worden niet herzien. Indien er tussen twee leveranciers besloten is om te verrekenen (per email worden het te verrekenen verbruik en de bepaalde verrekenprijs per eenheid bevestigd) dan wordt per direct voor de klant de correctie doorgevoerd door de leverancier die de inkoop vergoed krijgt middels inkoopverrekening. De datum van de laatst vastgestelde stand/verbruik aan de hand waarvan geconstateerd is dat de meetreeks niet correct is, wordt door de twee partijen vastgesteld, deze datum is bepalend voor de te gebruiken verrekenprijs (zie ook de voorbeelden in bijlage I Toelichting I). De leverancier die de inkoopvergoeding dient te ontvangen stuurt hiervoor een debet-nota naar de wederpartij. Dit geldt voor zowel positieve als negatieve verrekeningen. Indien leveranciers overeenkomen om een verbruik te verrekenen maken ze gebruik van deze procedure waarbij eventueel Toelichting II gebruikt kan worden om het verbruik te herverdelen over de periode voor en na het event. Voor het eventueel herverdelen van een verbruik o.b.v. werkelijke standen kan gebruik gemaakt worden van de rekenregel zoals vermeldt in Toelichting II.
Pag. 101 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
-
Versie 6.0
De eerder vastgestelde gereconcilieerde standen worden door de meetverantwoordelijke niet gewijzigd.
Toelichting I
Pag. 102 van 103
DPM Mutatie- & meetprocessen GROOTVERBRUIK
Toelichting II
Pag. 103 van 103
Versie 6.0